Aan de Gemeenteraad
Raad
: 8 november 2007
Status
: Informerend
Punt no.
: 11
Onderwerp : Interne Controle- en Kwaliteitsplan 2007-2008
Korte toelichting De raad wordt geïnformeerd over hoe de controle m.b.t. de uitvoering WWB en IOAW zal inrichten en uitvoeren, als beschreven in bijgaand Controle- en Kwaliteitsplan 2007/2008.
Nadere toelichting Om te komen tot een adequate (eerstelijns) uitvoeringscontrole naar de rechtmatigheid en doelmatigheid van de uitvoering WWB en IOAW c.s. is er voor het boekjaar 2006 een Interne Controle- en Kwaliteitsplan opgesteld. Dit Interne Controle- en Kwaliteitsplan volgt het controleen verantwoordingsprotocol van het Rijk en waarborgt een dusdanige controle dat er gewerkt kan worden volgens het single audit principe. De interne controlewerkzaamheden zijn gericht op de uit te voeren taken en de daarbij behorende werkprocessen van de afdeling Sociale Zaken inzake de uitvoering WWB en IOAW. Dit Interne Controle- en Kwaliteitsplan 2006 is ontwikkeld in nauw overleg met de gemeentelijke accountant . Deloitte Accountants B.V. kan zich dan ook volledig vinden in de inhoud van dit plan. In de loop van 2007 heeft er een evaluatie plaatsgevonden en is dit Interne Controle- en Kwaliteitsplan herschreven. Het Interne Controle- en Kwaliteitsplan is geactualiseerd en afgestemd op de actuele uitvoering in dit jaar. Wanneer de werkwijze van de interne controle door nieuwe regelgeving wordt beïnvloed of er zich wijzigingen gaan voordoen in de werkprocessen dan moet het plan dien overeenkomstig worden aangepast. Buitenpost, 26 oktober 2007 het college van burgemeester en wethouders van Achtkarspelen, secretaris,
burgemeester,
mr. E. van der Sluis
T.J. van der Zwan
Bijlagen Ter inzage Ambtenaar Portefeuillehouder
: : : :
Interne Controle- en Kwaliteitsplan 2007-2008 W. van der Veen J. Stellinga
F:\programs\W4Y\RIS\WIVEEN-RVS1094 Interne Controle- en Kwaliteitsplan 2007-2008.doc
INTERNE CONTROLE- EN KWALITEITSPLAN 2007/2008 M.b.t. de uitvoering van de WWB en IOAW
GEMEENTE ACHTKARSPELEN
F:\programs\W4Y\RIS\WIVEEN-RVS1094 Interne Controle- en Kwaliteitsplan 2007-2008.doc
Inhoud
1.
Inleiding
3
1.1. Waarom interne controle?
1.2. Het afleggen van verantwoording aan bestuur en minister 1.3. Te onderscheiden onderzoeksgebieden
2.
Interne controle, op welke manier?
3 3 3
5
2.1. Algemeen 2.2. De onderzoeksmethoden
5 5
3. Controle tijdens het proces
6
3.1. Managementinformatie 3.2. Functiescheidingen en controle 3.4. Het spoor van de controle volgen
4. Controleaanpak onderdeel rechtmatigheid in de Gemeente Achtkarspelen
6 7 8
8 8 8 10 10 11 11 12
4.1. Algemeen 4.2. De Steekproef 4.3. De Checklisten
4.4. Het gemeentelijk beleid 4.5. Financiële controle 4.6. De verantwoording 4.7. Tot slot
5. Controle op de prestatie-indicatoren (doelmatigheid en doeltreffendheid)
12 12 13
5.1 De missie
5.2 De kritische succesfactoren
Bijlage 1: prestatie-indicatoren managementinformatie
-2-
14
1. 1.1.
Inleiding Waarom interne controle?
De gemeente is zelf verantwoordelijk voor de controle op de uitvoering van de wet. Om deze verantwoordelijkheid te kunnen dragen is een geheel van elkaar ondersteunende maatregelen, ingesteld door of namens burgemeester en wethouders, nodig om te kunnen beoordelen of de organisatie functioneert zoals is bedoeld en om onvolkomenheden in de rechtmatigheid en doelmatigheid te voorkomen, te vinden en daarna onmiddelijk te herstellen of te minimaliseren. Ook wordt er bijgestuurd om de zaak voor de toekomst weer goed te hebben geregeld. Het accent van de eerstelijns uitvoeringscontrole (interne controle) ligt dan ook in de eerste plaats op het verkrijgen van management- en sturingsinformatie gericht op vooraf gedefinieerde prestatie-indicatoren. Daarnaast worden de bevindingen ook gebruikt om verantwoording af te leggen.
De belangrijkste doelstellingen van de interne controle kunnen als volgt worden samengevat: • Informatie t.b.v. de interne sturing en beheersing; • Informatie t.b.v. de interne verantwoording, en; • Informatie t.b.v. externe verantwoording.
1.2.
Het afleggen van verantwoording aan bestuur en minister
De gemeente is verplicht om na afloop van een dienstjaar verantwoording af te leggen aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Met de invoering van de Wet werk en bijstand per 1 januari 2004 dient de uitvoering van de IOAW, IOAZ en de Bbz in een apart verslag te worden verantwoord. Ten behoeve hiervan heeft SZW modellen verstrekt alsmede handreikingen voor de invulling. Voor de verantwoording van de IOAW, IOAZ en Bbz gelden andere richtlijnen dan voor WWB. De uitkeringsregelingen IOAZ en Bbz worden voor deze gemeente uitgevoerd door de gemeente Leeuwarden. Deze uitvoerder draagt ook zorg voor de interne controle. Jaarlijks rapporteert de uitvoerder omtrent de rechtmatigheidsaspecten aan de gemeente Achtkarspelen. Bij deze verantwoording wordt een accountantsverklaring en rapportage verstrekt. De gemeente Achtkarspelen neemt deze bevindingen vervolgens over in het op te stellen verantwoordingsverslag. Daarnaast is ook de Controle- en rapportagechecklist richtinggevend voor de te verstrekken informatie. Verantwoording moet worden afgelegd over zowel beleidsmatige aspecten als (rechtmatige) uitvoeringsaspecten. Rechtmatigheid Wet werk en bijstand
Ter verantwoording behoort gerapporteerd te worden over de volgende onderwerpen Rechtmatigheid Werk
• Reïntegratie • Overgangsrecht Werk/Reïntegratie
Rechtmatigheid Inkomen*
• • • • •
Recht op uitkering Hoogte van de bijstand Plichten en maatregelen Langdurigheidstoeslag Overgangsrecht inkomen
-3-
Rechtmatigheid Bijzondere bijstand*
• Verstrekking Bijzondere bijstand • Overgangsrecht Bijzondere bijstand
Algemene Rechtmatigheidsonderdelen WWB
• • • • • • •
Cliëntenparticipatie Voorziening en verplichting Reïntegratie Gemeentelijke verordening Samenwerking met CWI/SNO Uitvoering door derden Doorzending en Verrekening Beveiliging
*Over deze items hoeft alleen verantwoordingsinformatie te worden gegeven als de totale financiële tekortkomingen groter zijn dan 1% van het totaal van de ontvangsten van het Werkdeel, het Inkomensdeel (-/- terugvorderingsbedrag) en het onderdeel Bijzondere Bijstand samen.
