Aan de slag in Vlaanderen als gevluchte arts
INHOUD 1. inleiding
3
2. De procedure van de erkenning van het basisdiploma ‘arts’ in Vlaanderen
4
3. Analyse van de beginsituatie van buitenlandse artsen tussen 2004 -2011
5
4. Analyse van artsen die deelnamen aan het VLIR-examen
8
5. Bevindingen
12
6. Beleidsaanbevelingen
14
7. Besluit
16
8. cases
17
colofon REDActie: Cathy Goossens, Goska Kubacka en Sabine Craenen eindredactie: Cathy Goossens, Sabine Craenen en Eef Heylighen lay-out: Sarah Michielsen verantwoordelijke uitgever: Els Keytsman, Kruidtuinstraat 75, 1210 Brussel foto cover: © UNHCR, Integration Campaign © Vluchtelingenwerk Vlaanderen 2013
2 vluchtelingenwerk vlaanderen nota gevluchte artsen
1.Inleiding Dit document beschrijft de situatie van artsen van buiten de EU1 en de problemen die ze tegenkomen bij de erkenning van hun buitenlands diploma en de toelating tot het artsenberoep in Vlaanderen. Sinds 2003 ondersteunt Vluchtelingenwerk Vlaanderen hoogopgeleide nieuwkomers, voornamelijk vluchtelingen en asielzoekers, met het vooruitzicht op een toekomst in België. Velen onder hen hebben een opleiding afgerond als verpleegkundige, tandarts, dierenarts of als arts, al dan niet met een specialisatie. Tussen 2004 en 2011 registreerde Vluchtelingenwerk onder hen 81 artsen met een buitenlands einddiploma geneeskunde. Deze artsen hadden nood aan meer informatie en begeleiding rond de mogelijkheden om in Vlaanderen terug als arts aan de slag te kunnen. De begeleiding gebeurde individueel en op maat. We willen de aandacht vestigen op een aantal knelpunten die we tegenkwamen bij onze begeleidingen. Vanuit onze ervaring willen we ook een aantal aanbevelingen formuleren voor een vlotter traject van erkenning voor deze artsen. We willen hierbij bijzondere aandacht geven aan de problematiek van de artsen die moesten vluchten voor oorlog, geweld en vervolging. Gevluchte artsen onderscheiden zich op een aantal cruciale punten van andere nieuwkomers met een artsendiploma. In de eerste plaats is vluchten geen vrije keuze. Gevluchte artsen migreerden vaak onvoorbereid, moesten alles achterlaten, en konden daarom meestal de nodige documenten niet meenemen. Ook hebben ze soms traumatische gebeurtenissen te verwerken en kunnen ze niet altijd terugvallen op een netwerk van familieleden of kennissen in België. Vaak kunnen ze niet terug naar hun thuisland. Tijdens de asielprocedure zijn deze artsen extra kwetsbaar, omdat dit een erg onzekere periode is.
1 Het gaat hier om artsendiploma‘s die behaald werden in een niet-EER-land of in een EER-land door een niet-EERonderdaan of persoon die niet minstens 5 jaar permanent verblijft in een EER-land.
Bovendien staan ze voor de enorme opdracht om in korte tijd niet alleen academisch Nederlands en het hele medische vakjargon te leren. Ze moeten zich ook grondig voorbereiden op het VLIR-examen2. Dit alles zorgt vaak voor veel stress. Het gevoel dat hun diploma hier niet erkend wordt, werkt demotiverend. Het tast hun zelfvertrouwen en het vertrouwen in hun nieuwe omgeving aan. De zorgsector heeft te kampen met een groot tekort aan geschoold personeel. Daarom is het in ieders belang dat de procedures voor volledige en gedeeltelijke erkenning van buitenlandse artsendiploma’s, sneller en efficiënter worden. Ze moeten ook rekening houden met relevante beroepservaring. Zo kan iedereen ook terechtkomen op de plek die het meest geschikt is. Dat voorkomt dan weer dat overgekwalificeerde beroepskrachten de jobs innemen van mensen die lager gekwalificeerd zijn. En dat veel talent verloren gaat. Aan de hand van cijfermateriaal en een aantal concrete cases willen we een beeld scheppen van de procedures die deze buitenlandse artsen moeten doorlopen en de problemen waarmee ze geconfronteerd worden. Deze nota geeft een aantal kwantitatieve gegevens uit de praktijk van Vluchtelingenwerk. Daarnaast hebben we ook heel wat kwalitatieve ervaring die waardevolle input kan geven aan de discussie rond gevluchte artsen. Deze ervaring wordt voor een deel weergegeven in de cases. De nota is een kleine analyse van de ervaring van Vluchtelingenwerk. We hopen dat ze de aanleiding kan zijn tot meer onderzoek, meer debat en concrete stappen naar een betere valorisering van het talent van gevluchte en andere niet-Europese artsen.
