College van burgemeester en schepenen van 8 juni 2015

College van burgemeester en schepenen van 8 juni 2015 001 002 003 004

005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020

1

Secretariaat. Notulen cbs 1 juni 2015. Goedkeuring. Burgerzaken. Afvoering van ambtswege. 1 Financiën. Bestellingen. Aktename voorstellen en goedkeuring bestellingen. Financiën. Bezwaarschriften. Aanvaarden bezwaar VOF Boran Shop, Tongerlodorp 3 - 2260 Westerlo tegen de belastingverhoging van 50 % op de ambtshalve ingekohierde gemeentebelasting op nachtwinkels aanslagjaar 2014. Financiën. Bezwaarschriften. Afwijzen bezwaar2 tegen aanslag gemeentebelasting op tweede verblijven aanslagjaar 2014. Financiën. Budgethouderschap. Goedkeuring te betalen bedragen. Financiën. Kerkfabrieken. Kennisname verslagen kerkraad O.L.Vrouw Bezoeking Oosterwijk. Milieu. Haagplantactie IOK 2015. Deelname. Milieu. Herinrichting van de vallei van de Grote Nete in het kader van het sigmaplan. Opmerkingen bij het Plan-MER. Milieu. Niet-ingedeelde muziekactiviteit. Vedetteparade 't Heultje, Kempische Ardennen 1 op 13 juni 2015. Toelating. Milieu. Rationeel energiegebruik. Deelname energie infotoer 2015-2016 en intergemeentelijke samenaankoop dakisolatie. Milieu. Vlarem 3de klasse, melding bronbemaling3, gelegen Drie Zillen 3. Akteneming. Milieu. Vlarem 3de klasse, melding opslagplaats voor gassen in een vast reservoir4. Akteneming. Milieu. Vlarem 3de klasse, melding warmtepomp5. Akteneming. Milieu. Vlarem 3de klasse. Melding van verticale boringen voor een warmtepomp6. Akteneming. Milieu. Vlarem klasse 3, melding bronbemaling7, gelegen Drie Zillen 34. Akteneming. Milieu. Vlarem klasse 3, melding bronbemaling8, gelegen Drie Zillen 1. Akteneming. Milieu. Volkstuinen. Verslag van de vergadering van 'Den Hof van Jeanne'. Kennisname. Milieu. Zwerfkattenproject. Aanpassing werkwijze. Goedkeuring. Milieu. Vlarem 3de klasse, melding opslagplaats voor gassen in een vast reservoir, gelegen Ter Voort 268. Akteneming.

persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 3 persoonlijke gegevens verwijderd 4 persoonlijke gegevens verwijderd 5 persoonlijke gegevens verwijderd 6 persoonlijke gegevens verwijderd 7 persoonlijke gegevens verwijderd 8 persoonlijke gegevens verwijderd 2

021

022 023 024 025 026 027 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038 039 040 041 042

9

Personeel. Aanwerving technisch coördinator werken in eigen beheer en onderhoudswerken (B1-B3). Openverklaring. Bepaling technieken en timing selectieprocedure. Personeel. Wervingsreserve jobstudent-redders 2015. Basisonderwijs. Hilde De Vet. Volledige loopbaanonderbreking schooljaar 20152016. Basisonderwijs. Hilde Kestens. Gedeeltelijke loopbaanonderbreking (vermindering met 1/5) vanaf 1 september 2015 9. Basisonderwijs. Korte vervangingen mei 2015. Basisonderwijs. Tewerkstelling PWA'ers schooljaar 2015-2016. Ruimtelijke Ordening. Artikel 5.2.2.: perceel sectie C(Tlo) nr. 123N/deel en 123P/deel, gelegen Ilse Velden 17. Ruimtelijke Ordening. Bouwberoep. Kennisname beslissing: Zandberg 70/1 + 70/2 (2014/131) 10. Ruimtelijke Ordening. Bouwberoep. Uitnodiging hoorzitting: Beeltjensdreef 1 (2015/152) 11. Ruimtelijke Ordening. Bouwberoep Boerenkrijglaan (2014/148) 12. Ruimtelijke Ordening. Nutsvoorzieningen. Private verkaveling: Molenerf. (338TLO) (Telenet). Ruimtelijke Ordening. Nutsvoorzieningen. Private verkaveling: Zwarte Braak. (88TLO122/1) (Telenet). Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning Kloosterstraat 92 (2015/029) 13. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige Aanvraag. Weigering: De Lokery nv: Nijverheidsstraat 24 (2015/023). Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Weigering Geelsestraat 2022 (2015/030) 14. Ruimtelijke Ordening. Verkavelingsaanvraag. Vergunning Hogekant (334TLO) 15. Secretariaat. Gemeenteraad. Voorstel agenda 22 juni 2015. Secretariaat. OCMW. Kennisname overzichtslijst Raad voor Maatschappelijk Welzijn 29 april 2015. Overheidsopdrachten. Openbare verkoop allerlei goederen van gemeente. Goedkeuring lijst met aangeboden loten en verkoopsvoorwaarden. Overheidsopdrachten. Vervoer kampmateriaal per vrachtwagen van jeugdverenigingen uit Westerlo tijdens zomervakantie 2015. Toewijzing. Bibliotheek. Verkoop afgevoerde materialen. Toerisme. Nationale Wandeldag KWB 2016. Beslissing samenwerking gemeente

persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 11 persoonlijke gegevens verwijderd 12 persoonlijke gegevens verwijderd 13 persoonlijke gegevens verwijderd 14 persoonlijke gegevens verwijderd 15 persoonlijke gegevens verwijderd 10

Westerlo en KWB. Cultuur. Gebruik gemeentelokalen. Week 24 - Bezetting de Merodezaal Heultje in 2016. Cultuur. Gebruik gemeentelokalen. Week 24 - de Merodezaal Heultje. Cultuur. Gebruik gemeentelokalen. Week 24 - De Zoerla. Cultuur. Gebruik gemeentelokalen. Week 24 - Klaslokalen in oude school Zoerle-Parwijs. Cultuur. Gratis gebruik gemeentedomeinen. Week 24 - Speelplaats oude school Zoerle. Cultuur. Gratis gebruik gemeentelokalen en -domeinen. Internationaal Folklorefestival 2015. Cultuur. Gratis gebruik gemeentelokalen. Week 24 - De Zoerla. Jeugd. Speelpleinwerking 2015. Toegang langs Spikdorenveld. Gezondheid. Kennisname verslag vergadering gezondheidsraad van 12 mei 2015. Internationale relaties. Uitbetaling verplaatsingstoelage verzusteringen. Bezoek Koninklijke Fanfare De Verenigde Vrienden Oevel - mei 2015. Projectbeheer en communicatie. Jaarrapport Containerpark Westerlo 2014 IOK Afvalbeheer. Kennisname.

043 044 045 046 047 048 049 050 051 052 053

Aanwezig:

Guy Van Hirtum - burgemeester-voorzitter Herman Wynants, Filip Verrezen, Kelly Verboven, Lowie Thys, Tinne Wuyts, Iris De Wever - schepenen Kristof Welters - OCMW-voorzitter - schepen Jo Vankrunkelsven - secretaris gemeente en ocmw

Verontschuldigd: --------------------------------------------------------------------------------------Om 13:00 uur opent, Guy Van Hirtum, voorzitter de vergadering.

001

Secretariaat. Notulen cbs 1 juni 2015. Goedkeuring.

De notulen van de vorige zitting worden zonder opmerkingen goedgekeurd. 002

Burgerzaken. Afvoering van ambtswege. 16

Voorgeschiedenis17 Feiten en context18 Juridische grond

16

persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 18 persoonlijke gegevens verwijderd 17

Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 16 juli 1992 betreffende het houden van de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister zegt dat wanneer het onmogelijk is de nieuwe hoofdverblijfplaats van een persoon te vinden, het college van burgemeester en schepenen kan overgaan tot een ambtshalve afvoering. Openbaar onderzoek Niet van toepassing Adviezen Niet van toepassing Argumentatie19 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Burgerzaken actie Afleveren documenten actienummer 2015140067 omschrijving project Up to date houden van de bevolkingsregisters raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen opbrengsten BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen beslist om X20 af te voeren uit het bevolkingsregister. 003

Financiën. Bestellingen. Aktename voorstellen en goedkeuring bestellingen.

Feiten en context Verschillende gemeentelijke diensten dienen aankoopvoorstellen in via de financiële dienst die belast is met de kredietbewaking. Het college van burgemeester en schepenen stelt de noodzaak vast en neemt de beslissing om tot bestelling over te gaan. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verspreid over verschillende actieplannen actie Verspreid over verschillende acties actienummer Diverse omschrijving project Goedkeuring bestellingen raming kosten Totaal exploitatie: 32.198,59 EUR Totaal investeringen: 3.883,56 EUR raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de voorstellen en besluit over te gaan tot de volgende bestelling:

19 20

persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd

Gemeentehuis/administratie 1) officiële vlaggen voor aan de gebouwen: 1.033,97 EUR 2) instapfolders kleuterscholen Westerlo: 401,74 EUR 3) receptiesandwiches n.a.v. ontvangst jubilaris op 5 en 21 juni: 66 EUR 4) kraftpapier, geschenkpapier en luchtkussenfolie voor geschenken gevierden: 117,32 EUR 5) etentje op 2 juni voor juryleden personeelsverantwoordelijk: 250 EUR Technische diensten 6) materiaal voor herstellen ondergrond schuilhuisje de ster: 351,38 EUR 7) herstellen afloop schuilhuisje de ster: 62,85 EUR 8) hijsjuk voor opheffen wals heftoestellen: 511,83 EUR 9) vervangen rempot voertuig XNF612: 442,26 EUR 10) herstelling voertuig CZZ810 voor technische keuring: 1.419 EUR 11) oliekeerkring voor voertuig VWE683: 57,81 EUR 12) vervangen luchtmassameter voertuig KDQ481: 507,12 EUR 13) herstellen band voertuig FSW366: 151,18 EUR 14) verwijderen uitlaatstoring voertuig 1KEE285: 64,36 EUR 15) nieuwe verkeersborden voor bebouwde kom: 8.370,56 EUR 16) onderhoud veegwagen 173ARJ: 1.207,50 EUR 17) herstellen veegwagen 173ARJ: 1.442,37 EUR Milieu 18) vuilzakken Westerlo-centrum: 521,99 EUR Bibliotheek 19) lezing op 26/6 "Ten Oorlog" door Arnaut Hauben: 580,80 EUR Cultuur 20) onkosten cultuurdienst n.a.v. Westerlo op stap naar Brussel op 5 september: 150 EUR - wordt cash meegenomen 21) gidsen, inkom diverse musea en huur fietsen n.a.v. Westerlo op stap naar Brussel op 5 september: 13.512,82 EUR - 2 musea dienen op voorhand betaald te worden Sport 22) huur sporthal sportpark De Beeltjens n.a.v. scholencross op 23 september: 52 EUR Onderwijs 23) ballen voor prijsuitreiking kleuterschool Voortkapel: 281,57 EUR 24) materiaal voor spuiten radiators school Oevel, Gemeentestraat: 183,77 EUR 25) vervangen warmwaterboiler kleuterschool Heultje: 160,55 EUR

Begraafplaatsen 26) aanleg sterretjes weide begraafplaats Tongerlo: 297,84 EUR Investering 27) hout voor kasten en leggers secretariaat school Oevel, Gemeentestraat: 3.637,87 EUR via budgetsleutel: 2400000/1/080002 actie 417 raming 693 28) darm voor glasvezelkabel nieuwe dienst toerisme: 67,82 EUR via budgetsleutel 2210107/1/0520 actie 476 raming 769 29) toiletbrillen voor nieuwe dienst toerisme: 177,87 EUR via budgetsleutel 2210107/1/0520 actie 476 raming 769 004

Financiën. Bezwaarschriften. Aanvaarden bezwaar VOF Boran Shop, Tongerlodorp 3 - 2260 Westerlo tegen de belastingverhoging van 50 % op de ambtshalve ingekohierde gemeentebelasting op nachtwinkels aanslagjaar 2014.

Voorgeschiedenis21 Feiten en context22 Juridische grond Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd door de decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012. Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 31 augustus 1999 over de interne uitvoeringsregels omtrent bezwaarschriften tegen gemeentebelastingen. Argumentatie23 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Financieel evenwicht actie Belastingen actienummer 2015140010 omschrijving project Bezwaar tegen aanslag belasting nachtwinkels 2014 raming kosten 500 (onwaarde) raming opbrengsten BESLUIT Artikel 1 Het bezwaar van VOF Boran Shop, Tongerlodorp 3 te 2260 Westerlo tegen de belastingverhoging op de ambtshalve ingekohierde gemeentebelasting op nachtwinkels aanslagjaar 2014 wordt ingewilligd. Artikel 2 Er wordt aan de eiser ontheffing verleend voor de som van 500 euro. Artikel 3 Kopie van dit besluit zal aan de gemeenteontvanger voor uitvoering en aan de eiser en in voorkomend geval aan zijn vertegenwoordiger voor kennisgeving

21


aangetekend worden betekend. 005

Financiën. Bezwaarschriften. Afwijzen bezwaar24 tegen aanslag gemeentebelasting op tweede verblijven aanslagjaar 2014.

Voorgeschiedenis25 Feiten en context26 Juridische grond Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd door de decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012. Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 31 augustus 1999 over de interne uitvoeringsregels omtrent bezwaarschriften tegen gemeentebelastingen. Adviezen27 Argumentatie28 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Financieel evenwicht actie Belastingen actienummer 2015140010 omschrijving project Bezwaar tegen aanslag belasting tweede verblijven 2014 raming kosten raming opbrengsten BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ongunstig advies van de financiële dienst over het bezwaar29 tegen de aanslag in de gemeentebelasting op tweede verblijven aanslagjaar 2014. Artikel 2 Het bezwaar wordt niet aangenomen. Artikel 3 Kopie van dit besluit zal aan de gemeenteontvanger voor uitvoering en aan de eiser en in voorkomend geval aan zijn vertegenwoordiger voor kennisgeving aangetekend worden betekend. 006

Financiën. Budgethouderschap. Goedkeuring te betalen bedragen.

Feiten en context

24

persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 26 persoonlijke gegevens verwijderd 27 persoonlijke gegevens verwijderd 28 persoonlijke gegevens verwijderd 29 persoonlijke gegevens verwijderd 25

Het college van burgemeester en schepenen heeft zijn bevoegdheden inzake het budgethouderschap niet gedelegeerd en dient bijgevolg de te betalen bedragen goed te keuren. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verschillende actieplannen actie Verschillende acties actienummer Verschillende actienummers omschrijving project Goedkeuring betalingen raming kosten Zie besluit raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen keurt de te betalen bedragen goed van lijst 23/15 van 8/6/2015, voor een totaal bedrag van 81.101,46 euro en een te betalen saldo van 81.066,46 euro.

007

Financiën. Kerkfabrieken. Kennisname verslagen kerkraad O.L.Vrouw Bezoeking Oosterwijk.

Voorgeschiedenis Op 13 mei 2015 bezorgde de kerkraad van Oosterwijk het gemeentebestuur de verslagen van volgende vergaderingen: 5 februari 2014, 3 april 2014, 7 mei 2014, 4 juni 2014, 22 oktober 2014 en 18 maart 2015. Juridische grond Het decreet van 7 mei 2004 gaat over de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten. Artikel 57 bepaalt onder meer dat de kerkraad een afschrift van de notulen van de vergaderingen verstuurt aan de gemeenteoverheid. Dit dient te gebeuren binnen een termijn van twintig dagen die ingaat op de dag na de vergadering. Het besluit valt onder het algemeen administratief toezicht van het college van burgemeester en schepenen. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Organisatie ondersteuning actie Erediensten actienummer 2015140008 omschrijving project Kennisname verslag raming kosten Geen raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de verslagen van vergaderingen van de kerkraad O.L.Vrouw Bezoeking van Oosterwijk.

008

Milieu. Haagplantactie IOK 2015. Deelname.

Voorgeschiedenis Zoals vorig jaar informeert IOK opnieuw of onze gemeente wenst deel te nemen aan de intercommunale haagplantactie 'Behaag onze Kempen 2015'. Een gemeentelijke haagplantactie werd georganiseerd van 1999 tot 2008, maar ging niet meer door sinds 2009. Feiten en context Via deze actie biedt IOK kwalitatief hoogstaande, inheemse en streekeigen planten aan. De actie werd in 2010 verruimd in het kader van het jaar van de biodiversiteit. Behalve haagplantsoen, kleinfruit, fruitbomen en vruchtbomen worden er ook klimplanten voor tegeltuintjes en alleenstaande struiken aangeboden. Waar mogelijk wordt voor autochtoon plantmateriaal gekozen. Vanaf 2015 worden ook bio-bloembollen en bio-bloemenzaad voor bloemenweiden aangeboden. De kostprijs van het plantgoed is vergelijkbaar met de stukprijzen van boomkwekers en tuincentra. Er is een korting van 10% voorzien op het haagplantsoen voor bestellingen vanaf 100 euro. Argumentatie Centraal in de 'Behaag onze Kempen'-actie staat het informeren en sensibiliseren van de inwoner. Concreet wordt met de actie beoogd om de natuurwaarden in particuliere tuinen te versterken door het stimuleren van de aanplant van ecologisch waardevolle hagen, struiken en bomen. De actie wil ook haar steentje bijdragen om de vermindering van de biodiversiteit tegen te gaan. Er worden enkel inheemse en standplaatsgeschikte soorten aangeboden, afzonderlijk en in pakketten, tegen een prijs die vergelijkbaar is met deze van boomkwekers en tuincentra. Op die manier werkt IOK aan marktconforme prijzen. Het prijsverschil tussen aankoop en verkoop wordt gebruikt voor de aankoop en het beheer van natuur in de Kempense regio. De verdwijning van kleine landschapselementen is een algemeen knelpunt in Vlaanderen. Hagen zijn belangrijk als (deel)biotoop, verbindingselement, verplaatsingsroute voor een aantal planten- en diersoorten, ook in bebouwde omgeving. Het behoud en de ontwikkeling van de ecologische infrastructuur is een doelstelling in de natuurbeleidsvisie van het GNOP. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Duurzaamheid en klimaat actie Haagplantactie actienummer 2015000043 omschrijving project Centraal in de 'Behaag onze Kempen'-actie staat het informeren en sensibiliseren van de inwoner. Concreet wordt met de actie beoogd om de natuurwaarden in particuliere tuinen te versterken door het stimuleren van de aanplant van ecologisch waardevolle hagen, struiken en bomen. raming kosten Voor gemeenten die aangesloten zijn bij de Intercommunale Milieudienst van IOK, waaronder Westerlo, is de actie gratis. raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen besluit deel te nemen aan de intercommunale haagplantactie 'Behaag onze Kempen 2015' van IOK. Het college van burgemeester en schepenen beslist zich niet kandidaat te

stellen voor het ter beschikking stellen van een afhaalplaats. 009

Milieu. Herinrichting van de vallei van de Grote Nete in het kader van het sigmaplan. Opmerkingen bij het Plan-MER.

Voorgeschiedenis Het sigmaplan voorziet enerzijds ingrepen om de noodzakelijke vernatting van de vallei van de Grote Nete te realiseren en anderzijds maatregelen om ongewenste overstromingen te vermijden. Voor de uitvoering van deze geplande werken werd een plan-MER opgemaakt. Feiten en context - Het projectgebied van Itegem tot Oosterlo heeft een totale oppervlakte van 1333 ha en bestaat uit 3 grote delen: het opwaarts blok en het afwaarts blok waar vooral natuurontwikkeling wordt beoogd en het middenblok (Westerlo ligt in het middenblok) waar de bijkomende berging van Netewater wordt gerealiseerd. - In het middenblok worden 3 bergingsgebieden voorzien waarvan 2 op grondgebied Westerlo: 1 afwaarts het RWZI met een oppervlakte van 16 ha en een bergingsvolume van 60.000m³, en 1 in de vallei van de kleine Laak met een opp van 75 ha en een bergingsvolume van 200 000m³. - Het plan voorziet in Westerlo de bouw van 2 gecontroleerde overstromingsgebieden (GOG 's) bestaande uit een stuk overloopdijk, een waterbuffergebied met de aanleg van delen nieuwe binnendijk, delen verhoogde Netedijk en een uitwatering en noodoverlaat. - Bijkomend worden op enkele plaatsen lokale beschermingsdijken geplaatst. - Het eerste GOG ter hoogte van de Kwarekken zal worden uitgevoerd in 2015-2018. Het andere GOG is gepland na 2020. - Tijdens de terinzagelegging werden2 externe reacties en het collegebesluit van 14 oktober 2013, ingediend en overgemaakt. - Het college van burgemeester en schepenen heeft op 14 oktober 2013 een aantal opmerkingen gemaakt m.b.t. het project Sigmaplan zelf. Hiermee is tot op heden geen rekening gehouden. Het ontwerp MER is opgemaakt voor het oorspronkelijk ontwerpsigmaplan. - Het ontwerp-MER heeft de te verwachten milieueffecten onderzocht op: bodem, geologie en reliëf; gronden oppervlaktewater; fauna en flora; het landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie; de mens/ruimtelijke aspecten; de beeld- en beleving en als optiediscipline geluid en trillingen. De effecten zijn zowel tijdens de inrichtingsfase als de exploitatie- en beheersfase onderzocht. Alle te verwachten milieueffecten worden getoetst aan de referentiesituatie, vervolgens geëvalueerd en indien nodig worden milderende maatregelen voorgesteld. Als referentiesituatie wordt het jaar 2025 gesteld, zijnde de toestand bij beëindiging van de aanlegwerken. - De bespreking van het ontwerp- MER zal doorgaan op donderdag 11 juni om 14 uur in zaal Horta van het VAC in Antwerpen. Het gemeentebestuur wordt daar verwacht. Openbaar onderzoek - Het kennisgevingsdossier van het plan- MER heeft ter inzage gelegen van 9 september tot 8 oktober 2013. Alle betrokkenen konden opmerkingen formuleren m.b.t. de opmaak van het MER die hebben geleid tot de "richtlijnen voor het plan-MER". Het ontwerp plan-MER dient te worden goedgekeurd door de dienst MER. - Volgende openbare- of inspraakfase voor het sigmaplan is het openbaar onderzoek voor het GRUP voor de vallei van de Grote Nete waarbij tevens het plan MER en het

goedkeuringsverslag van het Sigmaplan zullen voorliggen. Betrokken eigenaars zullen niet persoonlijk worden aangeschreven voor dat openbaar onderzoek. - Het plan-MER zal toegevoegd worden aan de aanvraagdossiers voor eventuele bouwen of milieuvergunningen waar zij tevens deel zullen uitmaken van het openbaar onderzoek. Argumentatie Aangezien het ontwerp plan- MER is opgemaakt voor de oorspronkelijke versie van het ontwerp sigmaplan, zonder aanpassingen die door het college van burgemeester en schepenen zijn voorgesteld wil de gemeente benadrukken dat deze aanpassingen nog steeds door het gemeentebestuur uitdrukkelijk worden gevraagd. In het bijzonder worden genoemd: de vrijwaring van de Schipperstraat en de verlegging van de beschermingsdijk ter hoogte van de woningen langs de Stippelberg. Het ontwerp MER toont aan dat de te verwachten effecten uitvoerig werden onderzocht. Er werd echter weinig gebruik gemaakt van bestaande analyseresultaten die de plaatselijke bodem-, wateren slibkwaliteit aantonen. Bovendien werden er ook geen nieuwe analyses uitgevoerd om de huidige toestand ervan te kennen of aan te tonen. De te verwachten effecten zijn dus voornamelijk gesteund op hypotheses, en zijn en blijven daardoor zeer abstract. Het college van burgemeester en schepenen wenst uitdrukkelijk de bezorgdheid over de effecten van het sigmaplan, in het bijzonder van de ingebruikname van de GOG's, als gevolg van de huidige water- bodem- en slibkwaliteit te benadrukken. In het ontwerp-MER wordt immers meermaals vermeld dat enkel een voorafgaandelijke sanering van de Grote Laak is voorzien en niet van de Grote Nete. Er zijn echter voldoende gegevens om te mogen stellen dat de waterbodemkwaliteit van de Grote Nete te wensen over laat. Zo zijn er gekende analyseresultaten die enorm verhoogde concentraties zware metalen aantonen in het slib van 't Laakske dat in verbinding staat met de Grote Nete en zijn er bovendien in de bodem nabij de Grote Nete hoge concentraties vnl. Arseen aangetoond die onlosmakelijk zouden verbonden zijn aan de van de nature aanwezige hoge ijzergehaltes in de streek. Het lijkt aangewezen de effecten van overstromingen, de eventuele oplosbaarheid van die metalen aanwezig in de bodem en de daaraan verbonden verspreiding ervan voldoen te onderzoeken. Dit is van uiterst belang voor de aanwezige natuurwaarden en de gebruiksmogelijkheden voor de landbouwgronden. Het ontwerp-MER maakt geen melding van de huidige problematiek rond de afwezigheid van macrofyten in een deel van de Grote Nete, tevens onderdeel van het studiegebied. Momenteel voert de VMM een onderzoek uit en is de oorzaak hiervan nog niet aangetoond. Twee hypotheses worden onderzocht: een fysico-chemische oorzaak die verband kan houden met hoge concentraties aan herbiciden in het influent van de RWZI Geel en een biologische oorzaak als gevolg van de aanwezigheid van de Chinese wolhandkrab. Dit probleem dient volledig uitgeklaard te zijn vooraleer de GOG'S in gebruik genomen worden. De als milderende maatregel voorgestelde monitoring van de waterkwaliteit van de Nete moet de effecten van een dergelijk probleem en een mogelijk slechte waterkwaliteit in het algemeen, kunnen uitsluiten. Om verhoogde grondwaterstanden buiten het project gebied te kunnen opvolgen wordt eveneens een monitoring als milderende maatregel voorzien. De effecten van de sigmawerken op de verspreiding van exoten is ook vrij summier vermeld in het MER. Er worden buiten de stierkikker geen soorten genoemd en de milderende maatregelen lijken zeer abstract. De vraag stelt zich of het probleem niet wordt onderschat. Het MER stelt dat de praktische uitvoering van zowel de beschermingsdijken als het te volgen vervoerstraject voor grond en materialen momenteel niet gekend zijn. Ook de huidige bodemkwaliteit binnen de GOG's is niet vastgesteld. Dit maakt het uiteraard moeilijk om te verwachten effecten te beschrijven en milderende maatregelen voor te stellen.

Het ontwerp-MER vermeldt geen directe gevolgen voor de bewoners van de Schipperstraat die volledig binnen de afbakening van het GOG valt. De uitvoering van dit GOG is voorzien vanaf 2020 terwijl hier momenteel nog 3 woningen effectief worden bewoond. Tevens werden in 2006 en 2008 nog 2 bouwvergunningen verleend voor een nieuwbouwvakantieverblijf. Het gebied moet volledig uitgedoofd zijn, d.w.z. geen bewoning en geen bebouwing meer, tegen de ingebruikname van het GOG meer bepaald op het moment dat de overloopdijk wordt verlaagd. De gemeente dringt erop aan de bewoners zo snel mogelijk in kennis te stellen van het plan. De effecten kunnen bijgevolg behoorlijk negatief zijn. Aangezien het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voor de weekendverblijven van de Schipperstraat stelt dat: "de bestemmingsgebieden opnieuw zullen worden afgebakend, de voorschriften worden afgestemd op de omgeving en een uitdoving wordt voorzien in de meest kwetsbare zone" wordt, in het ontwerpplan - MER, het effect van de inname van de Schipperstraat door het GOG als eerder positief omschreven. Het effect van het sigmaplan zou hier immers in de lijn zijn met het gemeentelijk structuurplan. De gemeente blijft bij de vraag om de Schipperstraat te vrijwaren omdat de bedoelde uitdoving in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan op veel langere termijn bedoeld was dan de termijn die in het ontwerpplan MER wordt voorgesteld. Juridische grond - het gewestelijk en gemeentelijk ruimtelijk structuurplan; - het decreet RO. - decreet integraal waterbeleid. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Naleven en toezicht op naleving van milieuwetgeving en gerelateerde wetgeving actienummer 2015000056 omschrijving project Opmerkingen ontwerp plan-MER raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1

010

Het college van burgemeester en schepenen handhaaft haar standpunt en vraagt om tegemoet te komen aan de hoger besproken opmerkingen en het ontwerp MER in die zin aan te passen.

Milieu. Niet-ingedeelde muziekactiviteit. Vedetteparade 't Heultje, Kempische Ardennen 1 op 13 juni 2015. Toelating.

Voorgeschiedenis DC Camping Vrienden organiseert de "Vedetteparade" op 13 juni 2015 op het terrein van camping 't Heultje. Naar aanleiding hiervan vroeg de aanvrager30 op 2 juni 2015 toelating tot het spelen van elektronisch versterkte muziek. Toestemming voor het organiseren van het evenement in de openlucht en het gebruik van luidsprekers (volgens de politiecodex) werd al verleend door de burgemeester.

30

persoonlijke gegevens verwijderd

Feiten en context - evenement: een zangspektakel met optredens van verschillende Vlaamse vedetten voor ongeveer 200 toeschouwers; - organisatie: DC Camping Vrienden, 31 - locatie: camping 't Heultje, Kempische Ardennen 6, 2260 Westerlo (perceel sectie D, 1ste afdeling, nummer 773M5); - de organisator moet de toestemming hebben van eigenaar en gebruiker van het perceel waarop het evenement plaatsvindt; - datum/begin- en einduur: zaterdag 13 juni 2015 van 12 uur tot 1 uur (op 14 juni 2015); - in de nabijheid van de plaats van de activiteiten zijn geen instellingen aanwezig die stilte vereisen. Argumentatie Het gaat om een niet ingedeelde muziekactiviteit volgens hoofdstuk 6.7 van Vlarem II. Een zangspektakel dient als "openbare inrichting" volgens art 6.7.2 van het Vlarem te worden beschouwd. Dit houdt in dat een toelating van het college van burgemeester en schepenen vereist is en bovendien een "bijzondere gelegenheid" dient te worden aangetoond. In dit geval kan de jaarlijkse vedetteparade in camping 't Heultje als bijzondere gelegenheid worden beschouwd en bijgevolg toelating worden verleend voor deze activiteit. De aanvrager koos als maximumnorm voor het geluidsniveau: luider dan LAeq 15 min 85dB(A), maar stiller dan 95 dB(A) LAeq 15 min. De muziekactiviteiten zijn gepland in de openlucht in de Kempische Ardennen, waar geen stiltebehoevende instellingen aanwezig zijn. De bepalingen van art 6.7.3.§1 van Vlarem II (verbod tot overschrijden van 85dB(A) LAeq 15 min) zijn niet van toepassing op niet-ingedeelde muziekactiviteiten op voorwaarde dat: - de muziekactiviteit vooraf is gemeld aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsvindt; - het college van burgemeester en schepenen de muziekactiviteit heeft toegelaten. Bij de plaatsing van de geluidsboxen moeten de organisatoren er rekening mee houden zo weinig mogelijk overlast voor de omgeving te veroorzaken door: - eventuele bastonen in de mate van het mogelijke tot redelijke proporties aan te passen; - de luidsprekers te draaien in de richting waar ze de minste hinder kunnen veroorzaken. Voor dit evenement is dit de richting noord-west. Juridische grond Vlarem 1 en II. Deze beslissing is enkel van toepassing op het aspect geluidshinder zoals dat gereglementeerd is in Vlarem II, hoofdstuk 4.5, 5.32 en hoofdstuk 6.7, art. 6.7.1 tot en met 6.7.3. Impact op beleid- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Naleven en toezicht op naleving van milieuwetgeving en gerelateerde wetgeving actienummer 2015000056 omschrijving project Toelating elektronisch versterkte muziek raming kosten /

31


raming opbrengsten BESLUIT Artikel 1

011

/

Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating aan DC Camping Vrienden tot het spelen van elektronisch versterkte muziek op het terrein van camping 't Heultje tijdens de Vedetteparade op zaterdag 13 juni 2015 van 14 uur tot 1 uur (op 14 juni 2015), op voorwaarde dat het geluidsniveau LAeq 15 min kleiner is dan of gelijk aan 95 dB(A). Deze toelating is enkel van toepassing op het aspect geluidshinder zoals gereglementeerd in Vlarem II. Het geluidsvolume dient tijdens de hele muziekactiviteit gemeten te worden. Het gemeten volume is zichtbaar voor de persoon die het volume bedient. De bepalingen vermeld in artikel 5.32.2.2bis, §1, 1°, 2°en 3° van Vlarem II zijn van toepassing. Artikel 6.7.4. van Vlarem II is niet van toepassing.

Milieu. Rationeel energiegebruik. Deelname energie infotoer 2015-2016 en intergemeentelijke samenaankoop dakisolatie.

Voorgeschiedenis IOK, Kamp C, Eandis, Infrax en de Gezinsbond organiseren voor de elfde maal op rij de energie infotoer. IOK-IMD informeert in de brief van 22 mei 2015 naar de interesse tot deelname aan de energie infotoer 2015-2016 en een intergemeentelijke samenaankoop dakisolatie. Feiten en context − De gemeenteraad ondertekende het burgemeesterconvenant op maandag 24 februari 2014. Het Burgemeestersconvenant zet in op een verlaging van het energieverbruik binnen het gemeentelijk patrimonium enerzijds en op het ondersteunen van de bevolking om minder energie te gebruiken anderzijds. − De gemeente Westerlo streeft naar een milieu- en energiebeleid dat gebaseerd is op de algemene beginselen van duurzame ontwikkeling. Argumentatie In elke deelnemende gemeente zal één informatievergadering plaatsvinden met telkens een ander onderwerp omtrent rationeel energieverbruik. De intergemeentelijke samenaankoop dakisolatie zal zoveel mogelijk geïntegreerd worden in de energie infotoer. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Duurzaamheid en klimaat actie Burgemeesterconvenant - Kempen 2020 actienummer 2015000044 omschrijving project In elke deelnemende gemeente zal één informatievergadering plaatsvinden met telkens een ander onderwerp omtrent rationeel energieverbruik. raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stemt in met het intercommunale voorstel om deel te nemen aan de energie infotoer 2015-2016.

Artikel 2

012

Het college van burgemeester en schepenen beslist deel te nemen aan de intergemeentelijke samenaankoop dakisolatie. Milieu. Vlarem 3de klasse, melding bronbemaling32, gelegen Drie Zillen 3. Akteneming.

Voorgeschiedenis Onderstaand meldingsdossier werd ingediend bij het gemeentebestuur op 2 mei 2011. Bij ontvangst wordt een ontvangstbewijs afgeleverd dat voor de aanvrager het bewijs vormt dat hij de meldingsplicht heeft volbracht. Feiten en context - voorwerp van de melding: een bronbemaling die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan in beschermde duingebieden, een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, parkgebied of een bosgebied (Vlaremrubriek 53.2.2°). De exploitant meldt een bronbemaling naar aanleiding van een droogzuiging voor een te bouwen eengezinswoning van 19 april tot 30 april 2011, op perceel sectie E, 2de afdeling Tongerlo, nummer 95H2/deel (momenteel 95T2), gelegen Drie Zillen 3 in Tongerlo-Westerlo. - het opgepompte grondwater met een max. debiet van 10m³/uur, zal geloosd worden in de afvalwaterriolering; - het perceel is volgens het zoneringsplan gelegen in het centrale gebied; - in Drie Zillen wordt de hemelwaterriool afgeleid naar een infiltratiebekken. Omdat deze, als gevolg van het hoge ijzergehalte in het opgepompte grondwater kan dichtslibben moet het bemalingwater geloosd worden in de afvalwaterriool. Argumentatie Het opgepompte grondwater dient volgens de Vlarem- wetgeving bij voorkeur te worden geïnfiltreerd in de bodem of geloosd te worden in oppervlaktewater. Enkel indien beiden onmogelijk mag het geloosd worden in de riolering. Voor lozingen > dan 10m³ /uur in de gemengde riolering is de toelating van Aquafin vereist. Bij de akteneming worden de algemene en sectorale milieuvergunningsvoorwaarden opgelegd. Door het naleven van deze algemene en sectorale milieuvergunningsvoorwaarden kunnen de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, de natuur en op de mens buiten de inrichting tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt. Juridische grond - het milieuvergunningendecreet van 28 juni 1985 en de wijzigingen bij latere decreten; - het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin het Vlaamse reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem) vastgesteld is; - het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) opgenomen zijn. Impact op beleids- en beheerscyclus

32


actieplan actie actienummer omschrijving project raming kosten raming opbrengsten BESLUIT Artikel 1

Artikel 2

013

Kwaliteitsvolle leefomgeving Naleven en toezicht op naleving van milieuwetgeving en gerelateerde wetgeving 2015000056 Melding inrichting Vlarem klasse 3 / /

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de melding33 voor een bronbemaling technisch noodzakelijk voor de verwezenlijking van bouwkundige werken met lozing in de riolering, gelegen Drie Zillen 3 in 2260 Westerlo. De volgende algemene en sectorale milieuvergunningsvoorwaarden uit Vlarem II dienen strikt te worden nageleefd: -Algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen, in het bijzonder: Hoofdstuk 4.1: Algemene voorschriften Afdelingen 4.1.1 – 4.1.11: Art. 4.1.0.1 - Art. 4.1.7.4.; Hoofdstuk 4.2: Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging Afdeling 4.2.1 - Art.4.2.1.1. - Art. 4.2.1.3. Afdeling 4.2.8 - Art. 4.2.8.1.1 - Art. 4.2.8.3.1. Hoofdstuk 4.3: Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging Afdelingen 4.3.1 – 4.3.3: Art. 4.3.1.1. - Art. 4.3.3.1. Hoofdstuk 4.4: Beheersing van de luchtverontreiniging Afdelingen 4.4.1 – 4.4.6: Art. 4.4.1.1. - Art. 4.4.6.2.5. Hoofdstuk 4.5: Beheersing van geluidshinder Afdelingen 4.5.1 – 4.5.6: Art. 4.5.1.1. § 1. - Art. 4.5.2.2.; Art. 4.5.5.1. § 1. - Art. 4.5.6.1. §4 Hoofdstuk 4.6: Beheersing van hinder door licht: art. 4.6.0.1 – 4.6.0.4 Hoofdstuk 4.7: Beheersing van asbest: art. 4.7.0.1 – 4.7.0.3 Hoofdstuk 4.9: Energieplanning: art. 4.9.1 – 4.9.3 -Sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen: Hoofdstuk 5.53. Winning van grondwater: Afdelingen 5.53.1 - 5.53.6.: Art. 5.53.1. - Art. 5.53.6.3.3.

