WOONCONGRE 8 JUNI 2015. GENT
vrp-w o o n c o n g r
es
8 juni 2015, Gent
een organisatie van
HEILIGE HUISJES
Driemaandelijks: maart - april - mei 2015
ruimte VA K B L A D VA N D E V L A A M S E V E R E N I G I N G V O O R R U I M T E E N P L A N N I N G
het nieuwe wonen
Welkom! Namens de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning heet ik u van harte welkom op dit Wooncongres, dat geen dag te vroeg komt. Want ondanks de stedelijke revival gaat in Vlaanderen per dag nog altijd zes hectare open ruimte op de schop voor lintbebouwing en verkavelingen, terwijl bestaande huizen en villa’s nauwelijks verkocht raken en files almaar dieper in de ‘groene’ rand kerven. Weinigen lijken te beseffen dat ons ruimtelijk woonmodel van versnipperd bouwen, suburbaan
25 RUIMTE is een driemaandelijks magazine dat wordt uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning. RUIMTE is een must voor iedereen die begaan is met ruimtelijke ordening en stedenbouw. RUIMTE brengt in elke editie een themadossier, met diepgravende analyses en genereus geïllustreerde bijdragen over de ruimtelijke actualiteit in binnen- en buitenland.
wonen en verkavelen onhoudbaar is en een zware hypotheek legt op welvaart en levenskwaliteit. Daar bovenop zien we dat er nauwelijks ruimte is voor kansarme groepen. De woningmarkt dreigt op een structurele crisis af te stevenen. Hoog tijd dus om het over een andere boeg te gooien en een aantal heilige huisjes in vraag te stellen. Het VRP-Wooncongres is – samen met het bijbehorende nummer van ons magazine Ruimte – een wake-up call. Naast het maken van een kritische analyse zocht de VRP ook naar goede voorbeelden van woonprojecten in Vlaanderen die oplossingen aanreiken voor de gestelde problemen. Sommige projecten werden geselecteerd omwille van hun compacte ontwikkeling of hun goede en bereikbare ligging, andere vormen een mooi voorbeeld van kernversterking of verdichting, terwijl nog andere opvallen door hun aanbod voor verschillende doelgroepen,
DE THEMADOSSIERS IN 2015 Het nieuwe wonen [APRIL] | School maken [JULI] | Ruimte en mobiliteit [SEPT] | Ruimte en economie [DEC] I N F O O V E R TA R I E V E N , A B O N N E M E N T E N E N V E R KO O P P U N T E N : W W W.V R P. B E
hun duurzaam karakter of nieuwe typologie. We zijn dan ook bijzonder verheugd dat meerdere initiatiefnemers met plezier hun project in de kijker wilden zetten in deze programmabrochure en tegelijk bereid gevonden werden om mee hun schouders onder het Wooncongres te zetten. Een welgemeende dank is hier dan ook op zijn plaats! Het VRP-Wooncongres 2015 mag dan de uitkomst zijn van een boeiende
met dank aan
Het wooncongres 2015 werd mogelijk gemaakt dankzij volgende hoofdsponsors:
interne denktank over de sociale en ruimtelijke uitdagingen van ons Vlaamse woonpatroon, het is ook meer dan ooit een oproep aan u om met de inspiratie die we u vandaag hopen te bieden, aan de slag te gaan en mee te werken aan een duurzaam thuismodel voor het Vlaanderen van de toekomst.
|3 An Rekkers Directeur VRP
Sylvie Van Damme Voorzitter VRP
Wonen in Vlaanderen vandaag en morgen Er verschuift het een en ander op de Vlaamse woningmarkt: voor het eerst loopt het aantal eigenaars in Vlaanderen terug (van 74,4% in 2005 naar 70,5% in 2013, Winters e.a., 2015), en ook de trend naar compacter wonen zet zich door in immer voortschrijdende ‘verappartementisering’. Toch blijven veel heilige huisjes in de hoofden van het beleid en de vakwereld overeind, en bepalen ze ook nog altijd een grondstroom in de bouw- en woonpraktijk in Vlaanderen. Vaak berusten die op misvattingen of bewuste desinformatie vanuit particularistische motieven. Met enkele recente cijfers en onderzoeksresultaten in de hand schetsen we hierna in zeven punten een diagnose van Vlaamse woonmarkt en schuiven we zeven mogelijke remedies naar voren.
4|
7 punten en 7 remedies
M I C H A E L RYC K E WA E R T
1. De mythe van de demografische boom en de nood aan meer bouwgrond Het Vlaamse regeerakkoord meldt dat ‘we tegen 2020 93.000 woningen gaan bouwen’, andere bronnen spreken van 220.000 bijkomende huishoudens tussen 2015 en 2030 – of een bijkomende vraag naar 15 tot 20.000 woningen per jaar (Studiedienst van de Vlaamse Regering, 2015). Deze prognoses wekken de schijn dat we met een ‘demografische uitdaging’ zitten die met een ‘ambitieus woonprogramma’ zou moeten te lijf gegaan worden. Niets is echter minder waar. Tussen 2001 en 2013 nam het aantal huishoudens met gemiddeld 23.000 eenheden per jaar toe. Dat betekent dus dat de demografische groei de komende jaren zal vertragen. Nog belangrijker is dat er in dezelfde periode jaarlijks gemiddeld 25.800 woningen bijkwamen (Winters e.a., 2015). Met andere woorden, als er aan dit ritme woningen in Vlaanderen blijvend worden bijgemaakt, komen we in 2015 reeds uit op een overproductie van goed 35.000 woningen en tegen 2020 van meer dan 150.000 woningen. Het is dus ook duidelijk dat het steeds weer pleiten voor het ‘vrijgeven’, ‘aansnijden’ of ‘activeren’ van bouwgrond in woon- of woonuitbreidingsgebieden totaal naast de kwestie is. Er is reeds genoegzaam aangetoond dat er meer dan voldoende bouwgrond voorhanden is (meer dan 40.000 ha). Zelfs al wilt men de verwachte aangroei realiseren door van elke bijkomende woning een ruime villa op een perceel van 10 are te maken (absurde gedachte!), dan hebben we tegen 2030 minder dan de helft van de huidige bouwgrondreserve nodig. Hoe komt het dan dat de bouwsector steevast blijft schreeuwen om het opdrijven van de woningbouwproductie en het vrijgeven van meer bouwgrond? En vooral, hoe komt het dat dit misleidend pleidooi zijn weg blijft vinden naar de oren van de beleidsmakers?
2 | De droom van huisje-tuintje Dit kunnen we alleen maar begrijpen vanuit een blijvende fascinatie voor het heilige huisje van de eigen gebouwde woning met tuin die voor veel jonge gezinnen decennialang de ultieme woondroom was, en het vandaag wellicht voor velen nog is. Het klopt dat jongeren die daar van dromen vandaag bedrogen uitkomen, maar meer bouwgrond op de markt gooien of
drastisch de woningproductie opdrijven zal daar structureel weinig of niets aan verhelpen. Hoogstens leidt het lokaal tot het nog even oprekken van de economische haalbaarheid van een woonmodel dat allang zijn houdbaarheidsdatum overschreden heeft, met alle nefaste gevolgen vandien.
