Sportblessures bij kinderen 9-12 jaar Blessurecijfers
Samenvatting Sporten is gezond maar leidt helaas ook tot blessures. Bij kinderen van 9 tot en met 12 jaar leidde sporten in 2011 tot 170.000 blessures. In 29.000 gevallen was de blessure zodanig dat een behandeling op een Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling noodzakelijk was. In vier procent van deze gevallen was zelfs een ziekenhuisopname noodzakelijk. Het aantal blessures bij deze groep heeft zich de laatste jaren ongunstig ontwikkeld. Meer jongens dan meisjes raken geblesseerd en het aantal blessures neemt toe met het toenemen van de leeftijd van 9 tot 12 jaar.
Voetbal en bewegingsonderwijs zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de blessures. Vaak blijkt er sprake te zijn van een blessure door vallen. Blessures door vallen zijn relatief vaak ernstig. Bij bijna zestig procent van de SEH-behandelingen en bij vier op de vijf ziekenhuisopnamen in 2011 had het slachtoffer een blessure door een val. Bij kinderen is het goed ontwikkelen van motorische vaardigheden essentieel om blessures te voorkomen, zodat de kinderen blessurevrij blijven en een goede basis kunnen leggen voor hun verdere fysieke ontwikkeling.
Aantal blessures 9-12 jaar naar behandelaar* Aantal Totaal
170.000
Medisch behandelde blessures
85.000
Huisarts
51.000
Spoedeisende Hulp behandelingen
29.000
Fysiotherapeut
21.000
Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling
1.100
*Een blessure kan door meer behandelaars behandeld worden. Optellen van afzonderlijke aantallen blessures leidt tot dubbeltelling. Bron: Letsel Informatie Systeem 2002-2011/ 2011, VeiligheidNL; Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011/2011, VeiligheidNL; Runhaar J, Collard, DCM, Singh, AS et al. Motor fitness in Dutch Youth: Difference over a 26-year period (1980-2006), Journal of Science and Medicine in Sport, 13 (2010) 323-328; Bron: http://www.veiligheid.nl/projecten-en-campagnes/vallen-is-ookeen-sport; Nauta, J, Verhagen EALM, Eind rapport onderzoek "Vallen is ook een sport". Amsterdam : EMGO+, VUmc, 2010; http://loketgezondleven.nl/i-database/interventies/v/13379; Hildebrandt, V., Bernaards, C. en Stubbe, J. Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2010/2011, Leiden : TNO, 2013; Collard, D. en Hoekman, R. Sportdeelname in Nederland: 2006-2011. Utrecht : Mulier Instituut, 2012.
1
2011; n=221). Dit is vijf procent van het totaal aantal blessures in Nederland.
Omvang problematiek
De helft van deze blessures moet medisch worden behandeld (50%). De huisarts ziet de meeste blessures (51.000). De SEH-afdeling komt op de tweede plaats (29.000, zie hst 2) gevolgd door de fysiotherapeut (21.000). In de groep 9-12 jaar is het aandeel blessures dat medisch moet worden behandeld groot vergeleken met dit aandeel bij oudere sporters waarbij het gaat om circa 35% tot 40% van de blessures.
1.1
Blessures
Op basis van gegevens verzameld via het enquêteonderzoek Ongevallen en Bewegen in Nederland schatten we dat bij kinderen in de leeftijdsgroep 9-12 jaar per jaar gemiddelde 170.000 blessures ontstaan (gemiddeld over de periode 2006-
Sportblessures 9-12 jaar - Blessurecijfers - VeiligheidNL - apr 2013
In de afgelopen periode lijkt het aantal blessures bij sporters van 9 tot en met 12 jaar te zijn gestegen van rond de 130.000 tot ruim 230.000 (figuur 1). De stijging van het aantal blessures lijkt groter dan de stijging van aantal sporturen. Was er in 2006 nog sprake van minder dan één blessure per 1.000 uren sport, in 2011 is dit opgelopen tot bijna anderhalve blessure per 1.000 sporturen. Dit is een ongunstige ontwikkeling.
deed 88% van de kinderen van 6 tot en met 11 jaar minimaal 12 keer per jaar aan sport. Zeventig procent van de jeugd van 6 tot en met 17 jaar was in 2011 lid van een sportvereniging (Collard en Hoekman, 2012). Figuur 2 Aandeel kinderen 4-11 jaar dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen 40%
Figuur 1 Sportblessures 9-12 jaar Aantal blessures
20%
250.000 200.000 150.000
0% 2006-2007
100.000
2010-2011
Bron: Hildebrandt, V., Bernaards, C. en Stubbe, J. Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2010/2011, Leiden : TNO
50.000 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Aantal blessures per 1.000 sporturen 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 2006 Bron:
2008-2009
2007
2008
2009
2010
2011
Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL.