Rechtmatigheid IOAW
Ter verantwoording behoort gerapporteerd te worden over de volgende onderwerpen Rechtmatigheid Financieel
• • • • •
Financiële onzekerheden
• Volledigheid onderzoeken • Tijdigheid onderzoeken • Volledigheid/juistheid besluit tot toekenning
Algemene Rechtmatigheidsonderdelen
• Cliëntenparticipatie • Uitvoering door derden
1.3.
Recht op uitkering Handhaven van verplichtingen Volledigheid/juistheid van terugvorderingen Buiten invordering stellen Incassoactiviteiten
Te onderscheiden onderzoeksgebieden
De objecten van de controle zijn de wetten WWB en IOAW. Aangezien de gemeente Achtkarspelen geen centrumgemeente is voor de WIK vormt deze wet geen object van controle. Vastgesteld dient te worden of de uitvoering van bovenstaande wetten betrouwbaar (juist, volledig en tijdig) is en dat de regelgeving (de rechtmatigheid) is nageleefd. De te controleren onderwerpen binnen deze wetten zijn de uitvoeringsprocessen en de (financiële) verantwoordingen. Het gemeentelijk beleid dient als norm voor de uitvoering. Omdat het ministerie hieraan eisen stelt, is dit ook onderwerp van interne controle. De wettelijke vereisten zijn o.a. verwoord in: • Wet werk en bijstand (Wwb) • Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) • Invoeringswet Wwb • Besluit Suwi • Regeling Suwi
-4-
De verordeningen, beleidsregels, onderzoeksplannen en beleidsplannen die periodiek worden vastgesteld, dienen aan de bovenstaande wetgeving te voldoen. Indien het gemeentelijk beleid niet voldoet (uitvoering moet voldoen aan de verordening zoals die is vastgesteld), dan gelden de (strakkere) normen van de relevante wetgeving. Het is daarom van belang dat er middels de interne controle op toe wordt gezien dat er tijdig toereikend gemeentelijk beleid wordt ontwikkeld. Om het risico van financiële maatregelen door het ministerie te voorkomen, is het van belang dat de interne controle met betrekking tot de uitvoeringsprocessen is ingericht op de eisen van het ministerie van SZW. Daarnaast geeft het ministerie binnen bepaalde grenzen vrijheden met betrekking tot het gemeentelijk beleid ten aanzien van de uitvoeringsprocessen en stelt het ministerie de verantwoording over de uitvoeringsprocessen verplicht. 2.
2.1.
Interne controle, op welke manier?
Algemeen
Met interne controle (IC) wordt bedoeld de controle die achteraf, na het besluit- en betalingsproces, plaatsvindt. Gecontroleerd wordt of de uitvoering van de wet plaatsvindt in overeenstemming met de vastgestelde processen, procedures, richtlijnen, verordeningen etc. De aard en omvang van de achterafcontrole wordt in belangrijke mate bepaald door (de betrouwbaarheid van) de controle-instrumenten die opgenomen zijn in de Administratieve Organisatie (AO). Het gaat hier dan om de controles welke plaatshebben tijdens het besluitvormings- en betalingsproces. Wanneer adequate controles zijn opgenomen in de bedrijfsprocessen zal de IC een kleinere steekproef kunnen nemen. De IC-bevindingen worden vertaald naar de AO (hieronder wordt verstaan het geheel van structuur, processen, functies, beleid en richtlijnen). De IC-bevindingen kunnen leiden tot wijzigingen van de AO. In praktisch opzicht betekent dit dat de constateringen vanuit de IC worden vertaald naar conclusies en aanbevelingen richting het management. Op basis van de gewijzigde AO dient de IC de werking van deze wijzigingen opnieuw te beoordelen en te bewaken. Er is derhalve sprake van een cyclisch proces. De organisatie kan zich ook periodiek nieuwe controledoelen stellen om kwaliteit en kwantiteit in beeld te brengen. IC is een vast onderdeel van iedere wijziging in de organisatie. Steeds zal nagegaan moeten worden wat de gevolgen zijn voor de controle van de organisatie. Het plan is primair bedoeld om de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid te monitoren en secundair bedoeld om de rechtmatigheid van de uitvoering te toetsen. Het plan biedt de basis voor het op systematische wijze verzamelen en controleren van gegevens, die in de maandelijkse managementrapportage worden opgenomen. Hierbij is het uitgangspunt de missie van de organisatie, bekeken vanuit vijf invalshoeken. Deze invalshoeken zijn: werk, inkomen, zorg, bedrijfsvoering en rechtmatigheid.
2.2.
De onderzoeksmethoden
Voor de uitvoering van de interne controle zijn verschillende controle-instrumenten beschikbaar. De ideale situatie is dat de geautomatiseerde gegevensbestanden een belangrijk deel van de gegevens leveren voor het verantwoordingsverslag en de sturing en beheersing van de organisatie. Het ministerie onderkent dat deze ideale situatie bij veel gemeenten nog niet is bereikt. Aanvullend onderzoek is dan ook noodzakelijk.
