Notitie inkoop/aanbesteding individuele maatwerkvoorzieningen Wmo functie begeleiding De decentralisatie van AWBZ naar Wmo, een nieuwe Jeugdwet en de hervorming van de arbeidsmarkt veranderen het sociale beleid van gemeenten. De veranderingen in het sociale domein en zorgdomein vragen om een cultuuromslag en systeemveranderingen. Dit betekent een (ontwikkel)proces van enkele jaren om tot een gekantelde en duurzame uitvoering van de Wmo te komen en dit vraagt om een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen, zoals zorg- en welzijnsorganisaties en gemeenten. Belangrijk onderdeel van de transities is de decentralisatie van de AWBZ-functie begeleiding naar de gemeente. De omvang en complexiteit van deze decentralisatie vraagt om een zorgvuldig en planmatige aanpak in de voorbereidingen. De Kempengemeenten Reusel-De Mierden, Eersel, Bergeijk en Bladel bereiden zich voor op de aanstaande veranderingen en willen komen tot gezamenlijke inkoop van maatwerkvoorzieningen voor de functie begeleiding. Per 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de functie begeleiding binnen de Wmo. De functie begeleiding in de AWBZ kent diversiteit aan doelgroepen en aan vormen waarin de begeleiding geleverd wordt. De begeleiding is bedoel voor mensen met somatische, psychogeriatrische, psychiatrische problematiek of verstandelijke, lichamelijk of zintuigelijke handicap, met een matige of zware beperking hebben (bijvoorbeeld op het terrein van sociale redzaamheid en/of psychisch functioneren). Het doel van de begeleiding is bevordering, behoud of compensatie van zelfredzaamheid zodat opname in een instelling of verwaarlozing wordt voorkomen. De begeleiding draagt eraan bij dat mensen met een beperking optimaal kunnen functioneren op allerlei levensgebieden. De vormen van begeleiding zijn uiteenlopend, in zwaarte en duur, en kan individueel en in groepsverband (dagbesteding) geboden worden. Begeleiding kan bijvoorbeeld gericht zijn op ondersteunen in het aanbrengen van structuur en dagritme en praktische ondersteuning in de algemene dagelijkse levensverrichtingen, maar ook in de vorm arbeidsmatige of welzijnsgerichte dagbesteding en specialistische begeleidingstrajecten (bijvoorbeeld specialistische individuele activeringstrajecten in de GGZ). Soms zal het gaan om langdurende trajecten en soms zal de begeleiding tijdelijk van aard zijn. Er is bij begeleiding dus sprake van een diversiteit aan vragen, en daarmee aan aanbieders en begeleidingsvormen: van vrijwilligers en maatschappelijk werk tot zorgboerderijen en de geestelijke gezondheidszorg. De gemeente zal lichtere vormen van begeleiding zoveel mogelijk in het e e voorliggende veld (0 , 1 , sociale wijkteams/dorpondersteuningsteams) organiseren, en zwaardere trajecten in tweedelijnszorg. 1. Doelstelling uitgangspunten inkoop: Er vindt een heroriëntatie plaats op het huidige AWBZ budget. De gemeenten zullen binnen de nog vast te stellen financiële kaders invulling geven aan het beschikbaar stellen van de ondersteuning en begeleiding. Het beschikbaar stellen van maatwerkvoorzieningen is hier onderdeel van. Bekend is dat er ‘meer met minder’ moet worden gedaan, dus het moet ‘anders met minder’. Wanneer het niet anders vormgegeven wordt, kan dit leiden tot onverantwoorde financiële consequenties. Met inkoop van maatwerkvoorzieningen willen de bovengenoemde Kempengemeenten borgen dat: Er aangesloten wordt op de vraag van inwoners in de Kempen van 0-100 jaar; De burgers maximale keuzevrijheid hebben in aanbod en daarmee een zo hoog mogelijke klanttevredenheid bereikt wordt; er vormgegeven wordt aan vernieuwende arrangementen en concrete resultaatafspraken voor de uitvoering van de nieuwe Wmo-taak; het proces daarnaar toe transparant is; organisaties zich committeren aan de (meerjarige) veranderopgave die de nieuwe Wmo met zich meebrengt;
de organisaties zich committeren om de nieuwe wet op 1 januari 2015 binnen het budgettair kader uit te voeren.