Het aantal blessures neemt toe met het toenemen van de leeftijd en het betreft vaker jongens (56%) dan meisjes (44%) (bijlage tabel 1). Vrijwel alle blessures ontstaan acuut (94%). Eén op drie blessures ontstaat tijdens veldvoetbal (34%), een kwart tijdens bewegingsonderwijs (21%) (bijlage tabel 1). Blessures aan de onderste extremiteiten het meeste voor (62%). Het aantal cases is te klein om nadere uitspraken te doen naar het verloop in de tijd met betrekking tot bepaalde leeftijdsgroepen of sporttakken.
Er zijn aanwijzingen dat er een steeds grotere kloof ontstaat tussen kinderen die onvoldoende bewegen en kinderen die wel genoeg bewegen. De sportdeelname cijfers uit OBiN laten zien dat bij de kinderen (9-12 jaar) die alleen sporten tijdens bewegingsonderwijs, het gemiddeld aantal uren sport lijkt te dalen (figuur 3). Bij de kinderen die naast bewegingsonderwijs ook nog op andere momenten sporten, lijkt het gemiddeld aantal uren sport per jaar eerder te stijgen. Afname van lichamelijke activiteit is onwenselijk. Niet alleen omdat bewegen in algemene zin goed is voor de gezondheid en ontwikkeling van kinderen. Echter onderzoek heeft bijvoorbeeld ook aangetoond dat kans op een valongeval samenhangt met de mate van lichamelijke activiteit (Nauta en Verhagen, 2010). Figuur 3 Gemiddeld aantal sporturen per jaar kinderen 9-12 jaar 250 200 150 100
1.2
Beweeggedrag en sportdeelname
Bij kinderen van 4 tot en met 11 jaar is in de periode 2006-2011 sprake van een dalende tendens in het aantal kinderen dat voldoet aan de NNGB (Nederlandse Norm Goed Bewegen) (figuur 2). Ook het aantal kinderen dat voldoet aan de Fitnorm lijkt te zijn afgenomen (Hildebrandt et al. 2013). In 2011
50 0 2007
2008
2009
2010
2011
Bewegingsonderwijs en andere sport Alleen bewegingsonderwijs Bron: Ongevallen en Bewegen in Nederland 2007-2011, VeiligheidNL
Sportblessures 9-12 jaar - Blessurecijfers - VeiligheidNL - apr 2013
Bron: Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL; Letsel Informatie Systeem 2011; VeiligheidNL; Hildebrandt, V., Bernaards, C. en Stubbe, J. Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2010/2011, Leiden : TNO, 2013; Nauta, J, Verhagen EALM, Eind rapport onderzoek "Vallen is ook een sport". Amsterdam : EMGO+, VUmc, 2010; Collard, D. en Hoekman, R. Sportdeelname in Nederland: 2006-2011. Utrecht : Mulier Instituut, 2012.
Sportparticipatiecijfers uit het onderzoek Ongevallen en Bewegen in Nederland (2006-2011) geven aanwijzingen dat het aantal uren dat kinderen in de leeftijdsgroep 9-12 jaar sporten de laatste jaren in mindere mate is gestegen dan het aantal SEHbehandelingen. Dit wijst er op dat de kinderen niet alleen vaker naar de SEH-afdeling komen met een blessure (zie hiervoor) omdat ze meer sporten, maar ook raken ze relatief gezien vaker geblesseerd. Dit is een ongunstige ontwikkeling. Ook hier lijkt (net al als bij blessures als totaal, zie hst 1) de stijging van het aantal blessures groter dan de stijging van aantal sporturen. Opnieuw wordt een ongunstige ontwikkeling zichtbaar. Er aanwijzingen dat de motorische vaardigheden van kinderen in Nederland de afgelopen decennia zijn
30.000 20.000 10.000
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
0 2004
In de afgelopen periode is het aantal SEHbehandelingen bij de groep 9-12 jaar flink gestegen. In 2002 was er nog sprake van 23.000 SEHbehandelingen (figuur 4). Het aantal SEHbehandelingen in verband met een sportblessure bij kinderen van 9 tot en met 12 jaar is dus in tien jaar tijd (2002-2011) met een kwart gestegen.
