5243. Riolerings- en bestratingswerken PARKWEG. District Merksem

STAD ANTWERPEN Stadsontwikkeling Openbaar domein

Bestek SW/OD/08/5243 Riolerings- en bestratingswerken

PARKWEG District Merksem

Openbare aanbesteding op : Vrijdag 05 december 2008 te 10:00 uur, in het gebouw van de bedrijfseenheid patrimoniumonderhoud, aanbestedingen, Desguinlei 33, 2018 Antwerpen (gelijkvloers - aanbestedingslokaal). Dan zal de afgevaardigde schepen of zijn plaatsvervanger overgaan tot het openen van de inschrijvingen.

Prijs bestek Prijs tekening(en) Prijs v&g-plan

: 79,50 : 16,00 : 14,50

€ € €

Totaal

: 110,00

€

STADSONTWIKKELING/OPENBAAR DOMEIN/UITVOERING _________________________________________________________________________________________________________________

Inzage van de bescheiden Het voornoemde bestek met de bijbehorende tekeningen over deze aanneming liggen ter inzage op het Verkoopkantoor, Copernicusgebouw, Wetstraat 51 bus 7, 1040 - Brussel en in het gebouw van het bedrijf patrimoniumonderhoud, aanbestedingen, Desguinlei 33, 2018 Antwerpen. Alleen deze laatstgenoemde bedrijfseenheid is belast met de verkoop van de voormelde aanbestedingsbescheiden. Ze kunnen daar worden aangeschaft alle dagen van de week van 9 tot 15 uur, uitgezonderd op zater-, zon- en feestdagen (ook niet op plaatselijke feestdagen). Betalingen kunnen gebeuren op het rekeningnummer 091-0178424-70 van de dienst aanbestedingen. Voor bijkomende inlichtingen kan men telefonisch terecht op de volgende nummers: - inzake indienen of inzenden van de inschrijving en opening van de bieding: 03 244 51 12 - inzake administratieve inlichtingen over het dossier en opvolging ervan na de aanbesteding: District

Contactpersoon

Telefoonnummer

Algemeen

Katrien De Cock

03 244 50 28

Merksem

Ilse Luyckx

03 244 51 36

- inzake technische inlichtingen (opmetingsstaat, materialen en dergelijke): District

Contactpersoon

Telefoonnummer

Algemeen

Philippe De Schryver Coördinator ontwerp en uitvoering openbaar domein

03 244 50 74

Merksem

Bart Serraris

03 641 73 74

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001

bestek Parkweg 08-5243.doc

2/135


DEEL A: ALGEMEEN INLICHTINGEN 1.1.

Aanbestedende overheid

De aanbestedende overheid is de stad Antwerpen, district Merksem , vertegenwoordigd door het districtscollege. 1.2.

Voorwerp van de aanneming

De onderhavige aanneming heeft tot doel het uitvoeren van: riolerings- en bestratingswerken in de Parkweg te Merksem Het betreft een aanneming van werken. 1.3.

Algemene beschrijving van de werken

De werken omvatten in hoofdzaak : 1) Het opbreken van de bestaande infrastructuur; 2) Het opbreken van de bestaande rioleringen; 3) Het opbreken van bestaande rioolaansluitingen; 4) Het bouwen van nieuwe rioleringen met toebehoren; 5) Het bouwen van nieuwe rioolaansluitingen; 6) Het uitvoeren van de nodige werken in het kader van minder hinder; 7) Het aanleggen van nieuwe verharding; 8) Het uitvoeren van alle bijkomende werken, noodzakelijk voor een goede uitvoering van de genoemde werken, en voor het verzekeren van de afwatering van de nieuwe en de bestaande riolen; 9) Het onderhouden van de werken gedurende de waarborgtermijn. 1.4.

Wetgeving en bescheiden van toepassing op de procedure en de uitvoering van de opdracht

Voor zover er door de voorschriften van dit bestek niet wordt afgeweken, zijn de bepalingen van de wetgeving op de overheidsopdrachten, bestaande uit: 1) de wet van 24 december 1993, betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten (Belgisch staatsblad van 22 januari 1994) en van de latere wijzigingen en aanvullingen bij deze wet; 2) het koninklijk besluit (KB) van 8 januari 1996, betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken (Belgisch staatsblad van 26 januari 1996) en van de latere wijzigingen en aanvullingen bij dit besluit; 3) het koninklijk besluit (KB) van 26 september 1996, tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels (AUR) van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


3/135


werken met zijn bijlage: de algemene aannemingsvoorwaarden (AAV) voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken (Belgisch staatsblad 18 oktober 1996) en van de latere wijzigingen en aanvullingen bij dit besluit; 4) het koninklijk besluit (KB) van 20 juli 2005, tot wijziging van drie koninklijke besluiten tot uitvoering van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten; 5) het koninklijk besluit (KB) van 23 november 2007 tot wijziging van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. Op deze aanneming zijn eveneens van toepassing: 1) richtlijn 93/37/EEG van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedure voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor het uitvoeren van werken; 2) het "Standaardbestek 250 versie 2.1. voor de wegenbouw" van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap –goedgekeurd door de Vlaamse regering op 24.07.2006; dat standaardbestek is een integrerend deel van dit bijzonder bestek; 3) de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken en haar uitvoeringsbesluiten en van de latere wijzigingen en aanvullingen bij deze wet en besluiten; 4) de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemer bij de uitvoering van hun werk (Belgisch staatsblad 18 september 1996) en van de latere wijzigingen en aanvullingen bij deze wet; 5) de bepalingen van het algemeen reglement op de elektrische installaties (AREI); 6) het koninklijk besluit van 23 maart 1977 (Belgisch Staatsblad 31 maart 1977) tot vaststelling van de veiligheidswaarborgen welke bepaalde elektrische machines, apparaten en leidingen moeten bieden en de ministeriële uitvoeringsbesluiten, genomen in toepassing van dat koninklijk besluit; 7) de voorschriften van de waterleidingsmaatschappij, indien van toepassing op deze aanneming; 8) de voorschriften van de gasverdelingsmaatschappij, indien van toepassing op deze aanneming; 9) de voorschriften van de Vlaamse vervoermaatschappij - De Lijn (entiteit Antwerpen) wat de uitbating en stabiliteit van de sporen betreft, indien van toepassing op deze aanneming; 10) de omzendbrief van MOW/2006/01 van 15 september 2006 voor het berekenen van de uurkost van aannemersmaterieel bij het opstellen van verrekeningen, schadeclaims en herzieningen van de overeenkomst; 11) aflevering X van 11.12.1980 "Bescherming van ferrometalen"; ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


4/135


12) de administratieve en technische bepalingen voor werken in het kader van leidingen onder en op het gemeentelijk openbaar domein (goedgekeurd door de gemeenteraad van Antwerpen op 19 juni 2000); 13) het koninklijk besluit van 25 januari 2001 (Belgisch Staatsblad van 7 februari 2001) betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen en de latere wijzigingen en aanvullingen bij dit besluit; 14) het besluit van de Vlaamse regering van 22 april 1997 (Belgisch Staatsblad van 7 mei 1997) houdende vaststelling van een algemene bouwverordening betreffende wegen voor voetgangersverkeer; 15) het koninklijk besluit van 9 oktober 1998 tot bepaling van de vereisten voor het instellen van zones met een snelheidsbeperking tot 30 km /uur; 16) de ministeriele omzendbrief van 3 mei 2002 betreffende de verhoogde inrichtingen, bestemd om de snelheid te beperken tot 30 km/u en de rijbaankussens; 17) de omzendbrief van 28 februari verschenen in het Belgisch Staatsblad van 20 maart 2002 betreffende de verplichting om de voertuigen van de categorieën N 2 en N 3 uit te rusten met een zichtveldverbeterend systeem; 18) het gebruik van uitgegraven bodem conform de vereisten van Hoofdstuk X van het Vlarebo, het Vlaams Reglement betreffende de Bodemsanering. Volgens het Besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2001, bekendgemaakt in het staatsblad van 2 februari 2002, en de latere wijzigingen en aanvullingen bij dit besluit; 19) codes van goede praktijk voor het werken met uitgegraven bodem van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest (OVAM), januari 2004 en latere wijzigingen en aanvullingen; 20) De taken, plichten vereisten opgelegd in het kwaliteitszorgsysteem van een erkende bodembeheersorganisatie; 21) het technisch verslag nr………. opgemaakt door een erkende bodemsaneringsdeskundige Envirosoil Laboratoria N.V. in bijlage aan dit bestek; 22) De huisstijlgids Stad Antwerpen.

1.5.

Tewerkstellingsparagraaf – sociale clausule

Voor opdrachten, waarvan het gunningsbedrag (exclusief btw) meer dan 22 000,00 EUR bedraagt, zal “FVB-Bouwpool (Antwerpen)” met de aannemer contact nemen en overleg plegen in welke mate de huidige opdracht kan bijdragen tot de inschakeling van laaggeschoolde Antwerpse werkzoekenden in het arbeidsproces. FVB-Bouwpool is de organisatie, die voor de bouwsector Antwerpen, de tewerkstellingsinitiatieven coördineert in een samenwerkingsverband met de sociale partners en de stad Antwerpen. Zij is gevestigd p/a fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid, Theodoor Van Rijswijckplaats 8, bus 4 te 2000 Antwerpen, tel.: 03 224 78 18. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


5/135


FVB-Bouwpool Antwerpen neemt contact op met de aannemer in de periode tussen de kennisgeving van de goedkeuring van zijn offerte en de dag die is bepaald voor de aanvang der werken. De aannemer ontvangt van FVB-bouwpool een overzicht van de stimuli en de maatregelen die de overheid en in het bijzonder de stad Antwerpen heeft uitgewerkt voor het verhogen van de tewerkstellingskansen van laaggeschoolde Antwerpse werkzoekenden. Tevens worden hem de kandidaten voorgesteld die op dat ogenblik voldoende traject hebben afgelegd op gebied van opleiding en motovatie om als inzetbaar te kunnen worden beschouwd voor de toegekende opdracht.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


6/135


DEEL B: BEPALINGEN IN HET KADER VAN DE WET VAN 24 DECEMBER 1993 BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN SOMMIGE OPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN (EN VAN DE LATERE WIJZIGINGEN EN AANVULLINGEN VAN DIE WET) ART. 13.

GUNNINGSWIJZE

De opdracht wordt gegund ingevolge een openbare aanbesteding.

ART. 17 § 2 2° b) HERHALING VAN GUNNING VAN SOORTGELIJKE WERKEN Het bestuur behoudt zich het recht voor de gunning van soortgelijke werken later te laten gebeuren bij onderhandelingsprocedure. De mogelijkheid om deze procedure toe te passen is echter beperkt tot een periode van drie jaar, volgend op de gunning (datum van gunningsbrief) van de eerste opdracht.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


7/135


DEEL C: BEPALINGEN VOLGENS HET "STANDAARDBESTEK 250, VERSIE 2.1, VOOR DE WEGENBOUW VAN HET MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP - UITGAVE 2006

HOOFDSTUK I ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN

1.

ALGEMEEN De opmaak en nummering van de onderstaande artikelen volgt die van het standaardbestek

2.

ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 8 JANUARI 1996 BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN (EN VAN DE LATERE WIJZIGINGEN EN AANVULLINGEN VAN DAT BESLUIT)

ART. 12.

SELECTIECRITERIA

ERKENNING De werken zijn gerangschikt in de categorie: C en het bestuur is van oordeel dat ze behoren tot de klasse: 2. REGISTRATIE ALS AANNEMER De werken zijn gerangschikt in de categorie van werkzaamheid: 00, 05, 08

ART. 86.

PRIJSBEPALING

Het betreft een gemengde opdracht. *ART. 90 § 2.

BESCHEIDEN BIJ INSCHRIJVING TE VOEGEN

1. inschrijvingsbiljet; 2. samenvattende opmetingsstaat; “De bestekken kunnen gedownload worden. Je vindt hiervoor de nodige verwijzingen bij de elektronische raadpleging van het “Bulletin der Aanbestedingen”. Tevens ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


8/135


merken wij op dat naast de wettelijke verplichting om de meetstaat (op papier) af te drukken en bij uw offerte te voegen, wij ook een elektronische versie in EXCEL op cdrom van de meetstaat moeten bekomen. Deze meetstaat moet ingevuld zijn op basis van de elektronische versie.” 3. getuigschriften betreffende erkenning of bewijs van beantwoording aan de vereisten van de erkenning; 4. getuigschrift betreffende registratie; 5. VCA - attest; 6. inlichtingen betreffende de onderaannemers; 7. volmacht van de ondertekenaar van de inschrijving (de akte of een uittreksel uit het Belgisch Staatsblad); 8. document dat verwijst naar het veiligheids- en gezondheidsplan en waarin beschreven wordt op welke wijze het bouwwerk zal worden uitgevoerd om rekening te houden met dit veiligheids- en gezondheidsplan; 9. afzonderlijke prijsberekening in verband met de door het veiligheids- en gezondheidsplan bepaalde preventiemaatregelen en –middelen, inbegrepen de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en –middelen; 10. intentieverklaring van de aannemer die opgenomen is en verwijst naar het veiligheids – en gezondheidsplan; 11. intentieverklaring van de aannemer die opgenomen is en verwijst naar het technisch verslag opgemaakt door een erkende bodemsaneringsdeskundige. 12.intentieverklaring van de aannemer die opgenomen is en verwijst naar het minderhinder hoofdstuk van dit bestek. Het niet bijvoegen van één van deze bescheiden kan de inschrijving nietig verklaren. Gelieve de bescheiden genummerd en volgens bovenstaande volgorde bij de inschrijving te voegen. ART. 90. § 3. RSZ-ATTEST In toepassing van het KB van 20 juli 2005 dient de Belgische inschrijver het RSZ-attest niet bij zijn inschrijving te voegen. De aanbestedende overheid zal deze informatie zelf opvragen. RSZ-attest (voor de buitenlandse inschrijver) Bij deze offerte wordt desgevallend een attest (ev. attesten) gevoegd, overeenkomstig art. 90. § 4. van het Belgische KB van 8 januari 1996.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


9/135


Indien niet is voldaan aan de voorschriften inzake bijdrage voor de sociale zekerheid, overeenkomstig artikelen 17 bis, 43 bis en 69 bis van voormeld KB, zal de offerte als onregelmatig worden beschouwd.

ART. 96 § 2.

VERBETERING VAN FORFAITAIRE EN VERMOEDELIJKE HOEVEELHEDEN

De verbetering van vermoedelijke hoeveelheden (“V.H.”) wordt niet toegestaan. De verbetering van forfaitaire hoeveelheden (“F.H.”) is toegestaan. De inschrijver verbetert de vergissingen die hij in de forfaitaire hoeveelheden ontdekt, rekening houdend met de tekeningen, het bestek, zijn beroepskennis of persoonlijke bevindingen; hij voegt bij de offerte een nota ter verantwoording van de wijzigingen. Indien de inschrijver geen wijzigingen aanbrengt voor inschrijving, verklaart hij zich akkoord met de forfaitaire hoeveelheden en bijhorende prijzen. Na inschrijving zijn aanpassingen aan forfaitaire hoeveelheden niet meer toegelaten. ART. 100 § 1.

ALLERLEI HEFFINGEN

Alle verschuldigde taksen, rechten en kosten moeten in de offerteprijs begrepen zijn, met uitzondering van de btw. Het percentage van de btw wordt in een afzonderlijke post van de opmetingsstaat weergegeven. Er wordt enkel btw gerekend op het stadsaandeel. ART. 100 § 2. INVULLEN OFFERTE Het totale bedrag van de offerte en de eenheidsprijzen worden voluit geschreven in de bij post ingestuurde bieding. ART. 101.

INDELING BESTEK IN DELEN

De eventuele indeling van het bestek in delen is louter informatief en gebeurt omwille van begrotingstechnische redenen van de stad. Aldus kan rekening worden gehouden met de verschillende budgetten van de districten. ART. 104.

INSCHRIJVINGEN, GOEDKEURING VAN DE BESCHEIDEN EN HERHALING VAN GUNNING

NEERLEGGEN VAN DE INSCHRIJVINGEN De inschrijvingen bij inzending over de post, als gewoon of aangetekend stuk, moeten onder gesloten omslag in een tweede omslag worden geschoven, welke geadresseerd moet zijn aan het college van burgemeester en schepenen, per adres: bedrijf patrimoniumonderhoud, stafdienst, ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


10/135


aanbestedingen, Desguinlei 33, 2018 Antwerpen. Op de gesloten omslag wordt vermeld waarvoor wordt ingeschreven, het nummer van het bestek en de datum van opening der offertes. Deze zending wordt op de post besteld ten volle vier kalenderdagen voor de dag bepaald voor de opening van de inschrijvingen. ART. 116.

GESTANDDOENINGSTERMIJN VOOR DE INSCHRIJVERS

De inschrijvers blijven gebonden door hun inschrijving gedurende een termijn van 180 kalenderdagen, vanaf de dag na de zitting voor de opening van de offertes.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


11/135


3. KONINKLIJK BESLUIT VAN 26.09.1996 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN EN DE BIJLAGE BIJ DIT BESLUIT (ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMINGEN VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN VOOR DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN) 3.1.

Algemene administratieve voorschriften in toepassing van het Koninklijk Besluit van 26.09.1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. (en van de latere wijzigingen en aanvullingen van dit besluit)

ART. 2.

CONTRACTUELE DOCUMENTEN

De documenten die op de aanneming van toepassing zijn, in zover er in de aanbestedingsdocumenten niet van wordt afgeweken, zijn opgesomd onder DEEL A: ALGEMEEN.

