Aangeboren heupafwijkingen Standafwijkingen onderste ledematen -Pijn in de voet -Aangeboren voetafwijkingen -rotationele afwijkingen plexus brachialis letsel
Dr K Fabry
Evolutieve (developmental) heupluxatie
CHL………………..EHL
Voorkomen 1 à 2 per 1000 levend geborenen
Duidelijk hereditaire factor
Echografie is een must bij baby met positieve familiale anamnese Etiologie niet gekend:laxiteit?,positioneel? cfr.stuitligging
Risicopatiënten DDH Stuitligging Zwangerschapsproblemen Familiale antecedenten Meerlingen Congenitale afwijkingen: rug, voet
Genetische, Chromosomale afwijkingen (Meisjes) (Eerstgeborenen)
Diagnose
Beperkte abductie is gemakkelijk op te sporen en is aanwezig zowel bij dysplasie als luxatie
Diagnose Asymmetrische bilplooien best zichtbaar met baby op de buik (25% normaal)
Neem elke anomalie vermeld door de familie ‘au serieux’
Diagnose
Verkorting bij sub- en luxatie (Galeazzi)
Diagnose Ortolani en Barlow wijzen op luxeerbare heupen Tekens verdwijnen rond 6 weken na de luxatie Cave valsnegatieve
Diagnose
Teken van Ortolani
Clinical examination The neonate -ortolani - Barlow
Clinical examination the infant
Limited abduction Shortening of the thigh
Instabiliteit: klinisch Click Ortolani Barlow Telescoping / Galeazzi
Beeldvorming
Tot 3 à 4 maanden, echografie Bij positieve kliniek,positieve familiale anamnese en verdachte baby
Echografie van de heup Voordelen Eenvoudig Niet schadelijk Goedkoop Monitoren therapie STATISCH & DYNAMISCH ONDERZOEK
Nadelen Geoefend personeel Standaardincidentie (midsagittaal) Overtreatment
Screening criteria: All neonates: clinical examination Lack of consensus for further screening Ultrasound in risk factors:
- family history- breech position-torticollis- metatarsus adductus- oligohydramnios-birthweight >4kg-twins
The use of ultrasound How often does US detect a silent hip that would
become abnormal if not treated? Which US findings indicate that the hip must be treated? Does the use of US increase the rate of treatment for hips that would stabilize without such treatment?
1: Bony part of the femoral neck: Chondrosseus junction 2: Greater trochanter 3:Cartilaginous part of femoral neck 4: Cartilaginous femoral head
Identifying anatomical structures of the infant acetabulum 1: synovial fold 2: labrum 3:cartilaginous acetabular roof, formed by hyaline cartilage 4: Lower limb of the os ilium 5: Tranverse ligament 6: Ligamentum teres 7:fovea centralis 8: fatty tissue in acetabular fossa 9: triradiater cartilage 10: triradiate cartilage perichondrium, on the inner side of the pelvis
Anatomical identification
Checking the Landmarks
Bony roof line
Cartilage roof Line
Literatuur: do we overtreat?
Neonates stable reexamined clinically and US at 6 w Neonates unstable reexamined at 2 weeks clin. and US Treatment begun if no improvement of US 8638 hips: 93% normal 0,9 % unstable at clin ex- 4% graf class IIa or worse At the end of waiting period 90% of abnormal hips became normal without treatment 54 hips treated (0,6% of hips) 3% of IIa 17% of III failed to normalize without treatment 25% of IV
Bialik V: Prevention of overtreatment of neonatal displasia by the use of US. JPO B 1998;7:39
Literatuur: 4617 babies: 448 (9,7%) clinical abnormalities or risk
factors for DDH. 17/448 required treatment 4/17 were instable at birth 8/17 were instable at referral = SOME ABNORMAL HIPS HAD NORMAL CLINICAL FINDINGS Additional 81 hips had minor abnormal us findings that normalized without treatment Clarke N: ultrasound screening of hips at risk for CDH: failure to reduce the incidence of late cases. JBJBS 1989;71B:9
Literatuur: do we overtreat? 88% of unilaterally and 75% of bilaterally affected hips
Graf Type IIa normalized without treatment Baronciani D: Screening for DDH: from theorie to practice: Pediatrics 1997;1:99
101 hips normal clin ex, abnormal US: 4/101 RX
dysplasia at 6 years Castelein R: Natural history of US hip abnormalities in clinically normal newborns. J ped orthopaedics 1992;12:423
Literatuur: do we overtreat? Universal screening with ultrasound resulted in an
increase in the number of infants needing splintage without reducing the number diagnosed ‘late’ who needed surgery Robinson R: effective screening in child health. Br Med J 1998;316:1
Ultrasound screening of selected infants with risk
factors was of little value in reducing the incidence of late dislocation Paton R: ultrasound screening for hips at risk in DDH. Is it worth it? JBJS 1999;81-B:255
Beeldvorming
RX na 3 à 4 maanden,vooral bij zichtbare kern
Beeldvorming
Beeldvorming Acetabulaire index niet altijd zo duidelijk
Welke heupen behandelen? Klinisch instabiel Dislocatie Niet reduceerbaar Instabiel op ECHO
Behandeling Spreidbroek: Pavlik, Freijka, … Controle ECHO na 3, 6, 9 wkn RX na 12 wkn Na 3 wkn geen reductie: gesloten reductie
Behandeling Pavlik harnas is keuzebehandeling bij dysplasie, subluxatie en luxatie,die te reduceren zijn; Tot 8 à 10 maanden
Behandeling
Bij sub- en luxatie,controleer de reductie na 2 à 3 weken.Een luxatie in de Pavlik is erger dan geen behandeling!