Afbakening gezamenlijke inkoop gezamenlijke inkoop Kempengemeenten betreft alleen de producten in het kader van individuele e e e (geïndiceerde) begeleiding (2 lijn). Invulling collectief deel (0 en 1 lijn) blijft (vooralsnog) verantwoordelijkheid van iedere gemeente apart; op termijn bezien (na 1 januari 2015) of ook gezamenlijke afspraken gemaakt kunnen worden ten aanzien van afspraken met organisaties waar de individuele gemeenten nu ieder voor zich e afspraken mee hebben (1 lijn - vaak subsidierelatie met onder meer Lumensgroep, GOW, MEE etc.). 2. Kaders: Algemene kaders Wmo breed: 1. Hulpvraag van de burger staat centraal – niet aanbodgericht; 2. Oplossingen in eerste instantie dichtbij de cliënt (zelf, netwerk, collectief); 3. Daarna pas oplossingen door inzet individuele producten; 4. Collectief waar kan/ individueel waar moet. Vastgestelde kaders rapport Q Consult Wmo functie begeleiding 1. Verlaging administratieve lasten; 2. Lagere kosten door meer volume; 3. Eenduidigheid voor zorgaanbieders en cliënten; 4. Stimulering ketensamenwerking (formeel/formeel en formeel/informeel); 5. Zo min mogelijk subsidieovereenkomsten. Aanvullende kaders vanuit portefeuillehoudersoverleg Wmo functie begeleiding 1. Kleine zorgaanbieders meenemen in de inkoop – te stellen eisen aan deze aanbieders afstemmen op de mogelijkheden (t.a.v. onder meer eisen verantwoording en netwerkdeelname). Wel handhaven: participatie in de ketensamenwerking. 2. Regie (indicatie) bij gemeente (Wmo loket). 3. Inkoopstrategie voor drie transities (begeleiding, participatie en jeugd) voor zover mogelijk uniform inrichten. 4. Micro-aanbesteding alleen voor heel specifieke situaties. 3. Inkoopmogelijkheden De functie begeleiding is een 2B-dienst, en daarvoor geldt een verlicht Europees regime. Gemeenten kunnen de vorm van aanbesteden zelf bepalen, met inachtneming van de beginselen: • non-discriminatie; • gelijkheid • transparantie • proportionaliteit 4. Bestuurlijk aanbesteden nieuwe stijl of Partnership In dit document bespreken wij de vormen “Bestuurlijk aanbesteden (nieuwe stijl)” en “Partnership”. Onderstaand zijn de voor- en nadelen beschreven van deze vormen van aanbesteden. Bestuurlijk aanbesteden Bij bestuurlijk aanbesteden gaat het om het gezamenlijk organiseren van de best mogelijke begeleiding en ondersteuning. Uitgangspunt bij het bestuurlijk aanbesteden is dat gemeenten met de contractpartners een convenant aangaan. Dit convenant wordt gesloten op basis van met elkaar
gemaakte afspraken en niet op grond van in het bestek gestelde eisen. Daarmee wordt bereikt dat de zorgaanbieder zich kan vinden in de afspraken en dat de gemeente kan profiteren van de kennis en ervaring van de zorgaanbieder. De overeenkomst richt zich op een goede, langdurige, relatie tussen opdrachtnemer en opdrachtgever en is flexibel zodat nieuwe ontwikkelingen in het contract kunnen worden geïntegreerd. Op het moment dat er gewerkt wordt volgens een gezamenlijk gedragen convenant is er sprake van een vorm van partnership waarin wordt samengewerkt aan de gemaakte afspraken. Nieuwe aanbieders mogen meedoen wanneer ze met de inhoud hiervan instemmen. Voordelen: 1. De burger heeft maximale keuzevrijheid in aanbod en daarmee wordt een zo hoog mogelijke klanttevredenheid bereikt. Bovendien heeft de keuzevrijheid een goede invloed op de kwaliteit van de zorg- en dienstverlening. 2. Er wordt gewerkt aan innovatieve arrangementen, concrete resultaatafspraken (kwaliteit en prijs) en uiteindelijk een deelovereenkomst. Dit is noodzakelijk binnen de opgaaf van de gemeenten, waarin ‘meer met minder’ moet worden gedaan en dus ‘anders met minder’. Het proces hiernaartoe is zeer transparant. 