Volgende paragrafen worden toegevoegd: 1. Het kan de aannemer toegestaan worden de buizen voor huisaansluitingen in gres (sterktereeks 34 of 160, volgens NBN EN 295) om technische redenen, die aanvaard en goedgekeurd moeten worden door de leidende ambtenaar, te vervangen door buizen voor huisaansluitingen in PVC (SN 8 volgens NBN T 42-108). De eenheidsprijzen die betrekking hebben op de posten voor gresaansluitingen worden bij de keuze voor deze uitvoeringswijze met 20% netto verlaagd. 2. Variante vervanging van zand Hfdst. III-6.2.2. door hergebruikgrond of geschikt gemaakte aanvullingsgrond. Vervanging van zand Hfdst. III-6.2.2. door hergebruikgrond of geschikt gemaakte grond als aanvullingsmateriaal voor aanvulling van bouwputten en -sleuven onder rijwegen, wordt in variante toegelaten mits er voldaan wordt aan de bepalingen van Hfdst. II-8.1.3. ART. 3 § 1

LIJST VAN DE BEPALINGEN WAARVAN WORDT AFGEWEKEN VAN DE ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN

Aan de lijst van afwijkingen van de algemene aannemingsvoorwaarden die het standaardbestek 250 vermeldt, zijnde: - artikel 5 § 1 bedrag borgtocht; ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


12/135


-

artikel 7 artikel 9 § 1 artikel 10 § 1 artikel 12 § 4 artikel 12 § 7 artikel 14 artikel 27 § 5 artikel 28 § 1

recht op de borgtocht; vrijgave borgtocht; onderaannemers; keuringskosten; a posteriori uitgevoerde technische keuring; octrooien en licenties; tegenproef; bevel tot uitvoering.

voegt dit bestek nog de volgende afwijkingen toe: - artikel 4 § 2 ter beschikking stellen tekeningen door de aannemer; - artikel 20 § 4 aanrekenen boeten bij niet voldoen van de bebakening der werken en werkkeet; - artikel 42 wijzigingen aan de opdracht; - artikel 43 § 2 voorlopige oplevering. voegt de medeopdrachtgever Ri-Ant nog volgende afwijkingen toe: - artikel 30 § 2.2 tegensprekelijke plaatsbeschrijving; - artikel 38 verzekeringen; - artikel 41 aansprakelijkheid. Motivatie voor de afwijkingen op de artikelen 30, par. 2.2, art. 38 en 41 betreffende schade aan naburige eigendommen en aansprakelijkheid: A. verzekeringsstructuur De medeopdrachtgever Ri-Ant sluit de in art. 38 omschreven polis af. De A.B.R.- polis dekt o.m. werfschade en schade aan derden veroorzaakt door alle bij dit project betrokken bouwpartners, m.a.w. met inbegrip van de (onder)aannemer(s). Voordeel van deze manier van werken is dat de bonafide slachtoffers sneller kunnen vergoed worden daar o.m. de diverse bouwpartners allen door dezelfde verzekeringsmaatschappij vertegenwoordigd worden. De kost van deze polis wordt gedragen door de medeopdrachtgever Ri-Ant. Dus ook de kosten van het verzekeren van de eventuele fouten van o.m. de aannemer worden door de medeopdrachtgever Aquafin betaald. B. “goed” werk leveren Gelet op de grote verzekeringsgarantie en het kanaliseren van verzekeringskosten naar de medeopdrachtgever Aquafin toe bestaat de nood te garanderen dat de aannemer niet op een onverantwoorde manier gaat werken omdat hij kan uitgaan van de premisse steeds verzekerd te zijn. Het is in het bijzonder inzake (ondergrondse) werken m.b.t. waterleidingen/of ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


13/135


rioleringsinfrastructuur niet onmogelijk dat er zich op een werf een aantal kleinere schadegevallen voordoen. In het kader van goed nabuurschap en als goede huisvader is het gebruikelijk dat aannemers dergelijke schadegevallen ter plaatse en in natura regelen. Dit gebruik zou door de eerder vermelde verzekeringsstructuur in het gedrang kunnen komen vermits aannemers er mogen van uit gaan verzekerd te zijn en op die manier de aansporing kunnen missen zich steeds als goed huisvader te gedragen. C. oplossing : ten laste leggen van vrijstellingen Als billijke oplossing is gekozen om de betaling van - zie informatie in de artikelen 30, 38 en 41 in detail omschreven- de vrijstellingen bij de aannemer te leggen. Het is billijk de betaling door de medeopdrachtgever Ri-Ant van een verzekeringspremie ten voordele van de aannemer te compenseren met het doorschuiven van zekere financiële gevolgen. Op die manier wordt de aannemer gestimuleerd om voorzichtig te werken en kleinere schadegevallen vlot op te lossen, bijvoorbeeld d.m.v. het hogervermelde herstel in natura.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


14/135


3.2.

Algemene administratieve voorschriften in toepassing van de bijlage: Algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken (en van de latere wijzigingen en aanvullingen van dit besluit) _____________________________________________________________________________ ART. 1.

OMSCHRIJVING VAN DE LEIDING EN HET TOEZICHT OP DE UITVOERING

De bevoegdheid van de leidende ambtenaar van de stad Antwerpen is dezelfde als deze die wordt bepaald in het standaardbestek 250. ART. 3.

TEKENINGEN

De werken worden uitgevoerd volgens de bij dit bestek gevoegde tekening, goedgekeurd door het stadsbestuur en Ri-Ant. 1/1 bestaande en nieuwe riolering en rioleringen ART. 4. § 1.3°

PLANNEN, DOCUMENTEN EN VOORWERPEN

De aannemer kan de formaliteiten, voorzien in dit artikel, vervullen bij het bedrijf stadsontwikkeling – openbaar domein – uitvoering, Desguinlei 33, 2018 Antwerpen, alle dagen van 9 tot 15 uur, uitgezonderd op zater-, zon- en feestdagen (ook niet op plaatselijke feestdagen). Milieuhygiënisch bodemonderzoek Het technisch verslag met conformverklaring is bij de aanbestedingsbundel gevoegd. Na uitvoering van het grondverzet en vóór de voorlopige oplevering, zal de aannemer het bodembeheerrapport van een erkende bodembeheerorganisatie voorleggen. Het veiligheids- en gezondheidsplan is als een aparte bijlage gevoegd bij de aanbestedingsdocumenten. Het bevat de vereiste informatie voor een correcte offerte. ART. 4. § 2.

DETAIL- EN WERKTEKENINGEN OPGEMAAKT DOOR DE AANNEMER

Werkplanning: Binnen de dertig kalenderdagen volgend op de dag van de gunning van de opdracht, dient de aannemer een grafisch opgestelde werkplanning met aanduiding van de geplande uitvoeringsvolgorde en uitvoeringstermijnen van de onderscheiden werkonderdelen, kaderend binnen de contractuele uitvoeringstermijn, ter goedkeuring aan het bestuur voor te leggen. De werken nemen slechts een aanvang na goedkeuring van deze werkplanning. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


15/135


Uitvoeringsplan voor grondverzet: Hfdst. IV-2.1.2. Voor de aanvang van het grondverzet maakt de aannemer, in overleg met de aanbestedende overheid, op basis van de opmetingstabel en het zoneringsplan uit het conform verklaarde technisch verslag, een uitvoeringsplan voor grondverzet op. Het grondverzetplan bevat:  ontgravingsvakken met benaming, rekening houdend met uitgravingstaluds;  visuele ruimtelijke afbakening van de verschillende milieuhygiënische kwaliteiten;  aanduiding van de kadastrale werkzone(s);  volumes van de verschillende partijen uit te graven bodem;  schaal;  nauwkeurigheid zoals opgegeven in het zoneringsplan;  plaatsen van tijdelijke opslag met benaming;  aanduiding van bestemming bij gebruik binnen de kadastrale werkzone;  link met de bestemming bij gebruik buiten de kadastrale werkzone. As-builtplannen: wordt aangevuld met volgende bepaling: Na uitvoering van de werken, maar vóór de voorlopige oplevering, worden as-builtplannen en/ Aquadatafiches voor alle kunstwerken opgemaakt. De as-builtplannen worden opgemaakt volgens de bepaling vermeld in art. 43 § 2 van onderhavig bestek. Grondwaterverlaging: Een beschrijving, berekeningsnota en schets der werkmethoden, beschoeiingen en grondwaterverlagingswerken die hij zal toepassen voor de uitvoering van de bouwsleuven en bouwputten voor de rioleringen, e.d.. ART. 5. § 1.

BEDRAG VAN DE BORGTOCHT

Als aanvulling van de algemene aannemingsvoorwaarden (AAV), en verwijzend naar onderdeel a. van dit artikel in het standaardbestek 250 voor de wegenbouw, wordt als waarborg voor de goede uitvoering van de volgende werken een aanvullende borgtocht geëist van 10 % van het bedrag van de volgende posten van de opmetingsstaat. Voor de rioleringswerken wordt geen aanvullende borgtocht meer geëist, deze mogen maar voor 80% gevorderd worden tot het resultaat van de proeven gekend is. CODENUMMER

BETREFT

0504.07 0504.11

Funderingen van zandcement (ook van lijnvormige elementen); Funderingen van schraal beton (ook van lijnvormige elementen);

0504.12 0601.

Funderingen van drainerend schraal beton; Cementbetonverhardingen;

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


16/135


ART. 5. § 3.

BORGSTELLING EN BEWIJS VAN BORGSTELLING

Het bewijs van storting wordt binnen een termijn van dertig kalenderdagen bezorgd aan het bedrijf patrimoniumonderhoud, juridische dienst, Desguinlei 33, 2018 Antwerpen. ART. 12. § 1. KEURINGEN De aannemer dient bij de aanbestedende overheid een schriftelijke aanvraag tot keuring in volgens de bepalingen van art. 12 § 1.. ART. 12. § 7. A POSTERIORI UITGEVOERDE KEURING De laatste alinea van deze paragraaf blijft behouden voor wat de rioleringswerken betreft. ART. 13. § 1.

OPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN PRIJSHERZIENING

De tekst van het standaardbestek 250 voor de wegenbouw wordt aangevuld met : De prijsherziening wordt berekend met volgende formule : s i p = P (0,40 — + 0,35 — + 0,25) S I p, P, s, S, i en I worden verklaard in dit artikel van het standaardbestek 250 voor de wegenbouw. Om de gepaste herziening van lonen en sociale lasten te bedingen, moet de aannemer bij het indienen van de eerste vorderingsstaat een attest voegen, uitgereikt door de rijksdienst voor sociale zaken, waaruit blijkt dat hij op 30 juni van het jaar, voorafgaand aan de datum van de aanbesteding, ofwel minder dan 10, ofwel 10 of meer werknemers had tewerkgesteld (cfr. het koninklijk besluit van 30 september 1983 - Belgisch Staatsblad van 4 oktober 1983).

ART. 15. § 1.

BETALING VAN DE WERKEN

In aanwezigheid van de afgevaardigden van alle betrokken partijen, worden de hoeveelheden nagezien die in aanmerking komen voor betaling. De partijen komen hieromtrent overeen.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


17/135


Van de gedetailleerde staat van de werken en verklaring van schuldvordering dienen 3 duidelijk leesbare exemplaren te worden gezonden aan het: College van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen per adres Stafdienst, Financiën Hofstraat 17 2000 Antwerpen. Ook wordt gelijktijdig een exemplaar gestuurd aan het: Bedrijf stadsontwikkeling, Openbaar domein, Administratie Desguinlei 33 2018 Antwerpen. Na goedkeuring van de voornoemde staat van uitgevoerde werken zal het bestuur de aannemer een factuur vragen. Die factuur moet de aannemer rechtstreeks sturen aan het: College van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen per adres Stafdienst, Financiën Hofstraat 17 2000 Antwerpen. Alle facturen moeten in 3 exemplaren worden ingediend, waarvan 1 origineel en 2 kopieën. Op de kopieën moet duidelijk "kopie" of "duplicaat" vermeld staan. Op alle facturen moet altijd het volgende staan:  de vermelding “Bedrijf stadsontwikkeling, Openbaar domein, Administratie";  het nummer van de dienst, zijnde "210601";  het nummer van dit bestek;  het nummer van de gunningsbrief (notificatie) van de opdracht. Op alle facturen moeten ook de volgende twee formules voorkomen: 1. "Er wordt geen korting toegestaan" of "Korting voor levering aan openbaar bestuur : .......................... (bedrag of procent)". 2. "Echt en waar verklaard voor de som van .............. (bedrag in letters)". Deze formules moeten ondertekend zijn. Particulieren met een OND-nummer moeten ook hun naam vermelden zoals die op hun btw-vignet staat.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


18/135


Bij vrijstelling van handtekening dient de factuur te vermelden: "Vrijstelling van certificatie bij ministerieel besluit van ................ nummer ................". Facturen, die niet voldoen aan deze vereisten, worden niet in behandeling genomen en zullen aan de aannemer worden teruggestuurd. De aandacht wordt er bovendien op gevestigd dat facturen betreffende bestellingen van goederen en waarvan het totaalbedrag 10 % hoger ligt dan het bedrag (btw niet inbegrepen) waarvoor de gunningsbrief werd uitgeschreven, niet zullen worden aanvaard. 1. Algemeen aanvullende betalingsregels Alle posten van werken waarop een a posteriori keuring is uit te voeren, uitgezonderd deze waarvoor een aanvullende borgtocht is geëist (cementbetonverhardingen, lijnvormige elementen van ter plaatse gestort beton, schraal beton, fundering, e.d.) komen slechts tot 80% van het inschrijvingsbedrag voor betaling in aanmerking, zolang niet alle resultaten van de erop uit te voeren proeven zijn gekend en/of alle controlemetingen zijn uitgevoerd. Het CCTV-onderzoek vormt hierop een uitzondering voor zover de aannemer zelf niet aansprakelijk is voor het niet uitvoeren ervan. In geval van slechte proefresultaten worden de al betaalde bedragen van alle erop betrekking hebbende posten uit de eerstvolgende vorderingsstaten gelicht tot dat een voor de bouwheer aanvaarde oplossing aan de tekortkomingen is gegeven. De bouwheer wenst op deze wijze enkel de conform aan het bestek uitgevoerde en goedgekeurde werken te betalen. 15.1.1. Algemeen De werken worden uitgevoerd, deels voor rekening van de stad Antwerpen en deels voor rekening van Ri-Ant zoals in de opmetingsstaat aangeduid. Er worden afzonderlijke betalingsaanvragen en staten opgemaakt voor de bedragen, ten laste van de betrokken partijen. De stad Antwerpen en Ri-Ant betalen rechtstreeks aan de aannemer hun respectieve tussenkomst in het bedrag van de werken. Na goedkeuring van de vorderingsstaat door Stad Antwerpen en Ri-Ant, zal stad Antwerpen de aannemer vragen de resp. facturen te bezorgen aan de betrokken partijen: stad Antwerpen en Ri-Ant. Indien er moeilijkheden of vertragingen ontstaan bij betalingen door Ri-Ant, dan moet de aannemer zich beklagen bij Ri-Ant. De stad Antwerpen komt niet tussen in geschillen die zouden rijzen tussen de aannemer en Ri-Ant aangaande de betalingen.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


19/135


15.1.3. Betalingen a) stad Antwerpen Wat de werken ten laste van de STAD ANTWERPEN betreft, dienen van de gedetailleerde staat van de werken en de verklaring van schuldvordering 3 duidelijk leesbare exemplaren te worden gezonden aan het: College van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen per adres Stafdienst, Financiën Hofstraat 17 2000 Antwerpen. Ook wordt gelijktijdig één exemplaar gestuurd aan: Stadsontwikkeling, Openbaar domein, Administratie Desguinlei 33 2018 Antwerpen. Na goedkeuring van de voornoemde staat van uitgevoerde werken zal de Stad Antwerpen de aannemer een factuur vragen. Die factuur moet de aannemer rechtstreeks sturen aan het: College van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen per adres Stafdienst, Financiën Hofstraat 17 2000 Antwerpen. Alle facturen moeten in 3 exemplaren worden ingediend, waarvan 1 origineel en 2 kopieën. Op de kopieën moet duidelijk "kopie" of "duplicaat" vermeld staan. Op alle facturen moet altijd het volgende staan:  de vermelding “Stadsontwikkeling, Openbaar domein, Administratie";  het nummer van de dienst, zijnde "210601";  het nummer van dit bestek;  het nummer van de gunningsbrief (notificatie) van de opdracht. Op alle facturen moeten ook de volgende twee formules voorkomen: 1. "Er wordt geen korting toegestaan" of "Korting voor levering aan openbaar bestuur : .......................... (bedrag of procent)". 2. "Echt en waar verklaard voor de som van .............. (bedrag in letters)". ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


20/135


Deze formules moeten ondertekend zijn. Particulieren met een OND-nummer moeten ook hun naam vermelden zoals die op hun btw-vignet staat. Bij vrijstelling van handtekening dient de factuur te vermelden: "Vrijstelling van certificatie bij ministerieel besluit van ................ nummer ................". Facturen, die niet voldoen aan deze vereisten, worden niet in behandeling genomen en zullen aan de aannemer worden teruggestuurd. De aandacht wordt er bovendien op gevestigd dat facturen betreffende bestellingen van goederen en waarvan het totaalbedrag 10 % hoger ligt dan het bedrag (btw niet inbegrepen) waarvoor de gunningsbrief werd uitgeschreven, niet zullen worden aanvaard. b) Ri-Ant Wat de werken van de Ri-Ant betreft, dient van de gedetailleerde staat van de werken en de verklaring van schuldvordering één duidelijk leesbaar exemplaar te worden gezonden aan: Ri-Ant Dijkstraat 8 2630 Aartselaar en twee duidelijk leesbare exemplaren te worden gezonden aan: Stadsontwikkeling, Openbaar domein, Administratie Desguinlei 33 2018 Antwerpen. Na goedkeuring van de voornoemde staat van uitgevoerde werken door Ri-Ant en de stad Antwerpen, zal het stadsbestuur één exemplaar overmaken aan Ri-Ant en de aannemer om de factuur vragen. Die factuur moet de aannemer rechtstreeks sturen aan: Ri-Ant Dijkstraat 8 2630 Aartselaar. Alle facturen moeten in twee exemplaren worden ingediend, waarvan 1 origineel en 1 kopie. Op de kopieën moet duidelijk "kopie" of "duplicaat" vermeld staan. Op alle facturen moet altijd het volgende staan: 

het Ri-Ant nummer;



Stad Antwerpen;

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


21/135




omschrijving project.

ART. 16.§ 3.

ONVOORZIENE OMSTANDIGHEDEN

Een schadeaangifte kan niet gelden als het in artikel 16, § 3 en § 4 bedoelde spoedig, tijdig en schriftelijk inlichten van de medeopdrachtgever Ri-Ant. Een afzonderlijke brief is noodzakelijk.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


22/135


ART. 17.

TERUGGAVE VAN BOETEN WEGENS LAATTIJDIGE UITVOERING

De verzoeken tot kwijtschelding van de toegepaste boeten worden gericht aan het college van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen, stadhuis, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen binnen de gestelde termijn vermeld in art. 17. § 3. ART. 18.

RECHTSKEUZE - BEVOEGDE RECHTBANKEN

Het Belgisch recht is van toepassing. Ingeval van betwisting zijn uitsluitend de rechtbanken van Antwerpen bevoegd. ART. 19.

OPLEVERINGEN EN WAARBORGTERMIJN

De paragrafen 2, 3 en 6 van dit artikel worden als volgt aangevuld en/of gewijzigd: ART. 19. § 2. De tekst van deze paragraaf wordt als volgt gewijzigd: De totale waarborgtermijn bedraagt twee jaar voor het geheel van de leveringen en werken van de onderhavige opdracht en vangt aan op de datum waarop het geheel van de werken voorlopig wordt opgeleverd (cfr. Overeenkomstig proces-verbaal ).

ART. 19. § 3. De tekst van deze paragraaf wordt als volgt gewijzigd: Gedurende de waarborgperiode is de aannemer gehouden, op zijn kosten en verantwoordelijkheid, de herstellingen die hem toe te schrijven zijn, te verrichten en dit op eerste verzoek van het bestuur. ART. 19. § 6. Bij ontbreken van de nodige maatregelen van de aannemer, of bij dringende noodzaak omwille van de continuïteit van de uitbating, worden op initiatief van het bestuur de noodzakelijke werken op kosten en verantwoordelijkheid van de aannemer uitgevoerd. ART. 20. § 4.