40.000
2004
In 2011 vonden naar schatting 160.000 SEHbehandelingen plaats in verband met een sportblessure. In de helft van gevallen was de geblesseerde sporter een kind/jongere in de leeftijd van 5 tot en met 18 jaar. Bij 29.000 SEHbehandelingen oftewel bijna 80 per dag, was de geblesseerde sporter een kind in de leeftijdsgroep 912 jaar (n=3.039) (bijlage tabel 2). Voor 2011 betekende dit 18 SEH-behandelingen in verband met een sportblessure per 100.000 uren dat er gesport werd. Blessures die op een SEH-afdeling behandeld worden zijn in de regel acuut en relatief ernstig.
2003
Inleiding
2003
2.1
Figuur 4 Sportblessures 9-12 jaar; aantal SEHbehandelingen, naar leeftijd, sporttak en jaar
2002
Behandelingen op de Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling
10.000 7.500 5.000 2.500 0 2002
2
verminderd (Runhaar et al., 2010). Dit speelt mogelijk een rol bij de ongunstige ontwikkeling van het aantal SEH-behandelingen in verband met een sportblessure bij deze groep.
Veldvoetbal
Bewegingsonderwijs
Bron: Letsel Informatie Systeem 2002-2011, VeiligheidNL
2.2
Wie lopen een blessure op?
Meer jongens (55%) dan meisjes (45%) in de leeftijd van 9 tot en met 12 jaar raakten in 2011 zodanig geblesseerd dat een behandeling op een SEHafdeling nodig was (figuur 5; bijlage tabel 3). Binnen deze groep nam het aantal blessures toe met het toenemen van de leeftijd van de kinderen, van 5.200 SEH-behandelingen bij de 9-jarigen tot 8.700 SEHbehandelingen bij de 12-jarigen. Zoals al gemeld in paragraaf 1.1 is het aantal SEHbehandelingen in verband met een sportblessure bij kinderen van 9-12 jaar gestegen met een kwart. De Sportblessures 9-12 jaar - Blessurecijfers - VeiligheidNL - apr 2013
kinderen van 10 en 11 jaar hebben absoluut gezien de grootste bijdrage geleverd aan deze stijging (tabel 1). Ook relatief gezien is de stijging bij de 9- en 10-jarigen het grootst (28%) Figuur 5 Sportblessures 9-12 jaar in 2011; SEHbehandelingen naar leeftijd en geslacht Aantal SEH-behandelingen 5.000
2.3
Jongens Meisjes
4.000
overall bij de groep 9-12 jaar (vrijwel) geen verschil te zijn geweest tussen jongens en meisje (figuur 5; bijlage tabel 3). Wel nam de kans op een blessure toe met het toenemen van de leeftijd van 13 SEHbehandelingen per 100.000 uren sporten bij de 9jarigen tot 24 bij de 12-jarigen.
Hoe ontstaan de blessures?
Sporttak Veldvoetbal was verantwoordelijk voor de meeste SEH-behandelingen in verband met een blessure (29%, 8.500) bij kinderen van 9 tot en met 12 jaar in 2011 gevolgd door bewegingsonderwijs (24%, 7.000) (tabel 2). Er zijn hierin verschillen tussen jongens en meisje en (in mindere mate) tussen verschillende leeftijden (bijlage tabel 4-5).
