"Aangenaam Ondernemen" Economisch beleids- en actieplan van de gemeente Achtkarspelen
"Aangenaam Ondernemen" Economisch beleids- en actieplan van de gemeente Achtkarspelen 2006-2016
November 2005
Inhoudsopgave
Pagina Voorwoord
2
1.
Inleiding
3
2.
Huidige situatie 2.1. Gevoerd beleid 2.2. Cijfers
4 4 6
3.
Kaders 3.1. Nationaal beleid 3.2. Provinciaal beleid 3.3 Regionaal beleid 3.3. Gemeentelijke beleid
8 8 9 10 12
4.
Uitwerking thema's 4.1. Ruimte voor bedrijven 4.2. Landbouw 4.3. Verkeer en vervoer 4.4. Wonen 4.5. Detailhandel 4.6. Toerisme en Recreatie 4.7. Arbeidsmarkt 4.8. Onderwijs 4.9. Kennis en innovatie 4.10. Stimulering van bedrijvigheid 4.11. Dienstverlening
13 13 21 30 35 38 41 43 46 49 51 55
5.
Actieprogramma
60
Literatuurlijst
66
Bijlagen - Enquête algemeen - Enquête landbouw - Verslag bijeenkomst ABC - Verslag bijeenkomst LTO-Achtkarspelen en VANLA
1
Voorwoord Voor U ligt de nieuwe beleidsnota "Aangenaam ondernemen" van de gemeente Achtkarspelen. De nota bestrijkt de periode 2006 - 2016 en is hiermee een vervolg op de notitie "Economisch beleid 2000+". Die nota actualiseerde het economisch beleid van Achtkarspelen en gaf richting aan de door de gemeente te ondernemen activiteiten ter stimulering van de werkgelegenheid. Bij deze nieuwe nota is gekozen voor een bredere opzet en de inhoud is thematisch weergegeven. Onderwijs, landbouw, wonen, toerisme etc. etc. zijn thema's die duidelijk te maken hebben met "wonen en werken". De nota is tot stand gekomen na consultatie van veel partijen die betrokken zijn bij de economische ontwikkeling van Achtkarspelen. Dat is belangrijk, omdat goed overleg en het leveren van goede producten gecoördineerde inspanning vraagt van alle betrokkenen: gemeente, ondernemers en instellingen. Het is van het grootste belang dat onze ondernemers de concurrentie aan kunnen vanuit binnen- en buitenland. Het ontwikkelen van nieuwe producten en aanboren van nieuwe markten zijn hiervoor belangrijke voorwaarden. Ik hoop, en reken daar ook op, dat deze nota bijdraagt aan een goed ondernemersklimaat in Achtkarspelen waarbij overheid en participanten samen "Aangenaam Ondernemen".
Klaas van der Ploeg wethouder economische zaken en werkgelegenheid
Wethouder K. van der Ploeg
2
1
Inleiding
In een economisch moeilijke tijd is extra aandacht voor het bedrijfsleven nodig. Om de werkgelegenheid te behouden en de investeringsbereidheid bij de ondernemers te stimuleren moet de overheid actief en voorwaardenscheppend te werk gaan. In de jaren 1980 - 2000 heeft de economie in Nederland een enorme groei doorgemaakt. De verwachting dat die groei in de jaren daarna door zou gaan is echter niet uitgekomen. Sterker nog, vanaf 2001 is er zelfs sprake van een krimpende economie. In 1992 vormde het Marketingplan werkgelegenheidsbevordering en economische ontwikkeling de basis voor het huidige economische beleid van de gemeente Achtkarspelen. Dit plan is achtereenvolgens in 1997 en 1998 geactualiseerd op basis van een aantal notities, waarbij ondermeer gebruik is gemaakt van de rapportages "De economie van Achtkarspelen in cijfers". In 2000 is het beleid opnieuw aan de actualiteit aangepast via de notitie "Economisch beleid 2000+", waarbij het collegeprogramma 1998-2002 als uitgangspunt is gebruikt. De notitie "Economisch beleid 2000+" actualiseert niet alleen het beleid van Achtkarspelen, maar geeft ook richting aan de door de gemeente te verrichten activiteiten ter stimulering van de werkgelegenheid. De keuze van een relatief korte periode van 4 jaar werd ingegeven door: snelle veranderingen in de economie relatie met de periode van het collegeprogramma behoefte om het beleid regelmatig af te stemmen op nieuwe ontwikkelingen Ook het bedrijfsleven zelf laat zich horen. Er is behoefte aan betere contacten tussen ondernemers en ambtelijke en bestuurlijke organisatie, maar ook aan betere infrastructuur op en rond bedrijventerreinen. Om inzicht te krijgen in de wensen van het bedrijfsleven en die mogelijk in het economisch actieplan van de gemeente te kunnen implementeren, is eind 2004/begin 2005 onder de 1500 ondernemers, waaronder 300 bedrijven in de agrarische sector, een enquête gehouden. De uitkomst van deze enquête zijn vertaald in de beleidsthema's in hoofdstuk 5. Doel Deze nota geeft het beleid aan voor de korte en middenlange termijn en is gebaseerd op een visie en ambitie richting 2010 met een doorkijk naar 2015. De nota beoogt betrokkenen duidelijkheid te verschaffen over de economische doelstellingen van de gemeente Achtkarspelen. De concrete beleidsacties zijn verwoord in een programma, dat de aanzet vormt voor de uitvoering van het voorgestelde beleid. Werkwijze Ter voorbereiding op een nieuw te formuleren economisch beleid is in opdracht van de gemeente in 2003 door Bureau 2mchange een quickscan gemaakt om duidelijkheid te verkrijgen over de gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers door de toenmalige afdeling Economische Zaken en Vastgoed (in casu de bedrijfscontactfunctionaris) en de verbetertrajecten die hieruit zouden moeten voortvloeien. Naast een inventarisatie van de huidige situatie is stilgestaan bij de gewenste ontwikkeling en de functie die de gemeente Achtkarspelen daarin kan vervullen. Als doelstellingen zijn gehanteerd: weet wat ondernemers willen; stel een helder economisch beleidsplan op (en vast) met keuzes, prioriteiten en middelen; en vervolgens: stel de voor de uitvoering van het beleid noodzakelijke formatie vast; stel taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden vast van ambtelijk en bestuurlijk betrokkenen.
3
2
Huidige situatie
Het in de afgelopen jaren gevoerde beleid is gebaseerd op de notitie "Economisch beleid 2000+". Bevorderen van de bedrijvigheid en de werkgelegenheid is daarbij de hoofddoelstelling, met een actief stimuleringsbeleid ten aanzien van de economische bedrijvigheid in onze gemeente.
2.1
Gevoerd beleid
Het gevoerde beleid kenmerkt zich door een drietal speerpunten: • • •
versterken van het eigen bedrijfsleven; stimuleren van zelfstandig ondernemerschap (starters); aantrekken van nieuwe bedrijvigheid.
Het eigen bedrijfsleven Het eigen bedrijfsleven is de belangrijkste bron van werkgelegenheid en wordt beschouwd als de belangrijkste doelgroep. De inspanningen zijn daarbij niet alleen gericht op behoud van het bestaande bedrijfsleven, maar ook op het genereren van uitbreidingsinvesteringen en werkgelegenheid. Een aantrekkelijk investeringsklimaat, waarbij bedrijven letterlijk en figuurlijk de ruimte krijgen draagt bij aan het binnenhalen van opdrachten en daarmee aan het behoud en de uitbreiding van de werkgelegenheid. Goede contacten tussen gemeente en bedrijfsleven zijn daarbij onontbeerlijk. Daarom is de afgelopen jaren verder gewerkt aan uitbouwen van die contacten door ondermeer bedrijvenbezoeken, deelname aan en bezoek van beurzen en exposities en overleg met de verschillende ondernemersverenigingen. De samenwerking met het Achtkarspelens Bedrijven Contact (ABC), de LTO en de recreatieondernemers is zoveel mogelijk geïntensiveerd en geformaliseerd en vindt er structureel overleg plaats met plaatselijke ondernemersverenigingen. Startende ondernemers Startende ondernemers worden beschouwd als een belangrijke doelgroep in het werkgelegenheidsbeleid van Achtkarspelen. De vestigingsmogelijkheden voor startende ondernemers zijn aanmerkelijk verbeterd met het Bedrijvencentrum Achtkarspelen (BCA).De projecten Wrâldfrucht en Innovatieve kasteelten boden mogelijkheden aan (startende) ondernemers in de agrarische sector. Een ander initiatief dat bijdraagt aan de economische versterking van het platteland en het vergemakkelijken van de financiering van nieuwe kansrijke bedrijven is het project "Moai sûnder wjergea". Aantrekken nieuwe bedrijven De Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) speelt een centrale rol waar het gaat om het binnenhalen van nieuwe bedrijven. Daarnaast is er het Netwerk Friesland, een samenwerkingsverband van de Kamer van Koophandel, provincie Fryslân en de NOM. De organisaties richten zich bij acquisitieactiviteiten op de economische zones; andere regio's komen pas in beeld als een bedrijf specifieke wensen heeft, waaraan de economische zones niet kunnen voldoen. De ervaring leert dat bedrijven die zich nieuw vestigen in Achtkarspelen meestal uit de regio komen of daar een binding mee hebben. Toch leveren ook deze bedrijven een belangrijke bijdrage aan de verbetering van de economische structuur. Daarom wordt ten allen tijde alert ingespeeld op mogelijkheden om die bedrijven te werven. De ontwikkeling van het nieuwe bedrijventerrein Lauwerskwartier aan de Scheiding te Surhuisterveen en uitbreiding en revitalisering van bestaande bedrijventerreinen in andere dorpen bieden mogelijkheden voor het werven van nieuwe bedrijven. Er wordt deelgenomen aan beurzen en exposities, zoals de Bedrijvencontactdagen in Leeuwarden. Samenwerking met het bedrijfsleven en overleg met de NOFA-gemeenten speelt hierbij een
4
belangrijke rol. Incidenteel vindt deelname aan plaatselijke en regionale beurzen e.d. plaats. Ontwikkelen nieuwe bedrijfslocaties De beoogde doelgroepen moeten voldoende mogelijkheden hebben om zich te ontwikkelen. De gemeente heeft daarbij een belangrijke rol in het scheppen van de juiste randvoorwaarden. In dit kader past de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen in Harkema (Quakkenburg) en Surhuisterveen (Lauwerskwartier) en uitbreiding c.q. revitalisering (inclusief verbetering van de ontsluiting) van bestaande bedrijventerreinen (Buitenpost, Surhuisterveen). Bij de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen worden waar mogelijk ook kavels voor wonen én werken gecreëerd. Buitengebied De agrarische sector neemt qua werkgelegenheid en grondareaal een belangrijke positie in. In de afgelopen jaren is de totale productiecapaciteit van de landbouw in Noordoost Fryslân aanmerkelijk gestegen. Het aantal zeer kleine bedrijven is sterk gedaald. In de middengroep is sprake van een doorgaande groei en dus van vitaliteit. Toch staat de positie van de landbouw onder druk. De toekomst is sterk afhankelijk van het Europese landbouwbeleid en van de marktontwikkelingen. Het aantal bedrijfsbeëindigingen zal naar verwachting toenemen. Naast de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid en de vitaliteit van het platteland zal dit ook nadelige consequenties hebben voor het landschapsbeheer. Het gemeentelijk beleid heeft zich tot nu toe gericht op: - het pleiten voor structurele en reële vergoedingen voor agrarisch natuurbeheer; - wijzen op de mogelijkheden voor omschakeling naar biologische landbouw; - stimulering en ondersteuning van vernieuwende vormen van landbouw en plattelandsvernieuwing; - ondersteuning t.a.v.het ontwikkelen en verwerken van nieuwe agrarische (biologische) producten; - het bieden van ruime planologische mogelijkheden voor kleinschalige en in het landelijk gebied passende bedrijvigheid in vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen. Door middel van initiatieven als "Wrâldfrucht", de "Innovatieve kasteelten", "Vanla", "Moai sûnder wjergea" zijn reeds belangrijke stappen in die richting gezet en die verdienen navolging. Sociaal-economisch Het merendeel van de werklozen in Achtkarspelen behoort tot de categorie lager opgeleiden. Banen waarvoor deze categorie ingeschakeld kan worden dragen dus direct bij aan het terugdringen van de werkloosheid. Ook meer hoogwaardige banen kunnen via doorstroming van werknemers zorgen voor meer kansen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW) en, in de quartaire sector, de Melkertbanen boden verschillende mogelijkheden om met subsidie werklozen in dienst te nemen. Met het schrappen van deze regelingen zijn die mogelijkheden aanzienlijk gereduceerd.
5
2.2
Cijfers
Bevolkingsontwikkeling De bevolking van de gemeente Achtkarspelen is de afgelopen jaren nauwelijks toegenomen (van 28.013 per 1-1-2001 tot 28.132 per 01-01-2004)
loop der bevolking
aantal inwoners
28150 28100 28050 28000 27950 2000
2001
2002
2003
2004
jaar
Werkgelegenheid Het totaal aantal arbeidsplaatsen in Achtkarspelen is de afgelopen jaren flink gedaald van 7751 in 1 2001 tot 7177 in 2004 (zie onderstaand figuur). Werkgelegenheidsontwikkeling Achtkarspelen
arbeidsplaatsen
8000 7800
7751
7762
7600
7680
totaal aantal arbeidsplaatsen
7400 7200
7177
7000 6800 2001
2002
2003
2004
jaar Bron: Werkgelegenheidsregister Fryslân - provincie Fryslân en Kamer van Koophandel
Zoals uit de bovenstaande grafiek is af te leiden is de werkgelegenheid in het laatste jaar gedaald met 503 arbeidsplaatsen (6,5 %). Daarmee is Achtkarspelen de gemeente met het grootste verlies aan arbeidsplaatsen in Fryslân. De buurgemeenten laten ook allen een daling in de werkgelegenheid zien. Kollumerland c.a. -32 Dantumadeel -207 en Dongeradeel -118.
1
De cijfers van 2004 zijn de meest recente cijfers (peildatum 1 mei 2004). De nieuwe cijfers van 2005 worden pas eind 2005/begin2006 bekend gemaakt. De cijfers zijn afkomstig van de provincie Fryslân. Alle andere onderzoeken en gegevens zijn op landelijke gegevens gebaseerd en derhalve minder nauwkeurig.
6
De grootste klappen zijn gevallen in de sectoren vervoer, opslag en communicatie (-193 / -28,6%), openbaar bestuur en overheidsdiensten (-102 / -28,3%) en industrie en delfstoffenwinning (-160 / 8,1%) (onderstaand figuur). Deze cijfers zijn overigens wel verklaarbaar door onder andere het vertrek van Broersma en het vertrekken van Wetterskip Fryslân. N.B. In deze cijfers is de komst van Rijkswaterstaat (in 2004 met circa 70 werknemers) naar Buitenpost nog niet opgenomen.
Werkgelegenheidsontwikkeling Achtkarspelen 2003-2004
verschil in percentages
30.0
Landbouw en visserij Industrie en delfstoffenwinning Energie- en waterleidingbedrijven Bouwnijverheid
20.0 Handel en reparatie
10.0
Horeca
0.0 1
-10.0
Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen
-20.0 -30.0
Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur en overheidsdiensten
-40.0
Bron: Werkgelegenheidsregister Fryslân - provincie Fryslân en Kamer van Koophandel
Indien we deze gegevens vergelijken met de werkloosheidscijfers kunnen we concluderen dat deze zich in dezelfde lijn bewegen. Met betrekking tot de werkloosheid zijn de gegevens tot mei 2005 al wel beschikbaar en zien we weer een lichte daling van de werkloosheid tot 11,2 % Werkloosheid Achtkarspelen
percentage werklozen
15 12.2
10.5
10 8.2
8.5
w erkloosheid
5 0 2001
2002
2003
2004
jaar Bron: CWI
beroepsbevolking / niet-w erkende w erkzoekenden in 2004 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0
Bron: CWI
7
3
Kaders
De kaders waarbinnen de beleidsuitgangspunten tot stand komen worden gevormd door zowel nationaal, provinciaal als gemeentelijk beleid en visie. In dit hoofdstuk zal een korte beschrijving worden gegeven van het vigerende beleid.
3.1
Nationaal beleid
Nota Ruimte In de Nota Ruimte is in Fryslân onder meer sprake van twee Nationale Landschappen, waaronder de Noordelijke Wouden. Nationale Landschappen kenmerken zich door (inter)nationaal unieke landschapskwaliteiten en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. Doel van het Nationaal Landschap is het behouden, duurzaam beheren en versterken van die landschapskwaliteiten.
Typische coulissen landschap in Achtkarspelen
De exacte begrenzing van het Nationaal Landschap Noordelijke Wouden zal in overleg met betrokken partijen, waaronder de gemeentebesturen, door de provincie worden vastgesteld en vervolgens worden opgenomen in het nieuwe Streekplan Fryslân 2006. In de discussie hierover gaat het om het maken van een goede afweging tussen enerzijds de kansen die aan de status Nationaal Landschap zijn verbonden (met name op het gebied van bijdragen voor landschapsonderhoud en recreatieve ontwikkelingen) en anderzijds de ontwikkelingsmogelijkheden op het gebied van wonen en werken, waarvoor de regiovisie Noordoost Fryslân belangrijke speerpunten bevat wat (hopelijk) door zal werken in het Streekplan. In Noordoost Fryslân is door samenwerking van een 6-tal natuur- en milieuorganisaties en de agrarische verenigingen van natuur en landschap (VEL/Vanla) een vereniging gevormd onder de naam "Noardlike Fryske Wâlden" (NFW). Door de NFW is na een traject van 2 jaar overleg met betrokken partijen een intentieverklaring opgesteld met een bijbehorend werkprogramma. De regionale economie maakt deel uit van het werkprogramma. De speerpunten hiervan worden als volgt weergegeven: • nieuwe projecten en diensten; voorgesteld wordt een actieplan aan te bieden aan POP (Provinciaal Ontwikkelings Programma). • vergroten van de toegankelijkheid en verbeteren van recreatieve faciliteiten; gedacht wordt aan verbetering van het bestaande netwerk van fiets- en ruiterpaden, alsmede het ontwikkelen van voldoende hoogwaardige en duurzame (logies- en verblijfs-) faciliteiten;met SNN, MKB en RECRON wordt een plan van aanpak gemaakt; • studie naar ontwikkelingsmogelijkheden en -voorwaarden; er wordt een onderzoek uitgevoerd naar de uitkomsten en randvoorwaarden van schaalvergroting en verbreding; • duurzame energieproductie; als de resultaten van de lopende pilot positief zijn, zal de NFW verdergaande activiteiten op dit vlak ontwikkelen om zodoende een nieuwe inkomensstroom en daarmee een versterking van de regionale economie te bewerkstelligen
8
3.2
Provinciaal beleid
Bij het aantrekken van bedrijven van buiten Friesland ligt het accent vooral op de economische zones (A7 / Westergo), maar ook buiten die zones moeten er voldoende ontwikkelingsmogelijkheden blijven voor bedrijven. Van belang daarbij is dat economische stimuleringsregelingen, waaronder die uit het "rapport Langman" en Europese steunmaatregelen van toepassing blijven op geheel NoordNederland. Het provinciaal plattelandsbeleid is vooral gericht op landbouw, natuur, recreatie en toerisme en stimuleren van plattelandsvernieuwing. In Achtkarspelen worden initiatieven op dit gebied in kaart gebracht en beoordeeld op kans van slagen; daarbij vindt samenwerking plaats met onder meer de projectgroep Sels!, VVV, Vanla en LTO-Noord. Voorontwerp-Streekplan Fryslân 2006 "om de kwaliteit fan de romte" In het voorontwerp Streekplan Fryslân 2006 staan de provinciale kaders waarbinnen ruimtelijke ontwikkelingen de komende tien jaar kunnen plaatsvinden. Daarbij richt men zich op een aantal doelstellingen, waaronder: •
•
•
•
een duurzaam Fryslân, met een krachtige sociaal-economische ontwikkeling in een leefbare omgeving, waarbij tegelijkertijd wordt ingezet op het instandhouden en verder ontwikkelen van de aanwezige bodem-, water-, landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische kwaliteiten; • een welvarend Fryslân, met een versterking van de economische structuur om nieuwe kansen en ontwikkelingsmogelijkheden te benutten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de gunstige fysieke vestigingsmogelijkheden. Er wordt ingezet op innovatie en verbreding naar een kennis- en diensteneconomie , met een accent op energie en water, zonder daarbij afbreuk te doen aan bestaande sterke sectoren. Investeringen in de kennisinfrastructuur dragen bij aan de binding van afgestudeerden aan de regio; kennis kan daardoor voor Fryslân behouden en ontwikkeld worden; een leefbaar Fryslân; kwaliteit en veiligheid van de woonomgeving, voldoende werkgelegenheid, recreatiemogelijkheden en de bereikbaarheid van voorzieningen zorgen er voor dat mensen zich prettig voelen in hun omgeving. De ruimtelijke inrichting van Fryslân is een belangrijke economische vestigingsfactor en is van grote invloed op het welzijn van mensen. De ruimtelijke mogelijkheden moeten worden benut om arbeid en zorgtaken eenvoudiger te combineren. Het Streekplan zet in op Fryslân als woonprovincie en op de ruimtelijke mogelijkheden voor recreatie en toerisme. een bereikbaar Fryslân; de bereikbaarheid van Fryslân per auto, openbaar vervoer en scheepvaart is van essentieel belang. Beheersing van de mobiliteit is nodig om een verdere mobiliteitsgroei verantwoord op te kunnen vangen. Zuiderzeelijn (in welke vorm dan ook) een wezenlijke functie voor verbetering van de bereikbaarheid en de regionale economie van Fryslân.; een multifunctioneel Fryslân Door ruimtelijke functies in zowel landelijk als stedelijk gebied met elkaar te combineren wordt ruimte gespaard. Verweving kan op verschillende niveaus gerealiseerd worden. Nieuwe kwaliteiten kunnen ontstaan wanneer functies elkaar onderling versterken.