STRAFFEN

Speciale straffen: Voor inbreuken op de wets- en reglementbepalingen worden de bepalingen van het SB 250 aangevuld met het volgende: Voor inbreuken op de verplichtingen betreffende de inrichting van de werkkeet, veiligheid op de bouwplaatsen en voor inbreuken op de voorgeschreven maatregelen i.v.m. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


23/135


toegankelijkheid van de aangrenzende eigendommen, wordt een boete opgelegd van 125 euro per dag dat de inbreuk wordt vastgesteld. Deze boete wordt van rechtswege toegepast en zonder voorafgaande ingebrekestelling. Herhalingen Het bestuur is gerechtigd de straffen zoveel malen toe te passen als: - de inbreuk is gepleegd; - er werknemers zijn op wie de inbreuk is gepleegd. Het bestuur is gerechtigd dit “aantal malen” arbitrair vast te stellen wanneer dit aantal door de schuld van de aannemer niet juist kan worden bepaald. Als motivering van de voornoemde afwijkingen geldt de noodzaak te beschikken over een degelijk uitgeruste werkkeet. Immers, een onvoldoend uitgeruste werkkeet bemoeilijkt de controle op de werken. Voor inbreuken op de bepalingen van Hfdst. X – Signalisatie van de technische bepalingen, meer bepaald aangaande de signalisatie van de bouwplaats, kunnen volgende boeten worden toegepast: a) gewone verkeersborden, inbegrepen wegwijzers en wegbakens : 30 Euro per stuk en per kalenderdag; b) voorwegwijzers, aankondigingsborden, borden ter aanwijzing van de bouwplaats en trambarelen: 200 Euro per stuk en per kalenderdag; c) hekwerken, inbegrepen de aan te brengen borden : 100 Euro per meter doorgangsruimte en per kalenderdag; d) knipperlichten : 25 Euro per stuk en per kalenderdag; e) niet afdekken van bestaande signalisatie, waar nodig : 30 Euro per stuk en per kalenderdag; f) niet bijhouden van het formulier voor leveren en plaatsen van elk element van het signalisatieplan door de aannemer : 50 Euro per kalenderdag; g) Niet wegnemen van de tijdelijke werfsignalisatie na uitvoering der werken , of na plaatsing van de definitieve signalisatie : 200 Euro per verkeersbord met paal en per kalenderdag. Bij in gebreke blijven van de aannemer kan het bestuur zelf ingrijpen. In dit geval worden alle kosten voor prestaties verricht voor het bestuur, alsmede de hierboven vermelde retributie aan de aannemer aangerekend. De aanrekening van deze retributie(s) wordt aangerekend vanaf melding in het dagboek der werken met een korte omschrijving van de feiten. De retributie(s) zelf kunnen van de eerstvolgende vorderingsstaat worden afgehouden.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


24/135


Deze boeten zijn ook van toepassing op de geplaatste signalisatie, niet voorzien in het signalisatieplan van de bedrijfseenheid veiligheid/politie/verkeer, en waarvoor de aannemer vergoed wordt met een vastgestelde prijs. Indien bij het in gebreke blijven van de aannemer of indien aan een oproeping geen gevolg wordt gegeven kan het bestuur ingrijpen. Dat heeft tot gevolg dat alle kosten voor prestaties verricht door het bestuur of door een andere aannemer, verhoogd met de hiervoor vermelde straffen, worden aangerekend. Straffen: Minder hinder Indien na aanmaning, genoteerd in het dagboek van de werken, binnen de 24 uur hieraan geen gevolg wordt gegeven, zal de aanbestedende overheid over gaan tot het treffen van de nodige maatregelen en dit op kosten van de aannemer. Dit zonder verder in gebreke stelling. ART. 25. § 1.

ELEMENTEN DIE IN DE PRIJZEN ZIJN BEGREPEN.

Punt 2° wordt aangevuld met volgende bepalingen: Volgende prestaties zijn in ieder geval ook een aannemingslast: 

het werken met de nodige en wettelijke voorzorgsmaatregelen;



leveren van dagboek en toebehoren (zie art. 37);



het afsluiten van de nodige verzekeringen (zie art 38);



alle wettelijke maatregelen t.o.v. de uitvoerders en t.o.v. derden ter bescherming en beveiliging tegen schade die een gevolg zou kunnen zijn van de uitvoering der werken;



alle herstelling van schade aan bestaande en te behouden wegeninfrastructuur;



het leveren, plaatsen en wegnemen na de werken van infoborden;



Grondverzet De aannemer dient bij zijn inschrijving rekening te houden met het invoege treden van de nieuwe grondverzetregeling Vlarebo Hoofdstuk XIII per 01/06/2008. Alle kosten die hiermee verbonden zijn (aansluitingsbijdrage bodembeheersorganisatie, verzekeringsbijdrage, kosten voor afleveren van bodembeheerrapporten, kosten voor transportdocumenten,…) dienen in de eenheidsprijzen of totaalprijzen te zijn opgenomen. Voor zover tijdens de uitvoering wettelijk vereist laat de bouwheer een technisch verslag opmaken en goedkeuren door een bodembeheersorganisatie. Ri-Ant en stad Antwerpen laten de technische verslagen goedkeuren door de VZW Grondbank als erkende bodembeheerorganisatie. Als de aannemer op een andere bodembeheerorganisatie een beroep wenst te doen zijn de eventuele bijkomende kosten voor het (opnieuw) goedkeuren van het technisch verslag ten laste van de aannemer. De aannemer staat in voor het opmaken van de vrachtbrieven (grondtransportverklaring, gebruiksbrief, vrachtbon, …) en het afleveren van het Bodembeheerrapport door een bodembeheerorganisatie.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


25/135


De bouwheer voegt bij de aanbestedingsdocumenten het technisch verslag of het milieuhygiënisch onderzoek en een grondverzettabel met de theoretisch bepaalde hoeveelheden grondverzet per code; 

Voor de zones die tijdens de werken niet bereikbaar zijn voor de ophaaldiensten wordt bij elke ophaalbeurt het huisvuil, het papier of karton, GFT- en PMD zakken door de aannemer naar een aan te duiden verzamelplaats gebracht waar het door de ophaaldiensten kan opgeladen worden zonder het verkeer te hinderen. Containers worden eveneens naar de rand van de werfzone en nadien terug naar de oorspronkelijke plaats gebracht. RANDVOORWAARDEN EN BASISPRINCIEPES:



Alle nodige voorzieningen om de hinder tot een minimum te beperken.



Voetgangers- en fietsverkeer moeten steeds in behoorlijke en veilige omstandigheden kunnen verlopen. Dit houdt ondermeer in dat de huidige voetpaden langsheen de woningen over een zo groot mogelijk breedte zo lang mogelijk behouden blijven tijdens de uitvoering.



Toegangen tot bedrijven en gebouwen dienen altijd gevrijwaard te worden. Bij het plaatsen van de rioleringen zal het uiteraard niet altijd mogelijk zijn om altijd de gebouwen te bereiken, deze periode van niet-bereikbaarheid kan alleen worden toegestaan mits voorafgaandelijke afspraken met betrokkenen.

Grondwaterverlaging: Volgende preventieve maatregelen dienen te worden genomen voor, tijdens en na de bemalingwerkzaamheden: er wordt rekening gehouden met een maximale differentiële zetting van 2 cm bij een verhanglijn van 1/500. Er worden om de ca. 200 m peilbuizen geplaatst; De resultaten van de controles dienen te worden vastgelegd in het dagboek der werken; Indien er grotere dan toegelaten afwijkingen optreden moet worden gestopt met de bemaling- en of funderingswerkzaamheden en dient contact te worden opgenomen met de verzekeraar; Indien niet aan deze verplichting wordt voldaan is er uitsluiting van dekking in de ABRpolis van de daaruit voortvloeiende schade. ART. 26

MACHTIGING EN VERTEGENWOORDIGING.

De aannemer duidt de verantwoordelijke persoon of personen op de werf aan. Zonder aanwezigheid van deze verantwoordelijke(n) voor de aannemer mogen de werken niet worden uitgevoerd. Bijkomend dient het aanspreekpunt betreffende de verkeerssignalisatie zoals bepaald in het standaardbestek bekend gemaakt. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


26/135


De aannemer duidt voor het begin van de grondwerken ‘een verantwoordelijke grondverzet’ aan, die de taken/plichten/vereisten omschreven in het kwaliteitszorgsysteem van een erkende bodembeheersorganisatie op zich neemt. De aanbestedende overheid heeft het recht aangeduide personen te weigeren op grond van een vermoeden van onkunde.

ART. 27. § 1.

KEURING – ALGEMEEN

Wanneer voor de te leveren producten het Benor- of Copro-merk bestaat, dan mogen enkel die producten geleverd worden die één van deze merken dragen. In principe moeten alle andere producten vermeld in hoofdstuk III van het standaardbestek en/of van de aanbestedingsdocumenten onderworpen worden aan het voorafgaand technisch nazicht door een erkende onafhankelijke instantie zoals aangegeven in art.12 § 1. van het standaardbestek 250. Alle andere producten, d.w.z. de producten die niet voorkomen in de lijst van de aanbestedingsdocumenten, moeten worden gekeurd door de leidende ambtenaar. Bij het begin van het werk wordt tussen de aannemer en de leidende ambtenaar afgesproken hoe de afleveringsbonnen zullen verzameld worden op het werk, ook bij afwezigheid van een toezichter. Indien geen afspraken zijn gemaakt moeten de afleveringsbons dagelijks afgegeven worden aan het adres van de aanbestedende overheid. Van alle te verwerken materialen dient vóór aanvang van de werken een exemplaar of monster ter goedkeuring voorgelegd aan de leidende ambtenaar. Alle originele keuringsattesten worden voorgelegd vóór verwerking. ART. 27. § 2.

KEURINGSMODALITEITEN

Alle materialen beschreven in hoofdstuk III van het Standaardbestek 250, en in de Algemene Wijzigingen en Aanvullingen van Aquafin N.V. aan het Standaardbestek 250 en in dit bestek, zijn onderhevig aan een voorafgaandelijk technisch nazicht. 1° Algemene toepassingsmodaliteiten m.b.t. de voorafgaande technische keuringen en de a posteriori uitgevoerde technische keuringen De bepalingen van het Standaardbestek 250 zijn aan te vullen met: De uitvoering van een nieuwe video-inspectie (na herstelling of reiniging of verwijderen waterstagnatie) dient te geschieden door hetzelfde laboratorium als het door de bouwheer aangestelde laboratorium.

De volgende a posteriori technisch keuringen zijn voorzien: ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


27/135


a) ten laste van de aannemer: - riolering: lengteprofiel, verdichting of draagkracht van de fundering en de sleufaanvullingen, waterdichtheid; - steenslagfundering: dikte, profiel en vlakheid van het oppervlak, draagvermogen; - zandcementfundering: dikte, profiel en vlakheid van het oppervlak; - schraalbetonfundering: dikte, profiel en vlakheid van het oppervlak; - cementbetonverharding: profiel en vlakheid van het oppervlak, dikte van de verharding, dikte van de deklaag, gaafheid van de platen, oppervlaktekenmerken; - bitumineuze verharding: profiel en vlakheid van het oppervlak, dikte van de verharding, dikte van de toplaag. b) ten laste van het bestuur: - riolering: cameraonderzoek; - steenslagfundering: droge-volumemassa "in situ"; - zandcementfundering: druksterkte; - schraalbetonfundering: druksterkte; - cementbetonverharding: druksterkte, wateropslorping. - bitumineuze verharding: relatieve dichtheid en percentage holle ruimten en bitumegehalte van de laag. Voor deze proeven is in de opmetingsstaat een post pro memorie voorzien. De volgende proeven ter zelfcontrole worden voorzien: - zandcementfundering: proctorproef. ART. 28. § 1.

BEVEL TOT UITVOERING EN LEIDING VAN DE WERKEN

Het werk wordt voltooid binnen een termijn van 30 werkdagen. Het bestuur behoudt zich het recht voor de aanneming te schorsen tot maximaal 1/3 van de uitvoeringstermijn, zonder opgave van een reden. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


28/135


Aan deze paragraaf worden volgende bepalingen toegevoegd: "5° WERKPROGRAMMA Uiterlijk een maand na de betekening van de goedkeuring van zijn offerte bezorgt de aannemer het volledige werkprogramma betreffende de gehele aanneming.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


29/135


ART. 28. § 2.

GELIJKTIJDIG UIT TE VOEREN OPDRACHTEN

De aannemer dient er rekening mee te houden dat hij gelijktijdig met andere wegwerkzaamheden en/of markeringswerken dient uit voeren. Het plaatsen en/of verplaatsen van leidingen gelegen binnen de grenzen van de werken is te beschouwen als gelijktijdig uit te voeren opdrachten. ART. 28. § 3.

FASERING VAN DE WERKEN

Indien noodzakelijk zijn de werken in verscheidene fasen uit te voeren. De aannemer zal hiervoor geen enkele meerprijs kunnen aanrekenen. ART. 29. § 1.

ONDERBREKING VAN DE WERKEN

Onderbrekingen door het bestuur. De aannemer kan geen schadeloosstelling eisen voor onderbrekingen van de werken. ART. 30.

ALGEMENE ORGANISATIE VAN DE BOUWPLAATS

Aan § 1 worden volgende bepalingen toegevoegd. 1. Stofbestrijding en vervuiling van de wegen Ter bestrijding van het stof besproeit de aannemer de rijwegen en voetpaden met water of chloorkalk, telkens als de afgevaardigde van het bestuur dit nodig acht en in voldoende mate. De aannemer voorkomt alle bevuiling van de wegen. Hij treft alle maatregelen om de straten te ontdoen van alle aarde en slijk voortkomende van zijn vervoer. De afgevaardigde van het bestuur kan de aannemer verplichten de bevuilde straten op gelijk welk tijdstip degelijk te reinigen. 2. Schade aan ondergrondse installaties Op deze aanneming is ook omzendbrief 512-107 van 12 maart 1985 van toepassing over het toepasselijk maken van de praktische leidraad ter voorkoming van schade aan ondergrondse installaties tijdens de in hun nabijheid uitgevoerde werken en zijn bijlage, zijnde genoemde leidraad, die een integrerend deel uitmaakt van onderhavig bestek. 3. Milieuzorgmaatregelen 3.1. Algemene bepalingen Gedurende de werken houdt de aannemer zich aan de voorschriften zoals deze bepaald zijn in VLAREM I en II. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


30/135


Het is de aannemer ten strengste verboden afvalstoffen te laten rondslingeren, te sluikstorten, te verbranden, te begraven e.d. op de werf en in de nabijheid van de werf, zelfs wanneer de eigenaar van het perceel hiervoor gebeurlijk de goedkeuring zou geven. Het is de aannemer gedurende de werken ten strengste verboden om nieuwe lozingspunten te creëren (ook niet kortstondig!) van DWA - afvoer naar grachten, beken en/of rivieren. De aannemer zal op de werf alle voorzorgsmaatregelen nemen ter voorkoming van grondverontreiniging door oliën of brandstoffen. Op de werf opgestelde machines (o.a. bemalingspompen, groepen e.d.) en voorraadtanks zijn met passende lekbeveiligingsconstructies uit te rusten (conform de VLAREM voorschriften). Geluid- en trillingshinder moeten op de werf worden beperkt. Hiervoor wordt verwezen naar de richtlijnen “Bouwmateriaal en Bouwmachines” van de Europese Gemeenschap en overgenomen door het Besluit Vlaamse Executieven van 30/7/92. Inbreuken hierop kunnen aanleiding geven tot het onmiddellijk stilleggen van de werf en onmiddellijke verwijdering van de werf van de verontreinigende toestellen en machines. 3.2. Afvalstoffen. 3.2.1.Selectieve en gescheiden inzameling van afvalstoffen en bouwafval op de werf De aannemer is verplicht op een selectieve wijze bouwen wegenisonderdelen te slopen en op een gescheiden wijze te verzamelen en af te voeren, inclusief het op selectieve wijze inzamelen van afvalstoffen. De selectieve inzameling is minstens op elke werf te voorzien voor de volgende fracties: -

gevaarlijk afval; schoon puin (niet verontreinigd); metaal; restfractie.

De selectieve inzameling geschiedt in hiervoor geschikte containers en/of andere zakverpakkingen. Elke container of zakverpakking dient voorzien te worden van een duidelijk en blijvend opschrift. Gevaarlijk afval moet op wettelijke wijze worden opgeslagen en afgevoerd.

3.2.2.Selectieve sloop Er moet door de aannemer naar gestreefd worden de deelfracties van het puin en afval met volgende rangorde van prioriteiten te behandelen en/of te verwerken: ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


31/135


1. rechtstreeks herbruik op de werf; 2. recyclagebedrijf; 3. sorteerbedrijf; 4. storten of verbranden. Door de aannemer is voor elk van de afvalstoffen en puin vóór de aanvang van de werken een planvoorstel betreffende afvoeren behandeling aan de bouwheer ter goedkeuring voor te leggen. 3.2.3. Afvoer van afvalstoffen en puin De aannemer staat in voor de selectieve afvoer van alle afvalstoffen naar een erkend sorteer- en recyclagebedrijf of stortplaats. ALLE PUIN IS DOOR DE AANNEMER RECHTSTREEKS AF TE VOEREN NAAR EEN PUINBREEKINSTALLATIE. De aannemer dient ter bewijsvoering een kopie van elke vervoerbon of stortbon aan de bouwheer over te maken. 3.3. Opbraak asbestcementbuizen De aannemer is verplicht bij opbraak van asbestcementbuizen een selectieve opbraak en afvoer met een afzonderlijke container te voorzien, ongeacht de grootte van de diameter van de leiding (ook indien di < 300 mm) In de meetstaat is geen afzonderlijke post voorzien voor deze selectieve afvoer. 5. Schade aan wegen Wanneer er kans bestaat dat de voertuigen van de aannemer schade kunnen toebrengen aan de weginfrastructuur, neemt de aannemer tijdig, in samenspraak met het bestuur, de nodige maatregelen inzonderheid met betrekking tot het voorkomen van schade, en tot het herstellen van de schade. Alle herstellingen van schade aan bestaande te behouden wegeninfrastructuur is een last van de aanneming. 6. Gebruik van een zichtveldverbeterend systeem (zgn anti-dode-hoek) voor bedrijfsauto’s op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen, in toepassing van art. 25. 4° van het KB van 25.01.2001. Alle bedrijfsauto’s die werken of leveringen verrichten op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen moeten uitgerust zijn met een zichtveldverbeterend systeem. Met bedrijfsauto’s worden bedoeld de voertuigen en vrachtwagens met een maximale toegestane massa van meer dan 3 500 kg, die werken of leveringen uitvoeren, met inbegrip van de voertuigen die dienen voor de uitvoering van werken maar ook op de openbare weg rijden. Met zichtveldverbeterend systeem wordt een systeem bedoeld dat, aangebracht op een bedrijfsauto, de “dode hoek” in het zichtveld van de bestuurder tot een minimum terugbrengt. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


32/135


Dit systeem kan bestaan: -

in de vorm van een spiegelsysteem met verwarmingselement (om condensatie te vermijden), waarbij de spiegel dusdanig wordt bevestigd dat hij zich in de nabijheid van de andere spiegels bevindt en een zichtbaarheid garandeert vanuit de normale houding van de bestuurder via het gedeelte van de voorruit dat wordt geveegd door een ruitenwisser;

-

in de vorm van een camerasysteem gemonteerd in de opstap onder het portier van de stuurcabine, waarbij de monitor in de onmiddellijke nabijheid van de andere achterspiegels wordt opgesteld.