-5-
Globaal worden naast geautomatiseerde gegevensverzameling nog een aantal andere methoden onderscheiden: - De wetstechnische toetsing wordt uitgevoerd door de teamleiders van team WWB 1 en 2. Deze toetsers zijn voldoende deskundig en hun kennis wordt intern bijgehouden door de beleidsmedewerkers van het team Staf. Hiernaast bestaat de mogelijkheid om extern cursussen te volgen, zodat de kennis op peil blijft. Alle rapporten, welke worden gemaakt door de casemanagers, worden getoetst door de beide teamleiders. Van datgene wat niet klopt wordt verslag gemaakt en wordt teruggekoppeld naar de Intern Controleur. Hiernaast is gekozen om in een periode van drie maanden per jaar kruislingse toetsing te hanteren - Wanneer de besluiten zijn verwerkt en gecontroleerd in de uitkeringsadministratie wordt nog steekproefsgewijs gecontroleerd door de 1e medewerker uitkeringsadministratie. - Het verzamelen van gegevens door middel van steekproeven (bijv. 90 per jaar). Representatieve steekproeven leveren betrouwbare gegevens. Gecontroleerd wordt het rechtmatig verstrekken van de uitkering. De controle wordt uitgevoerd met behulp van controlelijsten. Per kwartaal wordt een steekproef uitgezet aan de hand van de besluitenlijsten. Hierbij kan ook worden nagegaan in hoeverre daadwerkelijk volgens de vastgestelde werkprocessen wordt gewerkt. - Het raadplegen van de beschikbare databestanden en administratieve vastleggingen in relatie tot het genereren van informatie omtrent de vooraf gedefinieerde prestatieindicatoren. Op deze informatie zal tevens een controleslag plaatsvinden. - Gedurende het (controle)jaar worden overige IC-onderzoeken verricht. Deze onderzoeken leveren in combinatie met de eerdergenoemde methoden voldoende betrouwbare informatie op voor de verantwoording, beheersing en sturing. Vormen van onderzoek zijn interview, analyse van (toets)controlelijsten, analyse van managementinformatie en vergelijking van gegevens. Deze onderzoeken worden per kwartaal uitgevoerd. Daarnaast wordt jaarlijks gekozen voor een thema-onderzoek. Dit thema kan worden gekozen n.a.v. het product Hoogwaardige Handhaving.
3.
3.1.
Controle tijdens het proces
Managementinformatie
Met de invoering van de Wet werk en bijstand is de gemeente 100% financieel verantwoordelijk voor de bijstandsuitgaven. Om deze te kunnen beheersen en sturen dient periodiek managementinformatie beschikbaar te zijn. Met deze informatie wordt inzicht verkregen in de kwantitatieve aspecten van de bedrijfsvoering, maar ook in de kwalitatieve aspecten (b.v. leidt het gemeentelijk beleid tot het beoogde aantal uitstromingen). De managementinformatie dient in ieder geval de in bijlage 1 opgenomen informatie te leveren. In deze bijlage is tevens verwoord waarom en hoe deze managementinformatie beschikbaar moet komen. Welke zaken zullen worden gerapporteerd en gecontroleerd maakt tevens onderdeel uit van bijlage 1: Uiteraard dient de managementinformatie zo te zijn ingericht dat de cijfermatige vragen kunnen worden gevuld aan de hand van de managementinformatie. Elk jaar zal er een evaluatie moeten plaatsvinden waaruit blijkt of de managementinformatie toereikend is.
-6-
3.2.
Functiescheidingen en controle
Om een betrouwbare informatievoorziening te realiseren dienen er in ieder geval functiescheidingen binnen de administratieve organisatie gerealiseerd te zijn. De relevante aanwezige controletechnische functiescheidingen zijn: • voorbereiding beslissing (uitvoerend/ adviserend) • wetstechnische toetsing (toetsen 1:1) • beslissing (beschikkend) • uitvoering beslissing (uitvoerend) • uitkeringsadministratie (uitvoerend) • financiële administratie (uitvoerend) • interne controle (controlerend) • betalingsorganisatie (uitvoerend) Door middel van IC wordt gecontroleerd of de uitvoering plaatsvindt volgens de beschreven werkprocessen. Aan de hand van deze controle wordt onderzocht of de werkprocessen aangepast dienen te worden. Het is ook mogelijk dat er wordt geconstateerd dat de werkwijze en/of het beleid aangepast dient te worden. Er zijn werkprocessen beschreven. Deze werkprocessen zijn gebaseerd op de situatie na 1 januari 2006 in verband met de komst van szwNet van Planconsult.
3.3.
Controle in de uitvoeringsprocessen
Het is van groot belang dat ook in de Administratieve Organisatie (de werkprocessen) controle-elementen zijn ingebouwd om risico's te verkleinen of weg te nemen. In de uitvoeringsprocessen kunnen de volgende risico-beperkende omstandigheden worden onderscheiden: • Er wordt gewerkt met standaarddocumenten (controlelijsten, beschikkingen, brieven en rapportages); • In het uitkeringssysteem zijn verschillende aanvraagsoorten gedefinieerd; • In het uitkeringssysteem worden aanvragen, alsmede de afhandeling hiervan, vastgelegd; • In het uitkeringssysteem zijn waarborgen ingebouwd voor het handhaven van functiescheidingen; • Er worden uitsluitend mutaties in het systeem verricht op basis van een onderliggend stuk (rapport, mutatieformulier, voorschotformulier, rechtmatigheidsformulier); • Er vindt controle plaats op de gewijzigde constanten (bijv. bank-/gironummer, wijziging gezinssituatie etc.); • Dossiervorming vindt plaats aan de hand van een vastgestelde procedure; • Bij elk onderzoek wordt opnieuw een GBA (bevolkingsgegevens) overzicht in het dossier gevoegd; • Voor in het dossier worden de volgende gegevens in volgorde vastgelegd, legitimatie, sofi-nummer, statusdocument vreemdelingen, verblijfsvergunning, inschrijvingsbewijs ziektekostenverzekering en eventueel de huurovereenkomst; • Achter elk tabblad worden volgens een vaste structuur en volgorde een aantal gegevens opgenomen. Deze minimale gegevens (verificatie en validatie) worden in een werkinstructie vastgelegd; • Periodiek wordt managementinformatie vervaardigd; • De gemeentelijke richtlijnen worden periodiek geactualiseerd; • De werkprocessen worden onderhouden; • Betaal- en mutatielijsten worden gecontroleerd;
-7-
• Er worden wekelijks betalingen gedaan. Maandelijks wordt er een uitkeringsrun gedraaid. Een proefrun gaat steeds aan de definitieve run vooraf.
3.4.