3. Bestuurlijk aanbesteden nieuwe stijl maakt het mogelijk partijen zich te laten verbinden aan de veranderopgaaf van de gemeenten. Organisaties committeren zich aan de (meerjarige) veranderopgave die de nieuwe Wmo met zich meebrengt (basisovereenkomst en deelovereenkomst) en daarmee verbinden zorg- en welzijnsaanbieders zich aan het gemeenschappelijk doel om per 1 januari 2015 inhoud te kunnen geven aan de verantwoordelijkheden binnen de Wmo. De gezamenlijke verantwoordelijkheid is hard nodig om binnen de financiële kaders vorm te geven aan de veranderopgaaf. 4. De noodzakelijke vernieuwing in arrangementvorming en resultaatafspraken vraagt een flexibele houding van gemeenten en hun partners (met name nodig vanwege de complexiteit van het onderwerp, om de kantelingsgedachte door te voeren en om vernieuwing in het aanbod en samenhang in het gehele sociale domein vorm te geven). De opgaaf kan tot stand komen in een proces van bestuurlijk aanbesteden: een open, transparant proces waarin ruimte is voor innovatie en commitment van betrokken partijen. Zorg- en welzijnsaanbieders verbinden zich aan de gezamenlijke doelstelling. 5. Bestuurlijk aanbesteden is een open proces, toekomstige ontwikkelingen kunnen in het convenant worden opgenomen 6. Bestuurlijk aanbesteden geeft ruimte voor een vraaggerichte en hoogwaardige kwaliteit van aanbod in de regio, omdat alle (grote en kleine) aanbieders de mogelijkheid krijgen toe te treden. Kleine aanbieders krijgen zo een kans, zonder grote administratieve lasten. 7. Het voordeel van het toe laten treden van kleine aanbieders is dat zij vaak inspelen op vragen van burgers, die de grotere aanbieders niet beantwoorden. Kleine aanbieders hebben vaak een specifiek aanbod, voor specifieke vragen. De keus voor de burger is optimaal. 8. In samenspraak komt een goede omschrijving van gewenste producten ‘from scratch’ tot stand, prijzen worden op reële wijze vastgesteld en er vindt gezamenlijke productontwikkeling plaats. 9. Het contract kan voor langere duur worden aangegaan, waardoor de partijen zekerheid krijgen. Zorgaanbieders kunnen daarmee zekerheid bieden aan hun medewerkers en investeringen doen. De cliënt heeft zekerheid dat hij/zij voor langere tijd bij dezelfde (persoon/)instelling zorg kan ontvangen. Nadelen: 1. Een kanttekening is dat iedere (zorg) aanbieder uit Nederland kan aansluiten, mits zij voldoen aan de eisen binnen het convenant. Tegelijkertijd mag worden verwacht dat juist voor de functie begeleiding de lokaal werkende partijen zich ‘uitselecteren’. Het product hulp bij het huishouden is bijvoordeel makkelijker landelijk uitwisselbaar.
2. 3. 4.
5.
Bestuurlijk aanbesteden is vraagt om een intensief contact met de zorgaanbieders en is tijdsintensief Het contractbeheer is een aandachtspunt. Dit kan ingewikkeld worden door het toetreden van grote aantallen gecontracteerde aanbieders Omdat de functie begeleiding veel producten kent is de kans groot dat veel “nieuwe” partners zich gaan melden. In de praktijk kan dit tot lastige situaties leiden omdat het in de uitvoering soms ondoenlijk wordt om met heel veel partners samen te werken. Dit maakt de coördinatie “achter de voordeur” niet gemakkelijker. Er is een risico dat kleine partners niet mee ontwikkelen (in de netwerken) omdat ze vaak weinig cliënten hebben en het dan lastig is om ook veel tijd te investeren in ontwikkeling met collega partners. Dit kan doorontwikkeling, innovatie en flexibiliteit in de weg kan staan.