3.000 2.000 1.000 0 9 jaar
10 jaar
11 jaar
12 jaar
Tabel 2
Aantal SEH-behandelingen per 100.000 sporturen
25 20 15
Sportblessures 9-12 jaar in 2011; SEHbehandelingen, naar sporttak Aantal
%
1. Veldvoetbal
8.500
29
2. Bewegingsonderwijs
7.000
24
3. Paard-of ponyrijden
2.000
7
4. Hockey
1.400
5
5. Skeeleren/in line skaten 1.400 5 Bron: Letsel Informatie Systeem 2011, VeiligheidNL
10 5
Veldvoetbal en bewegingsonderwijs, de twee sportactiviteiten met de meeste SEH-behandelingen, hebben fors bijgedragen aan de stijging van het aantal e SEH-behandelingen vanaf het begin van de 21 eeuw (figuur 4, tabel 1).
Bron:
Totaal
Meisjes
Jongens
12 jaar
11 jaar
10 jaar
9 jaar
0
Letsel Informatie Systeem 2011, VeiligheidNL; Ongevallen en Bewegen in Nederland 2011, VeiligheidNL
Tabel 1
Sportblessures 9-12 jaar; stijging periode 2002-2011, naar leeftijd 2002 Aantal
2011 Aantal
% stijging
23.000
29.000
24%
9 jaar
4.100
5.200
28%
10 jaar
5.400
7.000
28%
11 jaar
6.400
8.000
26%
12 jaar
7.400
8.700
17%
Veldvoetbal
6.100
8.500
39%
9-12 jaar
Bewegingsonderwijs 5.200 7.000 34% Bron: Letsel Informatie Systeem 2002-2011, VeiligheidNL
Wordt het aantal SEH-behandelingen afgezet tegen het aantal uren dat er gesport is, dan blijkt er in 2011
Ongevalsmechanisme De meeste blessures in 2011 ontstonden door een val (58%), bijvoorbeeld een val van een paard of pony, struikelen, een val door een sprong of een val ergens vanaf bijvoorbeeld een gymtoestel (figuur 6; bijlage tabel 6). Eén op de zeven kinderen kwam naar de SEH-afdeling in verband met een blessure opgelopen doordat ze geraakt waren door een bal (15%). Eén op tien slachtoffers had een blessure opgelopen door lichamelijk contact (11%) zoals een trap of schop. Het aantal SEH-behandelingen in verband met een blessure door een val is absoluut gezien het meeste e gestegen vanaf de eerste jaren van deze 21 eeuw. Terugdringen van het aantal blessures door vallen zou een grote bijdrage kunnen leveren aan een gunstigere ontwikkeling van het aantal SEH-behandelingen in verband met een sportblessure bij kinderen in de leeftijd 9-12 jaar. Sportblessures 9-12 jaar - Blessurecijfers - VeiligheidNL - apr 2013
Figuur 6 Sportblessures 9-12 jaar in 2011; SEHbehandelingen naar ongevalsmechanisme
Val 58%
Overig 16%
Lichamelijk contact 11% Geraakt door bal 15%
2.4
Wat is de aard van de blessures?
De jonge sporters (9-12 jaar) kwamen het vaakst op de SEH-afdeling in verband met een blessure aan de bovenste extremiteiten (64%), vooral voor blessures aan pols (24%) of hand/vinger (21%) (bijlage tabel 7). De helft van alle slachtoffers had een fractuur (48%), een derde had oppervlakkig letsel (31%). Combinatie van blessurelocatie en type blessure leidt tot de volgende top 5 in 2011: 1. Polsfractuur (16%) 2. Fractuur hand/vinger (12%) 3. Oppervlakkig letsel/kneuzing pols (6%) 4. Oppervlakkig letsel/kneuzing hand/vinger (6%) 5. Fractuur voet/teen (5%)
Bron: Letsel Informatie Systeem 2011, VeiligheidNL Bron: Letsel Informatie Systeem 1986-2011, VeiligheidNL; Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL; Runhaar J, Collard, DCM, Singh, AS et al. Motor fitness in Dutch Youth: Difference over a 26-year period (1980-2006), Journal of Science and Medicine in Sport, 13 (2010) 323—328.