Het te verbeteren zichtveld is, op maaiveldhoogte, gelegen in de rechte “dode hoek” rechts van het voertuig, vanaf 0,90 m van de zijkant, en achter de dwarszichtlijn (lijn door het oogpunt van de bestuurder dwars op de rijrichting van het voertuig). Het dichtsbijgelegen zichtveldgebied, ter hoogte van een kwart cirkel met straal van 12 m, moet door het zichtveldverbeterend systeem (evenwel in combinatie met de bestaande spiegels) 100 % zichtbaar gemaakt worden. Het verder gelegen zichtveldgebied, begrensd door een cirkelsegment met straat van 80 m en door de lijn die een hoek van 30° maakt met de dwarszichtlijn, moet door het zichtveldverbeterend systeem, in aanvulling op het zicht dat geboden wordt door de bestaande spiegels, tenminste 65 % zichtbaar gemaakt worden. Indien het niet mogelijk is om op maaiveldhoogte aan voormelde criteria te voldoen mag ook een hoogte van 0,50 m boven het maaiveld aangehouden worden. Indien het zichtveldverbeterend systeem het vereiste zicht niet continu kan geven, moet het dit vereiste zicht binnen een tijdsduur van maximum 2 seconden na de daartoe strekkende handeling kunnen geven. Aan §2 worden volgende bepalingen toegevoegd i.v.m. tegensprekelijke plaatsbeschrijving. A. straatmeubilair, verkeersborden en nutsbedrijven Voor de aanvang van de werken wordt een tegensprekelijke plaatsbeschrijving opgemaakt van het stadspatrimonium (verkeersborden, straatmeubilair, enz.). Deze staat dient door alle partijen voor akkoord te worden ondertekend. Een zelfde werkwijze geldt voor water- en gaskranen met aanhorigheden. Deze staat dient best te worden opgemaakt in bijzijn van een afgevaardigde van de nutsbedrijven. Bij niet opmaken van zulke beschrijvende staten, zal elke beschadiging aan de aannemer aangerekend worden. Het opmaken van deze staten is een last van de aanneming.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


33/135


B. particulieren 1. De medeopdrachtgever Ri-Ant maakt geen tegensprekelijke plaatsbeschrijvingen van belendende panden op. 2. De aannemer draagt - zie ook art. 41 hierna - de financiële gevolgen voortvloeiend uit toepassing van de diverse vigerende aansprakelijkheidsregels voor wat de vrijstellingen betreft. Partijen verplichten er zich toe om op het eerste verzoek van de andere partij in geschillen over schade aan derden vrijwillig tussen te komen. § 3. Lokalen ter beschikking van het bestuur gesteld De aannemer stelt, uitsluitend ten behoeve van het bestuur, een locatie ter beschikking die bestaat uit : - een kantoorruimte voorzien van een bureaumeubel met bijhorende stoel en een kast met dubbele deur en slot; - een vergaderruimte voor minimum 12 personen (minimum oppervlakte 15 m2) voorzien van het nodige meubilair; - een sanitair voorzien van toilet en wastafel met stromend water (koud en warm). De locatie is tevens voorzien van elektrische verwarming, de nodige verluchting en verlichting. Tevens zijn de volgende toestellen aanwezig: koelkast, koffiezetapparaat, telefoontoestel en faxtoestel (+ aansluiting) en kopieertoestel. Een aansluiting op de openbare riolering is vereist. Hij onderhoudt dit lokaal. In dit lokaal dient de aannemer bestendig volgende zaken permanent ter beschikking te stellen van het bestuur:  een aangepast exemplaar van het "Standaardbestek 250 voor de wegenbouw" van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap – aangepaste versie 2.1, ter beschikking te houden;  3 paar proper laarzen (maat 43 tot 45);  3 stuks propere werkkledij;  3 stuks propere werfhelmen;  3 stuks propere overalls;  3 stuks propere signalisatievestjes.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


34/135


§ 4. Borden De aannemer zal zorgen voor het (laten) aanmaken, leveren en plaatsen van 2 werfbord(en) volgens tekening bestek.

1. Werfbord type 1 Opbouw werfbord Het werfbord zal bestaan uit 1 overzichtsbord met: - Een tekstvak. De tekst en lay-out zullen worden aangeleverd door de opdrachtgever. In het tekstvak zal de volgende informatie zeker te vinden zijn: de benaming van het project, het investeringsbedrag, het opdrachtgevend bestuur, de uitvoeringstermijn, de subsidiërende instanties, enz. De hoogte van het tekstvak is afhankelijk van de hoeveelheid -

tekst, maar moet steeds de huisstijlgids respecteren. Een vak (onder)aannemer(s). In dit vak komen naam + logo van de (onder)aannemer(s). De namen van de contractanten bevinden zich in een vakhoogte in drie opeenvolgende vakken (middelste 3 waarbij steeds het eerste en het vijfde vak wordt vrijgelaten). Hierbij

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


35/135


-

-

worden de eerste 2 vakken gebruikt om de naam (en de adresgegevens) te plaatsen en het derde vak wordt gevuld met het logo van de desbetreffende (onder)aannemer. De hoogte van het vak (onder)aannemer(s) is afhankelijk van het aantal contractanten dat de aannemer wenst te vermelden op het werfbord. Een logobalk met afmetingen zoals aangegeven op het voorbeeld in bijlage. Het stadsembleem wordt digitaal aangeleverd door de opdrachtgever. Eventuele andere logo’s van financiers worden ook aangeleverd door de opdrachtgever en dienen opgenomen te worden in de logobalk onderaan tussen het stadsembleem en het telefoonnummer/website van de stad Antwerpen. De stralende ‘A’ en de tekst “’t stad is van iedereen” worden, zoals aangegeven in het voorbeeld, steeds in hun respectievelijke vakken bovenaan in de linkerhoek geplaatst en dit in de aangegeven huisstijlkleuren.

Kenmerken werfbord De breedte van het bord is een veelvoud van een standaard plaatafmeting. De hoogte van de plaat wordt bepaald door het aantal (onder)aannemers, en valt onder de verantwoordelijkheid van de hoofdaannemer, die zelf zal bepalen welke van de (onder)aannemers en andere contractanten mee op het werfbord geplaatst worden en welke niet. In het geval dat het aantal contractanten zo groot is dat het werfbord te lang zou worden, dient een 2de bord met dezelfde kenmerken en grootte als het eerste werfbord geplaatst te worden. De rasterverdeling voor dit bord is dezelfde maar dit bord bevat dan uitsluitend een vak voor (onder)aannemers, geen tekstvak. Het bestuur stelt de hoofdaannemer op de hoogte dat volgende medecontractanten ook een plaats op het werfbord nodig hebben : … (in te vullen door de opdrachtgever). De tekst in het tekstvak wordt uitgevoerd in lettertype Arial. De andere kenmerken waaraan het werfbord moet voldoen, zijn te vinden in de huisstijlgids pagina 14 tot 38 (zie http://stad.antwerpen.be/huisstijl/huisstijlgids/20060203_basiselementen.pdf, http://stad.antwerpen.be/huisstijl/huisstijlgids/20060203_layout.pdf).Er worden (werf)borden dan hier beschreven toegestaan.

geen

andere

Uitvoering Bij plaatsing dient aan de volgende voorwaarden voldaan te worden:  De aannemer is verplicht minstens 15 dagen voor de aanvang van de werken de werfborden op te stellen;  Het werfbord wordt op een stevige constructie opgehangen op een hoogte van minimum 2.10 m, op een in samenspraak met de leidende ambtenaar te bepalen plaats (bij voorkeur geïntegreerd in de werfafsluiting). Een obstakelvrije ruimte voor de voetgangers van 1,5 m dient verzekerd; ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


36/135




Het bord moet goed zichtbaar en leesbaar zijn. Het geheel zal weerstand bieden aan stormweer en gedurende de gehele uitvoeringstermijn in goede staat onderhouden worden. Het bord blijft eigendom van de aannemer en zal onmiddellijk na de voorlopige aanvaarding van de bouwplaats verwijderd worden.

§ 5. Veiligheidscoördinatie en veiligheidsvoorschriften De aannemer wordt erop gewezen dat het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen van toepassing is. Gedurende de werken draagt de aannemer met zijn personeel ertoe bij dat de veiligheidsvoorschriften op alle werfactiviteiten worden nageleefd volgens:  het KB. van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke en mobiele bouwplaatsen;  de Wet op het welzijn van 04-08-1996;  de Codex over het welzijn op het werk;  het ARAB (waarin het AREI is opgenomen). Alle kosten die voortvloeien uit wettelijke verplichtingen en uit de contractuele verplichtingen vormen een aannemingslast en de veiligheidsmaatregelen zitten vervat in de eenheidsprijzen. Volgens artikel 30 1° van het KB van 25 januari 2001 moeten de inschrijvers bij hun offertes een document voegen dat verwijst naar het veiligheids- en gezondheidsplan en waarin ze beschrijven op welke wijze zij het bouwwerk zullen uitvoeren om rekening te houden met dit veiligheids- en gezondheidsplan. Volgens artikel 30 2° van het KB van 25 januari 2001 moeten de inschrijvers bij hun offertes een afzonderlijke prijsberekening voegen in verband met de door het veiligheids- en gezondheidsplan bepaalde preventiemaatregelen en –middelen, inbegrepen de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en –middelen. Het veiligheids- en gezondheidsplan is als een aparte bijlage gevoegd aanbestedingsdocumenten. Het bevat de vereiste informatie voor een correcte offerte.

bij

de

ART. 31. TRACE DER WERKEN: REFERENTIEPEIL De aannemer dient bij de uitvoering van onderhavige werken te vertrekken van het referentiepeil: BH5, 7,126 m TAW gelegen aan Bredabaan te Merksem. ART. 33.

AFBRAAK MATERIAAL

Volgende paragraaf wordt gewijzigd: Ongeacht de bestemming die de aanbestedende overheid denkt te geven aan de materialen of voorwerpen waarvan ze het eigendom voor zich heeft voorbehouden, worden al de kosten ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


37/135


voor het vervoer, binnen een straal van 15 km naar de plaats die door de aanbestedende overheid wordt aangewezen, en het opslaan ervan volgens Hfdst. IV-1.1.2 door de aannemer gedragen. ART. 37.

DAGBOEK VAN DE WERKEN

Er moet een dagboek van de werken worden bijgehouden. Eventuele verslagen van werkvergaderingen zijn te beschouwen als een integrerend deel van dat dagboek. Het dagboek van de werken bestaat uit zelfkopiërende bladen en wordt door de aannemer geleverd. Worden eveneens geleverd door de aannemer: - een stempel van 8 cm bij 4,5 cm waarop in volgorde vermeldt staan: de aanbestedende overheid, de omschrijving van de opdracht, het nummer van de aanbestedingsdocumenten en de aannemer; - een bijhorend stempelkussen met inkt. De aannemer is gehouden dagelijks aan de leidende ambtenaar of zijn vertegenwoordiger een staat te overhandigen waarop o.a. is aangegeven:  De weersomstandigheden met vermelding van de minimum en maximum temperatuur;  De eventuele werkonderbrekingen wegens slecht weer;  De verwerkte en in voorraad zijnde materialen;  Het ingezette en buiten dienst zijnde materiaal;  De ter plaatse verrichte proefnemingen met verwijzing naar het proefverslag;  De naar het labo verstuurde monsters;  Alle onregelmatigheden en onvoorziene omstandigheden. Er zal wekelijks een werkvergadering plaatsvinden waarvan een verslag moet worden opgemaakt. ART.38.

VERZEKERINGEN

A. Voor het aandeel der werken ten laste van de stad Antwerpen geldt volgend verzekeringssysteem: De tekst van artikel 38 wordt aangepast als volgt: Verzekeringen af te sluiten door de aannemer: 1. Opsomming De aannemer dient volgende verzekeringen af te sluiten: a) verzekering arbeidsongevallen; b) verzekering burgerlijke aansprakelijkheid. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


38/135


2. Beschrijving: a) de aannemer zal zijn personeel verzekeren tegen alle ongevallen; b) de aannemer zal zich verzekeren tegen alle mogelijke aanspraken op vergoedingen voor schade geleden door derden of door de aanbestedende overheid naar aanleiding van de werken of tijdens de uitvoering ervan en dat tot algemene ontlasting van de aanbestedende overheid en van de ontwerper. Tijdens de uitvoering van het werk worden de risico’s gedekt, voortvloeiend uit de gedeeltelijke of totale instorting hetzij beschadigd of teniet gaan van het werk dat het voorwerp uitmaakt van de polis. Het betreft bijgevolg zowel werfschade als schade aan derden (1382 BW-1386 BW, 544 BW & objectieve aansprakelijkheid als gevolg van grondwatertafelverlaging) voor alle bouwpartners (en ook de Stad Antwerpen) in een eerste rang, met uitgebreide dekking tot aan de voorlopige oplevering of 24 maanden na de vermelde oplevering. 3. Algemene bepalingen: Binnen de dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de dag na de gunning van de opdracht zal de aannemer de bewijzen voorleggen van de verzekering (nl. de polis en de betaalbewijzen), die door hem hieromtrent dienen te worden afgesloten, zonder dat de aanbestedende overheid hem daaraan dient te herinneren noch in gebreke te stellen. De kosten van de verzekering worden gedragen door de aannemer. De vrijstellingen voorzien door de polis en de risico’s die ervan zijn uitgesloten vallen ten laste van de aannemer. De verzekeringspolis zal uitdrukkelijk bepalen dat de verzekeringsmaatschappij verzaakt aan welkdanig verhaal dat zij kunnen uitoefenen tegenover de aanbestedende overheid en de ontwerper van de werken. De aanbestedende overheid en de ontwerper der werken zullen in de polis uitdrukkelijk en bij naam verzekerd worden voor de verschillende hoger vermelde risico’s. De polis zal nauwkeurig bepalen, dat in geval van betwisting of geschil van welke aard ook, alleen de rechtbanken van Antwerpen bevoegd zijn. Bovendien zal de verzekeringsmaatschappij de aanbestedende overheid en de ontwerper der werken elk geschil, betwisting of feit, dat zou aanleiding kunnen geven tot schorsing, opzegging of verbreking van het verzekeringscontract meedelen bij aangetekend schrijven. De aannemer doet uitdrukkelijk afstand van verhaal op studiebureau en de stad Antwerpen. B. Voor het aandeel der werken ten laste van Ri-Ant geldt het hierna vermelde verzekeringssysteem.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


39/135


I. Verzekeringen tijdens de bouwfase De medeopdrachtgever Aquafin sluit een verzekering "Alle Bouwplaatsrisico's" af op eigen naam en voor eigen rekening en dit enkel en alleen voor het gedeelte der werken ten laste van Aquafin. De ABR-polis waarborgt alle bouwpartners in eerste rang, zijnde : - de medeopdrachtgever Ri-Ant, de stad Antwerpen en Aquafin, - de hoofdaannemer en zijn onderaannemers, - het studiebureau, de architecten en de raadgevende bureaus, - de veiligheidscoördinatoren, - alle andere partijen waarvan de aanwezigheid op de werf uit hoofde van de werken noodzakelijk, vereist of gewenst is. Hierna volgt een niet-limitatieve korte samenvatting van de polis; voor nadere details kan de polis schriftelijk opgevraagd worden bij Ri-Ant, per adres Aquafin, dienst verzekeringen, Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar of per fax op nummer 03/450.44.48, onder duidelijke vermelding dat het een project in het kader van Ri-Ant, het samenwerkingsverband tussen AWW en Aquafin betreft. 1.1. Eigen werk (werfschade) 1.1.1. Verzekerde goederen Deze polis verleent dekking voor volgende risico’s: - de goederen, op te richten ten definitieve titel, die het voorwerp uitmaken van de aannemingen, d.w.z. :  de bouwwerken, met inbegrip van de erin te verwerken bouwmaterialen en bouwelementen;  hun uitrustingen : machines, toestellen en installaties. - de voorlopige bouwwerken die voorzien zijn in deze aannemingen of nodig zijn voor de uitvoering ervan; - het bestaande goed : de goederen eigendom van AWW, Aquafin en/of de stad Antwerpen. 1.1.2. Waarborgen De waarborgen zijn de volgende : - tijdens de bouw-, montage- en testtermijn :  iedere (materiële) beschadiging en ieder verlies van de verzekerde goederen voor zover deze beschadigingen zich op de werf tijdens deze termijn hebben voorgedaan en werden vastgesteld; ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


40/135


- tijdens de onderhoudstermijn (periode van 24 maanden vanaf de oplevering door Aquafin naar de stad Antwerpen):  beschadigingen van de blijvend opgerichte verzekerde goederen die zich voordoen tijdens de uitvoering door de verzekerden van werken waartoe zij na de voorlopige oplevering krachtens het aannemingscontract verplicht zijn, en voor zover deze beschadigingen voortvloeien uit deze uitvoering;  de (materiële) beschadigingen aan de blijvend opgerichte verzekerde goederen die tijdens deze termijn vastgesteld werden en te wijten zijn aan een schadeverwekkend feit dat zich op de bouwplaats heeft voorgedaan tijdens de bouw-, montage- of proeftermijn;  full makers guarantee. Opmerking : geen dekking voor schade door brand en/of ontploffing. 1.1.3. Overige waarborgen Het bestaande goed als volgt : eerste risico van 250.000 Euro per schadegeval. De herstellingskosten zullen worden verhoogd met de eventuele opruimings- en afbraakkosten, dit tot beloop van maximum 10% van de waarde per werf. Per werf wordt – ongeacht de verzekerde waarde – een minimum van 25.000 Euro voor opruimings- en afbraakkosten verzekerd. 1.1.4. Vrijstelling - eigen risico De contractuele vrijstelling bedraagt 2.500 Euro per schadegeval. Alle vrijstellingen of schades beneden de vrijstelling zijn ten laste van de aannemer. 1.1.5. Uitgesloten en/of niet verzekerde risico’s De uitgesloten en/of niet verzekerde risico’s ten laste van de aannemer. 1.2. Aansprakelijkheid ten aanzien van derden 1.2.1. Waarborgen – kapitalen Is verzekerd de schade krachtens arts 1382-1386 BW (foutaansprakelijkheid) voor de som van 1.250.000 Euro per schadegeval, met inbegrip van schade krachtens art. 544 BW (foutloze aansprakelijkheid) en de objectieve aansprakelijkheid conform art. 14 par. 1 van het decreet van 21.01.1984 - maatregelen betreffende het grondwaterbeheer. 1.2.2. Vrijstelling - eigen risico De vrijstelling bedraagt 2.500 Euro per schadegeval en per gebouw. Alle vrijstellingen en schadevergoedingen beneden de vrijstelling zijn ten laste van de aannemer. Nadere specificaties en uitsluitingen van dekking dienen geverifieerd aan de hand van de inhoud van de algemene en de bijzondere polisvoorwaarden. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


41/135


1.3. schaderegelingen Bij een schadegeval gelieve: Aquafin N.V Dienst Verzekeringen Dijkstr. 8 2630 Aartselaar fax 03/450.44.48

of

Makelaar Vanbreda Risk & Benefits Mevr. Hilde Janssens of dhr. Johan Segers Plantin en Moretuslei 297 2140 Antwerpen [email protected] [email protected] fax : 03/235.43.67

schriftelijk te contacteren. In deze melding wordt een kort relaas van de feiten die aanleiding hebben gegeven tot het schadegeval beschreven. Daarnaast wordt de opgelopen schade omschreven en wordt zo spoedig mogelijk en becijferd bestek bezorgd. Dergelijke aangifte kan niet gelden als het in artikel 16, § 3 en § 4 bedoelde spoedig, tijdig en schriftelijk inlichten van Aquafin. II. Verzekeringen na de bouwwerken Aquafin sluit geen polis ’10-jarige aansprakelijkheidsverzekering’ af. De aannemer blijft overeenkomstig de art. 1790 een 2270 BW gedurende 10 jaar na de voorlopige oplevering aansprakelijk. De (onder)aannemer(s) verzekeren zich al dan niet voor deze risico’s. III. Algemene bepalingen 3.1. afstand van verhaal De aannemer doet afstand van verhaal t.a.v. AWW, de stad Antwerpen en Aquafin voor de in het kader van schadegevallen door de aannemer, al dan niet krachtens dit bestek, gedragen betalingen. ART. 41 :

AANSPRAKELIJKHEID

De aannemer draagt - zoals hierboven onder art. 30, par. 2, 2 reeds vermeld - de financiële gevolgen voortvloeiend uit toepassing van de diverse vigerende aansprakelijkheidsregels voor wat de vrijstellingen betreft. Partijen verplichten er zich toe om op het eerste verzoek van de andere partij in geschillen over schade aan derden vrijwillig tussen te komen.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


42/135


ART. 42.

