Notitie: Herijking individuele Wmo verstrekkingen Op 1 januari 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning in werking getreden. De meest omvangrijke verandering die deze wet voor gemeenten bracht is de verantwoordelijkheid voor het compenseren van beperkingen van de inwoners. Gemeenten dienen de inwoners te compenseren voor wat betreft • de zelfredzaamheid ( kan iemand het huishouden voeren en kan iemand zich in en om de woning verplaatsen) en • de maatschappelijke participatie (kan iemand zich lokaal verplaatsen en anderen ontmoeten). Het staat gemeenten vrij om, ter compensatie van beperkingen, algemene, specifieke of individuele voorzieningen te treffen. Duidelijk zal zijn dat een individuele voorziening duurder is dan een algemene voorziening. Het is zowel voor de gemeente als voor de cliënt aantrekkelijk als alternatieven voor individuele voorzieningen worden ontwikkeld en ondersteund. De gemeente kan dit doen door: a. de algemene voorzieningen uit te breiden; b. het vrijwilligersbeleid verder te ontwikkelen; c. mantelzorgers te ondersteunen. Hét kenmerk van algemene voorzieningen is de directe beschikbaarheid. Het gaat om een voorziening die een snelle, regelarme en adequate oplossing biedt voor de beperkingen die een persoon ondervindt. Op dit moment zijn de eerste stappen gezet in het opzetten van algemene voorzieningen. De maaltijdverstrekkingen en de personenalarmering functioneren al. De komende jaren zullen meer mogelijkheden worden opgezet. Vrijwilligers en mantelzorgers vormen het eerste vangnet voor de cliënt met (beginnende) beperkingen. De eerste hulpvraag wordt vrijwel altijd opgevangen in de vertrouwde omgeving. Beide partijen (cliënt en vrijwilliger of cliënt en mantelzorger) kiezen hier doelbewust voor. De gemeente kan door goede ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers bereiken, dat de laagdrempelige hulp aan cliënten kan blijven bestaan of verder wordt ontlast. Dit leidt tot een win- win – winsituatie voor zowel de vrijwilliger/mantelzorger als de cliënt als voor de gemeente. Herijking Individuele verstrekkingen zijn de voorzieningen die geregeld worden in prestatieveld 6 van de Wmo. Het zijn de voorzieningen waarvoor de gemeente de “Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn” heeft vastgesteld. Het toekennen van deze voorzieningen wordt gekenmerkt door een uitgebreide aanvraagprocedure, leidend tot het afgeven van een beschikking waarop bezwaar en beroep open staat. In dit advies wordt kritisch gekeken naar de, voor de gemeente dure, individuele voorzieningen. De rijksoverheid heeft voor deze voorzieningen een aantal kaders gesteld. Gemeenten hebben (beperkte) beleidsvrijheid. In 2006 zijn een aantal gemeentelijke keuzes gemaakt. Daarnaast is de “Notitie evaluatie individuele verstrekkingen” verschenen. Naar aanleiding van de bespreking van de notitie is afgesproken om mogelijkheden te onderzoeken om het verstrekkingenniveau te actualiseren en beter af te stemmen op de toekomst. Bij deze herijking is rekening gehouden met de hardheidsclausule die in de verordening is opgenomen: Indien toepassing van de verordening “tot onbillijkheden van overwegende aard leidt”, kan het college, ten gunste van de aanvrager, afwijken van de bepalingen in de Wmo verordening (artikel 8.1 van de verordening).
Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 1 van 17
Kernbegrippen uit de Wmo De Wet maatschappelijke ondersteuning kent een aantal specifieke begrippen die om toelichting vragen. Deze begrippen worden hieronder toegelicht. Voorliggende voorzieningen Dit zijn voorzieningen die via een andere wettelijke regeling voor de cliënt beschikbaar zijn. Bijvoorbeeld de AWBZ of de Wet Kinderopvang. Algemene voorzieningen Dit is een voorziening die wordt geleverd op basis van directe beschikbaarheid, een beperkte toegangsbeoordeling en die een snelle, regelarme en adequate oplossing biedt voor de beperkingen die een persoon ondervindt. Bestaande voorbeelden vormen de maaltijdservice en personenalarmering. Algemeen gebruikelijk Voorzieningen die normaal in de winkel te koop zijn, die door de gemiddelde Nederlander gewoon gebruikt wordt en die een geaccepteerde prijsstelling hebben. Dus niet: • Een tillift: deze is niet gewoon in de winkel te koop. • Een scootmobiel: wordt gebruikt door mensen met een beperking. • Een driewielfiets: is veel duurder dan een fiets. Indien een cliënt financiële problemen heeft om een algemeen gebruikelijke voorziening aan te schaffen, dan kan de Bijzondere Bijstand een oplossing bieden. Zorg in natura Een voorziening die in eigendom, in bruikleen, in huur of in de vorm van persoonlijke dienstverlening wordt verstrekt. Persoons Gebonden Budget Een geldbedrag bedoelt om zelf hulp bij het huishouden of een voorziening mee aan te schaffen of te betalen. Op dit persoonsgebonden budget kan een eigen bijdrage in mindering worden gebracht van maximaal de inkomensafhankelijke Wmo-bijdrage. Financiële tegemoetkoming Een geldbedrag bedoelt om een bouwkundige of woontechnische ingreep in of aan een woonruimte te kunnen doen. Een financiële tegemoetkoming kan afhankelijk gesteld worden van het inkomen van de aanvrager. De aanvrager betaalt dan mee en dat deel wordt “het eigen aandeel” genoemd in de kosten van een voorziening. Voor het bepalen van het eigen aandeel is de gemeente gehouden aan de eigenbijdrage regels van de Wmo. Persoons Gebonden Budget en Financiële tegemoetkoming Het verschil tussen beide is klein. Helder is wel dat bij een bouwkundige woningaanpassing die aan de eigenaar, niet de bewoner, moet worden uitbetaald, niet gesproken kan worden van een persoonsgebonden budget. Forfaitaire financiële tegemoetkoming Is een bedrag dat los van de werkelijke kosten en los van het inkomen wordt vastgesteld. Gedacht kan worden aan de verhuiskostenvergoeding, of een auto- of taxikostenvergoeding.
Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 2 van 17
Inkomensafhankelijke eigen bijdrage (regels) De Wmo beschikt over een regeling voor het heffen van een eigen bijdrage die volledig afhankelijk is van het (verzamel)inkomen van de cliënt. Gemeenten kunnen dan ook de maximale eigen bijdrage mogelijkheden van de Wmo-regeling benutten, zonder dat minima hierdoor in de financiële problemen komen. Het is zelfs zo dat als de gemeente besluit ergens geen eigen bijdrage voor te vragen, dat daarmee de minima niet bevoordeeld zijn. Hoe ziet de eigen bijdrage regeling van de Wmo er uit ? Het rijk heeft regels gesteld aan de maximale eigen bijdrage die van Wmo en AWBZ- cliënten gevraagd mag worden. Zo is, om te voorkomen dat cliënten zowel voor de Wmo als voor de AWBZ betalen, bepaald dat het Centraal Administratie Kantoor (CAK) de eigen bijdrage voor beide regelingen int. De eigenbijdrage betaling voor de Wmo gaat voor op de eigen bijdrage die voor een AWBZ-voorziening betaald moet worden. Het CAK bepaalt, op basis van het verzamelinkomen van de aanvrager, de maximale eigen bijdrage voor vier weken. Dit betekent dat, ook al zijn de kosten voor de voorzieningen van een cliënt hoger, er wordt niet meer eigen bijdrage geëind dan het door het CAK als maximum bepaalde bedrag. Het laagste bedrag, dat via het CAK als maximum bijdrage voor vier weken wordt vastgesteld, is € 17,60 (2010) per vier weken voor een alleenstaande jonger dan 65 jaar. De regels voor het heffen van een eigen bijdrage voor een Wmo voorziening: o De eigen bijdrage mag (opgeteld) niet meer zijn dan de kostprijs van de voorziening; o Voor Hulp bij het huishouden (HH) kan, binnen de inkomensafhankelijke grenzen, de kostprijs per uur worden gevraagd; o Voor rolstoelen mag geen eigen bijdrage worden gevraagd; o Bij Persoons Gebonden Budget (PGB) voor HH of individuele voorzieningen worden in beginsel dezelfde eigen bijdragen gehanteerd als bij voorzieningen in natura; o Voor het verschaffen in eigendom v.e. roerende zaak of bouwkundige of woontechnische aanpassing mag maximaal drie jaar een eigen bijdrage gevraagd worden; o Personen onder de 18 jaar betalen geen eigen bijdrage; o De huur die de gemeente betaalt voor een voorziening kan via het CAK doorberekend worden in de eigen bijdrage van de cliënt. Voor een toelichting op de ondersteuningsmogelijkheden die de bijzondere bijstand van de gemeente Borger-Odoorn voor een aantal situaties biedt, wordt verwezen naar de bijlage.
Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 3 van 17
Herijking gemeentelijke beleidsvrijheid Wmo: Voor de herijking van de individuele Wmo verstrekkingen wordt niet alleen gekeken naar de verschillende soorten verstrekkingen, maar ook naar de wijze waarop de verstrekkingen worden verleend. Dit levert voor dit onderdeel de volgende indeling op: 1. Van claim- naar vraaggericht werken 2. Hulp bij het huishouden 3. Woonvoorzieningen 4. Rolstoel 5. Vervoer
1. Van claim- naar vraaggericht werken In 2007 is het Wmo-loket van start gegaan. Werkprocessen zijn opgezet en mensen zijn aan enthousiast aan het werk gegaan. Vanwege het vele werk wat op de gemeente afkwam en de specifieke vraag naar “hulp bij het huishouden” is afgesproken dat het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ) een groot deel van de indicaties zou blijven doen (voor de Wmo indiceerde het CIZ hier ook al voor). Inmiddels zijn we een aantal jaren verder, gaan steeds meer gemeenten zelf indiceren en verandert het idee over de zelfredzaamheid van de cliënt. De Wmo gaat ervan uit dat de gemeente ervoor zorgt dat haar inwoners zelfredzaam kunnen zijn. Hiervoor moeten gemeenten de voorwaarden scheppen. Op dit moment vragen inwoners een voorziening aan. De aanvraag wordt meestal van achter het bureau beoordeeld. De cliënt krijgt vervolgens de voorziening of een afwijzing voor de voorziening. Het kan echter best zijn dat de cliënt met een andere voorziening (beter) geholpen is. We kunnen echter niet verlangen dat de cliënt op de hoogte is van alle mogelijkheden. Evenmin kunnen we ervan uitgaan dat de medewerkers van het CIZ op de hoogte zijn van alle mogelijkheden in Borger-Odoorn. Ook landelijk wordt deze tendens onderkend en ondersteund. De VNG verwoordt dit als volgt: “De kunst is om burgers met een beperking dusdanig