A-deel eigen ontwerp
Foyer Korte omschrijving van zendgebouw A, hierna de kathedraal.
Foyer
Bezoekers en informatie centrum voor Zendgebouw A te Radio-Kootwijk.
De katherdraal is het centrale gebouw op het terrein van radio kootwijk. Dit terrein verzorgde van ongerveer 1930 tot 1970 de telefoon en telegraaf dienst naar alle overzeese gebieden voor een groot deel van west en delen van oost europa. Het terrein bevindt zich halverwege een denkbeeldige lijn tussen Apeldoorn en Barneveld niet ver van het plaatje Kootwijk. Het totale terrein beslaat zon 115 hectare.
Programma van eisen:
- Audio-visuele ruimte voor 20 personen. - Zitplaatsen voor 15 personen. - Ruimte voor souverniers, kaarten en folders. - 1 dames + 1 heren toilet - ruimte voor 4 informatie panelen van 2 bij 2 meter.
Eigen wijzigingen in het Programma van eisen:
- Zitplaatsen verhoogt naar 20 stuk. Na een presentatie allemaal eerst een kop koffie is het originele programme niet mogelijk. - Kleine werkkast / technische ruimte. Je moet toch ergens je dweil, bezem en watermeter laten.
Verdere uitganspunten voor het relatieschema:
- Niet via de koffie hoek naar de audiovisuele ruimte. - Wel een relatie voor de koffie hoek en de audiovisuele ruimte met de toilleten, maar dan weer niet zo dat het storend is.
Sinds 2004 is het terrein niet meer van de kpn, maar is het terug geven aan staadsbosbeheer. Daarmee is het terrein nu in zijn geheel beschemt natuurgebebied wat valt onder de veluwe. Alle gebouwen op het terrein zijn tot dat er een nieuwe bestemming is gevonden, bestempeld als monument. Er zijn plannen voor nieuwe functies in verschillende stadio, zo zou het onderandere het nederlands radiomuseum kunnen gaan behuizen, een depandance worden voor het kroller muler, of een theater voor kleine concerten.
Relatieschema:
Bart van der Veen -:- stnr 0615359
A-deel eigen ontwerp
Foyer
Locatie uitgangspunten:
Het gebouw zoals het er nu staat, is in 19xx ontworpen als een prestiege stukje van de nederlandse staat. Er dus is veel zorg en aandacht besteed aan het maken van een goede zichtlijn om de primaire aanrij route (radioweg). Het leek mij onverstandig om het bezoekerscentrum hier in te plaatsen. De radioweg zelf wordt geflakeerd door bomen, dus er naast kan ook niet. Daarom is gekozen voor een locatie aan de secundaire route, die van de fietspaden (waarschijnlijk is het aantal fietsende bezoekers aantal groter, het blijft toch de veluwe).
Uigangspunten ontwerp:
Locatie is een een natuurgebied, er mag dus geen exta kunstlicht worden geintroduceert, dit onderandere om het leeftgebeid van verschillende soorten grootwild niet te verstoren. Dit betekend dat de locatie extra zorgvuldig gekozen moet worden om toch zoveel mogelijk ramen te kunnen plaatsen. Het meest bijzonder nadeel het er nu op een anderen manier met licht moet worden omgegaan. Immers als je twee blinde gevels maakt houd je een dondere hoek over.
Bart van der Veen -:- stnr 0615359
Foyer
2x2 M Panelen:
A-deel eigen ontwerp
In het relatie schema is opgenomen dat na de entree eerst de informatie en souveniers komen. Dit zijn in mijn geval ook de 2x2 m panelen. Dit geeft het volgende probleem als de panelen worden opgehangen. - in gaval 1 is er geen dwarszicht. - in geval 2 is er minder licht. De oplossing hiervoor is het platleggen van de panelen zodat je eroverheen kunt kijken en er toch licht kan binnentreden. De beamers zijn in overdreven lichtblauw weergegeven. De beamers sluiten ook beter aan bij het evenutele tweeledige karater. Er kan makkelijk een ander afbeelding in worden geplaatst. (zie ook laatste bladzijde voor meer uitleg)
Bart van der Veen -:- stnr 0615359
Foyer
Relatie met de kathedraal:
A-deel eigen ontwerp
Om toch de relatie te behouden met de katherdaal leek het zinvol om te kijken of ik een of meerdere elementen kon gebruiken in terug laten komen in het bezoekers centrum. Er zijn een aantal opvallende kenmerken. Allereerst de groote van het gebouw, daaar heb ik niets mee gedaan. Ten tweede is er de betonnen constructie. Dit geeft een industriele uitstraling, dit heb ik geprobeert te verwerken in mijn ontwerp. Ten derde is er de tegelvloer. Dit ingenieuse patroon van witte en zwaarte tegels is letterlijk overgenomen in mijn ontwerp. Nu heb ik allen zelf een hekel aan halve tegels, moet ik wel rekening houden met de maat van de tegels. Daarom is is het derde voorstel in modules ontworpen. De uiteindenlijke modulmaat is vastgesteld op 1,05 meter.
Constructie en stabiliteit:
Voor behoud van het industrie thema is er gekozen voor stalen balken. Deze worden in het dak in in de glazen gevel in het zicht gelaten. In de achterwand zijn we weggewerkt. De windverbanden zitten tussen alle stramienen tegen de achterwand behalve tussen D en E, daar is deze opgeschoven tot voorbij het aquarium.