Milieu. Vlarem 3de klasse, melding opslagplaats voor gassen in een vast reservoir, Hoge Heide 18. Akteneming. 34

Voorgeschiedenis

33 34


Onderstaand meldingsdossier werd op 28 juli 2011 ingediend bij het gemeentebestuur. Bij ontvangst wordt een ontvangstbewijs afgeleverd. Dit ontvangstbewijs is voor de aanvrager het bewijs dat hij de aan de meldingsplicht heeft voldaan en tevens geldt als vergunning. Feiten en context - voorwerp van de melding: een opslagplaats voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen in een vast reservoir met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot en met 3000 liter (in dit geval een bovengrondse propaangastank van 1000 liter bij een woning; rubriek 16.8.1°); - ligging: perceel sectie D, 1° afdeling, nummer 983A2, gelegen Hoge Heide 18 in Westerlo - bestemmingszone: de inrichting is gelegen in de woonzone volgens het gewestplan; - riolering: dit perceel ligt volgens het zoneringsplan in een groene cluster (te optimaliseren buitengebied); - watertoets: aangezien het om een bovengrondse tank gaat is de gevraagde inrichting verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid; - stedenbouwkundig: de gastank is gelegen bij een woning waarvoor geen bouwvergunning werd afgeleverd. Het betreft een bestaande woning van voor 1950. Argumentatie De gasopslag is nodig voor het verwarmen van de woning en voor sanitair warm water. De opslagtank wordt gehuurd van Primagaz die tevens instaan voor de plaatsing conform de afstandsbepalingen van het Vlarem. Door het opleggen van de algemene en sectorale voorwaarden in deze akteneming, kunnen de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en de mens buiten de inrichting tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt. Juridische grond - het milieuvergunningendecreet van 28 juni 1985 en de wijzigingen bij later decreten; - het besluit van de Vlaamse Executieve van 06 februari 1991 en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin het Vlaamse Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem) vastgesteld is; - het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering met algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en de wijzigingen bij latere besluiten. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Naleven en toezicht op naleving van milieuwetgeving en gerelateerde wetgeving actienummer 2015000056 omschrijving project Melding inrichting Vlarem klasse 3 raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1

35

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de melding 35voor een opslagplaats voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen in een bovengronds vast reservoir van 1000 liter, op perceel


Artikel 2

014

sectie D, 1° afdeling, nummer 983A2, gelegen Hoge Heide 18 in Westerlo. De volgende milieuvergunningsvoorwaarden uit Vlarem II dienen strikt te worden nageleefd: -Algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen, in het bijzonder: Hoofdstuk 4.1: Algemene voorschriften Afdelingen 4.1.1 – 4.1.11: Art. 4.1.0.1 - Art. 4.1.7.4 Hoofdstuk 4.1: Algemene voorschriften Afdelingen 4.1.1 – 4.1.11 art. 4.1.0.1 – 4.1.11.8 Hoofdstuk 4.2: Beheersing van de oppervlaktewaterverontreiniging Afdelingen 4.2.1 – 4.2.8 art. 4.2.1.1 – 4.2.8.4.1 Hoofdstuk 4.3: Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging Afdelingen 4.3.1 – 4.3.3 art. 4.3.1.1 – 4.3.3.1 Hoofdstuk 4.4: Beheersing van de luchtverontreiniging Afdelingen 4.4.1 – 4.4.6 art. 4.4.1.1 – 4.4.6.2.5 Hoofdstuk 4.5: Beheersing van geluidshinder Afdelingen: 4.5.1 – 4.5.6 art. 4.5.1.1 – 4.5.6.1 Hoofdstuk 4.6: Beheersing van hinder door licht art. 4.6.0.1 – 4.6.0.4 Hoofdstuk 4.7: Beheersing van asbest art. 4.7.0.1 – 4.7.0.3 Hoofdstuk 4.8: Verwijdering van PCB’s en PCT’s Hoofdstuk 4.9: Energieplanning art. 4.9.1 – 4.9.3 Hoofdstuk 4.10: Emissies van broeikasgassen Afdeling 4.10.1: art. 4.10.1.1 – 4.10.1.5 -Sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen: Hoofdstuk 5.16. Gassen: Afdeling 5.16.1: Art. 5.16.1.1 - Art. 5.16.1.9 Afdeling 5.16.6: Art. 5.16.6.1 - Art. 5.16.6.17 De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen teruggevonden worden in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen op de website www.lne.be. Milieu. Vlarem 3de klasse, melding warmtepomp, Mostdonk 18. Akteneming. 36

Voorgeschiedenis Op 15 september 2011 diende de aanvrager37 het meldingsdossier in. Hij installeerde een warmtepomp met verticaal captatienetwerk bij een eengezinswoning in Mostdonk 18 in

36 37


Westerlo. Bij ontvangst wordt een ontvangstbewijs afgeleverd dat voor de aanvrager het bewijs is dat hij de aan de meldingsplicht heeft voldaan en tevens geldt als vergunning. Feiten en context - voorwerp van de melding: verticale boringen, andere dan deze bedoeld in de rubrieken 53, 54 en 55.3, tot en met een diepte van het dieptecriterium zoals weergegeven op de kaart in bijlage 1ter aan dit besluit en gelegen buiten een beschermingszone type III (3 verticale boringen op een diepte van 50 meter voor bodemwarmtewisselaars van een warmtepomp; rubriek 55.1.1°); - het dieptecriterium op deze plaats is vastgesteld op 97 meter; - ligging: perceel sectie F, 2 de afdeling, nummer 17X, gelegen Mostdonk 18 in 2260 Westerlo; - de bouwvergunning voor de eengezinswoning werd afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 26 april 2011; - de inrichting is gelegen in woonuitbreidingsgebied volgens het gewestplan; - het perceel waarop de inrichting gelegen is, ligt buiten de grenzen van een recent overstroomd gebied, overstromingsgevoelig gebied of een van nature overstroombaar gebied, waardoor men in alle redelijkheid lijkt te kunnen stellen dat er geen substantieel schadelijk effect wordt verwacht ten gevolge van de gevraagde inrichting. De voorliggende inrichting is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid; - de inplanting van de ondergrondse constructies voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van een stedenbouwkundige vergunning; - de gevraagde inrichting is niet gelegen in een waterwingebied noch beschermingszones. Argumentatie De boringen, exploitatie en afsluiting dienen op een professionele wijze uitgevoerd te worden conform de bijlage 5.53.1 van vlarem 2: Code van goede praktijk voor boringen en exploiteren en afsluiten van boorputten voor grondwaterwinningen. De boringen zijn nodig voor de installatie van een warmtepomp voor de verwarming van de woning. Het elektrisch vermogen van de warmtepomp is niet ingedeeld. Door het opleggen van de algemene en sectorale voorwaarden in deze akteneming, kunnen de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en de mens buiten de inrichting tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt. Juridische grond - het decreet van 28 juni 1985 en de wijzigingen bij latere decreten; - het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem) vastgesteld is; - het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin de algemene en sectorale bepalingen betreffende milieuhygiëne (Vlarem II) opgenomen zijn. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Naleven en toezicht op naleving van milieuwetgeving en gerelateerde wetgeving actienummer 2015000056

omschrijving project raming kosten raming opbrengsten BESLUIT Artikel 1

Artikel 2

015

Melding inrichting Vlarem klasse 3 / /

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de melding 38 voor verticale boringen, andere dan deze bedoeld in de rubrieken 53, 54 en 55.3, tot en met een diepte van het dieptecriterium zoals weergegeven op de kaart in bijlage 1ter aan dit besluit en gelegen buiten een beschermingszone type III (3 verticale boringen op een diepte van 50 meter voor bodemwarmtewisselaars van een warmtepomp; rubriek 55.1.1°); Op perceel sectie F, 2 de afdeling, nummer 17X, gelegen Mostdonk 18 in 2260 Westerlo. De volgende milieuvergunningsvoorwaarden uit Vlarem II dienen strikt te worden nageleefd: Algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen, in het bijzonder: Hoofdstuk 4.1: Algemene voorschriften Afdelingen 4.1.1 – 4.1.11: Art. 4.1.0.1 - Art. 4.1.7.4 Hoofdstuk 4.2: Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging Afdeling 4.2.1 - 4.2.8: Art. 4.2.1.1 - 4.2.8.3.1 Hoofdstuk 4.3: Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging Afdelingen 4.3.1 – 4.3.3: Art. 4.3.1.1. - Art. 4.3.3.1. Hoofdstuk 4.4: Beheersing van de luchtverontreiniging Afdelingen 4.4.1 – 4.4.6: Art. 4.4.1.1. - Art. 4.4.6.2.5. Hoofdstuk 4.5: Beheersing van geluidshinder Afdelingen 4.5.1 – 4.5.6: Art. 4.5.1.1. § 1. - Art. 4.5.2.2.; Art. 4.5.5.1. § 1. - Art. 4.5.6.1. §4 Hoofdstuk 4.6: Beheersing van hinder door licht: art. 4.6.0.1 – 4.6.0.4 Hoofdstuk 4.7: Beheersing van asbest: art. 4.7.0.1 – 4.7.0.3 Hoofdstuk 4.9: Energieplanning: art. 4.9.1 – 4.9.3 -Sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen: Hoofdstuk 5.55.Boringen: Art. 5.55.1. - Art. 5.55.3.

Milieu. Vlarem 3de klasse. Melding van verticale boringen voor een warmtepomp Smissenhoekstraat 15. Akteneming39.

Voorgeschiedenis De aanvrager40 diende op 25 februari 2011 het meldingsdossier in bij de milieudienst. Zij installeerde een warmtepomp met verticaal captatienetwerk bij een eengezinswoning in de Smissenhoekstraat 15.

38


Feiten en context - voorwerp van de melding: verticale boringen, andere dan deze bedoeld in de rubrieken 53, 54 en 55.3, tot en met een diepte van het dieptecriterium zoals weergegeven op de kaart in bijlage 1ter aan dit besluit en gelegen buiten een beschermingszone type III (3 verticale boringen op een diepte van 50 meter voor bodemwarmtewisselaars van een warmtepomp; rubriek 55.1.1°); - het dieptecriterium op deze plaats is vastgesteld op 97 meter; - ligging: perceel sectie A, 3de afdeling, nr. 112T2, gelegen Smissenhoekstraat 15 in 2260 Westerlo; - de bouwvergunning voor de eengezinswoning werd afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 24 augustus 2009; - de inrichting is gelegen in de woonzone volgens het gewestplan; - het perceel waarop de inrichting gelegen is, ligt buiten de grenzen van een recent overstroomd gebied, overstromingsgevoelig gebied of een van nature overstroombaar gebied, waardoor men in alle redelijkheid lijkt te kunnen stellen dat er geen substantieel schadelijk effect wordt verwacht ten gevolge van de gevraagde inrichting. De voorliggende inrichting is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid; - de inplanting van de ondergrondse constructies voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van een stedenbouwkundige vergunning; - de gevraagde inrichting is niet gelegen in een waterwingebied noch beschermingszones. Argumentatie De boringen, exploitatie en afsluiting dienen op een professionele wijze uitgevoerd te worden conform de bijlage 5.53.1 van vlarem 2: Code van goede praktijk voor boringen en exploiteren en afsluiten van boorputten voor grondwaterwinningen Het elektrisch vermogen van de warmtepomp is niet ingedeeld. Door het opleggen van de algemene en sectorale voorwaarden in deze akteneming, kunnen de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en de mens buiten de inrichting tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt. Juridische grond - het decreet van 28 juni 1985 en de wijzigingen bij latere decreten; - het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem) vastgesteld is; - het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin de algemene en sectorale bepalingen betreffende milieuhygiëne (Vlarem II) opgenomen zijn. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Naleven en toezicht op naleving van milieuwetgeving en gerelateerde wetgeving actienummer 2015000056 omschrijving project Melding inrichting Vlarem klasse 3 raming kosten / raming opbrengsten /

BESLUIT Artikel 1

Artikel 2

016

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de melding van mevrouw Cindy Boels, omvattende verticale boringen, andere dan deze bedoeld in de rubrieken 53, 54 en 55.3, tot en met een diepte van het dieptecriterium zoals weergegeven op de kaart in bijlage 1ter aan dit besluit en gelegen buiten een beschermingszone type III (3 verticale boringen op een diepte van 50 meter voor bodemwarmtewisselaars van een warmtepomp; rubriek 55.1.1°); Op perceel sectie A, 3de afdeling, nr. 112T2, gelegen Smissenhoekstraat 15 in 2260 Westerlo. De volgende milieuvergunningsvoorwaarden uit Vlarem II dienen strikt te worden nageleefd: -Algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen, in het bijzonder: Hoofdstuk 4.1: Algemene voorschriften Afdelingen 4.1.1 – 4.1.11: Art. 4.1.0.1 - Art. 4.1.7.4 Hoofdstuk 4.2: Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging Afdeling 4.2.1 - 4.2.8: Art. 4.2.1.1 - 4.2.8.3.1 Hoofdstuk 4.3: Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging Afdelingen 4.3.1 – 4.3.3: Art. 4.3.1.1. - Art. 4.3.3.1. Hoofdstuk 4.4: Beheersing van de luchtverontreiniging Afdelingen 4.4.1 – 4.4.6: Art. 4.4.1.1. - Art. 4.4.6.2.5. Hoofdstuk 4.5: Beheersing van geluidshinder Afdelingen 4.5.1 – 4.5.6: Art. 4.5.1.1. § 1. - Art. 4.5.2.2.; Art. 4.5.5.1. § 1. - Art. 4.5.6.1. §4 Hoofdstuk 4.6: Beheersing van hinder door licht: art. 4.6.0.1 – 4.6.0.4 Hoofdstuk 4.7: Beheersing van asbest: art. 4.7.0.1 – 4.7.0.3 Hoofdstuk 4.9: Energieplanning: art. 4.9.1 – 4.9.3 -Sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen: Hoofdstuk 5.55.Boringen: Art. 5.55.1. - Art. 5.55.3.

Milieu. Vlarem klasse 3, melding bronbemaling, gelegen Drie Zillen 34. Akteneming41.

Voorgeschiedenis Onderstaand meldingsdossier werd ingediend bij het gemeentebestuur op 2 mei 2011. Bij ontvangst wordt een ontvangstbewijs afgeleverd dat voor de aanvrager het bewijs vormt dat hij de meldingsplicht heeft volbracht en tevens geldt als vergunning. Feiten en context - voorwerp van de melding: een bronbemaling die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan in beschermde duingebieden, een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, parkgebied of een bosgebied (Vlarem-

41


rubriek 53.2.2°). De exploitant meldt een bronbemaling naar aanleiding van een droogzuiging voor een te bouwen eengezinswoning van 23 mei tot 11 juli 2011, op perceel sectie E, 2de afdeling Tongerlo, nummer 113B/deel (momenteel 113V), gelegen Drie Zillen 34 in Tongerlo-Westerlo. - het opgepompte grondwater met een max. debiet van 10m³/uur, zal geloosd worden in de afvalwaterriolering; - het perceel is volgens het zoneringsplan gelegen in het centrale gebied; - in Drie Zillen wordt de hemelwaterriool afgeleid naar een infiltratiebekken. Omdat deze, als gevolg van het hoge ijzergehalte in het opgepompte grondwater, kan dichtslibben moet het bemalingwater geloosd worden in de afvalwaterriool. Argumentatie Het opgepompte grondwater dient volgens de Vlarem- wetgeving bij voorkeur te worden geïnfiltreerd in de bodem of geloosd te worden in oppervlaktewater. Enkel indien beiden onmogelijk mag het geloosd worden in de riolering. Voor lozingen > dan 10m³ /uur in de gemengde riolering is de toelating van Aquafin vereist. Bij de akteneming worden de algemene en sectorale milieuvergunningsvoorwaarden opgelegd. Door het naleven van deze algemene en sectorale milieuvergunningsvoorwaarden kunnen de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, de natuur en op de mens buiten de inrichting tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt. Juridische grond - het milieuvergunningendecreet van 28 juni 1985 en de wijzigingen bij latere decreten; - het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin het Vlaamse reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem) vastgesteld is; - het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) opgenomen zijn. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Naleven en toezicht op naleving van milieuwetgeving en gerelateerde wetgeving actienummer 2015000056 omschrijving project Melding inrichting Vlarem klasse 3 raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1

Artikel 2

42

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de melding 42 voor een bronbemaling technisch noodzakelijk voor de verwezenlijking van bouwkundige werken met lozing in de afvalwaterriool, gelegen Drie Zillen 34 in 2260 Westerlo. De volgende algemene en sectorale milieuvergunningsvoorwaarden uit Vlarem II dienen strikt te worden nageleefd:


-Algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen, in het bijzonder: Hoofdstuk 4.1: Algemene voorschriften Afdelingen 4.1.1 – 4.1.11: Art. 4.1.0.1 - Art. 4.1.7.4.; Hoofdstuk 4.2: Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging Afdeling 4.2.1 - Art.4.2.1.1. - Art. 4.2.1.3. Afdeling 4.2.8 - Art. 4.2.8.1.1 - Art. 4.2.8.3.1. Hoofdstuk 4.3: Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging Afdelingen 4.3.1 – 4.3.3: Art. 4.3.1.1. - Art. 4.3.3.1. Hoofdstuk 4.4: Beheersing van de luchtverontreiniging Afdelingen 4.4.1 – 4.4.6: Art. 4.4.1.1. - Art. 4.4.6.2.5. Hoofdstuk 4.5: Beheersing van geluidshinder Afdelingen 4.5.1 – 4.5.6: Art. 4.5.1.1. § 1. - Art. 4.5.2.2.; Art. 4.5.5.1. § 1. - Art. 4.5.6.1. §4 Hoofdstuk 4.6: Beheersing van hinder door licht: art. 4.6.0.1 – 4.6.0.4 Hoofdstuk 4.7: Beheersing van asbest: art. 4.7.0.1 – 4.7.0.3 Hoofdstuk 4.9: Energieplanning: art. 4.9.1 – 4.9.3 -Sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen: Hoofdstuk 5.53. Winning van grondwater: Afdelingen 5.53.1 - 5.53.6.: Art. 5.53.1. - Art. 5.53.6.3.3. 017

Milieu. Vlarem klasse 3, melding bronbemaling43, gelegen Drie Zillen 1. Akteneming.

Voorgeschiedenis Onderstaand meldingsdossier werd ingediend bij het gemeentebestuur op 16 februari 2011. Bij ontvangst wordt een ontvangstbewijs afgeleverd dat voor de aanvrager het bewijs vormt dat hij de meldingsplicht heeft volbracht en tevens geldt als vergunning. Feiten en context - voorwerp van de melding: een bronbemaling die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan in beschermde duingebieden, een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, parkgebied of een bosgebied (Vlaremrubriek 53.2.2°). De exploitant meldt een bronbemaling naar aanleiding van een droogzuiging in functie van een te bouwen kelder voor een eengezinswoning van 5 maart tot 1 april 2011, op perceel sectie E, 2de afdeling Tongerlo, nummer 95H2/deel (momenteel 95S2), gelegen Drie Zillen 1 in Tongerlo-Westerlo. - het opgepompte grondwater met een max. debiet van 30.000 l/uur, zal geloosd worden in de afvalwaterriolering; - het perceel is volgens het zoneringsplan gelegen in het centrale gebied, voorzien van een gescheiden stelsel;

43


- in Drie Zillen wordt de hemelwaterriool afgeleid naar een infiltratiebekken. Omdat dit, als gevolg van het hoge ijzergehalte in het grondwater, kan dichtslibben moet het bemalingwater geloosd worden in de afvalwaterriolering. Argumentatie Het weggepompte grondwater dient volgens de Vlarem- wetgeving bij voorkeur te worden geïnfiltreerd in de bodem of geloosd te worden in oppervlaktewater. Enkel indien beiden onmogelijk mag het geloosd worden in de riolering. Voor lozingen > dan 10m³ /uur in de gemengde riolering is de toelating van Aquafin vereist. Bij de akteneming worden de algemene en sectorale milieuvergunningsvoorwaarden opgelegd. Door het naleven van deze algemene en sectorale milieuvergunningsvoorwaarden kunnen de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, de natuur en op de mens buiten de inrichting tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt. Juridische grond - het milieuvergunningendecreet van 28 juni 1985 en de wijzigingen bij latere decreten; - het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin het Vlaamse reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem) vastgesteld is; - het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) opgenomen zijn. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Naleven en toezicht op naleving van milieuwetgeving en gerelateerde wetgeving actienummer 2015000056 omschrijving project Melding inrichting Vlarem klasse 3 raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1

Artikel 2

44

Het college van burgemeester en schepenen besluit akte te nemen van de melding 44 voor een bronbemaling technisch noodzakelijk voor de verwezenlijking van bouwkundige werken met lozing in de afvalwaterriool, op perceel sectie E, 2de afdeling Tongerlo, nummer 95H2/deel (momenteel 95S2), gelegen Drie Zillen 1 in 2260 Westerlo. De volgende algemene en sectorale milieuvergunningsvoorwaarden uit Vlarem II dienen strikt te worden nageleefd: -Algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen, in het bijzonder: Hoofdstuk 4.1: Algemene voorschriften Afdelingen 4.1.1 – 4.1.11: Art. 4.1.0.1 - Art. 4.1.7.4.; Hoofdstuk 4.2: Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging Afdeling 4.2.1 - Art.4.2.1.1. - Art. 4.2.1.3. Afdeling 4.2.8 - Art. 4.2.8.1.1 - Art. 4.2.8.3.1.


Hoofdstuk 4.3: Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging Afdelingen 4.3.1 – 4.3.3: Art. 4.3.1.1. - Art. 4.3.3.1. Hoofdstuk 4.4: Beheersing van de luchtverontreiniging Afdelingen 4.4.1 – 4.4.6: Art. 4.4.1.1. - Art. 4.4.6.2.5. Hoofdstuk 4.5: Beheersing van geluidshinder Afdelingen 4.5.1 – 4.5.6: Art. 4.5.1.1. § 1. - Art. 4.5.2.2.; Art. 4.5.5.1. § 1. - Art. 4.5.6.1. §4 Hoofdstuk 4.6: Beheersing van hinder door licht: art. 4.6.0.1 – 4.6.0.4 Hoofdstuk 4.7: Beheersing van asbest: art. 4.7.0.1 – 4.7.0.3 Hoofdstuk 4.9: Energieplanning: art. 4.9.1 – 4.9.3 -Sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen: Hoofdstuk 5.53. Winning van grondwater: Afdelingen 5.53.1 - 5.53.6.: Art. 5.53.1. - Art. 5.53.6.3.3. 018

Milieu. Volkstuinen. Verslag van de vergadering van 'Den Hof van Jeanne'. Kennisname.

Feiten en context Op dinsdag 26 mei 2015 vond de vergadering over 'Den Hof van Jeanne' plaats in de schepenzaal. De verdere aanpak van de demovolkstuin werd besproken met de verschillende partners. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Project volkstuinen actienummer 2015000054 omschrijving project Demovolkstuin 'Den Hof van Jeanne' raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de werkgroep 'Den Hof van Jeanne' van 26 mei 2015. Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen beslist op donderdag 24 september een infovergadering te organiseren voor geïnteresseerde vrijwilligers in de raadzaal. 019

Milieu. Zwerfkattenproject. Aanpassing werkwijze. Goedkeuring.

Voorgeschiedenis Er werd gepeild in Westel Info van 1 december 2006 naar de aanwezigheid van zwerfkatten, naar aanleiding van het schrijven van Marijke Peeters van 17 oktober 2006 met bijhorende petitie. Op 27 december 2007 gaf het college van burgemeester en schepenen zijn principieel akkoord voor een sterilisatieproject voor zwerfkatten. Op de collegezitting van 4 februari 2008 werd de procedure van het sterilisatieproject goedgekeurd.

Het college van burgemeester en schepenen keurde op 15 april 2013 een nieuwe onderhandse overeenkomst goed. Hierbij werden volgende prijzen vastgelegd; - castratie: 46 euro excl btw - 55,66 euro incl. btw - sterilisatie kattin: 86 euro excl btw - 104, 06 euro incl btw - euthanasie + ophaling kadaver: 54 euro excl btw - 65,34 euro incl btw Feiten en Context Huidige procedure: Op de milieudienst kan men een toelating tot het behandelen van een zwerfkat bij de dierenarts aanvragen. De burgers kunnen een vangkooi ontlenen om de zwerfkat te vangen. Zij brengen het dier zelf naar een deelnemende dierenarts. De dierenarts vult vervolgens de toelating verder aan en factureert later rechtstreeks aan het gemeentebestuur. Volgende voorwaarden moeten hierbij vervuld zijn: 1) enkel niet-handtamme zwerfkatten komen in aanmerking 2) na een operatie is de verblijftijd beperkt tot een dag en één nacht, daarna krijgen de zwerfkatten eten van buurtbewoner(s). 3) alle behandelde katten krijgen van de dierenarts een knip in het linkeroor als herkenning. De orde der dierenartsen stelde destijds voor om alle dierenartsen evenveel kans te geven tot deelname. Alle dierenartsen van de gemeente Westerlo kregen de mogelijkheid om de onderhandse overeenkomst met vooraf vastgelegde prijzen te ondertekenen. Burgers kiezen vrij welke deelnemende dierenarts ze consulteren binnen Westerlo. Het budget voor 2015 bedroeg 11.000 euro. Dit budget werd de laatste jaren overschreden. Voorstel aangepaste werkwijze: De stad Vilvoorde besteedt al meer dan 10 jaar met een onderhandse overeenkomst aan en werkt met 1 behandelende dierenarts. Bovendien zijn er 2 vrijwilligers die samen de maximum vrijwilligersvergoeding van 1303,38 euro/ jaar krijgen. Dit gebruiken ze voor de aankoop van eten, transport, telefoons,... Ze starten met de behandelingen begin maart tot het budget uitgeput is. De burgers komen op een wachtlijst terecht en worden begin februari opnieuw gecontacteerd. De milieudienst verleent +/- een 100-tal toelatingen per jaar. Vervolgens geeft de milieudienst de gegevens door aan de vrijwilliger. De vrijwilliger maakt een afspraak met de burger voor het plaatsen van de vangkooi. De vrijwilliger verklaart in het attest dat het wel degelijk over een zwerfkat gaat. Achtergelaten katten worden ook behandeld. Het principe niet-handtam is geen vereiste meer om een zwerfkat te zijn. Als er een kat gevangen is, gaat de vrijwilliger ter plaatse en brengt de kat naar de dierenarts. De vrijwilliger oordeelt over de status van het zwerfkat zijn. De zwerfkat zal na behandeling terug uitgezet worden op de plaats van vangst. Het belangrijkste in deze werkwijze is het vinden van 1 of meerdere 'degelijke' vrijwilligers. De milieudienst stelt voor om met maar 1 dierenarts via een onderhandse overeenkomst en met 1 of meerdere vrijwilligers te werken. De burger zorgt voor het eten voor in de vangkooi. Aangezien we voor onze compostmeesters en zwerfvuilmeters en -peters geen vrijwilligersvergoeding hebben, stellen we voor dat ook niet te doen voor de vrijwilligers van het zwerfkattenproject. Hiernaast blijft de mogelijkheid voor de burgers om een kattenvangkooi te ontlenen bij de milieudienst tegen een waarborg van 15 euro. Vervolgens halen de burgers een attest bij de politie dat het wel degelijk over een zwerfkat gaat om ze vervolgens kosteloos weg te brengen naar het asiel. De kostprijs voor de gemeente is 15 euro per zwerfkat. Adviezen

De milieuraad adviseert om het project zo vlug mogelijk verder te zetten en hiervoor het nodige (bijkomend) budget te voorzien. Voor het project dient te worden samengewerkt met vrijwilligers en 1 dierenarts ofwel met een asiel/opvangcentrum. Argumentatie Het project heeft steeds een stijging gekend in uitgaven. Om dit in te perken is een aangepaste werkwijze aangeraden. Voor 2015 is het budget van 11.000 euro uitgeput. Met de budgetwijziging van juni 2015 is 6000 euro extra budget gevraagd. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Dierenwelzijn actienummer 2015140294 omschrijving project Zwerfkattensterilisatiecampagne raming kosten Budget is uitgeput voor 2015, met de budgetwijziging van juni 2015 is 6000 euro extra budget gevraagd raming opbrengsten / De afgesloten overeenkomst is geldig vanaf 1 februari 2015 tot en met uiterst 31 mei 2017. Er is een opzegmogelijkheid voorzien van 3 maanden voor de gemeente Westerlo, de dierenarts kan zijn deelname aan het project op elk ogenblik stopzetten. Dit dient door beide partijen schriftelijk te gebeuren. Juridische grond De wet van 24 december 1993 op de overheidsopdrachten is van toepassing alsook de Koninklijke Besluiten van 8 januari en 26 september 1996 en de algemene aannemingsvoorwaarden opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996. Het besluit van 25 juni 2007 van de gemeenteraad waarbij het begrip 'dagelijks bestuur' wordt gedefinieerd en waarin de gevallen worden opgesomd die van een voorafgaand visum door de financieel beheerder worden vrijgesteld. BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen beslist een overeenkomst af te sluiten met het dierenasiel van Aarschot met een proefperiode van één jaar. Burgers vragen bij de milieudienst een toelating voor het behandelen van een zwerfkat. De milieudienst geeft de gegevens door aan de vrijwilligers van het asiel. Burgers ontlenen de gemeentelijke vangkooi en zorgen voor het vangen van de zwerfkat. De burgers verwittigen het asiel zodra de zwerfkat gevangen is. Een vrijwilliger van het asiel haalt de zwerfkat op en brengt de zwerfkat terug naar het adres van vangst na de behandeling. Artikel 2 Alle deelnemende dierenartsen zullen op de hoogte gebracht worden over de nieuwe werkwijze. Artikel 3 Het college van burgemeester en schepenen vraagt een maandelijkse terugkoppeling vanuit het dierenasiel. 020

45

Milieu.Vlarem 3de klasse, melding opslagplaats voor gassen in een vast reservoir, gelegen Ter Voort 268. Akteneming45.


Voorgeschiedenis De aanvrgaer46 diende het meldingsdossier in op 9 augustus 2011 bij het gemeentebestuur. Bij ontvangst wordt een ontvangstbewijs afgeleverd. Dit ontvangstbewijs is voor de aanvrager het bewijs dat hij de aan de meldingsplicht heeft voldaan. Feiten en context - deze akteneming behandelt de melding van een opslagplaats voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen in een vast reservoir met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot en met 3000 liter (in dit geval een ondergrondse propaangastank van 2.400 liter bij een woning; rubriek 16.8.1°); - ligging: perceel sectie A, 2de afdeling, nr. 109E, gelegen Ter Voort 268 in Westerlo; - de inrichting is gelegen in woongebied met landelijk karakter volgens het gewestplan; - het perceel waarop de inrichting gelegen is, ligt buiten de grenzen van een recent overstroomd gebied, overstromingsgevoelig gebied of een van nature overstroombaar gebied, waardoor men in alle redelijkheid lijkt te kunnen stellen dat er geen substantieel schadelijk effect wordt verwacht ten gevolge van de gevraagde inrichting. De voorliggende inrichting is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid; - de gastank is gelegen bij een woning waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd op 18 juli 2005. Argumentatie De gasopslag is nodig voor de verwarming van de woning. De ondergrondse tank dient geplaatst te worden conform de afstandsbepalingen van het Vlarem. Door het opleggen van de algemene en sectorale voorwaarden in deze akteneming, kunnen de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en de mens buiten de inrichting tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt. Juridische grond - het milieuvergunningendecreet van 28 juni 1985 en de wijzigingen bij later decreten; - het besluit van de Vlaamse Executieve van 06 februari 1991 en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin het Vlaamse Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem) vastgesteld is; - het besluit van 01 juni 1995 van de Vlaamse Regering met algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en de wijzigingen bij latere besluiten. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Naleven en toezicht op naleving van milieuwetgeving en gerelateerde wetgeving actienummer 2015000056 omschrijving project Melding inrichting Vlarem klasse 3 raming kosten / raming opbrengsten /

46


BESLUIT Artikel 1

Artikel 2

021

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de melding47 voor een opslagplaats voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen in een ondergronds vast reservoir van 2400 liter, op perceel sectie A, 2de afdeling, nr. 109E, gelegen Ter Voort 268 in Westerlo. De volgende milieuvergunningsvoorwaarden uit Vlarem II dienen strikt te wordn nageleefd: Algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen, in het bijzonder: Hoofdstuk 4.1: Algemene voorschriften Afdelingen 4.1.1 – 4.1.11: Art. 4.1.0.1 - Art. 4.1.7.4 Hoofdstuk 4.2: Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging Afdeling 4.2.1 - 4.2.8: Art. 4.2.1.1 - 4.2.8.3.1 Hoofdstuk 4.3: Beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging Afdelingen 4.3.1 – 4.3.3: Art. 4.3.1.1. - Art. 4.3.3.1 Hoofdstuk 4.4: Beheersing van de luchtverontreiniging Afdelingen 4.4.1 – 4.4.6: Art. 4.4.1.1. - Art. 4.4.6.2.5 Hoofdstuk 4.5: Beheersing van geluidshinder Afdelingen 4.5.1 – 4.5.6: Art. 4.5.1.1. § 1. - Art. 4.5.2.2.; Art. 4.5.5.1. § 1. - Art. 4.5.6.1. §4 Hoofdstuk 4.6: Beheersing van hinder door licht: art. 4.6.0.1 – 4.6.0.4 Hoofdstuk 4.7: Beheersing van asbest: art. 4.7.0.1 – 4.7.0.3 Hoofdstuk 4.9: Energieplanning: art. 4.9.1 – 4.9.3 -Sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen: Hoofdstuk 5.16. Gassen: Afdeling 5.16.1: Art. 5.16.1.1 - Art. 5.16.1.9 Afdeling 5.16.6: Art. 5.16.6.1. - Art. 5.16.6.17

Personeel. Aanwerving technisch coördinator werken in eigen beheer en onderhoudswerken (B1-B3). Openverklaring. Bepaling technieken en timing selectieprocedure.

Voorgeschiedenis De gemeenteraad keurde op 2 februari 2009 het arbeidsreglement-rechtspositieregeling goed. artikel 185

Het overeenstemmende diploma voor niveau B is: ofwel een bachelordiploma, ofwel een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus of daarmee gelijkgesteld onderwijs.

artikel 186 §1

De aanstellende overheid bepaalt bij de vacantverklaring van betrekkingen volgens welke procedure of procedures ze ingenomen worden.

artikel 187 tot en met 189

De algemene toelatingsvoorwaarden en de algemene aanwervingsvoorwaarden zijn vastgelegd.

artikel 191 §1

Aan elke aanwerving gaat een externe bekendmaking van de vacature en een oproep tot kandidaten vooraf.