te ondersteunen (‘compenseren’), dat zij volwaardig deel kunnen nemen aan de samenleving. Samen met de cliënt gaat een gemeente op zoek naar de mogelijkheden. Dat uitgangspunt vraagt om nieuw beleid, een kanteling in denken en doen”. Het zou goed zijn om in deze “kanteling” ook het fenomeen “huisbezoeken”te betrekken. Hiermee denken we een extra kwaliteitsslag te maken. Op korte termijn zal een separaat voorstel worden opgesteld, waarin de nieuwe werkwijze verder wordt uitgewerkt. Dit voorstel zal in eerste instantie leiden tot hogere kosten. Er zal meer personeel bij moeten komen, maar de dienstverlening door het CIZ zal sterk verminderen. Er zal geïnvesteerd moeten worden in scholing en in software. Maar uiteindelijk zal dit leiden tot een werkwijze waarbij de cliënt een oplossing van zijn/haar probleem krijgt die beter past bij de behoefte van de cliënt. De werkwijze is klantvriendelijker, kan efficiënter uitgevoerd worden en zal uiteindelijk tot kostenbesparing voor de gemeente leiden. Overigens zal in de nieuwe werkwijze ook het herindiceren van cliënten en de financiële verantwoording van verstrekkingen worden meegenomen. Advies: 1. Van claimgericht naar vraaggericht werken heeft veel consequenties die in een separaat voorstel worden uitgewerkt. Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 4 van 17
2. Hulp bij het huishouden Omschrijving: HH1 Schoonmaken en signaleren : HH2 Schoonmaken, signaleren en regie huishouding Eigen bijdrage De totale kostprijs wordt door het CAK omgerekend naar een eigen bijdrage. Voorliggende en algemene voorzieningen Wet Kinderopvang, maaltijdvoorziening Algemeen gebruikelijk Wasmachine, centrale verwarming Specifiek Borger-Odoorn: • Cliënten die bij de invoering van de Wmo (1 jan. 2007) HH2 hulp ontvingen én ouder waren dan 75 jaar behielden de HH2 indicatie. • Inwoners van B-O, met een minimuminkomen, die een zorgverzekering afsluiten bij Groene Land verzekering, kunnen de Wmo bijdragen van de verzekering terug krijgen. Gebruik Hulp bij het huishouden september 2009:
ZIN PGB
Aantal personen
Uren p/week HH1 ZIN
667 106
1.246
HH1 PGB uren per week
Totaal aantal uren HH1 per week
HH2 ZIN uren per week 1.243
400
HH2 PGB uren per week
68 1.646
Totaal Totaal aantal HH uren uren per week HH2 per week 2.489 468 1.311 2.957
Uit deze gegevens blijkt dat ongeveer 56 % van de hulp bij het huishouden bestaat uit HH1.
Gemeentelijke beleidsvrijheid Hulp bij het huishouden: Cliënten die op 1 jan. 2007 ouder waren dan 75 jaar behielden de HH2 indicatie Bij de invoering van de Wmo heeft de gemeenteraad besloten om 75+ die al een HH2 hulp kregen, niet om te zetten naar HH1. Hierdoor was het voor deze mensen mogelijk om de vertrouwde hulp te behouden. De gemeente is vrij om dit besluit te wijzigen. In totaal ontvangen 212 personen, ouder dan 77 jaar, 660 uur HH2 per week.
75+ regeling
Aantal personen HH2 PGB 9
Aantal Personen HH2 ZIN 203
Totaal aantal uur per week 660
Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 5 van 17
Advies: 2. Geen aanpassing van de 75 + regeling. Bij de omzetting van de AWBZ naar de Wmo is voor deze groep cliënten niet gekeken of ze terecht of onterecht HH2 ontvingen. Aangenomen kan worden dat na herindicatie ongeveer 95 personen HH1 geïndiceerd zouden worden. Dit zou een besparing opleveren van € 38.000, -. Geadviseerd wordt om niet op deze regeling te bezuinigen, omdat: • Alle 212 cliënten moeten geherindiceerd worden • Dit brengt eenmalig hoge kosten met zich mee • Er zal veel onrust ontstaan binnen een kwetsbare groep. • Bovendien zal een overgangstermijn in acht moeten worden genomen. De betreffende personen zullen een andere hulp moeten krijgen. • Verwacht kan worden, dat voor een aantal van de betreffende personen deze omzetting van hulp slechts tijdelijk is. Groene Land verzekering Mensen met een minimuminkomen kunnen voor hun eigen bijdrage aan de Wmo een beroep doen op de minima regeling van de gemeente. De gemeente Borger-Odoorn heeft echter ook een contractafspraak gemaakt met Groene Land verzekeringen. Inwoners van de gemeente met een minimuminkomen kunnen bij deze verzekeringsmaatschappij een zorgverzekering afsluiten. Eventuele eigen bijdragen die betaald moeten worden in verband met een Wmo-voorziening worden door deze zorgverzekeraar aan de cliënt vergoed.