Bart van der Veen -:- stnr 0615359
A-deel eigen ontwerp
Foyer
Zuid-gevel
Oost-gevel
West-gevel
Noord-gevel
Materialisering:
Voor de zuid en west kant is er weinig te melden, ze bestaat uit houten puien en glas. Dit omdat er toch zoveel mogelijk licht binnen moet komen. Aan de noord en oost kant is er gekozen voor hout. Dit om het meer op te laten gaan in de natuurlijke omgeving. Het liefst zou ik hier een houtsoort gebruiken die verkleurd na een aantal jaren en die weinig onderhoud vergt. Westerredceder, russische larix. Het dak ik bedenkt met een sedum, en aangezien heide ook een sedum is, is dit een leuke variatie.
Bart van der Veen -:- stnr 0615359
A-deel eigen ontwerp
Foyer Aquarium 2 x 2 m Poster
Toiletten
Souvenier bali
Werkkast
11550 mm
Audiovisuele ruimte
Koffie bali
Koffiehoek
Lounge bank 18900 mm
foy.er (de ~ (m.), ~s):
koffiekamer in schouwburgen, bioscopen enz.
Het gebouw wordt in zijn huidige hoedanigheid gebruikt als onder gebruikt voor klassieke concenter, lezingen (+/- 500 p). Dit gebeurt weinig met de simpele reden dat er geen verder voorzieningen. Het gebouw heeft maar 3 toiletten. En je mag je er ook niet meer inbouwen want het is een monument. Als mijn bezoekers centum gebouwd zou worden moet het ook gaan dienen als extra ruimte met toiletten en voor een kopje koffie in de pauze. Ik heb in het ontwerp dan ook rekening geprobeert te houden met uitbreiding mogelijkheiden. Het modulaire systeem laat dit ook toe. Er kan een module bij aan worden gezet aan de oost gevel. De audiovisuel ruimte schuift dan dan een module op en de wc’s kunnen worden uitbreid naar 6, de zitplaatsen naar ongeveer 35 a 40.
Bart van der Veen -:- stnr 0615359
A-deelArchitectstudie
Knipoog
Knipoog
Bezoekers en informatie centrum voor Zendgebouw A te Radio-Kootwijk. Gekozen Architect.
De archtitect van mijn keuze is SANTIAGO CALATRAVA. Afgezien van het feit dat ik goed bekent ben met zijn werk en methodes, vondt ik ook dat deze architect goed paste bij het gebouw van mijn keuze. Calatrava maakt veel industriele gebouwen, werkt met simpele materialen, staal beton glas en maakt gebruik van een delicatie mix van rechte en ronde vormen. Het blijft altijd moeilijk om een nieuw gebouw naast een bestaand icoon te plaatsen, maar als er overeenkomsten zitten in de visies van beide architecten denk ik dat het, altijd aanwezige, spanningsveld een positive lading kan meekrijgen.
Santiago Calatrava.
Santiago calatrava is op 28 juli 1959 in Valencia geboren, studeerd in ‘75 af aan Architecture School and Arts and Crafts School en in ‘81 aan het Swiss Federal Institute of Technology (ETH) in Zürich in de civiele techniek. Het maakt hem hiermee een bijzonder uitgebreid architect. Na zijn studie vestigt hij zijn kantoor in Zürich. Hij maakt verschillende kleine burggen en hallen tot hij in ‘83 zichzelf op de kaart zet met het stadelhofen treinstation in Zürich. Daarna krijgt hij grote opdrachten, hij bouwt stations, stations voor olympische spelen, vliegvelden, bruggen, hallen, oparagebouwen en woontoren. De teller staat tegenwoordig op 150+ uitgevoerde werken, en kantoren zijn gevestigt in Parijs en New-York.
Inspiratie bronnen.
Om een gebouw in de geest van een architect te kunnen ontwerpen moet je in zijn hoofd kunnen kruipen en daar is een week rustig rond kunnen kijken. Dat is niet zo makkelijk bij een spaanssprekend superinterlect met twee doctorale titels. Gelukkig is calatrava bijna neurotische als het gaat om het ordenen van zijn werk. Er zijn ook bijzonder mooi boeken met schetsen en uitleg op de markt. Uit de bestudering van deze, en andere, werken blijkt dat er een aantal dingen zijn die waar dhr Calatrava zijn inspiratie uit put. Zijn vroege werken zijn vooral geinspireerd op houdingen van het menselijk lichaam, werken uit deze periode zijn onder andere, station in Zürich, comunicatie toren in Montjuic. De volgende stap is studie van de individule onderdelen, handen het hoofd, en met name het ook. Calatrava is bijzonder geboeid door deze vorm, werken uit deze periode zijn onder andere, imax theater in Valencia. De volgende stap in zijn studie is de anatomie van het menselijk lichaam. Deze vrij nieuwe periode komt voor uit zijn kunstwerken en kent tot zover twee toepassingen, turning torso in Malmö, en binnenkort ook de uitbreiding van de universiteit van Maastricht.