3. Verdere suburbanisering en verappartementisering, ten koste van compacte stadswoningen De droom van huisje-tuintje drijft de bouwlustigen immers naar die plekken waar dit nog tegen een haalbare prijs mogelijk is. Het gaat daarbij om steeds meer perifere plekken, ver afgelegen van de grote tewerkstellingscentra, of om de laatste open restjes in de alomtegenwoordige lintbebouwing. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat grote woningtypes zoals vrijstaande en driegevelwoningen maar blijven toenemen in Vlaanderen, net als de appartementen overigens, terwijl de rijwoning, het stedelijke, compacte individuele woningtype bij uitstek, schaarser wordt. Terwijl de drie- en viergevelwoningen tussen 2005 en 2013 met 6 tot 7% zijn toegenomen, en de appartementen met zelfs 17%, zijn er in dezelfde periode nauwelijks rijwoningen bijgekomen in Vlaanderen (Kadastrale statistiek van het gebouwenpark). Het aandeel rijwoningen in het Vlaamse woningbestand is tussen 2005 en 2013 dan ook teruggelopen van 24,5 tot 22,8 %.
4. Een dreigende vastgoedcrisis In het licht van de demografische noden, die vooral wijzen op een toename van oudere en kleinere huishoudens (met uitzondering van de grote steden die net met vergroening te maken krijgen), is die toename van de grotere woningtypes erg verwonderlijk, zeker als we weten dat het huidige woningbestand in Vlaanderen een grote onderbezetting kent. Tegelijk raken grote villa’s nog moeilijk verkocht. De huisje-tuintje droom van weleer is overduidelijk niet meer dezelfde als vandaag. De oude woningen zijn te groot, te slecht geïsoleerd, of voldoen niet meer aan de huidige smaak. Een grote renovatieslag van dit bestand komt ook nog niet van de grond. Waarom zou ze ook, als er elders nog steeds meer dan voldoende mogelijkheid is om dezelfde droom naar hedendaagse maatstaven te bouwen? Zo komt de
|5
7. ... en als potentie voor een vernieuwing van het woonpatrimonium
dreigende wooncrisis in beeld: een verdere ontwaarding van de oudere en perifere suburbane woningen dreigt. Er wordt nog steeds veel te veel bijgebouwd van wat er al is. Dat dit verloopt volgens een ruimtelijk patroon dat de files alleen maar langer maakt lijkt van geen tel: die bedrijfswagen, weet u wel. Zolang maatregelen als rekeningrijden of meer investeringen in openbaar vervoer uitblijven hoeven we op dat vlak niet veel verandering te verwachten.
5. Oude patronen doorbroken: de woonladder in Vlaanderen
6|
Toch is het heilige huisje van de zelfgebouwde suburbane woning-met-tuin aanzienlijk afgebrokkeld. Het gros van de starters op de woningmarkt ziet de aankoop van een bestaande woning of een appartement als verstandigste (of is het enige?) keuze. 70% is in de periode 2009-2013 eigenaar geworden via de aankoop van een bestaande woning, terwijl nog maar 7% van de Vlamingen de stap naar het eigenaarschap zette via het zelf bouwen van een woning met een eigen architect (Winters e.a., 2015). Het Steunpunt Wonen spreekt in dat verband van een ‘woonladder’ naar buitenlands voorbeeld. De woonmarkt in Vlaanderen wordt meer en meer een doorstroommarkt: jongeren starten met een appartement of kleine woning en ruilen die op latere leeftijd in voor een grotere woning van een ander woningtype (van rij- naar driegevelwoning, of van appartement naar eengezinswoning bijvoorbeeld). Een eigen woning bouwen verschuift naar later. Waar in 2005 nog zowat 21% van
de eigenaars-bouwers jonger was dan 45 jaar, is dit in 2013 nog 15% van de eigenaars-bouwers (Heylen, 2015). Dit is niet zozeer te wijten aan de intrinsieke prijs van die gezinswoningen of de ‘bouwgrondprijs’ (Ryckewaert, 2014), maar aan het feit dat de meer gevorderden op de woonladder kapitaalwinsten hebben geboekt op hun eerdere woning(en), daardoor veel meer kunnen besteden en zo de starters uit de markt prijzen.
6. De investeringslogica achter verdichting en verappartementisering als bedreiging… Het is maar een voorbeeld van hoe starters uit de markt geprijsd worden. Ook de voortschrijdende verappartementisering gooit roet in het eten. De stedelijke, en steeds meer ook ‘dorpse’ vastgoedontwikkeling doet hen de das om bij hun zoektocht naar een bescheiden huisje. Immers, in de slipstream van het verdichtingsdiscours worden grondgebonden eengezinswoningen, rijwoningen in de stad en vrijstaande villa’s in de rand of daarbuiten, vervangen door appartementen. De realisatie van dit ‘verdichtingspotentieel’ maakt dat ontwikkelaars grote sommen op tafel kunnen leggen om panden te verwerven of zelfs te bundelen met het oog op de verwachte return, zodat deze woningen buiten het bereik van particuliere kopers vallen. Komt daar nog bij dat die verdichting en verappartementisering niet altijd de kwaliteit haalt die je er van zou verwachten of gebeurt op plekken waar dat logisch is.
Dit is misschien wel sneu voor de individuele koper, maar op zich biedt dit ook potenties voor een meer structurele vernieuwing van het patrimonium. Het is een proces dat aangezwengeld wordt door de kapitaalmarkt. Met lage rentevoeten en een onzekere beurs, worden vastgoedinvesteringen – ook voor particulieren – interessant. Inmiddels zijn de vehikels om in kust- of opbrengstappartementen, serviceflats of studentenkoten te investeren niet meer te overzien, getuige de weekendbijlagen in de kranten. Maatschappelijk gezien zou het uitermate interessant zijn dat het opgebouwde (woon)kapitaal van wie al flink op de woonladder is opgeklommen, opnieuw geïnvesteerd wordt in betaalbare huurwoningen voor starters, serviceflats voor ouderen of compacte gezinswoningen, eerder dan in de zoveelste golf van al te grote suburbane woningen. Met deze stand van de woningmarkt in het achterhoofd formuleren we hier enkele concrete voorstellen voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van het wonen. 1. Zet krachtig in op een fundamentele ombouw van het woonpatrimonium. 37% van de Vlaamse woningen voldoet niet aan de basiskwaliteitsnormen van de Vlaamse overheid en de energieprestaties moeten drastisch naar omhoog. Verlaat het pleidooi voor steeds meer nieuwbouw en bouwgrond en zet volledig in op renovatie, vernieuwbouw, verdichting. Ook dat is een stimulans voor de bouwsector. 2. Maak werk van de ambitie om de bebouwde ruimte in Vlaanderen niet langer te laten toenemen. De geschetste prognoses tegen 2030 zijn perfect haalbaar zonder nieuw gebied aan te snijden, met een globale verdichtingsslag van 7% (van 3 naar 3,2 miljoen woningen). Enkele binnenstedelijke locaties in de grootsteden niet te na genomen, moet dat toch overal een haalbare kaart zijn? Moedig daarvoor ondermeer compacte laagbouw aan, gegeven de stagnatie van dit type woningen in Vlaanderen.