WIJZIGINGEN AAN DE OPDRACHT

Een herziening van de eenheidsprijzen is niet van toepassing op de posten van dit bestek. Bovendien kunnen, naargelang de degelijkheid van de bestaande materialen, de onderlinge hoeveelheden van de te behouden materialen met de nieuw te leveren materialen onderling worden gewijzigd. De aannemer is in geen geval gemachtigd enig bezwaar of vraag om vergoeding of schadeloosstelling te eisen. De uiteindelijke uitgevoerde hoeveelheden kunnen afwijken van de in de opmetingsstaat vermelde vermoedelijke hoeveelheden. De aannemer is in geen geval gemachtigd enig bezwaar of vraag om schadevergoeding of schadeloosstelling te eisen voor de wijziging van de hoeveelheden. De wijzigingen hebben geen invloed op de uitvoeringstermijn. Het bestuur vestigt de aandacht van de aannemer op het feit dat hij niet het recht heeft om schadevergoeding te eisen in het geval dat voor één of meerdere posten geen opdrachten worden gegeven. Door zijn offerte aanvaardt de inschrijver de toepassingsmodaliteiten van de CMK-2003Kostenschaal voor aannemersmaterieel, zoals vastgesteld in de omzendbrief MOW/2006/01 van 15 september 2006 voor het berekenen van de uurkost van aannemersmaterieel bij het opstellen van verrekeningen, schadeclaims en herzieningen van de overeenkomst. ART. 43. § 2.

VOORLOPIGE OPLEVERING

De waarborgperiode wordt vastgesteld op twee jaar. Ongeacht de eventuele voorlopige ingebruikname door de opdrachtgever dient de aannemer voor de voorlopige oplevering van de werken: alle straatgoten en kantstroken te reinigen en te borstelen; alle straatkolken te reinigen; het overgroeiend gras of onkruid over de verharding te verwijderen en een algemene opkuis van het globale werk te verrichten. Deze werken zijn een last van de aanneming. Het werk wordt pas voorlopig opgeleverd na aflevering door de aannemer van: 1) alle "as-built" plannen en Aquadatafiches; De aandacht wordt er op gevestigd dat zoals vermeld in dit artikel “De opmetingen gebeuren in Lambert-coördinaten (1972) en in de Zrichting volgens de Tweede Algemene Waterpassing (TAW).” 2) attesten van de nutsmaatschappijen i.v.m. de straatkasten (AWW, Belgacom, Netmanagement Electra) 3) alle proefresultaten. 4) aflevering van het bodembeheerrapport. De bepalingen voor het opmaken van de as built plannen in de bestekken worden aangevuld als volgt: ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


43/135


Algemeen Voor de aanvullende specificaties in het bestek van de opmetingen van as built plannen wordt verwezen naar http://www.agiv.be/gis/knowhow//?artid=144. Daar staan steeds de meest recente versies van de GRB kernbepalingen, de aanvullingen en de opties. In de opmeting van de uitgevoerde werken is inbegrepen de bestaande bestrating van de aanpalende straten beperkt tot 10 meter. Lambert 72 en TAW De as built plannen moeten steeds aangeleverd worden in het Lambert 72 coördinatenstelsel met de referentiepunten in TAW. 2D en 3D De oplevering van de opmeting gebeurt op uitgetekende plannen en digitaal in een 2D dxf R12formaat voor alle voorziene layers. De Z coördinaat van elk punt wordt toegevoegd in een aparte 3D layer = ZPT dit ten behoeve van DTM en profielen. De referentiepunten waarop de opmeting is gebaseerd, de grondslagmeting, worden in x,y,z Lambert 72 en TAW opgeslagen in layer FVP1 en vermeld op een afzonderlijke fiche. Kruin van de weg De kruin van de weg dient steeds apart opgemeten en opgeslagen in layer HOP = hoogtepunt. Opgenomen in de GRB “aanvulling detail”: willekeurig terreinpunt dat deel uitmaakt van een grid van punten die gekend zijn in 3 dimensies en in de regel ingemeten worden in functie van de opmaak van lengte- , dwarsprofiel en/of een digitaal hoogtemodel. Afsluitingen Afsluitingen opgenomen in de GRB “aanvulling detail” worden niet opgesplitst naar type. In dit bestek moeten afsluitingen gespecificeerd worden naar type: betonplaten, draadafsluiting, houten panelen, dwarsliggers, kanstenen, Normandische afsluitingen ( betonpaaltjes ), weideafsluitingen enz. Grachten ( vooral van toepassing in de parkzones en landelijke gebieden bv. BEZALI ) Het opmeten van grachten bestaat uit twee delen: enerzijds het opmeten van de topografie, anderzijds het opmeten van profielen. Voor de topografie worden de objecten opgemeten gebaseerd op GRB skeletmeting, optie water- en rioolbeheer, technische bepalingen versie 1.(0). ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


44/135


Daarnaast worden om de 25 m dwarsprofielen opgenomen alsook op alle punten waar de gracht een wijziging ondergaat. Materialen < 1m² Alle overgangen tussen materialen moeten opgenomen worden. Ook als dat resulteert in een oppervlakte van < 1m² Lengtes boordstenen De lengtes van de boordstenen moet vermeld worden op het plan. Controle van de geleverde bestanden De controle bestaat uit: algemeen nazicht, volledigheid en kwaliteitscontrole De opdrachtgever behoudt zich het recht voor binnen het kader van de verwerving van de voorlopige oplevering eventueel zelf de volgende testen op het digitale bestand uit te voeren. 1. Algemeen nazicht: - zijn alle digitale bestanden geleverd, zijn alle plannen en fiches geleverd; - dragen alle digitale bestanden de juiste bestandsnaam; - bevindt de gevraagde informatie zich op de gevraagde lagen, zijn zij in de juiste vorm en werden de gevraagde symbolen gebruikt; - sluitende lijnen, zijn er gaps, zijn er overshoots; - nog tussen de lijnen, noch binnen lijnelementen mogen kruisingen voorkomen; - veelhoeken dienen volledig gesloten te zijn; - is de inhoud in overeenstemming met de realiteit en volgens de regels van de in dit bestek geldende bepalingen overgebracht. Indien één van voormelde fouten zich voordoet, dan wordt de verdere controle op de levering opgeschort en wordt op een nieuwe toelevering gewacht. 2. Volledigheid en kwaliteitscontrole: - De objectencatalogussen zijn in evolutie en dienen dus steeds nagekeken naar de meest recente versie: http://www.agiv.be/gis/knowhow//?artid=144 GPS metingen: http://www.gisvlaanderen.be/gis/diensten/flepos//?artid=56

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


45/135


ART. 43. § 3.

DEFINTIEVE OPLEVERING

In tegenstelling tot de bepalingen in deze paragraaf, dient de aannemer binnen vijftien kalenderdagen voor het verstrijken van de waarborgtermijn bij ter post aangetekende brief om de definitieve oplevering verzoeken.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


46/135


_____________________________________________________________________________ HOOFDSTUK II ALGEMEN BEPALINGEN ___________________________________________________________ 5. Meetmethoden voor hoeveelheden Na uitvoering van de werken worden de hoeveelheden voor de posten met “vermoedelijke hoeveelheden” tegensprekelijk opgemeten. 6. Inbegrepen prestaties en leveringen 6.1 Materialen beschikbaar gesteld door aanbestedende overheid. Herbruik/geschikt maken van gronden In geval de aannemer voor de aanvulling van bouwputten en bouwsleuven, de ophoging en aanleg van de aardebaan van een rijweg gronden III-5.1.1., III-5.1.5. wenst te gebruiken, is hem dit toegelaten op voorwaarde dat hierbij voldaan wordt aan volgende voorwaarden: -

Er dient maximaal door de aannemer de vrijkomende gronden III-5.1.1., III-5.1.2. of III5.1.5. afkomstig van onderhavige werf te worden hergebruikt. De aannemer dient bij zijn planning van de werken hiermee rekening te houden;

-

Er zal pas door de bouwheer worden aanvaard dat er van buiten de eigenlijke werf gronden worden aangevoerd, nadat tegensprekelijk het tekort van geschikte hergebruikgronden op de werf zelf is kunnen worden vastgesteld, en er bovendien voldaan wordt aan de bepalingen van art. IB2-25 § 1.7. inzake bodemattestering en art. III-5.1.1. of III-5.1.2.;

-

Bij het aantreffen van gronden III-6.2.2. op deze werf zijn deze steeds verplicht op de plaats van uitgraving of onmiddellijke nabijheid terug te verwerken, ook al zijn op deze plaatsen gronden III-5.1.1. of III-5.1.2. toegelaten. Het afvoeren van gronden III-6.2.2. naar een andere werf gecombineerd met het omgekeerd aanvoeren van gronden III-5.1.1. of III-5.1.2. wordt niet aanvaard;

-

Alle mogelijke meerkosten (zoals o.a. moeilijker verdichten van grond, meerkosten bemaling, verminderde productiviteit, gebeurlijke stilstand, vergunningen voor tijdelijke menginstallaties e.d.) als gevolg van het gebruik van hergebruikgronden dienen in de prijs van de aanvulling te zijn begrepen;

-

De aannemer kan in het kader van het toepassen van gronden III-5.1.1., III-5.1.2. en III5.1.5. in perioden van aanhoudende neerslag om de schorsing of gedeeltelijke schorsing van de werken vragen, voor zover de gevraagde schorsing in kalenderdagen in het totaal niet

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


47/135


meer bedraagt dan 10% van de uitvoeringstermijn (= uitvoeringstermijn in werkdagen X factor 2 (voor omrekening naar kalenderdagen)), en de aannemer hierbij afziet van elke schadevergoeding. 6.4 Tijdelijk terrein voor grondverbetering. Door het bestuur wordt geen terrein voor grondverbetering ter beschikking gesteld. Ingeval van grondverbetering dient de aannemer zelf in te staan voor het terrein en de nodige vergunningen. 7. Categorieën van wegen en bouwklassen 7.3. Bouwklassen De bouwklasse die van toepassing is op deze werken komt overeen met B 8 van lokale wegen. 8. CONTROLES 8.1. Indeling in vakken en deelvakken 8.1.1. Onderfunderingen, funderingen, verhardingen en oppervlaktebehandelingen Voor de controle van de onderfunderingen, funderingen en verhardingen wordt de vaksgewijze controle uitgevoerd met volgende aanvulling: Elk straat wordt als één deelvak beschouwd. Binnen dit deelvak wordt per 100 m één proef uitgevoerd. Het minimum aantal proeven per deelvak bedraagt 3 stuks. 8.1.2. Lijnvormige elementen en/of de bijhorende (onder)fundering Voor de controle van de lijnvormige elementen en/of bijhorende (onder)fundering wordt de vaksgewijze controle uitgevoerd met volgende aanvulling: Elke straat wordt als één deelvak beschouwd. Binnen dit deelvak wordt per 100 m één proef uitgevoerd. Het minimum aantal proeven per deelvak bedraagt 3 stuks. Dit artikel wordt aangevuld met volgende bepalingen: 8.1.3. Verdichting van de omhulling en aanvulling Voor de controle van de verdichting van de omhulling en aanvulling wordt de vaksgewijze controle gelijkgesteld aan deze voor het lengteprofiel en waterdichtheid. Binnen een deelvak is minimaal 1 proef met de slagsonde uit te voeren om de 50 m, exclusief de proef met de slagsonde in bouwput van kunstwerken ( zie Hfdst. IV-3.3.2.2.). ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


48/135


Bij toepassing van herbruik- of geschikt gemaakte gronden als aanvulling van een bouwsleuf of bouwput in de rijweg, wordt het aantal proeven met slagsonde en plaatproeven verdubbeld.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


49/135


_____________________________________________________________________________ HOOFDSTUK III MATERIALEN ___________________________________________________________ 3. GROND 3.2 Consistente grond 3.2.3. CONSISTENTE GROND MET EEN NIET-VERWAARLOOSBAAR GEHALTE AAN ORGANISCHE STOFFEN. 3.2.3.2. Teelaarde De teelaarde beantwoordt aan volgende bepalingen: Dit materiaal moet meer dan 5 % organische stoffen bevatten. De pH in water dient begrepen te zijn tussen 6 en 7, waarbij een tolerantie van 0,5 pH-eenheid als boven en ondergrens aanvaard wordt. Het moet een korrelige structuur vertonen die gekenmerkt wordt door een verbrokkeling van de grond volgens een netwerk van scheuren die in min of meer regelmatige richting verlopen, en die aggregaten begrenzen die in alle richtingen quasi gelijkmatig ontwikkeld zijn, en zelfs een min of meer regelmatig netwerk van scheurtjes vertonen. De teelaarde moet ook vrij zijn van grove plantaardige afval (stronken, wortels, takken) of andere. Ook geen wortels van kruiden die opschieten vanuit wortels. Een attest van oorsprong en een recent analyseverslag is bij te voegen. 12. METAALPRODUCTEN 12.4. Onderdelen van gietijzer of van vormgietstaal De aandacht wordt erop gevestigd dat de rioleringsonderdelen van gietijzer of van vormgietstaal voor de voorlopige oplevering behandeld worden met een tweede laag blackvernis of koolteervrije beschermingsvloeistof op basis van bitumen en petroleumderivaten. De eerste laag wordt in de fabriek aangebracht. Een derde laag wordt voor de definitieve oplevering aangebracht. 12.4.1. RIOLERINGSONDERDELEN

VOOR

AFDEKKINGS-

EN

AFSLUITINGSINRICHTINGEN

DIE

VOORZIEN ZIJN ALS MANGATEN.

De rioleringsonderdelen voor afdekkings- en afsluitinrichtingen zijn volgens PTV 800 of PTV 801.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


50/135


12.4.1.1. Aanvullingen aan de PTV 800 en PTV 801 Zowel het deksel als het kader zijn in nodulair gietijzer en voldoet aan de klasse EN-GJS-500-7 of EN-GJS-600-3 (N E 1563) . De openingsmaat bedraagt minimum 700 mm. 12.4.1.1.B. Klasse De rioleringsonderdelen zijn van de klasse D 400, gewicht deksel min. 77 kg, voor rijwegen en van de klasse C 250, gewicht deksel min. 67 kg, voor voetpaden. 12.4.1.2. Gietijzeren riooldeksels van het type I Deze paragraaf wordt aangevuld als volgt: De hoofdafmetingen van de putranden zijn aangeduid op de tekeningen bij dit typebestek. "De putranden moeten van een ingeklemde rubberen dichtingsring voorzien zijn. Deze rubber ring moet zodanig geconstrueerd zijn dat hij op een eenvoudige wijze kan vernieuwd worden. Fysische eigenschappen: - hardheid 50 à 70 bij 18°C; - treksterkte 13 N/mm² met een overeenstemmende rek bij breuk van 350 %. Chemische eigenschappen Het te beproeven materiaal wordt gedurende 7 dagen in achtereenvolgens volgende chemische reagentia bij 20°C ondergedompeld: - verdund zwavelzuur (H2SO4) met pH = 3; - verdund natriumhydroxide (NaOH) met pH = 11. Na verloop van de proeven moet de volumeverandering kleiner zijn dan 5 % en de verandering van de hardheid kleiner dan 20 % 12.4.3. RIOOLKOLKEN (STRAATKOLKEN) De rioolkolken zijn volgens de PTV 802 en zijn van de klasse D 400 Het gietijzeren van de roosters voor de klasse D 400 voldoet aan de klasse EN-GJS-500-7 of EN-GJS-600-3 (NBN EN 1563) voor nodulair gietijzer. Als het gietijzer van de bakken voldoet aan: - de klasse EN-GJL-200 (NBN EN 1561° dan moet de wanddikte min. 12 mm zijn; - de klasse EN-GJS-500-7 of EN-GJS-600-3 (NBN EN 1563) dan moet de wanddikte min. 8 mm bedragen. Bovenstaande gegevens dienen te zijn aangebracht in roosters en bakken. De bepalingen van het Standaardbestek 250 worden als volgt aangevuld: De kussenblokken worden goed passend geplaatst in de openingen, die worden voorzien in de straatkolk en steken er niet bovenuit. De stukken, die dezelfde afmetingen hebben, zijn onderling verwisselbaar. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


51/135


De lengte van de uitlaten is minimum 70 mm. De straatkolken hebben volgende minimale buitenafmetingen: Referentie

Lengte in mm

Breedte in mm

Hoogte in mm

E

640

290

600

F

750

290

400

G

750

290

600

De toleranties op de afmetingen voldoen aan de eisen van de norm ISO 8062 Klasse CT 10.

12.17. BOOMBEUGELS (TYPE SA/BB/04) (bijgevoegd artikel) De boombeugels bestaan uit een ronde staalbuis met buitendiameter van 76 mm. De wanddikte bedraagt 3 mm. Ze zijn gegalvaniseerd volgens de norm NBN I07001 tot en met I07008. De minimale laagdikte zink bedraagt 140 gr/m2. De boombeugel is voorzien van 4 boorgaten diameter 12 mm. Het zagen en plooien van de beugels, alsook het boren van de gaten in de beugels, moet gebeuren vóór de galvanisatie. Een keuringsrapport voor galvanisatie, afgeleverd door een wettelijk erkend organisme, dient bij de levering gevoegd.

Meetmethode voor hoeveelheden: Levering en plaatsing per stuk gerekend 12.18. AFBAKENINGSPAALTJES (TYPE SA/PA/01) (bijgevoegd artikel) Beschrijving: Ronde antiparkeerpaal. Vast of wegneembaar, met of zonder reflecterende strip. Afmetingen: Diameter: 140 mm; ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


52/135


Hoogte: 850 mm. Materialen: Gecoat staal, structuurlak; Kleur: stadsgrijs. Bevestiging: Wordt over een cilindrische paal geschoven en verankerd met een bodemhuls in de bestrating. Meetmethode voor hoeveelheden: Levering en plaatsing per stuk gerekend.