3 Ziekenhuisopnamen In 2011 was bij vier procent van de kinderen (1.100) de blessure zo ernstig dat na de behandeling op de SEH-afdeling een ziekenhuisopname nodig was. Absoluut gezien werden binnen de groep 9-12 jaar de 11-jarigen het vaakst opgenomen in het ziekenhuis in verband met een sportblessure (bijlage tabel 8). Relatief gezien was het aantal opnamen echter groter bij kinderen van 9 jaar oud (6%). Dit wijst er dus op dat de 9-jarigen in 2011 relatief het vaakst ernstige blessures opliepen. Wat de ernst van de blessures betreft was er geen verschil is tussen jongens en meisjes (beide 4%). Veldvoetbal (250), paardensport (240) en bewegingsonderwijs (170) leidden tot de meeste ziekenhuisopnamen. Bij motorsport, paardensport en skateboarden waren de blessures ernstiger dan gemiddeld: bij deze blessures volgde na de SEHbehandeling bovengemiddeld vaak een ziekenhuisopname.
Blessures door een val waren veruit het vaakst verantwoordelijk voor een ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling (80%) (bijlage tabel 9). Ook relatief gezien leidde vallen het vaakst tot een ziekenhuisopnamen (figuur 7). Overall is het percentage opnamen bij blessures door vallen 5 procent, met uitschieters tot 15 procent afhankelijk van het type val. Er is dus nog een goede reden om aandacht te besteden aan valpreventie: het terugdringen van het aantal relatief ernstige blessures. Figuur 7 Sportblessures 9-12 jaar in 2011; Percentage ziekenhuisopnamen na SEHbehandeling, naar letselmechanisme Val Lichamelijk contact Stoten tegen Geraakt door 0%
2%
4%
6%
Bron: Letsel Informatie Systeem 2011, VeiligheidNL
Bron: Letsel Informatie Systeem 2011; VeiligheidNL
Sportblessures 9-12 jaar - Blessurecijfers - VeiligheidNL - apr 2013
4 Preventie Sport en bewegen leveren een positieve bijdrage aan de volksgezondheid. Daarom is het in algemene zin zaak aandacht te besteden aan preventie van blessures om te voorkomen dat mensen gehinderd worden om door te gaan met sport en bewegen. Bij kinderen is het goed ontwikkelen van motorische vaardigheden essentieel om blessures te voorkomen. Dit geldt met name tijdens de groeispurt, waarbij snelle veranderingen optreden in lengte, gewicht, spiermassa, coördinatie en balans. Op jonge leeftijd (voor de groeispurt) kan met name ingezet worden op training van coördinatie (grondvormen), lenigheid en snelheid. Onderzoek van VUmc heeft laten zien dat deze vaardigheden bij de Nederlandse jeugd zijn afgenomen in de afgelopen jaren. Het is daarom belangrijk om op jonge leeftijd, kinderen te trainen in sportieve basisvaardigheden, zodat ze blessurevrij bljjven en een goede basis te leggen voor hun verdere fysieke ontwikkeling. Het verminderen van het aantal blessures door vallen zou een substantiële bijdrage kunnen leveren aan het ombuigen van de ongunstige ontwikkeling van het
aantal SEH-behandelingen bij de kinderen van 9-12 jaar. Met dit doel heeft VeiligheidNL in samenwerking met onder andere valpedagoog Yos Lotens, het lespakket ‘Vallen is ook een sport’ ontwikkeld. ‘Vallen is ook een sport’ is gericht op het aanleren van een goede valtechniek. Het lespakket is geschreven voor (vak-)docenten lichamelijke opvoeding op basisscholen en is bestemd voor alle leerlingen van de basisschool. Uit onderzoek van het EMGO+ (instituut voor onderzoek naar Gezondheid en Zorg) naar de bruikbaarheid en effectiviteit van ‘Vallen is ook een sport’ blijkt dat de inzet van dit lespakket leidt tot een halvering van het algemene risico op valletsels bij kinderen in het algemeen. Daarnaast hebben kinderen na het volgen van de lessen meer kennis gekregen over hoe ze moeten vallen, zijn hun valvaardigheden verbeterd en hebben ze minder angst om te vallen. Dit doet verwachten dat dit lespakket ook een positief effect heeft op valongevallen specifiek tijdens sporten. De interventie is inmiddels door de erkenningscommissie van het Centrum Gezond Leven (CGL) erkend op het één na hoogste niveau (‘waarschijnlijk effectief'). Kijk voor meer informatie in de i-database van het Centrum Gezond Leven.