47


De vacature wordt ten minste via één persorgaan of tijdschrift bekendgemaakt. De vacature wordt ook intern bekendgemaakt. artikel 191 §2

De aanstellende overheid kiest de wijze van externe bekendmaking.

artikel 200

De algemene regels voor de selectietechnieken voor een functie van niveau B zijn: - bevat ten minste twee selectietechnieken - kan een psychotechnische proef bevatten - bestaat uit selectietechnieken die de algemene inzetbaarheid van de kandidaten toetsen, aangevuld met een functiespecifieke selectietechniek.

artikel 202 §1

De aanstellende overheid bepaalt de selectiecriteria, de keuze van de selectietechniek(en) en het verloop van de selectie, met inbegrip van de timing, het minimale resultaat om als geslaagd beschouwd te worden bij de afsluiting van de selectieprocedure en, in voorkomend geval, het minimale resultaat om toegelaten te worden tot een volgende stap in de selectieprocedure. Als de selectie een psychotechnische proef bevat, bepaalt de aanstellende overheid het maximum aantal kandidaten dat mag deelnemen aan deze proef en, indien deze kandidaten niet geschikt bevonden worden, de verdere gefaseerde deelname aan de psychotechnische proef.

artikel 206 §1

De aanleg van een wervingsreserve voor twee jaar is mogelijk.

De gemeenteraad keurde op 23 maart 2015 een wijziging van de personeelsformatie en het organogram goed. Op de dienst werken in eigen beheer en onderhoudswerken werd een statutaire betrekking van technisch coördinator (B1-B3) opgenomen ter vervanging van de statutaire betrekking van controleur van werken (C4-C5). In tegenstelling tot de betrekking van controleur van werken wordt de betrekking van technisch coördinator niet geblokkeerd door de uitdovende statutaire betrekking van technisch hoofdmedewerker werken in eigen beheer en onderhoudswerken (C4-C5). De secretaris stelde op 3 juni 2015 de functiebeschrijving van technisch coördinator werken in eigen beheer en onderhoudswerken (B1-B3) (GZ-WEB-06) vast. Feiten en context De statutaire betrekking van technisch coördinator werken in eigen beheer en onderhoudswerken is vacant. Argumentatie Om de goede werking van de dienst werken in eigen beheer en onderhoudswerken op het technisch centrum te garanderen en om de werkdruk voor het diensthoofd openbare werken, die eveneens de hogere functie van diensthoofd technische dienst waarneemt, beduidend te verlichten, is het aangewezen om zo snel mogelijk een technisch coördinator aan te werven. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Technische dienst binnen organisatie ondersteuning actie Wedden en vergoedingen overige technische diensten (technisch centrum, gebouwen, transport, poetsdienst, administratie) actienummer 2015000015 omschrijving project Aanwerving van een technisch coördinator. raming kosten De tewerkstelling van een voltijdse technisch coördinator (B1-B3) is in het budget van 2015 voorzien voor 6 maanden. raming opbrengsten BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verklaart een voltijdse statutaire betrekking van technisch coördinator werken in eigen beheer en

Artikel 2

Artikel 3 022

onderhoudswerken (B1-B3) open bij aanwerving. Het college van burgemeester en schepenen legt voor deze functie een wervingsreserve aan van twee jaar. De kandidaturen met curriculum vitae en een kopie van het vereiste diploma moeten ten laatste op 3 augustus 2015 verstuurd worden aan gemeente Westerlo, t.a.v. college van burgemeester en schepenen, Boerenkrijglaan 61 2260 Westerlo. De vacature zal bekendgemaakt worden op de gemeentelijke website, in het gemeentelijk infoblad Westel Info, via de gemeentelijke sociale media en op de website van de VDAB, en mogelijk ook in De Zondag. De selectie voor deze betrekking zal bestaan uit een schriftelijke proef, een mondelinge proef en psychotechnische proeven. Op de schriftelijke en mondelinge proef staan telkens 50 punten. Om geslaagd te zijn voor de schriftelijke proef moeten de kandidaten 60% van de punten behalen. De kandidaten die geslaagd zijn voor de schriftelijke proef mogen deelnemen aan de mondelinge proef. Om geslaagd te zijn voor de mondelinge proef moeten de kandidaten 60% van de punten behalen. De 2 kandidaten met de hoogste score die geslaagd zijn voor de mondelinge proef mogen deelnemen aan de psychotechnische proeven. Na de psychotechnische proeven komen de geschikt bevonden kandidaten in aanmerking voor een benoeming op proef als technisch coördinator. Als er geen enkele kandidaat geschikt bevonden wordt na de psychotechnische proeven, mogen de 2 volgende kandidaten met de hoogste score die geslaagd waren voor de mondelinge proef deelnemen aan de psychotechnische proeven, enz. De selectie zal uitgevoerd worden in september 2015. Personeel. Wervingsreserve jobstudent-redders 2015.

Voorgeschiedenis - De gemeenteraad keurde op 28 april 2014 enkele wijzigingen aan de personeelsformatie en het organogram goed naar aanleiding van de opening van sportpark De Beeltjens in het najaar van 2014. - De secretaris stelde op 4 juni 2014 de functiebeschrijving van redder (D1-D3) (VT-SP-SC02) vast. - Het college van burgemeester en schepenen van 17 november 2014 besloot een selectieprocedure op te starten voor de aanleg van een wervingsreserve voor één jaar voor de betrekking van redder-jobstudenten. - Het college van burgemeester en schepenen van 29 december 2014 besloot 4 kandidaten toe te laten tot de selectieprocedure. - Het college van burgemeester en schepenen van 26 januari 2015 stelde 4 jobstudentredders aan van 7 februari 2015 tot en met 31 mei 2015. - Het college van burgemeester en schepenen van 23 maart 2015 stelde 4 jobstudentredders aan voor de paasvakantie 2015.

- Het college van burgemeester en schepenen van 11 mei 2015 stelde 2 jobstudent-redders aan voor de maand juni 2015. - De gemeenteraad keurde op 2 februari 2009 het arbeidsreglement-rechtspositieregeling goed. Feiten en context48 Argumentatie Voor de goede werking van sportpark "De Beeltjens", waartoe het nieuwe zwembad behoort, is het aangewezen om tijdens de weekends en in de verlofperiodes jobstudenten in te zetten als redder. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Sportdienst ondersteuning actie Wedden en vergoedingen sport actienummer 2015000030 omschrijving project Opname van Jonas Gielis en Laurien Vleeschouwers in de wervingsreserve jobstudent-redder raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen besluit om volgende personen op te nemen in de wervingsreserve voor jobstudent-redder: Jonas Gielis, 49 Laurien Vleeschouwers50 023

Basisonderwijs. Hilde De Vet. Volledige loopbaanonderbreking schooljaar 2015-2016.

Voorgeschiedenis51 Feiten en context52 Juridische grond Het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011 en de omzendbrief van 15 juni 2011 (PERS 2011/05) regelen de loopbaanonderbreking van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding. Argumentatie53 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Onderwijs ondersteuning

48

persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 50 persoonlijke gegevens verwijderd 51 persoonlijke gegevens verwijderd 52 persoonlijke gegevens verwijderd 53 persoonlijke gegevens verwijderd 49

actie actienummer omschrijving project raming kosten raming opbrengsten

Wedden en vergoedingen basisonderwijs 2015000032 Toekenning van volledige loopbaanonderbreking aan Hilde De Vet voor het schooljaar 2015-2016. / /

BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen staat, voor het schooljaar 2015-2016, volledige loopbaanonderbreking toe aan Hilde De Vet54, vastbenoemd onderwijzer met een 24/24e opdracht aan de gemeentelijke basisschool van Oevel, Gemeentestraat 9 - 2260 Westerlo. 024

Basisonderwijs. Hilde Kestens. Gedeeltelijke loopbaanonderbreking (vermindering met 1/5) vanaf 1 september 2015 tot pensioenleeftijd.

Voorgeschiedenis55 Feiten en context56 Juridische grond Het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011 en de omzendbrief van 15 juni 2011 (PERS 2011/05) regelen de loopbaanonderbreking van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding. Argumentatie57 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Onderwijs ondersteuning actie Wedden en vergoedingen basisonderwijs actienummer 2015000032 omschrijving project Toekenning van gedeeltelijke loopbaanonderbreking (vermindering met 1/5) aan Hilde Kestens vanaf 1 september 2015 tot pensioenleeftijd. raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen staat vanaf 1 september 2015 tot pensioenleeftijd gedeeltelijke loopbaanonderbreking (vermindering met 1/5) toe aan Hilde Kestens58 vastbenoemd kleuteronderwijzer met een 24/24e opdracht aan de gemeentelijke basisschool van Voortkapel, Stijn Streuvelsstraat 11 - 2260 Westerlo.

54

persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 56 persoonlijke gegevens verwijderd 57 persoonlijke gegevens verwijderd 58 persoonlijke gegevens verwijderd 55

Hilde Kestens zal wekelijks nog een 20/24e opdracht als kleuteronderwijzer uitoefenen.

Artikel 2

025

Basisonderwijs. Korte vervangingen mei 2015.

Juridische grond - De Vlaamse Overheid bepaalt in de brieven van 5 juni 2014 de regels voor aanwending van vervangingseenheden voor vervangingen van korte afwezigheden gedurende het schooljaar 2014-2015. - Het decreet van 27 maart 1991 regelt de rechtspositie van het personeel van het gesubsidieerd basisonderwijs en legt de regels vast voor tijdelijke aanstellingen. Voorgeschiedenis - De gemeenteraad keurde op 2 februari 2009 het pedagogisch project van de gemeentelijke basisscholen van Westerlo goed. - De gemeenteraad van 3 november 2014 keurde het project van korte afwezigheden in het basisonderwijs tijdens de schooljaren 2014-2015 tot en met 2019-2020 goed. - Het college van burgemeester en schepenen beslist over het tijdelijk aanstellen van onderwijzend personeel. Feiten en context59 Argumentatie Elke gemeentelijke basisschool van Westerlo heeft een contingent vervangingseenheden. De aanstelling van Steffi Dierckx in de gemeentelijke basisschool van Oevel, bedraagt 1429 vervangingseenheden. De gemeentelijke basisschool van Oevel beschikt over voldoende vervangingseenheden om deze vervanger aan te stellen. De aanstelling van Vera Van Dyck in de gemeentelijke basisschool van Heultje, bedraagt 2.143 vervangingseenheden. De gemeentelijke basisschool van Heultje beschikt over voldoende vervangingseenheden om deze vervanger aan te stellen. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Onderwijs ondersteuning actie Wedden en vergoedingen basisonderwijs actienummer 2015000032 omschrijving project Tijdelijke aanstelling van Steffi Dierckx en Vera Van Dyck tijdens de maand mei 2015 in het kader van korte vervangingen. raming kosten De bezoldiging is ten laste van het ministerie van onderwijs en vorming raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1

59 60

Het college van burgemeester en schepenen stelt Steffi Dierckx60 aan als tijdelijk kleuteronderwijzer met een 24/24e opdracht aan de gemeentelijke basisschool van Oevel, Gemeentestraat 9 - 2260 Westerlo, in vervanging61.


Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

026

Het college van burgemeester en schepenen stelt Vera Van Dyck62 aan als tijdelijk kleuteronderwijzer met een 24/24e opdracht aan de gemeentelijke basisschool van Heultje, Schoolstraat 1 - 2260 Westerlo, in vervanging op 5 mei 2015. Het college van burgemeester en schepenen stelt Vera Van Dyck, aan de gemeentelijke basisschool van Heultje, Schoolstraat 1 - 2260 Westerlo, in vervanging op 8 mei 201563. Steffi Dierckx en Vera Van Dyck vallen volledig onder de toepassing van het decreet rechtspositie van 27 maart 1991 en ontvangen hun wedde rechtstreeks van het ministerie van onderwijs en vorming. Zij onderschrijven het pedagogisch project van de basisscholen van Westerlo.

Basisonderwijs. Tewerkstelling PWA'ers schooljaar 2015-2016.

Voorgeschiedenis - De gemeentelijke basisschool van Heultje vraagt op 26 mei 2015 één PWA'er, voor 10 uur per week als hulp voor leerlingen met een probleem op gebied van motoriek, zelfredzaamheid en taal. - De gemeentelijke basisschool van Heultje vraagt op 26 mei 2015 één PWA'er om middagtoezicht in de lagere school te houden. - De gemeentelijke basisschool van Heultje vraagt op 26 mei 2015 één PWA'er om het middagtoezicht in de kleuterschool te houden. - De gemeentelijke basisschool van Oevel vraagt op 20 mei 2015 twee PWA'ers, vijf dagen per week in de voormiddag (2 uren) als hulp bij het aankleden, het toiletbezoek, het eten, eventuele schooluitstappen en als ondersteuning in de grote klassen. - De gemeentelijke basisschool van Oevel vraagt op 20 mei 2015 één PWA'er, vijf dagen per week in de voormiddag (3 uren), voor het begeleiden van anderstalige nieuwkomers en als taakleerkracht voor zwakkere leerlingen. - De gemeentelijke basisschool van Oevel vraagt op 20 mei 2015 vier PWA'ers om middagtoezicht te houden 4 dagen per week gedurende één uur. - De gemeentelijke basisschool van Voortkapel vraagt op 21 mei 2015 één PWA'er, 5 keer per week en voor 2 uur per dag als hulp voor leerlingen met problemen op gebied van motoriek, zelfredzaamheid, rekenen en taal op kleuter- en/of lagere schoolniveau. Afhankelijk van de behoefte zou de school deze uren ook graag flexibel aanwenden. - De gemeentelijke basisschool van Voortkapel vraagt op 21 mei 2015 twee PWA'ers, voor vier middagen per week (1 uur) om middagtoezicht te houden in de kleuterschool. Feiten en context De gemeentelijke basisscholen maken jaarlijks gebruik van PWA'ers om hun werking te ondersteunen voor: middagtoezicht probleemkinderen

61


anderstalige kinderen In totaal zijn er 5 refters waarvoor middagtoezichters nodig zijn nl: Heultje: 2 refters – 2 PWA’ers Voortkapel: 1 refter (kleuter) - 2 PWA'ers Oevel : 2 refters: 4 PWA'ers Elke school vraagt voor haar probleemkinderen ondersteuning: Heultje: 2 uren x 5 dagen = 10 uren Voortkapel: 2 uren x 5 dagen = 10 uren Oevel: 2 uren x 5 dagen = 10 uren De school van Oevel vraagt 3 uren per dag hulp voor anderstalige kinderen en zwakkere leerlingen: 3 uren x 5 dagen = 15 uren. Argumentatie In de drie basisscholen zijn er op de middag in 5 refters toezichters nodig die één uur moeten werken. Het aantal kinderen vereist dat het toezicht gebeurt door 2 of 3 personen. PWA'ers die middagtoezicht doen moeten op hetzelfde moment 's middags 1 uur beschikbaar zijn op 4 van de 5 schooldagen. De ondersteuning van probleemkinderen in de klas gebeurde op basis van 2 uren per dag in alle basisscholen gedurende de afgelopen schooljaren. Vermits het aantal gesubsidieerde uren kinderverzorger beperkt zijn per school is de hulp van een PWA'er zeker nodig. Het gaat om begeleiding van leerlingen met problemen op gebied van motoriek en zelfredzaamheid. In de kleuterschool gaat het om hulp bij aankleden en toiletbezoek van kinderen en eventueel de begeleiding bij schooluitstappen en als ondersteuning in de grote klassen. De begeleiding van de anderstalige nieuwkomers en de begeleiding van zwakkere leerlingen in de basisschool van Oevel kan gebeuren door een PWA'er die de afgelopen schooljaren dezelfde taak op zich nam. Het beperkt aantal uren prestaties per dag maakt dat hiervoor best PWA'ers worden ingeschakeld. Daarom is het voorstel om opnieuw zoals de voorgaande schooljaren PWA'ers aan te vragen voor het schooljaar 2015-2016 op basis van: - 1 uur per dag voor middagtoezicht - 2 uren per dag voor begeleiding van probleemkinderen voor de drie basisscholen - 3 uren per dag voor ondersteuning van anderstalige nieuwkomers voor de basisschool van Oevel Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Onderwijs ondersteuning actie PWA-uren actienummer 2015140183 omschrijving project PWA-uren schooljaar 2015-2016 raming kosten € 8.116 voor 2015 (1e trimester schooljaar 2015-2016) € 10.980 voor 2016 (2e en 3e trimester schooljaar 2015-2016) raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen besluit een aanvraag in te dienen voor het tewerkstellen van PWA'ers gedurende het schooljaar 2015-2016: - 9 PWA’ers 1 uur per dag, 4 dagen per week voor het helpen bij het middagtoezicht in de drie gemeentelijke basisscholen van Westerlo

- 3 PWA’ers 2 uur per dag, 5 dagen per week voor het helpen met probleemkinderen in de drie gemeentelijke basisscholen van Westerlo - 1 PWA’er, 3 uur per dag, 5 dagen per week voor taallessen en begeleiding van anderstalige leerlingen in de gemeentelijke basisschool van Oevel. 027

Ruimtelijke Ordening. Artikel 5.2.2.: perceel sectie C(Tlo) nr. 123N/deel en 123P/deel, gelegen Ilse Velden 17.

Voorgeschiedenis Op 27 mei 2015 heeft het college van burgemeester en schepenen een attest van verdeling ontvangen zoals voorzien in artikel 5.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het attest is ingediend door notaris Marc Verlinden, gevestigd Voorteinde 2 in 2260 Westerlo. Het attest heeft betrekking op percelen sectie C(Tlo) nr. 123K, 123N/deel en 123P/deel, gelegen Ilse Velden 17 in 2260 Westerlo. Feiten en context - De desbetreffende percelen zijn volgens het gewestplan Herentals-Mol, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 28 juli 1978, gelegen in een agrarisch gebied. - Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. De woning Ilse Velden nr. 17 betreft een zonevreemde woning, waar specifieke decretale verbouwen herbouwmogelijkheden voor gelden. - Er werd op 19 februari 1966 een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het oprichten van de woning Ilse Velden nr. 17, na het slopen van een krot. Er zijn verder geen stedenbouwkundige vergunningen verleend op de desbetreffende percelen. - Het voorliggende attest van verdeling voorziet dat een nieuwe kavel 1A gevormd wordt, omvattende de woning Ilse Velden nr. 17 met achterliggende grond. De zijdelingse perceelsgrenzen van de kavel 1A zijn loodrecht ingetekend op de rooilijn. De kavel 1A is 25m breed en 50m diep. De rechter perceelsgrens loopt op voorliggend verdelingsplan door de bestaande woning Ilse Velden nr. 17. Volgens bijkomende telefonische inlichtingen heeft de koper de intentie de woning te ver- of herbouwen, waarbij deze toestand zich zal regulariseren. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. (artikel 5.2.2.). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2015000193 omschrijving project Attest van verdeling raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen viseert het verdelingsplan ingediend

Artikel 2

028

door notaris Marc Verlinden, gevestigd Voorteinde 2 in 2260 Westerlo. Het attest heeft betrekking op percelen sectie C(Tlo) nr. 123N/deel en 123P/deel, gelegen Ilse Velden 17 in 2260 Westerlo. Het college van burgemeester en schepenen merkt op dat agrarische gebieden bestemd zijn voor landbouw in de ruime zin. Het college van burgemeester en schepenen wenst op te merken dat er geen enkel bouwwerk (vast noch verplaatsbaar) kan of mag worden opgericht of verbouwd zolang er geen voorafgaandelijke, schriftelijke en uitdrukkelijke stedenbouwkundige vergunning is voor afgegeven door het college van burgemeester en schepenen. Ruimtelijke Ordening. Bouwberoep. Kennisname beslissing: Zandberg 70/1 + 70/2 (2014/131) 64.

Voorgeschiedenis - De aanvrager65 heeft op 7 november 2014 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = twee halfopen eengezinswoningen, op het perceel sectie B nrs. 351V2 en 351X2 = kavels 1 + 2 uit verkaveling nr. 79B(1)/137/292, gelegen Zandberg 70/1 en 70/2 in 2260 Westerlo. - Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 19 januari 2015 de stedenbouwkundige vergunning geweigerd. - Er werd door de advocaat66 van de aanvrager67 beroep ingesteld tegen het weigeringsbesluit van het college van burgemeester en schepenen van 19 januari 2015. Feiten en context De deputatie heeft zich in zitting van 23 april 2015 uitgesproken over voormeld beroep. Het beroep wordt ingewilligd. Er wordt een vergunning verleend. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2015000193 omschrijving project Beslissing bouwberoep raming kosten Geen kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit van de deputatie van 23 april 2015 waarbij het beroep 68 tegen het weigeringsbesluit van het college van burgemeester en schepenen van 19 januari 2015 voor het bouwen van twee halfopen eengezinswoningen, op perceel sectie B nrs. 351v2 +

64


351x2, gelegen Zandberg 70/1 + 70/2 in 2260 Westerlo, wordt ingewilligd. Er wordt een vergunning verleend overeenkomstig de in fase van beroep bijgebrachte plannen. 029

Ruimtelijke Ordening. Bouwberoep. Uitnodiging hoorzitting: Gunther Beeltjensdreef 1 (2015/152) 69.

Voorgeschiedenis - De aanvrager70 heeft op 5 december 2014 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = eengezinswoning met inpandige garage, op het perceel sectie B nr. 789v3, gelegen Beeltjensdreef 1 in 2260 Westerlo. - Het college van burgemeester en schepenen heeft op 9 maart 2015 de stedenbouwkundige vergunning geweigerd. - Er werd door CDRO namens de aanvrager71 beroep ingesteld tegen het weigeringsbesluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 maart 2015. Feiten en context Het bouwberoep zal behandeld worden op 16 juni 2015 om 14.30u. Het gemeentebestuur wordt uitgenodigd op deze hoorzitting. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2015000193 omschrijving project Hoorzitting bouwberoep raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Schepen Iris De Wever zal de gemeente vertegenwoordigen tijdens de hoorzitting, die zal doorgaan op 16 juni 2015 om 14.30u. 030

Ruimtelijke Ordening. Bouwberoep: Boerenkrijglaan (2014/148) 72.

Voorgeschiedenis - De aanvrager73 heeft op 27 november 2014 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = meergezinswoning met 21 woongelegenheden en kantoor na het slopen van de bestaande bebouwing, op de percelen sectie B, nrs. 295M3, 295N3, 295C4, 295G4, 295H4, 295M4 en 295Z2 gelegen de Merodedreef Boerenkrijglaan in 2260 Westerlo.

69


- Het college van burgemeester en schepenen heeft op 3 april 2015 de stedenbouwkundige vergunning geweigerd. - Er werd door CDRO namens de aanvrager74 beroep ingesteld tegen het weigeringsbesluit van het college van burgemeester en schepenen van 3 april 2015. Feiten en context - De Dienst Stedenbouwkundige Beroepen van het provinciebestuur Antwerpen heeft aan het college van burgemeester en schepenen gevraagd om een standpunt met betrekking tot het beroep over te maken. - Het standpunt van het college van burgemeester en schepenen met betrekking tot het beroep is het volgende: Feiten en context - Op 10 april 2014 en 6 juni 2014 hebben twee voorbesprekingen over het voorontwerp plaatsgevonden. Tijdens deze voorbesprekingen werd er telkens voorbehoud gemaakt over de vierde bouwlaag aangezien vier woonlagen enkel gerealiseerd werden in het project van de Delhaize aan de Grote Markt - E.J. Van Gansenstraat. Er werd afgesproken om het voorontwerp voor te leggen aan het college van burgemeester en schepenen en de gecoro. De aanvrager heeft de stedenbouwkundige aanvraag ingediend zonder het advies van het college van burgemeester en schepenen en de gecoro af te wachten. - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 24 december 2014. - Het perceel van de aanvraag is gelegen in woongebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - Het perceel van de aanvraag is niet gelegen binnen de contouren van een bijzonder plan van aanleg, noch binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan of een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling. - De aanvraag is gelegen op de hoek van de Merodedreef en Boerenkrijglaan, beide voldoende uitgeruste wegen die voorzien zijn van een asfaltverharding. Voor de Merodedreef is een gewestelijk rooilijnplan van toepassing. - Het perceel van de aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgevoelig gebied. Openbaar onderzoek Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 9 februari 2015 t.e.m. 10 maart 2015. Er werden 2 bezwaarschriften ingediend. De bezwaarschriften handelen over de volgende aspecten: 1. In de nabijheid staan appartementsgebouwen met 2 volledige bouwlagen en een hellend dak met een kroonlijsthoogte tot 7m. De bezwaarindiener is van mening dat het voorziene gabarit van 4 bouwlagen en een plat dak met kroonlijsthoogte van 14m (4 woonlagen) niet in het straatbeeld past. De voorziene 4 woonlagen horen meer thuis in de kernbebouwing midden in het centrum van de gemeente. 2. Visueel neemt het gebouw met zijn 4 bouwlagen de openheid van het kruispunt volledig weg. Er is geen enkele relatie met de gebouwen in de omgeving. Dit 14m

74


hoge gebouw staat in schril contrast met de landelijke uitstraling die de gemeente met zijn prachtig (beschermd) gemeentehuis en domein aan de omgeving kan tonen. 3. De bouwprofielen van de aanpalende woningen nemen de vorm aan van 1, 2 bouwlagen en een schuin dak. Deze architectuur versterkt ook de stijl van deze straten, namelijk individuele woningen met een eigen karakter. De inrichting van deze straten met aan weerszijden bomenrijen versterkt ook het groene karakter van de gemeente. Met dit groot huizenblok verdwijnt de ziel van de straat volledig en ligt de weg open naar meer van dit soort gebouwen (precedentwaarde). 4. De bouwdiepte op het gelijkvloers langs de Boerenkrijglaan bedraagt 19,95m i.p.v. de gebruikelijke 17m. 5. Appartementen 1.6, 1.7, 2.6 en 2.7 zijn volledig op de tuinen van de buren langsheen de Boerenkrijglaan georiënteerd en liggen volledig aan de noordzijde. Bijgevolg hebben deze appartementen nooit rechtstreeks zonlicht wat afbreuk doet aan de woonkwaliteit van deze appartementen. De terrassen hebben rechtstreeks uitzicht op de tuinen van de woningen langs de Boerenkrijglaan, en dit op een (bouw)hoogte die in een landelijke gemeente abnormaal is. Bijgevolg verdwijnt de privacy van de buren volledig. De waarde van de aanpalende woning verminderd daar er geen privacy meer aanwezig is en door de hinder van aan- en afrijdende wagens. 6. De aanpalende woning langs de Boerenkrijglaan komt bijna volledig in de schaduw te liggen waardoor de woonkwaliteit zeer sterk achteruit gaat. Door dit enorm hoge woonblok verdwijnt het dorpsgevoel volledig. 7. Volgens de gemeentelijke richtlijnen moeten de appartementen een minimum oppervlakte hebben van 100m² + terras. Per appartement moet er ook 1,5 parkeerplaats voorzien worden (= 32 parkeerplaatsen of garages zonder parkeerplaatsen voor de burelen). De bezwaarindiener stelt zich de vraag of deze richtlijnen worden toegepast? 8. Er worden vragen gesteld bij de verkeersveiligheid. De toegang tot de meergezinswoning en kantoorruimte is gesitueerd langsheen de Boerenkrijglaan nabij de voorsorteerstroken en de verkeerslichten van een zeer druk kruispunt, een knooppunt voor schoolgaande jeugd. Het verkeer van de bewoners en bezoekers van de 21 appartementen en kantoorruimte dreigt dit kruispunt te blokkeren. De rust voor de bewoners in deze rustige woonstraat, en zeker voor de aanpalende bewoners, zal sterk verstoord worden. 9. De urbanisatie in de kern van het dorp (binnen de ring) of de urbanisatie van het dorp aan de andere kant van de ring (De Merodedreef) moet anders bekeken worden. Met zulk een gebouw (volume, hoogte, gabarit, aantal appartementen) doet men afbreuk aan de goede ruimtelijke ordening van het gebied en brengt men de woon- en leefkwaliteit van de omgeving in gevaar, ook met het oog op toekomstige realisaties. 10. Het voorziene gebouw schaadt de ruimtelijke draagkracht van het bewuste perceel en de omgeving van en rond het kruispunt aan het kasteel en de mobiliteit daarrond. Ook tast het de woonkwaliteit van de omwonenden en het toekomstig uitzicht van de straat aan. 11. Bij hevige regenval kan vastgesteld worden dat het betreffende perceel nu al heel drassig is. De bezwaarindieners vrezen dat ze door de bouw van dit enorme gebouw met een vochtprobleem zullen opgescheept zitten. 12. Bij graafwerken wordt er gevreesd voor de stabiliteit van woning van de bezwaarindieners die dateert uit 1950. De bezwaarindieners eisen dat bij de start van de werken een deurwaarder de staat van het huis komt nakijken, zodat er geen discussies mogelijk zijn mochten er scheuren of dergelijke ontstaan.

13. De bezwaarindieners stellen vast dat er veel leegstaande appartementen in Westerlo aanwezig zijn en stellen zich de vraag of het zinvol is om het zoveelste complex neer te zetten. De bezwaren worden behandeld als volgt: 1. Langsheen de Merodedreef bedraagt de totale gevellengte 43,50m, langsheen de Boerenkrijglaan 28,09m. De voorliggende aanvraag voorziet in 3 volwaardige bouwlagen en een vierde teruggetrokken t.o.v. de voorzijde (kroonlijsthoogte 10,39m). Op de hoek van de Merodedreef en de Boerenkrijglaan worden 4 volwaardige bouwlagen voorzien met een kroonlijsthoogte van 13,95m, en dit over een gevelbreedte van 13,41m langsheen de Merodedreef en 10,85m langsheen de Boerenkrijglaan. Zoals de bezwaarindiener stelt, bestaat het gabarit van de bebouwing langsheen de Merodedreef hoofdzakelijk uit twee bouwlagen en een hellend dak met een maximale kroonlijsthoogte van 7m (maximum 3 woonlagen al dan niet in duplexvorm onder een hellend dak). Het gabarit in de onmiddellijke omgeving langsheen de Boerenkrijglaan neemt zelfs de vorm aan van 1 bouwlaag en een hellend dak. Aan de overzijde van de Merodedreef is op de hoek een horecazaak met bovenliggende appartementen gelegen met een gabarit bestaande uit 2 bouwlagen en een hellend dak. Dit gebouw is uitgewerkt met meerdere trapgevels zodat dit de indruk geeft van 3 volwaardige bouwlagen. De maximale hoogte van de trapgevels van dit gebouw bedraagt hier 9-10m en dit over gevelbreedtes van +/12m en 14m langsheen de Merodedreef respectievelijk Boerenkrijglaan. Het gabarit van 4 bouwlagen met vierde teruggetrokken bouwlaag (kroonlijsthoogte van 10,39m) en op de hoek 4 volwaardige bouwlagen (kroonlijsthoogte van +/-14m) past niet in het straatbeeld dat gedomineerd wordt door een gabarit van 2 bouwlagen en een hellend dak (kroonlijsthoogte van 7m). Het voorziene gabarit vormt een sterk contrast met het gabarit van de aanpalende eerder kleinschalige woningen (bestaande uit 1 tot 2 bouwlagen en een hellend dak). Het argument wordt weerhouden. 2. Conform de voorgevelbouwlijn bepaald in het geldende gewestelijk rooilijnplan wordt het gebouw ingeplant op 8m uit de rooilijn t.o.v. de Merodedreef. Ten opzichte van de Boerenkrijglaan wordt het gebouw ingeplant op 18,78m uit de as van de weg overeenkomstig de bestaande bebouwing in de Boerenkrijglaan. Er kan dan ook gesteld worden dat door de voorziene inplanting van het gebouw de openheid van het kruispunt niet verdwijnt. Wat betreft de inpassing van het gabarit in het straatbeeld wordt verwezen naar de behandeling van het vorige bezwaarschrift. Het bezwaarschrift wordt deels weerhouden. 3. Zowel langsheen de Merodedreef als de Boerenkrijglaan zijn meergezinswoningen aanwezig. De typologie van een meergezinswoning is hier aldus ruimtelijk aanvaardbaar. Wat betreft de inpassing van het gabarit in het straatbeeld wordt verwezen naar de behandeling van het vorige bezwaarschrift. Het dreefkarakter van de Boerenkrijglaan is hier plaatselijk ter hoogte van het kruispunt in mindere mate aanwezig door de hoge graad van verharding. De aanwezige bomen op het openbaar domein blijven behouden. Door de voorliggende aanvraag krijgt de hoek bovendien een groener uitzicht door de groenaanplanting in de voortuinstrook. Het bezwaarschrift wordt deels weerhouden. 4. Een bouwdiepte van 17m is gebruikelijk. In functie van handel/horeca/diensten kan op het gelijkvloers een bouwdiepte tot 20m toegelaten worden. In dit geval wordt de bouwdiepte van 19,85m langsheen de Boerenkrijglaan enkel op het gelijkvloers bereikt, en dit in functie van de overdekte inrit naar de ondergrondse parking. Op de eerste en tweede verdieping bedraagt de bouwdiepte 15,33m (inclusief inpandige terrassen) wat aanvaard kan worden. Het bezwaar wordt niet weerhouden.