Partnership Als gemeente(n) is het mogelijk een partnership aan te gaan met meerdere vooraf geselecteerde zorgaanbieders. Bekende partners, een gezamenlijk doel, korte lijnen en eenvoudige werkafspraken kunnen een meerwaarde hebben in het leveren van de producten. Er wordt met de aanbieders samengewerkt aan de gestelde doelstellingen en de samenwerking kan bijvoorbeeld doorgezet worden naar de inzet van deze aanbieders in een dorpsondersteuningsteam of een ander onderdeel van het sociaal domein. Voordelen 1. Voordelen zijn dat de gemeente niet met alle meldende aanbieders samen hoeven te werken (het verschil met bestuurlijk aanbesteden, waarbij alle aanbieders in beginsel kunnen toetreden) 2. Met de geselecteerde partners kan tot vernieuwing gekomen worden, al dan niet in combinatie met het werkgebied sociaal domein. 3. Werken met (kleiner aantal) bekende partners, heeft als voordeel dat er korte lijnen zijn en eenvoudige werkafspraken gemaakt kunnen worden over het leveren van de producten en de ketensamenwerking. 4. De contractpartners verbinden zich aan de afspraken met de gemeenten. 5. Door het toetreden van een beperkt aantal geselecteerde aanbieders is er sprake van een beperkt contract- en verantwoordingsbeheer.
Nadelen 1. De keuzevrijheid van de burger wordt beperkt door de beperking van het aantal aanbieders. Het beperken van de keuzevrijheid heeft een negatieve invloed op klanttevredenheid en kan van invloed zijn op de kwaliteit van zorg. 2. Cliëntgerichtheid van aanbieders is afhankelijk van de afspraken die gemeenten met de geselecteerde aanbieders kan maken en met name de afdwingbaarheid daarvan. In een gesloten markt kan dit lastig zijn. Bovendien kunnen sneller vragen ontstaan waarop de contractpartners geen antwoord hebben, waardoor alsnog via andere aanbieders maatwerk geleverd zal moeten worden. 3. De keuze voor bepaalde partners moet goed onderbouwd worden, keuzes voor een select aantal aanbieders kan niet ‘zomaar’ gemaakt worden (inachtneming beginselen 2B-dienst). 4. Deze manier van aanbesteden laat aanzienlijk minder ruimte voor flexibiliteit en innovatie. Bestaande aanbieders worden minder uitgedaagd tot vernieuwing in aanbod.
Samenvattend zijn in onderstaand schema de belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen beide aanbestedingsvormen aan de hand van de belangrijkste thema’s opgenomen.
Thema’s
Bestuurlijk aanbesteden
Administratieve last.
In het begin hoog vanwege o.a. de organisatie van de Inspiratietafels. Contract- en verantwoordingsbeheer is afhankelijk van het aantal aanbieders. Iedere landelijke aanbieder die aan de eisen in het convenant voldoet is potentieel contractpartner.
Partnership
Beperkt aantal geselecteerde aanbieders dus beperkt contract- en verantwoordingsbeheer.
De verwachting is overigens dat vooral lokaal werkende aanbieders interesse zullen hebben.
Keuzevrijheid cliënt.
Cliënt kan kiezen uit alle aanbieders (die vanzelfsprekend het in te kopen Begeleidingsproduct/arrangement kunnen leveren).
Cliënt kan uitsluitend kiezen uit vooraf door de gemeente geselecteerde aanbieders.
Niet aanbodgericht maar cliëntgericht.
Door keuzevrijheid van de cliënt en open ‘inschrijving’ van aanbieders zijn aanbieders genoodzaakt cliëntgericht te handelen.
Cliëntgerichtheid van aanbieders is afhankelijk van de afspraken die gemeenten met de geselecteerde aanbieders kan maken en met name de afdwingbaarheid daarvan. In een gesloten markt kan dit lastig zijn.
