1 Handout Video-coaching laat inzien, onderzoek Feedback Op Reflectie (FOR) in MBO Workshop door Agaath Dekker-Groen, Onderwijkunde, Universiteit Utrecht
[email protected],
[email protected] Promotie-onderzoek, gesubsidieerd door NWO-PROO (Project 411-06-311) SVIB conferentie ‘de Zin van Zien’, Amersfoort, 13 september 2012 Training van docentcompetenties Specifieke invulling van zeven algemene competenties van SBL (Stichting Beroepskwaliteit leraren en ander onderwijspersoneel). De zeven competenties zijn: 1. Interpersoonlijke competentie 2. Pedagogische competentie 3. Vakinhoudelijke en didactische competentie 4. Organisatorische competentie 5. Samenwerken met collega’s 6. Samenwerken met omgeving 7. Reflectie en ontwikkeling In onderzoek FOR is de vakinhoudelijk en didactische competentie (derde SBLcompetentie) specifieker uitgewerkt in 4 competenties (zie A t/m D met enkele voorbeelden): A. Informatie en instructie geven (waar wordt op gereflecteerd, hoe reflecteer je, hoe stimuleer je reflectie) B. Begeleiden van leren reflecteren (begeleiding inzetten, methodieken gebruiken, houding aanleren (bejegening, normen en waarden vanuit het beroep), coachen (hoeveel sturing geef je als docent, waarop kan student sturen) C. Feedback geven, leren ontvangen en leren vragen (patronen bespreken, relaties leggen) D. Beoordelen van reflecties (achterliggende gedachten, systematische verwoording) In FOR wordt de VIB interactie-analyse toegepast; de basiscommunicatie van een docent met een individuele student staat centraal (zie figuur 1). Daarnaast is er vanuit contact aandacht voor didactiek en inhoud, welke gericht zijn op het stimuleren van reflectie door de student. Schoolleiding ↨ Docenten ↨ Basiscommunicatie
Klasmanagement ↕
Didactiek
Studenten ↨ Thuissituatie Figuur 1. VIB kader in FOR Agaath Dekker-Groen, Universiteit Utrecht, onderzoek FOR, 2007-2012. Materiaal en ideeën zoals in de SVIB presentatie en handout mogen alleen worden gebruikt na toestemming van en onder verwijzing naar de auteur.
2 In het onderwijs gericht op zorgberoepen, zoals de opleiding Verpleegkunde, wordt vaak de indeling Hart, Hoofd, Handen gebruikt: o Hart: reactieve en interactieve vaardigheden. Mensgerichtheid, zoals de eigen werkwijze in een zorgsituatie bespreekbaar maken. o Hoofd: cognitieve vaardigheden. Verantwoordelijkheid rondom zorgverlening, zoals een verandering in de zorgvraag signaleren. o Handen: psychomotorische vaardigheden. Resultaatgerichtheid, zoals mondeling verslag doen aan de werkbegeleider van de zorgverlening. Stelling Beeldbegeleiders hebben woorden nodig. Docenten begeleiden een student bij het reflecteren. Dit reflecteren gebeurt in een groepsgesprek of in een individueel gesprek. Hulpmiddelen hierbij zijn vragen stellen en feedback geven, bijvoorbeeld over de studieloopbaan of de stage. Een veel gebruikte indeling van vragen stellen is: 1. grammaticale vorm: gesloten, open 2. inhoud: algemeen - specifiek of abstract - concreet Videofragmenten uit een gesprek met derdejaars student over reflectieverslag schrijven Fragment 1 Student: Toch vind ik dat wel moeilijk om dingen van mezelf op te schrijven. Het zijn maar een paar vraagjes, maar ik zat achter de computer en ik dacht, nou, ik was al zolang aan het denken. En dan had je wat getypt en dan kon je het weer weghalen, want dan staat het weer niet of zo. Docent: Welke vragen heb je het over dan? Student: Over de ervaringen van de eerste week. Gewoon hoe heb je je gevoeld en hoe vond je je omgang met enzo. Docent: Dat vind je moeilijk om daar een antwoord op te geven? Student: Ik vond het moeilijk om mezelf … ja Docent: Dat is nou net reflecteren hé. Fragment 2 Docent: Heb je nou enig idee waarom je het nou zo moeilijk vindt? Student: Ja, ik bekijk het dan meestal negatief, meer op mezelf, dat ik echt, uh … net zoals gisteravond dan, dan schrijf ik het heel negatief op en dan later dan zegt iemand tegen mij: ‘maar zo erg was het toch niet’. Docent: lacht Student: en wat er dan positief … Ja, bij mij moet dat dan ook altijd meteen perfect gaan en als dat niet zo gaat, ja dan … Agaath Dekker-Groen, Universiteit Utrecht, onderzoek FOR, 2007-2012. Materiaal en ideeën zoals in de SVIB presentatie en handout mogen alleen worden gebruikt na toestemming van en onder verwijzing naar de auteur.