Trends en ontwikkelingen, zoals beschreven in het Voorontwerp-Streekplan economische ontwikkeling Vergeleken met de rest van Nederland heeft Fryslân een hogere werkloosheid, een lager inkomen per huishouden en een lager gemiddeld opleidingsniveau. Innovatie, kennisontwikkeling en internationale oriëntatie geven kansen aan de regio. Landbouw is niet langer de enige dominante economische factor op het platteland. De landbouw heeft het moeilijk: de Europese markt en regelgeving zijn sterk bepalend, het aantal agrarische bedrijven neemt af en bedrijfsopvolgers zijn moeilijker te vinden. Het belang van de kennis- en dienstensector in de economische structuur zal ten opzichte van de landbouw en de industriële sector blijven toenemen.
9
ontwikkeling stedelijke centra Stedelijke centra hebben geprofiteerd van de gunstige economische ontwikkelingen in de afgelopen 10 jaar. Wel hebben de steden nog wel te maken met een eenzijdige bevolkingssamenstelling, relatief lage gemiddelde inkomens per huishouden en een hoge, structurele werkloosheid vergeleken bij het platteland. In een aantal stedelijke wijken doet zich een opeenstapeling van problemen voor zoals hoge werkloosheid, onveiligheid, criminaliteit, verpaupering en afname van sociale samenhang en voorzieningenniveau. ontwikkeling platteland Het Friese platteland is vitaal en welvarend. De landbouw vraagt om schaalvergroting, recreatie en toerisme hebben voor nieuwe werkgelegenheid gezorgd. Wel neemt door schaalvergroting het aantal voorzieningen in de kleine kernen af en loopt het aantal agrarische bedrijven terug. Leefbaarheid, vitaliteit en beheer en onderhoud komen hierdoor onder druk te staan. Daardoor kunnen vooral mensen die minder mobiel zijn in een sociaal isolement terechtkomen. Ook is er een nieuw soort woningnood ontstaan: de beschikbare huizen bij de kleine kernen sluiten qua woningtype en prijs niet altijd goed aan op de plaatselijke woningbehoefte. De vraag naar meer betaalbare woningen wordt groter. ontwikkeling ruimtelijke kwaliteit De verstedelijking van het platteland is de afgelopen decennia behoorlijk toegenomen. Een proces van een meer stille verstedelijking doet zich in verschillende gedaanten voor: bedrijfsvestigingen en nieuwe woonvormen in voormalige boerderijen, ruim opgezette woonwijken bij kleine kernen, toename van recreatieve functies, grote bedrijfsloodsen, exclusieve woningen e.d. Dit soort ontwikkelingen geeft goede economische impulsen aan het platteland, maar kan tegelijkertijd leiden tot ongewenste versnippering van ruimte. Ook de relatief sterke groei van bedrijventerreinen op het platteland is van invloed op het aanzien en het karakter van kleine kernen. Vanuit de samenleving bestaat er een sterke roep om provinciale sturing op landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit. Aanbevelingen aan gemeenten In hoofdstuk 5 wordt binnen het bestek van dit economisch beleids- en actieplan een aantal maatregelen genoemd waarmee de gemeente concreet invulling wil geven aan de rol die op deze terreinen aan haar is toegedacht.
3.3
Regionaal beleid
Onder de naam NOFA-gemeenten (Noord Oost Friese Aanpak) zoeken Achtkarspelen, Dantumadeel, Dongeradeel en Kollumerland c.a. samenwerking door op bedrijfsvoeringniveau de eigen gemeentelijke organisaties op elkaar af te stemmen en waar mogelijk te bundelen. Daarnaast wordt in tal van uitvoeringsprojecten samengewerkt en wordt een gezamenlijke strategie gevoerd voor de sociaal-economische ontwikkeling van de regio. De Regiovisie vormt daarvan het resultaat. NOFA / Regiovisie De vier gemeenten hebben, op basis hiervan in het kader van de voorbreiding van het nieuwe provinciale streekplan een gezamenlijke reactie richting provincie Fryslân gegeven; de RegioVisie Noordoost Fryslân. Geconstateerd werd dat de bevolkingsgroei achterblijft, het gemiddelde opleidingsniveau laag ligt,de uitstoot in de landbouw schrikbarend snel gaat, de productiestructuur onvoldoende toekomstgericht is en er onvoldoende wordt geprofiteerd van de kansen in de recreatie. Samenwerking en afstemming op regionaal niveau is noodzakelijk om gezamenlijk een versterking van de regio te bewerkstelligen, bedreigingen weg te nemen en kansen te verzilveren. De RegioVisie Noordoost Fryslân is een document waarin de mogelijkheden die de regio in zich heeft op een realistische manier worden geschetst en waarbij recht wordt gedaan aan de ontwikkeling van een ieders sterke punten. Primair wordt echter ingezet op het behoud en versterken van het inwoneraantal en de werkgelegenheid. Noordoost Friesland heeft veel te bieden, maar heeft ook potenties die ontwikkeld moeten worden. Hoewel verwacht én geaccepteerd wordt dat de regio in economisch opzicht niet de grootste groeier kan zijn, is de ambitie er duidelijk op gericht om door samenwerking en extra inspanningen tenminste de gemiddelde groeiniveaus na te streven. Speerpunten ten aanzien van werken en bedrijvigheid zijn:
10
• • •
aanbrengen van een regionale hiërarchie en segmentering van bedrijventerreinen stimuleren van bedrijvigheid buiten de bedrijventerreinen in lintstructuren en vrijkomende agrarische gebouwen stimuleren van clustervorming, innovatie(s) en kennisuitwisseling bij ondernemers
Hiërarchie en segmentatie Uitgegaan wordt van een behoefteraming van 10 ha bedrijventerrein per jaar (gebaseerd op het gemiddelde uitgifteniveau van de afgelopen 10 jaar), waardoor tot 2015 ongeveer 120 ha. ruimte voor bedrijvigheid nodig zal zijn; 90% daarvan zal een bedrijventerreinfunctie krijgen, 10% wordt gezocht binnen de bestaande lintbebouwing. Om onderlinge concurrentie te voorkomen wordt gestreefd naar regionale hiërarchie en segmentering, wat de herkenbaarheid bij ondernemers vergroot en kan leiden tot synergie- en/of schaalvoordelen. In de hiërarchie is (in Achtkarspelen) in de cluster Surhuisterveen/Harkema plaats voor grotere bedrijven; de keuze hiervoor vloeit voort uit de sterke aanwezigheid van grotere, stuwende bedrijven in deze kernen, de ligging ervan en de zeer goede bestaande en geplande toevoerwegen. De overige kernen krijgen een lokale functie, wat betekent dat bepaalde bestaande stuwende bedrijven wel gefaciliteerd worden bij de uitbreiding, maar dat nieuwe activiteiten een duidelijk lokaal verzorgend karakter dienen te hebben. Daarvoor wordt in de eerste plaats ruimte gezocht binnen bestaand bebouwd gebied en onder stringente voorwaarden is vestiging aan de rand van het dorp mogelijk. De regionale segmentering is afgestemd op de functionele hiërarchie binnen het gebied. Zo ligt het accent bij de cluster Surhuisterveen-Harkema op de opvangfunctie voor zwaardere bedrijven. Ook is het noodzakelijk om in één van de grotere kernen de dienstverlenende bedrijvigheid meer te clusteren, zodat één dienstenlocatie voor de regionale opvang kan ontstaan. Daarbij ontwikkelt Buitenpost-Kollum zich als dienstenlocatie voor kantoren in de regio, krijgen de dorpen Kootstertille, Stroobos (en Kollum) een accent op watergebonden bedrijvigheid en kan de rest van de bedrijventerreinen worden gekarakteriseerd als lokale gemengde bedrijventerreinen. Vooral buiten de bedrijventerreinen dient ruimte gecreëerd te worden voor woon-werkfuncties en zeer lokale agrificatieclusters. Heldere uitgifte- en bindingscriteria zijn een absolute voorwaarde. Bedrijvigheid buiten bedrijventerreinen Uitbreiding van bedrijvigheid bij de kleinere kernen is alleen toegestaan als het naar aard en schaal passend en lokaal van karakter is. Het vrijkomen van agrarische gebouwen is een ontwikkeling die zich in de komende jaren zal voortzetten. Daarbij wordt gekozen voor ruime planologische kaders om het de huidige boeren of nieuwe ondernemers mogelijk te maken in de vrijkomende agrarische gebouwen een bedrijf in een ander sector te beginnen. De gebouwen behouden dan een eigentijdse functie en worden tegelijkertijd nieuwe vormen van werkgelegenheid gestimuleerd. Mogelijke vormen van bedrijvigheid zijn zorgboerderijen, ICT farms, fitnessboerderijen, e.d., maar ook agribusiness. De steeds groeiende vraag van wonen, gecombineerd met werken, past binnen deze broedplaatsfunctie. Ook hier geldt weer, dat heldere criteria omtrent type, uitstraling en verhouding wonen/werken opgesteld moeten worden. Stimuleren van innovatie en kennisuitwisseling Ondernemers kunnen met hun vragen terecht bij een op te zetten kenniscentrum in Dokkum. Van daaruit wordt ook een plan van aanpak opgesteld om bedrijven het belang van innovatie in te laten zien, bedrijven met elkaar in clusters te verbinden en in contact te brengen met kennisdragers om zo de concurrentiepositie te verbeteren. Recreatie Recreatie vormt een tweede peiler onder de sociaal-economische versterking. In eerste instantie wordt gekozen voor een versterking van de huidige recreatieve waarden; op termijn zijn nieuwe impulsen gewenst om de regio op de kaart te zetten. Eén van de focuspunten is de LitsLauwersmeerroute. In aansluiting op deze route past een initiatief in Achtkarspelen tot een aansluitende vaarroute in de gemeente.
11
3.4
Gemeentelijk beleid
Uitgangspunt voor het gemeentelijk beleid in de afgelopen jaren was en is het Collegeprogramma 2002-2006, zoals dat tijdens de collegevorming in 2002 vast is gesteld. Collegeprogramma 2002-2006 Het hoofdstuk economische ontwikkeling in het collegeprogramma 2002-2006 luidt als volgt: Algemeen Het gemeentebestuur moet in de toekomst steeds meer een leidende en ondersteunende rol vervullen in de economische ontwikkeling van onze gemeente. Het eigen bedrijfsleven is de belangrijkste bron van werkgelegenheid. Als gemeente streven we naar behoud van het bestaande bedrijfsleven, maar ook naar het genereren van uitbreidingsinvesteringen bij deze bestaande bedrijven. Met de bestaande ondernemingen moeten goede contacten worden onderhouden. Zowel met individuele bedrijven als via de overlegvormen met het Achtkarspelen Bedrijven Contact en de MKB-adviescommissie. De bereidheid is aanwezig om snel in te spelen op de behoeften van het bedrijfsleven. Voor het bevorderen van de werkgelegenheid in Achtkarspelen is het van belang dat met name kleinschalige bedrijfsactiviteiten gestimuleerd worden. Startende ondernemers worden daarom gestimuleerd en ondersteund. Gelet op de grote populatie uitkeringsgerechtigden met een relatief laag scholingsniveau is het van belang te letten op de beschikbaarheid van laaggeschoolde arbeid. Alhoewel wij beseffen dat economische ontwikkelingen niet bij de gemeentegrens ophouden, willen wij voorkomen dat bedrijven uit onze gemeente naar de economische kernzones worden "gezogen". Hiervoor waren deze zones immers niet bedoeld. Wanneer dergelijke ontwikkelingen zich wel voordoen dan zal de gemeente in overleg treden met provincie en rijk met het oog op compenserende maatregelen. Bedrijventerreinen Er moet aandacht worden besteed aan het aantrekkelijk houden van de bestaande bedrijventerreinen. Daarvoor worden ook middelen beschikbaar gesteld. De gemeente speelt een actieve rol bij het stimuleren en ondersteunen van nieuwe initiatieven die bijdragen aan de werkgelegenheid en leefbaarheid van het platteland. Naast het op voorraad hebben van bedrijfsterreinen in de regionale centra Buitenpost en Surhuisterveen moeten er in onze visie mogelijkheden blijven voor plaatsgebonden bedrijven om zich bij de overige kernen te vestigen, c.q. waar nodig uit te breiden. Collectieve sector De werkgelegenheid in de collectieve sector, c.q. de dienstverlening, is in onze gemeente aanzienlijk. Tegen deze achtergrond passen dan ook krachtige inspanningen m.b.t. de werkgelegenheid in deze sector. Met name valt te denken aan werkgelegenheid in het kader van de vergrijzing zoals zorgvoorzieningen. Landbouw Nog steeds leveren de agrarische sector en daarmee verwante bedrijven een belangrijke bijdrage aan de economie in onze gemeente. De terugloop van de werkgelegenheid in deze sector vervult ons met grote zorg. Projecten als VANLA, Wrâldfrucht en andere ontwikkelingen in de biologische/ecologische landbouw moeten ook in de toekomst blijvend worden ondersteund. Om feeling te houden met de agrarische sector wordt het bestaande overleg met NLTO Achtkarspelen verder uitgebouwd. De sector wordt dan ook nadrukkelijk betrokken bij de aanstaande herziening van het bestemmingsplan buitengebied om zo een breed draagvlak te krijgen voor dit plan. Het ruimtelijk beleid moet er tevens op gericht zijn om in de leegkomende boerderijen ruimte te bieden aan het ontwikkelen van duurzame semi of niet agrarische activiteiten, zonder dat dit overigens leidt tot beperkingen voor het bestaande agrarisch bedrijfsleven. 24-uurs economie Mede om de 24-uurs economie af te remmen of zelfs om te buigen, streven wij er naar om binnen Achtkarspelen een rustdag te handhaven
12
4.
Uitwerking thema's
In het volgende hoofdstuk wordt per thema doestellingen omschreven met de daarbijbehorende acties. Deze moeten uiteindelijk leiden tot een verbetering van het economische klimaat binnen de gemeente Achtkarspelen.
4.1
Ruimte voor bedrijven
Een aantrekkelijk ondernemingsklimaat hangt sterk samen met de aanwezigheid van voldoende bedrijfslocaties en de kwaliteit daarvan. In dit thema wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende vestigingsmogelijkheden van bedrijven. Bij bedrijventerreinen wordt gekeken naar zowel de kwantiteit en de kwaliteit. Kwantiteit bedrijventerreinen In de gemeente Achtkarspelen bevindt zich een groot aantal bedrijventerreinen, met elk zijn eigen kenmerken. Hieronder volgt een overzicht. Dorp
bedrijventerrein
soort terrein
oppervlakte (in ha)
Augustinusga
Blauforlaet
gemengd terrein, gedeeltelijk watergebonden
2,7
Buitenpost
De Swadde I
gemengd terrein
13,8
De Swadde II
gemengd terrein
6
Mûnewyk Gerkesklooster/Stroobos
wonen + werken
1,9
gemengd terrein, gedeeltelijk watergebonden
13,2
Harkema
De Bosk
gemengd terrein
19,9
Quakkenburg
gemengd terrein
3,2
Kootstertille
Oastkern
gemengd terrein, gedeeltelijk watergebonden
38,9
Westkern
gemengd terrein, gedeeltelijk watergebonden
37
Stroobos
Stroobos
gemengd terrein, gedeeltelijk watergebonden
2,2
Surhuisterveen
De Lauwers
gemengd terrein
22,7
Lauwerskwartier Twijzelerheide
gemengd terrein
15,5
gemengd terrein
5,8
De laatste jaren is er gemiddeld 3 ha bedrijventerrein uitgegeven per jaar met een piek in 1997-1998 (zie tabel). Deze piek is met name veroorzaakt door de uitgifte van verschillende kavels op bedrijventerreinen De Oastkern, De Swadde en De Lauwers. Begin 2005 was er binnen de gemeente nog 3,2 ha bedrijventerrein terstond voor uitgifte beschikbaar. Dit is in Buitenpost (Swadde tweede fase) en Mûnewyk (wonen en werken), Surhuisterveen (Lauwerskwartier), Harkema (Quakkenburg) en Kootstertille (Oastkern).
Uitgifte in ha
Uitgifte bedrijventerrein 1990-2004 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 jaar
13
In verhouding tot de omliggende gemeenten beschikt de gemeente Achtkarspelen over een grote hoeveelheid bedrijventerrein. Alleen Smallingerland heeft, logischerwijs, meer bedrijventerrein (A7).