2 VLIR (Vlaamse interuniversitaire raad) examen voor de gedeeltelijke erkenning van artsendiploma
nota gevluchte artsen vluchtelingenwerk vlaanderen 3
2. De procedure van de erkenning van het basisdiploma ‘arts’ in Vlaanderen De erkenning van buitenlandse diploma’s is gemeenschapsmaterie. De procedure in Vlaanderen verschilt van die in het Franstalige gedeelte van België. Deze nota concentreert zich op het Vlaamse verhaal. De huidige procedure voor de gelijkwaardigheid van niet-Europese artsendiploma’s wordt verzorgd door NARICVlaanderen3. Binnen deze procedure geven de universiteiten via de VLIR-commissie4 advies aan NARIC over de dossiers voor volledige gelijkwaardigheid. Als hun advies positief is, kan NARIC-Vlaanderen een buitenlands artsendiploma als volledig gelijkwaardig erkennen met de Vlaamse academische graad van ‘arts’ (studiegebied geneeskunde). Als hun diploma niet volledig gelijkwaardig verklaard wordt, kunnen buitenlandse artsen via de VLIR een gedeeltelijke gelijkwaardigheid van hun artsendiploma verkrijgen. Ze nemen dan deel aan het ‘interuniversitair examen gedeeltelijke gelijkwaardigheid diploma arts’, meestal het VLIR-examen genoemd. Dat is enkel toegankelijk voor artsen met een einddiploma arts. Vluchtelingen die hun studies onderbraken omdat ze hun land moesten ontvluchten of geen thesis hebben gemaakt, kunnen niet deelnemen. Het VLIR-examen wordt in het Nederlands afgelegd. Het bestaat uit een schriftelijk en een mondeling gedeelte en kan afgelegd worden los van de NARIC-procedure. Artsen hoeven geen procedure bij NARIC te starten of er het resultaat van af te wachten. De universitaire commissie kan op basis van de examenresultaten positief adviseren, waardoor NARICVlaanderen de buitenlandse arts de volledige gelijkwaardigheid kan verlenen. Als dat niet het geval is, geeft de VLIRcommissie advies over de nog te studeren periode aan een Vlaamse universiteit. De buitenlandse arts mag dan in het aangegeven jaar van de basisopleiding geneeskundestudies5 hernemen om opnieuw een basisdiploma arts te behalen. Op dit moment wordt de procedure herzien en weten we niet hoe die er in de toekomst zal uitzien. In ons rapport kijken we naar de 81 artsen, hoofdzakelijk vluchtelingen, die de studiebegeleiding van Vluchtelingenwerk in de periode 2004-2011 heeft begeleid. Ter vergelijking bekijken we eerst even de cijfers die we kregen van NARIC-Vlaanderen voor de totale groep van dossiers die zij behandelden in de periode 2007-2011. 266 artsen uit 59 verschillende landen dienden in die periode een dossier in voor een volledige gelijkwaardigheid van hun diploma met een Vlaams artsendiploma. Daarvan kregen 39 artsen een positief advies en een volledige gelijkwaardigheid met de Vlaamse academische graad van ‘arts’. 227 artsen kregen een negatief advies. De 81 artsen die wij begeleidden tussen 2004 en 2011 kregen allemaal een negatief advies en 30 van hen namen deel aan het VLIR-examen.
3
National Academic Recognition and Information Center
4
Vlaamse interuniversitaire raad
5
Vanaf academiejaar 2012-2013 wordt de basisopleiding geneeskunde 6 jaar in plaats van 7 jaar
4 vluchtelingenwerk vlaanderen nota gevluchte artsen
3. Analyse van de beginsituatie van buitenlandse artsen tussen 2004 -2011 In de periode 2004-2011 begeleidde Vluchtelingenwerk 81 artsen. In 2011 was er een aanzienlijke stijging van het aantal artsen dat wij zagen. Dit kan verklaard worden door de grotere bekendheid van de expertise van Vluchtelingenwerk en het tijdelijke project ‘EVC-portfolio6 voor buitenlandse artsen’. Of er ook meer gevluchte artsen aankwamen in België vanaf dan, is moeilijk in te schatten. De diploma’s van vluchtelingen worden nergens apart geregistreerd.
3.1 Herkomstlanden Van de 81 artsen die we begeleidden, kwam de grootste groep uit Rusland of één van de ex-Sovjetlanden, gevolgd door Irak en Afghanistan. Voor de rest zijn de herkomstlanden zeer verschillend zoals in de grafiek te zien is.
diploma behaald in
27
Van deze artsen behaalden vijf hun artsendiploma niet in het herkomstland maar in een ander land. We willen dit hier expliciet vermelden omdat deze artsen vaak al een andere taal dan hun moedertaal hebben moeten leren om hun diploma te behalen:
9 7
2
re
n
1
an
de
da
Pe r
u
2
So e
2
Eg yp te Rw an da
n
rië
Ira
Sy
k
tan
Ira
nis
ha
3
Af g
sl+
ex -S ov jre p
3
Ru
— Eén Tanzaniaanse arts behaalde een diploma in Rusland (1) — Eén Irakese arts behaalde een diploma in Egypte (1) — Twee Afghaanse artsen behaalden een diploma in Wit-Rusland (2) — Eén Belgische arts behaalde haar diploma in China (1)
12
3.2 Specialisatie Van de 81 artsen behaalden er 18 een specialisatie in hun herkomstland.
specialisaties
4
Daarnaast deden ze ook al heel wat jaren beroepservaring op. Meer hierover in grafiek 3.7. 2
2
log ie
1
1
1
1
iru
co
1
ch
ae
1
rg ie ps yc hia tri e ne ur olo gie ne fro log ep ie ide sc m ho iol olg og ie en ee sk un de an es th es ie of tal mo log ie ur olo gie ca rd iol og ie
1
rie
1
pe dia t
Huisartsgeneeskunde rekenden we niet tot de specialisaties. In vele landen wordt dit immers niet als een specialisatie bekeken, en ook in ons land is de specialisatie ‘huisartsgeneeskunde’ een recente ontwikkeling.
2
gy n
Een mogelijke verklaring voor het lage aantal specialisaties is dat we vooral te maken hebben met minder recente diploma’s en dat de meeste diploma’s algemene geneeskunde zijn.
6 EVC-project ‘Ontwikkeling van portfolio voor hoogopgeleide vluchtelingen’ van Vluchtelingenwerk Vlaanderen. EVC betekent Elders Verworven Competenties.
nota gevluchte artsen vluchtelingenwerk vlaanderen 5
3.3 Verblijfsstatuut genoteerd bij de eerste intake verblijfsstatuut genoteerd bij de eerste intake 33
De meeste artsen die bij de eerste intake nog een asielprocedure lopen hadden, werden ondertussen erkend als vluchteling of geregulariseerd. Onder personen die Vluchtelingenwerk als ‘geregulariseerd’ registreerde, bevinden zich ook heel wat ex-asielzoekers. Artsen die hier terechtkwamen via gezinshereniging zijn ook vaak artsen die zich herenigden met hun eerder gevluchte partner. Dit uitgesproken profiel heeft te maken met de focus van Vluchtelingenwerk op asielzoekers en vluchtelingen. En met het profiel van de vluchtelingen die gemiddeld iets hoger geschoold zijn dan andere migranten. In sommige landen, zoals Irak of Iran, worden hooggeschoolden bovendien uitdrukkelijk geviseerd.