3 Docent: dat is ook wel een manier van doen van jou, hé? Student: ja zoiets Docent: maar als je het dan opschrijft dan word je er wel me geconfronteerd, dat je zo negatief denkt. Student: ja Fragment 3 (een stuk verder in het gesprek) Docent: … dat je in een situatie komt waarover je heel negatief denkt, waardoor je je steeds rotter gaat voelen. En dat je misschien jezelf uit kan dagen om jezelf af te vragen; wat ik nu denk, helpt dat? Steeds denken; het lukt me nooit. Student: nee Docent: helpt dat? Ga ik me daar beter van voelen? Student: nee Docent: wat zou je ook kunnen denken? Student: je zou ook kunnen kijken naar de kleine dingen die je wel lukken …
Mondeling reflecteren op eigen ontwikkeling (persoon) en op de ontwikkeling als toekomstig verpleegkundige (beroep) Tijdens het reflecteren is de dialoog essentieel. Het gaat om uitwisseling gebaseerd op naar elkaar luisteren, inleven in de student en elkaar beter willen begrijpen. De vragen die een docent stelt en de reacties die de docent geeft, zijn bedoeld om een blinde vlek zichtbaar te maken. Maar wat zeg je dan? Opdracht in tweetallen 1. Noteer welke criteria je hanteert bij het geven van een reactie. Schrijf ook op waarom je deze hanteert.
2. Wissel met degene die naast je zit uit welke criteria je hanteert en waarom. 3. Bepaal samen welke van de besproken criteria jullie gebruiken om onderstaande zinnen te herformuleren: a. Je doet altijd of je alles beter weet. b. Wat ben je toch slordig. 4. Noteer de nieuwe formulering: a. b. Agaath Dekker-Groen, Universiteit Utrecht, onderzoek FOR, 2007-2012. Materiaal en ideeën zoals in de SVIB presentatie en handout mogen alleen worden gebruikt na toestemming van en onder verwijzing naar de auteur.
4 Videofragmenten rondom student op een leerafdeling in een ziekenhuis Fragment 1: Vooraf: Wat wil de docent doen en wat wil ze bereiken? Fragment 2: Aandachtspunten van student Docent: Wacht even kun je dat nog even benoemen, wat voor aandachtspunten. Student: Nou dat je nog niet tevreden was over mijn logboek. Dat ik euh, nou wel vertel wat ik heb gedaan, wat ik heb gedaan, maar niet hoe. Dan kun je er eigenlijk verder iets mee. Docent: Hoe komt het dat het niet loopt zoals wij denken dat het zou moeten lopen. Daar wil ik het heel graag met jou over hebben. Om een beetje diepgaander te kijken want je bent met persoonlijke leerdoelen bezig en dan nog lees ik niet uit je logboek en uit je verslagen en ook met de werkbegeleiders de voorgaande keren erbij dat daar een doorgaande vooruitgang inzit. En dan denk ik dat is leuk en aardig, dat kunnen we steeds vanaf oktober, in elk gesprekkunnen we dat dan weer constateren, maar ja en dan? Want ik weet ook dat jij hebt gezegd, ja maar ik doe heel erg mijn best. Student :Ja. Docent: En nu zeg je, ja maar dat was een dipje. Fragment 3: Nabespreking
Videofragmenten rondom een studieloopbaangesprek Fragment 1: Hoe gaat het? Docent: Nou hoe staat het ervoor Carmen. Student: Volgens mij nog steeds hetzelfde alleen word ik wel minder ja euh beetje zat van zonder stage, gewoon weer werken. Docent: En waar ben je dan vooral zat van? Student: Nou gewoon elke dag naar school toe en dan zit je hier weer elke dag hetzelfde liedje. Ik wil gewoon wat doen. Docent: En vind je dat je op school niet voldoende doet? Student: Jawel, maar niet genoeg uitdaging. Ben gewoon, nou, ja die boeken enzo. Ik wil gewoon weer lekker stage lopen. Docent: Ja, gewoon lekker bezig zijn, met de patiënten. Dat is wat jij leuk vindt he? Student: Knikt. Fragment 2: Nabespreking Agaath Dekker-Groen, Universiteit Utrecht, onderzoek FOR, 2007-2012. Materiaal en ideeën zoals in de SVIB presentatie en handout mogen alleen worden gebruikt na toestemming van en onder verwijzing naar de auteur.