D on ge ra de Ko el llu m er la nd c. a. Sm al lin ge rla nd Ty ts je rk st er ad ie l
D an tu m
Ac ht ka
ad ee l
350 300 250 200 150 100 50 0 rs pe le n
totaal aantal ha
Bedrijventerreinen omliggende gemeenten
Voor het ontwikkelen van bedrijfslocaties spelen de ruimtelijke voorwaarden een belangrijke rol. De kaders hiervoor worden neergelegd in het streekplan van de Provincie (zie meer in hoofdstuk 4). Kort gelden de volgende uitgangspunten: • De gemeente bezit twee regionale centra te weten Buitenpost en Surhuisterveen. Deze centra zijn aangewezen voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen en hier mag dan ook bedrijventerrein op voorraad aanwezig zijn. • In de overige kernen in de gemeente worden onder strikte voorwaarden nu ook mogelijkheden gecreëerd voor nieuwe bedrijvigheid aan de randen van het dorp (bij voorkeur binnen de bestaande bebouwde kom). In de kleine kernen is echter geen (geringe) voorraadvorming mogelijk. In de kleine kernen alleen categorie 1 en 2 bedrijven (lichte milieucategorie).
Bedrijventerrein Lauwerskwartier in Surhuisterveen.
Het is van groot belang dat er voldoende bedrijventerreinen aanwezig zijn binnen de gemeente om te voorkomen dat bedrijven die uitbreiden genoodzaakt zijn de gemeente te verlaten. De groei van economische activiteiten vertaalt zich in een toenemend ruimtegebruik. Het bieden van ruimte aan bedrijven is dan ook een belangrijke voorwaardenscheppende taak. In de ondernemersenquête is aandacht besteed aan de verplaatsingsbehoefte van de ondernemers in Achtkarspelen en de reden voor een eventuele verhuizing.
14
Zoals hieronder is te zien, is het overgrote deel (80%) van de respondenten niet van plan met zijn of haar bedrijf te verhuizen. Ongeveer 11 procent is wel van plan te verhuizen en nog eens 9 procent weet het niet of gaf geen antwoord.
60 weet niet 9,2%
ja
50
10,8%
40
30
nee 80,0%
Procent
20
10 0 bereikbaarheid
anders ruimtegebrek
De reden voor de verhuizing
Het percentage respondenten dat van plan is met het bedrijf te verhuizen.
Er zijn weinig bedrijven die bereikbaarheid aanvoerden als reden om te verhuizen. Ongeveer 30 procent van de respondenten noemde als reden ruimtegebrek en de meerderheid (52%) had een andere reden. Voorbeelden van andere redenen zijn: nieuwbouwplannen en de hoge huurprijs. Wat opvalt is dat de antwoordmogelijkheid ‘personeel’ in geen enkel geval als reden aangegeven is. Uit deze cijfers valt af te leiden dat zo'n 42,5 bedrijven binnenkort gaan zoeken naar een nieuwe locatie. De gemeente zal zo gunstig mogelijke voorwaarden moeten scheppen om deze bedrijven voor de gemeente (regio) te behouden. Uitbreiding van het aantal vierkante meters bedrijventerrein binnen de gemeente is dan ook, mede hiervoor, van belang. Kwaliteit bedrijventerreinen Niet alleen de kwantiteit van de terreinen is van belang, ook de kwaliteit van bedrijventerreinen is van invloed op het ondernemersklimaat binnen de gemeenten. Deze kwaliteit bestaat uit een groot aantal factoren, zoals bijvoorbeeld een goede ligging (ten opzichte van hoofdwegen/kernen), een goede ontsluiting, een verzorgde en optimaal ingerichte openbare ruimte en een goede beeldkwaliteit. Kwaliteit van bedrijventerreinen is echter geen constant gegeven. Enerzijds nemen de kwaliteitseisen van bedrijven toe, terwijl anderzijds bedrijventerreinen die decennia in gebruik zijn veelal kampen met aspecten als achterstallig onderhoud en een verouderde uitstraling. De aanleg, de inrichting en de kwaliteit van bedrijventerreinen zijn in tegenstelling tot andere factoren zoals arbeidsaanbod en economisch draagvlak, goed door de lokale overheid te beïnvloeden. Door het opstellen van een revitaliseringplan kan doelgericht en planmatig worden gewerkt aan het benoemen en het oplossen van de aanwezige knelpunten en kan het terrein 'up to date' worden gemaakt. Een optimale revitalisering is alleen mogelijk wanneer er een breed maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak voor bestaat en wanneer de betrokken partijen samenwerken. Dat is uiteindelijk de kracht van het proces van revitalisering: gemeenschappelijke inzet van overheid én bedrijfsleven leidt tot een meerwaarde, een synergie-effect en een zichtbaar beter resultaat. Voor het bedrijventerrein de Swadde (Buitenpost) en de Lauwers (Surhuisterveen) geldt dat door revitalisering knelpunten worden opgelost en dat eventuele potenties kunnen worden benut. Dit kan een direct positief effect hebben op de ontwikkeling en de kansen van het bedrijventerrein. De uitstraling en de wervingskracht van het terrein nemen duidelijk toe. Ook kan op deze manier het oordeel van de al gevestigde bedrijven positief worden beïnvloed. Revitalisering genereert een beter/aantrekkelijker ondernemersklimaat voor zowel bestaande als nieuwe bedrijven. Het verbeterde duurzame kwaliteitsniveau van het terrein functioneert in dit kader als een positieve vestigingsplaatsfactor.
15
Het doel van revitalisering is het kwalitatief opwaarderen van de fysieke ruimte door aanpassingen aan onder andere infrastructuur, groen en voorzieningen alsmede het efficiënter inrichten van de beschikbare ruimte. Het terrein wordt hiermee op langere termijn kwalitatief ‘up to date’ gehouden. Beoogde effecten zijn: • Behoud werkgelegenheid; • Aantrekken nieuwe werkgelegenheid; • Imagoverbetering bedrijventerrein; • Optimaliseren fysieke bedrijfsomgeving; • Creëren van ruimte (intensivering); • Duurzaam beheren openbare en private ruimte; • Opwaarderen private ruimte door ondernemers. Na de projecten in Buitenpost en Surhuisterveen zal gekeken moeten worden naar de kwaliteit van de andere bedrijventerreinen binnen de gemeente. Met name de terreinen in Kootstertille, alsmede het terrein in Blauwforlaet, komen in aanmerking voor een dergelijke revitalisering.
Bedrijventerrein De Swadde in Buitenpost na revitalisering.
Nieuwe bedrijventerreinen Het is van belang dat verouderde bedrijventerreinen worden gerevitaliseerd. Maar ook de nieuwe terreinen verdienen in dit kader aandacht. De maatregelen die bij de revitalisering worden gehanteerd om de kwaliteit op de lange termijn te handhaven, kunnen ook worden toegepast op de nieuwe terreinen. Dit om te voorkomen dat een nieuw aangelegd terrein binnen afzienbare tijd gerevitaliseerd moet worden. Kwaliteit hangt ook samen met de functies op een bedrijventerrein. Er moet zorgvuldig omgegaan worden met de uitgifte van de beschikbare nieuwe bedrijventerreinen. Hierbij dient uiteraard als uitgangspunt dat alle (naar aard en schaal passende) bedrijven een plek moeten kunnen vinden op een bedrijventerrein binnen de gemeente. Wellicht is concentratie van een bepaalde soort bedrijven raadzaam. Hiertoe kan een bedrijfsvestigingsbeleid opgesteld worden dat onderdeel vormt van het grondbedrijf. Het bedrijfsvestigingsbeleid behandelt de hoofdlijnen van het uitgiftebeleid voor bedrijventerreinen. Afstemming van vraag en aanbod, ambitieniveau, werkgelegenheid en financiële haalbaarheid zijn zaken die hier aan de orde kunnen komen. Het beleid van de gemeente dient er niet op gericht te zijn op zo snel mogelijk grond te verkopen, maar om een kwalitatieve en duurzame indeling te krijgen op een bedrijventerrein. Zo zullen de kansen langs het Prinses Margrietkanaal optimaal benut moeten worden en percelen langs het kanaal zullen alleen verkocht moeten worden aan bedrijven die gebruik maken van dit kanaal. De zichtlocaties zullen, zoals reeds gebeurt in Surhuisterveen, alleen verkocht moeten worden aan bedrijven met de juiste uitstraling.
16
Zowel voor de kwaliteit als de kwantiteit is een adequaat bestemmingsplan met voldoende mogelijkheden van groot belang. Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan moeten het bedrijfsleven en de bedrijvencontactfunctionaris vroegtijdig worden betrokken om eventuele knelpunten tijdig te signaleren en daarop in te spelen. Extra aandachtspunt bij de aanleg van nieuwe terreinen is het onderhoud van terreinen die nog niet geheel uitgegeven zijn. Terreinen die nog niet geheel zijn uitgegeven krijgen op dit moment een ander onderhoudsplan dan de reeds uitgegeven terreinen. Het probleem is echter dat het vaak jaren duurt voordat de terreinen geheel zijn uitgegeven. Dit betekent dat er al in een vroeg stadium sprake is van kwaliteitsverlies. Dit doet ook de verkoop van de bedrijventerreinen geen goed. Bij de locatiekeuze van een bedrijf spelen factoren als bereikbaarheid, lokale gebondenheid en kwaliteit een rol. Maar ook de kosten van een nieuwe locatie zijn van belang. Bedrijventerrein binnen de gemeente is relatief goedkoop. Bedrijventerrein wordt kostenneutraal uitgegeven. Ook in de toekomst moet worden gezorgd voor betaalbaar bedrijventerrein. doelstellingen • Zorgen voor voldoende bedrijventerreinen op voorraad in de rond de regionale centra (B'post en S'veen) en binnen de ruimtelijke kaders mogelijkheden scheppen voor bedrijfsvestiging en -uitbreiding in overige kernen. • In Kootstertille onderzoek doen naar de mogelijkheden voor een watergebonden bedrijventerrein. • Betaalbaar houden van bedrijventerreinen. • Zorgen voor voldoende kwaliteit op bestaande bedrijventerreinen. • Zorgen voor voldoende kwaliteit op nieuwe bedrijventerreinen.
Bedrijven op andere locaties Een groot aantal bedrijven bevindt zich niet op het bedrijventerrein maar bijvoorbeeld in het buitengebied of in een woongebied. Zolang dit geen overlast veroorzaakt en binnen de (planologische/milieu) regels blijft past dit een uitstekende broedplaats voor nieuwe bedrijven en aan huisgebonden beroepen. Een aantal ondernemers die bedrijventerrein kopen via de gemeente zijn vanuit huis gestart en uit hun ‘jasje’ gegroeid. Ook uit de enquête blijkt dat naast het bedrijventerrein de woonwijk een veelvoorkomende locatie is van het gevestigde bedrijfsleven. Dit betreft met name éénmansbedrijven. Het percentage bedrijven met de verdeling van de verschillende locaties, weergegeven in de vorm van een staafdiagram 50
Uit deze staafdiagram valt op te maken dat de bedrijven van de respondenten ongeveer evenredig verdeeld zijn over de vier antwoordmogelijkheden: gevestigd op/in een centrumlocatie, woonwijk, bedrijventerrein of elders.
40
30
P r o c e n t
20
10
0 centrumlocatie
bedrijventerrein woonwijk
elders
Locatie van het bedrijf
17
Bedrijven in het buitengebied De komende jaren is er een afname van het aantal agrarische bedrijven met gemiddeld 2 tot 4% per 2 jaar te verwachten binnen de provincie Friesland . Naast schaalvergroting (zie hierover meer in 4. 2 landbouw) is er een ontwikkeling van verbreding en verdieping te zien. Dit betekent dat agrarische bedrijven steeds meer inkomen verdienen door zich mede te richten op andere diensten. Door deze ontwikkelingen is men steeds meer op zoek naar andere functies voor het buitengebied. Ook komen er steeds meer panden in het buitengebied vrij voor andere functies. Het beleid van de gemeente ten aanzien van vrijkomende agrarische gebouwen is neergelegd in het bestemmingsplan buitengebied, dat dateert uit 1992. In tegenstelling tot veel andere gemeenten heeft de gemeente Achtkarspelen al vanaf 1992 ruime mogelijkheden opgenomen voor het vestigen van niet-agrarische bedrijvigheid. De hergebruikmogelijkheden gelden voor de hele gemeente; er wordt geen zonering gehanteerd. In de tijd gezien is ook een opeenvolging van functies mogelijk. De functies zijn niet limitatief omschreven. Wel zijn een aantal vormen van bedrijvigheid expliciet verboden (zelfstandige detailhandel, garagebedrijven of daaraan verwante bedrijvigheid, horeca, autosloperijen). Gelet op het flexibele karakter van de huidige regeling en de goede ervaringen, die hiermee tot dusverre zijn opgedaan, spreekt het vanzelf, dat ook in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied wordt ingezet op een globale regeling. Deze regeling biedt voldoende bewegingsruimte voor het stimuleren van de sociaal-economische vitaliteit van het landelijk gebied. De gedachten gaan uit naar een regeling, waarin globaal een aantal categorieën activiteiten c.q. functies worden omschreven, die zijn toegestaan (bijv. wonen, kleinschalige bedrijvigheid, zorgfuncties, agrarisch aanverwante bedrijven, kleinschalige vormen van dag- en verblijfsrecreatie) en een aantal die uitdrukkelijk niet zijn toegelaten (bijv. industriële bedrijvigheid, transportbedrijven, garage- en daaraan verwante bedrijven, sloperijen, zelfstandige detailhandel). Uiteraard dient er een aantal randvoorwaarden in acht te worden genomen: De nieuwe functies mogen geen afbreuk doen aan de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van de eventueel aanwezige omringende agrarische bedrijven en de woonfunctie van omringende woningen; Er mag geen opslag/stalling van materialen/materieel buiten de opstallen plaatsvinden; De nieuwe functie mag geen onevenredige verkeersaantrekkende werking hebben en er moet sprake zijn van een acceptabele verkeerssituatie; Parkeren moet op eigen erf plaatsvinden. Verder wil de gemeente de mogelijkheid behouden voor het (in beperkte mate) oprichten van nieuwe bedrijfsgebouwen, namelijk daar waar er buiten het hoofdgebouw (boerderij) slechts een geringe oppervlakte aan bedrijfsgebouwen aanwezig is. In de huidige regeling is een maximale oppervlakte van 400 m2 (excl. de oppervlakte van het hoofdgebouw) toegestaan, afhankelijk van de perceelsoppervlakte. Binnen de gemeente is reeds een aantal voormalige agrarische bedrijven 'herbestemd'. Voorbeelden hiervan zijn: Boerma Installatiebedrijf in Boelenslaan; een pannenkoekenrestaurant in Buitenpost (nog niet gerealiseerd maar wel vergund); Farmhouse in Twijzelerheide en Nicolai vof Poeliersbedrijf in Twijzel. Bij de vestiging van bedrijven in het buitengebied moet aandacht geschonken worden aan de landschappelijke inpassing van de betreffende activiteit. Dit om het landschap aantrekkelijk te houden voor recreatieve doeleinden. Met het fenomeen "detailhandel" in het buitengebied moet voorzichtig worden omgegaan. Zelfstandige vormen van detailhandel moeten worden uitgesloten. Slechts detailhandel die in directe relatie staat tot de (toegelaten) hoofdfunctie en daaraan ondergeschikt is (ook in ruimtelijke zin), zal worden toegestaan. Eenzelfde regeling als al in het bestemmingsplan buitengebied is opgenomen.
2
Bron: Voorontwerp streekplan Fryslân 2006
18
Bedrijven in woongebieden Niet alleen in het buitengebied is behoefte aan mogelijkheden voor het vestigen van een bedrijf. Ook in ‘gewone’ woongebieden bestaat deze behoefte. Hier spelen ook, nog meer dan in het buitengebied, aspecten mee als geluidshinder en verkeersaantrekkende werking. De woonfunctie moet in deze gebieden bovenaan staan. In het nieuwe bestemmingsplan Drogeham (pilot-plan voor de actualisering van bestemmingsplannen voor dorpsgebieden) worden reeds meer mogelijkheden gecreëerd voor bedrijvigheid. Hierbij geldt het volgende uitgangspunt: Binnen het woongebied is een aan-huis verbonden beroep of bedrijf toegestaan, mits deze nevenfunctie geen onevenredige aantasting vormt van de woonfunctie door bijvoorbeeld de hinder (verkeersaantrekking, parkeeroverlast) die het gevolg is van de betreffende activiteit. Het is binnen de desbetreffende bestemming verboden om vrijstaande bijgebouwen te gebruiken voor bewoning en voor een aan-huis verbonden beroep of bedrijf en/of daarvoor benodigde opslagruimte. De regeling voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf is gericht op een oppervlakte van ten hoogste 30% van de begane grond oppervlakte van het hoofdgebouw inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen (tot een maximum van 45 m²). Alleen het beroeps- of bedrijfsmatig gebruik dat niet vergunningplichtig of meldingplichtig is ingevolge de Wet milieubeheer is toegestaan. Detailhandel is uitsluitend toegestaan voor zover ondergeschikt aan en voortvloeiende uit het beroeps- of bedrijfsmatig gebruik. Deze regeling biedt voor veel mensen mogelijkheden om vanuit huis een bedrijf op te zetten en gaat binnen de hele gemeente gelden.
doelstellingen
•
Zorgen voor voldoende vestigingsmogelijkheden voor passende bedrijvigheid in zowel de bebouwde kom als in het buitengebied.
Acties ruimte voor bedrijven Zorgen voor voldoende bedrijventerrein in diverse kernen binnen de gemeente.
acties • • •
Bij de hogere overheid pleiten voor het belang van voldoende bedrijvigheid in Achtkarspelen. Zorgen voor planologische randvoorwaarden voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen in Buitenpost en Surhuisterveen./Harkema. Vasthouden aan de ruime mogelijkheden voor het hergebruik van vrijkomende boerderijen
Betaalbaar houden van bedrijventerrein.
acties •
Blijven inzetten om bedrijventerrein kostenneutraal aan te bieden
Zorgen voor voldoende kwaliteit op bestaande bedrijventerreinen. Er zal de komende jaren nog gewerkt worden aan de revitalisering van het bedrijventerrein De Lauwers te Surhuisterveen. Hier zal in navolging van het bedrijventerrein De Swadde te Buitenpost getracht worden een parkmanagement-organisatie op te zetten. Via het opzetten van
19
3
parkmanagement kunnen bedrijven actief worden betrokken bij verschillende beheersaspecten van een bedrijventerrein. Aspecten waarop parkmanagement betrekking kan hebben zijn samenwerking tussen gevestigde bedrijven op het gebied van beveiliging, intensief ruimtegebruik en duurzame bedrijfsprocessen. acties • • • •
Opzetten / verder vorm geven aan revitalisering De Lauwers te Surhuisterveen. Opzetten parkmanagement in Achtkarspelen. Maken beheersafspraken m.b.t onderhoud. Revitaliseren bedrijventerrein De Oastkern in Kootstertille
Zorgen voor voldoende kwaliteit op nieuwe bedrijventerreinen. acties • • • •
Onderzoek doen naar mogelijkheden van parkmanagement op nieuwe terreinen. Opzetten van bedrijfsvestigingsbeleid. Extra aandacht schenken aan onderhoud op nieuwe bedrijventerreinen. Bij het opstellen van bestemmingsplannen overleg voeren met geïnteresseerden in bedrijventerrein en bedrijvenverenigingen.
3
Het maken van afspraken tussen de belanghebbende partijen op het bedrijventerrein (gekoppeld aan eigendomsverhoudingen) over de inrichting en/of beheer van het terrein. Het doel is het verkrijgen en op lange termijn behouden van een gewenste kwaliteitsniveau.