5. Zoals de bezwaarindiener stelt, zijn de vier opgesomde appartementen volledig naar het noorden gericht. Hetzelfde geldt voor de gelijkvloerse appartementen 0.2 en 0.3. De gelijkvloerse appartementen hebben een tuinzone van 8,09m, de appartementen op de verdieping een uitkragend terras van 10m². Het betreft één-slaapkamerappartementen met een bruto-oppervlakte van 57 tot 59m². De woonkwalititeit van deze woongelegenheden kan dan ook in vraag gesteld worden. De uitkragende terrassen op de eerste en tweede verdieping kijken als gevolg van de hoekconfiguratie rechtstreeks in de tuinen van de aanpalende woningen langsheen de Boerenkrijglaan. Vooral bij de appartementen 1.6 en 2.6 zal dit het geval zijn. Gelet op de afstand van +/-20m t.o.v. de zijdelingse perceelsgrens en gelet op de hoekconfiguratie van het gebouw zal de inkijk eerder beperkt zijn. De waardevermindering is geen stedenbouwkundig argument. Het bezwaar wordt deels weerhouden. 6. Als gevolg van 4 volwaardige bouwlagen aan de achterzijde (kroonlijsthoogte van 1314m) en afstand van 7,49m tot de zijdelingse perceelsgrens zal er door het bouwblok langsheen de Boerenkrijglaan een vermindering van de lichtinval voor de aanpalende woning optreden. De voorgevelbouwlijn van het nieuwe bouwblok ligt +/-4m achter de voorgevelbouwlijn van de naastgelegen woning langsheen de Boerenkrijglaan. De beperking van de lichtinval door het bouwblok langsheen de Merodedreef zal gelet op een afstand van +/-20m t.o.v. de zijdelingse perceelsgrens eerder beperkt zijn. De waardevermindering is geen stedenbouwkundig argument. Het bezwaar wordt deels weerhouden. 7. Om een mix van appartementen te bekomen wordt in Westerlo voor meergezinswoningen een gemiddelde (i.p.v. minimale) bruto-oppervlakte van 100m² nagestreefd. De 21 appartementen hebben een bruto-oppervlakte die varieert tussen de 57 en 136m². Op deze manier bedraagt de gemiddelde bruto-oppervlakte 90,33m² wat sterk onder de nagestreefde gemiddelde bruto-oppervlakte ligt. In functie van de mix aan appartementen wordt voor meergezinswoningen in Westerlo ook een parkeernorm van 1,5 parkeerplaats per woonentiteit vooropgesteld. Het project voorziet 10 ondergrondse staanplaatsen en 30 bovengrondse parkeerplaatsen. Op deze manier wordt het parkeren voor zowel de woonentiteiten als de kantoorruimte op het eigen terrein opgelost. Het bezwaar wordt deels weerhouden. 8. Het project ligt in het centrum van Westerlo, op het kruispunt van twee belangrijke doorgangswegen (de Merodedreef: gewestweg, de Boerenkrijglaan: verbindingsweg tussen Westerlo en Tongerlo/Voortkapel. Om conflictsituaties op de Merodedreef te vermijden wordt er conform het voorafgaand advies van het Agentschap voor Wegen en Verkeer de in- en uitrit langsheen de Boerenkrijglaan voorzien, en dit zo ver mogelijk (+/-35m) van het kruispunt. De voormalige handelszaak was over nagenoeg de ganse perceelsbreedte langs zowel de Merodedreef en Boerenkrijglaan toegankelijk. Bovendien adviseerde het Agentschap voor Wegen en Verkeer op 20 maart 2015 (met kenmerk 114/B/BAV/2015/461) de voorliggende aanvraag gunstig. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 9. Langsheen de Merodedreef en de Boerenkrijglaan zijn meergezinswoningen aanwezig, en dit zowel binnen als buiten de ring. De typologie van een meergezinswoning op deze locatie is aldus ruimtelijk aanvaardbaar. Wat betreft het gabarit wordt verwezen naar de behandeling van de bezwaarschriften 1, 2 , 5, 6 en 7. Het bezwaar wordt deels weerhouden. 10. Zie behandeling bezwaarschriften 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8. Het bezwaar wordt deels weerhouden. 11. De voorliggende stedenbouwkundige aanvraag dient in overeenstemming te zijn met de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Op 9 maart

2015 bracht de Dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies uit m.b.t. het effect op de waterhuishouding. De in dit advies gestelde voorwaarden dienen nageleefd te worden. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 12. Dit bezwaar is niet stedenbouwkundig van aard, maar burgerrechtelijk. Het bezwaar wordt niet weerhouden. Adviezen - In vergadering van 12 november 2014 gaf de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) een ongunstig advies voor het voorontwerp van de meergezinswoning op de hoek De Merodedreef - Boerenkrijglaan. Volgens de GECORO diende het ontwerp herwerkt te worden conform de volgende randvoorwaarden: 1. Naar inpasbaarheid in het straatbeeld en privacy toe dient het gabarit beperkt te worden tot 2 bouwlagen en een derde teruggetrokken bouwlaag. Op de hoek kan als accent wel een volwaardige derde bouwlaag toegelaten worden. 2. De bruto-oppervlakte van de appartementen moet gemiddeld 100m² bedragen. 3. De benodigde hoeveelheid verharding moet aangepast worden aan de hand van het nieuw aantal woonentiteiten. - In het advies van 10 februari 2015 (kenmerk WT 2015 G 0150) stelt de Vlaamse Milieumaatschappij - Afdeling Operationeel Waterbeheer niet bevoegd te zijn om advies te geven over dit dossier. - Op 20 februari 2015 adviseerde Eandis (kenmerk 44271487) dat er op deze locatie geen behoefte is aan een lokaal voor de oprichting van een middenspanningscabine. Wij kunnen de bijkomende wooneenheden aansluiten mits de uitbreiding van het laagspanningsnet als de vermogens beperkt blijven tot 9,2 kVA per aansluiting en 22.2 kVA voor de algemene delen. Tevens is er gasnet aanwezig voor residentieel gebruik. - Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft volgens het advies van 24 februari 2015 (kenmerk 4.002/13049/99.84) geen bezwaar tegen het project, onverminderd de vondstmelding conform het decreet archeologie. - Op 16 februari 2015 bracht het Agentschap voor Wegen en Verkeer een ongunstig advies uit (kenmerk 114/B/BAV/2015/461). Op basis van de geformuleerde opmerkingen (ondergrondse constructie en verharding in de achteruitbouwstrook) werd het aanvraagdossier aangevuld en het grondplan van de kelderverdieping en gelijkvloers beperkt aangepast. De aanvullingen en aangepaste plannen hebben aanleiding gegeven tot het gunstig advies van 20 maart 2015. - In het voorwaardelijk gunstig advies van 9 maart 2015 stelt de Dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen dat rekening dient gehouden te worden met de voorwaarden en maatregelen opgelegd in punt 4 van het advies, in het bijzonder met de daar vermelde aandachtspunten, aanbevelingen en voorwaarden: 1. de infiltratievoorziening moet boven het grondwaterpeil geplaatst worden 2. de terrassen/verhardingen mogen niet afwateren naar de hemelwaterput tenzij maatregelen getroffen worden om vervuiling van hemelwater in de put te voorkomen. - Het Centrum voor Toegankelijkheid adviseerde op 20 maart 2015 de voorliggende aanvraag voorwaardelijk gunstig. In het advies worden verschillende normen en richtlijnen opgesomd waarbij rekening dient gehouden te worden bij de uitvoering. - De brandweer zone Kempen heeft op 25 maart 2015 een ongunstig advies uitgebracht met betrekking tot de brandveiligheid. Er wordt de aandacht gevestigd op de volgende punten: 2.2., 5.2., 5.3. en 6.4. Deze opmerkingen hebben betrekking op de compartimentering en op de verplichting tot de plaatsing van zelfsluitende deuren,

evenals op de verluchtingsopeningen in de ondergrondse parkeergarage en de droge sprinklerinstallatie. Argumentatie - De voorliggende aanvraag betreft de bouw van een woonblok met 21 wooneenheden en gelijkvloerse kantoorruimte, na sloop van twee vrijstaande gebouwen (kantoorgebouw en handelsruimte) met bijgebouwen. - Het terrein is gesitueerd in het centrum van Westerlo op de hoek van de Merodedreef (gewestweg) en de Boerenkrijglaan (gemeenteweg). - Het voorziene gabarit bestaat uit 4 bouwlagen waarvan de vierde bouwlaag grotendeels teruggetrokken is t.o.v. de vooren zijgevel. Op de hoek van de Merodedreef en de Boerenkrijglaan bestaat het gebouw uit 4 volwaardige bouwlagen. Aan de achterzijde bestaat het gebouw uit 4 volwaardige bouwlagen. Het gebouw wordt afgewerkt met een plat dak. Langsheen de Merodedreef bedraagt de totale gevellengte 43,50m, langsheen de Boerenkrijglaan 28,09m. De kroonlijsthoogte van de linker- en rechtervleugel van het woonblok bedraagt 10,39m. Op de hoek van de Merodedreef en de Boerenkrijglaan is de kroonlijsthoogte 13,95m (4 volwaardige bouwlagen), en dit over een gevelbreedte van 13,41m langsheen de Merodedreef en 10,85m langsheen de Boerenkrijglaan. - Conform de voorgevelbouwlijn bepaald in het geldende gewestelijk rooilijnplan wordt het gebouw ingeplant op 8m uit de rooilijn t.o.v. de Merodedreef. Ter hoogte van de Boerenkrijglaan wordt het gebouw op 9,68m van de rooilijn ingeplant, iets verder dan de linkse bebouwing, om het kruispunt meer ruimte te geven. De voorliggende ruimte wordt als een groenzone aangelegd, enkel de nodige inritten en toegangspaden worden verhard aangelegd. Het bouwvolume wordt op 5,06m geplaatst van de rechter perceelsgrens (langs de Merodedreef) en op 7,49m van de linker perceelsgrens (langs de Boerenkrijglaan). Op het gelijkvloers langs de Boerenkrijglaan wordt een bouwdiepte van 19,85m langsheen bereikt, en dit in functie van de overdekte inrit naar de ondergrondse parking. Op de eerste en tweede verdieping bedraagt de bouwdiepte 15,33m (inclusief inpandige terrassen). De bouwdiepte ten opzichte van de Merodedreef bedraagt 15m, aan de achterzijde worden uitkragende terrassen met een diepte van 2m voorzien. - Het project is volledig onderkelderd met een ondergrondse parkeergarage met 10 staanplaatsen, fietsenstalling en bergkelders voor de wooneenheden. Ter hoogte van de achterliggende ingesloten tuinpercelen met 295C4 en 295M4 wordt een parking voorzien met 30 staanplaatsen voor de appartementen, kantoor en bezoekers. Er worden 3 parkeerplaatsen voorzien voor gehandicapten. Tegen de linker perceelsgrens langsheen de Boerenkrijglaan wordt de in- en uitrit (tweerichtingsverkeer) naar de achterliggende parkeerplaatsen en naar de ondergrondse parkeerkelder voorzien. Deze toegangsweg is 6,49m breed en wordt door een groenbuffer van 1m gescheiden van de linker perceelsgrens. - In totaal bevat het project 9 appartementen met 1 slaapkamer en 12 appartementen met 2 slaapkamers. Op het gelijkvloers wordt een kantoorruimte van 372m² en 4 appartementen voorzien. De eerste en tweede verdieping bevatten telkens 7 appartementen, de derde verdieping 3 appartementen. Alle appartementen beschikken over een terras of tuin (op het gelijkvloers). De appartementen zijn allen bereikbaar via de lift. De 21 appartementen hebben een bruto-oppervlakte die varieert tussen de 57 en 136m². Op deze manier bedraagt de gemiddelde bruto-oppervlakte 90,33m² wat sterk onder de nagestreefde gemiddelde bruto-oppervlakte van 100m² ligt. Zes één-slaapkamerappartementen hebben een brutooppervlakte van 57 tot 59m² en zijn volledig noordgericht. De gelijkvloerse appartementen hebben een tuinzone van 8,09m, de appartementen op de verdieping een uitkragend terras van 10m². Gelet op de beperkte oppervlakte en de noordoriëntatie wordt de woonkwalititeit van deze woongelegenheden ernstig in vraag gesteld.

- De percelen waarop de aanvraag betrekking heeft, hebben een totale kadastrale oppervlakte van 3910m². Op deze manier wordt een bouwdichtheid van 53,7 woning/ha bereikt. - Het voorliggende bouwproject heeft een omvangrijke bebouwde en verharde oppervlakte maar ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. - De aanvrager voorziet in een hemelwaterput van 30.000 liter, terwijl een hemelwaterput van 10.000 liter verplicht is. Herbruik van het hemelwater zal gebeuren via de toiletten van de kantoorruimte en de toiletten, wasmachine en buitenkraan van de 4 gelijkvloerse appartementen. De aanvrager plaatst een infiltratievoorziening met een buffervolume van 30.075 liter met een oppervlakte van 48m². Bij de berekening van de infiltratievoorziening werd echter de helft van het groendak niet in rekening gebracht (= 138,5m²). Ter compensatie van de grotere inhoud van de hemelwaterput van 20.000 liter brengt de aanvrager een dakoppervlakte van 563m² in mindering, terwijl dit slechts 400m² mag zijn (= 20.000 / 50 liter per vierkante meter horizontale dakoppervlakte). Om in overeenstemming te zijn met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater dient de aanvrager een infiltratievoorziening van 36.113 liter (i.p.v. de voorziene 30.075 liter) met een minimale oppervlakte van 57,8m² (i.p.v. de voorziene 48m²) te plaatsen. - De voorliggende aanvraag bevat een MER-screeningsnota. Rekening houdend met de kenmerken van het project, de omgeving en de analyse in deze nota blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. Als gevolg van de grote bouwhoogte wordt de lichtinval en de privacy van de omwonenden beperkt. - De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De voorliggende aanvraag is gelegen in een woongebied in het centrum van Westerlo. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door zowel een- als meergezinswoningen, in gekoppelde en gesloten bebouwing, alsook handels- en kantoorfuncties. De aanvraag wordt in overeenstemming geacht met de bestemmingsvoorschriften van het vastgestelde gewestplan. De aanvraag wordt functioneel inpasbaar geacht. o Mobiliteitsimpact Het project ligt in het centrum van Westerlo, op het kruispunt van twee belangrijke doorgangswegen (de Merodedreef: gewestweg N19, de Boerenkrijglaan: gemeentelijke verbindingsweg tussen Westerlo en Tongerlo/Voortkapel. Zowel de Merodedreef als de Boerenkrijglaan zijn uitgerust met een voet- en fietspad aan beide zijden van de weg. Op minder dan 200 meter bevinden zich zowel op de Boerenkrijglaan als op de Merodedreef bushaltes van vervoermaatschappij De Lijn. Om conflictsituaties op de Merodedreef te vermijden wordt er conform het voorafgaand advies van het Agentschap voor Wegen en Verkeer de in- en uitrit langsheen de Boerenkrijglaan voorzien, en dit zo ver mogelijk (+/-35m) van het kruispunt. Op deze manier ontstaat er geen stilstaand verkeer op de doorgangsweg N19, en kan het verkeer langs de Merodedreef vlot verlopen. De voormalige handelszaak was over nagenoeg de ganse perceelsbreedte langs zowel de Merodedreef en Boerenkrijglaan toegankelijk. De opritten en parking aan het kruispunt worden verwijderd en aangeplant met groen. De nieuwe inrit naar de achterliggende parkeerplaats heeft een breedte van 6,50m zodat tweerichtingsverkeer op eigen terrein mogelijk is. De in - uitrit van de ondergrondse parking bevindt zich op

eigen terrein en heeft dus geen directe invloed op de verkeersstroom. Bovendien adviseerde het Agentschap voor Wegen en Verkeer op 20 maart 2015 (met kenmerk 114/B/BAV/2015/461) de voorliggende aanvraag gunstig. De voorliggende aanvraag voorziet in 21 appartementen en een kantoorruimte van 372m². Het bijkomend aantal vervoersbewegingen situeert zich voor woningen doorgaans in de ochtend- en avondspits in de week en verspreid over de dag in het weekend. Voor kantoorfuncties situeert het bijkomend aantal vervoersbewegingen doorheen de dag. Het ontwerp voorziet in 10 ondergrondse autostaanplaatsen en 30 bovengrondse parkeerplaatsen voor de appartementen en kantoorfunctie. Dit komt overeen met 1,5 parkeerplaats per woonentiteit en 8 parkeerplaatsen voor de kantoorfunctie. Gezien er op het terrein zelf voorzien wordt in de nodige parkeerplaatsen, kan gesteld worden dat de verkeersdruk naar de omgeving toe tot een aanvaardbaar niveau wordt herleid. o Schaal Het voorliggende ontwerp voorziet in 4 bouwlagen met een plat dak. De vierde bouwlaag neemt grotendeels de vorm aan van een teruggetrokken bouwlaag ten opzichte van de vooren zijgevels. Op de hoek van de Merodedreef en de Boerenkrijglaan bestaat het gebouw uit 4 volwaardige bouwlagen. Aan de achterzijde bestaat het gebouw uit 4 volwaardige bouwlagen. Het gebouw wordt afgewerkt met een plat dak. Langsheen de Merodedreef bedraagt de totale gevellengte 43,50m, langsheen de Boerenkrijglaan 28,09m. De kroonlijsthoogte van de linker- en rechtervleugel van het woonblok bedraagt 10,39m. Op de hoek van de Merodedreef en de Boerenkrijglaan is de kroonlijsthoogte 13,95m (4 volwaardige bouwlagen), en dit over een gevelbreedte van 13,41m langsheen de Merodedreef en 10,85m langsheen de Boerenkrijglaan. Op deze manier ontstaat een grootschalig bouwblok (zowel in de breedte en hoogte) dat geen aansluiting vindt bij de bestaande gebouwen in de omgeving. Langsheen De Merodedreef bestaan alle private bouwvolumes uit 2 bouwlagen en een hellend dak, met een kroonlijsthoogte tot 7m. De meergezinswoningen hebben onder het dak vaak nog wel een derde woonlaag (dakappartement). Echter, in de (onmiddellijke) omgeving langsheen de Merodedreef en de Boerenkrijglaan zijn nergens bouwvolumes aanwezig bestaande uit drie of vier volwaardige bouwlagen (in dit geval ook 4 woonlagen) en een hellend dak. Het gebouw aan de overzijde met de trapgevels heeft een totale bouwhoogte van 9 à 10m. De verschillende trapgevels over een gevelbreedte van 12-14m resulteren in een zekere kleinschaligheid die sterk contrasteert met een bouwblok van 4 bouwlagen (deels teruggetrokken) over een gevellengte van 43,50m langsheen de Merodedreef en 28,09m langs de Boerenkrijglaan. Bijgevolg past het voorgestelde gabarit niet in het straatbeeld van de Merodedreef en de Boerenkrijglaan. De terreinprofielen 1-1' en 2-2' op het bouwplan 1/2 tonen dit duidelijk aan. Een gabarit bestaande uit 2 bouwlagen en een derde teruggetrokken bouwlaag is in het straatbeeld wel ruimtelijk aanvaardbaar. Op de hoek kan als accent wel een volwaardige derde bouwlaag toegelaten worden. Er kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte en gabarit betreft storend is in de ruimtelijke context. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid Omwille van de hoekconfiguratie worden de betrokken percelen in sterke mate bebouwd en verhard. De voortuinstrook wordt als een groenzone aangelegd, enkel de nodige inritten en toegangspaden worden verhard aangelegd. De gelijkvloerse appartementen beschikken over tuinzones van +/-8m diep. Buiten de bouwstroken en de nodige verhardingen om toegang te nemen tot de gebouwen zal het perceel een groen karakter behouden. Langs de perceelsgrenzen wordt een groene afscheiding aangeplant. o Visueel-vormelijke elementen

De gevels worden opgetrokken in een rood-bruine gevelsteen. De ramen en deuren worden voorzien in zwart aluminium. De dorpels worden voorzien in arduin. De voorziene materialen en kleuren zijn reeds aanwezig langs de Merodedreef en Boerenkrijglaan. Echter, door het voorgestelde gabarit van 4 bouwlagen met een plat dak, waarbij de vierde bouwlaag grotendeels teruggetrokken is ten opzichte van de vooren zijgevels, integreert het gebouw zich niet in de omgeving die gekenmerkt wordt door bebouwing bestaande uit twee bouwlagen en een hellend dak. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen de contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een beschermd monument, wel nabij het beschermde dorpsgezicht 'gemeentehuis en omgeving' (goedgekeurd d.d. 25 juli 1984), dat zich uitstrekt aan de overzijde van de Boerenkrijglaan. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. o Hinderaspecten De combinatie van 4 volwaardige bouwlagen aan de achterzijde (kroonlijsthoogte van 13m), de hoekconfiguratie en de aanwezigheid van leefruimtes aan de achterzijde met bijhorende (uitkragende) terrassen op de verdiepingen geven aanleiding tot een rechtstreekse inkijk in de tuinen van de aanpalende woningen langsheen de Merodedreef en Boerenkrijglaan. Door de grote bouwhoogte van het bouwblok, de afstand van 7,49m tot de zijdelingse perceelsgrens langsheen de Boerenkrijglaan zal er een vermindering van de lichtinval voor de aanpalende woningen in de Boerenkrijglaan ten noorden van het bouwblok optreden. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. Daar het bouwvolume zuidgericht is georiënteerd zal door de bouwhoogte en de beperkte afstand tot de zijdelingse perceelsgrens de lichtinval voor de aanpalende woning langs de Boerenkrijglaan optreden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen Zes één-slaapkamerappartementen hebben een bruto-oppervlakte van 57 tot 59m² en zijn volledig noordgericht. De gelijkvloerse appartementen hebben een tuinzone van 8,09m, de appartementen op de verdieping een uitkragend terras van 10m². Gelet op de beperkte oppervlakte en de noordoriëntatie beschikken deze woonentiteiten over onvoldoende woonkwaliteit. Twee van de vier gelijkvloerse appartementen beschikken enkel over een private voortuin langsheen de Merodedreef. Ook de woonkwaliteit van deze woonentiteiten kan in vraag gesteld worden. De voorliggende aanvraag geeft aanleiding tot een onaanvaardbare rechtstreekse inkijk naar de achterliggende en zijdelingse buren. Ook kan de grote bouwhoogte resulteren in een sterke beperking van de lichtinval voor de achterliggende buren. Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen (gewestelijke verordening hemelwater e.a.), alsook niet met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar Ongunstig. Motivatie standpunt college

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ongunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar van 24 maart 2015 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 betreffende gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen (artikel 3§3.3° en 4°). - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen) tot aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 24 maart 2015. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2015000193 omschrijving project Stedenbouwkundige vergunning raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het standpunt van het college van burgemeester en schepenen ten aanzien van voorliggend beroep is ongunstig. Het college van burgemeester en schepenen bevestigt zijn besluit van 3 april 2015. Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen wenst naast bovenstaande argumentatie nog volgende aanvullingen toe te voegen als antwoord op het beroepschrift: - de drie voorbeelden van gebouwen met vier woonlagen - De aangehaalde voorbeelden zijn geen gebouwen met vier woonlagen maar wel drie woonlagen waarvan de derde woonlaag is voorzien als duplex (met slaapkamers boven deze woonlaag). De kroonlijsthoogte is dan ook 6 à 7m hoog in plaats van 13m. Bovendien is de visuele impact van een kroonlijsthoogte van respectievelijk ca. 10,40m tot 13m (op de hoek van het gebouw) veel groter dan

-

031

een gebouw met een kroonlijsthoogte van 6 à 7m dat afgewerkt wordt met een zadeldak. Het ontwerp van de meergezinswoning wordt dan ook als een (te) grootschalig en stedelijk gebouw ervaren. De beroeper is van mening dat er op deze hoek een markant gebouw kan toegelaten worden maar dat deze beoordeling afhangt van de gemeente Westerlo aangezien dit afhankelijk is van hoe belangrijk men deze hoek vindt en hoe men hier bijgevolg mee wil omgaan. De gemeente Westerlo is een landelijke gemeente en wenst het landelijk karakter van de gemeente dan ook te benadrukken. Dit heeft tot gevolg dat grootschalige meergezinswoningen niet wenselijk zijn aangezien deze zowel op het vlak van schaal als profiel te prominent aanwezig zijn in de omgeving. In een landelijke gemeente zijn drie woonlagen het maximum aantal woonlagen dat aanvaardbaar is. Dit standpunt wordt ook bijgetreden door de deputatie zoals blijkt uit een vorige beroepsprocedure tegen een weigering van de stedenbouwkundige vergunning waarin vier woonlagen werden voorzien. In deze beslissing werd eveneens duidelijk vermeld dat in landelijke gebieden, zelfs in de kern, een bebouwing met 3 bouwlagen en zadeldak, heel snel heel stedelijk overkomen wat niet wenselijk is.

Ruimtelijke Ordening. Nutsvoorzieningen. Private verkaveling: Molenerf. (338TLO) (Telenet).

Voorgeschiedenis Op 29 mei 2015 heeft het college van burgemeester en schepenen een voorstel van kostenraming ontvangen, opgemaakt door Telenet op 28 mei 2015 met ref. 1101148, voor de aansluiting van het ICS-net in de private verkaveling van X75. Feiten en context De kostenraming heeft betrekking op het perceel kadastraal gekend onder sectie E(TLO) nr. 316C2, 316D2, 322C/deel, gelegen Molenerf in 2260 Westerlo. De kosten voor de aanleg van de nutsvoorzieningen worden geraamd op 2.410,59 EUR en vallen volledig ten laste van de verkavelaar. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2015000193 omschrijving project Nutsvoorzieningen kostenraming raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1

75

Het college van burgemeester en schepenen stemt in met de kostenraming, geraamd op 2.410,59 EUR, voor de aanleg van de nutsvoorzieningen, betreffende het perceel sectie E(TLO) nr. 316C2, 316D2, 322C/deel, gelegen Molenerf in 2260 Westerlo.


032

Ruimtelijke Ordening. Nutsvoorzieningen. Private verkaveling: Zwarte Braak. (88TLO122/1) (Telenet).

Voorgeschiedenis Op 27 mei 2015 heeft het college van burgemeester en schepenen een voorstel van kostenraming ontvangen, opgemaakt door Telenet op 26 mei 2015 met ref. 1101097, voor de aansluiting van het ICS-net in de private verkaveling van X76. Feiten en context De kostenraming heeft betrekking op het perceel kadastraal gekend onder sectie B(TLO) nr. 61X2, gelegen Zwarte Braak in 2260 Westerlo. De kosten voor de aanleg van de nutsvoorzieningen worden geraamd op 443,00 EUR en vallen volledig ten laste van de verkavelaar. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2015000193 omschrijving project Nutsvoorzieningen kostenraming raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1

033

Het college van burgemeester en schepenen stemt in met de kostenraming, geraamd op 443,00 EUR, voor de aanleg van de nutsvoorzieningen, betreffende het perceel sectie B(TLO) nr. 61X2, gelegen Zwarte Braak in 2260 Westerlo.

Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Kloosterstraat 92 (2015/029) 77.

Inleiding Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en de goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis

76 77


- De aanvrager78 heeft op 4 maart 2015 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het verbouwen van een eengezinswoning, op het perceel sectie A nr. 377R en 377T, gelegen Kloosterstraat 92 in 2260 Westerlo. - De oorspronkelijke woning dateert volgens de kadastrale gegevens van 1961, dus van vóór de stedenbouwwet, en wordt bijgevolg beschouwd als zijnde vergund. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 1 juni 2015 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 12 maart 2015. - De aanvraag is gelegen in agrarisch gebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens paraagrarische bedrijven. - De aanvraag maakt geen deel uit van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling noch van het gebied van een bijzonder plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. - De aanvraag is gelegen langsheen de gemeenteweg Kloosterstraat, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een klinkerverharding. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 23 april 2015 en tot en met 22 mei 2015 omwille van het verbouwen van een zonevreemde woning. Er werden geen opmerkingen noch bezwaren ontvangen. Adviezen Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het verbouwen van een zonevreemde eengezinswoning. - De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voorziet onder hoofdstuk IV – afdeling 2 in een aantal basisrechten ten aanzien van bestaande zonevreemde woningen, namelijk: I. Het verbouwen, op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal II. Het herbouwen op dezelfde plaats, op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal en het maximale volume van de herbouwde woning beperkt blijft tot 1.000 m³. Herbouw op dezelfde plaats houdt in dat de nieuwe woning ten minste drie kwart van de bestaande woonoppervlakte overlapt. III. Het herbouwen op een gewijzigde plaats, op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal en de woning getroffen is door een rooilijn, of zich bevindt in een achteruitbouwzone, of de verplaatsing volgt uit redenen van goede ruimtelijke ordening. De herbouwde woning krijgt dezelfde voorbouwlijn als de dichtstbijzijnde constructie, of de nieuwe toestand levert een betere plaatselijke aanleg op, en zich richt op de omgevende bebouwing of plaatselijk courante inplantingswijzen. Het maximale volume van de herbouwde woning dient beperkt te blijven tot 1.000m³.

78


-

-

-

-

-

IV. Het uitbreiden, op voorwaarde dat het bouwvolume beperkt blijft tot ten hoogste 1.000m³ en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal. De zonevreemde constructies dienen hoofdzakelijk vergund te zijn en mogen niet verkrot zijn. De voorliggende aanvraag betreft het verbouwen, zoals voorzien onder subsectie 1. Het betreft een kleine uitbreiding van de eengezinswoning. De bestaande woning is niet verkrot en dateert volgens de kadastrale gegevens van 1961. De oorspronkelijke woning wordt bijgevolg beschouwd als zijnde vergund. Het volume van de bestaande woning bedraagt 986,35m³. Het volume van de verbouwde woning overschrijdt minimaal de 1.000m³ met 0,29m³, dit ten gevolge van de vereiste extra isolatie die dient geplaatst te worden rondom het oude washuis in functie van de EPB-regelgeving. Het bekleden van de gevels in functie van de EPB-regelgeving wordt niet beschouwd als zijnde een volume-uitbreiding, waardoor het eigenlijke volume van de zonevreemde woning kleiner blijft dan het maximum toegelaten volume van 1.000m³ en kan dan ook worden aanvaard. De bestaande woning is bestemd voor het huisvesten van één gezin, dit zal eveneens zo zijn voor de verbouwde woning, het aantal woongelegenheden blijft behouden. De bestaande woning is een klassieke woning, welke bestaat uit een hoofdvolume dat wordt afgedekt met een hellend dak waarvan de nok haaks staat op de voorgevel, op een hoogte van 8,84m. Het dak heeft een helling van 35°. De kroonlijst is gelegen op 5,88m. Het hoofdvolume is 7,89m breed en 8,74m diep. Het bijvolume rechts van het hoofdvolume is afgewerkt met een plat dak en heeft een bouwhoogte van 3,21m. Het hoofdvolume is op de gelijkvloerse verdieping ingedeeld in een inkomhal met trap naar de verdieping, een woonkamer, een zitkamer en een keuken. Het bijvolume rechts voorziet in een badkamer en een washok, achteraan het hoofdvolume bevindt zich een klein inkomhalletje, een toilet en een afdak. Op de verdieping voorziet het bestaande hoofdvolume in 4 slaapkamers. Ter hoogte van de zitkamer en hoofdinkom bevindt zich een kelderruimte. De woning is maximaal 12,24m breed en 11,57m diep. De linker voorhoek van het hoofdvolume werd ingeplant op 13,43m uit de rooilijn. Het bijvolume rechts wordt vooraan uitgebreid met een ruime inkomhal en een toiletruimte, dit tot een diepte van 8,58m. Verder wordt het bijvolume heringericht naar wasplaats/technische ruimte en koude berging met douche. De vroegere toiletruimte op het gelijkvloers wordt heringericht naar berging. De muur tussen de zitkamer en de vroegere inkomruimte wordt weggebroken, zodat de zitkamer ruimer wordt. Op de verdieping wordt de slaapkamer rechts achteraan heringericht als badkamer. Rondom het washuis wordt een nieuwe gevelschil geplaatst. In de achtergevel en linkergevel worden raamopeningen vergroot. Het opslaghok opgetrokken uit hout met een grondoppervlakte van 3m x 5m en een hoogte van 2m wordt afgebroken. Rechts van het perceel wordt een oprit voorzien in betonstraatstenen die toegang verschaft tot het achterliggende bestaande gebouw. Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. De bouwheer, die landbouwactiviteiten uitvoert in bijberoep, voorziet in een hemelwaterput met een inhoud van 5.000 liter. Verder wordt er voorzien in een bufferbekken met een inhoud van 5.500 liter. De bouwheer kiest om deze 5.500 liter tijdelijk op te slaan in een buffervat en deze te gebruiken voor het besproeien van de omliggende 80 are landbouwgrond. Op deze manier wordt het opgevangen water op termijn op de omliggende gronden besproeid en geïnfiltreerd. Verder wordt dit gebufferd water gebruikt voor het proper maken van tractors en andere machines. Door de grote waterbehoefte in functie van de landbouwactiviteiten zal het bufferbekken op regelmatige basis geledigd worden en zelden of niet overlopen. Deze werkwijze kan aanvaard worden.

-

De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze moet aangevuld worden met een merscreeningsnota. De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De voorliggende aanvraag voorziet in het verbouwen van een zonevreemde eengezinswoning in toepassing van artikel 4.4.12 van de VCRO. Het maximum volume van 1.000m³ wordt minimaal overschreden in functie van de EPB-wetgeving, er wordt namelijk een nieuwe gevelschil met extra isolatie rond het washuis geplaatst, wat dan ook kan aanvaard worden. De aanvraag wordt functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht. o Mobiliteitsimpact De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit. o Schaal Het gabariet van de woning blijft ongewijzigd. Het hoofdvolume van de woning bestaat uit twee bouwlagen en een hellend dak, met een bijvolume van een bouwlaag afgedekt met een plat dak. De omgeving bestaat uit eengezinswoningen bestaande uit een- en twee bouwlagen, afgewerkt met (flauw) hellende daken. Bijgevolg kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte betreft en gabariet niet storend is in de ruimtelijke context. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid De verhouding bebouwde zone en open ruimte is in evenwicht en niet storend naar de onmiddellijke omgeving toe. De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende groot. Buiten de bebouwing en de verharding blijft het perceel ingericht als tuin. o Visueel-vormelijke elementen Bij de verbouwing werd zowel voor wat betreft vorm, materiaal- als kleurgebruik gekozen voor elementen die nauw aansluiten bij de bestaande toestand om een evenwichtig geheel te bekomen. De nieuwe gevelsteen wordt voorzien in een grijze tint, wat aansluit bij de bestaande grijs-rode gevelsteen. Het hellend dak werd afgewerkt met zwarte leien. Het plat dak wordt afgewerkt met roofing en voorzien van een aluminium dakrand. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in wit aluminium voor het hoofdvolume en grijs aluminium voor het washuis. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. o Hinderaspecten Eventuele hinderaspecten ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden.

o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming kan gebracht worden met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig, mits de voorwaarden opgenomen in onderstaand besluit. Motivatie standpunt college Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 1 juni 2015 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van de nieuwe gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5 juli 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging en latere wijzigingen. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 1 juni 2015. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2015000193 omschrijving project Stedenbouwkundige vergunning raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning 79 voor het verbouwen van een eengezinswoning, op het perceel sectie A nr. 377R en 377T, gelegen Kloosterstraat 92 in 2260 Westerlo.

79


Artikel 2

034

De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) de werken uitvoeren zoals voorzien op de bouwplannen van 27 februari 2015 - nieuwe toestand. 2) het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende de nieuwe gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. 3) voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening. 4) het niet-bebouwd en niet-verhard gedeelte dient een groen karakter te behouden. 5) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan (indien van toepassing). Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige Aanvraag. Weigering: De Lokery nv: Nijverheidsstraat 24 (2015/023).

Inleiding Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De Lokery nv, Oude-Bruglaan 53 in 9160 Lokeren, heeft op 17 februari 2015 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = slachthuis en waterzuivering met biofilters, verharding parking en aanhorigheden + het vellen van bomen, op het perceel sectie A (Oevel) nr. 424R2, gelegen Nijverheidsstraat 24 in 2260 Westerlo. - Op de betreffende percelen werden in het verleden reeds verschillende stedenbouwkundige vergunningen verleend door het college van burgemeester en schepenen in functie van de aanwezige bedrijvigheid. - Op 22 september 2014 en 29 december 2014 bracht het college van burgemeester en schepenen telkens een ongunstig advies uit in het kader van de aanvraagprocedure van een milieuvergunning klasse 1 voor de exploitatie van een nieuw slachthuis door nv De Lokery. - De bestendige deputatie van de provincie Antwerpen verleende op 22 januari 2015 een milieuvergunning aan de NV De Lokery voor de exploitatie van een nieuw slachthuis met een slachtcapaciteit van 40 000 varkens per week, in Westerlo, Nijverheidsstraat 24 naast de bestaande uitsnijderij van Bens. - Op 16 februari 2015 besliste het college van burgemeester en schepenen tot het instellen van een beroep tegen het besluit van de bestendige deputatie van 22 januari 2015 waarbij een milieuvergunning werd verleend voor de exploitatie van een nieuw slachthuis aan de nv De Lokery, gelegen Nijverheidsstraat 24 in Westerlo. Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 26 februari 2015.