19
15
8
re de an
er en sh
re g
er
ge
ge
zin
ula
luc dv ke n
ige
rd ee
ht
ris
eli
ek er zo iel as
r
6
ng
De grootste groep artsen is bij het eerste gesprek al erkend als vluchteling.
3.4 sekse Bij de intake is het aantal mannen bijna gelijk aan het aantal vrouwen: 42 mannen tegenover 39 vrouwen.
sekse 42 39
vro
ma
nn
uw en
en
We zien dat er bij de erkende vluchtelingen veel hooggeschoolde vrouwen zijn, die ook hier terug volgens hun opleidingsniveau willen werken.
3.5 Financiële situatie
6 vluchtelingenwerk vlaanderen nota gevluchte artsen
10
10 6
d be ke n on
klo os we r
te las ten
we rk
t
3
mw
Ten eerste betekent het dat je een hele tijd je financiële situatie niet kan verbeteren door te gaan werken. Ten tweede moet je ook toestemming krijgen van de OCMW-raad om tijd te besteden aan de voorbereiding van het examen. Tenslotte brengen studies heel wat kosten met zich mee die je als uitkeringsgerechtigde ook niet altijd kan dragen, zoals dure cursussen academisch Nederlands, inschrijvingsgeld en studiemateriaal.
financiële situatie
52
oc
Uit deze grafiek blijkt duidelijk dat heel wat buitenlandse artsen afhankelijk zijn van een uitkering, vaak van een leefloon. Dat hangt ook samen met het statuut van de artsen die Vluchtelingenwerk in begeleiding heeft: erkende vluchtelingen en geregulariseerden komen eerst vaak terecht bij het OCMW. In zo’n situatie is het niet evident om opnieuw te gaan studeren.
Voor heel wat artsen is het niet evident om afhankelijk te zijn van een uitkering. Ze hadden in hun thuisland een zekere status en aanzien en moeten nu terug onderaan de maatschappelijke ladder beginnen. Kiezen om iemand de mogelijkheid te geven om opnieuw arts te worden, is een keuze die kan opleveren op langere termijn. Zo investeert men in meer gemotiveerde werkkrachten op de arbeidsmarkt. Het voorkomt dat overgekwalificeerde werknemers terechtkomen in ondergekwalificeerde jobs, of in het ergste geval zelfs gedemotiveerd terugvallen op een uitkering.
3.6 Leeftijd De grootste groep artsen zijn tussen de 40 en 50 jaar oud. Meestal gaat het om artsen die al heel wat beroepservaring opdeden in hun thuisland.
leeftijd van artsen bij intake 16
8 6 4
de
on
rd
be
an
ke n
d
50
0 n5 0e n4
ou
ss e tu
tu
jon
ss e
ge
n3
rd
0e
an
n4
30
0
2
3.7 Beroepservaring We hebben geen exacte cijfers over het aantal jaren beroepservaring. Uit onderstaande tabel (steekproef van 36 artsen uit de groep van 81) blijkt dat de grootste groep meer dan 10 jaar werkervaring heeft. Oudere artsen hebben - evident - ook meer beroepservaring.
>1 0
<1 0
5 0-
on
be
ge e
n
ke nd
beroepservaring buitenlandse artsen
3.8 Kennis Engels In Vlaanderen is kennis van het Engels voor artsen onontbeerlijk. Alle vakliteratuur wordt in deze taal geschreven. In het buitenland is dat niet altijd zo. Er zijn dan ook artsen die geen Engels kennen. De opgetekende cijfers zijn gebaseerd op de talenkennis die de artsen zelf beweren te bezitten. Het niveau van de kennis Engels is in de grafiek niet in rekening genomen.
artsen met kennis van Engels 53
28
ls ge En nis ke n er nd zo
me t
ke n
nis
En
ge
ls
Vooral voor oudere artsen uit Rusland en de ex-Sovjetrepublieken vormt de kennis van academisch Engels een probleem. Ze kennen wel medisch Latijn.
nota gevluchte artsen vluchtelingenwerk vlaanderen 7
4. Analyse van artsen die deelnamen aan het VLIR-examen De artsen die bij Vluchtelingenwerk een eerste begeleidingsgesprek hebben, zijn gemiddeld één jaar in België. Een arts heeft minimum anderhalf jaar nodig om zich voor te bereiden op het artsenexamen. Een aantal van deze 81 artsen begon pas recent met de voorbereidingen. Dat betekent dat een heel deel het examen nog niet afgelegd hebben omdat zij zich nog aan het voorbereiden zijn. deelname aan het VLIR-examen tot 2011 In de periode 2004 tot 2011 namen maar 30 van de 81 artsen deel aan het VLIR-examen. We verwachten dat in 2012 en 2013 nog heel wat artsen zullen deelnemen.
30
ge le
elg en om e
gd
n
In de volgende grafieken bekijken we specifiek de situatie van artsen die deelnamen aan het VLIR-examen, dus de dertig artsen uit de eerste kolom van de grafiek hiernaast.