20
4.2
Landbouw
De landbouw is binnen Achtkarspelen een belangrijke sector. Dit onder meer om de volgende redenen: • De sector brengt een aanzienlijk aantal arbeidsplaatsen met zich mee. Naast industrie, bouwnijverheid en handel is dit een belangrijke sector voor de werkgelegenheid binnen Achtkarspelen. • De landbouwsector is de grootste 'ruimtegebruiker' binnen Achtkarspelen. Daarmee is de sector van groot belang als beheerder van het buitengebied. De aantrekkelijkheid van het buitengebied is op haar beurt weer van groot belang voor de ontwikkeling van o.m. recreatie en toerisme binnen de gemeente Achtkarspelen. Situatie in Achtkarspelen Alhoewel het aantal arbeidsplaatsen in de sector landbouw terugloopt is de sector verantwoordelijk voor zo’n 635 arbeidsplaatsen. Dit is op een totaal van 7177 binnen Achtkarspelen een percentage van bijna 9%.
Totaal aantal agrarische bedrijven binnen de gemeente Achtkarspelen
Aantal banen landbouw en visserij Achtkarspelen 450
720
726
700 680 660
651
640
644
635
620
aantal bedrijven
aantal banen van 15 uur of meer per week
740
600
400 350 300 250 200
jaar
Bron: Provincie Friesland
20 02
20 00
19 98
2004
19 96
2003
19 94
2002
19 92
2001
19 90
580 jaar
Bron:CBS
De landbouw in de gemeente Achtkarspelen bestaat voornamelijk uit graasdierbedrijven (248 bedrijven). Het aantal overige bedrijven vertegenwoordigen verhoudingsgewijs een veel geringer aantal.
21
Verdeling landbouwbedrijven in Achtkarspelen naar type in het jaar 2003
4%
4% 1%
4%
Akkerbouw Tuinbouw Graasdier Hokdier Combinaties
87% Bron:CBS
Enquête Onder de agrarische ondernemers van Achtkarspelen is medio 2005 een enquête gehouden. De enquête kent een grote gelijkenis met de enquête die is gehouden onder de overige ondernemers binnen de gemeente. Hierdoor kan men ook eenvoudig de verschillen zien tussen deze twee groepen. Van de circa 300 verzonden enquêtes zijn er 79 weer terug ontvangen. Hiermee is een respons behaald van een krappe 30 procent. Vanwege deze lage respons moeten de uitkomsten van de enquête slechts indicatief worden gezien. Ook is het aantal melkveehouderijen onder de respondenten in verhouding met de werkelijkheid ondervertegenwoordigd. Respondenten onderverdeeld in sectoren
melkveehouderij 13%
tuinbouwbedrijf pluimveebedrijf
9%
kavermesterij varkensmesterij
6% 54%
3%
schapen-/geitenhouderij paardenfokkerij
4%
overig
5% 6%
Het overgrote gedeelte van de respondenten bestaat uit melkveehouders. De uitkomsten van de enquête komen bij de verschillende onderwerpen binnen het thema landbouw verder aan bod. Algemene ontwikkelingsrichtingen In de landbouw zijn in het algemeen twee ontwikkelingsrichtingen zichtbaar: • Een proces van schaalvergroting waarbij gespecialiseerde, grotere bedrijven ontstaan. • Een ontwikkeling van verbreding en verdieping. Schaalvergroting De landelijke trend van schaalvergroting is ook binnen de gemeente Achtkarspelen te zien. Als we kijken naar het aantal bedrijven en de oppervlakte cultuurgrond kunnen we de conclusie trekken dat ook in Achtkarspelen sprake is van schaalvergroting. Er zijn minder bedrijven maar nagenoeg evenveel cultuurgrond.
22
Ontwikkeling aantal dieren per agrarisch bedrijf binnende gemeente Achtkarspelen 62
23 22 21 20 19 18 17 16 15
aantal dieren
60 58 56 54 52 50 48
20
03
02 20
01 20
00 20
99 19
98 19
97 19
19
96
95
20
19
03
02 20
01 20
20
00
99 19
98 19
19
96 19
19
97
46 95
aantal ha.
Ontwikkeling aantal ha. per agrarisch bedrijf binnen de gemeente Achtkarspelen
Uit de enquête komt naar voren dat de gemiddelde bedrijfsgrootte 42 ha. bedraagt. N.B. De gegevens van het CBS geven enigszins een vertekend beeld omdat hier het aantal ha. cultuurgrond is gedeeld door het totaal aantal bedrijven. Dit terwijl er bedrijven zijn die wellicht nagenoeg geen grond in gebruik hebben. Verbreding en verdieping Allereerst een verduidelijking van de begrippen van verbreding en verdieping. Verbreding betekent dat agrarische bedrijven hun inkomsten verdienen door de bedrijfsvoering mede te richten op andere 4 diensten , zoals natuur- en landschapsbeheer , wateropvang, recreatie en zorg. Verdieping houdt in dat agrarische bedrijven zich specialiseren en aan een product extra waarde toevoegen. Bijvoorbeeld door zelf kaas te maken en aan huis te verkopen. Uit de enquête komt naar voren dat bijna 80% van de respondenten fulltime agrarisch ondernemer is. Van de 20% die heeft aangegeven geen fulltime agrarisch ondernemer te zijn heeft 60% een ander beroep of is in loondienst bij een bedrijf. De overige 40% haalt inkomen uit bijvoorbeeld agrarisch natuurbeheer en handel. Vooruitzichten De groei van de wereldbevolking zal de komende jaren blijven toenemen. Dit betekent een groeiende vraag naar voedsel en andere landbouwproducten die wordt versterkt door een verdere groei van het besteedbare inkomen. Gemiddelde consumptie in kilogrammen per hoofd per jaar van de wereldbevolking Consumptie
1979-1981
1997-1999
2015
2030
granen
160
171
171
171
wortel- en knolgewassen
74
69
71
74
suiker
24
24
25
26
peulvruchten
7
6
6
6
plantaardige olie
8
11
14
16
vlees
30
36
41
45
zuivel Bron: FAO, 2002
77
78
83
90
Voor Nederland vormt de Europese Unie de belangrijkste afzetmarkt en juist Europa zal de komende jaren een zeer lage, mogelijk zelfs een negatieve bevolkingsgroei vertonen. Het besteedbaar inkomen zal naar verwachting wel verder toenemen. Deze toename leidt tot verschuiving in het karakter van de voedselvraag met name naar meer luxe producten.
4
Niet door iedereen wordt natuur- en landschapsbeheer als verbreding gezien. Het LTO-Achtkarspelen en de VANLA zien dit slechts als een onkostenvergoeding.
23
De toekomst van de landbouw is naast de marktontwikkelingen in grote mate afhankelijk van Europees landbouwbeleid. Door afnemende prijssubsidies, de overgang naar inkomenssteun en de opkomst van nieuwe EU-lidstaten wordt de concurrentie in de landbouw groter. De zuivelsector beleefde de afgelopen jaren een daling van de melkprijs. Omdat vooral grond en quota zwaar drukken op de kostprijs verloor de Nederlandse melkveehouderij een deel van haar voorsprong. Tegelijkertijd geeft dit aan dat er nog veel dynamiek zit in deze sector. De verwachting is dan ook dat bij verdere liberalisering van de zuivelmarkt en afbouw van de inkomenssteun de melkveehouderij in Nederland blijft bestaan en mogelijk zelfs zal groeien ten opzichte van Europese 5 regio's waar de productieomstandigheden en de infrastructuur minder gunstig zijn .
Ook in Achtkarspelen staat de landbouw onder druk. Dit blijkt onder meer uit de afname van het aantal agrarische bedrijven. Toch geeft de helft van de agrarische ondernemers aan binnen 3 jaar te willen investeren (zie onderstaande tabel). Voornem ens agrarische bedrijven binnen Achtkarspelen om binnen 3 jaar te investeren
percentage
60 40 20 0 ja
nee
w eet niet
Opvallend is hierbij dat de ondernemers uit de sector melkveehouderij minder vaak geneigd zijn om te investeren in het bedrijf (20%) dan uit de overige sectoren (40%). Nationaal Landschap Achtkarspelen kenmerkt zich voor een belangrijk deel door het kleinschalige houtwallen en elzensingellandschap. Het beleid van alle betrokken overheden is er op gericht om dit landschap zo goed mogelijk in stand te houden. In de Nota Ruimte (april 2004) zijn Nationale Landschappen aangewezen, waaronder het Nationale Landschap Noordelijke Wouden. Achtkarspelen valt grotendeels binnen de globale begrenzing die in de Nota Ruimte is opgenomen. In het in voorbereiding zijnde nieuwe provinciale Streekplan Fryslân 2006 wordt na overleg met betrokken partijen de definitieve begrenzing opgenomen. Nationale Landschappen zijn volgens de Nota Ruimte gebieden met internationaal zeldzame of nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten. Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten van nationale landschappen moeten behouden blijven, duurzaam beheerd en waar mogelijk worden versterkt. In samenhang hiermee zal de toeristisch-recreatieve betekenis moeten toenemen. Binnen nationale landschappen is daarom "behoud door ontwikkeling" het uitgangspunt voor het ruimtelijk beleid. De landschappelijke kwaliteiten zijn medesturend voor de wijze waarop de gebiedsontwikkeling plaatsvindt. Uitgangspunt is dat de nationale landschappen zich sociaaleconomisch voldoende moeten kunnen ontwikkelen, terwijl de bijzondere kwaliteiten van het gebied worden behouden of worden versterkt. 5
Bron: Kiezen voor landbouw; Een visie op de toekomst van de Nederlandse agrarische sector
24
De grondgebonden landbouw is volgens de Nota Ruimte een belangrijke drager van het cultuurlandschap. Daarom is voor de landbouw een duurzaam toekomstperspectief in de nationale landschappen gewenst, incl. mogelijkheden voor verbreding van de bedrijfsvoering. De rijksmiddelen voor natuur- en landschapsonderhoud zullen gebundeld in de nationale landschappen worden ingezet. Ook de provincie spreekt in de stukken ter voorbereiding op (de begrenzing in) het nieuwe streekplan van een duurzaam toekomstperspectief voor de landbouw. Gebieden die vallen binnen de begrenzing van het Nationaal Landschap zijn verzekerd van 100 % rijksfinanciering voor natuur- en landschapsonderhoud. Het is een uitdaging voor overheid en ondernemers om het proces van bedrijfsontwikkeling te laten aansluiten bij de aanwezige landschapskwaliteiten. Met name gaat het om de vraag hoe kostprijsverlaging past in een kleinschalig gebied. Uit de enquête blijkt dat het Nationaal Landschap door een groot deel van de agrariërs als kans wordt gezien (42 %). Bijna dertig procent ziet het Nationaal Landschap als een bedreiging. Een even groot aantal weet niet wat het Nationaal Landschap voor hun bedrijf betekent of gaf geen antwoord. Voldoende m ogelijkheden op de huidige locatie 11%
15% ja nee weet niet
74%
Een grote meerderheid (74%) ziet voldoende mogelijkheden op de huidige locatie. Opvallend is dat een groot deel van de respondenten (64%) vindt dat het huidige bestemmingsplan onvoldoende mogelijkheden biedt voor het bedrijf. Er bestaat, wat dit betreft, een verschil tussen de melkveehouderij en de overige sectoren. Het percentage bedrijven dat mogelijkheden ziet op de huidige locatie is in de eerste sector groter (80%) dan in de tweede sector (60%).
Na overleg met het LTO-Achtkarspelen en de VANLA blijkt dat dit voornamelijk te maken heeft met de grootte van de bouwblokken en de perceelsgrootte. In het kader van de herziening van het bestemmingsplan buitengebied zal een speciale deelnota landbouw opgesteld worden. Hier moet worden gekeken naar de mogelijkheden voor de agrarische bedrijven voor wat betreft perceelsverruiming en bouwvlakvergroting. Hierbij moet de kwaliteit van het landschap in acht worden genomen en niet zondermeer worden gestreefd naar zo groot mogelijke percelen. Maatwerk is hier gewenst/noodzakelijk. Op de vraag of de huidige verkaveling voor het bedrijf voldoende mogelijkheden biedt werd opvallend vaak aangegeven dat er voldoende mogelijkheden aanwezig zijn (78%). Strategieën In relatie tot de toekomst kan voor een aantal strategieën worden gekozen. Welke strategie gekozen wordt hangt af van een aantal factoren als landschappelijke mogelijkheden, interesses en dergelijke. • Kostprijsverlaging In de landbouw is kostprijsverlaging nog steeds de meest genoemde strategie. Kostprijsverlaging wordt met name gerealiseerd door schaalvergroting, optimalisatie van de productie, specialisatie, automatisering en efficiëntere inzet van arbeid. Ook de ondernemers in Achtkarspelen zien hier de beste mogelijkheden, zo blijkt uit de ondernemersenquête. De aspecten uitbreidingsmogelijkheden en kavelgrootte/schaalvergroting scoren het hoogst als wordt gevraagd om door middel van een rapportcijfer aan te geven hoe belangrijk de diverse aspecten voor het bedrijf zijn (zie onderstaande tabel).
25
Aspect
waardering
aanwezigheid goede uitvalswegen
7.0
uitbreidingsmogelijkheid
7.8
grondprijs
7.3
lokale betrokkenheid
7.3
kavelgrootte / schaalvergroting
7.8
nationaal landschap
6.2
recreatie
5.3
Juist de schaalvergroting levert problemen op binnen de gemeente Achtkarspelen. Het (coulissen-) landschap in Achtkarspelen leent zich niet voor een onbelemmerde schaalvergroting. Ook de (milieu) regelgeving vormt dikwijls een belemmering voor verdere schaalvergroting. Maar er zijn meer mogelijkheden om de kostprijs te verlagen. Juist in dit gebied zal moeten worden gekeken waar mogelijkheden liggen door het zo efficiënt mogelijk aanwenden van technologische mogelijkheden om de productie te optimaliseren. Hierbij kan worden samengewerkt met de eigen en andere sectoren. • Verbreding Binnen de gemeente zal vanwege de landschappelijke beperkingen meer gezocht moeten worden naar nieuwe inkomsten binnen of buiten het bedrijf. Landschapsbeheer Door de structuur van het landschap (coulissenlandschap) is verdere schaalvergroting aan grenzen gebonden. Er wordt een beroep gedaan op de agrarische sector waar het gaat om het onderhoud van het landschap. Voor dit onderhoud wordt een vergoeding verstrekt. Deze vergoedingen zijn geregeld in het programma beheer. In het kader van deze verbreding is een onderzoek gedaan naar de inkomsten van agrariërs in de 6 gebieden met een landschappelijke beperking . In het algemeen kan worden vastgesteld dat de vergoeding voor het landschapsonderhoud voldoende is. Een melkveehouderij in de Wouden hoeft niet minder rendabel te zijn dan in het open gebied. De laatstgenoemde bedrijven zijn weliswaar groter maar daar staat tegenover dat zij met hogere kosten te maken hebben vanwege het grotere melkquotum en meer uren aan hun bedrijf moeten besteden. De vergoedingen voor het landschapsonderhoud blijken voldoende om het relatieve tekort aan arbeidsopbrengst bij bedrijven te compenseren, aldus het onderzoek. Uit dit onderzoek blijkt dus dat verbreding voor agrarische bedrijven in de zin van landschapsbeheer economisch rendabel is. Dit biedt dan, in de wetenschap dat Achtkarspelen (grotendeels) is aangewezen als Nationaal Landschap, goede mogelijkheden. Overige neveninkomsten Niet alleen met landschapsbeheer kunnen inkomsten gegenereerd worden. Ook met recreatie, zorg, kinderopvang, excursies, educatie en tal van andere mogelijkheden kan men specifieke doelgroepen bedienen. De zorgsector, de recreatiesector en de landbouwsector kennen elkaar nog onvoldoende en missen daardoor het inzicht in wat ze voor elkaar kunnen betekenen. Dit kan opgeheven worden door nieuwe bruggen tussen de sectoren te slaan, maar ook vooral door successen met elkaar te delen. Hierdoor kunnen ingesleten denkpatronen worden doorbroken. Het is van belang om bestaande initiatieven met elkaar te verbinden en innovatieve ideeën te stimuleren. In 2003 was op bijna 40 procent van de bedrijven in Nederland sprake van verbredingsactiviteiten. De uitgangspositie van het bedrijf, de mogelijkheden van de omgeving en de persoonlijke eigenschappen van de ondernemer zijn sterk bepalend voor het succes. Het zijn vooral de jonge ondernemers met 6
Boeren in het landschap; een studie naar de kosten van de instandhouding van het landschap door boeren in de noordelijke Friese wouden. Dit betreft overigens nog een conceptversie. De conclusies van dit onderzoek worden niet gedragen door LTOAchtkarspelen en VANLA.
26
een relatief hoge opleiding die hierin toekomstmogelijkheden zien. Deze bedrijfsactiviteiten kunnen zorgen voor een goed contact met de samenleving en leveren een bijdrage aan de leefbaarheid van het platteland. Een voorbeeld hiervan is het netwerk 'Waardewerken' . Dit is een aantal bedrijven verspreid over heel Nederland die kunnen worden beschouwd als voorloper in de verbreding. Deze bedrijven proberen met name 'beleving' en 'emotie' toe te voegen aan hun producten. • Verdieping Ook zijn er mogelijkheden om bijzondere kwaliteitsproducten in de markt te zetten. Hierbij kan het gaan om een bijzondere kwaliteit of een product dat door de wijze van verpakking of verwerking een extra toegevoegde waarde oplevert. Een product kan ook uniek zijn doordat het geproduceerd wordt voor een speciaal marktsegment, bijvoorbeeld melk met specifieke vetzuren. Ook zijn er mogelijkheden om bijzondere kwaliteitsproducten in de markt te zetten. Een goed voorbeeld hiervan is de zogenaamde 'waddenproduct'. De grondstoffen voor de waddenproducten worden geteeld of geproduceerd in of binnen een straal van 25 kilometer vanaf de Waddenzee en verkocht binnen heel Nederland. Bij het aspect verdieping hoort ook de huisverkoop van eigen produkten. Voor lokaal geproduceerde producten moet er de mogelijkheid bestaan om deze ook lokaal te verkopen. Bovendien zijn de opbrengsten van deze producten hoger indien deze rechtstreeks aan de consument worden verkocht. • Samenwerking Samenwerking met andere ondernemers kan voordelen opleveren. Bij samenwerking kan worden gedacht aan inkoop en afzet, investeringen in onderzoek, gebruik van machines en effectieve arbeidsinzet. Samen heeft men als het ware de voordelen van een grootschalig bedrijf. Voor de dierlijke sector en de akkerbouw is bovendien het sluiten van de mestketen een belangrijke reden tot samenwerking. Een vergaand voorbeeld is hierbij het agribusinesscomplex. Dit zijn clusters die bestaan uit bedrijven uit verschillende onderdelen van de verwerkingsketen die samen voordeel behalen wat betreft verwerking, transport of milieu. Dat kan door kleine samenwerkingsprojecten, of door hele nieuwe centra op te zetten. Hierbij is een goede landschappelijke en milieuhygiënische inpassing van belang.