Bart van der Veen -:- stnr 0615359
A-deelArchitectstudie
Knipoog Verder haalt calatrava zijn inspiratie uit de natuur, hij heeft iets met bomen. En dan vooral met de alsmaar vertakkende structuur. In het station van Lissabon en het winkelcentrum van Toronto. De laatste facinatie die ik wil vermelden is die voor de stier. Dit zat niet in het gebied wat ik bestudeerd heb, maar het dient vermeld te worden voor de volledigheid. Zoals net vermeld heb ik niet het volledige werk van Calatrava bestudeerd. Voor dit project heb ik met toegespits op zijn gebouwen.
Kenmerken.
Naast zijn kenmerken die voortkomen uit de inspiratiebronnen zijn er nog een aantal ander bijzonder aan calatra gebonden kenmerken. - materialen: De materialen die calatrava gebruikt zijn over het algemeen constructie materialen. Beton en staal. Over het algemeen worden deze materialen in het zicht gelaten. Een heel enkele keer zien we het gebruik van natuursteen of keramische tegels. Gebouwen worden zo open mogelijk geconstrueerd, waar het echt net anders kan wordt glas toegepast. Maar dan vaak wel zo dat het weg kan vouwen. - kleur. Het verbaasde me dat de schetsen van Calatrava zo kleurrijk zijn en zijn werken niet. Na verder bestudering moet ik hier een nuance aanbrengen. Overdag zijn de werken inderdaad in weinig kleur te zien. Wit zwart grijs is het complete kleurenpallet. Echter ‘s avonds en ‘s nachts worden zijn gebouwen prachig uitgelicht met gekleurt licht. Je kunt ook zien dat hier aandacht aan wordt besteed, de constructie komt naar voren, maar ook reflecties met water worden optimaal benut. Het lijkt bijna of calatrava nachtgebouwen maakt. We wachten even de Nieuwe NAI tentoonstelling af (architectuur van de nacht) om te kijken of mijn vermoeden ook bij andere is gerezen.
Mijn Calatrava.
Dit zijn al met al heel duidelijke kenmerken om een ontwerp mee te beginnen. Maar daarin schuilt denk ik ook het gevaar. Het wordt misschien te snel cliché. Desalniettemin ben ik er vol mij in geslaagd om een voor calatrava ontwerp binnen mijn eigen grenzen. Calatrava is volgens mij opzoek naar gebouwen die bij de locatie passen. Gebruik van vogels als inspratie bij een meer, en een steunende man bij een berg lichten deze gedachte toe. Het passen bij de omgeving. En daar licht ook het probleem, de omgeving van radio kootwijk bestaat voor het grootste gedeelte uit bos. En dat laten we staan. De enige locaties die overblijven zijn links naast het pand, uitwerk in mijn eigen ontwerp of voor het pand. Het probleem dat ik mijn eigen ontwerp uit de weg ben gegaan is het omgaan met de zichtlijn. Als je met de auto aankomt rijden doemt het gebouw op uit het groen. Daar kun eigenlijk niet zoveel voorzetten.
Ruimte probleem.
De keuze voor de locatie voor het pand laat me ook zitten met een ruimte probleem. Het stuk is niet veel breder dan 17 meter. Dat betekenen dat je eigenlijk langs of bijna door het informatie heen moet om bij het gebouw te komen. Ook moet het niet zo logisch zijn om van de ene dan we de andere kant te komen.
Bart van der Veen -:- stnr 0615359
A-deelArchitectstudie
Knipoog Schetsfase.
De basis plattegrond was daarna verrassend snel gemaakt. De eenvoud van het ontwerp liet ook weinig te schaven over. Waar ik duidelijk langer over heb gedaan is het dak. Nu is het dak in dit geval ook het visite-kaartje in plaats van de gevels. En misschien ook omdat een dak minder direct verbonden zit met de plattegrond (geen raam relatie) was het wel een eenvoudige plattegrond. Dat is misschien dan ook wel weer de belemering, er zijn geen knopen om door te hakken, geen handvatten. En calatrava is al zo bekend om zijn daken. Het heeft dan ook lang geduurd voor dat ik mijn eigen fout aan het ontdekte. In eerste instantie ging ik er vanuit dat ik alleen de centrale ruimte maar van een echt mooi dat zou gaan voorzien. Wc’s en de audiovisuele ruimte hebben geen dachtlicht nodig, dus ook geen mooi dak. Alles wat ik probeerde leverde een raar beeld op van boven, of het voelde niet als calatrava.
Na wat piekeren en puzzelen leek er eigenlijk maar een oplossing mogelijk. De grond in. Maar dan moet het niet zo zijn dat iedereen er overheen wandelt, of erger rijd. Het moet dus zover uit de grond steken dat je het kunt zien, en niet zover dat het in de zichtlijk zit. Je kunt nog steeds met de auto tot aan de deur van het pand komen, je moet alleen dan wel over de parkeerplaats rijden.
Ik ben terug gegaan naar af, een aantal jaren terug zag ik een film bij het uur van de wolf. Caltrava deed voor hoe hij een gebouw ontwerpt. Hij begon met de buitenkant en alle ruimtes vielen eronder.
Dat waren de uitganspunten van mijn kant, hierna heb ik geprobeerd om calatrava’s genis loci idee in de practijk te brengen. Dit bracht me uiteindelijk terug bij zijn studie’s naar het oog, ons waarnemings orgaan. Dit informatie centrum is er immers om je beter naar het bebouw te laten kijken.