5 Feedback geven Feedback is bedoeld om van te leren. Aandachtspunten in een begeleidingsgesprek zijn: 1. Geef procesgerichte feedback. 2. Geef de student de ruimte om te reageren. 3. Ga samen na hoe dingen verbeterd kunnen worden. 4. Activeer de student tot nadenken over het gedrag en over gedragsalternatieven. 5. Laat de student concreet aangeven hoe deze iets in het vervolg gaat aanpakken. Fragmenten uit exitgesprek ter illustratie van feedback geven Aan de orde komen de volgende vaardigheden: 1. Luisteren naar student die aangeeft dat ze onzeker is geworden in haar stage. 2. Samenvatten door docent. De student kan dit overigens ook zelf doen. In dat geval heb je als docent meteen zicht op wat de student belangrijk vond en hoe ze de feedback heeft opgevat. 3. Doorvragen op twee manieren - terugkijkend: Wat maakte jou onzeker in die situatie? - vooruitkijkend: Hoe maak jij nou jezelf zichtbaar? 4. Focussen op rol van de student. 5. Confronteren met perfectionisme. Doordat de docent de student een spiegel voorhoudt, wordt het de student duidelijk dat ze de lat hoog legt. Zie figuur 2 wat er kan gebeuren.
Figuur 2. Als de lat hoog ligt … Agaath Dekker-Groen, Universiteit Utrecht, onderzoek FOR, 2007-2012. Materiaal en ideeën zoals in de SVIB presentatie en handout mogen alleen worden gebruikt na toestemming van en onder verwijzing naar de auteur.
6 Reflecteren door denkactiviteiten te gebruiken Reflecteren wordt gezien als een cyclisch proces omdat een student situaties blijft tegenkomen die de moeite waard zijn om systematisch over na te denken. Tijdens het reflecteren kunnen denkactiviteiten aan de orde zijn (zie figuur 3). Denkactiviteit
Omschrijving
Beschrijven
Precies, systematisch en selectief vertellen of noteren van een gebeurtenis, situatie, proces, ervaring, redenering of gevoel dat aanleiding is tot reflectie.
Analyseren
Nagaan welke aspecten een rol spelen door jezelf vragen te stellen. Het resultaat is bewustwording: je krijgt een helder beeld van dat waarop je reflecteert.
Structureren
Structuur aanbrengen om patronen te ontdekken en verbanden te zoeken.
Verklaren
Redenen aangeven waarom en oorzaken benoemen waardoor je iets op een bepaalde manier deed, dacht of voelde in reactie op iets in de omgeving of op basis van een reflex of drijfveer.
Evalueren
Waarderen of beoordelen van een gebeurtenis, situatie, proces, ervaring, redenering of gevoel aan de hand van criteria of doelen.
Concluderen
Conclusies trekken (inclusief generaliseren) over een gebeurtenis, situatie, proces, ervaring, redenering of gevoel in relatie tot het denken en handelen en jezelf in de toekomst.
Toeschrijven
Aspecten toeschrijven aan jezelf (interne attributie) en/of aan zaken buiten jezelf (externe attributie) en betekenis geven voor andere situaties.
Zich voornemen
Bedenken en concreet formuleren hoe je het geleerde uit de reflectie toe gaat passen in een nieuwe activiteit of situatie.
Figuur 3. Denkactiviteiten van reflecteren in FOR De volgorde van deze acht denkactiviteiten is een mogelijke volgorde. Een reflectie begint vaak (maar niet altijd) met een beschrijving en eindigt dikwijls met een voornemen. De tussenliggende denkactiviteiten komen zeker niet altijd allemaal achtereenvolgens voor. In de praktijk blijven studenten soms hangen in beschrijven. De vraagstelling zoals ‘Beschrijf…’ kan hier een rol in spelen. Belangrijk is dat studenten nadenken over oorzaken en redenen waardoor iets kwam, hierover conclusies trekken en dan tot een voornemen komen en dit ook uitvoeren.