Grondbank Om meer invloed te kunnen uitoefenen bij bedrijfsverplaatsingen en veranderingen van grondgebruik kan een regionale of provinciale grondbank worden opgericht. De grondbank verwerft gronden en kan voor deze gronden specifieke gebruiksbepalingen opleggen. Hiermee kunnen specifieke doelstellingen worden gerealiseerd. De provincie heeft in het voorontwerpstreekplan aangegeven hier onderzoek naar te willen doen. Infrastructuur Agrarische bedrijven gebruiken grondstoffen en voeren agrarische producten af. Tevens zijn er voor de bedrijfsvoering landbouwkundige voertuigen nodig. Dit betekent een aanzienlijk vervoersstroom in het landelijk gebied. De breedte van de weg is hier van groot belang om passeren met tegemoetkomend verkeer op een veilige en verantwoorde manier mogelijk te maken Het uitgangspunt op gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom is dat het langzame gemotoriseerde verkeer in meer of mindere mate wordt gescheiden van het snelle gemotoriseerde verkeer. Vanuit de landbouw moet zo veel mogelijk rekening gehouden worden met zwaar en breed transportmaterieel. Een verkaveling met percelen zo dicht mogelijk bij de bebouwing is vanuit logistiek oogpunt van groot belang.
27
Dienstverlening De meeste agrarische ondernemers waarderen de dienstverlening van de gemeente met een 6 of een 7. Het gemiddelde is een 6.4. gem. cijfer Specifieke vergunningaanvraag (vb. milieu vergunning, bouwvergunning etc.) Interne afstemming van de gemeente Achtkarspelen bij de vergunningaanvraag
6.0
Communicatie met het bedrijf bij de vergunningaanvraag
6.1
Bereikbaarheid vindbaarheid van het juiste loket / de juiste persoon
6.9
openingstijden gemeente Achtkarspelen
6.5
telefonische bereikbaarheid juiste persoon
6.6
Betrouwbaarheid 6.2
de mate waarin afspraken worden nagekomen de mogelijkheden om klachten te uiten over de gemeente Achtkarspelen
5.9
de duidelijkheid van de gemeentelijke organisatiestructuur
5.9
Communicatie met bedrijfsleven duidelijkheid van het gemeentelijk beleid en regelgeving
5.9
informatie over gemeentelijk beleid en regelgeving richting bedrijfsleven
5.9
mogelijkheden om met ambtenaren in contact te komen
6.4
mogelijkheid om met bestuurders in contact te komen
6.4
de mogelijkheden van de website van de gemeente Achtkarspelen
6.7
Kennis en vaardigheden 6.1
kennisniveau ambtenaren
5.8
inlevingsvermogen van bestuurders in problematiek bedrijven Snelheid en geloofwaardigheid
5.8
snelheid waarmee vragen / verzoeken worden beantwoord mate waarin er aandacht wordt besteed aan het verbeteren aan het ondernemingsklimaat
5.8
Deze cijfers komen in grote lijnen overeen met de cijfers uit de 'algemene' ondernemersenquête. Over het algemeen zijn de cijfers, gegeven door de agrarische ondernemers 0,2 hoger dan die van de andere ondernemers. Ook de behoefte aan een ondernemersloket en een aanspreekpunt is hier aanwezig (zie onderstaande tabel). Voor een groot deel gelden hier dan ook dezelfde doelstellingen en acties als gesteld in dienstverlening algemeen. Zeker wel waarschijnlijk wel waarschijnlijk niet zeker niet weet niet/geen mening totaal
aantal 16 18 14 2 22 72
percentage 20.3 22.8 17.7 2.5 27.8 91.1
Op dit moment is er geen specifiek punt binnen de ambtelijke organisatie waar de belangen en ontwikkelingen op het gebied van landbouw worden bijgehouden en waar initiatieven ontplooid worden op het gebied van de landbouw. Officieel valt dit onder de verantwoordelijkheid van de bedrijvencontactfunctionaris. De landbouw is echter een zeer speciale vorm van ondernemen waarvoor veel landbouwspecifieke kennis noodzakelijk is. Het is dan ook wenselijk om tijd en/of (extra) formatie vrij te maken specifiek voor deze sector. doelstellingen • • • •
Behoud van werkgelegenheid binnen de agrarische sector. Stimuleren van verbreding en verdieping. Verbeteren dienstverlening richting agrarische sector. Zorgen voor voldoende mogelijkheden voor agrarische verkeer.
28
Acties Landbouw Behoud van werkgelegenheid binnen de agrarische sector. acties • • •
Stimuleren van onderzoek naar verdere kostprijsverlaging met als achtergrond de landschappelijke beperkingen. Ondersteunen initiatieven oprichten grondbank. Samenwerking tussen agrariërs bevorderen door het organiseren van bijeenkomsten.
Stimuleren van verbreding en verdieping. acties •
•
Innovatieve ideeën met betrekking tot verbreding en verdieping in financiële en planologische opzichten stimuleren. Organiseren van bijeenkomsten voor diverse sectoren (zorg, recreatie en landbouw) om verbreding te ondersteunen.
Verbeteren dienstverlening richting agrarische sector. acties • •
Structureel overleggen met organisaties als LTO, VANLA, NFW en AJA. Aanstellen/aanwijzen ambtelijke belangenbehartiger voor landbouwzaken en hier de nodige tijd en/of (extra) formatie voor vrijmaken.
Zorgen voor voldoende mogelijkheden voor agrarische verkeer. acties • •
Bij het inrichten van wegen waar mogelijk rekening houden met agrarisch verkeer. Stimuleren van clustering van percelen rond de bebouwing van een agrarisch bedrijf door bijvoorbeeld kavelruil of de oprichting van een grondbank.
29
4.3
Verkeer en Vervoer
Bereikbaarheid is voor het bedrijfsleven een van de belangrijkste vestigingsvoorwaarden. Voorwaarden hierbij zijn een goede infrastructuur maar ook een goede doorstroming van het verkeer. Bereikbaarheid is van belang om snel en eenvoudig andere delen van de regio/land/wereld te bereiken. Maar ook voor het woon-werk verkeer is een goede infrastructuur van groot belang. De gemeente Achtkarspelen kenmerkt zich door een aantal factoren: • Spoorverbinding Groningen -Leeuwarden waardoor vanuit Buitenpost een halfuursverbinding bestaat met de beide steden. • Aanwezigheid Prinses Margrietkanaal • Centrale ligging tussen Groningen en Leeuwarden. • A7 in directe nabijheid. • Relatief rustige wegen. Waar in de randstad de wegen zijn dichtgeslibd, is hier nog volop ruimte.
Waardering bereik-baarheid bedrijf per auto
In de gemeente zijn ook relatief veel bedrijven in de vervoerssector gevestigd. Naar mate deze transportsector meer onder (financiële) druk komt te staan neemt het aantal bedrijven in deze sector duidelijk af. Een duidelijk voorbeeld hiervan is het vertrek van Broersma Transport uit Stroobos.
Uit naastgelegen figuur is op te merken dat de meeste bedrijven de waardering van de bedrijbaarheid per auto waarderen met een 8 en daarna een 7. Het aantal lage cijfers is relatief gering, waardoor er een hoog gemiddelde van 7,7 ontstaat.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 0
100
200
Aantal bedrijven
Regionale ontsluiting Het kenmerkende aspect van de gemeente, de centrale ligging tussen Groningen en Leeuwarden, is zowel een sterk als een zwak punt. De N355 (Rijksstraatweg) is voor een bedrijf geen ideale ontsluitingsweg. De weg loopt veelal door de dorpskernen wat vertragend werkt. Een aantal verbeteringen voor de regionale ontsluiting dat onlangs gerealiseerd is / binnenkort gerealiseerd wordt: • Rondweg rond Buitenpost. • Opwaardering N369 - voormalige " Betonwei" • Opwaardering N358/N369 In regionaal verband wordt gesproken over het aanleggen / opwaarderen van de Centrale As. Dit moet voor een betere noord -zuid verbinding zorgen. Deze Centrale As echter is echter van geringe betekenis voor de bedrijventerreinen binnen de gemeente. Voor de gemeente zijn voornamelijk de N369 ( voormalige Betonwei) en de N358 (De Scheiding) van belang. Deze wegen moeten binnen de gemeente zorgen voor een goede doorstroming richting de A7. De A7 bevindt zich in de directe nabijheid van de kernen Surhuisterveen en Harkema. Deze zijn zo'n 5 km gelegen van deze belangrijke doorvoer as. Dit feit moet zo veel mogelijk benut worden. Bij een opwaardering van de N358 moet bij voorkeur eerst het gedeelte van Surhuisterveen richting A7 opgewaardeerd worden.
30
Vaarwegen Het Prinses Margrietkanaal is een kanaal waar veel scheepvaart plaatsvindt. Schepen met een lengte 7 van 110,50 m, een breedte van 11.50 m en een diepgang van 3.05 m. zijn toegestaan . Binnen de gemeente zij er drie bedrijventerreinen gelegen aan het Prinses Margrietkanaal: Kootstertille, Blauwverlaat en Gerkesklooster/Stroobos. Sprekende voorbeelden van bedrijven die gebruik maken van het Prinses Margrietkanaal zijn: scheepswerf Barkmeijer in Stroobos en de Asfaltcentrale en Haitsma Beton in Kootstertille.
Prinses Margrietkanaal bij Gerkesklooster
De ligging langs een goed doorvoerkanaal is uniek en hier moet dan ook zo veel mogelijk gebruik van gemaakt te worden. In de regiovisie wordt daarbij een accent gelegd op het bedrijventerrein Kootstertille Westkern, waar zo mogelijk ook nog een verdere uitbreiding dient plaats te vinden. Bij de grondverkoop van de nog beschikbare kavels in Kootstertille dient als eis te worden gesteld dat de bedrijven een relatie hebben met het vaarwater. Bij de verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein Oostkern moet er naar gestreefd worden de vervoersdruk in het dorp niet verder op te laten lopen. Ontsluiting Bedrijventerreinen De ontsluiting van de bedrijventerreinen binnen de gemeente is niet altijd optimaal. Een aantal knelpunten zijn: • Buitenpost, ontsluiting De Swadde via dorp. • Kootstertille, verkeer komende van de Oostkern moet door het centrum van het dorp. • Surhuisterveen, het nieuwe bedrijventerrein Lauwerskwartier heeft (vooralsnog) slechts een ontsluitingsweg, wat een kwetsbare situatie oplevert zeker in verband met de parkeersituatie van vrachtwagens. Met een toenemend aantal verkeersbewegingen per bedrijf is het zaak om de ontsluiting te optimaliseren. Bij nieuwe bedrijventerreinen moet ook kritisch gekeken worden naar de ontsluiting. Openbaar vervoer Zoals al eerder is aangegeven loopt de spoorlijn Groningen -Leeuwarden door Buitenpost. Hier stopt in de spits 3 maal per uur een trein. De omgeving van het station is onlangs gereconstrueerd waardoor er meer parkeermogelijkheden in de directe omgeving van het station zijn. Buitenpost is dan ook geschikt voor (verdere) ontwikkeling van regionale kantooron en representatieve (arbeitsintensieve) bedrijvigheid. In het voorontwerp streekplan wordt vooralsnog uitgegaan van kleinschalige kantoorontwikkeling van ongeveer 750/1250m2 bruto vloer oppervlak per jaar.
7
Zoals regelementair vastgesteld door provincie Fryslan
31
Station Buitenpost
Waardering bereikbaarheid bedrijf per ov
1
De meeste bedrijven waarderen de bereikbaarheid van hun bedrijf per openbaar vervoer met een 7 of 8, terwijl het gemiddelde veel lager ligt. Dit heeft te maken met het relatief hoge aantal respondenten dat een lage beoordeling geeft.
2 3 4 5 6 7 8 9 10 0
20
40
60
80
100
Aantal bedrijven
Het overige openbare vervoer binnen de gemeente is beperkt. Omdat het station zich in Buitenpost bevindt is er een aantal busverbindingen dat o.a. Kollum aandoet. Deze verbindingen worden met name gebruikt door schoolgaande jeugd. Parkeren Parkeren heeft een aantal (deel-)aspecten. Parkeren bij bedrijven, parkeren van vrachtwagens en parkeren ten behoeve van winkelcentra. Bij dit laatste aspect zal in het thema detailhandel uitgebreid stil worden gestaan. Parkeren bij bedrijven. Ieder bedrijf dient te voorzien in zijn eigen parkeerbehoefte. Zowel voor eigen personeel als voor eventuele bezoekers. De gemeente dient er op toe te zien dat indien een bedrijf zich op een locatie vestigt, of als er een uitbreiding plaats vindt, er voldoende parkeermogelijkheden aanwezig zijn of 8 gerealiseerd worden. Het zijn slechts globale normen . Als er sprake is van inpandige uitbreidingen of bedrijfsovernames, waar de gemeente niet bij betrokken wordt (omdat er geen vergunningen nodig zijn) komt het parkeersapect formeel niet aan de orde. Dit is een verantwoordelijkheid van bedrijven zelf; als er onvoldoende mogelijkheden zijn om te parkeren geeft dit voor een bedrijf zelf ook veel overlast.
8
Parkeercijfers, basis voor parkeernormering CROW
32
Waardering parkeermogelijkheden bij bedrijf
1
Gemiddeld waarderen de bedrijven de parkeermogelijkheden in de directe omgeving van hun bedrijfspand met een 6,7.
2 3 4 5 6 7 8 9 10 0
20
40
60
80
100
Aantal bedrijven
Parkeren vrachtwagens. Het parkeren van vrachtwagens geeft in de gemeente Achtkarspelen veel overlast. In de Algemene Politie Verordening staat aangegeven dat vrachtwagens niet binnen de bebouwde kom van dorpen mogen staan met uitzondering van de bedrijventerreinen. De zogenaamde ´eigen rijders´ parkeren hun vrachtwagen dus veelal op het bedrijventerrein. Niet alleen deze wagens worden op het bedrijventerrein geparkeerd ook (al dan niet zich op het bedrijventerrein gevestigde) bedrijven maken veelvuldig gebruik van de wegen om vrachtwagens te parkeren. Met name in het weekend wanneer vrachtwagens meestal op de thuisbasis zijn, speelt dit probleem. ICT-infrastructuur Bij het thema verkeer en vervoer kan ook gedacht worden aan ict-mogelijkheden. Binnen de gemeente is op dit moment geen glasvezelkabel beschikbaar, met uitzondering van bedrijventerrein De Swadde te Buitenpost. Bij de revitalisering van dit bedrijventerrein is, door een externe partij, glasvezel aangelegd. Door het verder uitrollen van deze breedbandverbinding kunnen bedrijven aansluiten bij de eisen en wensen van de toekomst. Bij het aanleggen van nieuwe bedrijventerreinen moet de aanleg van goede ict-infrastructuur worden bevorderd. Indien er geen direct particulier initiatief is voor het aanleggen van dergelijke infrastructuur moet de gemeente het voortouw nemen en zorgen voor een mantelbuis waardoor dergelijke verbindingen in de toekomst gemakkelijk aangelegd kunnen worden. Doelstellingen: • Een goede regionale ontsluiting • Zo veel mogelijk profiteren van de lokatiepotenties van kernen binnen de regio. • Gerichte aandacht voor uitgifte van terreinen langs het Prinses Margriet kanaal - streven naar uitbreiding van het bedrijventerrein Kootstertille Westkern voor met name de aan water gevonden bedrijvigheid. • Optimaliseren ontsluiting bedrijventerreinen. • Optimaal gebruik maken van de mogelijkheden van het openbaar vervoer binnen de Gemeente Achtkarspelen. • Zorgen dat bij bedrijven voldoende parkeergelegenheid wordt aangelegd. • Uitbreiden ICT infrastructuur
33
Acties verkeer en vervoer Een goede regionale ontsluiting.
Acties •
In regionaal verband inzetten voor de opwaardering van de N355, N358 en de N369
Zo veel mogelijk profiteren van de locatiepotenties van kernen binnen de regio.
Acties
•
Stimuleren weggebonden bedrijvigheid in Surhuisterveen/Harkema
Stimuleren gebruik Prinses Margrietkanaal. Acties: •
•
Bij grondverkoop van kavels langs het Prinses Margrietkanaal als voorwaarde stellen dat de bedrijven gebruik maken van de vaarweg Onderzoeken verdere ontwikkelingsmogelijkheden van natte bedrijventerrein langs Prinses Margrietkanaal in Kootstertille (evt. in samenwerking buurgemeente Tytsjerksteradiel).
Optimaliseren ontsluiting bedrijventerreinen.
Acties: • • •
Realiseren noordelijke ontsluitingsweg bedrijventerrein De Swadde te Buitenpost. Onderzoek mogelijkheden verbeteren ontsluiting Oastkern te Kootstertille. Onderzoek naar mogelijkheden van realiseren tweede ontsluiting Lauwerskwartier te Surhuisterveen.
Optimaal profiteren van de mogelijkheden in relatie tot het openbaar vervoer binnen de Gemeente Achtkarspelen.
Acties: • • •
Ontwikkelen omgeving station Buitenpost t.b.v. dienstverlenende en andere arbeidsintensieve bedrijven. Promoten Buitenpost als gunstige vestigingsplaats vanwege aanwezigheid station. Stimuleren gebruik station voor bedrijven.
Zorgen dat bij bedrijven voldoende parkeergelegenheid wordt aangelegd.
acties: • • •
Hanteren parkeernorm bij vestiging of uitbreiding bedrijven. Inventariseren parkeerdruk en herkomst vrachtwagens die parkeren op bedrijventerreinen. Daar waar nodig is stimuleren aanleg parkeerplaatsen voor vrachtwagens.
Uitbreiden ICT infrastructuur
acties: •
Bevorderen aanleg goede ict- infrastructuur en zo nodig zelf initiatief nemen om een mantelbuis te leggen.
34
4.4
Wonen
Er bestaat een belangrijke relatie tussen woningvoorraad en economische ontwikkeling. Een goed en gevarieerd woningaanbod is essentieel voor het behouden van de huidige en het aantrekken van toekomstige werknemers. Primair wordt voorzien in de woningbehoefte van de eigen bevolking door middel van een gevarieerd en duurzaam woningbestand. Daarnaast wil de gemeente inwoners van buiten aantrekken voor vestiging in de regionale centra Buitenpost en Surhuisterveen. Ook wil de gemeente de kansen aangrijpen die het nieuwe Streekplan naar verwachting zal bieden ten aanzien van pilots voor specifieke woonvormen. Enquête In de enquête die is uitgezet onder ondernemers binnen de gemeente Achtkarspelen blijkt dat men over het algemeen tevreden is over het wonen binnen de gemeente. zeer goed ,5% weet niet goed 19,1% 22,8%
zeer slecht 10,7%
slecht 18,2%
Op de vraag: Wat vindt u van het aanbod van woningen in de gemeente Achtkarspelen en directe omgeving? waren de meningen nogal verdeeld. Een deel vindt het aanbod woningen zeer slecht of slecht (29%), anderen vinden het goed of zeer goed (22%) en weer een ongeveer even groot deel (29%) vindt het normaal. Zie bovenstaand figuur.
normaal 28,8%
Waardering van bedrijven over het aanbod van woningen in de gemeente Achtkarspelen, weergegeven in de vorm van een cirkeldiagram.