Bart van der Veen -:- stnr 0615359
A-deelArchitectstudie
Knipoog
Het dak boven de andere ruimten (audiovisueel en toilleten) is nu dan wel niet meer beloopbaar, maar het sluit wel beter aan bij het geheel. De dondergrijze delen worden van zink, en de lichtgrijze delen worden glas. Een impressie van het gebouw zo als het zou zien met het nieuwe bezoekers centrum. Het symetrische beeld, het industriele beeld en de kleurstelling sluiten goed aan bij het bestaande gebouw. Ook mijn eigen ideeën zijn niet verloren gegaan. Dit pand heeft weinig last van lichtvervuiling, het licht in het bos en profiel is bijzonder laag.
Bart van der Veen -:- stnr 0615359
A-deelArchitectstudie
Knipoog
Dakplan
Perspectief zonder dak
knip·oog (de ~ (m.)):
2 x 2 m Poster
Audiovisuele ruimte Toiletten
teken met een oog om verstandhouding of waardering uit te drukken.
Dat vondt ik nou een toepasselijke naam. Niet alleen sluit het aan bij een van de thema van de architect, en daarmee ook de vorm van mijn gebouw. Maar het ook slaat het op de opdracht.
13000 mm
Bronvermelding: Boeken:
Souvenier bali
Santiago Calatrava Phili Jodidio Taschen 2003 Isbn: 3-8228-2354-6 Santiago Calatrava Arvinius Förlag Henry Art Gallery 2006 Isbn: nvt (tentoonstellingsboek Dansk Arkitektuur Center)
TV:
Calatrava, God does not throw Dice, Catherina Adda, 2000 gezien bij “het uur van de wolf vpro” Werkkast Koffiehoek
30000 mm
Was maar het maar alvast weer zomervakantie...
Bart van der Veen -:- stnr 0615359
B-deel
Brochure Radio kootwijk.
In de jaren vooraf gaand aan de eerste wereld oorlog wordt er druk gewerkt aan een wereldwijd netwerk van radiotelegrafie op basis van kabels. Alle grote Europese naties werkten hier aan mee, om zo zichzelf met hun diverse koloniën te verbinden. Echter tijdens de eerste wereld oorlog bleken deze kabels bijzonder gevoelig voor sabotage. Dus toen de Nederlandse regering besloot tot het aanleggen van een radiotelegrafie verbinden met Indonesië (Nederlands-indie), werd er gezocht naar een ander oplossing. De nieuwe manier van telegrafie ontdekt door Marconi (die van de radio) leek hiervoor een geschikte oplossing. Marconi legde in 1901 voor het eerst een radioverbinding tussen Engeland en Amerika, dit was voor de jaren 20 dus een betrekkelijk nieuwe techniek. Marconi toonde aan met zijn experimenten dat hoe langer de golf (kilometers) hoe groter de te overbruggen afstand. Hij ontving hiervoor in 1909 de Nobelprijs. Nu is het technische probleem dat voor het opwekken van lange golven, kootwijk werkte met 17,85 km, heel erg veel energie nodig was. Er moet dus worden gezocht naar een locatie waar niemand last had van de herrie en hoge masten. De P en T (de T van telefoon bestond nog niet echt), ruilde een gebied van ruim 450 hectare van het toenmalige Staatsbosbeheer voor de bouw van een spoorlijn tussen kootwijk en het radio station. In 1917 wordt begonnen met de bouw van de spoorlijn, en daarna ook het afgraven van een cirkel met een doorsneden van 1,2 km of een vlak en leeg veld voor de zender te creëren. Voor dit project zijn vooral Amsterdamse werklozen ingezet. Het is daarmee een vroeg werkverschaffingsproject. (De eigenlijk werkverschaffingsprojecten vonden plaats tussen 1930 en 1940, en zijn gerelateerd aan de crisis, Sidney harbor bridge is een leuk voorbeeld.) De lonen waren nog wel ruim voor een werkverschaffingsproject, je kon de hele dag stuifzand en een kruiwagen scheppen voor 62 (gulden)cent per uur. Er is met zo’n 150 man een half miljoen kubieke meter zand verplaatst. Tevens zijn er om de cirkel en op het omliggende terrein bomen geplant om het terugstuiven van het zand te voorkomen. In 1920 kon worden begonnen met de bouw van gebouw A. Er stonden om dat moment al barakken de werknemers, en de spoorlijn was afgrond zoals overeengekomen. Er is aan de basisvoorziening van de lange golf zender tot 1923 gebouwd. Daarna is er gewerkt aan verschillenden korte golfzender voor de verbindingen over minder grote afstand.
Plattegrond.