Het spoor van de controle volgen
Zoals reeds aangegeven dient het controlespoor transparant en verifieerbaar te zijn. Immers achteraf dient vastgesteld te kunnen worden of de controle-instrumenten zoals opgenomen in de AO zijn benut en wat de resultaten zijn van de uitgevoerde controles. Deze informatietoegankelijkheid is van belang voor de interne controle, de accountantscontrole en de controle van het ministerie. Tevens is deze informatie van belang voor tussentijdse onderzoeken in verband met de bedrijfsvoering en het ontwikkelen van beleid. In de Gemeente Achtkarspelen wordt het controlespoor als volgt zichtbaar gemaakt: • na vervaardiging, toetsing, beslissing en controle worden rapportages/ besluiten voorzien van datum en paraaf. Besluiten worden conform een vastgestelde procedure gearchiveerd. Tevens moet de historie beschikbaar zijn in de werkbeheersing (voortgangsegistratie); • gecontroleerde lijsten worden minimaal twee jaar bewaard; • de interne controle checklisten worden verzameld en bewaard; • de managementinformatie wordt bewaard; • verantwoordingen (ministerie, CBS, beleidsverslag etc.) en declaraties worden bewaard; • het controlespoor is vastgelegd in de beschreven werkprocessen. 4. 4.1.
Controleaanpak onderdeel rechtmatigheid in de Gemeente Achtkarspelen Algemeen
Zoals reeds opgemerkt vinden er diverse controles plaats tijdens de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden. De interne controle vindt plaats door steekproefsgewijze dossiercontrole met behulp van checklisten die door het team Staf zijn opgesteld. 4.2.
De Steekproef
De eurosteekproefmethode is de methode welke, volgens onze accountant, zuiver is. Deze methode is gebaseerd op de wetenschap van de statistiek. Het voordeel van een statistische meetmethode is dat de geconstateerde tekortkoming makkelijker doorberekend kan worden naar het totaal van de uitgaven en ontvangsten. De steekproef wordt genomen op het aantal euro´s die de deur in en uit gaan’ (de betalingen en ontvangsten). Zonder rekening te houden met de ‘kwaliteit van de organisatie’ wordt in de praktijk uitgegaan van een omvang van 300 euro’s (posten) uit de gehele massa als basis voor de interne controle. Omdat voor de WWB een norm geldt van maximaal 1% financiële tekortkoming zal er rekening gehouden moeten worden met enige marge hierin, waardoor een praktische steekproef rond de 360 euro´s zal moeten bedragen. Wat de minimale aantallen moeten zijn per jaar wordt berekend met het gebruik van het smashmodel van de accountant Deloitte. Wanneer kan worden aangetoond dat de toegepaste procedures en gebruikte systemen goed zijn en goed werken (dat deze procedures en systemen waarborgen dat het aantal fouten onder de 1% blijft) kan de omvang van de steekproef beperkt worden tot minder euro’s.
-8-
Om inzicht te verkrijgen in de systemen en procedures die de kwaliteit van de uitvoering moeten waarborgen wordt een checklist ingevuld. Aan de hand van deze checklist wordt door de accountant een oordeel gegeven over de kwaliteit (risico-profiel) van de organisatie. Met behulp van het risico-profiel wordt de omvang van de steekproef bepaald. De volgende mogelijkheden kunnen worden onderkend: Totaal-oordeel kwaliteits- Risico-profiel niveau sociale dienst
Toelichting
Goed
Basic
Voldoende
Intermediate
Redelijk
Focused
De gemeente gaat uit van een goed functionerende afdeling Sociale Zaken, waarbij geen fouten worden gemaakt door goed verankerde processen en een ongewijzigd normenkader. De gemeente gaat uit van een redelijk tot goed functionerende afdeling Sociale Zaken, waarbij nagenoeg geen fouten worden gemaakt door in opzet goed verankerde processen en een ongewijzigd normenkader. De gemeente heeft belangrijke wijzigingen toegepast in het normenkader en er bestaat daardoor nog geen voldoende zekerheid over de kwaliteit van de uitvoering van de gewijzigde processen.
Rekening houdend met de ontwikkelingsfase waarin onze afdeling sociale zaken zich bevindt kwalificeren wij de kwaliteit van onze administratieve organisatie en interne beheersing op voldoende. Met behulp van een spreadsheet wordt op basis van het gekozen risico-profiel de omvang van de steekproef berekend. In Excel zijn er registers gemaakt van alle uitgaven en ontvangsten die in een boekjaar hebben plaatsgevonden, gesorteerd op product (bijstandsuitkering, bijzondere bijstand, langdurigheidstoeslag en reïntegratietrajecten). De bedragen aan uitgaven en ontvangsten worden gecumuleerd. Op de gecumuleerde bedragen wordt de steekproef genomen. De door de steekproef gefilterde bedragen verwijzen naar een cliënt. Op het dossier van deze cliënt wordt dossiercontrole uitgevoerd. In 2006 is gekozen voor de oude methode. Steekproefsgewijs is er controle uitgevoerd op de verschillende processen oftewel besluitsoorten. Er is gebruik gemaakt van de door onze accountant goedgekeurde checklisten. Deze keuze is gemaakt omdat de gemeente niet beschikt over de juiste berekening van deze eurosteekproefmethode. Tevens is gebleken dat de "oude" steekproefmethode uitstekend werkt. Dit is ook de reden dat in 2007 eveneens deze steekproefmethode zal worden gehanteerd. Voor de controle van de IOAW wordt ook de steekproef uitgezet volgens de "oude" methode. Deze uitkeringsregeling heeft een geringe omvang van het cliëntenbestand. Wanneer mag blijken dat de onvolkomenheid een integrale controle op dat aspect vereist, dan zal dat worden uitgevoerd. De steekproef wordt verminderd naar gelang het foutpercentage 0 blijft (afbouw).
-9-
4.3.