Economische betekenis van wonen De bouw van nieuwe woningen levert extra werkgelegenheid op in de gemeente. Dit wordt veroorzaakt door extra bouwproductie en bestedingen van nieuwe inwoners. Over het algemeen wordt verondersteld dat 3 nieuwe woningen 1 arbeidsplaats opleveren. Dit effect treedt alleen op als zich als gevolg van nieuwbouw nieuwkomers in de gemeente vestigen. (In de nieuwe woningen of als gevolg van doorstroom) In hoeverre het gebied hier in slaagt hangt af van de woningkwaliteit en de potentie van het gebied als woonlocatie. Hierbij geldt een aantal voorwaarden: • situering; • schoonheid; aantrekkelijkheid gemeente voor woonfunctie; • werkgelegenheid in de nabijheid Een tweede succesfactor is de mate waarin nieuwkomers geld uitgeven. Een aantal karakteristieken van het type nieuwkomer dat relatief het meeste geld uitgeeft is: • zelfstandige ondernemer (bedrijf aan huis) • gezin met jonge kinderen • zonder (tweede) auto • modaal inkomen • gaat dichtbij lokale voorzieningen wonen 9
Op deze zaken moet worden ingezet als we het economische effect willen maximaliseren . 9
Bron: Economische betekenis van landelijk wonen, InnovatieNetwerk Groene ruimte en Agrocluster maart 2005
35
Woningbouw in Buitenpost
Aansluiting kenmerken woningaanbod bij kenmerken beroepsbevolking De beschikbaarheid van voldoende en goed opgeleide arbeidskrachten is van groot belang voor het functioneren van het zittende bedrijfsleven en voor het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid. Een factor die mede bepaalt of arbeidskrachten door bedrijven behouden en/of aangetrokken kunnen worden, wordt gevormd door de woningmarkt. Starters op de woningmarkt Starters op de woningmarkt zijn economisch gezien een belangrijke doelgroep. Dit betreft jonge mensen die net een opleiding hebben afgerond, gaan werken en op zoek zijn naar eigen huisvesting. Voor bedrijven is dit een belangrijke groep voor de instroom van nieuwe arbeidskrachten. De gemeente heeft als taak om voor voldoende huisvestingsmogelijkheden te zorgen voor starters op de woningmarkt. Woningcorporaties hebben hierin ook een belangrijke publieke taak. Gelet op de financiële draagkracht van deze groep zal het daarbij met name gaan om het aanbod van betaalbare huur- of koopwoningen. doelstellingen • Het 'wonen' als economische drager in de gemeente optimaal benutten • Goede afstemming tussen woningmarkt en arbeidsmarkt • Zorgen voor voldoende woningen voor starters op de woningmarkt
Acties Wonen Het 'wonen' als economische drager in de gemeente optimaal benutten. De Regiovisie Noordoost Fryslân bestempelt het thema " wonen" als een belangrijk speerpunt voor de sociaal-economische ontwikkeling van de regio. De gemeente wil daar dan ook zo goed mogelijk op inspelen. In de eerste plaats wil de gemeente de mogelijkheden voor woningbouw in de twee regionale centra binnen de gemeente (Buitenpost en Surhuisterveen) optimaal benutten. Tegelijkertijd worden randvoorwaarden gecreëerd die ervoor moeten zorgen dat de overige kernen kunnen bouwen voor de plaatselijke woningbehoefte. Ook de kansen om het woningaanbod uit te breiden door middel van een specifiek pilotproject, als bedoeld in het in voorbereiding zijnde nieuwe Streekplan zullen serieus worden onderzocht. Met name bij de invulling van een dergelijk project moet gestreefd worden naar een maximaal economisch effect. acties •
Het bouwen van extra woningen die voldoen aan de criteria om de economische effecten te vergroten
36
Goede afstemming tussen woningmarkt en arbeidsmarkt Vanuit economisch perspectief is het goed om inzicht te verkrijgen in de kenmerken van de beroepsbevolking. Hier zal in het volkshuisvestigingsprogramma rekening mee gehouden moeten worden.
acties • •
Onderzoeken wat de wensen onder de beroepsbevolking zijn met betrekking tot huisvesting Opstellen van een actueel volkshuisvestingsbeleid
Zorgen voor voldoende woningen voor starters op de woningmarkt acties •
•
Onderhouden goede contacten met woningbouwvereniging om zorg te dragen voor voldoende 'betaalbare' woonruimte. Bij de gronduitgifte rekening houden met starters op de woningmarkt.
37
4.5
Detailhandel
De economische betekenis van de sector detailhandel is van groot belang voor Achtkarspelen. Na de bouwnijverheid is de detailhandel de grootste bron van werkgelegenheid binnen de gemeente Achtkarspelen. Naast deze directe belangrijke betekenis van de detailhandel is een goede detailhandelsstructuur in Achtkarspelen ook van belang als onderdeel van een gunstig vestigingsklimaat. Zo kan een aantrekkelijk en gevarieerd centrum ook een belangrijke factor zijn voor mensen en bedrijven om zich te vestigen. Ook legt de detailhandel een ruimtelijk beslag op onze omgeving met daarbijbehorende specifieke eisen. Op dit moment bestaat er binnen de gemeente geen beleid dat specifiek is gericht op de detailhandel. Incidenteel wordt er per dorp onderzoek gedaan ten behoeve van de herziening van een bestemmingsplan. Hiermee wordt er aan de totale structuur, kansen en mogelijkheden van detailhandel binnen de gemeente wellicht onvoldoende aandacht geschonken. De gemeente Achtkarspelen kenmerkt zich door meerdere kleine kernen. Het winkelaanbod in deze kernen is beperkt en bestaat voornamelijk uit kleinschalige winkels voor de dagelijkse boodschappen. Buitenpost en Surhuisterveen hebben naast het dagelijkse aanbod een uitgebreider winkelaanbod voor niet-dagelijkse artikelen. Het winkelaanbod in Surhuisterveen is verreweg het grootst. Aanbod detailhandel (m2 verkoop vloer oppervlak) per kern in de gemeente Achtkarspelen
De ontwikkeling van de detailhandel binnen de gemeente kent vermoedelijk geen grote veranderingen. Door het relatief lage inkomen per inwoner, economische teruggang en een langzaam groeiende bevolking wordt in Achtkarspelen geen grote toename van het winkeloppervlakte verwacht. Er is een ontwikkeling van schaalvergroting en brancheverbreding gaande. Schaalvergroting leidt er ook toe dat detailhandel zich steeds meer concentreert in de grotere plaatsen. In het nieuwe voorontwerp streekplan worden Buitenpost en Surhuisterveen aangewezen als regionale centra. In deze centra zijn alle categorieën detailhandel toegestaan met uitzondering van de grootschalige detailhandelvestigingen. Dit zijn winkelvoorzieningen die qua assortiment wel in het centrum passen maar die qua omvang (>1500m2 vloeroppervlakte) en bereikbaarheid buiten het centrum gevestigd willen zijn, zoals bijvoorbeeld shopping malls en outlet centers. In de overige 10 kernen wordt perifere detailhandel ook niet als wenselijk geacht.
10
Winkelvoorzieningen die qua aard niet in het winkelkerngebied passen vanwege de volumineuze aard van de goederen of vanwege het gevaar voor de omgeving.
38
Buitenpost Het aanbod van commerciële en overige voorzieningen in Buitenpost is relatief groot. Op het gebied van de dagelijkse behoefte biedt Buitenpost een volledig pakket. Het aanbod met betrekking tot het recreatief winkelen is bescheiden. Wat opvalt is het grote aanbod in de sfeer van woninginrichting en meubelen in het centrum van Buitenpost. In het verleden heeft er in het dorp een flinke uitbreiding van het winkelcentrum plaatsgevonden, de zogenaamde fase 1 en 2. Hiermee is het winkelareaal flink uitgebreid. Toch wordt over het algemeen niet positief over het winkelcentrum gesproken. Het beperkte aanbod in de non food sector en de matige uitstraling van het winkelcentrum zijn hier mede debet aan. Daarbij komt dat het doorgaande karakter van de Voorstraat maakt dat dit gedeelte weinig aantrekkelijk is voor het winkelende publiek. Surhuisterveen Het centrum van Surhuisterveen heeft een groot en compleet winkelaanbod. Er zijn veel winkels in de recreatieve branche. Behalve voor mensen uit Surhuisterveen heeft het centrum ook een grote aantrekkingskracht op de omliggende regio, 60 a 70 % van de bezoekers komt van buiten het dorp. Na de recente herinrichting (met nieuwe bestrating) ziet het centrum er modern en verzorgd uit.
Centrum Surhuisterveen 11
Uit de toekomstvisie Surhuisterveen (2005) komt een aantal aanbevelingen naar voren. Deze aanbevelingen zullen grotendeels worden vertaald in het nieuwe bestemmingsplan "Surhuisterveen Centrum". Kort samengevat gaat het om de volgende punten: • In de huidige situatie is het detailhandelsaanbod dermate omvangrijk dat een verdere toename van het totaal aantal vierkantemeters verkoopvloeroppervlakte in het centrum van Surhuisterveen moeilijk haalbaar zal zijn. Er moet daarom vooral worden ingezet op kwaliteit en niet zozeer op kwantiteit. • Voor de kwaliteit van het centrum is het van belang dat het winkelaanbod wordt geconcentreerd in een compact en aaneengesloten winkelcentrum. • De detailhandel kan profiteren van een concentratie van publiekstrekkers (supermarkten) in het centrumgebied. • Op dit moment ligt het zwaartepunt van bezoekers in het midden van de Kolk vanwege aanwezigheid C1000 en Hema. Betere spreiding van publiekstrekkers over het centrum is gewenst. Verplaatsing van bestaande publiekstrekkers zou een oplossing kunnen zijn. • Er is geen gebrek aan parkeerplaatsen maar een gebrek aan parkeercapaciteit op de juiste locaties. Invoering van een 'blauwe zone' zou een mogelijke oplossing zijn. • De 'entree' van het winkelcentrum is matig, deze dient te worden versterkt. Met name een goede invulling van het Dalstraterrein heeft hierbij prioriteit. Overige centra De overige centra binnen de gemeente hebben een lokaal verzorgingsgebied gericht op het 'boodschappen doen'. Hierbij staan de aankopen van voedings- en genotsmiddelen en frequent benodigde non-food (o.a. drogist, bloemen textiel en huishoudelijke artikelen) centraal. Deze voorzieningen zijn van groot belang voor de leefbaarheid van het dorp. Momenteel wordt er gewerkt aan het verbeteren van diverse (kleinere) centra binnen de gemeente. Voorbeelden zijn: 11
Surhuisterveen Toekomstvisie Centrum, Droogh Trommelen en Broekhuis, 2004
39
• •
doelstellingen • • • •
Het centrum in Kootstertille waarbij er uitbreiding plaats zal vinden van het winkeloppervlak. Ook zal het bestaande centrum een face-lift moeten krijgen. het centrum van Harkema. In het kader van de herziening van het bestemmingsplan centrum wordt er een studie verricht naar het functioneren van het centrum (inclusief eventuele aanbevelingen.)
Zorgen voor een evenwichtig detailhandelsbeleid binnen de gemeente. Verbeteren van het winkelcentrum Buitenpost in het licht van de functie als regionaal centrum. Handhaven en versterken van centrum Surhuisterveen. Handhaven voorzieningenniveau overige centra in gemeente Achtkarspelen
Acties Detailhandel Zorgen voor een evenwichtig detailhandelsbeleid binnen de gemeente. acties • •
Opstellen detailhandelsbeleid om mogelijkheden centra in kaart te brengen Goede samenwerking tussen gemeente en diverse ondernemersverenigingen waarbij specifieke detailhandelsbijeenkomsten worden georganiseerd
Verbeteren van het winkelcentrum Buitenpost in het licht van de functie als regionaal centrum. acties • • • • •
Uitvoeren rondweg Buitenpost Verder uitwerken / sturen in ontwikkeling 3e fase centrum Buitenpost Revitaliseren centrum Buitenpost Voeren stimuleringsbeleid voor vestiging detailhandel in centrumgebied. Goede samenwerking tussen gemeente en BUVO
Handhaven en versterken centrum Surhuisterveen
acties • • • • • • • • •
Begrenzen Centrumgebied in nieuwe bestemmingsplan Stimuleren ontwikkeling Dalstraterrein met winkelruimte en parkeerterrein Creëren verbinding tussen Lidl en centrum Opwaardering entree Torenplein Aanpassen parkeerroute Opwaardering en herinrichting kruispunt Torenplein. Onderzoeken mogelijkheden invoeren parkeerschijfzone Verbeteren individuele presentatie ondernemers Goede samenwerking tussen gemeente en H&I
Handhaven overige centra in gemeente Achtkarspelen
acties • • •
Revitaliseren winkelcentrum Kootstertille Opstellen en uitvoeren toekomstvisie Centrum Harkema en verankeren in een nieuw bestemmingsplan. Goede samenwerking tussen gemeente en diverse ondernemersverenigingen
40
4.6
Toerisme en recreatie
In het collegeprogramma van 2002 - 2006 heeft het college het standpunt ingenomen om meer nadruk te gaan leggen op het stimuleren van de ontwikkeling van de toeristische sector binnen de gemeente en het versterken van de recreatiebedrijvigheid. Dit om ervoor te zorgen dat recreatie en toerisme als één van de dragers van de verdere economische ontwikkeling van de gemeente kan worden aangemerkt. Hierop aansluitend is een beleidsnotitie geschreven. Deze 'beleidsnotitie recreatie en toerisme gemeente Achtkarspelen 2004 - 2012' is in de raadsvergadering van 2 september 2004 vastgesteld. Recreatie en toerisme hebben een economisch belang. Arbeidsplaatsen kunnen worden gecreëerd en bedrijvigheid kan worden gestimuleerd. Aangezien de werkgelegenheid in de gemeente Achtkarspelen in een kwetsbare hoek zit zal de komende jaren onder andere worden ingezet op plannen en projecten die de werkgelegenheid bevorderen, in en door de recreatief - toeristische sector.
Recreatie in Achtkarspelen
Waterrecreatie en/of landrecreatie In de nota recreatie en toerisme is een keuze gemaakt om in te zetten op landrecreatie en “kleine” waterrecreatie. Dit omdat in het verleden altijd de nadruk heeft gelegen op de landrecreatie. Bovendien komt uit de SWOT analyse naar voren dat de sterke punten en kansen vooral op het gebied van landrecreatie liggen. De landrecreatie kan worden bevorderd door bijvoorbeeld de aanleg van meer fietspaden, betere 12 bewegwijzering, realisatie van het knooppuntenroutesysteem en het plaatsen van bankjes en picknickplaatsen. Bij kleine waterrecreatie valt te denken aan het opwaarderen van de huidige kanoroutekaart. Verblijfsrecreatie De verblijfsrecreatie heeft een kleinschalig karakter binnen de gemeente Achtkarspelen. Er moeten mogelijkheden worden geboden om de aanwezige accommodaties uit te kunnen breiden en te verbeteren. Verder kan er gedacht worden aan overnachtingsmogelijkheden voor kampeerauto’s, recreatieve bestemming van (voormalige) agrarische bedrijven en stimuleren van het kamperen bij de boer. Deze maatregelen hebben echter slechts een gering effect op de werkgelegenheid. Grootschalige nieuwe trekker Als de recreatief toeristische sector echt wat zal moeten betekenen voor de verdere economische ontwikkeling van de gemeente, dan zal er niet alleen ingezet moeten worden op kleinschaligheid maar ook op grootschalige accommodaties. De invloed van een dergelijk accommodatie bestaat uit incidentele werkgelegenheid (door de bouw / realisatie van het project) en structurele werkgelegenheid. De gemeente zal zich pro-actief moeten opstellen ten aanzien van initiatieven tot vestiging van een grootschalige nieuwe trekker. Voorbeeld hiervan is het Vaarplan Achtkarspelen. 12
Knooppuntenroutesysteem is een gebiedsomvattend routesysteem voor fietsers waarbij de routes zijn aangegeven met een nummersysteem.
41
In dit plan wordt een meer gegraven tussen Surhuisterveen en Harkema. Hier kunnen een jachthaven en een woonwijk worden gerealiseerd. Dit kan een aanzienlijk aantal arbeidsplaatsen opleveren. Indirecte maatregelen Naast de bovengenoemde maatregelen is ook overleg met de recreatieondernemers van groot belang. Hiertoe moet een overlegplatform worden ingesteld met als doelstelling informatieuitwisseling, ideevorming, afstemming en coördinatie. In de nota recreatie en toerisme worden ook voorstellen gedaan om de recreatie ondernemer te ondersteunen. Er moet onderzocht worden wat de gemeente kan doen op het gebied van kwaliteitsverbetering en professionalisering van het ondernemerschap. Bijvoorbeeld door cursussen, seminars en lezingen. Bovendien wordt er voorgesteld een gemeentelijke stimuleringsregeling te ontwikkelen voor recreatieondernemers, bijvoorbeeld een loonkostenpremieregeling. Er zal gekeken moeten worden of deze bovengenoemde maatregelen alleen voor recreatie ondernemers moet gelden of dat deze wellicht voor meerdere beroepsgroepen kan gelden.
doelstellingen • • • • • •
Bevorderen landrecreatie Bevorderen kleine waterrecreatie Uitbreiden / verbeteren verblijfsmogelijkheden Bevorderen realisatie grootschalige recreatieve trekker Houden van ‘feeling’ met recreatieondernemers Ondersteunen recreatie-ondernemers
De acties voor recreatie en toerisme zijn hier boven reeds kort omschreven en worden uitgebreid belicht in de beleidsnotitie recreatie en toerisme en zullen hier derhalve niet meer worden besproken.
42
4.7
Arbeidsmarkt
Als gevolg van de conjuncturele neergang is de vraag naar arbeidskrachten sterk afgenomen. In heel Nederland verschijnen over bijna alle sectoren in 2004 negatieve cijfers. Grootste verliezer is, net als in 2003, de industrie. Met betrekking tot de sectorstructuur kan worden gesteld dat de meeste personen in Achtkarspelen werkzaam zijn in de landbouw, industrie en bouw, te weten 47 %. De werkeloosheid binnen de gemeente is met 12,2 procent hoog. (peildatum mei 2005)
Aantal banen van 15 uur of meer
Werkgelegenheid gemeente Achtkarspelen 2004 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0
1804
1113
1030 635
482 251
118
344
507 259
451 182
Sectoren Bron: Provincie Friesland
Beleid Binnen de gemeente bestaat geen arbeidsmarktbeleid waarin de verschillende oorzaken en gevolgen duidelijk worden omschreven. Daardoor zijn er in het verleden vanuit de gemeente weinig acties geweest om deze arbeidsmarkt te verbeteren. In begin 2004 is de notitie 'De korste weg naar werk' verschenen. Deze notitie is een reactie op de nieuwe Wet Werk en Bijstand. De gemeente is onder de WWB verantwoordelijk voor het ondersteunen van uitkeringsgerechtigden, niet uitkeringsgerechtigde werkzoekenden (nuggers) en personen met een uitkering in het kader van de Algemene Nabestaandenwet (Anw-ers) bij het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid en, voor zover nodig, het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling. De notitie geeft antwoord op de vraag op welke manier de gemeente om dient te gaan met deze verantwoordelijkheid. De notitie is gericht op reïntegratie van de werkzoekende, en heeft weinig aansluiting met betrekking tot de integrale arbeidsmarkt. Enquête weet niet 4,7%
ja 5,9%
In de enquête is een vraag gesteld over het invullen van functies binnen het bedrijf. Hier is door 89,5 procent aangegeven dat er geen problemen zijn met het invullen van functies. Slechts 5,9 procent ondervindt hier problemen mee. Helaas is de vraag die hier dieper op ingaat (soort functies en functieniveau) onvoldoende beantwoord, waardoor hier geen betrouwbare resultaten uit gehaald kunnen worden.
nee 89,5%
43
Mismatch tussen vraag en aanbod Om het gat tussen vraag en aanbod te verkleinen is het scherper analyseren van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt een vereiste. Analyse van vraag en aanbod en de mismatch kan ook inzicht in de vraag geven welke factoren aan zowel vraag- als aanbodkant de grootste hinderpaal vormen voor de totstandkoming van een goede match. Vervolgens kunnen instrumenten worden ingezet om deze factoren aan te pakken.