Advies: 3. Meer voorlichting over de regeling met Groene Land verzekeringen Natuurlijk moet wel helder zijn dat de vergoeding van de Wmo-bijdragen slechts een onderdeel is van het totale pakket van de zorgverzekering. De verzekeringnemer bepaalt zelf of deze vergoeding van invloed is op de keuze voor een zorgverzekering. Alfahulp Tot 1 januari 2010 mogen zorgaanbieders voor het leveren van HH1 gebruik maken van alfahulpen. In een groot aantal gevallen wordt hiermee gewerkt. Vanaf 1 januari 2010 wordt de wet gewijzigd: De cliënt kan dan kiezen tussen een voorziening in natura, of een vergelijkbaar en toereikend persoonsgebonden budget, waaronder de vergoeding voor een alfahulp. Zorgaanbieders mogen dan alleen nog meer huishoudelijke hulpen inzetten die bij hen in dienst zijn. Gemeenten moeten de burgers hierover informeren. Door deze maatregel worden alfahulpen gedwongen om in dienst te treden van zorgaanbieders. Niet iedereen wil dit. De alfahulpconstructie is financieel aantrekkelijker en de hulp is vrij om afspraken te maken over de tijden waarop gewerkt wordt. Cliënten kunnen de alfahulp behouden door een PGB aan te vragen. Zij worden dan werkgever van de alfahulp. Dit betekent dat ze moeten zorgen voor: loondoorbetaling gedurende zes weken bij ziekte, zelf vervanging regelen bij afwezigheid door ziekte of vakantie en werkgeversaansprakelijkheid dragen voor de schade die ontstaan is tijdens de werkzaamheden van de alfahulp. Gemeenten zijn verplicht om de cliënten duidelijk over de gevolgen van de wijziging te informeren. De gemeente heeft een contract afgesloten met de Sociale Verzekerings Bank (het Servicecentrum PGB). De gemeente kan de diensten en mogelijkheden van de SVB een duidelijke rol geven in haar voorlichting aan de cliënten. Indien mogelijk zal Drenthe-breed of regionaal een Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 6 van 17
bemiddelingsorganisatie worden opgezet die voldoet aan de nieuwe criteria van de wet. Uitgangspunt is dat de extra kosten voor de SVB en/of de op te zetten bemiddelingsorganisatie gedekt worden uit de lagere (nog vast te stellen) uurprijs PGB ten opzichte van de uurprijs voor Zorg in Natura.
Advies: 4. Alle betreffende cliënten wordt, in samenspraak met de SVB, zo gewenst blijvende extra ondersteuning aangeboden om het werkgeverschap goed op te zetten. “Boodschappen doen ” Voor de bepaling van het aantal uren “Hulp bij het Huishouden” wordt uitgegaan van de beperkingen die de cliënt ondervindt in het kunnen verzorgen van het huishouden. Een onderdeel hiervan is het doen van boodschappen. Indien de cliënt dit niet meer zelf kan of kan regelen in zijn of haar omgeving of met een supermarkt, dan wordt hiervoor 1 uur HH per week geïndiceerd. Ongeveer 770 personen ontvangen HH. Uit een steekproef blijkt dat ongeveer 15% van de HH klanten een indicatie heeft voor het doen van boodschappen. Uitgaande van de 15%, ontvangen ongeveer 115 personen 1 uur HH voor het doen van boodschappen. De kosten hiervan zijn ongeveer: 115 x 1 uur x 52 weken x € 21 = € 125.580.
Op een aantal plekken kan gebruik gemaakt worden van de boodschappendienst van een bepaalde supermarkt of een rijdende winkel. Op dit moment is niet duidelijk of elke inwoner van een boodschappendienst gebruik kan en wil maken. In die zin kan de indicatie “Boodschappen doen” niet verdwijnen. Onderzocht zou moeten worden wat de reikwijdte is van de bestaande boodschappendiensten. Goedkopere supermarkten kennen vaak geen boodschappenservice. Aangenomen kan worden dat veel aanvragers gewend zijn daar veel van hun boodschappen te doen. De op te zetten boodschappenservice zou hier rekening mee moeten houden.
Advies: 5. In kaart brengen van de verschillende boodschappendiensten met hun werkgebied. 6. Opzetten van een algemene boodschappenservice, waarbij de reguliere kosten van de voorziening niet hoger zijn dan de besparing, ook niet wanneer de vraag naar de voorziening met 20% stijgt. Onderzoek naar uitbreiding algemene voorzieningen: Onder invloed van de Wmo ontstaan steeds meer algemene voorzieningen. Deze voorzieningen worden door gemeenten ondersteund, omdat ze een alternatief kunnen bieden aan mensen met een beperking voor een vaak veel duurdere individuele voorziening. In het kader van de voorziening hulp bij het huishouden kan gedacht worden aan het opzetten van een algemene boodschappendienst. Dus een dienst die niet van een supermarkt uitgaat, maar van de winkelbehoefte van de cliënt. Ook kan gedacht worden aan een ramenwasservice, strijkservice, e.d. Het is zeer belangrijk om de komende jaren flink te investeren in uitbreiding van de algemene voorzieningen, want de vraag naar ondersteuning zal fors gaan stijgen:
Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 7 van 17
Het aantal ouderen boven de 64 zal in 2015 gestegen zijn naar 5489. Op 1 januari 2008 was dit aantal 4.472 (CBS). • Het beroep op individuele verstrekkingen zal naar verwachting jaarlijks stijgen met 6%. Naast de uitbreiding van de algemene voorzieningen, is het goed om de mensen in de directe omgeving van hulpvragers te ondersteunen en te ontlasten. Dit betekent een extra impuls voor het vrijwilligersbeleid en de ondersteuning van mantelzorgers. •
Advies: 7. De mogelijkheden voor uitbreiding van de algemene voorzieningen worden onderzocht. De nieuwe voorziening zal op korte termijn leiden tot meer uitgaven dan de verwachte opbrengst.
Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 8 van 17
3. Woonvoorzieningen Woonvoorzieningen in het kader van de Wmo bestaan uit: Een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten Een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening Een niet bouwkundige of woontechnische woonvoorziening Een uitraasruimte Eigen bijdrage Wettelijk: Een eigenbijdrage voor in eigendom verstrekte voorzieningen is gedurende 3 jaar mogelijk. Daarnaast kan de huurprijs voor gehuurde voorzieningen volledig meetellen in de berekening van de eigen bijdrage. Voor beide vormen geldt dat de cliënt nooit meer dan de kostprijs mag betalen. Borger-Odoorn: • Vast bedrag voor tegemoetkoming verhuiskosten ( € 2.359). • Voor voorzieningen in eigendom wordt 1 jaar een eigen bijdrage gevraagd. • Eenvoudige woonvoorzieningen worden gratis in bruikleen verstrekt. Algemeen gebruikelijk: De diensten van het Centraal meldpunt vrijwillige thuiszorg. Centrale verwarming. Verhuizing op grond van leeftijd.
Beleidsvrijheid woonvoorzieningen: De forfaitaire financiële tegemoetkoming bij verhuizing In 2008 is € 41.632 betaald aan forfaitaire financiële tegemoetkomingen. De tegemoetkoming bij verhuizing kan beperkt worden tot mensen met een bepaald inkomen. De tegemoetkoming is echter mede ontstaan om mensen die, vanwege hun beperking • nauwelijks meer van het toilet, de badkamer, de woonkamer, de slaapkamer en/of de keuken gebruik kunnen maken of • niet meer naar buiten kunnen, tegemoet te komen in de kosten van de noodzakelijk geachte verhuizing. Bovendien kan de verhuizing een gunstig effect op de woningmarkt hebben.
Advies: 8. Handhaven tegemoetkoming bij verhuizing voor Wmo-cliënten. Eigen bijdrage voor woonvoorzieningen De eigenbijdrage voor woonvoorzieningen kan verhoogd worden van 1 naar 3 jaar. Van 1 januari tot augustus 2009 is betaald voor: • 2 bouwkundige aanpassingen een bedrag van € 101.500 • Een aantal niet-bouwkundige en woontechnische aanpassingen € 21.800. Ter illustratie: Indien de cliënt de minimale eigen bijdrage verschuldigd zou zijn, dan betaalt de cliënt: - bij één jaar eigen bijdrage: maximaal € 223,60 mee aan de voorziening - bij drie jaar eigen bijdrage: maximaal € 670,80 mee aan de voorziening
Advies: 9. Verlengen periode eigen bijdrage voor woonvoorzieningen naar drie jaar. Eigen bijdrage voor woonvoorzieningen waar de gemeente huur voor betaalt Op dit moment betalen cliënten geen eigen bijdrage voor voorzieningen die de gemeente huurt. De huur kan echter volledig worden meegenomen in de berekening van de eigen bijdrage. Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 9 van 17
Advies: 10. De cliënt betaalt op basis van het inkomen mee aan de gehuurde voorziening. Eenvoudige woonvoorzieningen De gemeente verstrekt op dit moment gratis de eenvoudige woonvoorzieningen, zijnde: douche/toiletstoel, drempelhulp en badplank. De gemeente draagt hiervoor de kosten. Eenvoudige woonvoorzieningen kunnen in eigendom worden verstrekt.
Advies: 11. De gemeentelijke kosten voor douche/toiletstoel, drempelhulp en badplank worden gedurende één jaar meegenomen in de eigen bijdrageregeling van de cliënt. Kleine woontechnische aanpassingen Op dit moment is nog in de regelgeving opgenomen dat het college de offerte moet goedkeuren voor het verstrekken van een PGB Voor kleine uitgaven is dit wat omslachtig en duurt de verstrekking hiermee langer dan nodig is.
Advies: 12. Voor woontechnische woonvoorzieningen tot maximaal € 5.000 wordt een maximale vergoedingenlijst vastgesteld. Onderzoek naar uitbreiding algemene woonvoorzieningen: Onder invloed van de Wmo ontstaan steeds meer algemene voorzieningen. Deze voorzieningen worden door gemeenten ondersteund omdat ze een alternatief kunnen bieden aan mensen met een beperking voor een vaak veel duurdere individuele voorziening. In het kader van de woonvoorzieningen kan gedacht worden aan het opzetten van een klussendienst. In de gemeente Borger-Odoorn kan een beperkt aantal mensen gebruik maken van de klussendienst van een organisatie waar men lid van is (bijvoorbeeld via de “gemaksdienst” van Univé verzekeringen), of men maakt deel uit van een groep mensen die op basis van “Noaberschap” klussen verzorgen.
Advies: 13. De mogelijkheden voor uitbreiding van de algemene woonvoorzieningen worden onderzocht. De nieuwe voorziening zal echter (tijdelijk) duurder zijn dan de op dit moment te verwachten besparing. Gezien de te verwachten groei van het aantal Wmo-cliënten kan de nieuwe algemene voorziening er wellicht toe leiden dat de aanspraak op de individuele woonvoorzieningen niet of minder meegroeit.
Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 10 van 17
4. Rolstoel: Verplaatsen in en rond de woning Wmo doel van de voorziening rolstoel: Compenseren van de beperkingen van de cliënt, zodat hij/zij zelfredzaam kan zijn door zich te kunnen verplaatsen in en om de woning. Gemeentelijke uitgaven: Januari tot en met september 2009: € 131.605 Rolstoelvoorzieningen in het kader van de Wmo bestaan uit: Rolstoel (handbewogen of elektrisch) Sportrolstoel Rolstoel voor incidenteel gebruik Eigen bijdrage Wettelijk: De voorziening “rolstoel” heeft een bijzondere plek in de regelgeving. Rolstoelen voor dagelijks gebruik moeten zonder eigen bijdrage verstrekt worden. Borger-Odoorn: - Voor een sportrolstoel wordt een vast bedrag aan financiële tegemoetkoming verstrekt. Algemene voorziening Uitleenhulpmiddelen, rollator, Algemeen gebruikelijk Fiets, stok
Beleidsvrijheid rolstoelvoorzieningen Onderzoek naar uitbreiding algemene rolstoelvoorzieningen: Onder invloed van de Wmo ontstaan steeds meer algemene voorzieningen. Deze voorzieningen worden door gemeenten ondersteund, omdat ze een alternatief kunnen bieden aan mensen met een beperking voor een vaak veel duurdere individuele voorziening. In het kader van de rolstoelvoorzieningen kan gedacht worden aan het opzetten van een rolstoelpool.
Advies: 14. De mogelijkheden voor uitbreiding van de algemene rolstoelvoorzieningen worden onderzocht. De nieuwe voorziening zal tijdelijk duurder zijn dan de besparing die het gevolg kan zijn.
Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 11 van 17
5. Vervoersvoorzieningen Wmo doel van de vervoersvoorzieningen: Compenseren van de beperkingen van de cliënt, zodat hij/zij zich lokaal kan verplaatsen per vervoermiddel om andere mensen te ontmoeten. De gemeentelijke vervoersvoorzieningen bestaan uit: a. Collectieve vervoersvoorziening b. Financiële tegemoetkoming c. Een scootmobiel d. Andere verplaatsingsmiddelen e. GPK GPP Eigen bijdrage Wettelijk: Is een eigenbijdrage voor in eigendom verstrekte voorzieningen gedurende 3 jaar mogelijk. Daarnaast kan de huurprijs voor gehuurde voorzieningen volledig meetellen in de berekening van de eigen bijdrage. Voor beide vormen geldt dat de cliënt nooit meer dan de kostprijs mag betalen. Borger-Odoorn: - Collectief vervoer met onbeperkt gebruik - Geen eigen bijdrage - Fiets met trapondersteuning: maximale tegemoetkoming van € 815 - Geïndiceerde met minder dan 1,5 maal het norminkomen kan, ipv collectief vervoer, een financiële tegemoetkoming voor vervoerskosten ontvangen van gemiddeld € 35 per maand. Algemeen gebruikelijk: Stok, rollator, fiets.
Beleidsvrijheid vervoersvoorzieningen: Collectief vervoer Op dit moment zijn 837 vervoerspassen in omloop. Hiervan wordt gemiddeld door 330 personen gebruik gemaakt. De vervoerspassen zijn niet voorzien van een foto, waardoor de vervoerder niet kan nagaan of de pas door de juiste persoon gebruikt wordt. De vervoerspassen worden nu gratis ter beschikking gesteld aan iedereen die hiervoor in aanmerking komt. Voorgesteld wordt om hier eenmalig een bedrag van € 25 voor te vragen. Er vindt geen herindicatie plaats. Wmo-pashouders kunnen maximaal 2000 kilometer per jaar gebruik maken van het Wmo-vervoer. Per reis kan maximaal voor 6 zones tegen het Wmotarief gereisd worden. Met ingang van het nieuwe vervoerscontract wordt voor het vervoer gerekend in kilometerprijs. Op dit moment is er een maximum van 2000 kilometer per jaar gesteld, aan het gebruik van het Wmo vervoer. Met ingang van 1 augustus 2010 wordt het Wmo- vervoer uitgevoerd door DVG personenvervoer. In de aanbesteding liggen de volgende afspraken vast: • Binnen het vervoergebied is het voor Wmo-pashouders mogelijk over maximaal 25 kilometer tegen het OV-tarief te reizen. Er geldt een vast instaptarief van 75 eurocent en een bedrag per kilometer van 11 eurocent (prijspeil 2009). • Vanaf 25 kilometer geldt voor de Wmo-pashouders dan niet meer het OV-tarief maar het commerciële tarief. Dit is het kilometertarief dat de regiovervoerder heeft aangeboden voor de kilometers boven de vastgestelde maximum aantal Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 12 van 17
•
gesubsidieerde kilometers. De reikwijdte in kilometers wordt bepaald aan de hand van de kortste route over de openbare weg. De vervoerder informeert schriftelijk de reiziger en de gemeente, dat een bepaald aantal kilometers is gereisd. Tevens wordt een brief verzonden wanneer de reiziger 2000 kilometer heeft gereisd.