De Checklisten
In de dagelijkse praktijk wordt ieder voorstel getoetst. De toetser beoordeelt of het voorstel en de beschikking, gelet op wet- en regelgeving, juist zijn. Ook tijdens de administratieve verwerking vinden controlehandelingen plaats. De interne controle bestaat hieruit dat van de verschillende processen oftewel besluitsoorten, steekproefsgewijs een achterafcontrole plaatsvindt Onregelmatigheden ten aanzien van de uitgevoerde processen komen hierdoor aan het licht zodat bijsturing op directe wijze of via rapportages op gang wordt gebracht. Om een gestructureerde controle mogelijk te maken zijn checklist vastgesteld. De volgende checklisten afgestemd op de verschillende besluitsoorten kunnen worden onderscheiden: •
aanvraag inkomen (WWB, bijzondere bijstand, IOAW);
•
voortzettingsonderzoek inkomen (WWB, bijzondere bijstand, IOAW);
•
beëindiging inkomen (WWB, bijzondere bijstand, IOAW);
•
vaststellen terugvordering inkomen (WWB, bijzondere bijstand, IOAW);
•
vaststellen verhaal inkomen (WWB, bijzondere bijstand);
•
beheer debiteuren inkomen (WWB, bijzondere bijstand, IOAW);
•
aanvraag werkvoorziening (WWB);
•
voortzettingsonderzoek werkvoorziening (WWB);
•
beëindiging werkvoorziening (WWB);
•
aanvraag langdurigheidstoeslag inkomen (WWB).
De checklisten dienen ook voor informatievergaring. Niet alle benodigde management- en verantwoordingsinformatie kan via het geautomatiseerde systeem verkregen worden. De checklisten kunnen hiervoor een oplossing zijn. De checklisten worden opgeborgen in een ordner. Daarnaast zal een database worden aangemaakt, waarin relevante informatie uit de checklisten zal worden opgeslagen.
4.4.
Het gemeentelijk beleid
Het Rijk kent aan gemeenten, naast uitvoeringsverantwoordelijkheid, in ruime mate beleidsverantwoordelijkheid voor de bijstandsverlening in de gehele breedte toe. Via een aantal in de wetten opgenomen verplichtingen wordt beoogd de betrokkenheid van het lokale bestuur bij de aansturing van en de controle op het bijstandsbeleid te vergroten. Beoordeeld dient te worden of het gemeentebestuur aan die verplichtingen voldoet en daarbij blijft binnen de door de wet gestelde grenzen. De gemeentelijke verordeningen en beleidsregels, en daarmee te controleren onderwerpen zijn: 1. Cliëntenparticipatie 2. Afstemming bijstand 3. Hoogwaardige Handhaving 4. Activering en reïntegratie 5. Toeslagen op en verlagingen van de norm ingevolge de WWB 6. Debiteurenbeleid 7. Bijzondere bijstandbeleid
- 10 -
De beoordeling van het gemeentelijk beleid vindt plaats op het moment dat dit wordt goedgekeurd door de Raad.
4.5.
Financiële controle
Aansluitingen Omdat sommige verantwoordingen (IOAW) per kwartaal moeten worden gedaan dienen de aansluitingen minimaal ook per kwartaal te worden gemaakt. Het gaat hierbij om de aansluitingen tussen uitkeringen- en debiteurenadministratie enerzijds en financiële administratie anderzijds alsmede om de specificatie; het beheer en de afloop van alle relevante tussenrekeningen. Bij de verwerking van de hieruit voortvloeiende boekingen wordt controle uitgevoerd op de aansluitingen en de overeenstemming tussen kosten en rijksbijdrage. Vast te stellen aansluitingen: uitkeringsadministratie en kwartaaldeclaraties (in totalen en per code); - declaraties en de jaaropgave; - beginsaldi debiteuren en eindsaldi debiteuren voorgaand jaar; - ontvangsten debiteurenadministratie en ontvangsten in de kwartaaldeclaraties (in totalen en per code); - ontvangsten en verwerking in de sub-administratie; - de aansluiting met de financiële administratie v.w.b. kosten en ontvangsten. Verantwoordingen. De verantwoordingen worden, tenzij anders vermeld, opgesteld door een collega nadat de aansluitingen zijn gemaakt. Het gaat hier o.a. om: - kwartaalaangiften; - maandelijkse aangiften belastingdienst; - jaaropgaven ministerie SZW; - verslag over de uitvoering; - statistiek; - jaarrekening;
4.6.
De verantwoording
De verkregen gegevens vanuit het geautomatiseerde systeem; de checklisten alsmede uit de overige in dit plan genoemde managementinformatie, dienen te worden verwerkt in een periodiek verslag. Er wordt één IC-verslag per half jaar gemaakt. Twee IC-verslagen over het hele jaar. De controle is per kwartaal. In het verslag moet een kwantificering van de bevindingen worden gegeven (goed en fout), alsmede opmerkingen (die een meer vrijblijvend karakter hebben en niet in het verslag over de uitvoering worden opgenomen), alsmede een oorzaak-analyse van de tekortkomingen en een advies ter verbetering meestal met betrekking tot de AO, IC, middelen en beleid. De interne verantwoording betreffende de uitvoering in kwalitatieve en kwantitatieve zin zal dus bestaan uit twee tussentijdse rapportages. De rapportages worden gebruikt voor de aan- en bijsturing. Indien immers tijdig wordt geregistreerd dat er tekortkomingen in de organisatie zijn en er op basis van deze informatie vervolgens ook direct wordt ingegrepen, kan worden voorkomen dat de resultaten aan het eind van een dienstjaar aanleiding blijken te zijn voor het opleggen van een financiële maatregel door het ministerie. Er wordt niet gewacht met rapporteren wanneer mag blijken dat er belangrijke zaken uit de controle komen. Dit wordt direct besproken. De gevonden tekorkomingen/fouten worden, indien mogelijk, binnen het dienstjaar hersteld. Dit voorkomt dat er jaarlijks veel en grote financiële fouten zijn.
- 11 -
Op basis van de tussentijdse rapportages wordt een eind IC-verslag opgesteld. Deze verantwoording omvat het volledige dienstjaar. Een controlejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Uiterlijk aan het einde van het eerste kwartaal is steeds het eind IC-verslag afgerond over het voorgaande dienstjaar. Een tijdige afhandeling is van groot belang i.v.m. de vertaling van de conclusies en aanbevelingen naar de organisatie (AO, IC, middelen en beleid). Overigens wordt deze informatie in belangrijke mate ook verkregen uit de kwartaalrapportages. Opbouw interne controleverslag - inleiding: ingegaan wordt op de controleperiode en de methoden van onderzoek; - relatie met voorgaand verslag en de genomen (AO/IC) maatregelen; - bevindingen en de vertaling naar het verantwoordingsmodel; - statistische en financiële gegevens; - conclusies en aanbevelingen; - bijlagen.
4.7.