CWI Buitenpost
Een belangrijke frictie op de arbeidsmarkt wordt veroorzaakt door verschillen tussen gevraagd en aangeboden opleidingsniveau. Verhoudingsgewijs zijn er meer laaggeschoolde werkzoekende dan vacatures. Om dit probleem op te lossen zijn maatregelen nodig aan de vraag- en aanbodzijde van de arbeidsmarkt. Aan de vraagzijde valt te denken aan het blijven creëren van banen waarmee laag opgeleide werkzoekenden werkervaring kunnen opdoen respectievelijk behouden. Aan de aanbodkant is het nodig om voldoende scholingsmogelijkheden voor werkzoekenden te organiseren en hen te stimuleren tot deelname. Werkzoekenden Achtkarspelen aug 04
Ingediende vacatures okt 20032004
135
-
vbo mavo
607
74
mbo havo vwo
570
71
hbo
91
11
wo
17
1
niet bekend Bron: CWI
11
76
Leeftijdsopbouw werkzoekenden Achtkarspelen
5%
9% 5% 15-22 jaar
20% 10%
23-24 jaar 25-29 jaar 30-39 jaar 40-49 jaar 50-59 jaar
22% 29%
>60 jaar
Een andere belangrijke frictie op de arbeidsmarkt hangt samen met de rol van leeftijd op de arbeidsmarkt. Het is bekend dat oudere werknemers (al vanaf 40 jaar) bij ontslag lagere kansen hebben om weer werk te vinden dan jongere werknemers. Hun kansen om in komende jaren werk te vinden zijn zeer beperkt. Langdurige werkloosheid voor ouderen is dan ook een reëel risico. Gezien het grote percentage ´ouderen´ onder de werkzoekenden (54% is ouder dan 40 jaar) moet de komende jaren meer energie gestoken worden in het vergroten van de kansen voor werk voor oudere werkzoekenden.
Bron: CWI
44
Andere fricties tussen vraag en aanbod doen zich voor bij werkzoekenden die langdurig werkloos zijn of die als gevolg van een arbeidshandicap beperkingen kennen. Ook hier blijven speciale maatregelen nodig om te verkomen dat mensen die wel willen en kunnen werken, niet aan de slag komen.
doelstellingen • Samenwerking tussen organisaties op het gebied van arbeidsmarkt (arbeidsmarktplatform en CWI) het bedrijfsleven en de gemeente verbeteren. • Betere werking tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt; opheffen van de fricties. • Betere samenwerking tussen verschillende interne afdelingen (ruimte, sociale zaken, welzijn) op het gebied van arbeidsmarkt.
Acties Arbeidsmarkt acties • • • •
Opzetten c.q. aansluiten op overlegstructuur arbeidsmarkt. Opstellen arbeidsmarktbeleid met daarin een goede analyse van vraag en aanbod. Inventariseren huidige projecten met behaalde resultaat en eventueel opzetten nieuwe projecten. Structureel intern overleg met betrekking tot arbeidsmarkt invoeren.
45
4.8
Onderwijs
Achtkarspelen wordt gekenmerkt door een matige sociaal-economische structuur. De gemeente kampt met een hardnekkige autochtone achterstandenproblematiek. Dit heeft ook gevolgen voor de economische situatie van de gemeente. Het onderwijs kan een belangrijke bijdrage leveren aan het doorbreken van de, veelal cultuurgebonden, vicieuze cirkel. Kinderen van hoger opgeleide ouders krijgen meer mee van huis, hebben te maken met hogere verwachtingen en groeien vaak op in een rijkere / stimulerende leeromgeving. Dit gaat samen met een zeker ambitieniveau en arbeidsmarktperspectief. Om dit bij de bron aan te pakken heeft de gemeente veel energie gestoken in het 13 onderwijsachterstandenbeleid . Beleid Het lokaal ontwikkelde beleid heeft in Achtkarspelen veel expertise opgeleverd. Steeds beter kan worden aangegeven wat werkt en wat niet. Het beleid heeft de afgelopen jaren, vooral ook dankzij extra rijksmiddelen, aan kwaliteit gewonnen, beleid wordt scherper en resultaatgerichter geformuleerd en de opbrengsten worden beter zichtbaar gemaakt. Het wordt noodzakelijk geacht met elkaar, schoolbesturen en gemeente, met behulp van de opgebouwde expertise, opnieuw tot keuzes te komen (reflectie). Onderwijsinstellingen Achtkarspelen
Naast een divers aantal basisscholen bevindt zich binnen de gemeente Achtkarspelen een aantal opleidingen binnen het voortgezet onderwijs. Dit zijn de volgende: • C.S.G. Lauwers College; Locaties zijn er in Buitenpost (vmbo-theoretische leerweg, havo, vwo inclusief gymnasium • AOC Friesland; Buitenpost, VMBO-groen en PASgroen • OSG Singelland Surhuisterveen. Een school voor Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (VMBO) en Havo (onderbouw) Lauwerscollege in Buitenpost
Aansluiting bedrijfsleven Om de aansluiting tussen het bedrijfsleven en de verschillende opleidingen te optimaliseren moet hiertussen een goed contact bestaan. Op dit moment voert de gemeente periodiek overleg met de schoolbesturen van het basis- en voortgezet onderwijs (BOVO). Een goed functionerend afstemmingsoverleg tussen de algemene directies van het basis- en voortgezet onderwijs, het "BOVO" is daar onderdeel van. Hier wordt echter weinig aandacht geschonken aan de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven. De gemeente zou hier een bemiddelende rol in kunnen spelen. Hier zou gedacht kunnen worden aan thema bijeenkomsten, promotie stageplaatsen enz. In de gemeente zijn geen opleidingen op HBO- of universitair niveau. Gezien de structuur van de arbeidsmarkt (veel laaggeschoold personeel en werkgelegenheid) bestaat wel de behoefte om hier meer aandacht aan te besteden, zowel aan de vraagkant (meer arbeid) als aan het aanbod (meer hoger geschoolden). Door meer kwalitatieve arbeid in Achtkarspelen te creëren wordt een stabielere (minder conjuctuurgevoelige) arbeidsmarkt verkregen en wordt innovatie bevorderd. 13
Definitie onderwijsachterstandenbeleid is het beleid gericht op het voorkomen of bestrijden van de negatieve effecten op de leer- en ontwikkelingsmogelijkheden van leerlingen, die het gevolg zijn van sociale, economische en culturele omstandigheden.
46
Door samen te werken met hogescholen heeft het mkb toegang tot (inter-)nationaal relevante kennis én potentiële partners. Hogescholen krijgen op hun beurt meer zicht op ontwikkelingen in het bedrijfsleven en kunnen zo hun onderwijs hierop laten aansluiten. Overleg met organisaties als de 14 stichting Innovatie Alliantie kunnen hierbij van nut zijn. Regionale samenwerking Door de aard en schaal van de onderwijsproblematiek is het raadzaam om een aantal zaken in regionaal verband te organiseren. In NOFA verband of wellicht meer in combinatie met de A7 gemeenten (inclusief Tytsjerksteradiel). Bij samenwerking moet niet alleen gedacht worden aan samenwerking met hogescholen in bijvoorbeeld Leeuwarden maar ook hogescholen en universiteiten in de rest van Noord Nederland (bijvoorbeeld Groningen) komen hiervoor in aanmerking. De gemeente Achtkarspelen ligt tenslotte centraal in Noord Nederland.
doelstellingen • • • •
Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt Stimuleren relatie / samenwerking bedrijfsleven - onderwijs Stimuleren ondernemersschap onder schoolverlaters Betere samenwerking tussen verschillende interne afdelingen (ruimte, sociale zaken, samenleving) op het gebied van onderwijs.
Acties Onderwijs Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. Om de aansluiting met de arbeidsmarkt te verkrijgen zal eerst inzichtelijk moeten worden gemaakt wat het opleidingsniveau binnen de gemeente is en met name de achtergrond met betrekking tot opleiding van de personen die op dit moment op zoek zijn naar werk. Vervolgens zal gekeken moeten worden naar de vraagkant; met andere woorden wat zijn de huidige vacatures. Ook zal hierbij naar de toekomstige trend gekeken moeten worden om niet achter de feiten aan te lopen. Met de uitkomsten kunnen ook weer twee deeldoelstellingen gesplitst worden. Men kan proberen het onderwijs te sturen en die opleidingen stimuleren waar binnen de omgeving behoefte aan is. Tevens kan men proberen andersoortige werkgelegenheid aan te trekken. acties • •
• • •
Nader onderzoek mbt aansluiting arbeidsmarkt - onderwijs Proberen door middel van voorlichting op scholen (hier kan de betreffende bedrijfsgroep een rol in spelen) Jongeren er van te overtuigen een bepaalde opleiding te volgen. Opleidingstrajecten financieren voor werkzoekenden in bepaalde sectoren Stimuleren bepaalde werkgelegenheid door middel van subsidie of andere vormen van steun. Gerichte acquisitie op bepaalde werkgelegenheid.
Stimuleren relatie / samenwerking bedrijfsleven - onderwijs. Op dit moment is er weinig contact tussen het bedrijfsleven en het onderwijs. Bedrijven moeten er van bewust worden gemaakt dat het onderwijs ook voor hun bedrijf nieuwe werknemers aan het opleiden is. Het is van groot belang voor een bedrijf om voldoende gekwalificeerd personeel beschikbaar te hebben. acties •
Werken aan een stukje bewustwording van verantwoordelijkheid bedrijven. Dit kan gebeuren door bijvoorbeeld hier regelmatig aandacht aan te besteden in diverse mediums (internet, Ondernemend Achtkarspelen en bedrijfsbezoeken)
14
De Stichting Innovatie Alliantie wil kenniscirculatie bevorderen om het innovatief vermogen van mkb-ondernemingen aanmerkelijk te vergroten.
47
• •
Bij elkaar brengen van bedrijven en opleidingsinstanties. Een eerste aanzet is een overleg te organiseren tussen gemeente, ABC en BOVO. Creëren meer leerbanen
Stimuleren ondernemersschap onder schoolverlaters. Ondanks dat schoolverlaters nog weinig werkervaring hebben kan het starten van een onderneming interessant zijn. Zij hebben vaak nog geen verplichtingen als het gaat om inkomsten. Ook zitten zij vol met verfrissende ideeën die op school wellicht al aandacht hebben gekregen. Gelet hierop is het zinvel om het ondernemerschap onder jongeren vroegtijdig onder de aandacht te brengen. acties • •
•
Informeren en voorlichten scholieren over starten van een bedrijf, dit in samenwerking met de KvK Bieden van begeleiding van schoolverlaters om een eigen bedrijf te beginnen, gedacht hierbij moet worden aan mentoren uit het bedrijfsleven. Verlenen van ondersteuning aan schoolverlaters om een onderneming op te zetten.
Betere samenwerking tussen verschillende interne afdelingen (ruimte, sociale zaken, samenleving) op het gebied van onderwijs. Om de acties die hierboven zijn genoemd te realiseren is het noodzakelijk dat de verschillende afdelingen samenwerken. Met het opstellen van deze notitie zijn de eerste contacten gelegd en die zullen moeten worden geïntensiveerd en gecontinueerd.
acties • •
Periodiek integraal overleg omtrent onderwijs Samen opzetten van projecten die bij kunnen dragen aan de voorgestane doelstellingen
48
4.9
Kennis en innovatie
Er wordt de laatste jaren veel geschreven over innovatie. Wat is nu precies innovatie? Letterlijk betekent het invoering van iets nieuws. Dit kan het bedenken en ontwerpen van nieuwe producten inhouden maar kan evengoed betekenen dat producten en/of kennis bij elkaar gebracht worden. Kennis en innovatie zijn in toenemende mate van belang voor de concurrentiekracht van bedrijven. Traditionele bedrijfssectoren zijn nog steeds relatief sterk vertegenwoordigd in Achtkarspelen; industrie, handel, bouwnijverheid en landbouw zijn nog steeds de grootste sectoren. Mede hierdoor is de economie gevoelig voor een neergaande conjunctuur. Er is in beperkte mate informatie beschikbaar over innovatie en internationalisatie bij het Friese bedrijfsleven. (bron: Nota sociaal economisch beleid provincie Friesland). Uit deze gegevens blijkt dat in het Friese bedrijfsleven weinig geïnvesteerd wordt in onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Ook de internationalisatie van bedrijven is in Friesland minder dan gemiddeld. Hier is een aantal oorzaken voor aan te wijzen, dit zijn onder andere. • afstand tussen Friesland en Randstad, waardoor kennisoverdracht wordt bemoeilijkt; • relatief veel MKB-bedrijven die minder aan kennisoverdracht en innovatie doen dan grotere bedrijven; • ervaring en mentaliteit van Friese ondernemers Voor het bedrijfsleven van Achtkarspelen mag verondersteld worden dat dezelfde gegevens van toepassing zijn. Dit blijkt overigens ook uit de ondernemersenquête. Er is door de bedrijven aangegeven waar volgens hen de nadruk op moet liggen op het economische beleid van de gemeente. De resultaten zijn als volgt (van de 10 onderwerpen mochten er 5 aangegeven worden): nummer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
nadruk moet liggen op Uitbreiding vestigingsmogelijkheden bedrijven Startende bedrijven Duurzame bedrijvigheid Verbeteren bereikbaarheid bedrijven Aantrekken nieuwe bedrijven Dienstverlening aan bedrijven Promotie lokale bedrijfsleven Verhogen kwaliteit bedrijventerreinen Verhogen kwaliteit voorzieningen Innovatie bedrijfsleven
percentage 56.5 48.6 46.3 37.8 34.4 33.7 33.4 33.3 33.3 30.4
Hier wordt innovatie van het bedrijfsleven als het minst belangrijke thema gezien. Zoals al eerder gesteld is innovatie van belang voor de concurrentiepositie en dus een noodzakelijke voorwaarde voor de groei van de werkgelegenheid. Hier zijn diverse organisaties actief die informatie verstrekken, projecten opzetten en financieel bijdragen en advies verlenen omtrent innovatie. De 15 organisatie Syntens speelt hier een grote rol. Het bevorderen van kennisoverdracht tussen bedrijven en kennisinstellingen is van cruciaal belang bij innovatie. Hiertoe zullen de contacten tussen beide verbeterd moeten worden. De contacten kunnen ook leiden tot een betere aansluiting van het onderwijsaanbod op de praktijk. Zie hierover meer bij onderwijs.
15
Innovatienetwerk voor het MKB, initiatief van het ministerie van Economische Zaken.
49
doelstellingen • Drempel voor samenwerking en innovatie bij MKB ondernemers verlagen • Versterken innovatievermogen van het lokale bedrijfsleven • Samenwerking kennis en onderwijsinstellingen en bedrijfsleven
Acties Kennis en Innovatie Drempel voor samenwerking en innovatie bij MKB-ondernemers verlagen. Als eerste moet worden getracht de drempel voor MKB-ondernemers naar innovatie te verlagen. Hier kunnen spraakmakende voorbeelden van dienst zijn. Ook moet worden getoond dat innovatie iets is waar ieder bedrijf voordeel mee kan doen en wat voor elk bedrijf van belang is. acties •
• •
Werken aan voorlichting voor bedrijven. Dit kan gebeuren door bijvoorbeeld hier regelmatig aandacht aan te besteden in diverse mediums (internet, Ondernemend Achtkarspelen en bedrijfsbezoeken) Samenwerking tussen de ondernemers en organisatie als Syntens verbeteren wisselwerking tussen (hoger) onderwijs en bedrijfsleven stimuleren
Versterken innovatievermogen van het lokale bedrijfsleven. Indien de drempel lager wordt is het van belang dat bedrijven op de hoogte gehouden worden van landelijke en regionale acties en subsidies. Dit uiteraard in samenspraak met de organiserende instantie. Een goede relatie tussen externe instanties als provincie en Syntens en de gemeente omtrent innovatie is hierbij van belang. acties • • • •
Beter onder de aandacht brengen van initiatieven onder het bedrijfsleven en eventueel doorverwijzen. Verbeteren externe relaties (provincie, Syntens) gemeente Organiseren van doelgroepbijeenkomsten Mogelijkheden onderzoeken voor eigen project Achtkarspelen dat aansluit bij de kwaliteiten van deze gemeente (regio)
Samenwerking kennis en onderwijsinstellingen en bedrijfsleven. Zie onderwijs
50
4.10 Stimulering van bedrijvigheid Een van de hoofddoelstellingen van de gemeente is het creëren van voldoende werkgelegenheid om de omvang van de werkloosheid te verminderen. In de voorgaande hoofdstukken is per thema beschreven wat de acties zullen zijn om (indirect) deze doelstelling te realiseren. Ook is er een aantal instrumenten dat niet direct ruimtelijk te vertalen is. Deze worden in de volgende paragrafen beschreven. Promotie en acquisitie De aandacht van de gemeente Achtkarspelen moet primair uit gaan naar het aanwezige bedrijfsleven. Het ‘koesteren’ van het eigen bedrijfsleven door het ondernemersklimaat op alle fronten te verbeteren, heeft de meeste toegevoegde waarde. Als de relaties met het lokale bedrijfsleven goed zijn en van een zo optimaal mogelijk vestigingsklimaat kan worden gesproken, kan de gemeente (voorzichtig) inzetten op promotie en acquisitie voor het aantrekken van bedrijvigheid. Hierbij moeten de schaal en de planologische mogelijkheden in ogenschouw worden genomen. Indien er acquisitie plaats vindt dient dit met name gericht te zijn op kwaliteit. De bedrijven moeten goed passen bij de doelstelling van de gemeente. Dit is afhankelijk van de beschikbare locatie (infrastructuur, zichtlocatie) en de arbeidsmarkt (waar is behoefte aan). Ook is acquisitie een methode om een verschuiving in het aanbod van werkgelegenheid te bewerkstelligen. Gerichte acquisitie van bedrijven zal echter minimaal zijn. De promotie daarentegen is wel van belang. Niet alleen om bedrijven te laten zien dat Achtkarspelen een goede vestigingsplaats is, maar ook om het bestaande bedrijfsleven te ondersteunen. Op dit moment vindt al een aantal activiteiten plaats om de gemeente en daarmee ook de bedrijvigheid binnen de gemeente te promoten, te weten: Deelname aan Bedrijvencontactdagen in Leeuwarden.
Deze beurs voor het bedrijfsleven in Friesland wordt een maal per jaar gehouden in Leeuwarden. De gemeente heeft hier een stand en vormt samen met een aantal bedrijven een ‘plein’ . Deelname aan deze beurs is zowel voor promotie van de gemeente als vestigingsplaats, promotie van het bedrijfsleven, als voor het onderhouden en versterken van de relatie bedrijfsleven – gemeente van belang.
Stand Achtkarpelen tijdens Bedrijvencontactdagen in Leeuwarden.