3. Ontwikkel dringend een planningskader voor selectieve verdichting in 20ste-eeuwse gordels en rond openbaar vervoersknooppunten. Dit is nodig om onderbezet woonpatrimonium beter te benutten en de immer voortschrijdende suburbanisatie en dorpsverloedering een halt toe te roepen. Koppel dit aan een restrictief kader voor woonontwikkeling in greenfields. 4. Het vorige punt is essentieel voor een systeem van verhandelbare ontwikkelingsrechten of voor ruilverkavelingen. Immers, als we enerzijds de suburbanisatie op haar beloop laten en anderzijds ongebreideld verdichten en ver-appartementiseren, verdwijnt de grondstof voor zo’n systemen. Als het verdichtingspotentieel opgesoupeerd is en er te weinig niet-gerealiseerde bouwrechten overblijven, valt er niets te ruilen of te verhandelen. 5. Moedig voluit vastgoedinvesteringen aan die tegemoet komen aan maatschappelijke noden. Geen nieuwe golf te grote suburbane woningen, maar compacte, betaalbare huuren koopwoningen. Het laat starters bescheiden beginnen aan de woonladder, en geeft huurders ademruimte. Na het jarenlang aanmoedigen van eigen woningbezit, kan een verstandig uitgebouwde huurmarkt evengoed een volwaardig pensioenvehikel worden. 6. Ontwikkel een echt grondbeleid voor betaalbare woningen voor de laagste inkomensgroepen. Het is een illusie te denken dat het verlenen van huursubsidies alle problemen van de armste huurders op vlak van betaalbaarheid en kwaliteit zullen verhelpen. Daarvoor blijven sociale woningen nodig, die alleen maar betaalbaar zijn als ze buiten de geldende private vastgoedlogica’s tot stand komen. 7. Stop daarom ook met het verpatsen van publieke gronden aan commerciële prijzen, maar reserveer deze voor betaalbaar wonen. Innovatieve formules als erfpacht, community land trusts of woningcoöperatieven leveren slechts betaalbaar wonen op als de grondkosten niet (volledig) aan de bewoners hoeven doorgerekend te worden.
BRONNEN Winters, Sien, Ceulemans, Wesley, Heylen, Kristof, Pannecoucke, Isabelle, Vanderstraeten, Lieve, Van den Broeck, Katleen, De Decker, Pascal, Ryckewaert, Michael, Verbeeck, Griet (2015), Wonen in Vlaanderen anno 2013. De bevindingen uit het Grote Woononderzoek 2013 gebundeld, Antwerpen: Garant. | Heylen, Kristof (2015), Het Grote Woononderzoek 2013. Deel 2. Deelmarkten, woonkosten en betaalbaarheid, Leuven: Steunpunt Wonen. | Ryckewaert, Michael (2014), ‘Van demografische uitdaging naar doemscenario? Speculaties over wijzigende woonvoorkeuren, de onmogelijkheid van betaalbaar stedelijk wonen op maat van gezinnen en samenwonen-uit-noodzaak’ in: Ruimte en Maatschappij, vol. 6 nr. 1, p. 61-84. | De kadastrale statistiek van het gebouwenpark is raadpleegbaar op http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/economie/bouw_industrie/gebouwenpark. | De huishoudensprognoses voor 20152030 van de Studiedienst van de Vlaamse Regering zijn raadpleegbaar op http://www4.vlaanderen.be/sites/svr/Pages/2015-01-29-projecties.aspx.
|7
De Duurzame Wijk Innovatief en duurzaam verderbouwen op traditie
Waregem
Met het innovatieve pilootproject ‘De Duurzame Wijk’ in Waregem zorgt het bouwmaterialenbedrijf Wienerberger voor een nieuw ijkpunt in het duurzaam en kostenoptimaal bouwen, wars van ondoordachte experimenten en zonder in te boeten aan wooncomfort en esthetiek.
Aan de basis van het concept voor ‘De Duurzame Wijk’ liggen acht pijlers van duurzaamheid: doordachte inplanting n duurzame mobilitei n aandacht voor biodiversitei n verantwoord omgaan met water n low-impact materialen n duurzaam leefcomfort n energiezuinig bouwe n kosten optimaliseren
G E M E E N T E Waregem
De hele aanpak kadert in de People–Planet–Profit benadering, waarbij rigoureus aandacht wordt besteed aan energie, waterbeheer op de site en in de gebouwen, een verantwoorde keuze van materialen, thermisch en akoestisch comfort, groenbeheer. De betaalbaarheid en terugverdientijd van de gekozen oplossingen worden daarbij steeds in acht genomen. Kortom: de Duurzame Wijk werd ontwikkeld met een sterke focus op ecologische, sociale en economische duurzaamheidsaspecten en vertrekt tegelijkertijd vanuit de verdiensten van de Belgische bouwtraditie. De voordelen van individuele woningen worden behouden in deze bredere benadering. Inspanningen op het vlak van duurzaamheid en betaalbaarheid worden gespreid over een cluster van individuele woningen. De werken worden uitgevoerd door bouwpartners die gebruik maken van gekende technieken en duurzame materialen. Elke stap in het bouwproces wordt voorafgegaan door een nauwkeurige afweging van economische, ecologische en sociale criteria. Van de inplanting over het watergebruik tot het bouwbudget en een verantwoord nabuurschap – niets wordt buiten beschouwing gelaten. Om het duurzame karakter van de oplossingen te evalueren en valideren, wordt de duurzaamheidsmeter BREEAM1 ingezet. Daarmee wordt het project stap voor stap opgevolgd, van ontwerp tot oplevering. Na de oplevering volgt een continue en intensieve monitoring van de diverse duurzaamheidsparameters. Op die manier wil Wienerberger bijdragen tot een grotere kennisopbouw over duurzaam wonen.
R E A L I S AT I E DAT U M
n
8|
INNOVATIEF EN DUURZAAM VERDERBOUWEN OP TRADITIE
Meer info: www.deduurzamewijk.be 1 Building Research Establishment Environmental Assessment Method
ADRES Zultseweg
7
P R O G R A M M A De
Duurzame Wijk: zeven geclusterde BEN-woningen
OPDR ACHTGE VER
Eribo Bouw & Immo
PA R T N E R S Wienerberger (initiatiefnemer van
het project)
O N T W E R P/ A R C H I T E C T ( E N ) Wielfaert
Architecten
2015
|9
Woonerf Ulobia Balans tussen individuele vrijheid en collectiviteit
Gent
Het project Ulobia staat voor de inbreiding en herbestemming van een vervallen fabriekscomplex uit 1930. Na een bodemsanering en grondige renovatie werden de oude directeurswoning en magazijnen omgevormd tot een rustig woonerf van 18 units rondom een collectieve tuin van ongeveer 700 m². Het project is een ontwikkeling van ir-architect Lieven Verheye, actief in optimalisatie-advies en ontwikkeling van complexe projecten. Voor ieder project selecteert hij een team van enthousiaste experts die elk vanuit hun eigen vakkennis zoeken naar de optimale oplossing (ruimtelijk, technisch, financieel, juridisch,…).