Bron: http://www.veiligheid.nl/projecten-en-campagnes/vallen-is-ook-een-sport; Nauta, J, Verhagen EALM, Eind rapport onderzoek "Vallen is ook een sport". Amsterdam : EMGO+, VUmc, 2010; http://loketgezondleven.nl/i-database/interventies/v/13379
5 Toelichting bronnen letselgegevens Bij het samenstellen van deze factsheet is gebruik gemaakt van verschillende gegevensbronnen, die hieronder kort beschreven zijn. Meer informatie over deze bronnen is te vinden op de website www.veiligheid.nl. Het enquêteonderzoek Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN) is een continue enquête, waarbij jaarlijks 11.000 Nederlanders worden ondervraagd over letsel en blessures, sportdeelname en bewegen. Uit deze databron zijn de volgende gegevens afkomstig: totaal aantal blessures, medisch behandelde blessures, huisartsbehandelingen,
fysiotherapiebehandelingen, sportdeelname. De gegevens afkomstig uit OBiN betreffen een jaarlijks gemiddelde over de periode 2006-2011, tenzij anders aangegeven. Het Letsel Informatie Systeem (LIS) geeft informatie over letsel en blessures die op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) behandeld worden. Daarnaast geeft het systeem informatie over blessures waarvoor een sporter direct na presentatie op de SEH-afdeling in het ziekenhuis opgenomen wordt. LIS wordt uitgevoerd in een representatieve steekproef van ongeveer een tiende van de ziekenhuizen in Nederland. LIS registreert alleen acute en redelijk ernstige letsels. Deze letsels maken slechts een klein deel uit van de blessureproblematiek bij hardlopen. Omdat het aantal geregistreerde letsels in LIS groot is, kan hiermee een gedetailleerd beeld gegeven
Sportblessures 9-12 jaar - Blessurecijfers - VeiligheidNL - apr 2013
worden. De gegevens afkomstig uit LIS betreffen een jaarlijks gemiddelde over de periode 2011, tenzij anders is aangegeven. Voor informatie over ziekenhuisopnamen en overledenen is geen of slechts beperkt informatie uit de reguliere gegevensbronnen, zoals de Landelijke Medische Registratie en de Statistiek Niet-natuurlijke
6 Meer cijfers VeiligheidNL beschikt over veel meer cijfers over letsels en ongevallen. Per onderwerp of doelgroep
dood beschikbaar. Voor ziekenhuisopnamen is zodoende gebruik gemaakt van informatie uit LIS, ofwel ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling. Voor gegevens over overledenen is tevens gebruikgemaakt van gegevens over overledenen die in LIS geregistreerd zijn en van krantenartikelen over dodelijke sportongevallen uit de Krantenknipselregistratie van VeiligheidNL.
staan de belangrijkste ongevalscijfers beschreven in factsheets zoals deze. U kunt de factsheets gratis downloaden op www.veiligheid.nl. Heeft u interesse in bepaalde cijfers of een specifieke analyse? VeiligheidNL levert u deze graag. Ga hiervoor naar www.veiligheid.nl/onderzoek/cijfers-aanvragen.
Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor eventuele, in deze uitgave voorkomende, onjuistheden of onvolkomenheden. Overname van tekst of gedeelten van tekst is toegestaan, mits met de juiste bronvermelding. Indien tekst gebruikt wordt voor commerciële doelstellingen dient altijd vooraf schriftelijke toestemming verkregen te zijn.
Tips voor preventie Voor een persoonlijk advies over het voorkomen van blessures, ga naar www.voorkomblessures.nl Blessure opgelopen ? Op de website www.sportzorg.nl is nuttige informatie te vinden over wat te doen als u een blessure hebt opgelopen en daar vragen over hebt. Ook vindt u de juiste weg naar de beste sportmedische zorg.