Uitgeven "Ondernemend Achtkarspelen" . Het blad "Ondernemend Achtkarspelen" wordt elk kwartaal uitgegeven. Dit blad richt zich op ondernemers binnen de gemeente. Deze worden in dit blad onder andere geïnformeerd over gemeentelijke aangelegenheden, maar hoofddoelstelling is dat het blad voor en door ondernemers wordt gemaakt. Ook bedrijven kunnen hier hun ei kwijt. De doelstellingen van het bedrijvenmagazine zijn: communicatiemiddel van de gemeente en de ondernemersverenigingen; nieuwe bedrijven interesseren om zich in Achtkarspelen te vestigen; versterken van onderlinge relaties tussen huidige bedrijven; versterken van het imago van de gemeente Achtkarspelen.
51
Deelname lokale en regionale initiatieven Indien er lokaal binnen de gemeente of regionaal beurzen o.i.d worden georganiseerd door of voor het bedrijfsleven kunnen de initiatiefnemers tot op heden meestal rekenen op deelname van de gemeente Achtkarspelen. Recente voorbeelden hiervan zijn deelname aan de beurs in Drogeham georganiseerd door de plaatselijke ondernemersvereniging en deelname aan de open bedrijvenroute Surhuisterveen. Door deel te nemen aan dergelijke activiteiten wordt de gemeente gepromoot en wordt het lokale bedrijfsleven ondersteund in het nemen van initiatieven. Bovendien speelt relatiebeheer geen onbelangrijke rol. Om goede promotie te maken voor de gemeente is de manier waarop de gemeente informatie verstrekt van groot belang. Gedacht wordt dan aan de gemeentelijke website en foldermateriaal voor bedrijven die interesse hebben in het vestigen van hun bedrijf binnen de gemeente. Deze informatie moet voldoende, toegankelijk, correct en professioneel zijn. doelstellingen • Promoten van bestaande bedrijvigheid in Achtkarspelen. • Promoten van gemeente als goede vestigingsplaats voor bedrijven. • (Incidenteel) plegen van gerichte acquisitie
Bedrijfscontacten Zoals al eerder is aangegeven is het lokale bedrijfsleven van groot belang voor de economische situatie in Achtkarspelen. Het is van belang goede contacten te onderhouden met dit bedrijfsleven. Het gaat er om te horen en te weten wat er onder het in Achtkarspelen gevestigde bedrijfsleven speelt aan wensen en knelpunten, maar ook aan positieve geluiden. Hiertoe wordt regulier contact onderhouden met zowel het individuele als georganiseerde bedrijfsleven. Dit heeft niet alleen een proactief (informatievoorziening) maar ook een reactief karakter (beantwoorden van vragen, oppikken van signalen en daarmee wat doen). Bedrijfscontacten worden ambtelijk gezien onderhouden door de bedrijvencontactfunctionaris. Bestuurlijk zijn de wethouder Economische Zaken en de burgemeester verantwoordelijk. De grotere bedrijven worden door het college incidenteel bezocht, vergezeld door de bedrijvencontactfuctionaris. Deze bedrijfsbezoeken moeten gestructureerder plaats gaan vinden. Om deze contacten zo goed mogelijk te laten verlopen is het van groot belang dat de mensen die contact hebben met een bedrijf of bedrijvenvereniging, goed op de hoogte zijn van de zaken die spelen omtrent dat bedrijf of vereniging en zich op een dergelijk gesprek kunnen voorbereiden. Tot op heden is er binnen de gemeente geen eenduidig systeem waar centraal informatie op te verkrijgen is van verschillende afdelingen. De nazorg van een bedrijfscontact zal zeer zorgvuldig moeten worden uitgevoerd en worden gestandaardiseerd. doelstellingen • Onderhouden van een goede relatie met het bestaande bedrijfsleven
Starters Startende ondernemers zijn een belangrijke bron van nieuwe werkgelegenheid. Achtkarspelen heeft een groot aantal startende bedrijven. Waren dat er vorig jaar nog 90 nieuwe inschrijvingen, in de eerste helft van 2005 zijn dit reeds 74. Hiermee heeft Achtkarspelen in de regio het grootst aantal startende bedrijven.
aantal nieuwe inschrijvingen bij de KvK
Aantal startende bedrijven in Achtkarspelen 100 80 60 40 20 0
90 44
2002
48
2003 jaartal
52
2004
Aantal startende bedrijven volgens KvK
Aantal startende bedrijven in de regio 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
90 81
48 31
Achtkaspelen Dantumadeel
Dongeradeel
Kollumerland ca
Er zijn geen duidelijke cijfers over het doorgroeien van startende bedrijven beschikbaar. Wel is bekend dat (landelijk gezien) een groot aantal startende bedrijven na een aantal jaren failliet gaat. Op dit moment wordt op de volgende manier het starten van een onderneming gestimuleerd. Brochure "Starten in Achtkarspelen" Er is een brochure Starten in Achtkarspelen welke de toekomstige ondernemer op weg helpt. Hierin staan zaken vermeld die voor de startende ondernemers van belang kunnen zijn o.a. informatie over gemeentelijke vergunningen, het Bedrijvencentrum Achtkarspelen, vestigingseisen, rechtsvormen, adviesmogelijkheden, financiële regelingen en nuttige adressen. Deze is echter niet actueel meer en zal door veranderingen in bijvoorbeeld regelgeving periodiek moeten worden herzien. Bedrijvencentrum Achtkarspelen Het Bedrijvencentrum is een initiatief van de gemeente en het bedrijfsleven in Achtkarspelen (Achtkarspelen Bedrijven Contact). Beide partijen hebben zich verenigd in een Stichting, welke in 1995 is opgericht. De stichting heeft als doel; het bevorderen van het ondernemerschap in de gemeente Achtkarspelen. Het bestuur bestaat uit vijf leden te weten twee voorgedragen door het ABC, twee voorgedragen door het gemeentebestuur en een bestuurslid wordt door het bestuur gekozen uit begunstigers. Het Bedrijvencentrum biedt verschillende units aan. De zes bedrijfsunits zijn circa 10 x 10 meter. De zes kantoorunits zijn circa 45 vierkante meter. Om de start te vergemakkelijken, is de aanvangshuur laag gehouden. De bedoeling is dat een bedrijf zich na een aantal jaren (in principe vijf jaar) zich zodanig in het Bedrijvencentrum heeft ontwikkeld dat het op eigen benen kan staan. Vervolgens kunnen andere starters weer een plek krijgen. Aanspreekpunt De bedrijvencontactfunctionaris fungeert als aanspreekpunt en maakt de (potentiële) starters wegwijs binnen gemeenteland. Het Garantiefonds Achtkarspelen-Kollumerland ca. is onlangs opgeheven. Het blijkt dat hier weinig gebruik van werd gemaakt. De banken zagen de toegevoegde waarde van de garantstelling van de gemeente niet en zijn van mening dat er op dit moment genoeg mogelijkheden bestaan voor startende ondernemingen om geld te verkrijgen. Er komen overigens nog wel steeds vragen van startende ondernemingen over deze of een soortgelijke regeling. In 2002 en 2003 heeft de gemeente in samenwerking met de gemeente Kollumerland ca. een startersmarkt georganiseerd. Deze markt was bedoeld voor (potentiële) startende ordernemers. Hier kon informatie verkregen worden van de Kamer van Koophandel, Belastingdienst, verschillende banken en adviseurs en natuurlijk de gemeente. Een dergelijke markt kan voor een startende onderneming een goede gelegenheid zijn om kennis te maken met verschillende organisaties. Wel moet goed in ogenschouw genomen worden wat deze markt toevoegt in vergelijking met andere markten die bijvoorbeeld georganiseerd worden door de Kamer van Koophandel en diverse bankinstellingen. In 2004 is met name door gebrek aan personele capaciteit geen startersmarkt georganiseerd.
53
Reeds een aantal (met name de Kamer van Koophandel) instellingen houdt zich bezig met startende ondernemingen. Gekeken moet worden welke activiteiten/mogelijkheden op dit moment reeds georganiseerd/gecreëerd worden en waar de toegevoegde waarde van de gemeente kan liggen. Aspecten die hierbij van belang zijn: • gemeente vaak de eerste organisatie is waar 'aangeklopt' wordt • gemeente dicht bij startende ondernemers • gemeente onafhankelijke organisatie doelstellingen • Ondersteunen en bevorderen van startende ondernemingen
Acties stimulering bedrijvigheid Incidenteel plegen van gerichte acquisitie acties • • •
Bezoek van beurzen waar de doelgroep zich verzamelt. Opbouwen van een regionaal en nationaal netwerk. Opstellen van gerichte documentatie m.b.t. acquisitie.
Promoten van bestaande bedrijvigheid in Achtkarspelen
acties •
• •
Blijven uitgeven van Ondernemend Achtkarspelen en zo mogelijk bedrijven meer betrekken bij het tot stand komen van een uitgave. Blijven deelnemen aan beurzen als Bedrijvencontactdagen van Friesland en zo mogelijk aantal deelnemende bedrijven uitbreiden. Verbeteren informatie op gemeentelijke website.
Onderhouden van een goede relatie met het bestaande bedrijfsleven
acties • •
•
•
Onderhouden van structureel overleg met verschillende bedrijvenverenigingen Regelmatige bedrijfsbezoeken door bestuur en bedrijvencontactfunctionaris ; deze structureren en waar nodig intensiveren; Opzetten van een centraal informatie systeem Standaardisering afhandeling / nazorg
Ondersteunen en bevorderen van startende ondernemingen Veel startende bedrijven stoppen al in de eerste jaren. Onvoldoende management, kennis en kapitaal zijn daar vaak de oorzaak van. Door het tijdig identificeren en begeleiden van kansrijke starters kunnen deze worden geholpen om door te groeien naar een volwaardige onderneming. Hierbij kan het reeds in Achtkarspelen gevestigde bedrijfsleven een rol spelen. Een volgsysteem kan de oorzaken in kaart brengen waarom een beginnend bedrijf niet van de grond komt. acties • •
Actualiseren brochure ‘Starten in Achtkarspelen’ Onderzoeken (in overleg met diverse instanties) welke rol de gemeente Achtkarspelen kan spelen met betrekking tot startende ondernemeingen. • Opzetten van een ‘volgsysteem’ voor starters • Actieve begeleiding voor kansrijke startende ondernemers, zowel intern als extern door bedrijvencontactfunctionaris ondersteund door externe partijen • Organiseren van een startersdag in Achtkarspelen evt in samenwerking met Kollumerland • Onderhouden van goede contacten en samenwerking andere organisaties (bijv. Kamer van Koophandel) met betrekking tot startende ondernemers. Ondersteunen en eventueel uitbreiden Bedrijvencentrum Achtkarspelen.
54
4.11 Dienstverlening De gemeente wil ondernemers goed bedienen, omdat ze een belangrijke partij zijn voor de ontwikkeling van de gemeente. Ze zorgen voor werkgelegenheid, leefbaarheid, nemen fysieke ruimte in en brengen dynamiek in de gemeente. Kwaliteit volgens ondernemers In de ondernemers enquête is een aantal vragen met betrekking tot de gemeentelijke dienstverlening gesteld. Als eerste is gevraagd; kunt u een rapportcijfer geven 1 over de dienstverlening van de gemeente Achtkarspelen? 2 3
In naastgelegen histogram valt af te lezen dat de meeste bedrijven (34%) de kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente Achtkarspelen waarderen met een 7. Het gemiddelde cijfer bedraagt 6,1. Wat opvalt is dat er sprake is van een kleine groep die slecht te spreken is over de dienstverlening en de kans grijpt zich via de enquête negatief uit te laten.
Waardering dienstverlening
4 5 6 7 8 9 10 0
40 20
80 60
120 100
Aantal bedrijven
gem. cijfer Specifieke vergunningaanvraag (vb. milieu vergunning, bouwvergunning etc.) Interne afstemming van de gemeente Achtkarspelen bij de vergunningaanvraag
5.8
Communicatie met het bedrijf bij de vergunningaanvraag
5.9
Bereikbaarheid vindbaarheid van het juiste loket / de juiste persoon
6.8
openingstijden gemeente Achtkarspelen
6.6
telefonische bereikbaarheid juiste persoon
6.5
Betrouwbaarheid 6.0
de mate waarin afspraken worden nagekomen de mogelijkheden om klachten te uiten over de gemeente Achtkarspelen
5.9
de duidelijkheid van de gemeentelijke organisatiestructuur
5.7
Communicatie met bedrijfsleven duidelijkheid van het gemeentelijk beleid en regelgeving
5.6
informatie over gemeentelijk beleid en regelgeving richting bedrijfsleven
5.7
mogelijkheden om met ambtenaren in contact te komen
6.3
mogelijkheid om met bestuurders in contact te komen
6.3
de mogelijkheden van de website van de gemeente Achtkarspelen
6.8
Kennis en vaardigheden 6.0
kennisniveau ambtenaren
5.4
inlevingsvermogen van bestuurders in problematiek bedrijven Snelheid en geloofwaardigheid
5.4
snelheid waarmee vragen / verzoeken worden beantwoord
5.3 mate waarin er aandacht wordt besteed aan het verbeteren aan het ondernemingsklimaat
Ook bij de bovenstaande tabel moet worden opgemerkt dat door een klein aantal ondernemers, die bij alle vragen een 1 hebben ingevuld, het gemiddelde omlaag gebracht is.
55
Ondernemersloket Om de dienstverlening te vergroten wordt er binnen de gemeente gesproken over een centrale balie. In de ondernemers enquête is hierover een aantal vragen gesteld.
De meeste ondernemers (55%) geven aan dat ze (waarschijnlijk) wel behoefte hebben aan een ondernemersloket in de gemeente Achtkarspelen. Dit is een ‘fysiek’ loket om de ondernemer snel te kunnen helpen bij het beantwoorden van vragen. Veruit de meeste ondernemers geven de voorkeur aan direct contact met de gemeente via een contactpersoon (81,9%) Behoefte aan een ondernemersloket.
Voorkeur voor een of meerdere contactpersonen.
aantal
percentage
Zeker wel
76
17,7
9,2%
waarschijnlijk wel
162
37,7
meerdere contactp.
waarschijnlijk niet
97
22,6
8,9%
zeker niet
17
4,0
weet niet
weet niet/geen mening
63
14,7
totaal
415
96,5
één contactpersoon 81,9%
Accountmanagement Een van de mogelijkheden om de dienstverlening richting de ondernemer te vergroten is het werken met accountmanagement richting ondernemers. Accountmanagement kent verschillende definities. Er worden twee verschillende invalshoeken onderscheiden: - Goede en eenduidige (publieke) dienstverlening; Hierbij gaat het er om de interne organisatie dusdanig in te richten dat ze aanbodgericht handelt, dus vanuit een specifieke vraag van de ondernemer. Zo kan er bijvoorbeeld een loket voor de ondernemer zijn waar hij met al zijn vragen terecht kan of is er een accountmanager, een bedrijfscontactpersoon, die de ondernemer tijdens een vergunningverleningprocedure kan bellen als er onduidelijkheden of vragen zijn. Dit kan gecombineerd worden met een casemanager. Deze casemanager stroomlijnt de interne processen rondom de specifieke aanvraag binnen de organisatie. - Goede contacten met het bedrijfsleven ten behoeve van strategische doelen. Deze informatie kan worden gebruikt ten behoeve van de ontwikkeling van bedrijfsterreinen, acquisitie en behoud van bedrijven binnen de gemeente. In dit thema gaan we met name in op het eerste aspect, de contacten met het bedrijfsleven worden besproken in het thema stimulering van bedrijvigheid.
56
Het is van belang dat de manier van dienstverlening voldoet aan de verwachting en de wensen van de ondernemers. Uit de ondernemersenquête blijkt dat de ondernemers behoefte hebben aan: - transparantie van de dienstverlening Ondernemers hebben de ervaring dat de diensten van de gemeente een te lange en ondoorzichtige doorlooptijd kennen. Het juist informeren van de ondernemer over het proces en goede voorlichting over de voortgang van bepaalde procedures kan de tevredenheid vergroten. - duidelijkheid / afstemming adviezen Ondernemers hebben behoefte aan duidelijke afspraken en naleving hiervan. Bovendien verwachten zij dat de gemeente met een eenduidig standpunt komt dat betrekking heeft op verschillende onderwerpen. Dit vergt een goede interne afstemming bij de gemeente. - snelheid van beantwoorden Ondernemen is een dynamische bezigheid en de organisatiestructuur van de gemeente en de regelgeving zorgen dan ook wel eens voor teleurstellingen. Tevens wil de ondernemer zelf bezig zijn met zijn primaire zaken, zonder al te veel tijd te 'verdoen' met andere zaken. Producten en diensten dienen dan ook zo veel mogelijk te worden geconcentreerd, zowel fysiek als virtueel. doelstellingen • • • •
Vergroten tevredenheid ondernemers over gemeentelijke dienstverlening Dienstverlening van de gemeente transparanter maken Betere (interne) afstemming Vergroten snelheid antwoorden richting ondernemers
Acties Dienstverlening Om de bovenstaande doelstelling te verwezenlijken kan een zogenaamde case-manager aangesteld worden. Hij/zij vervult een coördinerende functie ten aanzien van de procesgang binnen de gemeentelijke organisatie. Hij ziet er op toe dat het proces volgens afspraak, normen en regels verloopt. Hij is niet verantwoordelijk voor de inhoud, dit blijft bij de vakafdeling. Tevens is er een aantal ondersteunende maatregelen noodzakelijk. Als eerste is het van belang dat bij het eerste contact (bijvoorbeeld bij de front-balie of bedrijvencontactfunctionaris) met de ondernemer een goed beeld wordt verkregen over de inhoud en de omvang van de vraag. Hiertoe moet een goede ' checklist' worden opgesteld. Vervolgens is het van belang voor de continuïteit, duidelijkheid en eenduidigheid om zicht te blijven houden op de klant en diens vragen. Het klantvolgsysteem moet voor meerdere personen toegankelijk zijn en kan wellicht worden aangesloten op reeds bestaande systemen. Omdat ondernemersvragen meestal team- en soms afdeling overschrijdend zijn is het van belang de interne procedures in kaart te brengen die iedereen kent en waar een groot draagvlak voor is. De rol en positie van de case-manager moet hierin ook helder zijn. Om dit binnen de gemeente te realiseren is het noodzakelijk de komende tijd als eerste een werkgroep op te richten met mensen van verschillende teams om goed in kaart te brengen hoe het systeem van casemanagement er in Achtkarspelen uit zou moeten komen te zien. Naast het fysieke contact met ondernemers wordt ook het internet een steeds belangrijker medium. Via dit internet moet een ondernemer snel weten waar hij aan toe is. Er moet dan ook uitgebreide en adequate informatie te vinden zijn en formulieren moeten op een eenvoudige wijze te downloaden zijn. Als extra service wordt een digitaal bedrijvenloket opgezet waar ondernemers veel voorkomende vragen over wetten en regels beantwoord krijgen van zowel gemeente als andere instanties, zoals Belastingdienst en KvK. acties •
• • • • •
Bepalen van de omvang en samenstelling van de administratieve lasten voor bedrijven en deze zo veel mogelijk te beperken. Aanstellen casemanager(s) Zorgen voor een goede 'intake' dmv checklist Goede informatievoorziening op het internet Opzetten van een klantvolgsysteem Maken van heldere procedures en deze vastleggen in interne procesafspraken
57
58