1: Magazijn 2: Werkplaats 3: Koelvijver 4: Hoofd ingenieur 5: Demonstratieruimte 6: Centrale hal 7: Technische ruimte 8: Chef monteur 9: Zenderruimte 10: Centrale verwarming 11: Toiletten 12: Personeel
13: Toren 14: Centraal trappenhuis 15: Machinehal
Afbeelding 01: Plattegrond begane grond
Als er van voor naar achter door het gebouw heen gelopen zou worden komt men de volgende onderdelen tegen. De gebouwtjes naar de poort, annexen geheten, zijn links het oude magazijn en rechts de oude werkplaats. Naast de hoofdingang vindt men links het kantoor van de ingenieur met spreekkamer en rechts de demonstratie zaal. Naast de hoofdingang, nog voor men de hal instapt, vindt uw 2 wc’s met aparte ruimte voor het maken van het toilet. Dit zijn de toiletten voor de gasten. Als de hal oversteekt en de deur doorgaat komt uw in de technische ruimtes van de kathedraal, hier stonden vroeger de onderkanten van de zenders. Links wat ruimte voor de chefmontuur, en recht is een technische ruimte. Aan het eind van de hal waren de ovens voor de generator (geleverde stroom kwam later). Rechtsachter is het brandstoffen hok, met daarachter de centrale verwarming. Dit is de ronding die uw van buiten ook kunt zien. De andere ronding is de kantine, tussen de rondingen zijn 3 mannen toiletten. Via de trap midden in de ruimte komt men op de eerste etage. U staat dan gelijk midden in de machine hal. En vanaf hier heeft een mooi uitzicht op de verschillende onderdelen. De uitgang is link of rechts in de hoek naast de toren. U kunt dan omhoog naar de verschillende etages of weer terug naar buiten.
Gebouwonderdelen.
Afbeelding 02: plattegrond 1e etale en doorsnedes
Het gebouw zoals het is ontworpen is eigenlijk puur praktisch. De vorm is ontstaan uit problemen en noodzaken die toen der tijd hoorden bij de radiotelegrafie. Een radio zender was in die tijd een enorm apparaat, gemakkelijk 3 meter hoog en 4 meter breed. Vergelijk dit een met de kleine zenders van tegenwoordig, een mobiele telefoon. Het belangrijkste bij alle apparaten die eigenlijk min of meer mechanisch zijn is onderhoud, en als er wat stuk gaat moeten de onderdelen gemakkelijk te bereikbaar zijn. Dit is het eerste kenmerk dat terug gevonden kan worden in de kathedraal. Bij binnenkomst moet er een trap beklommen worden om in de hal te komen. Hier stonden de bovenkanten van de verschillende zenders. De onderkant stonden op stellages op de begane grond. De zenders zelf zetten grote hoeveelheden stroom om in radio golven. Dit werd gedaan met behulp van onder andere radiobuizen. Dit zijn eigenlijk grote gloeilampen (functie is anders, werking is gelijk). En zoals iedereen weet, gloeilampen worden warm. En als ze te warm worden exploderen ze. Het was daarom noodzakelijk om
Bart van der Veen -:- stnr 0615359
B-deel
Brochure de zenders te koelen met water. En voor het afkoelen van het warme water is aan de voorkant van het gebouw een vijver gemaakt. In de vijver stond koud water. afb. 3 En de buizen met warm water liepen hier doorheen en werden zo afgekoeld. Een omgekeerde verwarming. Ondanks de koeling werd het bij de meeste zenders toch nog vrij heet. Om deze warmt snel weer kwijt te raken werd in de grote hal een hoog plafond gemaakt, met in het dak ramen die open konden (deze zijn verdwenen bij de renovatie van ‘58). De hoogte was verder nodig voor de installatie van een kraanbaan. Deze was nodig voor de installatie en onderhoud van de verschillende zender onderdelen. De toren heeft als primaire functie om kabel door te voeren naar de zendmasten (6 stuks). In de toren zijn verder ook de antenne verleners opgenomen. Dit zijn grote spoelen van 4 meter doorsnede waarmee de lengte van de antennes kon worden aangepast. De rangschikking van de onderdelen zorgen voor een aantal bijzondere bijnamen. Het gebouw heet officieel gebouw A. Dit heeft lange tijd zelfs boven de hoofdingang gestaan. In de volksmond is het echter beter bekend als de kathedraal. Dit is niet verrassend als men in de machine hal staat is het heel goed te begrijpen. Het vertoont zelfs constructieve kenmerken met een kathedraal. Aan de zijkant van grote kathedralen zitten grote stukken muur dwars op de gevel, deze heten steunberen, en ze voorkomen dat het gebouw uit elkaar spat. In gebouw A zijn de ook terug te vinden. Dit heeft een praktische reden, normaal worden de spatkrachten opgevangen met een stalen kabel tussen de onderkant van de boog. Maar dit was weer een stalen onderdeel. De bijnaam die aan het gebouw is gegeven door de vakcollega’s is de sfinx, met de toren als kop, de hal als lijf en de annexen als poten. Er bestaat onduidelijkheid over het feit of de architect het zelf ook heeft gebruikt als metafoor. Ze zou op deze manier uitdrukking kunnen geven aan de mystiek en de raadselen van de radiotechniek.
Interieur.