‘Ik neem twee weken voordat de ziekenhuisstage begint de theorie over injecteren nog eens door en ga oefenen op de kunstarm. Ik vraag de praktijkdocent of ze mij feedback geeft.’ Agaath Dekker-Groen, Universiteit Utrecht, onderzoek FOR, 2007-2012. Materiaal en ideeën zoals in de SVIB presentatie en handout mogen alleen worden gebruikt na toestemming van en onder verwijzing naar de auteur.
7 Denkactiviteiten onderscheiden Fragment: Vooraf aan de nabespreking Fragment: Theorie benutten in de praktijk Student: Ja, uhm nou toen ik het hoorde zeg maar toen we met het project begonnen vond ik het wel interessant dat was vooral omdat het vernieuwend was aangezien eh normaal gesproken krijgen we alleen theorie op school. Nu konden we zeg maar de theorie die we krijgen kunnen we benutten in de praktijk. Waardoor je dus meer eh ja ja der meer uit kan halen wat er eigenlijk in zit, als je dat eh Docent: Oké Student: Voor sommige helpt dat wel meer dan eh voor andere denk ik. Ik ben meer van de praktijk dan dan iemand die meer voor theorie is, dus ik denk dat dat zeker helpt Fragment: Hoe spreek je iemand aan op gedrag Student: Uhm nou ik denk wel eerst op een foute manier om het zo maar te zeggen als we het bekijken in als je zeg maar op zo’n afdeling werkt en je hebt een probleem onderling dan is het niet handig om dat in een grote zaal te doen waar andere mensen bij staan. Dus dat was verkeerd denk ik en dat het beter is om diegene eventjes uhm persoonlijk aan te spreken op een gang of zo en uhm ja toch op een rustige manier eventjes uitleggen waarom wat je vervelend vind dat heb ik vandaag ook gedaan alleen dan op een verkeerde plek Docent: Op een verkeerde? Student: Ik heb het op een verkeerde plek in een grote zaal heb ik tegen mensen tegen diegene gezegd eh dat ik het niet leuk vind hoe ze tegen me praatte. En dat was allemaal heel professioneel Docent: Ja, dus hoe zou je het de volgende keer anders doen?
Stelling Je kunt alleen jezelf veranderen.
Agaath Dekker-Groen, Universiteit Utrecht, onderzoek FOR, 2007-2012. Materiaal en ideeën zoals in de SVIB presentatie en handout mogen alleen worden gebruikt na toestemming van en onder verwijzing naar de auteur.
8 Fragment: BPV opdracht niet af. Weten en dan? Student: Ja, en ook omdat ik de opleiding gewoon wil blijven volgen natuurlijk en als ik deze alweer niet haal, dan ben ik wel echt Docent: Hoezo alweer niet? Student: Nou ja als ik deze ook niet haal, de stage, dan Docent: Dat bedoel je in vergelijking met de vorige stage? Student: Ja. Docent: En dit is wat jij wil? Student: Ja, absoluut ja. Docent: Ja, wat voor gedrag hoort daarbij om te laten zien dat je het wil? Student: Discipline en initiatief tonen. Docent: Discipline en initiatief, daar zit het hem op vast? Student: Ja. Docent: Ja. Student: Absoluut. Docent: Kun je iets zeggen over de afgelopen schoolse periode hoe het is gegaan met het nemen van initiatieven en discipline? Student: Dan heb ik zondagavonden ook geen tijd en dan kom je maandag op school en ben je helemaal niet voorbereid en ja, gewoon niks gedaan nog, terwijl je al heel vroeg dingen af moet hebben of gewoon voorbereid moet hebben zeg maar, en dat is dan is mis gegaan. Docent: En je zegt: ‘Ik wil het wel’. Hoe voorkom je nou Student: Door nee te zeggen. Door nee te zeggen, ik moet, ik kan maar vier dagen werken want ik moet nog voor school werken, het moet wel. Docent: Ja. Opdracht bij fragmenten Illustratie van ‘Weten en doen’ 1. Welk voornemen had de student? 2. Hoe komt het dat deze student lukt haar voornemen uit te voeren?
Bedankt voor uw belangstelling. Agaath Dekker-Groen, Universiteit Utrecht, onderzoek FOR, 2007-2012. Materiaal en ideeën zoals in de SVIB presentatie en handout mogen alleen worden gebruikt na toestemming van en onder verwijzing naar de auteur.