Tot slot
Vanaf 2000 is single audit ingevoerd door het ministerie SZW. In de jaren 2000, 2001 en 2002 heeft de gemeente Achtkarspelen de interne controle uitbesteed aan Deloitte. Vanaf 2003 is de interne controle uitgevoerd door de Intern Controleur in dienst van de gemeente Achtkarspelen. Naar aanleiding van de interne controle zijn diverse verbeteringen aangebracht in het uitvoeringsproces. Ook zijn er aanpassingen gedaan in het vastgestelde beleid. Dit heeft in 2003 geleid tot een verantwoording aan het ministerie SZW, dat in de uitvoering een verbeterd resultaat heeft opgeleverd. Per 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand van kracht geworden. Het beleid en de uitvoering zijn aangepast aan de nieuwe wet. Uitvoerders en controleurs moesten groeien in de nieuwe situatie. Aan de hand van de interne controle over 2004 heeft er een evaluatie plaatsgevonden. Daaruit is gebleken dat het kwaliteitssysteem voldoet in de nieuwe situatie. In 2006 hebben er wederom wijzigingen plaatsgevonden. De komst van szwNet van Planconsult heeft geen onbelangrijke rol gespeeld. In het dienstjaar 2007 zal er wederom kritisch worden gekeken wat er moet worden veranderd.
5. Controle op de prestatie-indicatoren (doelmatigheid en doeltreffendheid) 5.1 De missie Het informatie controleplan is opgezet voor het monitoren en bijsturen op de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gevoerde beleid. Het gevoerde beleid komt voort uit een missie, die als volgt is geformuleerd: De inwoners van de gemeente Achtkarspelen, die een beroep doen op sociale zekerheid en maatschappelijke ondersteuning, mogelijkheden en instrumenten aanreiken om actief deel te nemen aan de samenleving en maatschappelijke processen. Dit kan via de best mogelijke financiële dienstverlening en het optimaal arrangeren van activering, reïntegratie en voorzieningen die hun zelfredzaamheid herstellen of bevorderen. Deze missie is uitgewerkt in kritische succesfactoren, die bepalen in welke mate deze missie succesvol kan worden bereikt en gemeten.
- 12 -
5.2 De kritische succesfactoren Om uitvoering aan de missie te kunnen geven zijn concrete beleidsdoelstellingen/succesfactoren benoemd waarop wordt gestuurd. Deze speerpunten luiden: • beperking instroom • bevordering uitstroom • bestrijding misbruik • correct debiteurenbeheer • beperken uitgaven • verhogen ontvangsten • vergroten serviceniveau • accomoderen van volumedaling • optimaliseren kostenniveau • optimale aanwending bedrijfsmiddelen • voldoen aan wet- en regelgeving Voor de beleidsdoelen/succesfactorenpeerpunten zijn vervolgens vanuit de invalshoeken Werk, Inkomen, Zorg en Bedrijfsvoering prestatie-indicatoren bepaald. De informatie met betrekking tot de prestatie-indicatoren zal periodiek door de interne controlefunctionaris worden verzameled en gecontroleerd, zodat het management op basis van deze informatie kan sturen. De prestatie-indicatoren zijn uitgewerkt in bijlage 1. De controle op de rechtmatigheid is uitgewerkt in hoofdstuk 4..
- 13 -
Bijlage 1: prestatie-indicatoren managementinformatie In onderstaande overzichten wordt per invalshoek vermeldt welke informatie door de interne controlefunctionaris wordt verzameld. Vervolgens wordt ingegaan op waarom deze informatie wordt verzameld, hoe dat gebeurdt en welke controlehandelingen worden verricht. Het overzicht sluit af met een weergave hoe de informatie in de managementrapportage wordt gepresenteerd. WERK 1. Preventiequote (CWI en eigen organisatie) Welke Het percentage van de aanvragen die niet leiden tot een uitkering. Preventie informatie geschiedt door het CWI. Waarom
De informatie geeft een indicatie in welke mate het preventiebeleid effectief heeft gewerkt. Een effectief preventiebeleid leidt tot een beperking van de instroom van cliënten. Doelstelling van de gemeente is het percentage van 23% naar 30% te brengen.
Hoe
De ICF ontleent het aantal geregistreerde aanvragen met de daarbij behorende besluitcodes aan het uitkeringenbestand. De preventiequote van het CWI ontleent hij aan de kwartaalrapportages van het CWI.
Controle
Wordt in de rechtmatigheidscontrole meegenomen, door middel van een steekproef op de aanvragen, waarbij de juiste verwerking in de administratie als aandachtspunt is benoemd.
Rapportering
Werkelijke quotes ten opzichte van begroot en benchmarkgegevens.
2. Percentage bezette trajecten Welke Het percentage trajecten dat ultimo de controleperiode bezet is, uitgedrukt in de informatie aantal bezette/geplaatste trajecten in relatie tot het totaal aantal ingekochte/beschikbare trajecten. De gemeente heeft hierin een doelstelling van 85%. Waarom
De informatie geeft een indicatie in welke mate de gemeente er in slaagt de ingekochte trajecten bezet te krijgen. Hoe hoger de bezettingsgraad des te hoger de kans dat een traject leidt tot een succesvolle uitstroom. Daarnaast kan een tegenvallend percentage een indicatie zijn voor een slecht functionerende plaatsingsorganisatie, danwel een ondoelmatig inkoopbeleid.
Hoe
De ICF ontleent zijn informatie aan de binnen de gemeente separaat bijgehouden plaatsingsadministratie.
Controle
De ICF voert steekproefsgewijs controles uit op de actualiteit van het plaatsingsbestand (Excel) door middel van een afstemming met van reïntegratiebedrijven verkregen verantwoordingsinformatie.
Rapportering Werkelijk plaatsingspercentage ten opzichte van de voorgaande controleperiode (3x) en de norm van 85%.
- 14 -
3. Uitstroomcoëfficiënt Welke Het aantal succesvol naar regulier werk uitgestroomde cliënten ten opzichte informatie van het totaal aantal beëindigde trajecten. Waarom
Dit is een indicator voor het succes van het reïntegratiebeleid. Een succesvol reïntegratiebeleid leidt tot uitstroom van cliënten uit de bijstand. De hoogte van de uitstroomcoëfficiënt wordt in belangrijke mate beïnvloed door de resultaten van de ingehuurde reïntegratiebedrijven. Afwijking van de norm kan dus een signaal zijn voor benodigde bijsturing van een reïntegratiebedrijf.
Hoe
De ICF neemt kennis van het cliëntregistratiesysteem. Hij berekent de uitstroomcoëfficiënt door het aantal succesvolle beëindigingen te delen op het totaal van de beëindigde trajecten.