- De aanvraag is gelegen in industriegebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. - Het perceel van de aanvraag is gelegen binnen de contouren van het bijzonder plan van aanleg (BPA) 'Moleneinde-Kapel-Houdt' (goedgekeurd d.d. 10 maart 1995). - De aanvraag is gelegen langs de Nijverheidsstraat, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een betonverharding. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Adviezen - Fluxys Belgium verstrekte op 17 maart 2015 een gunstig advies (kenmerk: TPW-OL2015555398). Het gebouw aan de noordzijde van de Nijverheidsstraat wordt opgetrokken op meer dan 100 meter van onze installaties. Wij merken op dat de aanpassingen aan gracht, in- en uitrit (voor gebouwen van BENS nv) wel op kortere afstand van onze installaties zullen plaatsvinden. Het slachthuis en de waterzuivering bevinden zich op ruim voldoende afstand. Er komt wel een nieuwe hydrant aan de wegenis en een nieuwe inrit/parking. Voor de werken nabij de Nijverheidsstraat dienen wij tijdig gecontacteerd te worden. - Op 23 maart 2015 bracht Petrochemical Pipeline Services BV een gunstig advies (kenmerk: U201502220) uit m.b.t. de voorliggende aanvraag. Indien U vanwege civieltechnische redenen de voorbehouden leidingzone moet kruisen of werkzaamheden in de voorbehouden zone moet verrichten, verzoeken wij U tijdig contact op te nemen met onze Tracé-controller via [email protected]. - Op 27 maart 2015 bracht Eandis het volgende aansluitadvies uit (kenmerk: 44305404): o Door de omvang van het project is het voor ons heden onmogelijk een gedetailleerde studie te maken. Er zijn geen vermogens van elektriciteit en/of aardgas gekend. Deze gegevens zijn noodzakelijk om tot een realistische studie te komen. o Graag hadden wij met de bouwheer en mogelijk andere betrokkenen (andere nutsmaatschappijen) rond de tafel gezeten om alle waarden concreet in te vullen. - De brandweer zone Kempen heeft op 4 april 2015 een gunstig advies (kenmerk: 2015281-002_02) uitgebracht voor de brandveiligheid. In dit advies worden tekortkomingen of bemerkingen vermeld die gemaakt worden op basis van brandvoorkomingsmaatregelen die voorgeschreven zijn in van toepassing zijnde wetten en verordeningen en waarvan naleving derhalve noodzakelijk is. - Op 7 april 2015 heeft de Vlaamse Milieumaatschappij - Afdeling Operationeel Waterbeheer de voorliggende aanvraag gunstig geadviseerd (met kenmerk: WT 2014 G 0886_2) en gesteld dat de aanvraag in overeenstemming is met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid met betrekking tot het aspect grondwater. Bijkomende aandachtspunten in het kader van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid: o We adviseren om een regelmatig te onderhouden KWS-afscheider met sedimentvang en coalescentiefilter te installeren, welke moet voldoen aan EN

-

-

-

-

858 en DIN1999, teneinde de infiltratiecapaciteit van de bekkens en de kwaliteit van het grondwater te beschermen. o Voor bronbemalingen moet voldaan worden aan de sectorale voorschriften voor subrubriek 53.2 van de indelingslijst van Vlarem I (art. 5.53.6.1.1 van Vlarem II); o De lozing van het bemalingswater dient te gebeuren overeenkomstig art. 6.2.2.1.2 §5 van Vlarem II. De provinciale Dienst Integraal Waterbeleid heeft op 7 april 2015 een voorwaardelijk gunstig advies (met kenmerk DWAD-2015-0348) uitgebracht, mits rekening gehouden wordt met de voorwaarden en maatregelen opgelegd in punt 4 van het advies, met de daar vermelde aandachtspunten, aanbevelingen en voorwaarden: o De verhardingen mogen niet afwateren naar de hemelwaterput tenzij maatregelen getroffen worden om vervuiling van hemelwater in de put te voorkomen. o De infiltratievoorziening moet boven de gemiddelde voorjaarswaterstand gebouwd worden. o Het afstromend hemel- en effluentwater moet geïnfiltreerd en gebufferd worden met een buffervolume van minstens 330m³/ha. Dit volume moet geledigd worden met een maximaal debiet van 10 l/(s.ha). o Voor de infiltratieen/of buffervoorziening en de lozing dient het hemelwater voorgezuiverd te worden. Op 13 april 2015 bracht nv De Scheepvaart het volgende gunstig advies uit (kenmerk: DBH-GBH-0021824): Uit de toepassing van het uitvoeringsbesluit betreffende de hemelwatertoets van 14 oktober 2011 blijkt dat de schadelijke effecten van het project op het watersysteem kunnen geremedieerd worden mits het effluent van de waterzuivering niet wordt geloosd in het Albertkanaal of in de langsgracht van het kanaal. Onder deze voorwaarden wordt aan dit project dan ook een gunstig wateradvies toegekend. Louter op basis van de stedenbouwkundige aspecten bracht de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening op 13 mei 2015 een gunstig advies uit over de stedenbouwkundige aanvraag van De Lokery nv. De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 19 mei 2015 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 26 februari 2015. - De aanvraag is gelegen in industriegebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. - Het perceel van de aanvraag is gelegen binnen de contouren van het bijzonder plan van aanleg (BPA) 'Moleneinde-Kapel-Houdt' (goedgekeurd d.d. 10 maart 1995). - De aanvraag is gelegen langs de Nijverheidsstraat, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een betonverharding. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek

Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 9 maart 2015 t.e.m. 7 april 2015. Er werden 16 bezwaarschriften ingediend, waarvan 4 identieke bezwaarschriften. Een van deze bezwaarschriften is vergezeld van een petitielijst met 4.307 handtekeningen waaronder een aantal gehandtekende bladen die meermaals terugkomen (kopieën). De bezwaarschriften handelen over de volgende aspecten: 1. Stedenbouwkundige aanvraag/MER-rapport 1.a. De informatie in het aanvraagdossier is ambigu en onvolledig. De interne contradicties in de aanvraag maken een juiste beoordeling ervan onmogelijk. 1.b. De Lokery dient beschouwd te worden als 'één milieutechnische eenheid' met de vleesuitsnijderij van Bens gelegen op hetzelfde perceel zodat de effecten op mens en milieu (emissies, geur en mobiliteit) voor de hele inrichting worden onderzocht 1.c. Er diende een volledig project-MER te worden opgemaakt voor deze bedrijfseenheid 1.d. Zoals reeds eerder aangetoond, is het MER gebouwd op foutieve informatie en een zeer onzorgvuldige wetenschappelijke argumentatie, én maakt het geen gebruik van de recente AGIV- gegevens. Het kan dus niet gebruikt worden om een bouwvergunning te rechtvaardigen. 2. Hinder voor het voorliggende bedrijf 2.a. onredelijk veel hinder voor personeel door de inplanting pal achter het bestaande bedrijf met conciërgewoning - niet beoordeeld in het MER - meer bepaald geurhinder, visuele en geluidshinder) wordt er geen buffering voorzien 2.b. commerciële en economische schade: 2.b.1. slachthuis bedreigt de uitstraling van het bedrijf 2.b.2. de waarde van het vastgoed zal dalen 3. Discipline lucht: Geurhinder voor de omgeving 3.a. de voorziene biowassers zijn tijdens de aanvraagprocedure voor de milieuvergunning vervangen door verticale biofilters; deze biofilters zijn niet in het MER onderzocht; 3.b. de biofilters bieden geen garantie voor een toekomstige doeltreffende luchtzuivering; de verticale biofilters hebben blijkbaar ook belangrijke nadelen inzake opvolging en onderhoud; de keuze voor het plaatsen van verticale biofilters komt voort uit het plaatsgebrek op de gekozen locatie; het terrein is te klein om een slachthuis met de beoogde capaciteit goed te kunnen uitbaten; bij problemen met de installatie kunnen die ook niet opgevangen worden gezien de ruimtelijke beperkingen van het terrein 4. Discipline water: afvalwater en regenwater 4.a. Er is voor het voorziene slachthuis geen afvoerkanaal voor afvalwater aanwezig op de gekozen locatie volgens de gegevens van de provinciale overheid en het AGIV (niet geschikte, niet-geklasseerde grachten). 4.b. De deputatie heeft niet nagegaan of de voorziene waterzuiveringsinstallatie voldoende capaciteit heeft om de grote hoeveelheid afvalwater te zuiveren; het is dus niet zeker of de lozingsparameters kunnen gehaald worden; er is ook niet nagegaan of het voorgestelde afvalwaterrecyclageniveau van 58% kan worden gehaald; daardoor kan het dagelijkse lozingsdebiet hoger uitvallen dan wat wordt vermeld in de aanvraag; 4.c. Er is een verhoogd risico voor de volksgezondheid indien er een probleem zou opduiken met de voorziene waterzuiveringsinstallatie van het slachthuis; afvalwater van slachthuizen is immers ernstig verontreinigd met ziektekiemen zoals E. coli, salmonella, cryptosporidium, listeria, campylobacter en de antibioticaresistente MRSA-bacterie; door de inplanting van dit bedrijf en de beschreven lozingen in de Zandvoortloop of in het nog kleinere grachtenstelsel, zullen een groot gedeelte van de gemeente Westerlo en heel wat bewoners worden geïmpacteerd omdat de desbetreffende effluenten in de Wimp zullen belanden. 4.d. ook in de aanpak van de hemelwaterproblematiek is onvoldoende rekening gehouden met de lokale situatie en de combinatie met de uitbreiding van de uitsnijderij Bens en met de erosiegevoeligheid van het gebied; de lozing van de voorziene grote hoeveelheid

afvalwater (320m³/dag) in de grachten die eventueel nog aansluiten op de Zandvoortloop zal zorgen voor wateroverlast in de lager gelegen overstromingsgevoelige gebieden tussen Tolhuis en Moestoemaat en aan de zuidkant van Voorteinde langs de Wimp. 5. Geluidshinder voor de omgeving 5.a. de stellingname dat door de aanwezige geluidshinder (door snelweg E313) de extra geluidshinder geproduceerd door deze inplanting als te verwaarlozen is, is onjuist aangezien een groot gedeelte van de transporten tijdens de nacht en 's morgens vroeg zullen gebeuren, en er dan minder verkeer en geluidsproductie op de autosnelweg is 5.b. daarnaast zorgen de koel- en waterzuiveringsinstallaties voor bijkomende geluidshinder welke ook 's nachts en in het weekend operationeel zullen blijven 6. Mobiliteitshinder voor de omgeving 6.a. door het bijkomende (zwaar) verkeer zullen er onveilige situaties voor het (fiets)verkeer in de Nijverheidsstraat ontstaan 6.b. een bijzonder aandachtspunt is de toenemende filedruk zowel op de Nijverheidsstraat, de dorpskom van Oevel en de aanpalende straten 6.c. hinder door het gebruik van sluipwegen door vrachtwagens bij files, wegenwerken, ongeval, drukte bij de fly-over 6.d. Er is geen rekening gehouden met de combinatie van de nieuwbouw slachterij en de uitbreiding van uitsnijderij Bens met o.a. een retailafdeling voor varkensproducten 6.e. er zijn veel varkenshouderijen in Arendonk en omgeving gevestigd. Als deze bedrijven voor de aanvoer van varkens massaal gebruik gaan maken van de Noord-Zuid verbinding (N19) zal deze pas vernieuwde verbinding binnen de kortste keren weer oververzadigd zijn 7. Ruimtelijke inplanting 7.a. Hoewel het bedrijf fysisch in een industriezone ingeplant wordt, dient de overheid ervan uit te gaan dat de effecten van het bedrijf zich niets aantrekken van administratief getrokken grenzen. De aard van het bedrijf met zijn geur- en waterproblematiek maakt een ligging ver van woongebied noodzakelijk. 7.b. De vestiging van een dergelijk bedrijf in de onmiddellijke nabijheid van basisscholen én een kinderdagverblijf én een geconcentreerd woongebied is het totaal miskennen van de gezondheid, sociaal weefsel, veiligheid, gezelligheid en knusheid die een dorpskom dient uit te stralen. 7.c. Het cumulatief effect van de te verwachten geurhinder in de omgeving wordt onderschat. De burenhinder zal allicht groter zijn dan het MER aangeeft; de voorgestelde technologie voldoet niet voor een grootschalig slachthuis op minder dan 300 meter van een woonkern. 7.d. Het essentiële probleem met het aangevraagde inplantingspunt is dus de gekozen locatie en het ruimtegebrek: de geplande slachtcapaciteit overstijgt de ruimtelijke mogelijkheden, zowel qua waterzuivering als qua luchtzuivering en dat in de onmiddellijke nabijheid van een woonkern. Het terrein is te klein om extra maatregelen te treffen indien er problemen optreden met de voorgestelde installatie. 7.e. Volgens de gegevens van de provinciale overheid en het AGIV is er op de gekozen locatie geen ontsluiting meer aanwezig voor het afvalwater en er is geen aanvaardbare ontsluiting beschikbaar voor de afvoer van de voorziene hoeveelheden afvalwater. De combinatie met de onzekerheid over het hergebruik van afvalwater en de capaciteit van de waterzuivering als geheel maakt de gekozen locatie ongeschikt voor de inplanting van een slachthuis. 7.f. er is geen rekening gehouden met de bedrijven en het winkelcentrum aan de overkant van het kanaal (de zone die in de dominante windrichting ligt); deze belanghebbenden werden niet geïnformeerd

7.g. Vanuit pedagogisch-educatief standpunt maakt de voorgestelde inplanting nabij scholen de problematiek van duurzaamheid (minder vleesverbruik en het zoveel mogelijk vermijden van dierenleed) alleen maar ongeloofwaardiger. 7.h. Vanuit ethisch standpunt is het onbegrijpelijk dat het bedrijf met zijn onreine kant vlak bij het gemeentelijk kerkhof wordt ingeplant (geurhinder, aanvoer van schreeuwende varkens); het bedrijf past niet in het bestaande ruimtegebruik. 8. Allerlei 8.a. dierenwelzijn/vleesconsumptie: 8.a.1. dierenwelzijn: de varkens worden op een wrede manier van het leven beroofd, na bedwelming die stuiptrekkingen en hevige irritaties van de luchtwegen veroorzaken 8.a.2. vlees is niet duurzaam, de ecologische voetafdruk van varkensvlees is 5x hoger dan van plantaardige eiwitten 8.a.3. vleesconsumptie is niet nodig om gezond te zijn en moet stoppen om iedereen op de wereld van voedsel te kunnen voorzien 8.b. Gezondheid: 8.b.1. verontreiniging met ziektekiemen (40% van de Belgische varkens zou besmet zijn met de ziekenhuisbacterie MRSA) via het water ingeval van slechte werking of calamiteit met de waterzuiveringsinstallatie die het welzijn en de gezondheid van de mens in gevaar zal brengen. 8.b.2. veeteelt en slachthuizen veroorzaken zoönotische ziekten die een brede bevolking kunnen besmetten (dodelijke griepvirussen,...) 8.b.3. gezondheidsrisico's als gevolg van de consumptie van rood vlees 8.c. Ongedierte: de voorziene beperkte oppervlakte sluit een goede afhandeling van alle milieu beperkende activiteiten uit wat in verband wordt gebracht met een sterke toename van ongedierte 8.d. Economisch: de minst interessante ('vuile') jobs zullen niet door de lokale bevolking maar door buitenlandse werknemers opgenomen worden, bijgevolg wordt niet gemikt op het stimuleren van de lokale tewerkstelling en economie 8.e. Twijfel aan het bedrijf op vlak van 'goede bedrijfsvoering': De Lokery, die een aandeel heeft in de bouw van deze slachterij, heeft een zeer slechte reputatie wegens het meermaals negeren van de milieuwetgeving en het niet in acht nemen van de klachten van de omwonende bevolking. 8.f. Ontbreken van een maatschappelijk draagvlak: De inplanting van een slachthuis met de voorziene grote capaciteit zal met zekerheid ernstige burenhinder opleveren op veel vlakken. Dat maakt dat er geen draagvlak is voor de inplanting van dit bedrijf in de onmiddellijke nabijheid van de centrale woonzone van Oevel. Het afleveren van een bouwvergunning zal de buurt opzadelen met een jaren aanslepend conflict waarin de lokale bevolking de gevolgen van een foute keuze Iijdzaam zal moeten ondergaan. De bezwaren worden als volgt behandeld: 1. Stedenbouwkundige aanvraag/MER-rapport: 1.a. Het aanvraagdossier werd volledig en ontvankelijk bevonden. Bij de beoordeling van de voorliggende stedenbouwkundige aanvraag vormt het milieuaspect niet het enige onderdeel voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening. Op 22 mei 2014 werd door de dienst MER het milieueffectrapport goedgekeurd. Of de aanvraag voldoet aan de geldende milieunormen, alsook de correctheid van de gegevens in het MERrapport (waarden/normen/parameters), maakt onderdeel uit van de beoordeling van de milieuvergunning. Op 16 februari 2015 besliste het college van burgemeester en schepenen tot het instellen van een beroep tegen het besluit van de bestendige deputatie van 22 januari 2015 waarbij een milieuvergunning werd verleend voor de exploitatie van een nieuw slachthuis aan de nv De Lokery, gelegen Nijverheidsstraat 24

in Westerlo. De beroepsprocedure tegen deze aanvraag voor een milieuvergunning is nog lopende bij de bevoegde Vlaamse minister. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 1.b. Zie behandeling bezwaarschrift 1.a. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 1.c. Zie behandeling bezwaarschrift 1.a. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 1.d. Zie behandeling bezwaarschrift 1.a. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 2. Hinder voor het voorliggende bedrijf 2.a. De voorliggende aanvraag is zone-eigen gelegen binnen de bestemming ‘gebied voor industrie’, tussen het Albertkanaal en de E313. Gelet op een duurzaam ruimtegebruik en de specifieke bestemming voor industriële bedrijvigheid (eigen aan een bedrijventerrein) kan tussen bedrijven in een industriegebied een kleine buffering aanvaard worden. Bovendien wordt in de voorliggende aanvraag t.o.v. het voorliggende bedrijf een bufferstrook van 6,29m breed aangelegd met hierin een groenzone van 3m breed bestaande uit hoogstammig groen en met onderbegroeiing (in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften uit het BPA 'Moleneinde-Kapel-Houdt'). Op deze manier wordt de buffering naar het voorliggende bedrijf als voldoende geacht. Het maximaal voorkomen van geurhinder wordt gedetailleerd onderzocht in het kader van de milieuvergunningsaanvraag. Het bezwaar wordt niet weerhouden 2.b. Dit is geen ruimtelijk en stedenbouwkundig argument. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 3. Discipline lucht: Geurhinder voor de omgeving 3.a. Deze vaststelling wordt bijgetreden. In welke mate de wijziging van filtertype tijdens de procedure van de milieuvergunnng als een procedurefout dient te worden beschouwd, maakt onderdeel uit van de beroepsprocedure van de milieuvergunning en niet van de stedenbouwkundige vergunning. De voorliggende stedenbouwkundige aanvraag omvat het bouwen van 12 verticale biofilters. In het kader van de milieuvergunningsaanvraag heeft de bestendige deputatie als voorwaarde het bouwen van minstens 4 verticale biofilters opgelegd. In het kader van de beroepsprocedure tegen de milieuvergunning stelt de gemeente Westerlo zich ernstige vragen hieromtrent. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 3.b. Het maximaal voorkomen van geurhinder wordt gedetailleerd onderzocht in het kader van de milieuvergunningsaanvraag. De keuze voor een welbepaald filtertype alsook de werking en het onderhoud van deze filters maakt dan ook onderdeel uit van milieuvergunningsaanvraag. Conform artikel 4.5.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is een eventuele stedenbouwkundige vergunning geschorst (niet uitvoerbaar) zolang er geen milieuvergunning is verleend. Ook vervalt de stedenbouwkundige vergunning van rechtswege op de dag dat de daaraan gekoppelde milieuvergunning definitief is geweigerd. De voorziene 12 verticale biofilters worden in twee groepen van 6 biofilters opgericht. Deze worden achteraan naast de bedrijfsgebouwen ingeplant op +/-35m van de rechter perceelsgrens en op +/-115m uit de achterste perceelsgrens. De biofilters hebben een hoogte van 12m. Op deze manier wordt voldaan aan de geldende stedenbouwkundige voorschriften van het BPA 'Moleneinde-Kapel-Houdt'. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 4. Discipline water: afvalwater en regenwater 4.a. M.b.t. de lozing van het gezuiverde afvalwater kan gesteld worden dat ter plaatse bestaande afvoergrachten aanwezig zijn die uitmonden in de Zandvoortloop. Het gaat om gewone baangrachten langs de Nijverheidsstraat, de Houtstraat en de E313, in beheer door respectievelijk de gemeente en AWV. Een deel zal 'gracht van algemeen belang'

worden tot aan de Zandvoortloop, waarvoor nog een administratieve procedure nodig is om deze als dusdanig vast te stellen. De kwantitatieve en kwalitatieve lozingsparameters van het te lozen water en de dimensionering van de grachten maakt onderdeel van de milieuvergunning. In het kader van de beroepsprocedure tegen de milieuvergunning stelt de gemeente Westerlo ernstige vragen hieromtrent. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 4.b. Net zoals de geurfilter(s) wordt de kwantitatieve en kwalitatieve werking, onderhoud en opvolging van de waterzuiveringsinstallatie (en bijhorende parameters) beoordeeld in het kader van de milieuvergunningsaanvraag. In het kader van de beroepsprocedure tegen de milieuvergunning stelt de gemeente Westerlo ernstige vragen hieromtrent (meer bepaald het overdekken van de biologische trap). De waterzuiveringsinstallatie wordt achteraan op het terrein ingeplant op 14,50m uit de rechter perceelsgrens en op 15m uit de achterste perceelsgrens. Deze installatie heeft een oppervlakte van 1.220m² (35,20m op 36,20m) en heeft een bouwhoogte van 14,50m. Deze waterzuiveringsinstallatie neemt de vorm aan van twee bouwlagen en een plat dak. Een beperkt deel van de waterzuiveringsinstallatie betreft een open bekken. Op deze manier wordt voldaan aan de geldende stedenbouwkundige voorschriften van het BPA 'Moleneinde-Kapel-Houdt'. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 4.c. Het aspect volksgezondheid, evenals de kwantitatieve en kwalitatieve werking, onderhoud en opvolging van de waterzuiveringsinstallatie (en bijhorende parameters) worden uitgebreid onderzocht in het kader van de milieuvergunningsaanvraag. De opvolging van de kwantitatieve en kwalitatieve parameters (lozingsnormen voor effluenten) maakt onderdeel uit van de bedrijfsvoering en is geen stedenbouwkundig argument. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 4.d. Uitsnijderij Bens maakt geen onderdeel uit van de voorliggende aanvraag. Op 7 april 2015 heeft de Vlaamse Milieumaatschappij - Afdeling Operationeel Waterbeheer een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht. In dit advies wordt gesteld dat voor wat betreft het aspect infiltratie de schadelijke effecten kunnen worden ondervangen aangezien de aanvraag voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. Ook de provinciale Dienst Integraal Waterbeleid (beheerder van de Zandvoortloop) heeft op 7 april 2015 een voorwaardelijk gunstig advies verleend voor het aspect (hemelwater)infiltratie. In dit advies wordt gesteld dat naast het voorziene herbruik van het hemelwater (hemelwaterput van 200.000 liter) het afstromend hemel- en effluentwater geïnfiltreerd en gebufferd moet worden met een buffervolume van minstens 330m³/ha. Uit dit advies blijkt dat de voorziene infiltratievoorziening hieraan voldoet (758m³), mits deze boven de gemiddelde voorjaarswaterstand gebouwd wordt. Dit volume moet geledigd worden (constant lozingsdebiet) met een maximaal debiet van 10 l/(s.ha). Voor de infiltratieen/of buffervoorziening en de lozing dient het hemelwater voorgezuiverd te worden. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 5. Geluidshinder voor de omgeving 5.a. Het aspect geluidshinder wordt uitgebreid beoordeeld in het kader van de milieuvergunningsaanvraag. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 5.b. Het aspect geluidshinder wordt uitgebreid beoordeeld in het kader van de milieuvergunningsaanvraag. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 6. Mobiliteitshinder voor de omgeving 6.a. De voorliggende aanvraag ontsluit achteraan op het terrein via de bestaande doodlopende toegangsweg naar het kerkhof en het achterliggende transportbedrijf naar de Nijverheidsstraat. Op deze manier wordt er aldus geen nieuw conflictpunt gecreëerd ter hoogte van de Nijverheidsstraat. De Nijverheidsstraat ontsluit via de fly-over (gewestweg)

nagenoeg rechtstreeks op de E313. Uit de beschrijvende nota blijkt dat het nieuwe slachthuis 116 nieuwe vrachtwagenbewegingen genereert (58 vrachtwagens per dag voor de aanvoer van levende varkens, afvoer karkassen, slachtafval, mest en slib van de waterzuivering en maag- en darminhoud) die langs deze toegangsweg op de Nijverheidsstraat ontsluiten. De aanvoer van levende varkens (35 vrachtwagens per dag) gebeurt tussen 2u 's nachts en 14u. Inzake afvoer zullen dagelijks 18 vrachtwagens met karkassen vertrekken, wekelijks ongeveer 10 transporten plaatsvinden voor de afvoer van slachtafval, vijf transporten voor de afvoer van mest en slib van de waterzuivering en 10 voor de afvoer van maag- en darminhoud. De producten worden afgevoerd tussen 12u en 16u. Door het nieuwe slachthuis zal Bens NV 8 vrachten per dag meer genereren. Het slachthuis verwacht +/-80 werknemers tewerk te stellen, met mogelijke doorgroei naar 100 werknemers op termijn. De werknemers zullen in twee ploegen van 40 werknemers werken met een ploegenwissel omstreeks 13u (vroege schift: 5-13u en late schift: 13-21u). Deze schiften starten en eindigen dus vroeger dan die van de andere bedrijven (gebruikelijke ploegenwissel omstreeks 14u). Zowel het vrachtverkeer van Bens NV als het personeel ontsluiten via de bestaande in- en uitrit van de reine zone. Door de combinatie van het verwachte aantal voertuigbewegingen en de spreiding van de vrachten autobewegingen doorheen de dag/nacht en de week is de mobiliteitsimpact eerder beperkt en aanvaardbaar. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 6.b. Zoals in punt 6.a. aangetoond, is door de combinatie van het verwachte aantal voertuigbewegingen en de spreiding van de vrachten autobewegingen doorheen de dag/nacht en de week de mobiliteitsimpact voor de omliggende omgeving eerder beperkt en aanvaardbaar. Verwacht kan worden dat de transporten niet door het centrum en de woonstraat van Oevel komen, maar van het afrittencomplex via de Snelwegstraat de Nijverheidsstraat zullen bereiken. Op deze manier kan verwacht worden dat de filedruk voor de omgeving eerder beperkt zal zijn. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 6.c. Zie behandeling punt 6.a. en 6.b. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 6.d. Zie behandeling bezwaarschriften 6.a. en 6.b. De verbouwing en uitbreiding van Bens Retail NV werd reeds vergund op 21 juni 2010. Uit de beschrijvende nota blijkt dat 50% van de geslachte varkens verder verwerkt worden door Bens NV, 50% van de karkassen zal extern verkocht worden. Door het voorzien van een automatische lijn tussen het slachthuis en de uitsnijderij worden geen karkassen meer aangevoerd per vrachtwagen naar de uitsnijderij. Door het voorzien van de automatische lijn kan er een productieverhoging gerealiseerd worden bij de uitsnijderij zodat er in de toekomst circa 37 vrachten nodig zijn per dag voor de afvoer van afgewerkte producten in plaats van 29 vrachten per dag voor de aanvoer en afvoer van karkassen en afgewerkte producten van en naar de uitsnijderij. Door het nieuwe slachthuis zal Bens Retail NV dus 8 vrachten per dag meer genereren ten opzichte van de huidige toestand, wat eerder beperkt is. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 6.e. Door de combinatie van het verwachte aantal voertuigbewegingen en de spreiding van de vrachten autobewegingen doorheen de dag/nacht en de ligging nabij het open afrittencomplex van de E313 kan verwacht worden dat de mobiliteitsimpact van de voorliggende aanvraag op regionale schaal eerder beperkt zal zijn. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 7. Ruimtelijke inplanting 7.a. De inrichting is gelegen in industriegebied tussen de E313 en het Albertkanaal. De meest nabije woonzone van de dorpskern van Oevel bevindt zich op 250m afstand van de industriezone. Deze wordt afgescheiden van deze dorpskern door de autosnelweg E313. De woningen in de Onze-Lieve-Vrouwstraat bevindt zich op +/-450m van de inrichting en

wordt enkel gescheiden door de Nijverheidsstraat van de inrichting. Zoals de bezwaarindiener terecht aanhaalt, dient de overheid ervan uit te gaan dat de eventuele effecten van de inrichting zich niet beperken tot administratieve grenzen (perceel, bestemming). Echter, de opgesomde hindereffecten en de bijhorende milderende maatregelen om deze maximaal te vermijden, worden onderzocht in het kader van de milieuvergunningsaanvraag die nog lopende is. Wat betreft de waterproblematiek wordt verwezen naar de bovenstaande behandeling van het bezwaarschrift onder punt 4.d. Het bezwaar wordt deels weerhouden. 7.b. De voorliggende aanvraag kadert in een industriële bedrijvigheid. Dit industriegebied bevindt zich tussen het Albertkanaal en de autosnelweg E313 (Economisch Netwerk Albertkanaal). De ligging binnen de bestemming 'zone voor industrie' van het geldende BPA 'MoleneindeKapel-Houdt' brengt enige rechtszekerheid met zich mee voor de op deze locatie gevestigde en nieuw te vestigen industriële bedrijven. De dorpskom van Oevel wordt van deze industriezone gescheiden door de E313. Door deze fysieke afscheiding kan gesteld worden dat het sociaal weefsel, de gezelligheid en knusheid van de dorpskom van Oevel weinig tot niet aangetast wordt. Eventuele hindereffecten van de inrichting en eventuele bijhorende milderende maatregelen om deze maximaal te vermijden, worden onderzocht in het kader van de milieuvergunningsaanvraag die nog lopende is. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 7.c. Zie behandeling bezwaarschriften onder punten 3.a. en 3.b. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 7.d. Zie behandeling bezwaarschriften onder punten 3.a., 3.b., 4.b., 4.c. en 4.d. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 7.e. Zie behandeling bezwaarschriften 4.a., 4.b., 4.c. en 4.d. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 7.f. De voorliggende stedenbouwkundige aanvraag werd in openbaar onderzoek gelegd van 9 maart 2015 t.e.m. 7 april 2015. Naast een bekendmaking ter plaatse werd het voorwerp en de plaats van het openbaar onderzoek onder meer aangekondigd in drie kranten, en dit in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging (d.d. 05/05/2000). Op deze manier werden ook eventuele belanghebbenden uit andere gemeenten van het openbaar onderzoek op de hoogte gebracht. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 7.g. Dit is geen stedenbouwkundig of ruimtelijk argument. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 7.h. De aanvoer van levende varkens zal gebeuren via de onreine ingang ten westen van het slachthuis gelegen aan een doodlopende zijstraat van de Nijverheidsstraat. De aanvoer van levende varkens situeert zich tussen 2u 's nachts en 14u. Deze toegangsweg is weliswaar een openbare weg, in beheer van de gemeente, maar met een specifieke bestemming. Deze toegangsweg wordt namelijk enkel gebruikt als toegang tot het kerkhof en het achterliggend bedrijf. In het kader van de milieuvergunningsprocedure heeft de gemeente meermaals uitdrukkelijk gevraagd om de toegang langs de onreine zone, rechtstreeks aansluitend op de Nijverheidsstraat en volledig op eigen perceel te leggen ten minste tot voorbij de toegangsweg naar het kerkhof. De serene sfeer van het afscheid van een overledene mag namelijk niet verstoord worden door de aanwezigheid van slachthuistransporten. In dit opzicht dienen ook conflictsituaties tussen slachthuistransporten en bezoekers van het kerkhof vermeden te worden. Het bezwaar wordt weerhouden. 8. Allerlei 8.a. Dierenwelzijn en vleesconsumptie zijn geen ruimtelijk of stedenbouwkundig argument. De bezwaren worden niet weerhouden.

8.b. Deze algemene gezondheidsaspecten betreffen geen ruimtelijke of stedenbouwkundige argumenten. De bezwaren worden niet weerhouden. 8.c. Deze inrichting moet voldoen aan de opgelegde normen en wordt gecontroleerd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. De eventuele bestrijding van ongedierte maakt onderdeel uit van de bedrijfsvoering. Dit is geen ruimtelijk of stedenbouwkundig argument. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 8.d. Dit is geen ruimtelijk of stedenbouwkundig argument. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 8.e. Dit is geen ruimtelijk of stedenbouwkundig argument. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 8.f. Dit is geen ruimtelijk of stedenbouwkundig argument. Het bezwaar wordt niet weerhouden. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in de bouw van een slachthuis met een capaciteit van 40.000 dieren per week, met bijhorende waterzuiveringsinstallatie, 12 biofilters, verharding, parking en aanhorigheden alsook het vellen van bomen. - De nieuwe gebouwen en constructies worden allen aan de linkerzijde en achteraan op het bedrijventerrein ingeplant. Op het terrein bevinden zich reeds de bedrijfsgebouwen van Bens NV en Bens Retail NV (in opbouw). - Het nieuwe slachthuis heeft een oppervlakte van 10.833,47m² en neemt de vorm van een Lvormig volume aan. Het oostwest-geöriënteerde onderdeel (gelijkvloers: slachtactiviteiten en koeling, verdieping: sanitaire en personeelsvoorzieningen, alsook koelcel) meet 117,40m op +/-60m, het noordzuid-geöriënteerde (laad- en loszone met varkenstal) meet 108,90m op 35m. De nieuwbouw wordt ingeplant op minimum 15m uit de perceelsgrens van de naastliggende toegangsweg. Het slachthuis staat op 16,78m, respectievelijk 12,99m van de linkerperceelsgrens en bestaat uit 1 à 2 bouwlagen en een plat dak. De bouwhoogtes van het slachthuis variëren tussen de 8,50m en 13,75m. - De waterzuiveringsinstallatie wordt achteraan op het terrein ingeplant op 14,50m uit de rechter perceelsgrens en op 15m uit de achterste perceelsgrens. Deze installatie heeft een oppervlakte van 1.220m² (35,20m op 36,20m) en heeft een bouwhoogte van 14,50m. Deze waterzuiveringsinstallatie neemt de vorm aan van twee bouwlagen en een plat dak. Een beperkt deel van de waterzuiveringsinstallatie betreft een open bekken. - De twee groepen van 6 biofilters worden tegen het noordzuidgeöriënteerde volume geplaatst. De biofilters hebben een hoogte van 12m en een diameter van 5m. - Rondom de nieuwbouw wordt verharding in beton aangelegd in functie van de toegangsweg tot de laadkaaien aan de noordelijke zijde, tot de toegangen aan de oostelijke zijde en tot de parking, als manouvreerruimte voor vrachtwagens aan de laadkaaien, de vereiste 71 parkeerplaatsen en als brandweg. - Op de bedrijfssite dienen er enkele bomen te worden gerooid in functie van het bouwrijp maken van het perceel. - Volgens de stedenbouwkundige voorschriften van het bijzonder plan van aanleg 'MoleneindeKapel-Houdt' zijn de betreffende percelen onder meer bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Binnen de contouren van deze bestemming dient een bouwvrije strook in acht genomen te worden van minimum 15m uit de rooilijn van de industriewegen en toegangswegen. Ten opzichte van zij- en achtergrenzen dient een bouwvrije strook in acht genomen te worden gelijk aan 10% van de perceelsbreedte met een minimum van 7m en een maximum van 15m. De bouwhoogte is beperkt tot 6m. Een grotere bouwhoogte is aanvaardbaar indien de constructies begrepen zijn binnen een hoek van 45° op de perceelsgrenzen. Het niet-bebouwde deel dient als groenruimte te worden

-

-

-

-

-

aangelegd. Alleen het deel van de terreinen ingericht als toegang, parkeerplaats, afgeschermde stapelplaats, mag verhard worden. Een strook van 5m gemeten vanaf de rooilijn van de industrieweg dient, behoudens de toegang, uitsluitend als groene ruimte te worden aangelegd en gehandhaafd. In de overige bouwvrije achteruitbouwstrook t.o.v. de rooilijn worden toegangen en parkeerplaatsen toegelaten. In de bouwvrije zij- en achterstroken is de aanleg van brandwegen toegelaten. Het overige deel dient als een groene ruimte van minimum 3m aangelegd en als dusdanig gehandhaafd te worden. De nieuwbouw wordt ingeplant op minimum 15m uit de rooilijn (perceelsgrens) van de naastliggende toegangsweg. Aan de achterzijde van het perceel is er meer dan 35m tussen de perceelsgrens en het Albertkanaal, zodat de aanvraag automatisch voldoet aan de opgelegde extra bouwvrije strook t.o.v. het Albertkanaal. De inplanting van de waterzuivering staat op 15m van de achterste perceelsgrens en op 14,50m (>10% van 108,78m) van de rechterperceelsgrens. Het slachthuis staat op 16,78m (>15m) respectievelijk 12,99m (>10% van 108,78) van de linkerperceelsgrens. Het slachthuis wordt uitgevoerd met een gevelhoogte van 8,5m, 12m en 13m op respectievelijk 12,98m, 15m en 15m uit de perceelsgrenzen. Deze bouwhoogte zijn hoger dan de vooropgestelde 6m, maar de constructies zijn begrepen binnen een hoek van 45° op de perceelsgrenzen zoals opgenomen in de bepalingen van het BPA. op de perceelsgrens. De waterzuivering heeft achteraan een bouwhoogte van 14,50m op 14,50m van de perceelsgrens. Ook dit blijft wel binnen de vooropgestelde hoek van 45° op de perceelsgrens. Op deze manier is de voorliggende aanvraag in overeenstemming met de geldende stedenbouwkundige voorschriften van het BPA 'Moleneinde-Kapel-Houdt'. Over een breedte van 5m langs de rooilijn met de naastliggende toegangsweg wordt er een groenzone aangelegd, met uitzondering van de toegang tot het perceel. Langs de overige perceelsgrenzen wordt een 3m brede groenzone aangelegd. Deze groenzones bestaan uit een mix van hoogstammig groen (hazelaar, kornoelje, beuk, veldesdoorn en gelderse roos) met als onderbegroeiing groene beukenhaag en vinca minor. Op deze manier is de voorliggende aanvraag in overeenstemming is met de bepalingen van het geldende BPA 'Moleneinde-Kapel-Houdt'. Het voorliggende bouwproject heeft een omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen. In haar advies stelt de Vlaamse Milieumaatschappij - Afdeling Operationeel Waterbeheer dat voor wat betreft het aspect infiltratie de schadelijke effecten kunnen worden ondervangen aangezien de aanvraag voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. Uit het controleformulier m.b.t. de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater e.a. blijkt dat de nieuwe horizontale dakoppervlakte van de gebouwen 12.053,47m² bedraagt. Deze dakoppervlakte watert af naar twee hemelwaterreservoirs met een gezamenlijk volume van 200.000 liter, die overloopt naar een infiltratievoorziening. Het opgevangen hemelwater wordt hergebruikt in het productieproces voor de condensor. De terreinverharding water terecht niet af naar de hemelwaterput, maar naar 2 ondergrondse infiltratievoorzieningen (6-lagige infiltratiekratten) die volgens de aanvraag een buffervolume hebben van 757.680 liter en een infiltratieoppervlakte van 436m². Conform het advies van de provinciale Dienst Integraal Waterbeleid moet de infiltratievoorziening boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand gebouwd worden opdat de infiltratie effectief is. Mits het naleven van deze voorwaarde is de voorliggende aanvraag in overeenstemming met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater e.a. d.d. 5 juli 2013. De voorliggende aanvraag bevat een project-MER. De beoordeling en remediëring van de mogelijke milieueffecten van het project maakt onderdeel uit van de milieuvergunningsaanvraag. Op 16 februari 2015 besliste het college van burgemeester en schepenen tot het instellen van een beroep tegen het besluit van de bestendige deputatie van 22 januari 2015 waarbij een milieuvergunning werd verleend voor de exploitatie van een nieuw slachthuis aan de nv De Lokery, gelegen Nijverheidsstraat 24 in Westerlo. De