12.21. FIETSBEUGELS SA/FS/01/01 (bijgevoegd artikel) Beschrijving: Vaste standaardpaal met licht geïnclineerde beugel. Afmetingen: Paal: diameter: 140 mm; Hoogte: 850 mm. Beugel: diameter 51 mm; Hoogte: 850 mm; Lengte: 1595 mm. Materialen: Paal en beugel in staal, structuurlak; Kleur: stadsgrijs. Bijhorigheden: Stalling is modulair. Meetmethode voor hoeveelheden: Levering en plaatsing per stuk gerekend.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


53/135


12.23. STANDAARD AFVALBAK (type SA/AB/01 (bijgevoegd artikel) Beschrijving: Cilindrische afvalbak met afgeronde bovenkant. Afmetingen en gewicht: Inhoud: 80 l; Breedte: 534 mm; Hoogte: 1045 mm; Gewicht: +/- 100 kg (incl. betonsokkel). Materialen: Buitenzijde in gietaluminium met polyester poedercoating; Binnenbak in kunststof; Gepersonaliseerde versie met wapenschild van Stad Antwerpen; Kleur: stadsgrijs. Bevestiging: Op of in de verharding; Verankering d.m.v. draadstang (sokkel) en chemisch anker met breekconstructie.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


54/135


13. GEOKUNSTOFFEN (GEOSYNTHETICS – GEOFABRICS) 13.2. GEOTEXTIEL 13.2.1. BESCHRIJVING 13.2.1.8. Flexibel antiwortelscherm Wordt aangevuld met volgende bepalingen: WORTELGELEIDINGSPANELEN De wortelgeleidingspanelen zijn panelen met afmetingen 60 cm breed en 60 cm hoog. Ze zijn vervaardigd uit propyleen, ze zijn koude en warmtebestendig, scheurvast en ondoordringbaar voor wortels, geschikt voor hergebruik en onschadelijk voor het milieu. Geleidingsribben aan de binnenzijde van de panelen voorkomen dat de wortels gaan cirkelen. De panelen zijn buigzaam en kunnen rond een boomkluit als ook langs plantvakken en rijbanen worden geplaatst. De panelen worden samengevoegd met schuifstrippen tot een cirkelvormige koker. De bovenzijde van de koker dient ongeveer 1 cm boven het maaiveld te worden aangebracht.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


55/135


14. BANDEN VOOR DIVERSE TOEPASSINGEN 14.1 Bitumineuze voegbanden 14.1.1. (ZELFKLEVENDE) VOORGEVORMDE BITUMINEUZE VOEGBAND 14.1.1.4. Monsterneming Er worden minstens 3 monsters genomen. 14.3 Voegbanden voor betonconstructies 14.3.1. VOEGBANDEN VAN HET TYPE RUBBER-STAAL OF RUBBER ALLEEN 14.3.1.2. Eigenschappen van de rubber Leveringen van voegbanden zijn te keuren door vzw COPRO of gelijkwaardig (art 12 § 1). Voor leveringen van voegbanden op een werf met een totale lengte kleiner dan 50 m, volstaat een kopie van het keuringscertificaat afgeleverd door een onafhankelijk Europees erkend keuringsorganisme. Het keuringsattest mag niet ouder zijn dan 1 jaar. 14.3.2. VOEGBANDEN VAN HET TYPE PVC 14.3.2.2 Materiaal Zie bepalingen opgenomen onder Hfdst. III-14.3.1.2. 23.

BESTRATINGSELEMENTEN

23.1. Keien De te gebruiken straatkeien zijn af te halen op de stapelplaats door de aannemer. De keien zijn afkomstig van de Laaglandlaan tussen einde bebouwde kom en Korte Bremstraat De keien zijn bestratingselementen van porfier, kwartsiet, graniet, of van harde zandsteen die geen schilferige structuur heeft. 23.2. Betonstraatstenen Betonstraatstenen zijn volgens NBN-EN 1338 met nationale annex NBN B 21 –311. Betonstraatstenen met een zelfde kleur welke in één vlak worden verwerkt, mogen geen merkbare kleurverschillen vertonen. De straatstenen zijn bestand tegen vorst en dooizouten. De stenen hebben licht afgeschuinde bovenribben van minimum 4 mm en maximum 6 mm. Ze zijn van het type A: straatstenen zonder verband. De afwijking op de hoogte tussen de betonstraatstenen mag onderling maximum 3 mm bedragen. Een monster van elke soort en afmeting zal voor de aanvang van de werken ter goedkeuring voorgelegd worden aan het bestuur. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


56/135


23.2.1. KLEURVASTE BETONSTRAATSTENEN De stenen met heldere kleuren worden vervaardigd met licht gekleurde of eventueel wit cement. De straatstenen worden gekleurd, hetzij in de massa van de slijtlaag, hetzij in de massa van de volledige steen. De aan het cement toegevoegde kleurstof is zuiver synthetisch oxide kleurstof, in een dosering van minimum 5% van het gewicht aan cement. Het gebruik van kleurondersteunende granulaten is verplicht. De gestaalstraalde betonstraatstenen hebben een slijtlaag 8 mm tot 10 mm dik, die bestaat uit een samenstelling van cement en een combinatie van natuurlijke kleurechte toeslagstoffen (natuursteen). Na een uitharding van minimum 7 dagen worden de betonstraatstenen gestaalstraald met roestvrije staalkorrels, waardoor de cementfilm verdwijnt en de gebruikte toeslagstoffen zichtbaar worden. Er zijn verschillende kleurencombinaties mogelijk.

23.3. Betontegels Betontegels zijn volgens NBN-EN 1339 met nationale annex NBN B 21 –211. Gekleurde betontegels met een zelfde kleur die in één vlak worden verwerkt, mogen geen merkbare kleurverschillen vertonen. Een monster van elke soort en afmeting zal voor de aanvang van de werken ter goedkeuring voorgelegd worden aan het bestuur. De levering dient éénvormig van kleur te zijn. 23.3.1. KLEURVASTE BETONTEGELS De aan het cement toegevoegde kleurstof is een zuiver synthetische oxide kleurstof. De stenen met heldere kleuren worden vervaardigd met licht gekleurde of eventueel wit cement. Het gehalte aan kleurstof bedraagt 3% tot 5 % van het cementgehalte. Het gebruik van kleurondersteunende granulaten is verplicht. 23.3.1. d. Roestbruine betontegels (Grootformaat tegels 120 x 60 cm) De slijtlaag van de roestbruine betontegels heeft een natuurlijke roestbruine kleur. Deze wordt bekomen door: De gebruikte betonsamenstelling is natuurlijk rivierzand en hydraulisch bindmiddel met een minimale drukweerstand van 45 N/mm2 en waarbij in de toplaag staalkorrels verwerkt zijn zodat na blootstelling aan de lucht een egale roestkleur bekomen wordt.. De toevoeging van kleurpigmenten is niet toegelaten.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


57/135


23.4. Gebakken straatstenen De gebakken straatstenen zijn volgens de PTV 910. De bestrating wordt uitgevoerd in gebakken kleiklinkers van Belgische oorsprong, kwaliteitsklasse A, volgens NBN EN 1344 – PTV 910, voorzien van het Benor-merk en van het CE-merk. Alle leveringen en aangeboden stalen zijn vergezeld van het stavend Benorcertificaat. De klinkers zijn individueel in de mal gevormd tot een volle massa, geperst uit klei van alluviale afkomst uit een gebied gelegen in het Scheldebekken en gebakken in een tunneloven op een temperatuur van ongeveer 1180°C. De stenen zijn niet getrommeld en niet bezand. Kleur De kleur van de te plaatsen klinkers is rood-bruin. Afmetingen ca 200 x 90 x 48

geschat aantal per m², gelegd in waalformaat 104

Fysische en Mechanische Eigenschappen volgens nbn en 1344 Eigenschap Klasse Gemiddeld Wateropslorping Klasse 1 max 2% NBN EN 771 Buigweerstand Klasse T4 min 80 N/mm Slijtweerstand Klasse A3 Max 450 mm³ Vorstbestendigheid Klasse FP100 voldoet volgens eisen

Individueel max 3% min 64 N/mm max 500 mm³ voldoet volgens eisen 0,6 d

Maattolerantie Klasse R1 ± 0,4 d Glijweerstand Klasse U3 >55 Zuurbestendigheid Klasse C < 7% < 7% Deze resultaten voldoen aan Klasse A volgens Standaardbestek 250, verwijzend naar PTV 910. 23.8. Stenen voor het maken van weggoten (bijgevoegd artikel) De stenen hebben als afmetingen 0,30 m x 0,15 m x 0,07 m. Het zijn volle-massa-betonstenen en voldoen aan de voorschriften van norm NBN-EN 1338. Ze zijn grijs van kleur en hebben scherpe, gave ribben. De toegelaten afwijking op de lengte en de breedte bedraagt 3,0 mm in min of in meer en op de hoogte 4,0 mm in min of in meer. 24. BUIZEN EN HULPSTUKKEN VOOR RIOLERING EN AFVOER VAN WATER 24.1 Betonbuizen Het cement voor de buizen is hoog sulfaatbestendig hoogovencement CEM III 42,5 HSR volgens NBN B 21- 106. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


58/135


24.1.1. ONGEWAPEND-BETONBUIZEN ZONDER INWENDIGE DRUK De ongewapend-betonbuizen zonder inwendige druk zijn volgens NBN-EN 1916 met nationale annex NBN B 21 – 106. Ze zijn cirkelvormig en hebben geen ligvlak. De ongewapende betonbuizen zijn bij voorkeur voorzien van een glijdichtingsring, welke voorzien is van en gestut wordt door een opwaartse verdikking, als wel een neerwaartse beveiliging, toegepast op het spie-einde van de buis. Deze constructie laat toe om kleine zettingen en maximale hoekverdraaiingen van 5° op te vangen zonder de waterdichting in het gedrang te brengen. 24.1.6. WATERDOORLATENDE BUIZEN (toegevoegd artikel) De waterdoorlatende betonbuizen zonder inwendige druk zijn volgens NBN-EN 1916 met nationale annex NBN B 21 – 106. Ze zijn cirkelvormig en hebben geen ligvlak. De waterdoorlatende buizen zijn ronde buizen van poreus beton, welke een porositeit hebben van 20% en zijn volgens PTV – 104. Het buislichaam bestaat voor 100 % uit een grove open structuur. De waterafgifte van het oppervlaktewater aan de bodem vindt geleidelijk plaats. De kruindruksterkte overeenkomstig NBN B 21-106, Tabel 6, minimale verbrijzelingssterkte van cirkelvormige elementen van ongewapende beton. Op voorstel van de aannemer kan het bestuur toestaan dat er wordt afgeweken van de bepalingen van het SB 250 wat betreft het gebruik van glijringen bij het plaatsen van waterdoorlatende poreuze buizen. 24.3.Gresbuizen en hulpstukken De gresbuizen en hulpstukken voldoen aan de norm NBN-EN 295. De gresbuizen en de hulpstukken zijn van de volgende klasse: - Voor diameters tot 150 mm wordt klasse 34 voorzien; - Voor diameters vanaf 200 mm tot 600 mm wordt klasse 160 voorzien; - Voor diameters vanaf 700 mm tot 800 mm wordt klasse 210 voorzien. De gresbuizen zijn van het type met mof en voorzien van het dichtingssysteem C of F. 24.4 Kunststofbuizen 24.4.2. PVC-BUIZEN EN HULPSTUKKEN VOOR RIOLERING De buizen voldoen aan de norm NBN-EN 1401 en PTV 1005. De pvcbuizen en hulpstukken zijn van de reeks SN 8. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


59/135


24.60 Mof voor huis- en straatkolkaansluitingen op de riolering De verbindingen tussen de rioolaansluitingen en het riool wordt uitgevoerd met een aangepaste geprefabriceerde mof van PVC of gres. Zij voldoen respectievelijk aan Hfdst. III.24.4.4. en III.24.3.. 25. AFDICHTINGSRINGEN EN KRIMPMOFFEN 25.2. Beschrijving 25.2.1. AFDICHTINGSRINGEN VAN COMPACT ELASTOMEER De afdichtingsringen zijn volgens de norm NBN-EN 681. 25.2.4. KRIMPMOFFEN De krimpmoffen zijn volgens de norm NBN-EN 295 – deel 4. 27. METSELSTENEN 27.1. Volle metselstenen 27.1.1. VOLLE BAKSTENEN De stenen voldoen aan de norm NBN-EN 771-1 (+addendum A1) en de PTV 23-002 en PTV 23-003. De karakteristieke druksterkte bedraagt ten minste 20 MPa. De vereiste vorstbestendigheidsklasse is van het type 'zeer vorstbestendig' volgens de norm NBN B27-009 en addendum. 27.1.2. VOLLE BETONMETSELSTENEN Volle betonmetselstenen zijn overeenkomstig NBN-EN 771-3 en NBN B21-001. De karakteristieke druksterkte bedraagt ten minste 20 MPa. 27.2. Geperforeerde en holle metselstenen 27.2.2. HOLLE EN GEPERFOREERDE BETONMETSELSTENEN Holle en volle betonmetselstenen zijn overeenkomstig NBN-EN 771-3 en NBN B21-001. De karakteristieke druksterkte bedraagt ten minste 20 MPa en de schijnbare volumemassa minstens 1600 kg/m3. 32. GEPREFABRICERDE LIJNVORMIGE ELEMENTEN VAN BETON VOOR WEGENBOUW Betonboordstenen zijn overeenkomstig de normen NBN-EN 1340 en NBN B21-411.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


60/135


33. GEPREFABRICEERDE BETONNEN TOEGANGS- EN VERBINDINGSPUTTEN. Geprefabriceerde betonnen inspectieputten zijn volgens NBN-EN 1917 met nationale annex NBN B 21 – 101. De bepalingen van het Standaardbestek 250 worden als volgt gewijzigd: 33.1. De inspectieputten met aansluitende buizen met binnendiameter 300 mm tot en met 500 mm zijn inwendig 800 mm x 800 mm en uitwendig 1000 mm x 1000 mm met geïntegreerde rubberring verbinding – milieuklasse XA3. De inspectieputten, met een aanzetdiepte van meer dan 2,00 meter, dienen Copro gekeurd. Een attest dient afgeleverd met volgende keuringen. - Maatvoering volgens fabrikant; - Drukweerstand volgens NBN B21 – 101; - Wateropslorping volgens NBN B21 – 101. 33.4. De verdraaiing van de hoekinspectieputten (HIP) kan slechts bepaald worden bij de aanvang van de werken en na opzoeken van alle aanwezige nutsleidingen door de aannemer. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van doorloopinspectieputten (DIP) met externe hoekverdraaiing. (los)

33.5. De inspectieputten zijn uitgevoerd in zelfverdichtend beton. 54.

BEKLEDINGSMATERIAAL VOOR NIET-INWENDIG VERLICHTE VERKEERSBORDEN De oranje film type 3 is steeds fluorescerend. De te gebruiken film op de hekwerken is steeds van het type 3, deze voor de langse bebakening type 2. De overige werfsignalisatie is van het type 1. 73.

METSEL- EN PLEISTERMORTEL

73.3. Krimpgecompenseerde aangietmortel 73.3.1. Bepaling, vorm en afmetingen De krimpgecompenseerde aangietmortel is een speciaal samengestelde krimpvrije/krimparme aangietspecie van hoge druksterkte op basis van portlandcement of hoogovencement en natuurlijke grondstoffen. 73.3.2. Kenmerken De krimpgecompenseerde aangietmortel is overeenkomstig de voorschriften van de ATG nr. G0021 van het Butgb en voldoet aan volgende kenmerken: - samenstelling op basis van portlandcement CEM I of hoogovencement CEM III; ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


61/135


- de samenstelling op basis van sulfaatbestendig portlandcement CEM I (HSR-bestendig) of hoogovencement CEM III/B-HSR voor afdichtingen welke met afvalwaters en/of rioolgassen in aanraking kunnen komen; - chroomarm (Cr-VI) < 2ppm; - krimpvrij volgens de classificatie CA van ATG nr. G0021; - verwerkbaar gedurende minimum 1 uur bij 20 °C; - betonkleur na uitharding; - sterkte-eigenschappen.

Na x dagen x=1 3 7 28

Minimum druksterkte MPa (N/mm²) 20 50 55 65

Minimum buigsterkte MPa (N/mm²) 5 6 8 9

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


62/135


73.3.3. Levering - gebruiksklaar verpacht in vochtbestendige zakken van 25 kg; - het product dient inzake samenstelling en eigenschappen door een erkende onafhankelijke keuringsinstantie doorlopend te worden gewaarborgd. 73.3.4. Monsterneming De te leveren aangietmortels worden als één partij beschouwd. 77. BOMENZAND Het bomenzand heeft de volgende samenstelling: Natuurprodukt (vulkaangesteente) bestaande uit Augit, Olivin, Magnetit, Limonit, Biotit verschillende kleisoorten aangevuld met organisch materiaal;  45,0 % Kiezelzuur (SiO2);  13,8 % Aluminium (Al2O3);  10,5 % Magnesium (MgO);  4,80 % Kali (K2O);  0,90 % Mangaan (MnO);  8,30 % Ijzer (Fe2O3);  9,10 % Kalk (CaO);  9,00 % Natrium (Na2O);  1,80 % Titanium (TiO2);  1,20 % Fosfor (P2O5). Vegetatie technische eigenschappen: 





Fractieverdeling: 7 % / volume Uitspoelbare bestanddelen; 45 % / volume Fijne-middelgrote bestanddelen. Volumegewicht: 1,0-1,05 ton/m³

Leveringstoestand;

1,65 ton/m³

Bij maximale watercapaciteit.

Water/lucht verhouding Ca. 35 vol % Maximale watercapaciteit; > 0,01 cm/sec

Waterdoorlaatbaarheid mod. K*;

7,0

PH-waarde;

5,5 g/l 0,6 g/l

Koolstofgehalte; Zoutgehalte.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


63/135




Productbeschrijving: De basiscomponenten zijn natuurbims, lichte lava en lavabodem. De mengeling is heel poreus en bezit een goede voedingswaardenbuffering (kiem- en groeistimulerend) Draagvermogen 107 MN/m² met bijkomende vorstweringslaag > 120 MN/m². Bouwklasse III-VI.

Elke levering van bomenzand is vergezeld van een certificaat van oorsprong en een recent analyseverslag, waarin minimaal de resultaten voor de bovenvermelde kenmerken zijn opgenomen. De volgende artikelen worden toegevoegd aan dit hoofdstuk : 93.

GEMODIFICEERDE VOEGMORTEL

De gemodificeerde mortel is een cementgebonden mortel waaraan tussen 5 en 20 % van de cementmassa polymeren ( niet reactief hars ) worden toegevoegd teneinde de kleef- en hechtsterkte van de verharde mortel te verbeteren. De hoeveelheid cement bedraagt tenzij speciale richtlijnen van de leverancier van het hars, minstens 450 kg per m³ droog zand. De consistentie is half vloeibaar. De gemodificeerde voegmortel dient te voldoen aan volgende min. eisen: Druksterkte bedraagt minimaal 40 N/mm². Het vullen van de voegen met gemodificeerde mortel wordt uitgevoerd bij droog weer. Volgende bewerkingen worden na elkaar uitgevoerd: - het sproeien van water op de bestrating; - het in de voegen aanbrengen en invegen van gemodificeerde mortel tot ze volledig gevuld zijn; - De gemodificeerde mortel wordt ter plaatse bereid in een mengkuip; - Het verwijderen van alle overtollige mortel, zodra de mortel in de voegen voldoende opgestijfd is, door borstelen onder toevoeging van grof zand. 95.

ZITBANKEN

95.2. Zitbanken: type SA/ZB/01 Beschrijving: Zitbank met leuning. Mogelijkheid tot schakeling van meerdere elementen.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


64/135


Afmetingen: Hoogte rugleuning: 840 mm; Hoogtezitvlak: 450 mm; Lengte: 600/1500/3000 mm; Breedte: 575 mm. Materialen: Zitvlak en rugleuning in tropisch hardhout; Voet in zwart gecoat gietijzer. Bevestiging: Stalen grondankers, die in de poten worden geschroefd.