Sportblessures 9-12 jaar - Blessurecijfers - VeiligheidNL - apr 2013
Tabellen
Tabel 1
Sportblessures 9-12 jaar; jaarlijks aantal en percentage naar leeftijd, geslacht, sporttak en blessurelocatie
Leeftijd
Aantal
%
Geslacht
Aantal
%
9 jaar
31.000
18
Jongens
97.000
56
10 jaar
34.000
20
Meisjes
76.000
44
11 jaar
47.000
27
12 jaar
61.000
35
170.000
100
Totaal
170.000
100
Arm
42.000
24
Been
110.000
62
Totaal Blessurelocatie
Sporttak Veldvoetbal
57.000
34
Enkel
42.000
24
Bewegingsonderwijs
36.000
21
Knie
18.000
10
Overig
77.000
45
Voet, hiel
17.000
10
Overig
23.000
13
Totaal
170.000
100
Totaal
170.000
100
(n=221)
Bron: Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL
Tabel 2
Sportblessures in 2011; SEH-behandelingen naar leeftijd Aantal
%
770
<1
0-4 jaar 5-8 jaar
8.000
5
9-12 jaar
29.000
18
13-18 jaar
46.000
29
19-24 jaar
24.000
15
25-44 jaar
35.000
22
45-64 jaar
13.000
8
2.600
2
160.000
100
65 jaar en ouder Totaal
Bron: Letsel Informatie Systeem 2011, VeiligheidNL
Tabel 3
Sportblessures 9-12 jaar in 2011; SEH-behandelingen naar leeftijd Aantal per Jongens
Meisjes
Totaal
100.000
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
sporturen
9 jaar
2.800
17
2.400
19
5.200
18
13
10 jaar
3.700
23
3.300
26
7.000
24
17
11 jaar
4.500
28
3.500
27
8.000
28
17
12 jaar
5.000
31
3.700
29
8.700
30
24
Jongens
16.000
55
17
Meisjes
13.000
45
18
29.000
100
18
Totaal
16.000
100
13.000
100
Bron: Letsel Informatie Systeem 2011, VeiligheidNL; Ongevallen en Bewegen in Nederland 2011, VeiligheidNL
Sportblessures 9-12 jaar - Blessurecijfers - VeiligheidNL - apr 2013
Tabel 4
Sportblessures 9-12 jaar in 2011; SEH-behandelingen naar meest voorkomende sporttakken en geslacht Jongens
9-12 jaar
Meisjes
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Veldvoetbal
8.500
29
6.800
43
1.600
13
Bewegingsonderwijs
7.000
24
3.700
23
3.400
26
Paard-of ponyrijden
2.000
7
80
<1
1.900
15
Hockey
1.400
5
520
3
890
7
Skeeleren/in line skaten
1.400
5
630
4
750
6
Gymnastiek/turnen
1.200
4
240
1
910
7
Zwemmen
1.000
4
450
3
570
4
Vechtsport
630
2
420
3
210
2
Schaatsen
570
2
210
1
360
3
Basketbal
480
2
270
2
210
2
Bron: Letsel Informatie Systeem 2011, VeiligheidNL
Tabel 5
Sportblessures 9-12 jaar in 2011; SEH-behandelingen naar meest voorkomende sporttakken en leeftijd 9 jaar
10 jaar
11 jaar
12 jaar
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Veldvoetbal
1.300
25
2.000
29
2.300
29
2.800
32
Bewegingsonderwijs
1.100
21
1.600
23
2.100
26
2.300
26
Paard-of ponyrijden
330
6
570
8
530
7
520
6
Hockey
220
4
300
4
410
5
480
5
Skeeleren/in line skaten
370
7
370
5
350
4
290
3
Gymnastiek/turnen
340
7
360
5
180
2
270
3
Zwemmen
300
6
210
3
330
4
170
2
Vechtsport
110
2
180
3
150
2
180
2
Schaatsen
160
3
80
1
200
2
130
2
Basketbal
70
1
60
1
160
2
190
2
Bron: Letsel Informatie Systeem 2011, VeiligheidNL
Sportblessures 9-12 jaar - Blessurecijfers - VeiligheidNL - apr 2013
Tabel 6
Sportblessures 9-12 jaar in 2011; SEH-behandelingen naar letselmechanisme Aantal
%
17.000
58
Zwikken
2.100
7
Val van dier
1.600
6
1.600
6
Struikelen
1.400
5
Val van hoogte, val uit, van
1.200
4
670
2
1.000
4
640