(n
og
)n
iet
de
af
De tweede grafiek toont aan dat artsen zelden meteen na aankomst het VLIR-examen afleggen. Uit enkele casestudies (o.a. case Rassoul, p.21, case Anna, p.19) blijkt duidelijk dat onder andere het leren van academisch Nederlands de nodige tijd in beslag neemt. Daarnaast moeten zeker de gevluchte artsen eerst heel wat andere zaken op orde brengen voor ze echt de draad van hun medische carrière weer kunnen opnemen: hun verblijfsprocedure, allerhande papierwerk, een voorlopige job om een inkomen te verzekeren,… Ook allerlei psychologische factoren zoals faalangst en trauma kunnen hun deelname aan het examen vertragen.
voorbereidingstijd VLIR-examen 7
7
6
2
2
5j
Deze grafiek vertelt ons dat van de dertig artsen de meesten drie jaar of zelfs langer dan vijf jaar wachten voor ze deelnemen aan het VLIR-examen. (zie case Anna, p.19)
4j
5
mi
5j
lan
nd
ge
er
rd
da
an
3j
2j
1j
n1
j
1
verblijfsstatuut van artsen die het VLIR-examen hebben afgelegd 10 9
6 4
re de an
ati e ris ula
er en igi ge
zin
sh
ro ce iel p as in
re g
re du
ng eli ht luc dv ke n er
8 vluchtelingenwerk vlaanderen nota gevluchte artsen
ng
1
herkomstlanden van artsen die het VLIR-examen hebben afgelegd 7 6 5
1
1
1
1
Pe ru sla nd Rw an da Sy r Ta ië nz a Ts nia jet sje nië
1
Ru
Ira
lgi
k
Oe n kr ain e
1
Be
Alb an
De meeste artsen die deelnemen aan het VLIR-examen zijn alleenstaand zonder kinderen. De tweede grootste groep zijn artsen die hier zijn met hun partner en kinderen.
1
ë Eg yp te
1
ië
1
Ira
De meeste artsen die deelnemen aan het VLIR-examen komen uit Iran, gevolgd door Rusland en Irak. Dit hangt vermoedelijk samen met groepen migranten die tijdens een specifieke periode in België aankomen. Zo bracht de oorlog in Tsjetsjenië heel wat vluchtelingen met de Russische nationaliteit naar België.
gezinssituatie van artsen die het VLIR-examen hebben afgelegd 12
9
7
d ke n be
in
tp
ar tn
er
zo nd
on
er
me
kin
tg
ez
re n de
re n de kin et
taa ns all ee
sekse van artsen die het VLIR-examen hebben afgelegd 19
uw en vro
nn
en
11
ma
Een mogelijke uitleg hiervoor zou kunnen zijn dat de voorbereiding voor het VLIR-examen voor de meeste vrouwen met gezinslast te zwaar is en dat ze ofwel de beslissing uitstellen of dat ze op zoek gaan naar alternatieve opleidingen. Uit een aantal cases blijkt dat vrouwen zich ook wel eens laten tegenhouden om nog opnieuw te beginnen als arts omwille van hun leeftijd. (zie case Svetlana, p.23, case Brigitte, p.17 en case Elza, p.17)
me
nd zo taa nd ns all ee
Hier zien we een eerste opvallende verschuiving ten opzichte van de beginsituatie. Bij de deelnemers aan het VLIR-examen is het aandeel vrouwen veel kleiner dan bij de intake. Van de dertig deelnemende artsen zijn er elf vrouwen (één derde ten opzichte van de helft bij intake).
1
nd m
er
kin
de
re n
1
nota gevluchte artsen vluchtelingenwerk vlaanderen 9
Het grootste deel van de artsen die deelnemen aan het VLIR-examen krijgen een uitkering van het OCMW.
financiële situatie 21
6
De leeftijd van de artsen die deelnemen aan het VLIRexamen blijkt erg divers.
te las ten
OC
we r
MW
kt
3
leeftijd bij het afleggen van het VLIR-examen 9 8
8
3
d ke n be on
ou de r
0 -5 40
40 30 -
20
-3 0
2
10 vluchtelingenwerk vlaanderen nota gevluchte artsen
De resultaten die de artsen behalen bij het VLIR-examen, blijken sterk verdeeld. Toch behaalde vier van de dertig meteen een volledige erkenning, één vijfde kon starten in het vierde masterjaar.
resultaten VLIR-examen 9
Een grote groep zit ergens in de middenmoot en start in het eerste masterjaar.
6 5
Artsen getuigden tijdens onze studiebegeleiding dat naast hun medische kennis7, ook hun kennis van het Nederlands en de vertrouwdheid met het examensysteem mee de score bepaalden. Ze vertelden hoe ze bepaalde vragen niet konden beantwoorden, omdat ze die niet of verkeerd begrepen.
5 4
Ook speelden faalangst, examenstress en studieomstandigheden mee bij het resultaat.
ke n er
4e in rt sta
sta
sta
18
Studies hernemen betekent nog niet dat alle artsen ook het basisdiploma geneeskunde kunnen behalen. Hoeveel artsen de studie hebben stopgezet en waarom, zou de opzet kunnen zijn van een bevraging via een focusgroep.
d ke n be
d ke n er ig ed
ge
en
ge
vo ll
ne +ta esku nd nd he e ( elk bl un t) de
nd e es ku ne
5
4
3
ge
Vier artsen kregen een volledige erkenning van hun basisdiploma na deelname aan het VLIR-examen. Specialisten kunnen een aanvraag doen bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid8 voor de erkenning van de specialisatie die ze in hun thuisland behaald hebben. Maar daarvoor moeten ze eerst een visumnummer aanvragen. Deze procedure kan veel tijd in beslag nemen (zie case Anas, p.22).
d
r ste ma
ste ma 3e in rt
in rt
rt sta
r
r ma
1e in
2e
ma
ste
r ste
r elo ch ba de in rt
effectieve start studies geneeskunde na VLIR-examen
on
Van de artsen die het VLIR-examen aflegden, hernam maar iets meer dan de helft daadwerkelijk hun studies geneeskunde. Sommige artsen kozen voor andere studies, meestal in het studiedomein gezondheidszorg. Het aantal jaren dat ze nog moeten studeren, bepaalt mee hun keuze.
sta
Deze grafiek kan dus niet enkel gebruikt worden om het medische niveau van de buitenlandse artsen af te lezen. Ook de randvoorwaarden bepalen de resultaten.