Innovatie.
Aanbieders worden zowel aan de Inspiratietafel (vooraf) als door de keuzevrijheid van de cliënt en de open markt (van aanbieders) uitgedaagd tot innovatie. Bovendien wordt met bestuurlijk aanbesteden nieuwe stijl ‘from scratch’ nagedacht over het wenselijke aanbod en dus niet vanuit het bestaande (Awbz)aanbod.
Geselecteerde aanbieders moeten worden uitgedaagd tot innovatie door afspraken die gemeenten hierover kunnen maken in het contract.
Gemeentelijke agenda Transitie.
Commitment wordt gevraagd in de Basisovereenkomst.
Commitment wordt gevraagd in het contract.
Ketenaanpak en integrale samenwerking (wijk- en dorpsondersteuningsteams).
Voorwaarden voor ketenaanpak en samenwerking komen terug aan de Inspiratietafel en in het uiteindelijke contract.
Voorwaarden voor ketenaanpak en samenwerking komen terug in het contract.
‘Veel aanbieders’ betekent een (organisatie-) structuur voor ketenaanpak en samenwerking waarbij veel aandacht moet zijn voor een goede –gemeentelijkecoördinatie en afstemming (zie ook administratieve last).
Met een beperkt aantal geselecteerde aanbieders is de coördinatie van en in de keten beperkt.
Hierbij moet worden opgemerkt dat 80% van de Begeleidingsvragen een ‘enkelvoudige’ begeleidingsvraag is waarvoor in de regel geen intensieve ketenaanpak/integrale samenwerking nodig is.
Prijs.
Open markt en meerdere aanbieders zorgen voor een concurrerende prijsstelling.
Concurrerende prijsstelling is afhankelijk van het aantal vooraf geselecteerde aanbieders.
Eenduidigheid voor aanbieders/cliënten.
Voor cliënt en aanbieder zijn gemaakte afspraken open en transparant. Cliënten hebben de zekerheid dat binnen de hervormingen de meest optimale en beste zorg georganiseerd wordt door intensieve voortraject. Met aanbieders worden langdurige relaties aangegaan.
Voor cliënt en aanbieder zijn gemaakte afspraken open en transparant. Cliënten kunnen rekenen op vaste aanbieders.
Kleine en (ver)nieuwe(nde) aanbieders een kans?
Open inschrijving dus ook kleine en nieuwe aanbieders hebben een kans.
Kleine aanbieders moeten tot de vooraf geselecteerden horen. Anders geen kans.
Aanbestedingsmodel voor 3 transities?
Is mogelijk.
Is mogelijk.
Micro-aanbesteding/inkoop mogelijk?
Is mogelijk.
Is mogelijk binnen de afspraken met en door de geselecteerde aanbieders.
2B- dienst proof?
Ja, met in achtneming van de beginselen.
Ja, met in achtneming van de beginselen.
Advies Voorgesteld wordt om te kiezen voor het bestuurlijk aanbesteden nieuwe stijl van de Wmo functie begeleiding. Belangrijke voordelen van bestuurlijk aanbesteden zijn dat de burger maximale keuzevrijheid heeft waardoor een zo hoog mogelijke klanttevredenheid bereikt. Er wordt gewerkt aan innovatieve arrangementen, concrete resultaatafspraken (kwaliteit en prijs) en uiteindelijk een deelovereenkomst. Dit is noodzakelijk binnen de opgaaf van de gemeenten, waarin ‘meer met minder’ moet worden gedaan en dus ‘anders met minder’. Bovendien is er meer ruimte voor flexibiliteit zodat nieuwe ontwikkelingen/nieuwe vragen die bij het aangaan nog niet bekend zijn in het contract geïntegreerd worden. In specifieke gevallen, ter beoordeling aan de gemeente, blijft altijd de mogelijkheid bestaan dat op maat ingekocht kan worden buiten de gesloten overeenkomsten om. Werkgroep Inkoop Begeleiding Kempengemeenten 10 januari 2014