De kathedraal vertoont een duidelijke tweedeling als het gaat om interieur. Er is een formeel deel wat in het zicht zou komen. En er een deel was heel industrieel aandoet. Het formele deel zal gemakkelijk herkent worden. De grote hal is natuurlijk een prestege stukje. De architect heeft hier ook veel aandacht aan besteed. Hoe kan je een industriële ruimte met allerlei zenders en buizen er toch visueel aantrekkelijk uit laten zien. Het heeft er wat van weg dat de architect probeert af te leiden. Op de vloer is een heel druk patroon te zien waar even rustig naar moet worden gekeken voor dat het doordringt. afb. 5 En dan niet te vergeten dat de eerste bezoekers (allemaal hoogwaardigheidsbekleders) de vloer niet in zijn geheel konden zien. De architect heeft het wel gerelativeerd er zitten een aantal kleine schoonheidfoutjes in. 2 cement stippen en een misplaatste witte tegel. Het balkon op de derde etage vanaf waar het beste uitzicht heeft wel wat weg van een loge in een theater. Je kunt uitkijken over het wonder der techniek. Om op dat balkon te komen moeten er verschillen prachtig gedecoreerde trappen worden beklommen. Deze trappen, ook geheel in de stijl van de Amsterdamse school, zijn wel bijzonder smal. afb. 4 De trap van het balkon naar de toren is weer eenvoudig gehouden. Het laatste rijksgedecoreerde deel is de ontvangst hal. De hal die al zijn originele kleuren nog bevat (groentinten met beiges), is ook voorzien van een tegelpatroon. afb. 6 Let ook op het plafond, dit soort aangelichte plafonds is iets wat typisch in de art deco thuis hoort maar waar er weinig van in Nederland zijn. Dit ruimtelijke blok, ontvangsthal / trappen / balkon (demonstratiezaal en toiletten), is het visitekaartje naar de gasten toe. De rest van het interieur is sober gehouden, grijze vloer, witte wanden. De omloop voor bedienen en aansturen van kraan heeft zelfs een planken vloer.
Afbeelding 03: Radio kootwijk 1923 Bron: tussen zand en zenders blz 18 fig. 1
Afbeelding 05: Vloer machinehal Afbeelding 04: Trapleuning hoofdtrappenhuis
Ornamenten.
Er zijn twee ornamenten terug te vinden op de kathedraal. Beide zijn ze van de hand van H.A. van den Eijnde die ook verantwoordelijk was voor de ornamenten op het Amsterdams scheepvaart huis. Het ornament aan voor kant heet radiostation. afb. 7 Het stelt de radio verbinding voor tussen Nederland, verbeeld door het rechter gezicht en de kolonie, verbeeld door het Aziatische linker gezicht. De daartussen gelegen figuur verbeeldt de stem die heen en weer gaat tussen hier en de koloniën. Het geheel is afgemaakt met radio golven aan beide zijden van de figuren. Het ornament aan de achterkant heet de vlucht der geluid. afb. 8 Deze vlucht wordt gesymboliseerde door de adelaar die in oostelijke richting uitvliegt. Het verbazende aan de ornamenten is dat in de tijd dat kunstwerken ontworpen zijn er eigenlijk nog geen geluid door de lucht, het ging hier slecht om morse (radiotelegrafie).
Afbeelding 06: Tegelpatroon hal
Bart van der Veen -:- stnr 0615359
B-deel
Brochure Materieel keuze.
Het is opmerkelijk te noemen dat een dergelijk belangrijk gebouw werd gebouwd in een materiaal waarover in 1920 nog zo weinig bekent was. Kort de geschiedenis van het gewapend beton. In 1867 verkreeg een Franse tuinman (Monier) patent op het wapenen van beton met een vorm van kippengaas. Hij kon echter niet berekenen hoeveel en wat voor wapening er dan in moest. Dit lukte een Duitse ingenieur (Koenen) in 1886 wel en nog geen vier jaar later worden de eerste monoliet (vloeren, wanden, balken en kolommen) constructies in de praktijk getest. Het is waarschijn om die reden dat de Duitse firma Telefunken met vertrouwen in het materiaal beton kon voorstellen als constructie materiaal. Deze firma deed in buurt van berlijn onderzoek naar radio zenders met lange golven. Voor hun eerste experiment hadden ze een houten barak opgetrokken. Echter de spijkers in het hout gingen door de enorme hoeveelheid straling zo gloeien dat de barak uiteindelijk afbrandde. Het gebruik van hout werk daarom sterk afgeraden. De meer gebruikelijk bouwmethode voor die tijd, baksteen en gietijzer, rade men ook af. Ze waren bezorgd dat door het gloeien het gietijzer te warm zou worden dat de sterkte zou afnemen. Eigenlijk net als een gloeilamp, spanning op beide einden van een metalen draad geeft gloeiing. Er werkt dus vanuit Duitsland geadviseerd om het daarom in het (relatief) onbekende gewapend beton te maken. In eerste instantie werd het ontwerp voor de kathedraal ook gedaan door een Duitse architect (Muthesius). Later is het overgaan in handen van architect Luthmann en ingenieur Emmen. Het is echter wel gebaseerd op het ontwerp van Muthesius, vooral de technische oplossingen. Uiteindelijk bleek de zender toch nog teveel straling af te geven. Daarom is de bovenste helft van de toren aan de binnenkant met koper bekleed, dit geeft een reflectie van de straling.
Afbeelding 07: Ornament hoofdingang
Afbeelding 08: Ornament achterzijde
Afbeelding 09: Geveldetail
Afbeelding 10: Oostgevel
Amsterdamse school.