Pavlik apparaat Duur: neonataal gemiddeld 6 wkn Duur: ouder kind tot 4 wkn na stabiliteit op ECHO Cavé: avasculaire necrose (0.2-15%)
Behandeling Zo de conservatieve behandeling mislukt: 2 à 3 weken traktie gevolgd door gesloten reductie Enkel open reductie,zo gesloten reductie mislukt
Behandeling
Check de reductie met een arthrografie Let op omgeslagen limbus (geen concentrische reductie)
Behandeling Na reductie 6 weken heupspica Cave abductie
Verwikkeling Avasculaire necrose is steeds iatrogeen en niet altijd te vermijden
Verwikkeling
Gunstige evolutie van AVN type 1
Verwikkeling
AVN type 4 na 2 jaar
Residuele dysplasie
4j
Gunstige evolutie van dysplasie na 2 jaar
Residuele dysplasie Salterosteotomie per en post
Chiari pre en post: salvage bij oudere dysplasie
Treatment guidelines Neonate: Pavlik harness for 6 weeks 1 to 6 months: Pavlik harness for 6 weeks after hip
reduces 6 to 18 months: ? Traction: closed reduction, if succesful cast for 2-3 months. If unsuccesful: open reduction. 18 to 24 months: ? Trial of closed reduction, or primary open reduction (anterolateral approach). 24 months to 6 years: primary open reduction with femoral shortening with or without pelvic osteotomy
Dr K Fabry UZ Antwerpen Paola kinderziekenhuis
Overzicht Voeten: oorzaken van pijn in de voet
Aangeboren (congenitale) aandoeningen Onderste ledematen: stand en torsie afwijkingen
DEEL I:Pijn in de voet Platvoet
Freiberg (MT 2)
Holvoet
Kohler (os naviculare)
Tarsale coalities
“Sever” (hiel)
Obesitas Overbelasting
De platvoet
Typisch is de doorzakking van de mediale voetboog En de valgus van de hiel
Pedes plani: oorzaken Hyperlaxiteit (elastisch collageen) Korte achillespees Tarsale coalitie Subtalaire rheumatoide artritis Traumatische avulsie van tibialis posterior
Chirurgische overcorrectie van klompvoet Os naviculare accessorius
Pedes plani: oorzaken Neuromusculaire aandoeningen
- Cerebral palsy - Duchenne -Congenitale verticale talus
De soepele platvoet Meest frekwent Physiologisch tot 3 à 4 jaar Geeft meestal geen klachten Soms pijn of vermoeidheid bij wat oudere kinderen Corrigeert bij op de tenen staan
Behandeling Meestal geen Steunzolen bij : pijn
vermoeidheid misvormen van de schoenen De steunzolen beinvloeden de natuurlijke evolutie van de platvoet niet Meestal spontane correctie,echter niet altijd! Zo rond 8 jaar geen verbetering,waarschijnlijk best een steunzool om pijn later te voorkomen?