SA/ZB/01/01

SA/ZB/01/02

SA/ZB/01/03

95.3 Zitbanken type SA/ZB/04 Beschrijving : Zitbank met leuning Afmetingen : Lengte: 2000 mm Hoogte: 540 mm Breedte: 730 mm Materiaal : Zitbank en rugleuning hout Voet in zwart gecoat gietijzer Bevestiging : Verankerd in bestrating

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


65/135


95.4 Zitbanken type SA/ZB/06 Beschrijving Zitmuurtje Afmetingen Hoogte: 450 mm Lengte: te kiezen Materiaal Onderkant in beton (bekisting van ongeschaafd beton) Bovenkant in bilinga / bankirai / afzelia (hardhout, geschaafd) Bevestiging Gefundeerd in bestrating Geplaatst o.a. Koxplein 96. Boomspiegel type SA/BR/03 Beschrijving Harsgebonden steenslag, aangelegd in ronde of vierkante boomspiegel, afgeboord met bandstaal 120/3 (overrijdbaar tot ca. 2 ton) Afmetingen Variabel maatvoering Dikte: 50 mm Materialen Gebrand filtergrind gebonden door viscasid epoxie bouwhars ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


66/135


Natuursteenslag (aangepast aan omliggende bestrating) III.7.1.1.1.A met korrelmaat 2/4 Bijzonderheden De toplaag heeft een verhouding van epoxy bindmiddel/natuursteenslag van 6.5 kg/m² en heeft een open ruimte volume van min. 15% De dikte van de toplaag bedraagt 50 mm Geplaatst Jaak De Boeckstraat en Sint-Bartholomeusstraat

97. Standaard hekwerk type SA/HW/01 Beschrijving Modulair systeem op basis van de standaardpaal (SA/PA/01) met één of twee regels Afmetingen Paal: hoogte 850 mm, O 140 mm Lengte: variabel (max. 2000 mm as/as palen) Materialen Paal en handgreep in gecoat staal, structuurlak Kleur: stadsgrijs Bevestiging Over cilindrische paal geschoven en verankerd met bodemhuls in de bestrating (cfr. SA/PA/01) Bijzonderheden De palen worden verbonden met een vaste buis, eventueel met tussenstijl

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


67/135


98. Ballenvanger type SA/HW/07 Beschrijving Modulair hekwerk van frame in zwaar gelast gaas met mazen 200 x 100 mm tussen twee vierkante palen Afmetingen Lengte: max. 2500 mm, as/as palen Hoogte: 3060/4060/5090 mm Kokerpalen: 80/120 x 60 x 2,5 mm Draaddiameter: hor. 2 x 8 mm – vert. 6 mm Materialen Paneel in verzinkte draden, palen uit gelaste kokers, in- en uitwendig verzinkt Bevestiging d.m.v. klemmen en veiligheidsbouten (M6), voorzien van geluidsdemping Kleur: stadsgrijs/groen/zwart Bevestiging Grondverankering onder het maaiveld a.h.v. aangestorte funderingsblok van mager beton met kiezel (tot op vorstvrije diepte) of m.b.v. prefab tapsvormige betonvoet Toepassing Bovendeel in netwerk, kunststof ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


68/135


HOOFDSTUK IV VOORBEREIDENDE WERKEN EN GRONDWERKEN

1. VOORBEREIDENDE WERKEN 1.1. Beschrijving De aandacht van de aannemer wordt erop gevestigd dat de te behouden gedeelten van de rijwegen, verharde zijstroken, lijnvormige elementen, e.d. volledig dienen gevrijwaard te worden en bij beschadiging onmiddellijk en als last van de aanneming moeten hersteld worden. 1.1.1.

VERWIJDEREN VAN HOUTACHTIGE GEWASSEN

1.1.1.2.

Beschrijving

1.1.1.2.C. Vellen van bomen Alle delen van de gevelde bomen worden binnen de 5 kalenderdagen weggebracht buiten het openbaar domein. 1.1.1.2.E. Volledig ontstronken van bomen De werken omvatten eveneens het aanvullen van de ontstane kuilen met teelaarde (inclusief leveren indien geen of onvoldoende teelaarde op het openbaar domein aanwezig is) 1.1.2.

OP- EN AFBRAAKWERKEN, AL OF NIET VOOR HERGEBRUIK

De bijzondere aandacht van de aannemer wordt gevestigd op de bepalingen van SB 250, meer in het bijzonder Hfdst. II-6.2 en Hfdst. IV-1.1.2 i.v.m. open afbraakmaterialen die dienen opgeslagen te worden op de stapelplaats van het bestuur of herbruikt te worden in het werk. Ontbrekende en / of beschadigde materialen. Al de materialen worden op tegenspraak geteld door een afgevaardigde van het bestuur en een afgevaardigde van de aannemer voor en na het lossen. De aannemer blijft verantwoordelijk voor de materialen die door hem worden vervoerd. De ontbrekende en door de aannemer beschadigde materialen worden door hem vervangen of in rekening gebracht tegen de prijs van de dag, vermeerderd met 10 %.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


69/135


2. Materialen De materialen worden gestapeld op de volgende stapelplaats van het bedrijf stadsontwikkeling, openbaar domein van de stad Antwerpen: - Straalstraat 1, 2170 Merksem-Antwerpen; Voor iedere wagen die het werk verlaat, wordt aan de aannemer een genummerde bon afgeleverd door de afgevaardigde van het bestuur die belast is met het dagelijks toezicht op de werken. De materialen worden, hetzij met de hand, hetzij met behulp van een kraan, gestapeld op de stapelplaats. De materialen worden vooraf door de aannemer gereinigd. Het is wel te verstaan dat de materialen worden gestapeld volgens hun samenstelling, kleur, aard en afmetingen. Hierbij wordt de aandacht van de aannemer er in het bijzonder op gevestigd dat de tegels, betonstraatstenen en boordstenen onmiddellijk worden gestapeld en niet mogen afgekapt worden. Deze werken zijn te verrekenen in de eenheidsprijs van de betrokken post in de opmetingsstaat. 1.1.2.1. Insnijden, verbrokkelen en affrezen van verhardingen. In afwijking van de bepalingen van het SB 250 wordt bij cementbetonverharding op de volle dikte ingesneden. 1.1.2.2. Opbreken van verhardingen Het opbreken van verharding van rijbanen en verharde zijstroken en van verharde bermgedeelten zoals verkeersheuvels, voetpaden, fietspaden … omvat ook het wegbreken van de fundering en onderfundering indien nodig voor het realiseren van de voorgeschreven profielen. De op te breken bestrating inclusief fundering heeft een dikte van 22 cm. 1.1.2.4. Opbreken of opvullen van buizen en kokers Het opbreken van buizen en kokers omvat het vooraf inwendig reinigen. De buizen en kokers dienen volledig te worden opgebroken. 1.1.2.5. Opbreken van plaatselijke elementen In aansluiting met de bepalingen van het SB 250 dienen de kosten voor opbraak van verbindingsputjes aan straatkolken te worden voorzien in de eenheidsprijs voor opbraak van straatkolken 1.1.2.6. Op- en afbreken van massieven, constructies, kleine kunstwerken en afsluitingen Deze paragraaf wordt aangevuld als volgt: Inzake de vergoeding voor het wegnemen van gedeelten metselwerk, rotsblokken of ongewapende betonblokken, die gedurende de uitgravingen worden blootgelegd en die elk afzonderlijk een omvang hebben van meer dan 0,500 m3, geldt het volgende: ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


70/135


- in de opmetingsstaat van dit bestek is een post voorzien; Metselwerk, puin enerzijds en zand/grond anderzijds dienen zoveel mogelijk gescheiden en afzonderlijk vervoerd. Materialen die kunnen gerecycleerd worden dienen afgevoerd naar een recycleerinstallatie. Niet herbruikbaar puin wordt afgevoerd naar een stortplaats van de aannemer; Niet herbruikbare grond wordt afgevoerd en/of behandeld in functie van de bekomen resultaten van een bodemonderzoek, uitgevoerd in het kader van het bodemsaneringsdecreet van 1995, de uitvoeringsbesluiten hiervan en de eventuele uitbreidingen er op. 1.1.4. WERKEN VOOR GROENAANLEG 1.1.4.2. Zuiveringswerken 1.1.4.2.A. Algemeen De bepalingen van het SB 250 worden aangevuld met volgende bepalingen: Bij de voorlopige oplevering dienen alle nog niet beplante plantvakken vrij te zijn van begroeiing of materialen vreemd hieraan. 2. DROOG GRONDVERZET 2.1. Beschrijving De bepalingen van dit art. worden aangevuld met volgende bepalingen: Valt onder algemeen droog grondverzet: -

-

Eventuele uitgegraven bodem (grondwerk) onder IV-1.1.2.2., IV-1.1.2.3 en IV-1.1.2.4. respectievelijk opbraak van verhardingen, lijnvormige elementen en buizen/kokers met dien verstande dat de verharding, lijnvormig elementen, buizen/kokers, (onder)fundering en eventuele omhulling in het kader van het Vlarea worden afgevoerd; Afgraving en uitgraving van bodem onder IV-2. droog grondverzet naast bestaande weginfrastructuur; Uitgegraven bodem voor de aanleg van huisaansluitingen of aansluitingen op bestaande riolen in de zone waar de nutsleidingen liggen; Uitgegraven bodem voor de aanleg van riolen en hun toebehoren.

De bouwheer staat in voor de eventueel bijkomend gevraagde beproeving van gestapelde hopen en draagt hiervoor de kosten alsook van de eventueel bijkomend gevraagde rapportage naar derden. De aannemer kan geen extra kosten rekenen voor de termijn die hiervoor nodig is. Gelet op de voorziene aanwending worden de kosten voor het zeven, niet vergoed, maar zijn te voorzien in de eenheidsprijzen van de onderscheiden posten. De overtollige uitgegraven bodem, die meer dan 5% gewichtsprocent aan inerte materialen ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


71/135


bevat om als bodem buiten de kadastrale werkzone te worden gebruikt dient een fysische scheiding te ondergaan volgens de best beschikbare technieken (zeving, …) waarbij alle inerte materialen of andere bodemvreemde materialen met afmetingen groter dan 50 mm worden verwijderd. Alle kosten hieruit voortkomend, ook storten of verwerkingskosten van de overtollige grond, zijn in de eenheidsprijs te verrekenen. De eenheidsprijs voor het verwijderen omvat eveneens: - het selectief af- of uitgraven conform het zoneringsplan en het goedgekeurd technisch verslag als bijlage aan onderhavig bestek; - het laden van de af- of uitgegraven bodem, het vervoeren naar de plaats van gebruik binnen de werk en het lossen; - tijdens transport op openbare wegen moet de aannemer de gemorste grond dagelijks opruimen. Indien gemorste grond gevaar kan opleveren voor het verkeer dient dit onmiddellijk te gebeuren; - de eventuele tussentijdse stapeling binnen de kadastrale werkzone op de werf of op een Wtop verbonden aan de werken; - Het eventueel plaatsen van een plastiekfolie onder de grondopslag; - de afdekking van de hoop; - het opladen op de werf en/of op de W-top; - het lossen op de bestemming met inbegrip van de wachttijden; - Uitvoeringsplan voor grondverzet: Hfdst. IV-2.1.2. Voor de aanvang van het grondverzet maakt de aannemer, in overleg met de aanbestedende overheid, op basis van de opmetingstabel en het zoneringsplan uit het conform verklaarde technisch verslag, een uitvoeringsplan voor grondverzet op. Indien de aannemer tengevolge van zijn gekozen uitvoeringsmethode grotere hoeveelheden afvoert dan voorzien in de tabel van grondverzet zijn de kosten voor vervoer en sanering van deze hoeveelheden ten laste van de aannemer. Er wordt steeds gerekend met vaste m³ bodem, dus zonder uitzetting. 2.1.2. UITVOERING Algemeen De aannemer staat in voor de selectieve uitgraving en stapeling van de bodem die onder het ondiep grondwerk valt. Deze bodem dient bij voorkeur terug in het werk te worden aangewend. Wanneer dit niet mogelijk is binnen een ander werk als bodem of bouwstof (naargelang de uitspraak binnen het technisch verslag).

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


72/135


2.1.2.2.

Uitgraving - Afgraving

MET TECHNISCH VERSLAG GEVAL 1: (type 3X9 tot 9X9) De overtollige grond (gronden) van het type 3X9 tot 9X9 wordt (worden) door de aannemer vervoerd naar een grondreinigingscentrum. Deze post (FH: km.ton) wordt uitbetaald naargelang de voortgang van de werken. Prijsopgave : km.ton of uitzonderlijk in km.m³. De eenheid km-ton is het product van het gewicht met de afstand. De afstand wordt bepaald vanaf de locatie van opladen tot de locatie waar de grond wordt gestort (enkele rit!). Deze afstand kan niet groter zijn dan de afstand volgens een traject dat resulteert in de kortste rijtijd met het gebruikte voertuig tussen beide locaties. Voor de bestratingswerken worden eventueel volgende posten voorzien: (rioleringswerken: zie hoofdstuk VII) - Afvoer van grondoverschotten naar een erkend grondreinigingscentrum (km.ton) (FH) (Het aantal m³ is ter info vermeld bij de post); - Kosten voor overname en verwerking van verontreinigde bodem in een erkend grondreinigingscentrum: (FH). (Het aantal m³ is ter info vermeld bij de post.) GEVAL 2: (type 110 of 210) De overtollige grond (gronden), die als bodem voor vrij hergebruik (bestemmingszone II – V) buiten de kadastrale werkzone mag (mogen) worden aangewend, wordt (worden) door de aannemer vervoerd naar een stortplaats door hem te zoeken. Voor de bestratingswerken worden hiervoor geen posten voorzien: (rioleringswerken: zie hoofdstuk VII). De vrijgekomen bodem is een last van de aanneming. De kosten voor mogelijke verwijderingen dienen mee verrekend te worden in de TP van de post grondwerken.

GEVAL 3: (type 3X1 tot 9X1) De overtollige grond (gronden), die als bouwstof buiten de kadastrale werkzone mag (mogen) worden aangewend, wordt (worden) door de aannemer vervoerd naar een plaats door hem te zoeken. Voor de bestratingswerken worden eventueel volgende posten voorzien: (rioleringswerken: zie hoofdstuk VII) Afvoer en verwerking van grondoverschotten bouwstof (TP of FH) naar een locatie door de aannemer te zoeken. (Het aantal vaste m³ is ter info vermeld bij de post.) ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


73/135


Deze posten worden uitbetaald a rato van de vooruitgang der werken (aantal verstreken werkdagen t.o.v. de totale uitvoeringstermijn). Ook indien deze grondoverschotten geschikt gemaakt worden voor herbruik worden deze posten uitbetaald. Bij herbruik op de werf worden geen betalingen gedaan. Ongeacht geval 1, 2 of 3 worden er supplementaire posten voorzien voor de afvoer en verwerking van grondoverschotten bodem en/of bouwstof op de plaatsen waar grondverbetering dient te worden uitgevoerd. Voor de bestratingswerken worden eventueel volgende posten voorzien: (rioleringswerken: zie hoofdstuk VII)

-Eventueel uitgraven, afvoeren en verwerking van bodem op de plaatsen waar grondverbetering wordt toegepast naar een locatie door de aannemer te zoeken en vervangen door aanvullingsmaterialen volgens IV-5.1.4. (VH m³); -Eventueel uitgraven, afvoeren en verwerking van bouwstof op de plaatsen waar grondverbetering wordt toegepast naar een locatie door de aannemer te zoeken en vervangen door aanvullingsmaterialen volgens IV-5.1.4. (VH m³). Ophoging (aanvoer van grond) In het geval van een grondtekort is aanvoer van aangerijkte bodem niet toegestaan. Voor aanvoer van bouwstof is er geen studie ontvangend terrein nodig maar wel een geldig technisch verslag van de aangevoerde bouwstof. Voor alle partijen aan te voeren grond (bodem) zal ook een bodembeheersrapport worden geëist. 2.1.2.3. Ophoging Op de wegbermen, steunbermen en taluds dienen alle stenen met een afmeting groter dan 50 mm, alle afval, alle grove plantenresten en alle ongewenste materialen weggenomen en verwijderd buiten het openbaar domein. (eventueel te schrappen) 2.1.2.8. Ongeschonden bewaring, verlegging en terugplaatsing van kabels en leidingen Deze paragraaf wordt aangevuld als volgt: Straatmeubilair en nutsbedrijven Voor de aanvang van de werken wordt een tegensprekelijke plaatsbeschrijving opgemaakt van het stadspatrimonium (verkeersborden, straatmeubilair, enz.). Deze staat dient door alle partijen voor akkoord te worden ondertekend. Een zelfde werkwijze geldt voor water- en gaskranen met aanhorigheden. Deze staat dient best te worden opgemaakt in bijzijn van een afgevaardigden van de nutsbedrijven. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


74/135


Bij niet opmaken van zulke beschrijvende staten, zal elke beschadiging aan de aannemer aangerekend worden. Het opmaken van deze staten is een last van de aanneming. “ In het werk is het verhogen of verlagen van de straatkasten van de water-, gas-, elektriciteits, telegraaf-, telefoon- en televisiedistributieleidingen begrepen. Er wordt daarvoor aan de aannemer niets betaald. Hij heeft zich te verstaan met de betrokken maatschappijen, Belgacom en het ministerie van de Vlaamse gemeenschap - dienst voor elektriciteit en elektromechanica (Ema) Toestellen (zoals hydranten en afsluitkranen) en straatkasten worden nooit bedekt en de aannemer treft de nodige maatregelen opdat ze schoon en bruikbaar blijven. Voor de aanvang van de werken stelt de aannemer zich in verbinding met de vergunninghoudende maatschappijen, Belgacom en Ema teneinde over te gaan tot een beschrijvende staat van hun installaties. De adressen hiervoor kunnen worden verkregen bij het bestuur. De aannemer is verantwoordelijk voor elke schade veroorzaakt aan de inrichtingen, geleidingen en toebehoren van deze maatschappijen, van Belgacom en van Ema, tijdens of naar aanleiding van zijn opdracht. De verantwoordelijkheid is algemeen en kan aannemer, om aan zijn verantwoordelijkheid te ontsnappen, geen enkel feit doen gelden, tenzij hij voor de uitvoering van zijn werken een deskundig onderzoek op tegenspraak doet plaatsvinden om het bewijs te leveren dat de inrichtingen, geleidingen of hun toebehoren in slechte staat verkeerden. Bij gebrek hieraan wordt elke schade, zonder voorafgaande procedure of formaliteit, door de eigenaars van de inrichtingen, geleidingen of hun toebehoren, hersteld. De aannemer betaalt de herstellingskosten rechtstreeks aan de eigenaars. De aannemer dient, ten behoeve van de voorlopige oplevering door het bestuur, een attest van de nutsbedrijven voor te leggen van nazicht en conformiteit van hun straatkasten en onderliggende toestellen. De nutsbedrijven zullen daartoe op verzoek van de aannemer overgaan tot nazicht. Eventuele opmerkingen dienen te worden geregulariseerd in onderling overleg tussen de aannemer en het betreffende nutsbedrijf, alvorens het attest kan worden afgeleverd. Alle nodige werken om ondergrondse leidingen op de werf te situeren zijn uit te voeren door en op kosten van de aannemer. In geval de bestaande ondergrondse leidingen of luchtleidingen of hun toebehoren de uitvoering van zijn werken hinderen, pleegt de aannemer overleg met het bestuur om de moeilijkheden te regelen. Hij onderwerpt zich steeds aan de door het bestuur genomen maatregelen. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


75/135


Wanneer de aannemer werken in de omgeving van gasleidingen of dienstleidingen uitvoert moet hij, bij aangetekende brief, de betrokken gasverdelers daarvan ten minste 48 uur vooraf kennis geven en de nodige maatregelen nemen om de veiligheid en de goede staat van de gasinstallaties te verzekeren.