De kathedraal is voor het grootste gedeelte gebouwd in de stijl van de Amsterdamse school. De Amsterdamse school is een architectuur stijl die valt in de stroming van de moderne bouwkunst, hiertoe behoren bijvoorbeeld ook de stijl (rietveld), en het expressionisme (Mendelsohn). Deze stroming is een reactie op neostijlen (Amsterdam centraal station, Cuijpers). Berlage is veruit de bekendste architect van de Amsterdamse school. De stijl zoals we hem vandaag kennen is breder te zien als het originele gedachte goed van Berlage. De bekende voorzettende architecten zijn, de Klerk, van der Mey en Kramer. Echter met het overlijden van de Klerk was de Amsterdamse school over zijn hoogtepunt heen. Daarmee is eigenlijk maar een heel kort bouwstijl. De periode strekt van 1905 tot 1923. Het heeft in afgezwakte vorm nog bestaan tot aan de tweede wereld oorlog. De kathedraal valt met het ontwerp uit 1919 daarmee midden in het hoogtepunt. Echter er zijn enkele duidelijk verschillen met de zuivere kenmerken van de Amsterdamse school. De belangrijkste stijlkenmerken van de Amsterdamse school: - Veel gebruik van baksteen. Dat was voor dit project niet mogelijk zie hiervoor ook het deel over materiaal keuze. - Ladderramen afb. 11. Die zitten (zaten ze zijn vervangen) er niet echt in. De originele ramen waren uitgevoerd in staal. Het raam type (vorm) wat er inzat zit meer in de hoek van de art-deco. - Plastische gevels afb. 9/10. Dit wil zeggen dat de gevel niet strak worden vormgegeven, maar worden voorzien van een bepaalde dynamiek. Dit is hier duidelijk het geval. - Constructie in het zicht laten. Ook dit is gebeurd, maar dat is duidelijk zichtbaar. Alle wanden en bogen zijn dragend afb. 2. Er zijn nog enkele elementen die niet geheel voldoen aan de Amsterdamse school. Het dak is een technische invulling voor het warmte probleem. En de kleine aanbouwtjes aan de voor- en achterzijde horen als object eigenlijk niet thuis in deze stijl.
Opmerkelijke Feiten
-De bewoners experimenteerden ook graag met de radio’s en de vrijgekomen spanningen, en van hun proefjes was met de fiets onder de grote zenders door te rijden. De spanning was dan zo groot dat de lampen van je fiets gingen branden. -In 2003 is het pand gebruikt als filmset voor de film Mindhunters. De belangstelling van pers en publiek was zo overweldigend dat het oude wachthuisje en de slagboom weer in gebruik zijn genomen.
Bouwen in beton.
Er zijn sinds de herontdekking van het beton maar weinig gebouwen gemaakt in beton. Beton was meer iest voor tunnels, bruggen en andere civiel technische projecten. En als er dan het dan toch moest worden toegepast werd het tot dan toe weggewerkt in baksteen skelet. De komst van de Amsterdamse school (art deco meer internationaal) heeft er voor gezorgd dat beton ook langzaam werdt geaccepteerd als bouwmateriaal wat in het zicht kon worden gelaten. Een bekent voorbeeld van een vroeg betonwerk is het station van Helsinki (Saarinen) Dit heeft een betonnen skelet, maar nog wel een granieten gevel. Het ontwerpen van ook een buitengevel, toch Afbeelding 11: Ladderraam
Bart van der Veen -:- stnr 0615359
B-deel
Brochure het visite kaartje van een bebouw, was bijzonder gewaagd. Het heeft dan ook in alle grote vakbladen van die tijd gestaan, de Ingenieur, Wendingen en andere. Het is tot de bouwgolf van 1960 een van de weinige echt betonnen gebouwen. Andere bekende gebouwen van beton zijn, de van Nelle fabriek (Brinkman, van der Vlugt, 1926), de openlucht school (Duiker, Blijvoet, 1927) en het sanatorium zonnedaal (Duiker, Blijvoet, 1927).
Luthmann.
Julius Maria Luthmann wordt in 1890 geboren in Amsterdam en studeert bouwkunde aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam. Na zijn studie gaat hij aan de slag voor de Amsterdamse gemeente werken. Terwijl hij daar werkt volgt nog een avondstudie, voortgezette en hogere bouwkunst in Amsterdam. Dit om zijn interesse in moderne architectuur, met name de Amsterdamse school, te voeden. Dit is bijzonder omdat hij bij de Amsterdamse gemeente werken direct onder Kuijpers werkt, een van de grote neoclassisisten. Na het afrond van deze studie komt hij te werken bij architectenbureau Baanders. Hij werkt hier tot 1919, hierna komt hij te werken bij de rijksgebouwen dienst. Hiervoor ontwerpt hij ook de gebouwen van het radio station kootwijk. Hij ontwerpt naar gebouw A, ook de watertoren, het hotel en enkele woonhuizen. In 1923 wordt de rijksgebouwen dienst gereorganiseerd en wordt hij ontslagen. De meeste gebouwen op het terrein zijn dan ook van latere tijd en van andere architecten. Hij werkt daarna voor de gemeente denhaag. Hij werkt tussen 1925 en 1950 aan het stadhuis van Den Haag. Maar door tussenkomst van een economische crises en een wereld oorlog komt er van dit project weinig terecht. Luthmann overlijd in 1960, zonder nog verdere sporen in de architectonische geschiedenis achter te laten.
Afbeelding 12: Achtergevel
Afbeelding 13: Originele raamindeling
De zure appel.