2
Val
van paard, pony
van gymtoestel Val door sprong Val van tweewieler Uitglijden
410
1
Val, niet gespecificeerd
6.000
21
Val, overig
2.500
9
Contact met object
7.500
26
Geraakt door bewegend object
5.700
20
4.400
15
door racket, stick, club, bat
440
2
door hockeystick
420
1
1.400
5
430
1
Overig scenario
4.600
16
Lichamelijk contact
3.200
11
trap, schop
1.300
4
Acute fysieke belasting
500
2
Overig scenario, overig
940
3
29.000
100
door bal
Stoten tegen stilstaand object Contact met object, overig
Totaal Bron: Letsel Informatie Systeem 2011, VeiligheidNL
Sportblessures 9-12 jaar - Blessurecijfers - VeiligheidNL - apr 2013
Tabel 7
Sportblessures 9-12 jaar in 2011; SEH-behandelingen naar blessure Aantal
%
1.700
6
open wond hoofd
660
2
oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd
450
2
620
2
430
1
18.000
64
7.100
24
polsfractuur
4.700
16
oppervlakkig letsel/kneuzing pols
1.800
6
510
2
Hoofd/hals/nek
Romp/wervelkolom oppervlakkig letsel/kneuzing romp Schouder/arm/hand Pols
distorsie pols Hand/vingers
6.200
21
fractuur hand/vinger
3.400
12
oppervlakkig letsel/kneuzing hand/vinger
1.800
6
distorsie hand/vinger
500
2
4.000
14
fractuur onderarm
1.200
4
oppervlakkig letsel/kneuzing arm
1.100
4
fractuur elleboog
770
3
fractuur bovenarm
450
2
1.200
4
fractuur sleutelbeen/schouder
540
2
oppervlakkig letsel/kneuzing sleutelbeen/schouder
420
1
Heup/been/voet
7.900
27
Voet/tenen
Bovenarm/elleboog/onderarm
Schouder/sleutelbeen/ac-gewricht
3.300
11
fractuur voet/teen
1.600
5
oppervlakkig letsel/kneuzing voet/tenen
1.300
5
2.500
9
1.200
4
640
2
Enkel enkeldistorsie enkelfractuur oppervlakkig letsel/kneuzing enkel
600
2
1.100
4
510
2
Onderbeen
610
2
Overig
400
1
29.000
100
Knie oppervlakkig letsel/kneuzing knie
Totaal Bron: Letsel Informatie Systeem 2011, VeiligheidNL
Sportblessures 9-12 jaar - Blessurecijfers - VeiligheidNL - apr 2013
Tabel 8
Sportblessures 9-12 jaar in 2011; Ziekenhuisopnamen na SEHbehandeling naar leeftijd en geslacht % van totaal Aantal opnamen
% opname
aantal opnamen
na SEH-
na SEH
na SEH
behandeling
Rij%
Kolom%
9-12 jaar
1.100
4
100
9 jaar
300
6
26
10 jaar
220
3
19
11 jaar
370
5
33
12 jaar
260
3
23
Man
610
4
53
Vrouw
530
4
47
Bron: Letsel Informatie Systeem 2011, VeiligheidNL
Tabel 9
Sportblessures 9-12 jaar in 2011; Ziekenhuisopnamen na SEHbehandeling naar letselmechanisme* % van totaal Aantal opnamen
% opname
na SEH-
na SEH
na SEH
behandeling
Rij%
Kolom%
910
5
80
200
12
18
200
12
18
170
15
15
80
11
7
70
10
6
van fiets
<10
3
<1
Val door sprong
60
6
5
20
5
2
30
2
3
-
-
-
Val Val van dier van paard, pony Val van hoogte, val uit, van van gymtoestel Val van tweewieler
van gymtoestel Struikelen Zwikken Uitglijden
aantal opnamen
-
-
-
110
4
10
30
2
3
40
<1
3
20
<1
2
door hockeystick
<10
2
<1
Stoten tegen stilstaand object
20
1
2
-
-
-
1.100
5
100
Lichamelijk contact trap, schop Geraakt door bewegend object door bal
Acute fysieke belasting Totaal
Bron: Letsel Informatie Systeem 2011, VeiligheidNL *Letselmechanismen met 350 of meer SEH-behandelingen in 2011
Sportblessures 9-12 jaar - Blessurecijfers - VeiligheidNL - apr 2013