Controle
De ICF neemt kennis van de rapportages van de reïntegratiebedrijven en stemt de succesvol gereïntegreerden af met de eigen cliëntadministratie door van deze gevallen vast te stellen dat het bijbehorende sofinummer conform opgave van het RIB langer dan 9 maanden geen uitkering heeft genoten.
Rapportering Werkelijke uitstroomcoëfficiënt in de verslagperiode en gecumuleerd ten opzichte van de begrote uitstroomcoëfficëint en ten opzichte van voorgaande perioden. 4. Budgetresultaat werkdeel Welke Het verschil tussen het beschikbare budget en de gedane uitgaven, rekening informatie houdend met mutaties als gevolg van terug gerapporteerde bonus/malus en no pay bepalingen in de contracten en het saldo in relatie tot de maximale meeneemregeling naar het volgend boekjaar. Waarom
Overschrijdingen op het werkdeel worden niet vergoed. Onderschrijdingen op het werkdeel kunnen slechts beperkt door de meeneemregeling worden meegenomen naar het volgende boekjaar.
Hoe
De ICF neemt kennis van het grootboek waarop de betalingen aan RIB’s, overige derden en de eigen geboekte kosten zijn verantwoord en neemt kennis van de aangegane verplichtingen administratie dienaangaande. De ICF spiegelt de bestedingen aan het beschikbare budget en berekent het maximale bedrag voor de meeneemregeling. De ICF stelt vast dat alle aangegane verplichtingen volledig in de administratie zijn verantwoord door de contractenadministratie af te stemmen met de geboekte verplichtingen. De ICF stelt op basis van cijferanalyse en grootboekbeoordeling vast dat de eigen kosten van de organisatie volledig zijn bijgeboekt in het grootboek. De ICF stelt aan de hand van RIBverantwoordingsinformatie vast dat alle bonus verplichtingen zijn geboekt en dat alle no pay en malus vorderingen zijn geboekt. De ICF houdt hierbij rekening met het kasstelsel, door er vanuit te gaan dat alleen (terug)betalingen in hetzelfde boekjaar leiden tot een mutatie in het budget.
Controle
Rapportering Begroot – Cumulatief in relatie tot budget, zowel absoluut als procentueel inclusief een mutatie voor de meeneemregeling, uitmondend in een tekort (eigen budget) of een overschot boven de meeneemregeling (verlies van budget), gesplitst naar uitgaven, verplichtingen (contracten en bonus) en vorderingen (malus, no-pay en afrekeningen)
- 15 -
INKOMEN 1. Doorlooptijd aanvragen bijzondere bijstand/ levensonderhoud Welke De gemiddelde tijd in dagen tussen de datum van indiening van de aanvraag informatie en de afgifte van de beschikking. Als norm wordt een aantal werkdagen van 40 gehanteerd. Waarom
Uit dienstverleningsoogpunt wordt er naar gestreefd de cliënt zo snel als mogelijk duidelijkheid te verschaffen over het recht op uitkering/bijzondere bijstand. Deze termijn geeft een indicatie van de efficiëncy met betrekking tot het proces rondom aanvragen.
Hoe
Uit het cliëntenregistratiesysteem wordt een selectie gemaakt van de afgehandelde aanvragen in de verslagperiode en de periode van afhandeling. De ICF berekent vervolgens de gemiddelde doorlooptijd door het totaal aantal dagen afhandelingstijd te delen door het aantal afgehandelde aanvragen. Indien efficiënt en toepasbaar, wordt deze informatie betrokken uit werkbeheer.
Controle
Bij de controle op de rechtmatigheid wordt door middel van een steekproef op de aanvragen en beschikkingen bijzondere bijstand en levensonderhoud de juistheid van verwerking in de administratie gecontroleerd.
Rapportering De gemiddelde doorlooptijd van de verslagperiode ten opzichte van de begrote doorlooptijd en het gemiddelde van de benchmark. 2. Gegronde bezwaarschriften Welke Het aantal ingediende bezwaarschriften in relatie tot het totaal aantal informatie ingediende aanvragen. Hoeveel van deze bezwaarschriften zijn gegrond. Waarom Het aantal (gegronde) bezwaarschriften als percentage van het totale aantal aanvragen geeft een indicatie van de zorgvuldigheid waarmee aanvragen worden afgehandeld. Vanuit dienstverleningsoogpunt mogen er geen aanvragen ten onrechte worden afgewezen. Hoe
De ICF ontleent aan het cliëntenregistratiesysteem een lijst met daarop het totaal aantal aanvragen, de totaal ingediende bezwaren en de afhandeling van deze bezwaren. Een herziene beschikking naar aanleiding van een ingediend bezwaarschrift wordt ook als een gegrond bezwaarschrift beschouwd. De percentages worden vastgesteld door het aantal bezwaarschriften te delen op het totaal aantal aanvragen. Daarnaast het aantal gegronde en gedeeltelijk gegronde bezwaarschriften te delen op het totaal van de afgehandelde bezwaren.
Controle
De ICF stelt vast dat alle aanvragen en alle ingediende bezwaarschriften geregistreerd zijn in het cliëntregistratiesysteem. De ICF stelt door middel van een deelwaarneming vast dat de geregistreerde besluitcodes in het cliëntregistratiesysteem overeenstemmen met de besluitenlijsten van het college.
Rapportering Cumulatief percentage gegronde bezwaarschriften in relatie tot begroot percentage en benchmarkgemiddelde.
- 16 -
3. Budgetresult aat inkomensdeel Welke Het verschil tussen beschikbare budget en de gedane uitgaven op basis van informatie een vooraf verdeling van het beschikbare budget over de maanden (ervaringscijfers seizoenpatroon). Waarom
Het inkomensdeel is gebudgetteerd. Overschrijdingen komen ten laste van de gemeenten. Het is van belang om gedurende het jaar zicht te hebben op de effecten hiervan voor het weerstandsvermogen en de mogelijkheden tot inzet van extra budget op het werkdeel en/of instroombeperking.
Hoe
De ICF sluit de uitkeringsadministratie aan met de financiële administratie en completteert de tabel over 12 maanden waarin het begrote budget op basis van de Ministeriële beschikking als uitgangspunt is genomen.
Controle
De ICF stelt de aansluiting vast en voert een cijferanalyse uit op het aantal uitkeringsgerechtigden in relatie tot de totale uitkeringssom.