1
7
Getuigenissen van artsen tijdens de gesprekken van de studiebegeleiding en de bijeenkomsten van het portfolioproject
8
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU,
www.health.belgium.be
nota gevluchte artsen vluchtelingenwerk vlaanderen 11
5. Bevindingen Op basis van de bovenstaande cijfers en casestudies formuleren we, met de nodige voorzichtigheid, een aantal bevindingen. We roepen alle belanghebbenden - artsenverenigingen, medische faculteiten, werkgevers in de medische sector en de instanties verantwoordelijk voor de erkenning van kwalificaties - op om deze bevindingen verder te onderzoeken. De cijfers geven slechts een beperkt en gefilterd beeld van de situatie, omdat enkel de mensen die Vluchtelingenwerk opzochten voor begeleiding zijn opgenomen. Het lijkt ons essentieel dat deze cijfers worden afgezet tegen de bredere groep, en dat er ook geïnvesteerd wordt in grondiger kwalitatief onderzoek. — We kunnen stellen dat veel buitenlands talent verloren gaat door de lange procedures voor gelijkwaardigheid. Veel artsen worden al ontmoedigd in een eerste fase en zetten de stap naar het VLIR-examen niet. Van de 81 artsen die bij Vluchtelingenwerk terechtkwamen met een goed diploma en veel ervaring, namen tot nu toe 30 artsen deel aan het VLIR-examen. En zijn slechts 18 effectief gestart met hun studies geneeskunde of hun specialisatie. — Van deze artsen heeft niemand een volledige erkenning gekregen van zijn diploma bij de erkenningsinstantie NARIC. Niemand kon dus op korte termijn aan de slag als arts na aankomst in België. — Enkele artsen hebben wel een volledige erkenning gekregen van hun basisdiploma na deelname aan het VLIRexamen. Maar ze moeten dan nog beginnen aan hun specialisatie. Het zijn de laatste jaren (binnen de groep van artsen die bij Vluchtelingenwerk gekend zijn) vooral diploma’s uit Irak die een volledige erkenning hebben gekregen na deelname aan het VLIR-examen. — De meeste artsen moeten terug gaan studeren, maar dit betekent dat ze ofwel verder afhankelijk blijven van het OCMW of van hun partner. Of studeren en werk moeten combineren. — Ook hebben we de indruk dat de huidige procedure voor gelijkwaardigheidsverklaring van een artsendiploma ten nadele is van vrouwelijke artsen. Bij intake zagen we bijna evenveel vrouwelijke als mannelijke artsen. Bij deelname aan het VLIR-examen is dat nog maar één derde. — Artsen die er niet in slagen om hun kwalificaties en ervaring te laten erkennen, zijn vaak verplicht om ver onder hun niveau aan het werk te gaan. De gezinslast enerzijds, maar ook het strenge activeringsbeleid van OCMW en RVA houdt veel te weinig rekening met hun competenties. Ook de psychische gevolgen van de capaciteiten en expertise die niet benut worden en de kost die dat uiteindelijk met zich meebrengt, kunnen niet onderschat worden.
12 vluchtelingenwerk vlaanderen nota gevluchte artsen
We vragen de relevante instanties en instellingen om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het talent en de expertise van gevluchte artsen beter en zeker ook sneller te benutten. Uit verschillende verhalen begrijpen we dat nietwesterse artsen in andere Europese landen soms wel vrij snel binnen hun specialisatie aan het werk geraken. Het lijkt ons dan ook nuttig om bij een analyse van het huidige systeem, ook even naar de praktijk over de grenzen te gaan kijken. Natuurlijk is het correct om in de medische sector kwaliteit bovenaan te stellen, en pleiten we niet voor toegevingen op het vlak van de competenties waarover artsen zouden moeten beschikken. Maar dat betekent niet dat er niet zou kunnen ingezet worden op een zo snel en vlot mogelijke valorisering van de competenties die buitenlandse artsen wel hebben. De verhalen die Vluchtelingenwerk hoort, wekken minstens de indruk dat het Vlaamse systeem daar op dit moment niet op gericht is. Nochtans zouden buitenlandse artsen een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de Vlaamse zorgsector. Bovenal kunnen buitenlandse artsen een belangrijke meerwaarde betekenen om de steeds meer diverse patiëntenpopulatie in ons land op een goede en efficiënte manier te bedienen. Niet-westerse artsen zouden belangrijke bruggenbouwers kunnen zijn voor de noodzakelijke interculturalisering van de gezondheidszorg. In heel wat ziekenhuizen is er daarbovenop ook een tekort aan artsen op de spoedafdeling. Regelmatig lezen we daarover berichten in de media. Buitenlandse artsen zijn het in sommige gevallen erg gewoon om onder druk te werken en soms ook met weinig middelen. Expertise die op een spoedafdeling erg van pas kan komen. Ook verkiezen Vlaamse specialisten om een privépraktijk te openen eerder dan in een ziekenhuis te werken en hebben heel wat ziekenhuizen een tekort aan specialisten. Ook de huisartsenwachtposten kampen vaak met een groot tekort. Ervaren buitenlandse artsen zouden hier mee een oplossing kunnen bieden.
nota gevluchte artsen vluchtelingenwerk vlaanderen 13
6. Beleidsaanbevelingen Vaststelling: de weg naar de erkenning van het diploma is een lang traject. Allereerst pleiten we er voor om procedures voor het erkennen van artsendiploma’s, zonder kwaliteitsverlies, zo in te richten dat ze zo toegankelijk en snel mogelijk kunnen plaatsvinden. Hoe sneller artsen aan de slag kunnen binnen hun diploma, hoe minder risico er bestaat dat bepaalde vaardigheden en kennis achteruit gaan. Onze suggesties om toegankelijkheid te verbeteren en artsen sneller aan de slag te laten gaan: — Snelle en toegankelijke procedures en toegankelijke informatie. Artsen zouden al bij aankomst moeten kunnen kennismaken met de procedures voordat ze Nederlands hebben geleerd. Op dit moment is de informatie op de VLIR- en NARIC-website enkel beschikbaar in het Nederlands. — Er zouden meer op maat en betaalbare intensieve cursussen academisch Nederlands moeten georganiseerd worden. Er is ook nood aan een aanbod medisch Nederlands voor de Belgische context dat gericht is op de medische beroepspraktijk. — VLIR zou kunnen overwegen om begeleidingsmodules ter voorbereiding van het VLIR-examen te organiseren. — Ook zouden infosessies over de opleiding geneeskunde en specialisatiemogelijkheden in Vlaanderen voor geïnteresseerde buitenlandse artsen zeer nuttig zijn. — Het duurt op dit moment erg lang voor artsen daadwerkelijk kennis kunnen maken met de medische praktijk in België. Daarnaast is het erg zwaar als jarenlange studies moeten gecombineerd worden met werk. Als dat werk meer zou aansluiten bij de studie, zou het veel meer haalbaar worden voor buitenlandse artsen om hun kwalificaties in Vlaanderen opnieuw te halen. We denken aan bijvoorbeeld flexibele instapsystemen waarbij stagiaires en assistenten werken onder supervisie van een erkende arts of specialist.