Hogere levenskwaliteit door weldoordachte synergie –
De kernvisie bestaat er in om vooreerst de ziel van de plek te koesteren en vervolgens de ruimte, zowel binnen als buiten, weldoordacht te organiseren zodat de bewoners van vandaag én morgen zich op ecologisch verantwoorde wijze kunnen ontplooien in een stimulerende omgeving. Elk ontwerp moet daarvoor voldoende tijd krijgen om te rijpen, net zoals een goede wijn.
BALANS TUSSEN INDIVIDUELE VRIJHEID EN COLLECTIVITEIT S TA D Gent ADRES Adolf Baeyensstraat
Gent
P R O G R A M M A herbestemming
van oud fabriekscomplex naar woonerf met 18 lofts voor wonen en werken rondom een collectieve tuin
Ziel en verantwoordelijkheid – De ziel van het fabriekscom-
plex werd hersteld door ontpitting van het binnengebied en behoud van interessante bouwelementen. Daar werden nieuwe elementen in een hedendaagse vormgeving aan toegevoegd. Een doordacht ontwerp zorgde voor privacy en comfort, met verantwoord gebruik van ruimte en energie. De units voor wonen en/of werken zijn schakelbaar en variëren tussen 56 en 450 m² met private buitenruimtes van 45 à 120 m². De parking ligt aan de straatzijde om de tuin autovrij te houden.
134, 9040
OPDR ACHTGE VER
voor
Lieven Verheye
O N T W E R P E R S ROBUUST
architectuur en onderzoek www.robuust-ao.be ; www. burogroen.be
R E A L I S AT I E DAT U M
2014
Collectief delen versus individuele vrijheid – De juridische
10 |
eigendomsstructuur benut de voordelen van een collectiviteit, zonder de nadelen van algemene vergaderingen en syndicus. Er wordt gestreefd naar een zinvol minimum aan collectieve verplichtingen, evenwel met garanties op een harmonieus geheel. Collectieve afspraken tussen de diverse bewoners groeien uit vrije wil (car-pooling, tuinonderhoud, babysit, logies…). Inspraak van kopers om units samen te voegen of wijzigingen aan te brengen is bespreekbaar. De privatieve afwerking is in handen van de kopers, volgens individuele smaak, budget en tempo. De woningen kunnen dus meegroeien volgens hun noden en mogelijkheden. Kortom, Ulobia staat voor een verantwoorde balans tussen individualisme en collectiviteit. Ulobia is bijna uitverkocht. We zoeken steeds naar boeiende sites met een ziel om te ontwikkelen of mee te adviseren. Contact:
[email protected] - tel +32479550051.
| 11
na
Natuurbuurt Aan de Ratte Cohousing voor uiteenlopende budgetten
Oostakker
Het kloppend hart van onze samenleving rust op een aantal pijlers: groen, duurzaamheid, veiligheid, sociaal en betaalbaar wonen. Wie nu een huis wil kopen, wil méér dan rechte muren en een waterdicht dak. Een mens wil een plek waar het fijn thuiskomen is. Met de ‘natuurbuurt’ in Oostakker bouwt projectontwikkelaar Bostoen aan de essentie van wonen: een energievriendelijke thuis in een autoluwe, kindvriendelijke en groene omgeving. Daarmee wordt een antwoord geboden op de maatschappelijke vraagstukken van vandaag die bepalend zijn voor morgen. Voor de bouw van de buurt in Oostakker werd voor het concept cohousing gekozen, waarbij elke woning anders opgedeeld kan worden. Hierdoor kan maximaal rekening gehouden met de wensen van de bewoners – of dat nu jonge gezinnen of senioren zijn. Het verweven van dergelijke verschillende bewonerstypes in het project zorgt overigens voor een diverse, bruisende woongemeenschap. Voor de eerste steen gelegd wordt, wordt de aanwezige natuur volledig in kaart gebracht. Terwijl die in een traditionele verkaveling moet wijken, vertrekken de ontwerpers hier net van haar aanwezigheid. De bestaande grachten zorgen voor een correcte buffering van het regenwater. Naast de private ruimtes en tuinen werd een grote gemeenschappelijke groenzone voorzien, die werd ingericht als activiteitenweide met een schommel en speelheuvel. Daarnaast werden een paviljoen, een moestuin en verschillende fruitbomen geïntegreerd. Deze gemeenschappelijke groene plekken zorgen voor een versterking van het sociale contact. Ook van de zon werd optimaal gebruik gemaakt: de woningen werden niet volgens het klassieke patroon – links en rechts van de weg – gebouwd, maar volgens een zuidgerichte oriëntatie. Met andere woorden: de inplanting van de woningen komt eerst, daarna volgt het uittekenen van de infrastructuur. 12 |
Een natuurbuurt vereist ook een andere kijk op mobiliteit. In dit project werden 17 gecentraliseerde parkeerplaatsen voorzien aan het begin van de autoluwe dreef. Een parkeerplaats voor autodelen zorgt ervoor dat vele gezinnen een auto kunnen uitsparen. Dit wordt dus in eerste instantie een veilige en kindvriendelijke buurt waar voetgangers en fietsers thuis zijn. De natuurbuurt is er voor elke stijl en budget. Door dit als een totaalproject aan te pakken kunnen veel zaken collectief uitgevoerd worden, zoals verwarming en regenafvoer. Daardoor wordt een diverse, levendige buurt gecreëerd waar iedereen zich thuis voelt.
COHOUSING VOOR UITEENLOPENDE BUDGETTEN
S TA D/G E M E E N T E
Oostakker
A D R E S Aan De Ratte,
Oostakker
PROGR AMMA 16 halfopen of gesloten passieve
en energievriendelijke woningen, 17 gecentraliseerde parkeerplaatsen, een paviljoen, zes fietsenstallingen en een grote stalling voor bakfietsen, een gedeelde moestuin, fruitbomen en een gemeenschappelijke speelheuvel.
O P D R AC H T G E V E R
Bostoen
PA R T N E R S EVR-architecten,
Fris in het landschap, Linea Trovata, Vont en Cohousing projects
O N T W E R P/ A R C H I T E C T ( E N ) EVR-architecten R E A L I S AT I E DAT U M
de werken starten eind 2015
| 13
Clementwijk Sint-Niklaas
Een ambitieus woonproject met een sterk draagvlak
In Sint-Niklaas bouwt buurtontwikkelaar Matexi mee aan het grootste woonproject in de geschiedenis van de stad: de Clementwijk. Aan de basis liggen Stad Sint-Niklaas, Intercommunale Interwaas, SHM Sint-Niklase Maatschapij voor de Huisvesting, SHM Waasse Landmaatschappij en buurtontwikkelaar Matexi – partners met verschillende verwachtingen. Bij de totstandkoming van de duurzame wijk werd niet over één nacht ijs gegaan: het proces bracht de wensen van de verschillende partners naar boven en het stroomlijnen van deze verwachtingen was voor iedereen een continue evenwichtsoefening. Het resultaat mag er zijn: het masterplan toont een buurt waar duurzaamheid en marktconformiteit elkaar op elegante wijze vinden.