Toen men in 1923 klaar was met hele project en er 8 miljoen gulden voor had neergeteld (60% meer dan begroot) bleek een Nederlandse radioamateur met veel kleine golven en met minder energie de zelfde afstand kon worden overbrugt. De hele installatie stond er dus na 1 jaar eigenlijk al achterhaalt te zijn. Er zijn daarna ook meer zenders op het terrein en in gebouw geïnstalleerd. Op het hoogtepunt van het zenderpark stonden er ruimt 25 zenders. Dit hoogtepunt werd bereikt na de oorlog bereikt, omstreeks de jaren 60. Tijdens de oorlog hebben de Duitsers veel apparatuur geroofd of vernietigt. Een deel is terug gevonden. Nog voor december ’45 waren er al weer zenders actief, al was het dan allen maar voor contact naar New York. De eerste originele (bijnaam lange gerrit) was te beschadig om nog weer te kunnen opbouwen, deze is vervangen door meer moderne apparatuur. In 1958 besloot de PTT tot een renovatie van het pand er zijn, toen zoals bij veel monumenten, verschillende elementen vakkundig weggerestaureerd. Zo zijn de originele stalen kozijn vervangen door kozijnen van beton, behalve die op de begane grond. Deze betonnen kozijnen zijn veel grover dan die van staal en geven daarmee een minder elegant beeld, stalen ramen is ook echt iets wat hoort bij industriële gebouwen van de jaren 20 afb 12/13. Om dit enigsinds recht te trekken is het aantal stijlen gehalveerd. Het tweede element dat is verwijderd zijn de ramen boven in de machine hal. Dat wil zeggen ze zitten er nog wel, maar ze functioneren niet meer als raam. De dakbedekking is doorgetrokken over de ramen. Verder is het hele gebouw voorzien van een laag spuitbeton, en dat is wel de grootste zonde, het gebouw veranderd hiermee niet alleen van kleur maar ook van structuur afb. 14. Maar misschien nog wel erger, een stukje gedachten goed van de Amsterdamse school verdwijnt, het materiaal zo eerlijk mogelijk te tonen, geen stuc of opsmuk. Ook zijn aan de buitenzijde verder plastic regenpijpen aangebracht. Dit als verandering op de vroegere spuwers.
Afbeelding 14: Spuitbeton
Het dorp radio-kootwijk.
De bewoners van het dorp woonden er verplicht en waren ook allemaal werknemers van de PTT. De PTT verzorgde dan ook alle voorziening, er was een dagelijkse busdienst om de kinderen naar school te brengen. Deze bus reed op maandag, woensdag en zondag extra voor markt en kerk. Verder waren er in het dorp eigenlijk alleen maar huizen en een dorphuis. Deze kleine gemeenschap was dan ook een zeer hechte. Sinds de overdracht en sluiting van alle activiteiten in 2004 zijn veel mensen er voorlopig blijven wonen. Maar ook dit een van de vele vreemde vraagstukken voor de toekomst. De huizen horen bij het terrein en de bewoners bij de huizen.
Bart van der Veen -:- stnr 0615359
B-deel
Brochure De toekomst.
In 1970 begint de langzame afstoting van de verschillende taken. Dan gaat de laatste radio verbinding met Indonesië eruit. Tot aan 2004 word er nog contact onderhouden met Nederlandse schepen worden er nog zenders gebouwd. Maar in 2004 is het toch echt gedaan, de satelliet heeft het over genomen. Nu laat radio kootwijk zich niet kennen. Aan het begin van het terrein bevinden zich een aantal gebouwen die, onder andere, een radio telescoop en apparatuur voor satelliet aansturing bevatten. Maar wie het pand ook koopt (daarover later meer) er zal toch flink geïnvesteerd moeten worden in de verschillende delen. Volgens het masterplan van de gemeente Gelderland ongeveer 12 mil. euro. En met het recent afbranden van het hotel, wat een gemeentelijk monument was zullen de kosten niet gedaald zijn. De plannen die worden ingediend zijn uitlopend, er zijn er tot zover 3 ingediend - Plan voor een bedrijven terrein/radio museum. - Plaats voor rouwverwerking op creatief therapeutische basis. - Nog een plan voor een bedrijventerrein.
bronnen. Internet www.wikipedia.nl www.bonas.nl radiokootwijk.free.fr
online encyclopedie Stichting ter promotie van de Nederlands Architectuur Offiele website radio-kootwijk
artikelen: visie kootwijk 2005
Werkgroep Visie Radio Kootwijk, voorzitter Huub Frencken april 2005.
Bladen: Wendingen nr 12
Overheidsgebouwen
1923
boeken tussen zand en zenders C. de Haan- van der Meulen, L. Udo- van der sloot, B. van de Pol-Woonink. 1988 ISBN onbekent Geschiedenis van de bouwkunst W.J. van den Heuvel, ir B.D. Verbrugge. 1996 ISBN 90-212-9083-9 televisie programmas De geschiedenisbus (omroep-gelderland) uitgezonden in week 44 van 2003 Gewest tot Gewe(e)st. (nps) uitgezonden op 2 oktober 2004. Beelden zijn uit 1988 Films: Mindhunters 2004 regie: Renny Harlin
Bart van der Veen -:- stnr 0615359