Vaststelling: heel wat gevluchte artsen bevinden zich in een precaire financiële situatie — Zowel om de nodige tijd te kunnen besteden aan de voorbereiding, als voor de tussenkomst in een aantal kosten is het belangrijk dat een uitkeringsinstelling gevluchte artsen ondersteunt in hun ambitie. Op dit moment moeten artsen elk apart onderhandelen met hun eigen OCMW en de RVA. De beslissingen variëren erg van OCMW tot OCMW, en zelfs van maatschappelijk assistent tot maatschappelijk assistent. Nochtans kan de investering in bijvoorbeeld een taalcursus academisch Nederlands of voorbereiding op een VLIR-examen op termijn renderen. Activering onder het niveau leidt onvermijdelijk tot lagere lonen en een groter risico op uitval en terugval op uitkeringen. Mensen die een job vinden die past bij hun kwalificaties en ambities, zullen daarentegen niet alleen financieel beter af zijn maar zich ook psychisch beter voelen en zo veel meer kunnen betekenen voor hun omgeving en de maatschappij. Een goed OCMW-beleid voor deze artsen rendeert op lange termijn. — Financiële drempels moeten worden gedetecteerd en aangepakt. De procedure op zich is op dit moment kosteloos, maar bijvoorbeeld het vertalen van documenten kan erg duur zijn. Cursussen academisch Nederlands zijn erg prijzig. Al deze drempels vragen om adequate oplossingen voor wie dat nodig heeft.
14 vluchtelingenwerk vlaanderen nota gevluchte artsen
Vaststelling: weinig artsen krijgen een volledige gelijkwaardigheid, zelfs als ze al veel jaren werkervaring achter de rug hebben. — Relevante werkervaring moet deel uitmaken van erkenningscriteria. Het portfolio voor hoogopgeleide vluchtelingen van Vluchtelingenwerk kan helpen om deze ervaring in kaart te brengen. Buitenlandse artsen hebben soms jarenlange ervaring in heel verschillende systemen en contexten van gezondheidszorg. Ze kunnen in Vlaanderen niet alleen veel bijleren, maar hebben mogelijk ook interessante expertise en ervaring in te brengen. Universiteiten zouden kunnen nadenken hoe ze deze expertise een plaats kunnen geven binnen de opleidingen waar deze artsen opnieuw gaan studeren. De waardering die dat met zich meebrengt, kan dan weer zorgen voor meer zelfvertrouwen en hogere slaagcijfers bij de buitenlandse artsen. — De academische erkenningsprocedure via NARIC is een vrij omslachtige papieren procedure. We vragen om de mogelijkheid om een artsendiploma dat niet volledig erkend wordt op masterniveau, een academische erkenning te geven op bachelorniveau. Zodat artsen verder kunnen studeren in andere opleidingen of kunnen solliciteren op andere werkaanbiedingen binnen of buiten de gezondheidszorg. Dit naar analogie van andere academische erkenningen. — We pleiten zeker voor een vergelijkend onderzoek binnen Europa rond de inschakeling van buitenlandse artsen. Wat kunnen we leren van de buitenlandse systemen? — We pleiten ook voor de erkenning van artsendiploma’s volgens de principes van de ‘Lisbon Recognition Convention van 1997’9
9 Among the main points of the Council of Europe/UNESCO Convention are the following: — Each country shall recognise qualifications -whether for access to higher education, for periods of study or for higher education degrees- as similar to the corresponding qualifications in its own system unless it can show that there are substantial differences between its own qualifications and the qualifications for which recognition is sought. — Recognition of a higher education qualification issued in another country shall have one or both of the following consequences: a. access to further higher education studies, including relevant examinations and preparations for the doctorate, on the same conditions as candidates from the country in which recognition is sought; b. the use of an academic title, subject to the laws and regulations of the country in which recognition is sought. In addition, recognition may facilitate access to the labour market. — All countries shall develop procedures to assess whether refugees and displaced persons fulfil the relevant requirements for access to higher education or to employment activities, even in cases in which the qualifications cannot be proven through documentary evidence.
nota gevluchte artsen vluchtelingenwerk vlaanderen 15
7. Besluit Gevluchte artsen en andere artsen die met een nietEuropees diploma aankomen in België, hebben een erg lange weg af te leggen. Niet iedereen is in staat om die investe-ring van tijd en middelen op te brengen. Bovendien is het risico groot dat de lange periode van inactiviteit ervoor zorgt dat mensen vaardigheden en competenties verliezen. Daardoor gaat heel wat medische expertise verloren. Nochtans kunnen deze artsen echt een meerwaarde bieden in onze steeds diversere maatschappij. Als alle betrokken instanties en actoren dit inzien, zouden ze kunnen inzetten op vlottere en meer toegankelijke procedures. Zodat geen enkele competente arts uit de boot hoeft te vallen. Wij zijn ervan overtuigd dat er nog heel wat verbeterd kan worden, zonder toegevingen te doen op het vlak van kwaliteit.