14 |
In de buurt krijgen fietsers en voetgangers voorrang. De woonvelden zijn bereikbaar voor auto’s, maar er is geen kriskras verkeer door de wijk mogelijk. Auto’s worden geparkeerd op gebundelde parkings in de woonvelden en voor bezoekers zijn er randparkings, zodat de straten echte leef- en speelstraten worden.
S TA D/G E M E E N T E
Sint-Niklaas
A D R E S
gebied ingesloten door bestaande Clementwijk, MechelenTerneuzenwegel, Spieveldstraat en Karekietstraat.
PROGRAMMA:
VO L L E D I G M A S T E R P L A N
V E L D 2 3
± 700 woningen, 4 ha park, een school, kinderopvang en een buurtwinkel 41 woningen, 20 appartementen, 61 parkeerplaatsen
O P D R AC H T G E V E R
Matexi NV
PA R T N E R S
stadsbestuur Sint-Niklaas, Intercommuncale InterWaas, Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting, Waasse Landmaatschappij en Matexi
ONTWERP/ARCHITECT(EN) Grontmij i.s.m. M A S T E R P L A N
landschap
In maart 2015 startte Matexi met de bouw van veld 23, het Woonhof, dat een mix van appartementen en woningen bevat. De collectieve binnentuin, waar ook de kleinste kinderen veilig kunnen spelen, vormt een aanvulling op de privétuinen én op het park. Uit het onderzoek naar ‘Delend wonen’ dat Matexi in 2014 voerde, bleek het belang van privacy in de privétuinen. Grote aandacht gaat daarom naar de overgang privaat-collectief, waar Matexi zelf de hagen en poortjes zal aanleggen. Vandaag is een eerste deel woningen in verkoop voor prijzen tussen 240.000€ en 280.000€ (excl kosten).
Fris in het
B E E L D K WA L I T E I T S P L A N evr-Architecten ARCHITECTUUR VELD 23 [ M AT E X I ]
evr-Architecten
2014-2015 R E A L I S AT I E DAT U M
© Grontmij/Fris in het Landschap
Het stadspark vormt het kloppende hart van de buurt. Bestaande grachten en knotwilgen worden zoveel mogelijk behouden; bloemenweiden, bloemrijke ruigtes en struwelen zorgen voor de biodiversiteit. Daarnaast garanderen school- en buurttuintjes, avontuurlijke speelzones en ontmoetingsplekken een optimale belevingswaarde.
EEN AMBITIEUS WOONPROJECT MET EEN STERK DRAAGVLAK
© Grontmij/Fris in het Landschap
Medio 2007 sluiten de partners een samenwerkingsoverkomst af, gebaseerd op een masterplan van Technum. Later past Grontmij in samenwerking met Fris in het landschap het plan aan, zodat optimaal rekening gehouden wordt met de grachtenstructuur van het landschap. Tegelijkertijd maakt EVR-architecten een beeldkwaliteitsplan op. Veelvuldig overleg tussen partners en ontwerpers zorgt ervoor dat iedereen zich in het uiteindelijke project kan vinden: 700 woningen, een parkzone van vier hectare en collectieve voorzieningen zoals een school, kinderopvang en een buurtwinkel.
| 15
Wijk Schelde-Eiland Succesvolle publiek-private samenwerking langs de Scheldeboorden
Oudenaarde
Op een eiland, omringd door de Schelde in Oudenaarde, start projectontwikkelaar Montreal nv weldra met de bouw van een nieuwe stadswijk: Schelde-Eiland. De ontwikkeling vormt het sluitstuk van een grootschalig stadsvernieuwingsproject langsheen de Oudenaardse Scheldeboorden, dat de stad terug moet verbinden met haar oevers. Ook andere publieke partners springen mee op de kar. Hiermee is Schelde-Eiland een mooi voorbeeld geworden van een geslaagde publiek-private samenwerking. Jarenlang leefde Oudenaarde met zijn rug naar de Schelde. Na het rechttrekken van de rivier in de jaren ’70 werd elke band met de stad verbroken. Daarnaast werd Schelde-Eiland van oudsher ingenomen door een gasfabriek, die er de laatste jaren verloederd bijlag en bovendien de bodem sterk had verontreinigd. Vandaag komt daar verandering in en maken de vervuilde terreinen plaats voor een bruisende stadswijk. Bart Langens, gedelegeerd bestuurder Montreal nv: ‘Er worden 195 appartementen en 25 stadswoningen voorzien. Daarnaast is er ook plaats voor kantoren, kleine handelszaken en een nieuw justitiehuis.’ De wijk wordt op een doordachte manier vormgegeven: het ontwerp kadert in het masterplan en de beeldkwaliteitsplannen buitenruimte (PULS_net, ABSCIS ARCHITECTEN) en architectuur (BRUT) die in 2009 werden opgemaakt. Stad Oudenaarde zag het potentieel van haar Scheldeboorden en kon verschillende publieke en private partners engageren voor de ontwikkeling. Het stadsbestuur kon bovendien de Vlaamse Regering overtuigen om de Scheldeboorden in 2009 te erkennen als stadsvernieuwingsproject, goed voor een subsidie van 3.000.000 euro.
16 |
Voor de herontwikkeling was een grootschalige grondenruil nodig tussen de private en publieke partners. In 2012 werden de afspraken tussen alle partijen vastgelegd in een Brownfieldconvenant. Bart Langens: ‘Dit convenant was absoluut noodzakelijk om duidelijke afspraken te maken. Na constructief overleg zijn we tot oplossingen gekomen waar iedereen baat bij heeft.’ OVAM is ondertussen gestart met de sanering van de gronden en Waterwegen en Zeekanaal heeft samen met Stad Oudenaarde de bouw van een nieuwe voetgangers- en fietsbrug volbracht. Ook de aanleg van een nieuwe jachthaven en promenade langsheen de Scheldekaaien staan nog op de planning. Bart Langens: ‘Voor de eerste fase (95 appartementen) werd inmiddels een bouwvergunning bekomen, binnenkort wordt gestart met de verkoop en bouw van het project.’
SUCCESVOLLE PUBLIEKPRIVATE SAMENWERKING LANGS DE SCHELDEBOORDEN
S TA D/G E M E E N T E
Oudenaarde
ADRES Trekweg,
Oudenaarde
P R O G R A M M A 195
appartementen en 25 stadswoningen, verspreid over verschillende fasen
OPDR ACHTGE VER
Scheldekop nv (Montreal nv, Thyld nv en Willy Naessens nv)
PA R T N E R S Stad
Oudenaarde, Vlaamse overheid, Stadsvernieuwingsfonds, OVAM, Waterwegen en Zeekanaal nv en Regie der Gebouwen.