Rapportering Tabel over 12 maanden met voor elke maand de norm in relatie tot de werkelijke besteding, zowel absoluut als procentueel en zowel individueel als gecumuleerd.
ZORG 1. Budgetresultaat Bijzondere Bijstand en Minimabeleid Welke Het verschil tussen de begrote uitgaven aan bijzondere bijstand en de informatie werkelijke gedane uitgaven t.a.v. bijzondere bijstand en minimabeleid. Waarom
Overschrijdingen en onderschrijdingen ten opzichte van de begroting moeten zo spoedig mogelijk gemeld worden richting de gemeenten, aangezien dit van invloed is op te besteden budget van de betreffende gemeente.
Hoe
De ICF sluit de uitkeringsadministratie aan met de financiële administratie en vult de verwachte kosten in op basis van de actuele verwachte ontwikkeling in de uitgaven bijzondere bijstand. De ICF spiegelt het totaal van gerealiseerde uitgaven en verwachte uitgaven aan de begrote uitgaven.
Controle
De ICF stelt vast dat de uitkeringsadministratie en de financiële administratie op elkaar aanlsuiten.
Rapportering Werkelijke uitgaven tot en met verslagperiode vermeerderd met de verwachte uitgaven in het resterende verslagjaar ten opzichte van de begrote uitgaven 2. Bijzondere bijstandsquote Welke Gemiddelde uitgaven bijzondere bijstand (inclusief minimabeleid) per informatie huishouden met een minimum-inkomen tot 110% van het sociaal minimum. Waarom
Deze informatie geeft een indicatie van mate waarin de doelgroep gebruik maakt van de mogelijkheden tot aanvraag van bijzondere bijstand. Vanuit dienstverleningsoogpunt wordt een zo groot mogelijk bereik van de doelgroep nagestreefd door middel van voorlichting. Een afwijkend gemiddelde kan aanleiding zijn tot nader onderzoek naar mogelijke oorzaken zoals
- 17 -
voorlichting naar de doelgroep en/of de ‘ruimhartigheid’ van het gevoerde beleid. Hoe
De ICF ontleent de uitgaven aan de uitkeringsadministratie. Voor het aantal huishoudens met een inkomen tot 110% kan gebruik gemaakt worden van schattingen die het Centrum voor Onderzoek van de Economie van Lagere Overheden (COELO) heeft gemaakt op basis van cijfers van het CBS (http://www.coelo.nl/minschijf/index.html). Voor berekening van het gemiddelde worden de uitgaven gedeeld door het aantal huishoudens. Mogelijk kan hier ook op basis van het KWIZ abonnement informatie worden ingewonnen.
Controle
De ICF stelt vast dat de lasten bijzondere bijstand volgens de uitkeringsadministratie aansluiten op de financiële administratie. . Rapportering Werkelijke bijzondere bijstandsquote ten opzichte van de begrote quote en het meest recente benchmarkgemiddelde.
BEDRIJFSVOERING 1. Ziekteverzuim Welke Het percentage ziekteverzuim van het vaste personeelsbestand over de informatie verslagperiode en gecumuleerd. Waarom
Er wordt naar gestreefd het ziekteverzuimpercentage zo laag mogelijk te houden. Een hoog ziekteverzuimpercentage kan leiden tot achterstand bij de werkzaamheden en/of extra kosten voor de inhuur van de vervangende krachten. Tevens kan een hoog ziekteverzuimcijfer een indicator zijn voor een te hoge werkdruk en/of ontevredenheid onder medewerkers.
Hoe
De ICF ontleent de informatie aan het personeelsregistratiesysteem.
Controle
De ICF stelt vast dat alle ziektemeldingen geregistreerd zijn in het personeelsregistratiesysteem.
Rapportering De ICF rapporteert het ziekteverzuimpercentage van de verslagperiode ten opzichte van de voorgaande perioden, ten opzichte van de begroting en ten opzichte van het benchmarkgemiddelde (internet). Indien relevant wordt een splitsing naar teams aangebracht. 2. Kosten per cliënt Welke Gemiddelde kosten per cliënt tov benchmark (landelijk), en informatie Achtkarspelen/Kollumerland c.a. Waarom
Deze informatie geeft een indicatie van de mate waarin de dienst in staat is haar kosten te optimaliseren. Het optimaliseren van de kosten kan plaatsvinden door middel van efficiëntere bedrijfsvoering, maar ook door betere kostenbeheersing.
Hoe
De ICF ontleent de informatie aan de financiële administratie en het cliëntregistratiesysteem. De totale beheers- en apparaatslasten worden gedeeld op het totaal aantal cliënten.
- 18 -
Controle
De ICF stelt vast dat de kosten volgens de financiële administratie aansluiten met de door de budgethouders aangeleverde kostenoverzichten voor hun budgetten. Bij de rechtmatigheidscontrole heeft de ICF door middel van een steekproef de juistheid en volledigheid van het cliëntregistratiesysteem vastgesteld.
Rapportering Gerealiseerde gemiddelde kosten in relatie tot begroot en benchmarkgemiddelde, zowel per individuele verslagperiode als gecumuleerd, inclusief een vergelijking tussen de gemeenten Achtkarspelen en Kollumerland c.a.. 3. Cliënten per FTE Welke Het gemiddelde aantal cliënten per FTE. informatie Waarom Deze informatie geeft een indicatie van de efficiëntie van de inzet van het personeelsbestand. Er wordt gestreefd naar een efficiënte inzet van het personeelsbestand, een hoog aantal cliënten per FTE geeft een indicatie van de efficiëntie van de aanwending van het personeelsbestand. Hoe
De ICF ontleent de informatie aan het cliëntregistratiesysteem en het personeelsregistratiesysteem. Zowel de directe als de indirecte FTE’s die worden ingezet voor de uitvoering van de WWB worden meegenomen in de berekening. De berekening vindt plaats door het aantal cliënten te delen op het totaal aantal FTE’s.
Controle
Bij de rechtmatigheidscontrole heeft de ICF door middel van een steekproef de juistheid en volledigheid van het cliëntregistratiesysteem vastgesteld. De ICF stelt maandelijks de aansluiting tussen de salarisadministratie en de financiële administratie vast en voert een cijferbeoordeling op de salarislasten uit.
Rapportering Gerealiseerd gemiddelde in relatie tot begroot en benchmarkgemiddelde.
- 19 -