-

beroepsprocedure tegen deze aanvraag voor een milieuvergunning is nog lopende bij de bevoegde Vlaamse minister. De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De bouw van de gebouwen en constructies situeert zich in het industriegebied tussen de E313 en het Albertkanaal (het Economisch Netwerk Albertkanaal). De dorpskom van Oevel wordt van deze industriezone gescheiden door de E313. De meest nabije woonzone van de dorpskern van Oevel bevindt zich op 250m afstand van de woonzone. Deze wordt afgescheiden van deze woonzone door de autosnelweg E313. De woonwijk Onze-Lieve-Vrouwstraat bevindt zich op +/-450m van de inrichting en wordt enkel gescheiden door de Nijverheidsstraat van de inrichting. Ten westen van de voorliggende aanvraag is het gemeentelijk kerkhof gelegen. De aanvraag betreft een industriële activiteit en wordt in overeenstemming geacht met de bestemmingsvoorschriften van het goedgekeurde bijzonder plan van aanleg 'Moleneinde-Kapel-Houdt'. In de voorliggende stedenbouwkundige aanvraag wordt de toe- en uitgangsweg voor de onreine zone voorzien langs het zijstraatje van de Nijverheidsstraat. De aanvoer van levende varkens situeert zich tussen 2u 's nachts en 14u. Deze toegangsweg is weliswaar een openbare weg, in beheer van de gemeente, maar met een specifieke bestemming. Deze toegangsweg wordt namelijk enkel gebruikt als toegang tot het kerkhof en het achterliggend bedrijf. In het kader van de milieuvergunningsprocedure heeft de gemeente meermaals uitdrukkelijk gevraagd om de toegang langs de onreine zone, rechtstreeks aansluitend op de Nijverheidsstraat en volledig op eigen perceel te leggen ten minste tot voorbij de toegangsweg naar het kerkhof. De serene sfeer van het afscheid van een overledene mag namelijk niet verstoord worden door de aanwezigheid van slachthuistransporten. In dit opzicht dienen ook conflictsituaties tussen slachthuistransporten en bezoekers van het kerkhof vermeden te worden. Om deze reden wordt de voorliggende aanvraag functioneel niet inpasbaar geacht. o Mobiliteitsimpact De voorliggende aanvraag is gelegen nabij het open afrittencomplex Geel-West (E313). De aanvraag ontsluit via de Nijverheidsstraat en de Snelwegstraat (gewestweg) op de nieuwe noord-zuidverbinding en op de E313. Verwacht kan worden dat de transporten niet door het centrum en de woonstraten van Oevel komen, maar via de E313 of de Noord-Zuidverbinding. Uit de beschrijvende nota blijkt dat het nieuwe slachthuis 116 nieuwe vrachtwagenbewegingen genereert (58 vrachtwagens per dag voor de aanvoer van levende varkens, afvoer karkassen, slachtafval, mest en slib van de waterzuivering en maag- en darminhoud) die langs deze toegangsweg op de Nijverheidsstraat ontsluiten. De aanvoer van levende varkens (35 vrachtwagens per dag) gebeurt tussen 2u 's nachts en 14u. Inzake afvoer zullen dagelijks 18 vrachtwagens met karkassen vertrekken, wekelijks ongeveer 10 transporten plaatsvinden voor de afvoer van slachtafval, vijf transporten voor de afvoer van mest en slib van de waterzuivering en 10 voor de afvoer van maag- en darminhoud. De producten worden afgevoerd tussen 12u en 16u. Door het nieuwe slachthuis zal Bens NV 8 vrachten per dag meer genereren. Het slachthuis verwacht +/-80 werknemers tewerk te stellen, met mogelijke doorgroei naar 100 werknemers op termijn. De werknemers zullen in twee ploegen van 40 werknemers werken met een ploegenwissel omstreeks 13u (vroege schift: 5-13u en late schift: 1321u). Deze schiften starten en eindigen dus vroeger dan die van de andere bedrijven (gebruikelijke ploegenwissel omstreeks 14u). Zowel het vrachtverkeer van Bens NV als het personeel ontsluiten via de bestaande in- en uitrit van de reine zone. Door de

combinatie van het verwachte aantal voertuigbewegingen en de spreiding van de vrachten autobewegingen doorheen de dag/nacht en de week is de mobiliteitsimpact eerder beperkt en aanvaardbaar. o Schaal De nieuwbouw betreft grootschalige industriële gebouwen en constructies met bouwhoogtes variërend tussen 8,5m en 14,50m. De omgeving betreft een industrieterrein met een groot aantal gebouwen van allerlei aard en verschillend van vorm en volumes (gelijkaardige bouwhoogtes en bebouwde oppervlaktes). In alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte en gabarit betreft niet storend is in deze ruimtelijke context. Wat de inplanting en bouwhoogte betreft, is de voorliggende aanvraag in overeenstemming met de geldende stedenbouwkundige voorschriften van het BPA 'Moleneinde-Kapel-Houdt'. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid De verharde oppervlakte neemt sterk toe. De afstanden tot de perceelsgrenzen blijven voldoende groot. De bijkomende verharding kent een functioneel gebruik als toengangsweg, brandweg, personeelsparking en manoeuvreerruimte voor vrachtwagens. Gelet op de ruimtelijke context van een bedrijventerrein en de oppervlakte van dit terrein, is de verhouding bebouwde zone en open ruimte niet storend naar de onmiddellijke omgeving toe. Overeenkomstig de bepalingen in het BPA 'Moleneinde-Kapel-Houdt' wordt rondom het terrein een groenbuffer van 5m, respectievelijk 3m breed voorzien bestaande uit hoogstammig groen en onderbegroeiing. o Visueel-vormelijke elementen De gevels van de nieuwbouw worden afgewerkt met lichtgrijze betonpanelen, blauwe sandwichpanelen, donkergrijs buitenschrijnwerk. Het plat dak wordt afgewerkt met lichtstraten in polycarbonaat. Dit materiaal- en kleurgebruik sluit aan bij de bestaande bebouwing op de site. Gelet op de verscheidenheid van de bebouwing op het bedrijventerrein kunnen de voorgestelde dakvorm en gevelmaterialen aanvaard worden. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. o Hinderaspecten Het aspect milieuhinder en de eventuele milderende maatregelen, evenals de kwantitatieve en kwalitatieve werking, onderhoud en opvolging van de geurfilters en waterzuiveringsinstallatie (en bijhorende kwantitatieve en kwalitatieve parameters) worden uitgebreid onderzocht in het kader van de milieuvergunningsaanvraag, waarvoor de beroepsprocedure nog lopende is. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen(SEVESO-bedrijf). Het aspect (volks)gezondheid, evenals de kwantitatieve en kwalitatieve werking, onderhoud en opvolging van de geurfilters en waterzuiveringsinstallatie (en bijhorende kwantitatieve en kwalitatieve parameters) worden uitgebreid onderzocht in het kader van de milieuvergunningsaanvraag, waarvoor de beroepsprocedure nog lopende is. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Dit aspect wordt uitgebreid onderzocht in het kader van de milieuvergunningsaanvraag, waarvoor de beroepsprocedure nog lopende is gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de geldende stedenbouwkundige voorschriften van het BPA 'Moleneinde-Kapel-Houdt'. In het kader van de milieuvergunningsprocedure heeft de gemeente meermaals uitdrukkelijk gevraagd om de toegang langs de onreine zone, rechtstreeks aansluitend op de Nijverheidsstraat en volledig op eigen perceel te leggen ten minste tot voorbij de toegangsweg naar het kerkhof. Omdat aan deze vereiste niet is voldaan, wordt de voorliggende stedenbouwkundige aanvraag functioneel niet inpasbaar geacht. De milieutechnische aspecten (geurhinder, waterproblematiek) worden onderzocht en behandeld in het kader van de milieuvergunningsaanvraag, waarvoor de beroepsprocedure nog lopende is. Conform artikel 4.5.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) is een eventuele stedenbouwkundige vergunning geschorst (niet uitvoerbaar) tot zolang er geen milieuvergunning is verleend. Ook vervalt de stedenbouwkundige vergunning van rechtswege op de dag dat de daaraan gekoppelde milieuvergunning definitief is geweigerd. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Ongunstig. Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ongunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar van 19 mei 2015 en sluit zich aan bij de besluitvorming van dit advies. - Het college van burgemeester en schepenen wenst bijkomend de koppeling tussen de stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning te benadrukken, en dit overeenkomstig artikel 4.5.1 van de VCRO. Juist omwille van de specifieke ligging in de onmiddellijke nabijheid van de dorpskom van Oevel en het gemeentelijk kerkhof, dient de vergunningverlenende overheid ervan uit te gaan dat de eventuele effecten van de inrichting zich niet beperken tot administratieve grenzen (perceel, bestemming). Het stedenbouwkundige aspect mag bij de voorliggende aanvraag dan ook niet los van de milieutechnische aspecten gezien worden. Het college van burgemeester en schepenen is van oordeel dat het besluit van de bestendige deputatie van 22 januari 2015 waarbij een milieuvergunning werd verleend voor de exploitatie van een nieuw slachthuis aan de nv De Lokery, gelegen Nijverheidsstraat 24 in Westerlo, onvoldoende garanties biedt om de hinder naar de omgeving te voorkomen en beperken. Op 16 februari 2015 besliste het college van burgemeester en schepenen bijgevolg tot het instellen van een beroep tegen dit besluit van de bestendige deputatie. Het college van burgemeester en schepenen is daarom van mening dat ook de voorliggende stedenbouwkundige aanvraag onvoldoende garanties biedt om de hinder (geur, (afval)water, mobiliteit en ruimtelijke draagkracht) naar de omgeving toe te voorkomen en beperken. Bij de beoordeling van de voorliggende stedenbouwkundige aanvraag vormt het milieuaspect (hinderaspect) een onderdeel van de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening. Om deze reden wordt de voorliggende stedenbouwkundige aanvraag strijdig geacht met de goede ruimtelijke ordening. - Het college van burgemeester en schepenen behandelt de ingediende bezwaarschriften en argumenteert zijn beslissing als volgt: Openbaar onderzoek De ingediende bezwaren (zoals samengevat in het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar) worden als volgt behandeld: 1. Stedenbouwkundige aanvraag/MER-rapport: 1.a. De voorliggende stedenbouwkundige aanvraag werd volledig en ontvankelijk bevonden. Bij de beoordeling van de voorliggende stedenbouwkundige aanvraag vormt het milieuaspect (hinderaspect) een onderdeel van de beoordeling van de

goede ruimtelijke ordening. Op 22 mei 2014 werd door de dienst MER het milieueffectrapport goedgekeurd. Of de aanvraag voldoet aan de geldende milieunormen, alsook de correctheid van de gegevens in het MER-rapport (waarden/normen/parameters), maakt onderdeel uit van de beoordeling van de milieuvergunning. Het college van burgemeester en schepenen is van oordeel dat het besluit van de bestendige deputatie van 22 januari 2015 waarbij een milieuvergunning werd verleend voor de exploitatie van een nieuw slachthuis aan de nv De Lokery, gelegen Nijverheidsstraat 24 in Westerlo, onvoldoende garanties biedt om de hinder naar de omgeving te voorkomen en beperken. Op 16 februari 2015 besliste het college van burgemeester en schepenen dan ook tot het instellen van een beroep tegen dit besluit. De in het beroepsschrift aangevoerde argumenten hebben betrekking op geur, (afval)water, mobiliteit en ruimtelijke draagkracht als gevolg van de inplanting van dit nieuwe slachthuis. De beroepsprocedure tegen deze aanvraag voor een milieuvergunning is nog lopende bij de bevoegde Vlaamse minister. Het bezwaar wordt deels weerhouden. 1.b. Zie behandeling bezwaarschrift 1.a. Het bezwaar wordt deels weerhouden. 1.c. Zie behandeling bezwaarschrift 1.a. Het bezwaar wordt deels weerhouden. 1.d. Zie behandeling bezwaarschrift 1.a. Het bezwaar wordt deels weerhouden. 2. Hinder voor het voorliggende bedrijf 2.a. De voorliggende aanvraag is zone-eigen gelegen binnen de bestemming ‘gebied voor industrie’, tussen het Albertkanaal en de E313. Gelet op een duurzaam ruimtegebruik en de specifieke bestemming voor industriële bedrijvigheid (eigen aan een bedrijventerrein) kan tussen bedrijven in een industriegebied een kleine buffering aanvaard worden. Bovendien wordt in de voorliggende aanvraag t.o.v. het voorliggende bedrijf een bufferstrook van 6,29m breed aangelegd met hierin een groenzone van 3m breed bestaande uit hoogstammig groen en met onderbegroeiing (in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften uit het BPA 'Moleneinde-Kapel-Houdt'). Op 16 februari 2015 besliste het college van burgemeester en schepenen tot het instellen van een beroep tegen het besluit van de bestendige deputatie van 22 januari 2015 waarbij een milieuvergunning werd verleend voor de exploitatie van een nieuw slachthuis aan de nv De Lokery, gelegen Nijverheidsstraat 24 in Westerlo. De in het beroepsschrift aangevoerde argumenten hebben betrekking op geur, (afval)water, mobiliteit en ruimtelijke draagkracht als gevolg van de inplanting van dit nieuwe slachthuis. Het bezwaar wordt deels weerhouden. 2.b. Dit is geen ruimtelijk en stedenbouwkundig argument. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 3. Discipline lucht: Geurhinder voor de omgeving 3.a. Deze vaststelling wordt bijgetreden. In welke mate de wijziging van filtertype tijdens de procedure van de milieuvergunnng als een procedurefout dient te worden beschouwd, maakt onderdeel uit van de beroepsprocedure van de milieuvergunning en niet van de stedenbouwkundige vergunning. De voorliggende stedenbouwkundige aanvraag omvat het bouwen van 12 verticale biofilters. In het kader van de milieuvergunningsaanvraag heeft de bestendige deputatie als voorwaarde het bouwen van minstens 4 verticale biofilters opgelegd. In het kader van de beroepsprocedure tegen de milieuvergunning stelt de gemeente Westerlo zich ernstige vragen hieromtrent. Het bezwaar wordt deels weerhouden.

3.b. De voorziene 12 verticale biofilters worden in twee groepen van 6 biofilters opgericht. Deze worden achteraan naast de bedrijfsgebouwen ingeplant op +/-35m van de rechter perceelsgrens en op +/-115m uit de achterste perceelsgrens. De biofilters hebben een hoogte van 12m. Op deze manier wordt voldaan aan de geldende stedenbouwkundige voorschriften van het BPA 'Moleneinde-Kapel-Houdt'. Het aspect geurhinder - meer bepaald de keuze voor een welbepaald filtertype alsook de werking en het onderhoud van deze filters - wordt gedetailleerd onderzocht in het kader van de milieuvergunningsaanvraag. Conform artikel 4.5.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is een eventuele stedenbouwkundige vergunning geschorst (niet uitvoerbaar) zolang er geen milieuvergunning is verleend. Ook vervalt de stedenbouwkundige vergunning van rechtswege op de dag dat de daaraan gekoppelde milieuvergunning definitief is geweigerd. Het college van burgemeester en schepenen is van mening dat het besluit van bestendige deputatie onvoldoende garantie biedt dat geurhinder in de buurt maximaal wordt voorkomen. In het beroepsschrift van de gemeente Westerlo naar aanleiding van de milieuvergunning wordt gesteld dat het aantal biofilters bepalend is voor de geurimpact. Bovendien blijkt de verticale variant van de biofilter een aantal belangrijke nadelen te hebben naar opvolging en onderhoud. Zo gaat een continue maximale belasting mogelijk ten koste van de performantie. Daarenboven is er geen back-up voor de luchtzuivering voorzien. In het beroepsschrift wordt gesteld dat een klassieke biofilter met een overdekte biologische trap van de waterzuivering de enige optie is om de geurhinder in de woonzone acceptabel te houden. Het college van burgemeester en schepenen is dan ook van mening dat de omvang van het gevraagde slachthuis op deze locatie tot gevolg heeft dat de best beschikbare technologie niet kan toegepast worden omwille van de beperkte beschikbare oppervlakte. Het college van burgemeester en schepenen is van oordeel dat het terrein te klein is om een slachthuis met de beoogde capaciteit goed te kunnen uitbaten. Het bezwaar wordt weerhouden. 4. Discipline water: afvalwater en regenwater 4.a. M.b.t. de lozing van het gezuiverde afvalwater kan gesteld worden dat ter plaatse bestaande afvoergrachten aanwezig zijn die uitmonden in de Zandvoortloop. Het gaat om gewone baangrachten langs de Nijverheidsstraat, de Houtstraat en de E313, in beheer door respectievelijk de gemeente en AWV. Een deel zal 'gracht van algemeen belang' worden tot aan de Zandvoortloop waarvoor nog een administratieve procedure nodig is om deze als dusdanig vast te stellen. De geplande RWA-leiding van de Nijverheidsstraat (project 22098 B van Aquafin) zijnde een open gracht, zal afwateren naar de Puntloop, maar ook naar de Zandvoortloop. In het kader van de beroepsprocedure tegen de milieuvergunning stelt de gemeente Westerlo ernstige vragen hieromtrent. De geplande lozing van het effluent in de Zandvoortloop heeft namelijk geen tijdelijk maar een blijvend karakter. Bovendien moet het gezuiverde afvalwater en hemelwater worden afgevoerd via ondergedimensioneerde grachten. Net zoals in het beroepschrift naar aanleiding van de milieuvergunning wordt de vraag gesteld of en in welke mate de dienst Integraal Waterbeleid van de provincie in hun advies m.b.t. de waterkwantiteit rekening heeft gehouden met de combinatie van de voorliggende aanvraag, de geplande RWAafkoppeling van de reeds aanwezige bedrijven in de Nijverheidsstraat en de lozingen van de reeds aanwezige bedrijven. Het bezwaar wordt weerhouden. 4.b. Net zoals de geurfilter(s) wordt de kwantitatieve en kwalitatieve werking, onderhoud en opvolging van de waterzuiveringsinstallatie (en bijhorende parameters) beoordeeld in het kader van de milieuvergunningsaanvraag. De

waterzuiveringsinstallatie wordt achteraan op het terrein ingeplant op 14,50m uit de rechter perceelsgrens en op 15m uit de achterste perceelsgrens. Deze installatie heeft een oppervlakte van 1.220m² (35,20m op 36,20m) en heeft een bouwhoogte van 14,50m. Deze waterzuiveringsinstallatie neemt de vorm aan van twee bouwlagen en een plat dak. Een beperkt deel van de waterzuiveringsinstallatie betreft een open bekken. Op deze manier wordt voldaan aan de geldende stedenbouwkundige voorschriften van het BPA 'Moleneinde-Kapel-Houdt'. In het kader van de beroepsprocedure tegen de milieuvergunning stelt de gemeente Westerlo ernstige vragen hieromtrent (meer bepaald het overdekken van de biologische trap). Het bezwaar wordt deels weerhouden. 4.c. Het aspect volksgezondheid, evenals de kwantitatieve en kwalitatieve werking, onderhoud en opvolging van de waterzuiveringsinstallatie (en bijhorende parameters) worden uitgebreid onderzocht in het kader van de milieuvergunningsaanvraag. De opvolging van de kwantitatieve en kwalitatieve parameters (lozingsnormen voor effluenten) maakt onderdeel uit van de bedrijfsvoering en is geen stedenbouwkundig argument. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 4.d. Uitsnijderij Bens maakt geen onderdeel uit van de voorliggende aanvraag. Op 7 april 2015 heeft de Vlaamse Milieumaatschappij - Afdeling Operationeel Waterbeheer een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht. In dit advies wordt gesteld dat voor wat betreft het aspect infiltratie de schadelijke effecten kunnen worden ondervangen aangezien de aanvraag voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. Ook de provinciale Dienst Integraal Waterbeleid (beheerder van de Zandvoortloop) heeft op 7 april 2015 een voorwaardelijk gunstig advies verleend voor het aspect (hemelwater)infiltratie. In dit advies wordt gesteld dat naast het voorziene herbruik van het hemelwater (hemelwaterput van 200.000 liter) het afstromend hemel- en effluentwater geïnfiltreerd en gebufferd moet worden met een buffervolume van minstens 330m³/ha. Uit dit advies blijkt dat de voorziene infiltratievoorziening hieraan voldoet (758m³), mits deze boven de gemiddelde voorjaarswaterstand gebouwd wordt. Dit volume moet geledigd worden (constant lozingsdebiet) met een maximaal debiet van 10 l/(s.ha). Voor de infiltratieen/of buffervoorziening en de lozing dient het hemelwater voorgezuiverd te worden. In het kader van de beroepsprocedure tegen de milieuvergunning stelt de gemeente Westerlo zich ernstige vragen hieromtrent. De geplande lozing van het effluent in de Zandvoortloop heeft namelijk geen tijdelijk maar een blijvend karakter. Net zoals in het beroepschrift naar aanleiding van de milieuvergunning wordt de vraag gesteld of en in welke mate de dienst Integraal Waterbeleid van de provincie in hun advies m.b.t. de waterkwantiteit rekening heeft gehouden met de combinatie van de voorliggende aanvraag, de geplande RWA-afkoppeling van de reeds aanwezige bedrijven in de Nijverheidsstraat en de lozingen van de reeds aanwezige bedrijven. De vrees voor wateroverlast kan dan ook niet worden genegeerd. Ter hoogte van een afwateringsgracht naar de Zandvoortloop treedt bij grote regenval wateroverlast op in de tuinen van enkele aanpalende woningen. Wateroverlast als gevolg van grote regenval kan in de toekomst niet uitgesloten worden, in het bijzonder bij toename van het debiet door het geloosde afvalwater. Het bezwaar wordt weerhouden. 5. Geluidshinder voor de omgeving 5.a. Het aspect geluidshinder wordt uitgebreid beoordeeld in het kader van de milieuvergunningsaanvraag. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 5.b. Het aspect geluidshinder wordt uitgebreid beoordeeld in het kader van de milieuvergunningsaanvraag.

Het bezwaar wordt niet weerhouden. 6. Mobiliteitshinder voor de omgeving 6.a. De voorliggende aanvraag ontsluit achteraan op het terrein via de bestaande doodlopende toegangsweg naar het kerkhof en het achterliggende transportbedrijf naar de Nijverheidsstraat. De Nijverheidsstraat ontsluit via de fly-over (gewestweg) nagenoeg rechtstreeks op de E313. Uit de beschrijvende nota blijkt dat het nieuwe slachthuis 116 nieuwe vrachtwagenbewegingen genereert (58 vrachtwagens per dag voor de aanvoer van levende varkens, afvoer karkassen, slachtafval, mest en slib van de waterzuivering en maag- en darminhoud) die langs deze toegangsweg op de Nijverheidsstraat ontsluiten. De aanvoer van levende varkens (35 vrachtwagens per dag) gebeurt tussen 2u 's nachts en 14u. Inzake afvoer zullen dagelijks 18 vrachtwagens met karkassen vertrekken, wekelijks ongeveer 10 transporten plaatsvinden voor de afvoer van slachtafval, vijf transporten voor de afvoer van mest en slib van de waterzuivering en 10 voor de afvoer van maag- en darminhoud. De producten worden afgevoerd tussen 12u en 16u. Door het nieuwe slachthuis zal Bens NV 8 vrachten per dag meer genereren. Het slachthuis verwacht +/-80 werknemers tewerk te stellen, met mogelijke doorgroei naar 100 werknemers op termijn. De werknemers zullen in twee ploegen van 40 werknemers werken met een ploegenwissel omstreeks 13u (vroege schift: 5-13u en late schift: 13-21u). Deze schiften starten en eindigen dus vroeger dan die van de andere bedrijven (gebruikelijke ploegenwissel omstreeks 14u). Zowel het vrachtverkeer van Bens NV als het personeel ontsluiten via de bestaande in- en uitrit van de reine zone. Door de combinatie van het verwachte aantal voertuigbewegingen en de spreiding van de vrachten autobewegingen doorheen de dag/nacht en de week is de mobiliteitsimpact eerder beperkt en aanvaardbaar. In de voorliggende stedenbouwkundige aanvraag wordt de toe- en uitgangsweg voor de onreine zone evenwel voorzien langs het zijstraatje van de Nijverheidsstraat. Deze toegangsweg is weliswaar een openbare weg, in beheer van de gemeente, maar met een specifieke bestemming. Deze toegangsweg wordt namelijk enkel gebruikt als toegang tot het kerkhof en het achterliggend bedrijf. In het kader van de milieuvergunningsprocedure heeft de gemeente meermaals uitdrukkelijk gevraagd om de toegang langs de onreine zone, rechtstreeks aansluitend op de Nijverheidsstraat en volledig op eigen perceel te leggen ten minste tot voorbij de toegangsweg naar het kerkhof. De serene sfeer van het afscheid van een overledene mag niet verstoord worden door de aanwezigheid van slachthuistransporten. Volgens het college van burgemeester en schepenen is plaatsgebrek de enige reden waarom niet op het verzoek van de gemeente wordt ingegaan en blijft de vraag of de gewenste exploitatie/capaciteit niet te ruim genomen is in verhouding met de perceelsoppervlakte. Het bezwaar wordt deels weerhouden. 6.b. Zoals in punt 6.a. is aangetoond, zal door de combinatie van het verwachte aantal voertuigbewegingen en de spreiding van de vrachten autobewegingen doorheen de dag/nacht en de week de mobiliteitsimpact voor de omliggende omgeving eerder beperkt en aanvaardbaar zijn. Verwacht kan worden dat de transporten niet door het centrum en de woonstraat van Oevel komen, maar van het afrittencomplex via de Snelwegstraat de Nijverheidsstraat en het bedrijf zullen bereiken. Op deze manier kan verwacht worden dat de filedruk voor de omgeving eerder beperkt zal zijn. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 6.c. Zie behandeling punt 6.a. en 6.b. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 6.d. Zie behandeling bezwaarschriften 6.a. en 6.b. De verbouwing en uitbreiding van Bens Retail NV werd reeds vergund op 21 juni 2010. Uit de beschrijvende nota blijkt dat 50% van de geslachte varkens verder verwerkt worden door Bens NV, 50% van de

karkassen zal extern verkocht worden. Door het voorzien van een automatische lijn tussen het slachthuis en de uitsnijderij worden geen karkassen meer aangevoerd per vrachtwagen naar de uitsnijderij. Door het voorzien van de automatische lijn kan er een productieverhoging gerealiseerd worden bij de uitsnijderij zodat er in de toekomst circa 37 vrachten nodig zijn per dag voor de afvoer van afgewerkte producten in plaats van 29 vrachten per dag voor de aanvoer en afvoer van karkassen en afgewerkte producten van en naar de uitsnijderij. Door het nieuwe slachthuis zal Bens Retail NV dus 8 vrachten per dag meer genereren ten opzichte van de huidige toestand, wat eerder beperkt is. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 6.e. Door de combinatie van het verwachte aantal voertuigbewegingen en de spreiding van de vrachten autobewegingen doorheen de dag/nacht en de ligging nabij het open afrittencomplex van de E313 kan verwacht worden dat de mobiliteitsimpact van de voorliggende aanvraag op regionale schaal eerder beperkt zal zijn. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 7. Ruimtelijke inplanting 7.a. De inrichting is gelegen in industriegebied tussen de E313 en het Albertkanaal. De meest nabije woonzone van de dorpskern van Oevel bevindt zich op 250m afstand van de industriezone. Deze wordt afgescheiden van deze dorpskern door de autosnelweg E313. De woningen in de Onze-Lieve-Vrouwstraat bevinden zich op +/450m van de inrichting en wordt enkel gescheiden door de Nijverheidsstraat van de inrichting. Juist omwille van deze specifieke ligging nabij woongebied dient de vergunningverlenende overheid ervan uit te gaan dat de eventuele effecten van de inrichting zich niet beperken tot administratieve grenzen (perceel, bestemming). De opgesomde hindereffecten en de bijhorende milderende maatregelen om deze maximaal te vermijden worden onderzocht in het kader van de milieuvergunningsaanvraag die nog lopende is. Het college van burgemeester en schepenen is van oordeel dat het besluit van de bestendige deputatie van 22 januari 2015 waarbij een milieuvergunning werd verleend voor de exploitatie van een nieuw slachthuis aan de nv De Lokery, gelegen Nijverheidsstraat 24 in Westerlo, onvoldoende garanties biedt om de hinder naar de omgeving te voorkomen en beperken. Op 16 februari 2015 besliste het college van burgemeester en schepenen dan ook tot het instellen van een beroep tegen het besluit van de bestendige deputatie van 22 januari 2015. De in het beroepsschrift aangevoerde argumenten hebben betrekking op geur, (afval)water, mobiliteit en ruimtelijke draagkracht als gevolg van de inplanting van het voorgestelde grootschalige slachthuis (omvang/capaciteit) op deze locatie. Het bezwaar wordt weerhouden. 7.b. De voorliggende aanvraag kadert in een industriële bedrijvigheid. Dit industriegebied bevindt zich tussen het Albertkanaal en de autosnelweg E313 (Economisch Netwerk Albertkanaal). De ligging binnen de bestemming 'zone voor industrie' van het geldende BPA 'Moleneinde-Kapel-Houdt' brengt enige rechtszekerheid met zich mee voor de op deze locatie gevestigde en nieuw te vestigen industriële bedrijven. De dorpskom van Oevel wordt van deze industriezone gescheiden door de E313. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 7.c. De inrichting is gelegen in industriegebied tussen de E313 en het Albertkanaal. De meest nabije woonzone van de dorpskern van Oevel bevindt zich op 250m afstand van de industriezone. Deze wordt afgescheiden van deze dorpskern door de autosnelweg E313. De woningen in de Onze-Lieve-Vrouwstraat bevinden zich op +/450m van de inrichting en wordt enkel gescheiden door de Nijverheidsstraat van de inrichting. In het kader van de beroepsprocedure voor de milieuvergunning is het college van burgemeester en schepenen van mening dat de omvang van het

gevraagde slachthuis op deze locatie tot gevolg heeft dat de best beschikbare technologie niet kan toegepast worden omwille van de beperkte beschikbare oppervlakte. Bovendien moet het gezuiverde afvalwater worden afgevoerd via ondergedimensioneerde grachten. Het bezwaar wordt weerhouden. 7.d. Zie behandeling bezwaarschrift 7.c. Het bezwaar wordt weerhouden. 7.e. Zie behandeling bezwaarschriften 4.a., 4.b. en 4.d. Het bezwaar wordt weerhouden. 7.f. De voorliggende stedenbouwkundige aanvraag werd in openbaar onderzoek gelegd van 9 maart 2015 t.e.m. 7 april 2015. Naast een bekendmaking ter plaatse werd het voorwerp en de plaats van het openbaar onderzoek onder meer aangekondigd in drie kranten, en dit in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging (d.d. 05/05/2000). Op deze manier werden ook eventuele belanghebbenden uit andere gemeenten van het openbaar onderzoek op de hoogte gebracht. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 7.g. Dit is geen stedenbouwkundig of ruimtelijk argument. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 7.h. De aanvoer van levende varkens zal gebeuren via de onreine ingang ten westen van het slachthuis gelegen aan een doodlopende zijstraat van de Nijverheidsstraat. De vrachtwagens passeren hierbij langs het gemeentelijk kerkhof. De aanvoer van levende varkens situeert zich tussen 2u 's nachts en 14u. Deze toegangsweg is weliswaar een openbare weg, in beheer van de gemeente, maar met een specifieke bestemming. Deze toegangsweg wordt namelijk enkel gebruikt als toegang tot het kerkhof en het achterliggend bedrijf. In het kader van de milieuvergunningsprocedure heeft de gemeente meermaals uitdrukkelijk gevraagd om de toegang langs de onreine zone, rechtstreeks aansluitend op de Nijverheidsstraat en volledig op eigen perceel te leggen ten minste tot voorbij de toegangsweg naar het kerkhof. De serene sfeer van het afscheid van een overledene mag namelijk niet verstoord worden door de aanwezigheid van slachthuistransporten. Volgens het college van burgemeester en schepenen is plaatsgebrek de enige reden waarom niet op het verzoek van de gemeente wordt ingegaan en blijft de vraag of de gewenste exploitatie/capaciteit niet te ruim genomen is in verhouding met de perceelsoppervlakte. Het bezwaar wordt weerhouden. 8. Allerlei 8.a. Dierenwelzijn en vleesconsumptie zijn geen ruimtelijk of stedenbouwkundig argument. De bezwaren worden niet weerhouden. 8.b. Deze algemene gezondheidsaspecten betreffen geen ruimtelijke of stedenbouwkundige argumenten. De bezwaren worden niet weerhouden. 8.c. Deze inrichting moet voldoen aan de opgelegde normen en wordt gecontroleerd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. De eventuele bestrijding van ongedierte maakt onderdeel uit van de bedrijfsvoering. Dit is geen ruimtelijk of stedenbouwkundig argument. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 8.d. Dit is geen ruimtelijk of stedenbouwkundig argument. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 8.e. Dit is geen ruimtelijk of stedenbouwkundig argument. Het bezwaar wordt niet weerhouden.