O N T W E R P/ A R C H I T E C T ( E N ) Poponcini en Lootens architecten,
Omgeving, Abscis architecten, PULS_net, BRUT architecture en urban design i.s.m. Stad Oudenaarde
R E A L I S AT I E DAT U M
2015 - 2020
| 17
Woonwijk Groen Zuid Nieuw leven voor een Antwerps fabrieksterrein
Hoboken
Hoboken is erg populair. De nabijheid van de Schelde, het rijke industriële verleden, de goede bereikbaarheid van het stadscentrum en het overvloedige groen maken van dit Antwerpse district een aangename woonomgeving. Om de bevolkingsgroei op te vangen, zijn nieuwe woningen nodig. De Stad pleit ervoor om de 20ste-eeuwse gordel rond Antwerpen te verdichten en te vernieuwen. Het woonproject Groen Zuid past in deze strategie. Op het oude fabrieksterrein van de voormalige Alcatel-Bellvestiging ‘Scanfil’ bouwt projectontwikkelaar CORES Development in samenwerking met de Stad een nieuwe woonwijk. De wijk is gesitueerd tussen de Fodderiestraat, Berkenrodelei, Hertoglei en Louisalei. Het kloppend hart van het Antwerpse stadsleven is er duidelijk voelbaar, maar toch wonen de toekomstige bewoners rustig in het groen. Groen Zuid wordt samen met het aanpalende park een groen infuus voor Hoboken – o.a. in de vorm van ‘groene’ vingers doorheen de wijk, die ademruimte creëren tussen de woonstraten en zorgen voor licht, lucht en ruimte. De woningtypes van Groen Zuid zijn afgestemd op een brede doelgroep: gezinnen, alleenstaanden, senioren, starters, ... Er zijn grote en kleinere woningen en appartementen met één, twee of drie slaapkamers. Ook het pakket Assisted Living is beschikbaar in Groen Zuid. Dat maakt het mogelijk om te investeren in de toekomst. Rond de wijk vindt men alles wat het leven gemakkelijk maakt: winkels, een administratief centrum, het postkantoor, de apotheek, … Scholen en kinderopvang bevinden zich in de onmiddellijke omgeving. Naast fietsenstallingen zijn er in de wijk ook voldoende parkeerplaatsen voorzien voor bewoners en bezoekers. Er komt een uitgestippelde fietsroute met een tunnel onder de spoorweg die voor een vlotte en veilige link met de stad zorgt.
18 |
Groen Zuid is een toonbeeld van duurzame ontwikkeling met respect voor diversiteit. De wijk sluit aan op de bestaande morfologie van de buurt. Ook binnen de wijk werden appartementen en woningen optimaal gecombineerd. Door de samenwerking van vier architectenbureaus – Crepain Binst Architecture, META architectuur, STAM architecten en BOB361 – werd die verscheidenheid nog versterkt. Het resultaat is een aangename nieuwe, natuurlijk ogende woonomgeving. CORES Development maakt van een goede prijs-kwaliteitverhouding een speerpunt. Groen Zuid biedt dan ook vooruitstrevende en hoogstaande architectuur die rekening houdt met alle budgetten. Meer info: www.groenzuid.be.
SUCCESVOLLE PUBLIEKPRIVATE SAMENWERKING LANGS DE SCHELDEBOORDEN S TA D Antwerpen ADRES Louisalei /
– district Hoboken
Berkenrodelei
P R O G R A M M A Fase
1: 171 units, waarvan 131 appartementen, 38 woningen en twee praktijkruimten en een ondergrondse parkeergarage.
O P D R A C H T G E V E R CORES
Development
ONTWERP / Crepain A R C H I T E C T E N
Binst Architecture, Stramien cvba ism ARA, BOB361, META architectuur, STAM architecten
R E A L I S AT I E DAT U M
2015 – 2017
| 19
Centrumopbouw Een kloppend hart met vele kamers
Oostmalle
Oostmalle krijgt een nieuwe ontmoetingsplaats die is ingebed in de bestaande ruimtelijke structuren van de gemeente. Het project geeft dynamiek aan verschillende kernfuncties zoals wonen, zorgen en genieten. Het gemeentebestuur van Malle vertrok vanuit een visienota waarin de ambities en ontwikkelingsvoorwaarden werden toegelicht. Het masterplan dat door het team van groep Van Roey werd ingediend, werd geselecteerd omwille van het uitgekiende evenwicht tussen open en bebouwde ruimte.
De bouw van een nieuw jeugdcomplex was de start van het project. Dit gebouw, opgeleverd in 2012, biedt niet alleen een onderkomen aan diverse jeugdbewegingen en verenigingen, er is ook een repetitielokaal voor muzikaal talent en een polyvalente zaal met keuken. Begin september 2014 opende Malle het vernieuwde ontmoetingscentrum De Notelaar. Het centrum huisvest een bibliotheekfiliaal en lokalen voor sociaal-cultureel gebruik. Daarnaast omvat dit centrum vijf vergaderlokalen, een multifunctionele parketzaal en een cafetaria. De bestaande feestzaal bleef behouden maar onderging een grondige opknapbeurt. De bibliotheekzone omvat ook een commercieel gelijkvloers en enkele kleinschalige woonunits met sociale appartementen. In de centrumontwikkeling zijn sociale en bescheiden woningen ingeplant in de nabijheid van de bibliotheek en het toekomstige ‘Huis van het Kind’. De centrale locatie brengt de dienstverlening dicht bij alle bevolkingsgroepen en betekent daarmee een meerwaarde voor Malle. De vrijgekomen ‘oude’ bibliotheek wordt verbouwd en uitgebreid tot ‘Huis van het Kind’: een gedeelde locatie voor buitenschoolse opvang, een ontmoetingsplaats voor (groot)ouders en een opvoedingspunt. Alle gebouwen zijn zo ingeplant dat er een site ontstaat met een groen, door voetgangers en fietsers doorwaadbaar karakter. 20 |
In een volgende fase bouwt groep Van Roey nog zeven appartementsgebouwen met ondergrondse parkeerfaciliteiten. Deze ontwikkeling wordt gerealiseerd via een publiek-private samenwerking, een formule waarin groep Van Roey voortrekker is. De werken startten in 2010 en zullen tot eind 2017 duren. De gemeente Malle stelde zich met dit project kandidaat voor de prijs Wivina Demeester (categorie masterplan), waarvoor zij als enige een eervolle vermelding kregen. De vernieuwende aanpak creëerde immers publieke en private hefbomen om de dorpskern te versterken in overeenstemming met het masterplan.
EEN KLOPPEND HART MET VELE KAMERS S TA D / G E M E E N T E
Malle
ADRES Lierselei 13-15-19, Schoolstraat 2,
Vrijwilligersstraat, 2390 Malle
P R O G R A M M A bibliotheek, ontmoetingscentrum,
jeugdcomplex, Huis van het Kind, De Bast woongelegenheden.