Pedes plani: natuurlijke evolutie Incidentie: 14% ( canadese recruten) Normale voetboog wordt gevormd tss 1 en 6 jaar
Pedes plani: behandeling Steunzolen? Wees tactvol
De rigiede platvoet
Vrij zelden Meestal pijn klachten Oorzaken : congenitale synostoses
infectie reuma post-traumatisch… Vergen dikwijls een heelkundige behandeling
Rigiede platvoet:Tarsale coalities
Tarsale coalities
Talo-calcaneaire synostose:zeldzamer en moeilijker te behandelen
Pedes plani: operatieve behandeling:
Freiberg: avasculaire necrose metatarsaalkop 2 (of 3)
Kohler • = necrose van het os naviculare • kleuters Behandeling: symptomatisch (ev. Steunzool)
Calcaneaire apophysitis Sever Inflammatie thv de apophyseale
groeiplaat van het os calcaneum 9 - 14 jaar Bilat. 60% - 80%
Holvoet:
De holvoet Gekenmerkt door een toename van de mediale voetboog en een hogere wreef
De holvoet Meestal geen probleem Soms familiaal Kan overdruk op hiel en voorvoet geven met soms
pijn…..steunzool Oppassen voor de progressieve holvoet,vooral met varus van de hiel
De progressieve holvoet Meestal een neurologische oorzaak
Charcot-Marie Tooth(fib.spieratr.) Polio Spinaal dysraphisme Gekluisterde konus Heelkundige correctie vaak aangewezen
Calcaneovalgus of hakvoet Metatarsus adductus Klompvoet
Calcaneovalgus: Packaging defect 90% bilateraal Cave heupdysplasie (zeker bij unilaterale) Vaak geassocieerd met externe tibiale torsie en externe
rotatie van de heup
Calcaneovalgus: Cave Verticale talus of rocker bottom Stijve voet met plooi meer distaal Hiel niet palpabel Behandeling is chirurgisch
Calcaneovalgus: behandeling Komt bijna altijd spontaan goed Zelden correctieve gips Associatie met latere platvoeten is niet duidelijk
Metatarsus adductus:
Metatarsus adductus: behandeling 85-90% komt spontaan goed (controleer heupen) Zo nog aanwezig op 2-3 mnd
- correctieve gips - corrigerende schoentjes
Metatarsus adductus: behandeling Operatieve behandeling rond 4-5 jaar
Klompvoet: klinisch voet in equinus Varus van de hiel Adductus van de voorvoet
Klompvoet: etiologie Oorzaak onbekend. Verschillende types:
- positioneel, niet rigied - rigiede klompvoet - teratologisch: spina bifida,
arthrogryposis
Indeling volgens Dimeglio Type 1: soft-soft Type 2: soft-stiff
Type 3: stiff-soft Type 4: stiff-stiff
Klompvoet: radiografisch Parallellisme tussen talus en calcaneus in face en
profiel
Klompvoet: behandeling serial casting vanaf week 1 (dag 3-5) Wekelijks te vervangen tot ong 2 à 3 maanden evaluatie of chirurgie noodzakelijk is
- percutane achillespees verlenging - posterieure capsulotomie - uitgebreide release
Dynamische behandeling: Manipulatie, CPM en taping
Klompvoet: behandeling
Seriele gipsen: methode volgens Ponsetti
Belang van (voldoende lang) nabehandelen Cave: recidief “restletsels”
Klompvoet: behandeling uitgebreide release best rond leeftijd van 9 à 10 maand
Calcaneovalgus- metatarsus adductus- klompvoet
DEEL III:Gang- en statiekafwijkingen Torsieafwijkingen van de onderste ledematen:naar
binnen…naar buiten X- en O- benen Ongelijkheid in lengte van de onderste ledematen
Inwendige rotatie - Toeing-in Lopen met de voeten naar binnen Zelden zit de afwijking in de voeten
Meestal in tibia of femur
Geen speciale schoenen!
Soms toch een afwijking in de voeten: een niet gecorrigeerde aangeboren aandoening Metatarsus Adductus
Endorotatie van de tibia,vooral tussen 2 en 5 jaar De normale evolutie van de rotatie van de tibia is naar uitwendige rotatie
Bijna altijd spontane correctie
Verhoogde endorotatie van het femur > 5à6 jaar De normale derotatie gebeurt trager of niet
Eindigt dikwijls in malalignement door de normale exorotatie van de tibia
Soms bestaan er extreme gevallen, die heelkunde vergen
Meestal echter is geen behandeling aangewezen, omdat er op lange termijn geen sekwellen zijn
Torsieafwijkingen Femur
Uitwendige rotatie - Toeing-out Lopen met de voeten naar buiten Is zeldzamer
Betreft exorotatie van de tibia of van het femur Corrigeert niet omdat de natuurlijke evolutie niet naar endorotatie is.