8.f. Hoewel het al dan niet ontbreken van een maatschappelijk draagvlak op zich geen stedenbouwkundig argument is, geven de ingediende bezwaren duidelijk aan dat de omgeving reeds onder druk staat. De vergunningverlenende overheid dient bij het beoordelen van de ingediende bezwaren een gemotiveerd oordeel te vellen over de ruimtelijke draagkracht van de omgeving. Het college van burgemeester en schepenen is van oordeel dat de omvang van het gevraagde slachthuis op deze locatie tot gevolg heeft dat de best beschikbare technologie niet kan toegepast worden en er geen toe- en uitgang langs de onreine zone op eigen terrein kan voorzien worden beiden omwille van de beperkte beschikbare oppervlakte. Bovendien moet het gezuiverde afvalwater worden afgevoerd via ondergedimensioneerde grachten. Het bezwaar wordt deels weerhouden. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in de bouw van een slachthuis met een capaciteit van 40.000 dieren per week, met bijhorende waterzuiveringsinstallatie, 12 biofilters, verharding, parking en aanhorigheden alsook het vellen van bomen. - De nieuwe gebouwen en constructies worden allen aan de linkerzijde en achteraan op het bedrijventerrein ingeplant. Op het terrein bevinden zich reeds de bedrijfsgebouwen van Bens NV en Bens Retail NV (in opbouw). - Het nieuwe slachthuis heeft een oppervlakte van 10.833,47m² en neemt de vorm van een L-vormig volume aan. Het oostwest-geöriënteerde onderdeel (gelijkvloers: slachtactiviteiten en koeling, verdieping: sanitaire en personeelsvoorzieningen, alsook koelcel) meet 117,40m op +/-60m, het noordzuid-geöriënteerde (laad- en loszone met varkenstal) meet 108,90m op 35m. De nieuwbouw wordt ingeplant op minimum 15m uit de perceelsgrens van de naastliggende toegangsweg. Het slachthuis staat op 16,78m, respectievelijk 12,99m van de linkerperceelsgrens en bestaat uit 1 à 2 bouwlagen en een plat dak. De bouwhoogtes van het slachthuis variëren tussen de 8,50m en 13,75m. - De waterzuiveringsinstallatie wordt achteraan op het terrein ingeplant op 14,50m uit de rechter perceelsgrens en op 15m uit de achterste perceelsgrens. Deze installatie heeft een oppervlakte van 1.220m² (35,20m op 36,20m) en heeft een bouwhoogte van 14,50m. Deze waterzuiveringsinstallatie neemt de vorm aan van twee bouwlagen en een plat dak. Een beperkt deel van de waterzuiveringsinstallatie betreft een open bekken. - De twee groepen van 6 biofilters worden tegen het noordzuidgeöriënteerde volume geplaatst. De biofilters hebben een hoogte van 12m en een diameter van 5m. - Rondom de nieuwbouw wordt verharding in beton aangelegd in functie van de toegangsweg tot de laadkaaien aan de noordelijke zijde, tot de toegangen aan de oostelijke zijde en tot de parking, als manouvreerruimte voor vrachtwagens aan de laadkaaien, de vereiste 71 parkeerplaatsen en als brandweg. - De voorliggende stedenbouwkundige aanvraag voorziet de toe- en uitgangsweg voor de onreine zone langs het zijstraatje van de Nijverheidsstraat. Deze toegangsweg is weliswaar een openbare weg, in beheer van de gemeente, maar met een specifieke bestemming. Deze toegangsweg wordt namelijk enkel gebruikt als toegang tot het kerkhof en het achterliggend bedrijf. - Op de bedrijfssite dienen er enkele bomen te worden gerooid in functie van het bouwrijp maken van het perceel. - Volgens de stedenbouwkundige voorschriften van het bijzonder plan van aanleg 'Moleneinde-Kapel-Houdt' zijn de betreffende percelen onder meer bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Binnen de contouren van deze bestemming dient een bouwvrije strook in acht genomen te worden van minimum 15m uit de rooilijn van de industriewegen en toegangswegen. Ten opzichte van zij- en achtergrenzen dient een bouwvrije strook in acht genomen te worden gelijk aan 10% van

-

-

-

-

de perceelsbreedte met een minimum van 7m en een maximum van 15m. De bouwhoogte is beperkt tot 6m. Een grotere bouwhoogte is aanvaardbaar indien de constructies begrepen zijn binnen een hoek van 45° op de perceelsgrenzen. Het nietbebouwde deel dient als groenruimte te worden aangelegd. Alleen het deel van de terreinen ingericht als toegang, parkeerplaats, afgeschermde stapelplaats, mag verhard worden. Een strook van 5m gemeten vanaf de rooilijn van de industrieweg dient, behoudens de toegang, uitsluitend als groene ruimte te worden aangelegd en gehandhaafd. In de overige bouwvrije achteruitbouwstrook t.o.v. de rooilijn worden toegangen en parkeerplaatsen toegelaten. In de bouwvrije zij- en achterstroken is de aanleg van brandwegen toegelaten. Het overige deel dient als een groene ruimte van minimum 3m aangelegd en als dusdanig gehandhaafd te worden. De nieuwbouw wordt ingeplant op minimum 15m uit de rooilijn (perceelsgrens) van de naastliggende toegangsweg. Aan de achterzijde van het perceel is er meer dan 35m tussen de perceelsgrens en het Albertkanaal, zodat de aanvraag automatisch voldoet aan de opgelegde extra bouwvrije strook t.o.v. het Albertkanaal. De inplanting van de waterzuivering staat op 15m van de achterste perceelsgrens en op 14,50m (>10% van 108,78m) van de rechterperceelsgrens. Het slachthuis staat op 16,78m (>15m) respectievelijk 12,99m (>10% van 108,78) van de linkerperceelsgrens. Het slachthuis wordt uitgevoerd met een gevelhoogte van 8,5m, 12m en 13m op respectievelijk 12,98m, 15m en 15m uit de perceelsgrenzen. Deze bouwhoogte zijn hoger dan de vooropgestelde 6m, maar de constructies zijn begrepen binnen een hoek van 45° op de perceelsgrenzen zoals opgenomen in de bepalingen van het BPA. op de perceelsgrens. De waterzuivering heeft achteraan een bouwhoogte van 14,50m op 14,50m van de perceelsgrens. Ook dit blijft wel binnen de vooropgestelde hoek van 45° op de perceelsgrens. Over een breedte van 5m langs de rooilijn met de naastliggende toegangsweg wordt er een groenzone aangelegd, met uitzondering van de toegang tot het perceel. Langs de overige perceelsgrenzen wordt een 3m brede groenzone aangelegd. Deze groenzones bestaan uit een mix van hoogstammig groen (hazelaar, kornoelje, beuk, veldesdoorn en gelderse roos) met als onderbegroeiing groene beukenhaag en vinca minor. Op deze manier is de voorliggende aanvraag in overeenstemming is met de bepalingen van het geldende BPA 'Moleneinde-Kapel-Houdt'. Het voorliggende bouwproject heeft een omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen. In haar advies stelt de Vlaamse Milieumaatschappij - Afdeling Operationeel Waterbeheer dat voor wat betreft het aspect infiltratie van hemelwater de schadelijke effecten kunnen worden ondervangen aangezien de aanvraag voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. Uit het controleformulier m.b.t. de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater e.a. blijkt dat de nieuwe horizontale dakoppervlakte van de gebouwen 12.053,47m² bedraagt. Deze dakoppervlakte watert af naar twee hemelwaterreservoirs met een gezamenlijk volume van 200.000 liter, die overloopt naar een infiltratievoorziening. Het opgevangen hemelwater wordt hergebruikt in het productieproces voor de condensor. De terreinverharding water terecht niet af naar de hemelwaterput, maar naar 2 ondergrondse infiltratievoorzieningen (6-lagige infiltratiekratten) die volgens de aanvraag een buffervolume hebben van 757.680 liter en een infiltratieoppervlakte van 436m². Conform het advies van de provinciale Dienst Integraal Waterbeleid moet de infiltratievoorziening boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand gebouwd worden opdat de infiltratie effectief is. Mits het naleven van deze voorwaarde is de voorliggende aanvraag in overeenstemming met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater e.a. d.d. 5 juli 2013.

-

-

-

Net zoals in het beroepschrift naar aanleiding van de milieuvergunning wordt de vraag gesteld of en in welke mate de dienst Integraal Waterbeleid van de provincie in hun advies m.b.t. de waterkwantiteit rekening heeft gehouden met de combinatie van de voorliggende aanvraag, de geplande RWA-afkoppeling van de reeds aanwezige bedrijven in de Nijverheidsstraat en de lozingen van de reeds aanwezige bedrijven. De vrees voor wateroverlast kan dan ook niet worden genegeerd. Ter hoogte van een afwateringsgracht naar de Zandvoortloop treedt bij grote regenval wateroverlast op in de tuinen van enkele aanpalende woningen. Wateroverlast als gevolg van grote regenval kan in de toekomst niet uitgesloten worden, in het bijzonder bij toename van het debiet door het geloosde afvalwater. De voorliggende aanvraag bevat een project-MER. De beoordeling en remediëring van de mogelijke milieueffecten van het project maakt onderdeel uit van de milieuvergunningsaanvraag die momenteel nog lopende is. Het college van burgemeester en schepenen is van oordeel dat het besluit van de bestendige deputatie van 22 januari 2015 waarbij een milieuvergunning werd verleend voor de exploitatie van een nieuw slachthuis aan de nv De Lokery, gelegen Nijverheidsstraat 24 in Westerlo, onvoldoende garanties biedt om de hinder naar de omgeving te voorkomen en beperken. Op 16 februari 2015 besliste het college van burgemeester en schepenen dan ook tot het instellen van een beroep tegen dit besluit. De beroepsprocedure tegen deze aanvraag voor een milieuvergunning is nog lopende bij de bevoegde Vlaamse minister. De in het beroepsschrift aangevoerde argumenten hebben betrekking op geur, (afval)water, mobiliteit en ruimtelijke draagkracht als gevolg van de inplanting van dit nieuwe slachthuis. De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De aanvraag betreft een industriële activiteit en wordt in overeenstemming geacht met de bestemmingsvoorschriften van het goedgekeurde bijzonder plan van aanleg 'Moleneinde-Kapel-Houdt'. De bouw van de gebouwen en constructies situeert zich in het industriegebied tussen de E313 en het Albertkanaal (het Economisch Netwerk Albertkanaal). De dorpskom van Oevel wordt van deze industriezone gescheiden door de E313. De meest nabije woonzone van de dorpskern van Oevel bevindt zich op 250m afstand van de woonzone. Deze wordt afgescheiden van deze woonzone door de autosnelweg E313. De woonwijk Onze-Lieve-Vrouwstraat bevindt zich op +/-450m van de inrichting en wordt enkel gescheiden door de Nijverheidsstraat van de inrichting. Ten westen van de voorliggende aanvraag is het gemeentelijk kerkhof gelegen. Juist omwille van deze specifieke ligging (nabij de dorpskom Oevel en gemeentelijk kerkhof), dient de vergunningverlenende overheid ervan uit te gaan dat de eventuele effecten van de inrichting zich niet beperken tot administratieve grenzen (perceel, bestemming). In het kader van de milieuvergunningsprocedure is gebleken dat de omvang van het gevraagde slachthuis op deze locatie tot gevolg heeft dat de best beschikbare technologie niet kan toegepast worden én er geen toe- en uitgang langs de onreine zone op eigen terrein kan voorzien worden (omwille van de beperkte beschikbare oppervlakte). In het kader van de milieuvergunningsprocedure heeft de gemeente namelijk meermaals uitdrukkelijk gevraagd om de toegang langs de onreine zone, rechtstreeks aansluitend op de Nijverheidsstraat en volledig op eigen perceel te leggen ten minste tot voorbij de toegangsweg naar het kerkhof. De serene sfeer van het afscheid van een overledene mag namelijk niet verstoord worden door

de aanwezigheid van slachthuistransporten. In dit opzicht dienen ook conflictsituaties tussen slachthuistransporten en bezoekers van het kerkhof vermeden te worden. Volgens het college van burgemeester en schepenen is plaatsgebrek de enige reden waarom niet op het verzoek van de gemeente wordt ingegaan en blijft de vraag of de gewenste exploitatie/capaciteit niet te ruim genomen is in verhouding met de perceelsoppervlakte. Om deze reden is het college van burgemeester en schepenen van oordeel dat de voorliggende aanvraag functioneel niet inpasbaar is op deze locatie. o Mobiliteitsimpact De voorliggende aanvraag is gelegen nabij het open afrittencomplex Geel-West (E313). De aanvraag ontsluit via de Nijverheidsstraat en de Snelwegstraat (gewestweg) op de nieuwe noord-zuidverbinding en op de E313. Verwacht kan worden dat de transporten niet door het centrum en de woonstraten van Oevel komen, maar via de E313 of de Noord-Zuidverbinding. Uit de beschrijvende nota blijkt dat het nieuwe slachthuis 116 nieuwe vrachtwagenbewegingen genereert (58 vrachtwagens per dag voor de aanvoer van levende varkens, afvoer karkassen, slachtafval, mest en slib van de waterzuivering en maag- en darminhoud) die langs deze toegangsweg op de Nijverheidsstraat ontsluiten. De aanvoer van levende varkens (35 vrachtwagens per dag) gebeurt tussen 2u 's nachts en 14u. Inzake afvoer zullen dagelijks 18 vrachtwagens met karkassen vertrekken, wekelijks ongeveer 10 transporten plaatsvinden voor de afvoer van slachtafval, vijf transporten voor de afvoer van mest en slib van de waterzuivering en 10 voor de afvoer van maag- en darminhoud. De producten worden afgevoerd tussen 12u en 16u. Door het nieuwe slachthuis zal Bens NV 8 vrachten per dag meer genereren. Het slachthuis verwacht +/-80 werknemers tewerk te stellen, met mogelijke doorgroei naar 100 werknemers op termijn. De werknemers zullen in twee ploegen van 40 werknemers werken met een ploegenwissel omstreeks 13u (vroege schift: 5-13u en late schift: 13-21u). Deze schiften starten en eindigen dus vroeger dan die van de andere bedrijven (gebruikelijke ploegenwissel omstreeks 14u). Zowel het vrachtverkeer van Bens NV als het personeel ontsluiten via de bestaande in- en uitrit van de reine zone. Door de combinatie van het verwachte aantal voertuigbewegingen en de spreiding van de vrachten autobewegingen doorheen de dag/nacht en de week beperkt de mobiliteitsimpact zich tot een aanvaardbaar niveau. De voorziene toegangsweg is weliswaar een openbare weg, in beheer van de gemeente, maar met een specifieke bestemming. Deze doodlopende toegangsweg wordt namelijk enkel gebruikt als toegang tot het kerkhof en het achterliggend bedrijf. In het kader van de milieuvergunningsprocedure heeft de gemeente meermaals uitdrukkelijk gevraagd om de toegang langs de onreine zone, rechtstreeks aansluitend op de Nijverheidsstraat en volledig op eigen perceel te leggen ten minste tot voorbij de toegangsweg naar het kerkhof. De serene sfeer van het afscheid van een overledene mag namelijk niet verstoord worden door de aanwezigheid van slachthuistransporten. In dit opzicht dienen ook conflictsituaties tussen slachthuistransporten en bezoekers van het kerkhof vermeden te worden. Volgens het college van burgemeester en schepenen is plaatsgebrek de enige reden waarom niet op het verzoek van de gemeente wordt ingegaan en blijft de vraag of de gewenste exploitatie/capaciteit niet te ruim genomen is in verhouding met de perceelsoppervlakte. o Schaal De nieuwbouw betreft grootschalige industriële gebouwen en constructies met bouwhoogtes variërend tussen 8,5m en 14,50m. De omgeving betreft een industrieterrein met een groot aantal gebouwen van allerlei aard en verschillend van vorm en volumes (gelijkaardige bouwhoogtes en bebouwde oppervlaktes). In alle kan

o

o

o

o

o

redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte en gabarit betreft niet storend is in deze ruimtelijke context. Wat de inplanting en bouwhoogte betreft, is de voorliggende aanvraag in overeenstemming met de geldende stedenbouwkundige voorschriften van het BPA 'Moleneinde-Kapel-Houdt'. Het college van burgemeester en schepenen is wel van mening dat de combinatie van de omvang van het gevraagde slachthuis en de beperkte beschikbare oppervlakte op deze locatie tot gevolg heeft dat de best beschikbare technologie (m.b.t. geur en water) niet kan toegepast worden en er geen toe- en uitgang langs de onreine zone op eigen terrein kan voorzien worden. Ondanks het feit dat de voorliggende stedenbouwkundige aanvraag voldoet aan de gewestelijke verordening hemelwater e.a., biedt de voorliggende aanvraag onvoldoende garantie om wateroverlast als gevolg van grote regenval in de omgeving te vermijden, in het bijzonder bij toename van het debiet door het geloosde afvalwater dat afgevoerd moet worden via ondergedimensioneerde grachten. Als gevolg van de inplanting van dit nieuwe slachthuis op deze locatie wordt de ruimtelijke draagkracht van het terrein alsook van de omgeving overschreden. Ruimtegebruik en bouwdichtheid De verharde oppervlakte neemt sterk toe. De afstanden tot de perceelsgrenzen blijven voldoende groot. De bijkomende verharding kent een functioneel gebruik als toegangsweg, brandweg, personeelsparking en manoeuvreerruimte voor vrachtwagens. Gelet op de ruimtelijke context van een bedrijventerrein en de oppervlakte van dit terrein, is de verhouding bebouwde zone en open ruimte niet storend naar de onmiddellijke omgeving toe. Overeenkomstig het BPA 'MoleneindeKapel-Houdt' wordt rondom het terrein een groenbuffer van 5m, respectievelijk 3m breed voorzien bestaande uit hoogstammig groen en onderbegroeiing. De gewenste exploitatie/capaciteit is echter te ruim in verhouding met de perceelsoppervlakte. Door de omvang van de exploitatie en de beperkte oppervlakte van het betrokken perceel kan hier namelijk de best beschikbare technologie (m.b.t. geur en water) niet toegepast worden en kan er geen toe- en uitgang langs de onreine zone op eigen terrein voorzien worden. Visueel-vormelijke elementen De gevels van de nieuwbouw worden afgewerkt met lichtgrijze betonpanelen, blauwe sandwichpanelen, donkergrijs buitenschrijnwerk. Het plat dak wordt afgewerkt met lichtstraten in polycarbonaat. Dit materiaal- en kleurgebruik sluit aan bij de bestaande bebouwing op de site. Gelet op de verscheidenheid van de bebouwing op het bedrijventerrein kunnen de voorgestelde dakvorm en gevelmaterialen aanvaard worden. Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. Hinderaspecten Het aspect milieuhinder en de eventuele milderende maatregelen, evenals de kwantitatieve en kwalitatieve werking, onderhoud en opvolging van de geurfilters en waterzuiveringsinstallatie (en bijhorende kwantitatieve en kwalitatieve parameters) worden uitgebreid onderzocht in het kader van de milieuvergunningsaanvraag. De beroepsprocedure tegen deze aanvraag voor een milieuvergunning is nog lopende bij de bevoegde Vlaamse minister. Het college van burgemeester en schepenen is hierbij

van oordeel dat het besluit van de bestendige deputatie van 22 januari 2015 waarbij een milieuvergunning werd verleend voor de exploitatie van een nieuw slachthuis aan de nv De Lokery, gelegen Nijverheidsstraat 24 in Westerlo, onvoldoende garanties biedt om de hinder naar de omgeving te voorkomen en beperken. Op 16 februari 2015 besliste het college van burgemeester en schepenen dan ook tot het instellen van een beroep tegen dit besluit. De in het beroepsschrift aangevoerde argumenten hebben betrekking op geur, (afval)water, mobiliteit en ruimtelijke draagkracht als gevolg van de inplanting van dit nieuwe slachthuis. De combinatie van de specifieke ligging, de omvang van het gevraagde slachthuis en de beperkte beschikbare oppervlakte op deze locatie heeft tot gevolg dat de best beschikbare technologie (m.b.t. geur en water) hier niet kan toegepast worden. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen (SEVESO-bedrijf). Het aspect (volks)gezondheid, evenals de kwantitatieve en kwalitatieve werking, onderhoud en opvolging van de geurfilters en waterzuiveringsinstallatie (en bijhorende kwantitatieve en kwalitatieve parameters) worden uitgebreid onderzocht in het kader van de milieuvergunningsaanvraag. Het college van burgemeester en schepenen is hierbij van oordeel dat het besluit van de bestendige deputatie van 22 januari 2015 waarbij een milieuvergunning werd verleend voor de exploitatie van een nieuw slachthuis aan de nv De Lokery, gelegen Nijverheidsstraat 24 in Westerlo, onvoldoende garanties biedt om de hinder (geur, (afval)water, mobiliteit en ruimtelijke draagkracht) naar de omgeving te voorkomen en beperken. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen Het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen wordt uitgebreid onderzocht in het kader van de milieuvergunningsaanvraag, waarvoor de beroepsprocedure nog lopende is. Het college van burgemeester en schepenen is hierbij van oordeel dat het besluit van de bestendige deputatie van 22 januari 2015 waarbij een milieuvergunning werd verleend voor de exploitatie van een nieuw slachthuis aan de nv De Lokery, gelegen Nijverheidsstraat 24 in Westerlo, onvoldoende garanties biedt om de hinder (geur, (afval)water, mobiliteit en ruimtelijke draagkracht) naar de omgeving te voorkomen en beperken. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Bijzonder plan van aanleg 'Moleneinde-Kapel-Houdt', goedgekeurd bij ministerieel besluit van 10 maart 1995. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 betreffende de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen) tot aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.

- Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging (art. 6). - Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage (rubriek 7F, bijlage II). - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar 19 mei 2015. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2015000193 omschrijving project Stedenbouwkundige aanvraag raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen weigert vergunning aan De Lokery nv, Oude-Bruglaan 53 in 9160 Lokeren, voor het bouwen van een nieuwbouw = slachthuis en waterzuivering met biofilters, verharding parking en aanhorigheden + het vellen van bomen, op het perceel sectie A (Oevel) nr. 424R2, gelegen Nijverheidsstraat 24 in 2260 Westerlo. 035

Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Weigering: Geelsestraat 20-22 (2015/030) 80.

Inleiding Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvrager81 heeft op 4 maart 2015 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = twee eengezinswoningen, op het perceel sectie E(TLO), nr. 301R en 302C2, gelegen Geelse straat 20-22 in 2260 Westerlo. - Met betrekking tot deze aanvraag is tussen de bouwheer en de dienst Ruimtelijke Ordening reeds veelvuldig contact geweest met betrekking tot de randvoorwaarden voor het betreffende perceel (cfr. mailverkeer o.a. d.d. 17/2/2014, 30/9/2014 en 3/11/2014). - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 2 juni 2015 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 12 maart 2015.

80 81


- De aanvraag is gelegen in een woongebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - Het perceel van de aanvraag is niet gelegen binnen de contouren van een niet-vervallen goedgekeurde verkaveling, bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan. - De aanvraag is gelegen langsheen de Geelse straat, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een asfaltverharding. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er werd een beperkt openbaar onderzoek georganiseerd van 23 april 2015 t.e.m. 22 mei 2015. Er werd één bezwaarschrift ingediend dat handelde over de volgende aspecten: 1. De nieuwe woningen zullen aan de rechterzijkant van de woning van de bezwaarindiener veel zonlicht in de veranda en aanpalende leefruimtes wegnemen door de eerste verdieping die 13 meter diep is. Alvorens de bezwaarindiener de betreffende woning aankocht werd op de dienst ruimtelijke ordening mondeling meegedeeld dat de bouwdiepte op de eerste verdieping maximaal even diep was als de eerste verdieping van de woning van de bezwaarindiener, zijnde 10 meter. We zijn nu slechts enkele maanden verder en toch ligt er nu een plan voor dat 13 meter diep is op de eerste verdieping. 2. Het bouwen van deze 2 woningen met kruipruimte gefundeerd tot op 1,60 meter onder trottoirniveau zal hoogstwaarschijnlijk leiden tot aanzienlijke schade bij beide buurwoningen rekening houdend met het funderingstype en -niveau van deze oude woningen. Het diep funderen van deze woning zal onvermijdelijk de toegang langs de zijkant van de woning van de bezwaarindiener verhinderen. Deze zijuitgang is de enige toegang tot de tuinzijde van deze woning waar ook de autostaanplaats is. 3. Bovendien is er aan de zijkant van de woning van de bezwaarindiener een erfdienstbaarheid gelegen. De bezwaarindiener verwacht dat deze wegenis gevrijwaard blijft tijdens de uitvoering van de werken. Dit is niet alleen een wegenis voor de betreffende woning maar ook voor de woning gelegen Geelse straat 26. Deze wegenis is de enige toegang naar de zijdeur en naar de achterzijde en tuin van de woning van de bezwaarindiener. De bezwaarindiener verwacht dat de wegenis na de werken opnieuw verhard zal worden. Deze bezwaarschriften worden als volgt behandeld: 1. De woning van de bezwaarindiener (links aanpalende buur) kent volgens de bekende kadastrale gegevens een jaaropbouw van 1950 en werd recent verbouwd/opgeknapt. Het gabarit bestaat uit 2 bouwlagen en een hellend dak. Het hoofdvolume heeft een bouwdiepte van +/- 10m. De lage achterbouw bestaat uit een bouwlaag en een hellend dak (nok dwars op de straat). Op deze manier wordt een totale bouwdiepte van +/-22m bereikt. Het perceel van de aanvraag is langsheen de linker perceelsgrens (= de gemeenschappelijke perceelsgrens) belast met een erfdienstbaarheid van 1,12m ter hoogte van de voorgevel en 1,34m ter hoogte van de achtergevel. De leefruimtes van de woning van de bezwaarindiener bevinden zich op het gelijkvloers in de lage aanbouw achteraan en trekken in belangrijke mate hun natuurlijk daglicht vanuit de ramen in de vrije rechter zijgevel. Deze vrije zijgevel op de gemeenschappelijke perceelsgrens komt op 1-1,50m (erfdienstbaarheid) van de linker zijgevel van de voorliggende aanvraag te liggen. Door de combinatie van de zuidwestelijke ligging van de voorliggende nieuwbouw (t.o.v. de linkse aanpalende woning), de beperkte afstand van 1-1,50m tot de zijgevel

van deze aanpalende woning (erfdienstbaarheid) en de voorziene bouwdiepte van 13m op de verdieping bij de voorliggende nieuwbouw, kan verwacht worden dat de voorliggende aanvraag veel schaduwhinder veroorzaakt in de veranda en leefruimtes van de linker aanpalende woning. Om deze reden dient de bouwdiepte op de verdieping beperkt te worden tot 9-10m (de bouwdiepte van de aanpalende woningen). Dit werd per mail zo aan de bouwheer meegedeeld op 7 februari 2014. Op 24 september 2014 heeft de bouwheer per mail aan de dienst Ruimtelijke Ordening 3D-schetsen bezorgd van een voorontwerp met een bouwdiepte van 17m op het gelijkvloers en op de eerste verdieping de diepte van de buurman rechts (+/-9m), waartegen wordt gebouwd. Het bezwaar wordt weerhouden. 2. Eventuele schade als gevolg van de werken is geen stedenbouwkundig aspect, maar een burgerrechterlijk aspect tussen de bouwheer en de bezwaarindiener. Het bezwaar wordt niet weerhouden. 3. Het vrijwaren van de erfdienstbaarheid tijdens de uitvoering van de werken is geen stedenbouwkundig aspect, maar een burgerrechterlijk aspect tussen de bouwheer en de bezwaarindiener. Het bezwaar wordt niet weerhouden Adviezen Er diende geen adviezen gevraagd te worden. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het bouwen van twee gekoppelde eengezinswoningen. - De twee gekoppelde eengezinswoningen worden zoals de naastliggende woningen ingeplant op de rooilijn van de Geelse straat, op de rechterperceelsgrens (tegen de rechter aanpalende woning) en op 1-1,50m van de linker perceelsgrens (= zijgevel aanpalende buur) als gevolg van een bij notariële akte vastgelegde erfdienstbaarheid. De twee gekoppelde eengezinswoningen bestaan uit twee bouwlagen en een hellend dak. De maximale bouwdiepte van de woningen op het gelijkvloers bedraagt 17m, op de verdieping 13m, de dakbasis 8,80m. De uitbouw op de verdieping en gelijkvloers worden afgewerkt met een plat dak. De maximale kroonlijsthoogte en nokhoogte bedragen respectievelijk 6,20m en 10,20m. Naar indeling toe vormen de twee woningen elkaars spiegelbeeld. Op het gelijkvloers van de twee woningen bevindt zich telkens een hal, leefruimten (keuken en woonkamer) met trap en een berging. Op de verdieping bevinden zich telkens twee slaapkamers en een badkamer. Onder het dak is nog een derde slaapkamer en een technische ruimte voorzien. - Achteraan op het perceel worden twee parkeerplaatsen in open lucht voorzien die ontsloten worden via de achterliggende straat die grenst aan het betrokken perceel. - Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. - De aanvrager voorziet in twee hemelwaterputten van 5.000 liter. Herbruik van het hemelwater zal gebeuren via een wasmachine, toiletten en buitenkraan. De aanvrager plaatst 2 infiltratievoorzieningen van 750 liter (1,2m²) en 650 liter (1,04m²). De aanvraag is in overeenstemming met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat een MER-screeningsnota vereist is. Rekening houdend met de kenmerken van het project en de omgeving blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. - De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke

draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De omgeving bestaat uit gekoppelde en gegroepeerde eengezinswoningen op eerder smalle percelen. De voorliggende aanvraag wordt functioneel inpasbaar geacht indien er rekening wordt gehouden met de gestelde randvoorwaarden en dit in het bijzonder met betrekking tot de bouwdiepte op de verdieping. o Mobiliteitsimpact De voorliggende aanvraag heeft nagenoeg geen mobiliteitsimpact. Achteraan op het perceel worden twee parkeerplaatsen in open lucht voorzien,die ontsloten worden via de achterliggende straat die grenst aan het betrokken perceel. In de gemeente Westerlo wordt een norm van 1,5 parkeerplaats per woonentiteit vooropgesteld. De voorliggende aanvraag omvat 2 grondgebonden eengezinswoningen met 3 slaapkamers. Bijgevolg kan verwacht worden dat de doelgroep voor deze woningen (jonge) gezinnen betreft die vaak over 2 wagens beschikken. Om deze reden dient voor elke woning 2 parkeerplaatsen voorzien te worden (in totaal 4). o Schaal De omgeving bestaat uit vrijstaande en gekoppelde eengezinswoningen bestaande uit twee bouwlagen afgedekt met een zadeldak. Gelet op het voorgestelde bouwvolume van twee bouwlagen met een hellend dak kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte en gabarit betreft niet storend is in de ruimtelijke context. Daar het hoofdgebouw van de naastliggende woningen een bouwdiepte van 9 tot 10m heeft, kan gesteld worden dat een bouwdiepte op de verdieping tot 13m storend is in de ruimtelijke context (zie verder beoordelingsaspect 'hinder). o Ruimtegebruik en bouwdichtheid De voorliggende aanvraag voorziet gekoppelde bebouwing tot op de zijdelingse perceelsgrenzen, overeenkomstig de omliggende bebouwing in de Geelse straat (met uitzondering van de linkse aanpalende woning met erfdienstbaarheid). Achter de twee gezinswoningen worden diepe tuinen voorzien. De verharding blijft beperkt tot de parkeerplaatsen, tuinpaden en achterliggend terras. De verhouding bebouwde zone en open ruimte is in evenwicht. o Visueel-vormelijke elementen De woning voorziet in twee bouwlagen en een hellend dak. De gevels worden uitgevoerd in een lichtgrijze en donkergrijze handvormsteen, het dak met zwartgrijze dakpannen. De materiaalkeuze zorgt samen met de raamindeling voor een eerder moderne architecturale vormgeving. Gelet op de verscheidenheid in het straatbeeld kunnen de gevelmaterialen aanvaard worden. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. Het voorgestelde terreinprofiel op de plannen wordt aanvaard. o Hinderaspecten Door de combinatie van de zuidwestelijke ligging van de voorliggende nieuwbouw (t.o.v. de linkse aanpalende woning), de beperkte afstand van 1-1,50m tot de zijgevel van deze aanpalende woning (erfdienstbaarheid) en de voorziene bouwdiepte van 13m op de verdieping bij de voorliggende nieuwbouw, kan verwacht worden dat de voorliggende

aanvraag veel schaduwhinder veroorzaakt in de veranda en leefruimtes van de linker aanpalende woning. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen Door de combinatie van de zuidwestelijke ligging van de voorliggende nieuwbouw (t.o.v. de linkse aanpalende woning), de beperkte afstand van 1-1,50m tot de zijgevel van deze aanpalende woning (erfdienstbaarheid) en de voorziene bouwdiepte van 13m op de verdieping bij de voorliggende nieuwbouw, kan verwacht worden dat de voorliggende aanvraag veel schaduwhinder veroorzaakt in de veranda en leefruimtes van de linker aanpalende woning. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, maar niet met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Ongunstig Motivatie standpunt college Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ongunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 2 juni 2015 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging en latere wijzigingen. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 2 juni 2015. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2015000193 omschrijving project Stedenbouwkundige aanvraag raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen

BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen weigert vergunning 82 voor het bouwen van een nieuwbouw = twee eengezinswoningen, op het perceel sectie E(TLO), nr. 301R en 302C2, gelegen Geelse straat 20-22 in 2260 Westerlo. 036

Ruimtelijke Ordening. Verkavelingsaanvraag. Vergunning: 83 Hogekant (334TLO).

Inleiding Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvrager84 heeft op 30 december 2014 een verkavelingsaanvraag ingediend voor het verkavelen van de percelen sectie D(Tlo) nr. 30T/deel en 30W in 2 kavels voor open bebouwing, gelegen Hogekant in 2260 Westerlo. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 2 juni 2015 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier is volledig en ontvankelijk verklaard op 29 januari 2015. - De aanvraag is gelegen in een woonzone volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - De aanvraag is gelegen langs de gemeenteweg Hogekant, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een asfaltverharding. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. - Het perceel nr. 30W vormt op dit moment mee de tuin van de woning Hogekant nr. 17. De woning Hogekant nr. 17 dateert volgens de kadastergegevens van 1950. Openbaar onderzoek Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 19 februari 2015 tot en met 20 maart 2015. Er werden geen bezwaren of opmerkingen ingediend. Adviezen Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie

82


-

-

-

-

-

-

De voorliggende aanvraag voorziet in het verkavelen van de percelen nr. 30T/deel en 30W in 2 kavels voor vrijstaande bebouwing, gelegen tussen de woningen Hogekant nr. 17 en nr. 25. De percelen nr. 30T/deel en 30W vormen op dit moment de tuin van de woning Hogekant nr. 17 De kavel 1 heeft een oppervlakte van 7a 50ca, de kavel 2 is 9a groot. De kavel 1 is 15m breed, de kavel 2 kent een breedte van 18m. De zijdelingse perceelsgrenzen van de beide kavels liggen loodrecht op de rooilijn en zijn 50,01m diep. De strook voor de hoofdgebouwen is op beide kavels 17m diep en wordt ingetekend op 12m uit de as van de weg en op 3m van en evenwijdig met de zijdelingse perceelsgrenzen. Op 27m uit de voorgevelbouwlijn en binnen de 47m uit de rooilijn wordt de zone voor bijgebouwen ingetekend. De verkavelaar voorziet ter hoogte van de strook voor bijgebouwen een bouwvrije strook van 3m ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrenzen. De verkaveling voorziet als bestemming eengezinswoningen, met inbegrip van zorgwoningen. De verkavelaar stelt in de voorschriften dat complementaire functies zoals kantoorfunctie, vrij beroep en dienstverlening zijn toegelaten mits de woonfunctie behouden blijft als hoofdfunctie en mits de complementaire functie enkel op het gelijkvloers wordt ingericht, én maximum 50% van de bebouwde bewoonbare oppervlakte beslaat. De voorgestelde oppervlakte wordt door de gemeente aangepast naar een maximale vloeroppervlakte van 50m². Bijkomend dient er verplicht voorzien te worden in een autostaanplaats of garage op het perceel, ofwel inpandig ofwel in de strook voor de bijgebouwen. De strook voor de bijgebouwen wordt ingetekend tot op 3m van de zijdelingse perceelsgrenzen op het verkavelingsplan. De strook voor de bijgebouwen wordt op het verkavelingsplan in rood uitgebreid tot tegen de zijdelingse perceelsgrenzen zodat het mogelijk wordt om in het verlengde van de oprit de autobergplaats op te richten tot tegen de perceelsgrens in plaats van op 3m van de perceelsgrens. Voor het overige dienen de bijgevoegde voorschriften gevolgd te worden. Er wordt opgemerkt dat voor de kavel 2 een elektriciteitspaal staat op openbaar domein. Er dient dan ook bij de uitvoering van de verkaveling rekening gehouden te worden met de aanwezigheid van elektriciteitspalen en verdeelkasten. Het verplaatsen van deze palen en kasten is niet aangewezen en kan als uitzondering gebeuren op kosten van de aanvrager van de verplaatsing. De voorliggende verkaveling heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid kan geoordeeld worden dat het schadelijk effect beperkt is. Daar de aanvraag niet gepaard gaat met de aanleg van een nieuwe weg is de gewestelijke hemelwaterverordening e.a. van 5 juli 2013 niet van toepassing op voorliggende verkavelingsaanvraag. De latere stedenbouwkundige aanvraag voor de bouw van de woningen valt wel onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening. Bij de voorliggende aanvraag zit een MER-screeningsnota toegevoegd. Hieruit blijkt dat de voorliggende aanvraag geen aanzienlijke milieueffecten met zich meebrengt. De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De omliggende omgeving wordt gekenmerkt door eengezinswoningen in vrijstaande bebouwing. De kavels die gecreëerd worden ingevolge voorliggende aanvraag zijn eveneens bestemd voor het oprichten van vrijstaande eengezinswoningen. De aanvraag situeert zich in een woongebied. De minimum kavelbreedte, namelijk 15m, wordt gehaald voor de kavel 1, de kavel 2 heeft een breedte van 18m. Er kan bijgevolg gesteld worden dat de voorliggende aanvraag functioneel inpasbaar wordt geacht in de onmiddellijke omgeving. o Mobiliteitsimpact

De voorliggende aanvraag heeft betrekking op het realiseren van twee bijkomende bouwgronden voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning. Het aantal vervoersbewegingen als gevolg van het project blijven beperkt. De impact op de mobiliteit in de onmiddellijke omgeving is dan ook te verwaarlozen. o Schaal Het gangbare gabariet voor vrijstaande bebouwing wordt voorop gesteld, namelijk twee bouwlagen afgewerkt met een zadeldak (kroonlijsthoogte maximum 6,5m, nokhoogte maximum 11m), alsook de mogelijkheid tot de afwerking met een plat dak. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan typologie van gebouwen. Er kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat betreft het toegelaten gabarit niet storend zal zijn in de ruimtelijke context. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid De aangevraagde kavels hebben voldoende afmetingen om als volwaardige bouwpercelen te kunnen doorgaan. De verhouding bebouwde zone en open ruimte is in evenwicht en niet storend naar de onmiddellijke omgeving toe. Buiten de bouwstrook en de nodige verhardingen zullen de kavels een groen karakter verkrijgen. o Visueel-vormelijke elementen De woningen, met een kroonlijsthoogte van maximum 6,5m, moeten afgewerkt worden ofwel met een schuin dak dat een helling heeft van minimum 35° en maximum 55°of een plat dak. De voorschriften voorzien dat de gevels dienen opgetrokken te worden in gevelbaksteen of bepleistering, eventueel te combineren met hout, natuursteen of metaal. Blinde gevels worden niet toegelaten. Voor de bedekking van de schuine daken worden pannen of (kunst)leien, zink, koper vooropgesteld. De voorgestelde gabarieten en gevelmaterialen kunnen aanvaard worden. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. o Hinderaspecten Eventuele hinderaspecten ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan in overeenstemming gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de goede ruimtelijke ordening. Motivatie standpunt college Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar van 2 juni 2015 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Decreet van 27 maart 2009 betreffende het gronden pandenbeleid en wijzigingen. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 2 juni 2015. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten. actienummer 2015000193 omschrijving project Verkavelingvergunning raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT 85 Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning voor het verkavelen van de percelen sectie D(Tlo) nr. 30T/deel en 30W in 2 kavels voor open bebouwing, gelegen Hogekant in 2260 Westerlo. Artikel 2 Volgende voorwaarden dienen te worden nageleefd: 1) de aanleg van de waterleiding gebeurt ten laste van de verkavelaar evenals de aanleg van de andere nutsvoorzieningen overeenkomstig de terzake geldende reglementering van de beherende maatschappij 2) de bouwstroken inplanten zoals voorzien op het verkavelingsvoorstel 3) de bijgaande stedenbouwkundige voorschriften. -

037

Secretariaat. Gemeenteraad. Voorstel agenda 22 juni 2015.