OPDR ACHTGE VER
Gemeente Malle & De Notelaar (groep Van Roey & Vastgoed) – Rijkevorsel
PA R T N E R S Technum,
begeleider PPS
O N T W E R P/ A R C H I T E C T ( E N ) Stramien
- Antwerpen; Jef Van Oevelen - Ekeren en AID - Malle
A L G E M E N E A A N N E M E R
Groep Van Roey - Rijkevorsel
R E A L I S AT I E DAT U M
S TA R T W E R K E N
2010 - Einde werken: vermoedelijk eind 2017
| 21
Clarenhof Van contemplatieve gemeenschap tot zorgend centrum
Hasselt
In 2004 verlieten de zusters Clarissen Coletienen hun slotklooster in Hasselt. In de zoektocht naar een herbestemming van het klooster werd bewust ingezet op het thema ‘zorg’, een verlengstuk van de ‘contemplatieve zorg’ waarvoor de zusters altijd stonden. Uiteindelijk werd het complex omgevormd tot een woon- en zorgcentrum met serviceflats en publieke ontmoetingsruimten, zoals de herbestemde kapel, de nieuwe ‘leefkamer’ van het zorgcentrum. Het geheel baadt in een sfeer van rust en stilte.
Het complex, gelegen aan de Guffenslaan, is afwezig in het straatbeeld: de gebouwen zijn verborgen achter een vier meter hoge muur. Het ommuurde perceel werd opgedeeld in kwadranten. De bouwdelen werden vervolgens opgetrokken rond binnentuinen. De bouwtechnieken die in dit project werden gebruikt zijn van een rigoureuze eenvoud: overspanningen met korfbogen, of planken vloeren op balklagen. Het hele complex ademt ingetogenheid en eenvoud uit. Het nieuwe ontwerp gaat uit van het belang van de omsloten tuinen en behoudt zo de ruimtelijke structuur van de site. In het verlengde van de oude ommegang in het klooster wordt de wandeling doorheen de nieuwbouwdelen gemaakt. Door deze nieuwe wandeling ontstaan twee nieuwe binnentuinen waarrond zorgkamers zijn gecreëerd. Het concept zorgt ervoor dat de kamers allemaal naar de tuinen gericht zijn. De binnentuinen staan dus in het centrum van de beleving. De directe en volledig open relatie tussen zorgkamers en tuinen levert een bijzondere ervaring op. In het tuinontwerp werd ingezet op het meeleven met de seizoenen: kleur en geur, schaduw en licht. Het nieuwe gedeelte binnen de kloostermuur is voorzien van een houten gevel. Oud en nieuw zijn daardoor op een gepaste wijze met elkaar verbonden.
22 |
De site is ook voorzien van een nieuwbouw, aanleunend tegen de buitenzijde van de kloostermuur. In het nieuwe volume zijn de serviceflats voorzien. Het bouwvolume is een u-vorm die door zijn inplanting opnieuw een binnentuin creëert. Deze tuin ligt verhoogd t.o.v. de straat en markeert de natuurlijke grens met het openbare domein, waardoor het gevoel van beslotenheid versterkt wordt. De grenzen tussen openbaar, semi-openbaar en privé zijn een logisch gevolg van de bestaande situatie en vormen tussenruimtes die geschikt zijn voor ontmoetingen binnen een beschermende omgeving. Vorm en materiaal sluiten aan bij de vormentaal van het voormalige klooster en behouden de sfeer van geborgenheid en stilte waarvoor de zusters stonden.
HERBESTEMMING VOORMALIG KLOOSTER TOT 44 ZORGKAMERS EN 58 ASSISTENTIEWONINGEN S TA D - G E M E E N T E
Hasselt
ADRES Guffenslaan
43
P R O G R A M M A Herbestemming
voormalig klooster tot 44 zorgkamers en 58 assistentiewoningen
OPDR ACHTGE VER
Foyer De Lork vzw - Probis B&O bvba - Vestio
PA R T N E R S O N T R W E R P/ a2o A R C H I T E C T E N R E A L I S AT I E DAT U M
2014
| 23
a2o
atelier voor architectuur en omgeving
programma HEILIGE HUISJES
Dagvoorzitter Bernard Hubeau, Vlaamse Woonraad/ Universiteit Antwerpen
Het Vlaamse woonbeleid en ruimtelijk beleid kritisch bekeken 09:45
Heilige Huisjes door een sociologische bril. Pascal De Decker, KULeuven departement Architectuur
Heilige Huisjes door een ruimtelijke bril.
10 :1 5
Peter Vermeulen, Stramien
Pauze
10 : 4 5
Bouwstenen voor een maatschappelijk verantwoord woonbeleid
11:1 5
Verhandelbare bouwrechten.
11: 4 0
Versterken van de huurmarkt.
12:05
Debat. De rol van overheid en markt.
12:45
An Maeyens Ruimte Vlaanderen,
14 : 0 0
Vergrijzing en verzilvering
Vernieuwende woonvormen
Het aantal 65-plussers (vergrijzing) en 80-plussers (verzilvering) blijft toenemen. Welke woonbehoeften hebben zij en hoe kunnen hun noden ruimtelijk en maatschappelijk georganiseerd worden? Wat betekent ‘aging in place’? Welke aspecten van de woning en de ruimere leefomgeving moeten aangepakt worden om in de woonbehoeften van de verouderende bevolking te voorzien?
Hogere woondichtheden zijn onontbeerlijk om open ruimte te vrijwaren, energie te sparen en nabijheid van voorzieningen te garanderen. Hoe kunnen we dens wonen aantrekkelijk maken? Hoe kunnen we dichtheid verzoenen met comfort, privacy en publieke ruimte? Kwaliteitsvolle groepswoningbouw in al zijn schakeringen, kan een antwoord bieden.
Inspirator: Dirk Luyten (Studio Beleid/Hoger
Instituut voor Gezinswetenschappen) Intro: Wonen zonder zorgen. Woonvormen om over na te denken. Luc Lampaert, Kenniscentrum Woonzorg Brussel Case. Senioren onder de toren. Piet van Wambeke, (OCMW Maldegem) en Michiel Verstraete (AIKO Architecten) Case. ‘Huis-in-de-rij’-experiment, Antwerpen. Gert Eyckmans (De ideale woning cvba)
Björn Mallants (Vereniging Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen), Pieter Decelle (Confederatie Immobiliënberoepen Vlaanderen) en Olivier Carrette (Beroepsvereniging van de vastgoedsector)
Lunch
1. Vergrijzing en verzilvering
2. Woonbehoeften 3. Vernieuwende
en ruimtelijke kwaliteit
woonvormen
4. Een (inter)gemeentelijk
16:0 0
1 6 :2 5
16:30
17: 3 0
(bureau voor architectuur & planning) Intro: Marc Martens Case: De Haringrokerij, Antwerpen. Pol Van Steenvoort (bewoner) Case: De Woongroep, Kessel-Lo. Ignace Verpoest (bewoner) Debat
Debat
Woonbehoeften en ruimtelijke kwaliteit
Een (inter)gemeentelijk ruimtelijk woonbeleid
Een kwaliteitsvol kernversterkend beleid vertrekt van de werkelijke behoeften en de identiteit van dorpen en kleinstedelijke gebieden. Welke planologische/stedenbouwkundige uitgangspunten vormen de basis voor een ruimtelijk woonbeleid? Wat zijn de bouwstenen van een duurzame, kernversterkende strategie? Wat zijn prioriteiten, wat sluipende gevaren? Hoe moeten gemeenten omgaan met de huidige verdichting en appartementisering? Welke beleidsinstrumenten kunnen het tij doen keren?