Soms liggen babies in exorotatie Corrigeert altijd
X-
en
O- benen
X- en O- benen Zijn meestal physiologisch O-benen tot 2 à 3 jaar, X-benen tot 6 à 7 j. Vergen geen behandeling Zeer zeldzaam groeiafwijkingen of metabole ziekten Adolescente X-benen corrigeren meestal niet
X- en O- benen bij oudere kinderen steeds pathologisch
Verschil in lengte van de onderste ledematen Kleine verschillen zijn zeer frekwent Tot 2 cm meestal geen probleem
Oorzaak vaak niet gekend Grotere verschillen hebben meestal een gekende oorzaak: aangeboren
posttraumatisch neurologisch infectie...
Beenlengteverschil Congenitaal Infectie Paralyse (polio) Tumoren TRAUMA
Mechanisch (AV-malformaties) … (Postradiotherapie, LPC, …)
Een grote verkorting is natuurlijk opvallend en niet te missen
Het betreft hier een congenitale verkorting van de tibia
Hier echter valt de verkorting veel minder op
Men zou eerder denken aan een rugafwijking (scoliose )
Een radiografie toont op het eerste zicht een rugafwijking
Bij nader toezien echter gaat het om een lengteverschil
Behandeling van lengte verschillen
Behandeling van lengte verschillen
Follow-up van toenemend lengteverschil met full-leg en Moseley-kurve
Behandeling van lengte verschillen
Epiphysiodese
Verlenging
Inleiding Geboortetrauma 0.5 - 2 / 1000 levend geborenen Risicofactoren Re > Li Natuurlijk verloop 80 - 90 % spontaan goed rest : min of meer belangrijk deficit
Geschiedenis 1764 SMELLIE 1872 DUCHENNE 1874 ERB 1885 KLUMPKE - DEJERINE
Plexus Brachialis : Anatomie
Plexus Brachialis : Anatomie
Indeling naar Lokalisatie Bovenste plexus parese (87 %) C5, C6,(C7) ERB - DUCHENNE Totale parese C5 t/m D1 Onderste plexus parese (zeer zz) C7, C8,(D1) KLUMPKE
Bijkomende letsels N. Phrenicus (C4) Orthosympathicus (Horner) Facialis parese Fractuur, luxatie, epifysiolyse
Bilateraal (8%)
Prognose Lokalisatie Ernst Neuropraxie Axonotmesis Neuronotmesis / Avulsie Geassocieerde letsels
Oppuntstelling KLINISCH Technisch RX / ECHO EMG (reïnnervatie) (Myelo, CT) MRI
Biceps functie Waters P.M.
Comparison of the natural history, the outcome of microsurgical repair, and the outcome of operative reconstruction in brachial plexus birth palsy. JBJS, 81A, 1999, 649-59.
Biceps functie - Tijdstip < 2 ma : volledige recuperatie < 3 ma : functioneel goede recuperatie > 3 ma : hoe later, hoe beperkter recuperatie 6 ma
: zeer belangrijk functioneel deficit
Waters P.M., JBJS, 81-A, 1999, 649-59.
Sequellen Gestoorde groei Verstoorde spierbalans Vnl. gleno - humeraal & elleboog
Behandeling Doel : Recuperatie bevorderen Contracturen / gefixeerde misvormingen voorkomen Vroeg : Conservatief Microchirurgie
Conservatieve behandeling (Immobilisatie : Thoraco - Brachiaal gips) Kinesitherapie Passief : ‘gentle mobilisation’ Actief stimuleren Klinische controle om de maand evt. Intermittent spalken
Microchirurgie Geen bicepsfunctie op 3 … 6 maanden Exploratie, neurolyse, neurinomectomie, (end to end),
neurotisatie, greffe Abductie, exorotatie
Laattijdige behandeling Weke delen Release Pees- en spiertransferten Osteotomie
Conclusie 80 - 90 % functioneel zeer goed resultaat Bicepsfunctie : tijdstip van recuperatie Kinesitherapie Microchirurgie op de plexus (Electrostimulatie : geen zin)