16 vluchtelingenwerk vlaanderen nota gevluchte artsen
7. cases Elza 41 jaar Getrouwd 3 kinderen uit Rusland Studeerde in Kazachstan zes jaar geneeskunde en werkte er tien jaar als ziekenhuisarts. Sinds 2000 in België. Op het eerste intakegesprek bij de studiebegeleiding van Vluchtelingenwerk is Elza 41 jaar, vier jaar in België en nog in de asielprocedure. Ze heeft aanvankelijk veel interesse voor deelname aan het VLIR-examen maar twijfelt omdat ze niet meer lang wil studeren. Ze besluit om niet deel te nemen maar studies verpleegkunde aan te vatten. Ze mag starten in het tweede jaar van de opleiding. Elza is zeer tevreden over de opleiding en werkt nu als verpleegster.
Brigitte 46 jaar Getrouwd 4 kinderen uit Burundi Behaalde in Burundi het diploma van dokter in de geneeskunde en werlte er verschillende jaren als arts. Is in België sinds 1996. Brigitte gaat op de vlucht voor de oorlog in Burundi en kan daardoor niet alle studiedocumenten meenemen. Op het intakegesprek bij de studiebegeleiding van Vluchtelingenwerk is ze 46 jaar oud. Ze wil informatie over de mogelijkheden om hier als arts te werken of eventueel een andere medische opleiding te starten. Ze beslist om niet deel te nemen aan het VLIR-examen omdat ze zich te oud vindt. Ze besluit om een opleiding verpleegkunde te volgen. Ze krijgt een studieduurverkorting en kan haar studies in 2 jaar afmaken. Brigitte is zeer tevreden over de opleiding. Ze werkt nu als verpleegster maar zegt dat het soms moeilijk is om haar artsenverleden achter zich te laten. Medeverpleegsters reageren verbaasd als ze hen vertelt dat ze eigenlijk arts van opleiding is.
nota gevluchte artsen vluchtelingenwerk vlaanderen 17
Mohamed 34 jaar alleenstaand uit Irak Behaalde in Irak een diploma geneeskunde. Is sinds 2008 in België. Mohamed wil zich in Irak specialiseren in gynaecologie maar kan deze opleiding niet afmaken omwille van zijn vlucht. Hij deed zijn studies in het Engels. Hier, in België, wordt hij erkend als vluchteling en begint hij onmiddellijk Nederlands te studeren. Eerst volgt hij Nederlands bij het CVO (Centrum voor Volwassenen onderwijs) in Brussel maar hij ontdekt dat hij meer intensieve cursussen Nederlands nodig heeft. Hij schrijft zich in voor intensieve academische cursussen Nederlands. Hij behaalt vrij snel het vereiste niveau academisch Nederlands waarna hij zich grondig begint voor te bereiden voor het VLIR-examen. Met de hulp van Vluchtelingenwerk Vlaanderen vult hij ook nauwkeurig zijn artsenportfolio in dat hem zal helpen bij de mondelinge verdediging op het examen. In maart 2011 slaagt hij in het examen en krijgt hij de volledige gelijkwaardigheid van zijn artsendiploma. In juni 2011 wordt hij toegelaten tot de specialisatie.
18 vluchtelingenwerk vlaanderen nota gevluchte artsen
Anna 33 jaar Alleenstaand uit Afghanistan Geen kinderen Behaalde haar diploma als arts in Rusland. Is in België sinds 2002. Als kind is de vurigste droom van Anne om dokter te worden. Deze droom kan ze realiseren na een lange weg van hard werken en studeren. Na haar secundaire studies in Afghanistan wil ze in Wit-Rusland geneeskunde gaan studeren. Na een voorbereidend jaar waarbij ze intensief Russisch moet volgen, krijgt ze daarvoor de toestemming. Na zes jaar behaalt ze haar diploma van dokter in de geneeskunde. Ze blijft enkele maanden in Wit-Rusland en keert dan terug naar Afghanistan om er als dokter te werken. Maar door de onveilige situatie daar is Anna verplicht om samen met haar familie haar land te ontvluchten. Ze komt in België terecht en na het bekomen van de eerste schrik, besluit ze om de draad van haar leven terug op te pakken. Ze wil terug als arts aan de slag. Dit verloopt echter niet van een leien dakje. Ze krijgt geen academische erkenning van haar diploma maar zal terug een aantal jaren moeten gaan studeren. Maar eerst en vooral moet ze weer een nieuwe taal onder de knie krijgen. Ze volgt Nederlandse taalcursussen aan een universitair taalcentrum en behaalt daar het hoogste niveau. Ze neemt ook deel aan het VLIR-examen maar omdat ze onvoorbereid en nerveus is wordt ze zelfs niet toegelaten tot het eerste jaar. Ze zal nu zelfs het toelatingsexamen arts-tandarts moeten meedoen. Ze besluit zich echter niet te laten ontmoedigen en begint zich zeer intensief voor te bereiden voor de herkansing van het VLIR-examen. Ze leest alle vakliteratuur en zoekt elk woord op dat ze niet begrijpt en werkt als vrijwilliger in een ziekenhuis. Bij de tweede deelname aan het VLIR-examen is ze veel zelfzekerder, ze behaalt dan ook goede resultaten en mag starten in het eerste masterjaar. Vandaag is Anne afgestudeerd en werkt ze als huisarts. Ze verheugt zich nog elke dag dat ze weer als dokter mag werken. Een droom die ze al had van toen ze nog een klein meisje was.
nota gevluchte artsen vluchtelingenwerk vlaanderen 19
Catherine 26 jaar uit Rwanda Maakte haar studies geneeskunde (6 jaar) in Rwanda af . Is sinds december 2010 in België. Politieke problemen in Rwanda brengen haar leven en dat van haar familie in gevaar. Ze moet op de vlucht en vraagt asiel aan in ons land. Ze komt in Gent terecht in een opvangcentrum voor asielzoekers. Catherine spreekt dan enkel Frans en Engels, geen Nederlands. Omdat de consulent van het centrum haar vertelt dat haar asielprocedure lang kan duren besluit Catherine zo snel mogelijk Nederlands te leren. Ze start eerst met haar Nederlandse lessen bij een CVO (Centrum voor Volwassenen Onderwijs) maar vindt dat de lessen te traag gaan. In mei 2011 start ze dan ook met de lessen ‘academisch Nederlands’ in Gent). Ze werkt de vijf vereiste niveaus af en slaagt ook voor de ITNA-test (Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen) In 2011, één jaar na haar asielaanvraag, wordt Catherine erkend als vluchteling. In maart 2012 doet ze mee aan het VLIR-examen. Met succes: ze wordt toegelaten tot het zesde jaar geneeskunde. Catherine wil nu zo snel mogelijk haar studies geneeskunde afmaken om dan in België in de medische sector te gaan werken. Als het lukt wil ze eventueel specialiseren als kinderarts.