Kan intergemeentelijke samenwerking een oplossing bieden om woondoelstellingen (kwaliteit, betaalbaarheid, woonzekerheid, sociale inclusie) te realiseren? Kan het kernversterking sturen en versnippering tegengaan? We bekijken hoe lokale woonactoren kunnen samenwerken om politieke en bestuurlijke barrières te overwinnen.
ruimtelijk woonbeleid Inspirator: Peggy Totté
Inspirator: Marc Martens
David Van Vooren, Vlaamse Woonraad
Parallelle workshops
Tijdens deze parallelle sessies wordt er ruimschoots tijd uitgetrokken voor interactie met de deelnemers.
8 juni 2015, Gent
0 9 : 3 0 Verwelkoming.
parallelle workshops
w o o n c o n g res
0 9 : 0 0 Ontvangst
Plenaire terugkoppeling themasessies
Slotwoord Receptie
Einde
(Blauwdruk Stedenbouw) Case. Woonstudie Tienen. Stephan Reniers (Provincie Vlaams-Brabant) Case. Wonen in een collectieve tuin, Wervik. Jaap van den Bout (Palmbout Urban Landscapes) Debat
Inspirator: Hilde Reynvoet
(dienst Wonen Stad Gent) Intro: De behoefte aan intergemeentelijk samenwerken. Hilde Reynvoet Cases: Valkuilen en succesfactoren voor intergemeentelijke samenwerking. Brecht Vandekerckhove (SUMResearch) Cases: Voorbeelden van samenwerking in de provincie Vlaams Brabant. Tom Raes (Provincie Vlaams-Brabant) Debat
sponsors vrp
Bestel diekeure online op www.diekeure.be en krijg 15% korting met promocode VRP15
De werking van de VRP en de publicatie van Ruimte zijn mogelijk dankzij volgende partners:
Maatschappelijk verantwoord vastgoed
partners vrp
Volgende partners ondersteunen de VRP. Voor meer informatie over het partnerschap kan u terecht op
[email protected].
AG Vespa Generaal Lemanstraat 55 2018 Antwerpen T 03 259 28 10 | F 03 259 28 11
[email protected] www.agvespa.be
Buur De Hoorn Sluisstraat 79 3000 Leuven T 016/89 85 50 | F 016/89 85 49
[email protected] | www.buur.be
Antea Group Roderveldlaan 1 | 2600 Antwerpen T 03/221 55 00 | F 03/221 55 01
[email protected] www.anteagroup.be
GEOSTED stedenbouw Riemsterweg 117 3742 Bilzen T. +3289515343 F. +3289515344
Geosted Riemsterweg 117 | 3742 Bilzen T 089/51 53 43 | 089/51 53 44
[email protected]
Confocus Sint-Truidersteenweg 576A 3500 Hasselt | T 011 75 41 02
[email protected] | www.confocus.be
matexi nv Franklin Rooseveltlaan 180 8790 Waregem | T 056 62 74 00
[email protected] | www.matexi.be
Stad Kortrijk Grote Markt 54 8500 Kortrijk T 1777 / F 056/27 70 09
[email protected] / www.kortrijk.be
Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 8500 Kortrijk | 056 24 16 16
[email protected] | www.leiedal.be
Gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen Havenhuis Entrepotkaai 1 | 2000 Antwerpen T 03/ 205 23 77 | F 03/ 205 23 29
[email protected] www.havenvanantwerpen.com
Omgeving Uitbreidingstraat 390 2600 Berchem – Antwerpen T 03/448 22 72 | F 03/440 13 93
[email protected] | www.omgeving.be
Stramien Broederminstraat 52 | 2018 Antwerpen T 03/248 54 02 | F 03/248 77 80
[email protected] | www.stramien.be
Stad Gent T 09/210 10 10 | F 09/210 10 20
[email protected] | www.gent.be
MINT nv Hendrik Consciencestraat 1B 2800 Mechelen T 015/56 04 20 | F 015/56 04 29
[email protected] – www.mintnv.be
BRUT Kiekenmarkt 33 | 1000 Brussel 02 450 99 00
[email protected] | www.brut-web.be
groep Van Roey Sint Lenaartsesteenweg 7 2310 Rijkevorsel T 03/340 17 11
[email protected] www.vanroey.pro
De Lijn Motstraat 20 | 2800 Mechelen www.delijn.be | 015 40 87 11
Havenbedrijf Gent John Kennedylaan 32 Haven 3000 A | 9042 Gent T 09/251 05 50 | F 09/251 54 06
[email protected] www.havengent.be
Blauwdruk Stedenbouw Karel De Preterlei 204 B-2140 Antwerpen tel +32 (0) 3 344 93 20 www.blauwdrukstedenbouw.be
Antwerp Management School Het Brantijser Sint-Jacobsmarkt 9-13 2000 Antwerpen 03 265 49 89
[email protected] www.antwerpmanagementschool.be
Stadsontwikkeling Antwerpen Bezoekadres: Francis Wellesplein 1 | 2018 Antwerpen Postadres: Grote Markt 1 | 2000 Antwerpen T 03/221 13 33
[email protected] www.antwerpen.be
stad Genk Stadsplein 1 | 3600 Genk T 089 65 36 00 | F 089 65 34 70
[email protected] | www.genk.be
Common Ground Cogels Osylei 19 2600 Berchem (Zurenborg) 03/235.00.00
[email protected] www.common-ground.eu
d+a consult Meiboom 26 | 1500 Halle T 02 363 89 10 | F 02 363 89 11
[email protected] | www.daconsult.be
die Keure Kleine Pathoekeweg 3 8000 Brugge | T 050 / 47 12 72
[email protected] | www.diekeure.be
Auteur Veerle Follens (Conix RDBM advisors) Bestelcode 202 141 334 ISBN 978 90 4861 983 2 Prijs 29 euro
Goed omgaan met gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en er bij winnen Auteurs Jan Baelus en Guy Vloebergh Bestelcode 202 151 331 ISBN 978 90 4862 177 4 Prijs 29 euro Aboprijs 25 euro
Antwerpen herwonnen stad? Maatschappij, ruimtelijk plannen en beleid - 1940-2012 Auteurs
Jef Van den Broeck, Peter Vermeulen, Stijn Oosterlynck en Ympkje Albeda Bestelcode 202 131 332 ISBN 978 90 4862 004 3 Prijs 59 euro