De aanbesteding Wmo-vervoer is in samenwerking met Coevorden en Emmen uitgevoerd. Voor Wmo pashouders is sprake van een “binnengebied”: het grondgebied van Coevorden, Emmen en Borger-Odoorn en van een “buitengebied”: van maximaal 25 kilometer rondom het binnengebied. Emmen en Coevorden hebben besloten om voor de 25 kilometergrens geen rekening te houden met de landsgrens. Borger-Odoorn doet dit wel. Cliënten uit Borger-Odoorn kunnen dus niet naar Duitsland toe. Voor sommige plekken in de gemeente Borger-Odoorn ligt Duitsland binnen het 25 km bereik van het buitengebied. Voorgesteld wordt dan ook om dit vervoer tot maximaal 25 kilometer buiten het binnengebied ook voor cliënten in Borger-Odoorn toe te staan. Met de begrenzing van het vervoergebied tot 25 kilometer is, zoals in het verleden is afgesproken, de bereikbaarheid van het station Emmen of het station Assen gewaarborgd. Hierdoor blijft het voor Wmo-reizigers mogelijk om aansluitend aan het landelijke netwerk voor vervoer van Valys gebruik te maken. Advies: 15. Herindicatie van alle Wmo-pas gebruikers 16. Nieuwe vervoerspassen voorzien van foto. 17. Voor de afgifte van een vervoerspas wordt een bijdrage van € 25 gevraagd. 18. Aan de maximale reisafstand van 25 kilometer toevoegen, dat hiertoe ook Duitsland kan behoren. Financiële tegemoetkoming In 2008 kostte deze regeling: € 187.470. Cliënten met een inkomen tot 1,5 maal het norminkomen kunnen, indien zij in aanmerking komen voor een Wmo-vervoerspas, kiezen voor een financiële tegemoetkoming. Op dit moment maken 384 personen hier gebruik van. Jaarlijks wordt op basis van het feit dat deze mensen geïndiceerd zijn voor een Wmo vervoerspas, een gemiddeld bedrag van € 480 uitgekeerd. Voor het verkrijgen van deze tegemoetkoming worden geen eisen gesteld aan de besteding. Het is dan ook onduidelijk of mensen deze tegemoetkoming gebruiken om “zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel om andere mensen te ontmoeten”, zoals de bedoeling is van deze voorziening volgens de Wmo. Landelijk gezien wordt de Wmo-vervoerspas beschouwd als voldoende compensatie voor de beperking van de cliënt. Indien er een medische noodzaak is, waardoor de cliënt geen gebruik kan maken van het Wmo-vervoer dan kan een financiële tegemoetkoming voor eigen vervoer toegekend worden. Advies: 19. Alle cliënten herindiceren. Indien mensen aan de voorwaarden voldoen wordt een Wmo- vervoerspas aangeboden. De financiële tegemoetkoming wordt ingetrokken tenzij er een medische indicatie is, waaruit blijkt dat de cliënt geen gebruik kan maken van het Wmo-vervoer. Scootmobiel 2008: 200 scootmobielen: € 237.000 Op dit moment zijn 206 scootmobielen in omloop. Van deze gebruikers ontvangen 72 personen ook HH. Gemiddeld wordt per scootmobiel € 100 per maand aan huur betaald. Over het gebruik van de scootmobiel is nooit onderzoek gedaan. Wel worden er vragen in de samenleving gesteld over de mate van gebruik van deze voorziening. Bovendien krijgen de Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 13 van 17
medewerkers ook wel signalen dat een aantal cliënten nauwelijks de scootmobiel (durven) te gebruiken. Voorgesteld wordt om de cliënten te herindiceren. Indien cliënten de scootmobiel niet durven gebruiken kan een cursus worden aangeboden. Bovendien kan de huurprijs van de scootmobiel door het CAK verwerkt worden in een inkomensafhankelijke bijdrage door de cliënt. Advies: 20. Herindicatie van de gebruikers van de scootmobiel 21. Aanbieden van een cursus 22. Invoeren van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage Andere verplaatsingsmiddelen: Fiets met trapondersteuning In 2008 kostte deze regeling € 24.179 voor 32 fietsen. Uitgaven tot september 2009: 27 fietsen: € 20.160 Voor de fiets met trapondersteuning vergoedt de gemeente maximaal € 815. Cliënten moeten dan wel geïndiceerd zijn voor een scootmobiel, maar een fiets met trapondersteuning wensen. Het is echter de vraag of een fiets met trapondersteuning een volwaardig alternatief is voor een scootmobiel: De persoon moet geen last hebben van evenwichtstoornissen of moeite hebben met het open afstappen van een fiets. Bovendien is één van de criteria dat mensen niet meer dan 100 meter kunnen lopen. Het gebruik van een fiets met trapondersteuning kan problemen opleveren bij het betreden van winkels. Daarnaast is het eigenlijk de vraag of inmiddels de fiets met trapondersteuning niet behoort tot de algemeen gebruikelijke voorzieningen: - Ze zijn inmiddels overal te koop (ook tweedehands); - Ze worden veelvuldig ook gebruikt door mensen zonder beperkingen;. - Bovendien zijn ze qua prijs vergelijkbaar met een gewone fiets. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld indien een jong persoon plotseling langdurige beperkingen krijgt, kan gebruik gemaakt worden van de hardheidsclausule om toch voor de fiets met trapondersteuning een tegemoetkoming te verstrekken. Advies: 23. De fiets met trapondersteuning wordt slechts in uitzonderlijke gevallen toegekend, door gebruik te maken van de hardheidsclausule. Gehandicapten Parkeer Kaart (GPK) en de Gehandicapten Parkeer Plaats (GPP) In 2008 zijn 155 GPK/GPP verstrekt. De meeste mensen moesten medisch gekeurd worden. Dit kostte € 15.500. De GPK en de GPP zijn geen individuele Wmo-voorziening. De advieskosten die in veel gevallen gemaakt moeten worden komen ten laste van het Wmo budget. Op dit moment betalen de aanvragers € 14,30 aan leges. De gemeente betaalt gemiddeld ruim € 100 voor een medisch advies. De gemeentelijke kosten voor het verstrekken van een GPK of GPP zijn € 50. Voorgesteld wordt om deze kosten bij de aanvrager in rekening te brengen. Dit betekent dat een in behandeling genomen aanvraag, waar een medisch advies voor nodig is (meestal de eerste aanvraag), € 150 gaat kosten. Indien geen medische keuring noodzakelijk is (bijvoorbeeld de cliënt is medisch gekeurd voor een Wmo-voorziening) dan kan volstaan worden met het in rekening brengen van de leges, zijnde € 50. Aanvragers met een inkomen rond het minimumniveau en geen of een gering vermogen, kunnen de kosten terug ontvangen via de bijzondere bijstand.
Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 14 van 17
Advies: 24. Aanvragers voor een GPK en voor een GPP, waar een medische keuring voor noodzakelijk is betalen € 150 voor de aanvraag. 25. Aanvragers voor een GPK en voor een GPP, waar geen medische keuring voor noodzakelijk is betalen € 50 voor de aanvraag. 26. Mensen met een inkomen op minimumniveau kunnen in aanmerking komen voor restitutie van de eigen bijdrage via de bijzondere bijstand.
Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 15 van 17
De voorstellen op een rij: 1. Van claimgericht naar vraaggericht werken heeft veel consequenties die in een separaat voorstel worden uitgewerkt. Hulp bij het huishouden: 2. Geen aanpassing van de 75 + regeling; 3. Meer voorlichting over de regeling met Groene Land verzekeringen; 4. Alle betreffende cliënten wordt, in samenspraak met de SVB, zo gewenst blijvende extra ondersteuning aangeboden om het werkgeverschap goed op te zetten; 5. In kaart brengen van de verschillende boodschappendiensten met hun werkgebied; 6. Opzetten van een algemene boodschappenservice, waarbij de reguliere kosten van de voorziening niet hoger zijn dan de besparing, ook niet wanneer de vraag naar de voorziening met 20% stijgt; 7. De mogelijkheden voor uitbreiding van de algemene voorzieningen worden onderzocht. De nieuwe voorziening zal op korte termijn leiden tot meer uitgaven dan de verwachte opbrengst Woonvoorzieningen 8. Handhaven tegemoetkoming bij verhuizing voor Wmo-cliënten. 9. Verlengen periode eigen bijdrage voor woonvoorzieningen naar drie jaar. 10. De cliënt betaalt op basis van het inkomen mee aan de gehuurde voorziening. 11. De gemeentelijke kosten voor douche/toiletstoel, drempelhulp en badplank worden gedurende één jaar meegenomen in de eigen bijdrageregeling van de cliënt. 12. Voor woontechnische woonvoorzieningen tot maximaal € 5.000 wordt een maximale vergoedingenlijst vastgesteld. 13. De mogelijkheden voor uitbreiding van de algemene woonvoorzieningen worden onderzocht. De mogelijkheden voor uitbreiding van de algemene woonvoorzieningen worden onderzocht. De nieuwe voorziening zal echter (tijdelijk) duurder zijn dan de op dit moment te verwachten besparing. Gezien de te verwachten groei van het aantal Wmo-cliënten kan de nieuwe algemene voorziening er wellicht toe leiden dat de aanspraak op de individuele woonvoorzieningen niet of minder meegroeit. Rolstoelvoorzieningen 14. De mogelijkheden voor uitbreiding van de algemene rolstoelvoorzieningen worden onderzocht. De nieuwe voorziening zal tijdelijk duurder zijn dan de besparing die het gevolg kan zijn. Vervoersvoorzieningen 15. Herindicatie van alle Wmo-pas gebruikers. 16. Nieuwe vervoerspassen voorzien van foto. 17. Voor de afgifte van een vervoerspas wordt een bijdrage van € 25 gevraagd. 18. Aan de maximale reisafstand van 25 kilometer, toevoegen, dat hiertoe ook Duitsland kan behoren. 19. Alle cliënten herindiceren. Indien mensen aan de voorwaarden voldoen wordt een Wmo- vervoerspas aangeboden. De financiële tegemoetkoming wordt ingetrokken tenzij er een medische indicatie is, waaruit blijkt dat de cliënt geen gebruik kan maken van het Wmo-vervoer. 20. Herindicatie van de gebruikers van de scootmobiel 21. Aanbieden van een cursus 22. Invoeren van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 16 van 17
23. De fiets met trapondersteuning wordt slechts in uitzonderlijke gevallen toegekend, door gebruik te maken van de hardheidsclausule. 24. Aanvragers voor een GPK en voor een GPP, waar een medische keuring voor noodzakelijk is betalen € 150 voor de aanvraag. 25. Aanvragers voor een GPK en voor een GPP, waar geen medische keuring voor noodzakelijk is betalen € 50 voor de aanvraag. 26. Mensen met een inkomen op minimumniveau kunnen in aanmerking komen voor restitutie van de eigen bijdrage via de bijzondere bijstand.
Notitie Herijking Individuele Wmo- verstrekkingen. na inspraak 17 van 17