20 vluchtelingenwerk vlaanderen nota gevluchte artsen
Rassoul 42 jaar Alleenstaand uit Iran Beëindigde in 1997 met succes zijn studies geneeskunde in Iran en leidde daarna twee jaar zijn eigen huisartspraktijk in Azerbeidzjan. Is in België sinds 2002. In 2003 vlucht Rassoul voor de politieke onderdrukking in zijn land en komt in België in een opvangcentrum voor asielzoekers terecht. Daar verblijft hij twee jaar, tot hij zijn verblijfsvergunning krijgt. Rassoul is vast van plan om niet stil te zitten en neemt allerlei jobs aan. Hij werkt als tuinman in het centrum, volgt cursussen EHBO bij het Rode Kruis, werkt als vrijwilliger in het ziekenhuis en bij Artsen Zonder Grenzen. Hij hoopt dat hij hiermee zo goed mogelijk Nederlands leert om dan snel weer als huisarts aan de slag te kunnen. Na deelname aan het VLIR-examen wordt hij begin 2007 toegelaten tot het vijfde jaar van de zevenjarige opleiding geneeskunde. De enige voorwaarde om te kunnen starten is het afleggen van de schriftelijke en mondelinge taaltest Nederlands. Rassoul is heel blij en denkt dat die test Nederlands voor hem helemaal niet moeilijk zal zijn na zijn deelname aan het VLIR-examen. Ondanks zijn voorbereiding en inspanningen zakt hij toch tot drie keer toe in de schriftelijke taaltest Nederlands. Door die onvoldoendes kampt hij met faalangst. Slagen in de laatste test is zijn laatste kans want het VLIR-examen is slechts twee jaar geldig en anders moet hij helemaal van nul beginnen. Gelukkig slaagt hij in 2008 voor de taaltest en kan hij zich inschrijven aan de universiteit. In het academiejaar 2011-2012 behaalt hij zijn basisdiploma geneeskunde. Hij is nu gestart met zijn specialisatie.
nota gevluchte artsen vluchtelingenwerk vlaanderen 21
Anas 47jaar Getrouwd 3 kinderen uit Irak Studeerde in 1987 af als algemeen arts en in 1996 als psychiater. Is sinds 2008 in belgië. In 2008 verlaat hij zijn land verlaten omwille van politieke problemen. Na acht maanden in België wordt hij erkend als vluchteling. Omdat hij al heel wat ervaring heeft in de gezondheidzorgsector en hij deze ervaring niet wil verliezen, probeert hij onmiddellijk om zijn carrière verder te zetten in België. Hij wil zo snel mogelijk Nederlands leren zodat hij terug kan werken als arts. Hij volgt Nederlandse les-sen aan het CVO (academische cursus) in Kortrijk tot niveau 5. Hij begint zich ook grondig voor te bereiden op het VLIR-examen maar vreest vooral dat hij zal falen op het theoretische gedeelte omdat zijn studies al zo lang geleden zijn. In september 2011 slaagt hij, tegen al zijn verwachtingen in, in het schriftelijke en mondelinge gedeelte van het VLIR-examen. Zijn buitenlands diploma wordt erkend in België. Hij kan pas terug als psychiater aan de slag als de FOD1 nu ook nog zijn specialisatie psychiatrie erkent.
1 FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
22 vluchtelingenwerk vlaanderen nota gevluchte artsen
Svetlana 52 jaar alleenstaand 1 dochter 2 kleinkinderen uit Rusland Behaalde in Rusland haar diploma als arts met specialisatie cardiologie. Is sinds 2007 in België. In Rusland werkt ze als spoedarts in een academisch ziekenhuis en is ze lange tijd hoofd van de afdeling cardiologie. Ze zet zich er ook actief in voor gezondheid en mensenrechten. Dat brengt haar in problemen met het toenmalige regime. Svetlana moet op de vlucht en komt in België terecht. Op een eerste intakegesprek bij de studiebegeleiding van Vluchtelingenwerk is ze 52 jaar en wil ze over haar toekomstmogelijkheden praten. Opnieuw studeren voor arts wil ze niet en lijkt haar niet realistisch. Ze heeft ook problemen om het Nederlands te leren. De theoretische kennis gaat goed maar spreken en begrijpen vindt ze moeilijker. Bij ons eerste gesprek doorloopt ze nog haar asielprocedure wat haar veel stress bezorgt. Svetlana krijgt een leefloon van het OCMW en zou graag een korte medische opleiding volgen. Ze moet snel starten anders moet ze gaan werken en krijgt ze een job aangeboden die niet aangepast is aan haar opleidingsniveau zoals poetsen of werken in een kringloopwinkel. We schrijven een brief naar haar OCMW-begeleider om ervoor te pleiten dat ze een opleiding mag volgen die beter aansluit bij haar ervaring en waarvoor ze eventueel een studieverkorting kan krijgen op basis van haar diploma en werkervaring. Svetlana wordt ondertussen geregulariseerd en is geïnteres-seerd in de opleiding Medische Beeldvorming. Door een verhuis en familiale omstandigheden stelt Svetlana het volgen van een cursus Nederlands telkens uit. Uiteindelijk laat ze haar plannen om verder te studeren varen. Ze werkt nu als arbeidster in een koekjesfabriek.
nota gevluchte artsen vluchtelingenwerk vlaanderen 23
www.vluchtelingenwerkvlaanderen.be