Feiten en context Volgens het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad opgemaakt in zitting van 22 april 2013 vergadert de gemeenteraad ten minste tienmaal per jaar en zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren, het vereisen. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Organisatie ondersteuning actie Wedden en vergoedingen mandatarissen

85


actienummer omschrijving project raming kosten raming opbrengsten

2015000010 Gemeenteraad Zitpenningen in functie van de aanwezigheden NVT

Juridische grond Artikel 20 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, gewijzigd door het decreet van 29 juni 2012, bepaalt dat de voorzitter van de gemeenteraad beslist tot de bijeenroeping van de gemeenteraad en dat hij de dagorde op stelt. Artikel 57 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, gewijzigd door het decreet 29 juni 2012, bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen de beraadslagingen voor de gemeenteraad voorbereidt. BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de punten die door de diensten ter beraadslaging worden voorgedragen voor de gemeenteraad van 22 juni 2015. Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen maakt een voorstel van dagorde over aan de voorzitter van de gemeenteraad zodat hij kan overgaan tot de bijeenroeping van de gemeenteraad. 038

Secretariaat. OCMW. Kennisname overzichtslijst Raad voor Maatschappelijk Welzijn 29 april 2015.

Voorgeschiedenis Op 19 mei 2015 is de overzichtslijst toegekomen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 29 april 2015. Op 19 mei 2015 werd deze lijst bezorgd aan de betrokken diensten. Er werden geen opmerkingen gemaakt. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan OCMW actie Samenwerking OCMW-gemeente actienummer 2015140209 omschrijving project OCMW toezicht raming kosten / raming opbrengsten / Juridische grond Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2008 – met name afdeling II – algemeen bestuurlijk toezicht. Artikel 254 stelt dat een lijst met een beknopte omschrijving van de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn, binnen de twintig dagen nadat ze zijn genomen, aan het college van burgemeester en schepenen moet worden overgemaakt. Artikel 257 stelt dat als het college van burgemeester en schepenen van oordeel is dat een besluit van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn zoals vermeld in artikel 254 of in artikel 255, het gemeentelijk belang en inzonderheid de financiële belangen van de gemeente schaadt, een beroep kan instellen bij de provinciegouverneur, behalve indien het betrokken besluit reeds was goedgekeurd of vastgesteld door de gemeenteraad. Dat beroep

moet worden ingesteld binnen een termijn van 20 dagen. De termijn van 20 dagen gaat in op de derde dag die volgt op de verzending van de besluiten, vermeld in artikel 255, of van de lijst van de aangelegenheden vermeld in artikel 254. BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beknopte omschrijving van de besluiten van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 29 april 2015. 039

Overheidsopdrachten. Openbare verkoop allerlei goederen van gemeente. Goedkeuring lijst met aangeboden loten en verkoopsvoorwaarden.

Argumentatie De technische dienst organiseert een openbare verkoop van allerhande goederen. De openbare verkoop vindt plaats op 16 juni 2015 in het technisch centrum, gelegen te Oevelse Dreef 33 te 2260 Tongerlo. In totaal worden er 103 loten aangeboden. De loten worden bij wijze van openbare verkoop verkocht en per lot toegewezen aan de hoogst biedende. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan 1) Technische ondersteuning 2) Kwaliteitsvolle leefomgeving actie 1) Voertuigen 2) Verkoop van hout en oud ijzer actienummer 1) 2015140300 2) 2015140354 omschrijving project Openbare verkoop van gemeentegoederen inclusief hout / kosten raming opbrengsten Opbrengst is afhankelijk van de biedingen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst met te verkopen gemeentegoederen en verkoopsvoorwaarden goed. De goederen worden verkocht bij wijze van openbare verkoop en per lot toegewezen aan de hoogst biedende. Artikel 2 De openbare verkoop gaat door op dinsdag 16 juni 2015 in de gemeentelijke werkplaatsen, Oevelse Dreef 33 te 2260 Tongerlo. Artikel 3 De ontvangsten zijn te boeken op het exploitatiebudget 2015 met actie 2015140300 en 2015140354. 040

Overheidsopdrachten. Vervoer kampmateriaal per vrachtwagen van jeugdverenigingen uit Westerlo tijdens zomervakantie 2015. Toewijzing.

Voorgeschiedenis Op 27 april 2015 keurde het college van burgemeester en schepenen de lastvoorwaarden, gunningswijze en lijst met aan te schrijven leveranciers goed voor een overheidsopdracht van levering met als voorwerp: 'Vervoer kampmateriaal per vrachtwagen (h/t) van

jeugdverenigingen uit Westerlo tijdens zomervakantie 2015' (ref 2015-008). De gunning verloopt via een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaandelijke bekendmaking. Argumentatie Van de 11 aangeschreven firma's dienden 2 firma's tijdig een regelmatige offerte in. In onderstaande tabel wordt het totaal van de ingediende offertes weergegeven: Nr. Naam 1 2

86 87

Postcode

Woonplaats

Prijs incl. btw* 7.247,90 EUR 11.737,00 EUR

Aangezien prijs het enige gunningscriterium is, wordt de opdracht gegund aan de meest voordelige, regelmatige inschrijver. Op grond van de kwalitatieve selectie van de inschrijvingen, het formeel en materieel nazicht van de offertes en de vergelijking van de offertes, stelt de technische dienst voor om de opdracht te gunnen aan de firma met de meest voordelige regelmatige offerte, zijnde BE Trans, Klaus-Michael Kuehnelaan 7 te 2440 Geel, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 7.247,90 EUR incl. 21% btw. De verschillende ritten moeten uitgevoerd worden op de data zoals opgegeven in de technische bepalingen van het bestek en situeren zich tussen 1 juli 2015 en 10 augustus 2015. Juridische grond - Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen alsook KB van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren en KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen. - Overeenkomstig artikel 26, § 1, 1° a kan de opdracht gegund worden bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. - Het besluit van 2 september 2013 van de gemeenteraad waarbij het begrip 'dagelijks bestuur' wordt gedefinieerd en waarin de gevallen worden opgesomd die van een voorafgaand visum door financieel beheerder worden vrijgesteld. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Ondersteuning jeugdwerk actie Organisatie van kampvervoer. Het vervoer van bagage en materialen van en naar de zomerkampen van erkende jeugdverenigingen. actienummer 20151400321 omschrijving project Organiseren van kampvervoer 2015 kosten 7.247,90 EUR incl 21% btw raming opbrengsten Nihil Visum De financieel beheerder verleende haar goedkeuring aan het ontwerpbesluit. BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van nazicht van de offertes van 20 mei 2015 voor een overheidsopdracht van levering met als voorwerp: 'Vervoer van kampmateriaal per vrachtwagen (h/t) voor jeugdverenigingen uit Westerlo tijdens zomervakantie 2015' met ref 2015-008. De

86 87

firmagegevens verwijderd firmagegevens verwijderd

Artikel 2

Artikel 3 Artikel 4 041

gunning verloopt via een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaandelijke bekendmaking. Het college van burgemeester en schepenen beslist op grond van de kwalitatieve selectie van de inschrijving en het administratief en technisch nazicht van de offerte, de opdracht te gunnen aan de meest voordelige, regelmatige inschrijver zijnde BE Trans, Klaus-Michael Kuehnelaan 7 te 2440 Geel, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 7.247,90 EUR incl 21% btw. De kostprijs van 7.247,90 EUR werd vastgelegd op het exploitatiebudget 2015 met actienummer 2015140321 onder bestelbonnummer 2015002199. Het contract is geldig vanaf 1 juli 2015 tot en met 10 augustus 2015. Bibliotheek. Verkoop afgevoerde materialen.

Voorgeschiedenis De bibliotheek organiseert jaarlijks 1 grote verkoop van afgevoerde materialen. Feiten en context De bibliotheek koopt jaarlijks nieuwe materialen. Om de collectie actueel en presentabel te houden is het noodzakelijk om regelmatig materialen af te voeren. Het gaat dan om materialen die verouderd, versleten of niet meer actueel zijn. Deze worden te koop aangeboden in de bib. Deze verkoop start op woensdagavond buiten de openingsuren, en loopt dan voort tijdens de normale uitleenzittingen. De verkoop wordt gepland in het zaaltje van de bib op woensdag 8 juli (18 tot 20u.) en nadien doorlopend tijdens de uitleenuren t.e.m. 1 augustus. De bib stelt voor volgende tarieven te hanteren: - 1 euro per stuk (boek, strip, cd, dvd, tijdschriftjaargang.) - 5 euro voor 6 stuks en 10 EUR voor 12 stuks. Impact op beleids- en beheerscyclus Actieplan Cultuureducatie en leesmotivatie actie Activiteiten bib actienummer 2015140219 omschrijving project Verkoop afgevoerde materialen raming kosten 0 raming opbrengsten 750 euro BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stemt in met het voorstel om een verkoop van afgevoerde materialen te houden in de bib op 8 juli 2015 van 18u tot 20u, en nadien doorlopend tijdens de openingsuren tot en met 1 augustus 2015. De verkoopprijs wordt vastgesteld op 1 euro per stuk (boek, dvd, cd, strip, tijdschriftjaargang). 5 euro voor 6 stuks en 10 EUR voor 12 stuks 042

Toerisme. Nationale Wandeldag KWB 2016. Beslissing samenwerking gemeente Westerlo en KWB.

Voorgeschiedenis E-mail van 19 mei 2015 met de vraag van KWB Westerlo-Centrum voor medewerking van de gemeente Westerlo aan de Nationale Wandeldag in 2016. Feiten en context KWB Westerlo-Centrum organiseert op zondag 20 maart 2016 de Nationale Wandeldag van KWB in Westerlo en vraagt de medewerking van de gemeente bij de organisatie van dit evenement. KWB Westerlo-Centrum wil tijdens dit wandelevenement in het gemeentehuis alle deelnemers een gratis Tongerlo Blond aanbieden. Op die manier kunnen de wandelaars ook een glimp van de binnenkant van het mooie kasteel opvangen. Argumentatie Er worden 2.500 wandelaars uit heel Vlaanderen verwacht die tijdens een wandeling door Westerlo kunnen kennismaken met onze gemeente. Door de deelnemers ook in het gemeentehuis uit te nodigen, kan de Nationale KWB-wandeldag een grote uitstraling geven aan de gemeente Westerlo en het Merodegbied. Het college van burgemeester en schepenen ziet het evenement als een opportuniteit om de wandelsport te promoten in onze gemeente. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Promotie Westerlo en Merodegebied actie Promoacties Toerisme Westerlo actienummer 2015000093 omschrijving project Nationale streekzoektocht Landelijke Gilden raming kosten Personeelskosten voor openstellen gemeentehuis raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen beslist om mee te werken aan de Nationale Wandeldag KWB op 20 maart 2016. Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen beslist dat de dienst toerisme op zondag 20 maart 2016 de inkomhal van het gemeentehuis openstelt en er aanwezig is met een infostand. Artikel 3 Het college van burgemeester en schepenen stelt de toog en tapinstallatie in de inkomhal van het gemeentehuis op 20 maart 2016 ter beschikking van KWB Westerlo-Centrum. Artikel 4 Het college van burgemeester en schepenen vraagt aan de sportdienst en sportraad om deze activiteit te promoten naar de inwoners van Westerlo. Opdrachten Maria Pauwels Danny Peeters 043

reservatie inkomhal gemeentehuis Afspraken ivm gebruik toog en tapinstallatie inkomhal gemeentehuis

Cultuur. Gebruik gemeentelokalen. Week 24 - Bezetting de Merodezaal Heultje in 2016.

Feiten en context

Op donderdag 26 maart 2015 om 19u00 vond in de Merodezaal in Heultje de vergadering plaats tijdens dewelke de Heultjese verenigingen hun activiteiten konden vastleggen voor het jaar 2016. Bezettinglijst ter inzage bij het dossier. Juridische grond Retributiereglement voor het gebruik van gemeentelokalen en De Zoerla voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verhuur zalen en materialen actie Verhuur zalen en materialen actienummer 2015140085 omschrijving project Opbrengst verhuur zalen en materialen raming kosten raming opbrengsten 87 euro voor een eetdag 62 euro voor een quiz 50 euro voor een teerfeest, een beurs, een toneelvoorstelling 25 euro voor een koffiefeest 20 euro voor een kookles 15 euro per daggedeelte voor een vergadering, een wielerkoers, het kermiscafé, een bijeenkomst na een eucharistieviering 10 euro per daggedeelte voor een les of vergadering in de cafetaria de zaal wordt gratis ter beschikking gesteld van de Westelse scholen, van het Rode Kruis voor de bloedinzamelingen en van het Parochieteam voor de catechese BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de bezetting in de Merodezaal in Heultje in 2016. Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen stelt de zaal ter beschikking van de in bijlage vermelde verenigingen mits betaling van de gebruikelijke tarieven. 044

Cultuur. Gebruik gemeentelokalen. Week 24 - de Merodezaal Heultje.

Voorgeschiedenis • E-mail van Peggy De Coux (88) met de vraag om het gebruik van de Merodezaal in Heultje op zaterdag 23 april 2016 voor de organisatie van een communiefeest. • E-mail van Nancy Daneels (89) met de vraag om het gebruik van de Merodezaal in Heultje op zaterdag 20 februari 2016 voor de organisatie van een familiefeest. Juridische grond Retributiereglement voor het gebruik van gemeentelokalen en de Zoerla voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019. Impact op beleids- en beheerscyclus

88 89


actieplan actie actienummer omschrijving project raming kosten raming opbrengsten

Verhuur zalen en materialen Verhuur zalen en materialen 2015140085 Opbrengst verhuur zalen en materialen 135 euro voor een privéfeestje

BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stelt, mits betaling van het gebruikelijke tarief, de Merodezaal in Heultje ter beschikking van de hierboven vermelde personen op de door hen gevraagde data. 045

Cultuur. Gebruik gemeentelokalen. Week 24 - De Zoerla.

Voorgeschiedenis Vraag van KFC Heultje (90) om het gebruik van de Zoerla op zaterdag 19 december 2015 voor de organisatie van een Kerstfeest. Juridische grond Retributiereglement voor het gebruik van gemeentelokalen en De Zoerla voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verhuur zalen en materialen actie Verhuur zalen en materialen actienummer 2015140085 omschrijving project Opbrengst verhuur zalen en materialen raming kosten raming opbrengsten 150 euro BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stelt, mits betaling van het gebruikelijke tarief, de Zoerla ter beschikking van KFC Heultje op zaterdag 19 december 2015 voor de organisatie van een Kerstfeest. 046

Cultuur. Gebruik gemeentelokalen. Week 24 - Klaslokalen in oude school Zoerle-Parwijs.

Voorgeschiedenis E-mail van Okra Zoerle-Parwijs (91) met de vraag om het gebruik van de klaslokalen 1 en 4 in de oude school in Zoerle-Parwijs op zondagnamiddag 20 september 2015 voor de organisatie van een opendeurdag. Feiten en context

90 91


In het kader van "De week van Okra" wil Okra Zoerle de senioren kennis laten maken met de activiteiten die Okra Zoerle te bieden heeft (krea, kaarten, petanquen). Naast de vernoemde activiteiten zal Okra ook een dorpswandeling organiseren. Juridische grond Retributiereglement voor het gebruik van gemeentelokalen en De Zoerla voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verhuur zalen en materialen actie Verhuur zalen en materialen actienummer 2015140085 omschrijving project Opbrengst verhuur zalen en materialen raming kosten raming opbrengsten 7 euro/daggedeelte/lokaal BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen beslist, mits betaling van het gebruikelijke tarief, de klaslokalen 1 en 4 in de oude school in Zoerle-Parwijs ter beschikking te stellen van Okra Zoerle op zondagnamiddag 20 september 2015 voor de organisatie van een opendeurdag in het kader van "De week van Okra". 047

Cultuur. Gratis gebruik gemeentedomeinen. Week 24 - Speelplaats oude school Zoerle.

Voorgeschiedenis Vraag van Qoncept VZW (92) om met de Q-Party in de Zoerla op zaterdag 26 september 2015 gebruik te mogen maken van de speelplaats aan de oude school in Zoerle-Parwijs als extra parking. Feiten en context Duivenbond De Snelle Vlucht heeft er geen problemen mee dat de speelplaats gebruikt wordt als parking voor de Q-Party. Het duivenseizoen loopt dan op z'n einde waardoor ze maar een vier- à vijftal parkeerplaatsen nodig hebben. Juridische grond Retributiereglement voor het gebruik van gemeentelokalen en De Zoerla voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verhuur zalen en materialen actie Verhuur zalen en materialen actienummer 2015140085 omschrijving project Opbrengst verhuur zalen en materialen raming kosten / raming opbrengsten /

92


BESLUIT Artikel 1

048

Het college van burgemeester en schepenen beslist, mits betaling van het gebruikelijke tarief, toelating te verlenen aan Qoncept vzw voor het gebruik van de speelplaats aan de oude school in Zoerle-Parwijs als parking tijdens de Q-Party op zaterdag 26 september 2015, mits de inzet van een parkeerwachter.

Cultuur. Gratis gebruik gemeentelokalen en -domeinen. Internationaal Folklorefestival 2015.

Voorgeschiedenis Mail van Die Spelewei (93) in verband met de organisatie van het 49ste Internationaal Folklorefestival en meer concreet met de vraag om: • gebruik te mogen maken van het voorplein, de kapel en inkomhal van het gemeentehuis op zaterdag 15 en zondag 16 augustus 2015 • gebruik te mogen maken van het grasveldje in het Kasteelpark op maandag 17 augustus 2015 van 14u00 tot 17u00 voor de organisatie van een "Spel zonder grenzen" • gebruik te mogen maken van de lichtbrug en bijhorende spots en kabels uit de Zoerla • te kunnen beschikken over de nodige nutsvoorzieningen (water en elektriciteit) op het voorplein tijdens de festivals en tijdens het spel zonder grenzen • te kunnen beschikken over de nodige feestmaterialen • toelating te krijgen voor het plaatsen van publiciteitsborden en het ophangen van spandoeken • een afwijking van het sluitingsuur voor zaterdagavond tot 3u00 te bekomen • gebruik te mogen maken van luidsprekers tijdens de voorstellingen Feiten en context Ingeval van slecht weer gaan de voorstellingen op zaterdagavond en zondagnamiddag door in de Zoerla. Sporthal De Beeltjens kan helaas niet ter beschikking worden gesteld ingeval van slecht weer op maandagnamiddag 17 augustus 2015 omdat de sportdienst er dan een sportkamp organiseert. De organisatoren dienen zelf in te staan voor het transport van de lichtbrug, bijhorende spots en kabels die deel uitmaken van de lichtinstallatie in De Zoerla. De organisatoren dienen de nodige afspraken te maken met de Technische Dienst aangaande de nutsvoorzieningen. Alle feestmaterialen worden door onze diensten ter plaatse afgeleverd en na gebruik terug opgehaald. Juridische grond Retributiereglement voor het gebruik van gemeentelokalen en De Zoerla voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019. Impact op beleids- en beheerscyclus

93


actieplan actie actienummer omschrijving project raming kosten raming opbrengsten

Verhuur zalen en materialen Verhuur zalen en materialen 2015140085 Opbrengst verhuur zalen en materialen /

BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen beslist het voorplein, de kapel en inkomhal van het gemeentehuis gratis ter beschikking te stellen van de organisatoren van het 49ste Internationaal Folklorefestival op zaterdag 15 en zondag 16 augustus 2015. Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen beslist om het grasveld in het Kasteelpark gratis ter beschikking te stellen op maandag 17 augustus 2015 voor de organisatie van een spel zonder grenzen. Artikel 3 Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating voor het gebruik van de lichtbrug, de bijhorende spots en kabels die deel uitmaken van de lichtinstallatie in de Zoerla. De organisatoren zullen zelf instaan voor het transport. Artikel 4 Het college van burgemeester en schepenen geeft de technische dienst opdracht om voor de nodige elektriciteits- en watervoorzieningen te zorgen en alle gevraagde feestmaterialen te leveren en na de activiteiten terug op te halen. Artikel 5 De burgemeester zal de gevraagde toelatingen afleveren. Opdrachten Technische Dienst 049

Logistieke ondersteuning

Cultuur. Gratis gebruik gemeentelokalen. Week 24 - De Zoerla.

Voorgeschiedenis Vraag van de Vrije Sint-Lambertusscholen (94) om gratis gebruik te kunnen maken van de Zoerla op maandag 29 juni 2015 voor de organisatie van een Galabal. Feiten en context Het Galabal is een initiatief van de Vrije Sint-Lambertusscholen. Enkel de laatstejaarsstudenten van de school worden uitgenodigd. De opbrengst van het bal wordt geschonken aan een goed doel in samenspraak met de Westelse jeugddienst/raad. Juridische grond Retributiereglement voor het gebruik van gemeentelokalen en De Zoerla voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verhuur zalen en materialen actie Verhuur zalen en materialen

94


actienummer omschrijving project raming kosten raming opbrengsten

2015140085 Opbrengst verhuur zalen en materialen / /

BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stelt de Zoerla gratis ter beschikking van de Vrije Sint-Lambertusscholen op maandag 29 juni 2015 voor de organisatie van een galabal. 050

Jeugd. Speelpleinwerking 2015. Toegang langs Spikdorenveld.

Feiten en context De voorbije maanden organiseerde het gemeentebestuur verschillende infovergaderingen en overlegmomenten voor en met de bewoners van de nabije omgeving van het Kasteelpark. Tijdens deze overlegmomenten werden door enkele inwoners van de Beeltjensdreef opmerkingen gemaakt over het gebruik van de toegangspoort van de site van het gemeenschapsonderwijs via de Beeltjensdreef tijdens de zomervakantie. Buurtbewoners klagen aan dat gemotoriseerd verkeer over de Beeltjensdreef vanaf 7 uur 's ochtends te veel lawaaihinder oplevert. Argumentatie De keuze voor de toegang via de Beeltjensdreef gebeurde vorige zomer op een heel bewuste manier. Er werd vooral gelet op de veiligheid van de kinderen en monitoren die deelnemen aan de speelpleinwerking. Als gezonde gemeente motiveren wij hen om met hun fiets naar de speelpleinwerking te komen en dat kan veel veiliger en aangenamer via de Beeltjens en de Beeltjensdreef. Bovendien is de poort aan de Beeltjensdreef beter gelegen ten opzichte van de lokalen die we van het Gemeenschapsonderwijs kunnen gebruiken. We hebben onderling afgesproken dat we enkel vaklokalen en algemene ruimten gebruiken zodat de klasleerkrachten hun eigen klaslokaal in orde kunnen brengen op hun eigen tempo in de loop van de zomervakantie. In de praktijk gebruiken we in de lagere school de knutselruimte, de turnzaal en de gang die beide verbind. Al deze lokalen zijn aan de achterkant van het gebouw gelegen en bieden allemaal rechtstreeks zicht op de poort aan de Beeltjensdreef. Ook de buitenruimte die door onze werking gebruikt wordt, komt uit aan deze poort. Ook toen werden opmerkingen gemaakt over het gebruik van de Beeltjensdreef. Na het weergeven van onze argumenten in verband met de veiligheid van de kinderen en de praktische invulling van de werking werd toen in samenspraak beslist om de toegang toch op deze manier verder te gebruiken. Via Spikdorenveld zijn er verschillende mogelijkheden om de toegang tot de zomerwerking te verwezenlijken. Beide hebben vooren nadelen en moeten in samenspraak met de directie van de school afgesproken worden. - Kleuterpoortje: Om te vermijden dat de grote poort aan de voorkant van de school continu openstaat, kunnen we tijdens de zomerwerking gebruik maken van het kleuterpoortje. Dit poortje komt uit op een aparte buitenruimte die tijdens de gewone schoolwerking vooral door de kleuters gebruikt wordt. In dit geval moeten we zorgen voor extra toezicht op deze buitenruimte omdat voor Kind en Gezin het domein niet vrij toegankelijk mag zijn. Dit wil zeggen dat er een extra personeelslid nodig is tijdens de momenten dat de poort geopend is (7 - 9 uur, 12 - 13 uur en 16 - 18 uur). Bovendien moeten de kinderen en hun ouders de

gangen van de basisschool helemaal doorkruisen om in de lokalen uit te komen die door ons gebruikt worden. Dat maakt dat deze gangen ook mee moeten opgenomen worden in het poetsschema, met een inzet van extra personeel als gevolg. De directeur van de school gaf eerder te kennen dat hij in deze situatie de huurovereenkomst moet herbekijken omdat we dan een extra deel van de infrastructuur in gebruik nemen. Of dit extra kosten met zich zou meebrengen is echter niet formeel bevestigd. - Grote poort: De grote poort kunnen we ook gebruiken, deze is echter volledig onttrokken aan het zicht van de begeleiders. Om te voldoen aan de vereisten van kind en gezin is het noodzakelijk om toezicht aan de poort te voorzien tussen 7 en 9 uur en 16 en 18 uur. Ook tussen 12 en 13 uur is dit raadzaam. Nog een nadeel bij het gebruik van deze poort is dat de eerste en laatste twee weken van de zomervakantie deze poort overdag niet kan gesloten worden omdat er dan de mogelijkheid is voor nieuwe leerlingen om zich te komen inschrijven. Als wij deze poort gaan gebruiken als toegang tot de speelpleinwerking, kunnen we de doorgang naar deze poort ook niet meer extra afsluiten zoals we vorig jaar gedaan hebben. Het voordeel ten opzichte van het kleuterpoortje is dat we geen extra middelen moeten inzetten op het vlak van netheid van de lokalen. - in beide situaties: in beide situaties moeten we in overweging nemen of het nodig is om extra in te zetten op het kruispunt van Spikdorenveld en de Merodedreef. Ofwel moeten we ook hier weer extra personeel inzetten om het overstekende verkeer vlot te laten verlopen of we moeten ervoor zorgen dat we een fietsroute aangeven naar de speelpleinwerking waarbij fietsers aan de juiste kant van de Merodedreef uitkomen uiterlijk aan het kruispunt met de Boerenkrijglaan of aan het kruispunt met de Koning Leopoldlaan. De technische dienst moet hiervoor extra wegwijzers maken. Er moeten ook wegwijzers komen aan de poort aan de Beeltjensdreef voor die mensen die ondanks de bijkomende communicatie die we nog zullen voeren alsnog langs de verkeerde poort het domein op willen. Beide situaties hebben tegen elkaar afgewogen vooren nadelen. De directeur van het Gemeenschapsonderwijs geeft er de voorkeur aan om het bezoekersverkeer aan het domein tijdens de zomer zo veel als mogelijk gescheiden te houden en vraagt uitdrukkelijk om het kleuterpoortje te gebruiken. - communicatie Omdat vorig jaar in onderling overleg werd beslist om de toegang in de Beeltjensdreef te behouden, hebben we hier dit jaar bij de praktische uitwerking niet meer bij stilgestaan. Daardoor is in verschillende communicatiekanalen de situatie anders aangekondigd dan ze in realiteit zal plaatsvinden. We kunnen dit nog op enkele manieren bijsturen: - in de pdf-versies van Westel-Info en de vakantiebrochure die op onze website ter beschikking zijn kunnen we de gegevens aanpassen naar de nieuwe situatie. - in het artikel over de zomerwerking op onze website kan de juiste informatie meegegeven worden. - in Westel-Info van juli en augustus die vermoedelijk rond 25 juni in de brievenbussen valt, kunnen we nogmaals de zomerwerking aankondigen en speciale aandacht vestigen op het gebruik van de andere toegangspoort. - we kunnen de zomerwerking nogmaals apart op een flyer (1 dubbel geplooide A4) toelichten en via de scholen verdelen.

-

de zomerwerking komt best vlak voor de vakantie sowieso via facebook in de aandacht. Ook daar kan er extra attent gemaakt worden op het gebruik van de toegang via Spikdorenveld.

Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan 2015140017 - Zinvolle Vrijetijdsbesteding actie Speelpleinwerking actienummer 2015140325 omschrijving project Toegangspoort speelpleinwerking raming kosten Extra personeelsinzet voor toezicht aan poort? raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen beslist om tijdens de zomerwerking de site van het gemeenschapsonderwijs enkel toegankelijk te maken langs Spikdorenveld voor het brengen en afhalen van de kinderen. 051

Gezondheid. Kennisname verslag vergadering gezondheidsraad van 12 mei 2015.

Feiten en context De gezondheidsraad heeft vergaderd op 12 mei 2015. Volgende punten werden besproken: - evaluatie sporteldag - lezing borderline - evaluatie en besluit valtraining - Westerlo beweegt (gezonde gemeente) - Varia Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan 2015140024 - gezin en gezondheid actie Gezondheidsraad actienummer 2015140052 - 2015000001 (raming 41) omschrijving project Projecten gezondheidsraad raming kosten raming opbrengsten 0 BESLUIT Artikel 1

052

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de vergadering van de gezondheidsraad van 12 mei 2015.

Internationale relaties. Uitbetaling verplaatsingstoelage verzusteringen. Bezoek Koninklijke Fanfare De Verenigde Vrienden Oevel - mei 2015.

Feiten en context Van 23 tot 25 mei 2015 was De Koninklijke Fanfare De Verenigde Vrienden uit Oevel uitgenodigd bij de Original Burg Windeck Musikanten in Ottersweier in het kader van de

verzustering tussen de beide verenigingen. Zij hebben zich verplaatst met 1 bus en hiervoor kunnen zij beroep doen op een verplaatsingstoelage. Argumentatie Het ingediende verantwoordingsdossier van de Koninklijke Fanfare De Verenigde Vrienden voldoet aan de gestelde voorwaarden en komt in aanmerking voor de toelage voor een verplaatsing naar Ottersweier (bepaald op 30 % van de huurkost van een bus met een maximum van 750 euro: dit geeft 30 % van de ingediende kostprijs van 1900 euro = 570 euro). Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Internationale relaties actie Verplaatsingstoelage verzusteringen actienummer 2015140056 omschrijving project Verplaatsingstoelage voor Koninklijke Fanfare De Verenigde Vrienden Oevel. raming kosten 570 euro raming opbrengsten 0 BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aanvraag tot verplaatsingstoelage door Fanfare De Verenigde Vrienden voor het bezoek aan Ottersweier van 23 tot 25 mei 2015 en gaat akkoord met de betaling van de verplaatsingstoelage (570 euro) op rekeningnummer BE37 7765 9288 6228. Opdrachten Financiële dienst 053

uitbetaling verplaatsingsvergoeding

Projectbeheer en communicatie. Jaarrapport Containerpark Westerlo 2014 IOK Afvalbeheer. Kennisname.

Voorgeschiedenis Onlangs verscheen het jaarrapport Containerpark Westerlo Diftar Exploitatie 2014 van IOK Afvalbeheer. Het rapport bevat heel wat gegevens over de uitbating van het containerpark en een vergelijking van het gebruik van de containerparken van IOK Afvalbeheer. Feiten en context Westelse gezinnen vinden heel gemakkelijk de weg naar het containerpark. De Westelse gezinnen vinden heel gemakkelijk de weg naar het containerpark. Gemiddeld komen ze er om de twee maanden met telkens 59 kilo afval. Of in grote getallen: 60 840 bezoeken per jaar en een totaal gewicht van bijna 3,6 miljoen kilo afval. Daarmee behoren we samen met Balen, Mol, Nijlen en Herenthout bij de top-5 van containerparken met het hoogste aantal bezoeken per inwoner. Samen met de drie containerparken van Mol en Nijlen behoren we dan weer tot de top-5 van containerparken waar men per bezoek de kleinste hoeveelheden naar toe brengt! Met een totaal van 146,6 kilo aangevoerd afval per inwoner scoren we ook boven het gemiddelde van de 19 IOK-containerparken. IOK Afvalbeheer nam in 2008 de uitbating van het containerpark over van de gemeente. De bezoekers kunnen altijd rekenen op de hulp van drie van de vier toegewezen containerparkwachters. Op drukke momenten vult IOK de personeelsbezetting aan met jobstudenten en interims. De namiddagen tussen 13 en 15 uur zijn de drukste momenten

van de dag. Zaterdag is de drukste dag van de week. Maart en oktober zijn de drukste maanden van het jaar. Je kan op het containerpark terecht met maar liefst 22 soorten afval. In totaal werd er in 2014 3,6 miljoen kilo afval aangeleverd. Steenpuin (758 000 kilo) en groenafval (725 000 kilo) namen daar een groot aandeel in. De Westerlonaren brengen ook meer dan andere Kempenaren papier en karton naar het containerpark: 522 000 kilo. En ook een berg van 3 500 kilo piepschuim is best indrukwekkend! Nog opvallend: sinds 2013 is er een sterke toename van de aangeleverde hoeveelheden harde kunststof en groenafval. Bijna de helft van het snoeihout komt aan in maart en oktober, dat zijn de maanden waarin de gemeente in 2014 een snoeihoutactie organiseert. Sinds begin dit jaar is die actie, waarbij men de eerste 100 kilo snoeiafval gratis kan binnenbrengen, uitgebreid naar heel het jaar. Op het containerpark kan je ook terecht om een aantal artikelen te kopen. Zo verkocht men in 2014 meer dan 1700 zakken compost, fijne compost en potgrond, 164 compostbakken en 22 compostvaten. 81 gezinnen maakten ook gebruik van het initiatief van de gemeente om hun GFT-bak in te ruilen voor een compostbak of compostvat. Ze geven geen groenafval meer mee met de tweewekelijkse groenafvalophaling. Goed voor het milieu en goed voor de portemonnee!

Het hele rapport kan je hier (www.westerlo.be) nalezen. Juridische grond Geen Openbaar onderzoek

Geen Adviezen Geen Argumentatie Geen Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Afvalcijfers verzamelen en rapporteren actienummer 20150000051 omschrijving project Jaarrapport Containerpark Westerlo 2014 IOK Afvalbeheer. Kennisname. raming kosten 0 euro raming opbrengsten 0 euro BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het jaarrapport containerpark Westerlo Diftar Exploitatie 2014 van IOK Afvalbeheer.

De agenda uitgeput, wordt de zitting gesloten om 17.00 uur. Door het college:

Jo Vankrunkelsven secretaris gemeente en ocmw

Guy Van Hirtum burgemeester-voorzitter

College van burgemeester en schepenen van 8 juni 2015

Recommend Documents