3. GRONDWERK VOOR BOUWPUTTEN Voor werken in opdracht van AWW worden de bepalingen aangevuld als volgt: 3.1.2.7. Verwijderen van vervuilde bodem (Vlarebo hoofdstuk X) De overtollige uitgegraven bodem die noch als bodem voor vrij hergebruik (bestemmingstype I – V of II – V), noch in of als bouwstof buiten de kadastrale werkzone mag worden aangewend, wordt eigendom van de bouwheer. De aannemer vervoert deze uitgegraven bodem naar een door de bouwheer aangewezen locatie (grondreinigingscentrum of andere). De eenheidsprijs voor het verwijderen omvat eveneens: tussentijdse stapeling binnen de kadastrale werkzone op de werf en afdekking van de hoop; ontwatering van de bodem; het laden op de werk; het lossen op de bestemming met inbegrip van de wachttijden. 3.1.2.8. Fysische scheiding van bodem (Vlarebo hoofdstuk X) De overtollige uitgegraven bodem die een te hoog gehalte aan inerte materialen (meer dan 5 gewichtprocent) bevat om als bodem buiten de kadastrale werkzone ( alle andere voorwaarden vervuld!) te worden gebruikt ondergaat een fysische scheiding volgens de best beschikbare technieken (zeving, …) waarbij alle inerte materialen of andere bodemvreemde materialen met afmetingen groter dan 50 mm worden verwijderd. De aannemer verwittigt steeds voorafgaand aan de fysische scheiding de leidend ambtenaar zodat de hoeveelheden tegensprekelijk kunnen worden vastgelegd. De eenheidsprijs voor het fysisch scheiden van de bodem omvat eveneens: tijdelijk afzonderlijk stapelen van de bodem met inerte materialen; afvoer van de inerte materialen met inbegrip van stortkosten of verwerkingskosten in of als bouwstof. Volgende posten zijn in het bestek opgenomen: zie Hfdst. VII-1.1.2.1.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


76/135


3.2. Meetmethode voor hoeveelheden Zie Hfdst. VII-1.1.2.1. Het fysisch scheiden van bodem wordt afzonderlijk in rekening gebracht (VH m³ (gezeefde bodem)). 5. GESCHIKT MAKEN VAN DE ZATE VAN DE OPHOGING EN VAN HET BAANBED IN UITGRAVING 5.1.

Beschrijving

5.1.5

Geotextiel

5.1.5.1 Beschrijving Het geotextiel wordt niet genaaid en/of gelast. 5.1.5.1.B. Uitvoering De overlapping van het geotextiel is zowel in de langs- als dwarsrichting minstens 50 cm. De aandacht wordt erop gevestigd dat alle verkeer op het geotextiel verboden is indien het niet afgedekt is over minstens 15 cm. 5.2. Meetmethode voor hoeveelheden Voor het geschikt maken van de zate van de ophoging en van het baanbed in uitgraving met bindmiddel, met steenslag of rolgrind, met uitgraving en aanbrengen van aanvullingsmateriaal, wordt één post voorzien waarin alle vereiste bewerkingen zijn te voorzien. Geotextiel wordt gemeten in m² grondoppervlak waarop het wordt aangelegd, de overlappingen zijn in de prijs begrepen.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


77/135


_____________________________________________________________________________ HOOFDSTUK V ONDERFUNDERINGEN EN FUNDERINGEN

4.

FUNDERINGEN

4.2.

Steenslagfundering met niet-continue korrelverdeling

4.2.1.

Beschrijving

De aannemer mag de steenslagfundering met niet-continue korrelverdeling niet vervangen door een steenslagfundering met continue korrelverdeling volgens 4.3. of 4.4.. 1. ONDERLAAG De onderlaag is op een zo geprofileerd mogelijk afgewerkte aardebaan aan te leggen. In de prijs van de onderlaag dient vervat: -

Het wegwerken (uitvullen) van putten telkens deze hinderlijk zijn vanwege plasvorming; Het wegwerken van oneffenheden; Het verwijderen van grond, modder of slijk. De aannemer dient tijdens de uitvoering van de werken de rijweg zuiver te houden.

4. AFWERKLAAG Zodra de werkzaamheden het toelaten dient de afwerklaag op de onderlaag te worden aangebracht en afgewerkt. Voorafgaandelijk aan het aanbrengen van de afwerklaag zijn de putten en oneffenheden weg te werken, grond, modder en slijk te verwijderen e.d.. 4.2.1.2. Kenmerken van de uitvoering 4.2.1.2.A SAMENSTELLING VAN DE LAGEN De voorkeur gaat uit naar het gebruik van COPRO-gecertificeerde gebroken betonpuinsteenslag. Enkel wanneer er geen of onvoldoende gebroken betonpuinsteenslag voorradig is mag nieuwe steenslag geleverd worden.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


78/135


4.2.1.3.Wijze van uitvoering De steenslagfundering met niet-continue korrelverdeling wordt samengesteld uit één of meer onderlagen en een afwerklaag. 4.2.2. Meetmethode voor hoeveelheden Wordt aangevuld als volgt voor minder hindersteenslag De onderlaag in m2. De afwerklaag in m². De totale steenslagfundering in m2.

4.7.

Zandcementfundering

4.7.1. Beschrijving De aannemer mag de zandcementfundering niet vervangen door een vliegas-kalkfundering volgens 4.8. of een vliegas-cementfundering volgens 4.9.. De aannemer is verantwoordelijk voor het ontoegankelijk houden van de fundering gedurende 7 dagen volgende op de aanleg er van. Voor de niet-machinaal geplaatste zandcementfundering onder en de stut achter geprefabriceerde lijnvormige elementen zijn de bepalingen van IX-1 van toepassing. 4.11. Fundering van schraal beton Voor de stut in schraal beton achter geprefabriceerde lijnvormige elementen zijn de bepalingen van IX-2 van toepassing. Voor de fundering van schraal beton zijn de bepalingen van hoofdstuk V-4.11 van toepassing. De bescherming tegen uitdroging is verplicht d.m.v. het tijdelijk afdekken met plastiekfolie. De nodige proeven dienen te gebeuren conform Hfdst. II - 8.1.1. De aannemer is verantwoordelijk voor het ontoegankelijk houden van de fundering gedurende 7 dagen volgende op de aanleg ervan. Voor de stut in schraal beton achter geprefabriceerde lijnvormige elementen zijn de bepalingen van IX-2 van toepassing.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


79/135


____________________________________________________________ HOOFDSTUK VI VERHARDINGEN ____________________________________________________________ 1. CEMENTBETONVERHARDINGEN 1.1. Beschrijving De werken die van voornoemde werken afhangen of ermee samenhangen zoals o.a. het aanbrengen van akerstaven in de langsvoegen en/of het aanbrengen van de vooraf behandelde deuvels in de dwarsvoegen wanneer deze zijn voorgeschreven in de aanbestedingsdocumenten. 1.1.2. Kenmerken van de uitvoering 1.1.2.2. Meetkundige kenmerken 1.1.2.2.A. Dikte De totale nominale dikte bedraagt:

16 cm.

1.1.2.2.C. Breedte De nominale breedte bedraagt: 210 cm. 1.1.2.2.D. Dwarshelling De dwarshelling bedraagt 2,00 %. 1.1.2.3. Meetkundige en constructieve kenmerken van de voegen en de wapening. 1.1.2.3.B. Dwarsvoegen 1.1.2.3.B. 2. Krimpvoeg De dwarse krimpvoegen zijn van het type 3. 1.1.3. Wijze van uitvoering 1.1.3.2 Samenstelling De samenstelling van het cementbetonmengsel dient voorafgaandelijk goedgekeurd door de aanbestedende overheid. Elke levering dient voorzien te zijn van een verantwoordingsnota. 3. BESTRATINGEN 3.1. Bestrating van in rijen te leggen keien 3.1.1. Beschrijving ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


80/135


De bestrating omvat het in rijen plaatsen en vastzetten met afgehaalde straatkeien op een zandcementbed 3.1.1.2. KENMERKEN VAN DE UITVOERING 3.1.1.2.A. Bed van de bestrating Het bed van bestrating is van zandcement. De minimum en nominale dikte van het legbed bedraagt na verdichting 7,5 cm. 3.1.1.2.G. Steenverband De stenen worden in halfsteensverband loodrecht op de rijrichting geplaatst. 3.1.1.2.H. Voegen 3.1.1.2.H. 1. Breedte van de voegen. De zijvlakken van de keien sluiten dermate aaneen dat de voegen zowel in als tussen de rijen nergens breder zijn dan 15 mm en minimum 5 mm. 3.1.1.2.H. 2. Voegvulling De bestrating wordt op zandcement geplaatst, de voegvulling is gemodificeerde mortel. 3.1.1.3. WIJZE VAN UITVOERING De bijzondere aandacht van de aannemer wordt gevestigd op deze paragraaf, meer bepaald het ‘vastzetten en bezanden van de bestrating’. De nodige voorzorgen zijn te nemen opdat bij het openstellen van de verharding geen zand of ander materialen op de bestrating aanwezig zijn. 3.1.1.3.B. Bestrating van in rijen te leggen keien op een zandcementbed 3.1.1.3.B. 6. Vullen van de voegen met gemodificeerde mortel. Alvorens de gemodificeerde mortel aan te brengen dienen de voegen tot 4 cm diepte vrij te zijn. De aannemer neemt hiervoor de nodige maatregelen. 3.3. Bestrating van betonstraatstenen 3.3.1. Beschrijving De bestrating omvat het plaatsen van betonstraatstenen op een bed van zand. 3.3.1.2. KENMERKEN VAN DE UITVOERING De bijzondere aandacht van de aannemer wordt gevestigd op deze paragraaf, meer bepaald het ‘vastzetten en bezanden van de bestrating’. De nodige voorzorgen zijn te nemen opdat bij het openstellen van de verharding geen zand of ander materialen op de bestrating aanwezig zijn. 3.3.1.2.A. Bed van de bestrating De bestrating wordt geplaatst op een legbed van zand 3.3.1.2.D. Dwarshelling van het oppervlak van de bestrating. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


81/135


De nominale dwarshelling bedraagt 2,50 %. 3.3.1.2.F. Gaafheid van de bestrating In aansluiting met deze paragraaf wordt bepaald dat de betonstraatstenen in de rijweg en bij aanwerking tegen de gevels, gesneden mogen worden met uitzondering voor de wegmarkeringen. Op alle andere plaatsen moeten ze geprefabriceerd of nat gezaagd worden. 3.3.1.2.G. Steenverband De stenen worden geplaatst in halfsteens verband loodrecht op de gevellijnen. Deze paragraaf wordt aangevuld als volgt: "Het gebruik van verbandstenen (de zogenaamde bisschopshoeden) is verplicht bij de aanleg van de verhardingen in diagonaal verband. Betreffende het steenverband van de wegmarkeringen wordt deze paragraaf aangevuld als volgt: De betonstraatstenen worden gelegd volgens het tracé en de onderrichtingen gegeven door de afgevaardigde van het bestuur. Zij voldoen aan de minimale afmetingen van de wegmarkeringen zoals aangeduid op de tekeningen, vermeld in de algemene omzendbrief nopens de wegsignalisatie (in het bijzonder Deel III : Wegmarkeringen). Het uit te voeren nat zaagwerk is in de eenheidsprijs per m2 begrepen, ook bij bv. een schuin op de as van de rijweg getraceerd zebrapad en bij het dwarsen van tramsporen. Het wordt de aannemer toegestaan geprefabriceerde elementen te gebruiken indien: 1) ze geen afwijkingen vertonen op de afmetingen, vermeld in de omzendbrief; 2) ze voldoen aan de technische eisen van betonstraatstenen. a) Zebrapaden, fietsoversteken, stopstrepen : De witte stroken van de zebrapaden en stopstrepen zijn 0,55 m breed. De witte betonstraatstenen worden afgeboord met drie lagen zwarte betonstraatstenen in halfsteens verband geplaatst. - De zebrapaden en fietsoversteken worden in de lengterichting evenwijdig geplaatst met de as van de rijweg, ongeacht deze haaks of schuin op de as van de rijweg wordt aangelegd. - De stopstrepen worden haaks aangelegd op de as van de rijweg op een minimum afstand van 1,00 m voor het desbetreffend verkeerslicht b) Voorrangsdriehoeken, voorsorteringspijlen : - De voorrangsdriehoeken hebben een hoogte van ca. 0,70 m en een basis van ca. 0,50 m. Tussen de zwaartelijnen vanuit hogergenoemde top moet er een afstand zijn van ongeveer 0,70 m en deze afstand wordt parallel met de basislijn gemeten. De as van de rijweg is evenwijdig met de zwaartelijnen. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


82/135


De driehoeken zijn wit van kleur en worden afgeboord met zwarte betonstraatstenen. De oppervlakte tussen de driehoeken en het zebrapad wordt eveneens uitgewerkt met zwarte betonstraatstenen. - De voorsorteringspijlen zijn wit van kleur en worden afgeboord met zwarte of grijze betonstraatstenen. c) Bushalten : Op de plaatsen, aangeduid door de afgevaardigde van het bestuur, worden bushalten aangebracht. De markeringen (aslijnen en de letters"BUS") zijn wit van kleur. d) Langsmarkeringen : De langsmarkeringen zijn 0,11 m, 0,22 m of 0,33 m breed, al naar gelang het de aanduiding betreft van bv. parkeervakken, aslijnen of busstroken. 3.3.1.2.H. Voegen 3.3.1.2.H. 1. Breedte van de voegen De voegen hebben een breedte van max. 3 mm. In de bochten met straal kleiner dan 15 mm mogen de voegen nergens breder zijn dan 6 mm. 3.3.1.3. WIJZE VAN UITVOERING De bijzondere aandacht van de aannemer wordt gevestigd op deze paragraaf, meer bepaald het ‘vastzetten en bezanden van de bestrating’. De nodige voorzorgen dienen te worden genomen opdat bij het openstellen van de straat geen zand of ander materialen op de bestrating aanwezig zijn. 3.4. Bestrating van gebakken straatstenen 3.4.1. Beschrijving De bestrating omvat het plaatsen van gebakken straatstenen op een bed van zand 3.4.1.2. KENMERKEN VAN DE UITVOERING 3.4.1.2.A. Kwaliteitsklasse van de gebakken straatstenen. De gebakken straatstenen zijn minstens van klasse B. 3.4.1.2.B. Bed van bestrating De klinkers worden geplaatst op een bestratingslaag van zand, met een nominale dikte van 3 à 4 cm., op een fundering van zandcement 3.4.1.2.D. Dwarshelling van het oppervlak van de bestrating. De nominale dwarshelling bedraagt 2,50 %. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


83/135


3.3.1.2.G. Gaafheid van de bestrating In aansluiting met deze paragraaf wordt bepaald dat de gebakken straatstenen in de rijweg en bij aanwerking tegen de gevels, gesneden mogen worden met uitzondering voor de wegmarkeringen. Op alle andere plaatsen moeten ze geprefabriceerd of nat gezaagd worden. 3.4.1.2.H. Steenverband De gebakken straatstenen worden geplaatst in halfsteens verband loodrecht op de gevellijnen. 3.4.1.2.I. Voegen 1. Breedte van de voegen De zijvlakken van de gebakken straatstenen sluiten dermate aaneen, zodat de voegen in rechte stukken nergens breder zijn dan 3 mm en in bochten met een straal kleiner dan 15 m, nergens breder zijn dan 6 mm. 2. Voegvulling Wanneer de bestrating is aangelegd op een bed van zand of ternair zandmengsel zijn de voegen volledig gevuld met kalksteenbrekerszand 0/4. 3.4.1.3. WIJZE VAN UITVOERING De bijzondere aandacht van de aannemer wordt gevestigd op deze paragraaf, meer bepaald het ‘vastzetten en bezanden van de bestrating’. De nodige voorzorgen dienen te worden genomen opdat bij het openstellen van de straat geen zand of ander materialen op de bestrating aanwezig zijn. 3.4.1.3.A. Bestrating van gebakken straatstenen op een zandbed 3.4.1.3.A.2. Plaatsen van gebakken straatstenen Bij het plaatsen op kant legt men de stenen steeds de gezande kant tegen de niet gezande kant, dit om de minieme maatverschillen van de gebakken klinkers gelijkmatig over het werk te verdelen en de klinkers goed in verband te kunnen verwerken. Eveneens worden om dezelfde reden de klinkerpakken verticaal en trapsgewijze afgeladen en niet laag per laag horizontaal. Passtukken worden verkregen door nat zagen. Om een juiste weergave van de kleurschakering te bekomen moeten meerdere pakken met elkaar worden vermengd. Beschadigde of nietmassieve klinkers moeten niet gebruikt worden. 3.4.1.3.A.3. Vastzetten en bezanden van de bestrating Onder de gebruikte trilplaat moet steeds een rubberzool aangebracht worden om de verharding te beschermen. Eens de klinkers getrild zijn, dienen ze onmiddellijk te worden ingevoegd met kalksteenbrekerszand 0/4. Het invoegen blijft te herhalen tot alle voegen volledig zijn gevuld. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


84/135


Dit omdat er zeker geen klinkers meer kunnen verschuiven of loskomen en om vervorming van het gelegde verband te voorkomen. Tijdens het vastzetten worden beschadigde gebakken straatstenen vervangen en worden afwijkingen van het profiel, oneffenheden van het oppervlak en hoogteverschillen tussen aanliggende gebakken straatstenen hersteld wanneer ze te groot blijken. Na die werkzaamheden zijn de voegen volledig gevuld met zand en blijven de gebakken straatstenen onbeweeglijk liggen onder de inwerking van een horizontale kracht. Zo niet worden voornoemde bewerkingen (bezanden, eventueel sproeien met water, invegen en vastzetten) herhaald tot het beoogde resultaat verkregen wordt. Voor het openstellen voor het autoverkeer dienen de voegen voor 100 % te zijn gevuld met kalksteenbrekerszand 0/4. Daarna houdt de aannemer, in de bebouwde kommen, door sproeien van water de bestrating vochtig om te voorkomen dat opstuivend zand de aangelanden zou hinderen. De bijzondere aandacht van de aannemer wordt gevestigd op deze paragraaf, meer bepaald het ‘vastzetten en bezanden van de bestrating’. De nodige voorzorgen dienen te worden genomen opdat bij het openstellen van de straat geen zand of andere materialen meer op de bestrating aanwezig is. 3.5. Bestrating van betontegels 3.5.1. BESCHRIJVING 3.5.1.1. KENMERKEN VAN DE MATERIALEN De betontegels van het type zonder vellingkant. 3.5.1.2. KENMERKEN VAN DE UITVOERING De bijzondere aandacht van de aannemer wordt gevestigd op deze paragraaf, meer bepaald het ‘vastzetten en bezanden van de bestrating’. De nodige voorzorgen dienen te worden genomen opdat bij het openstellen van de straat geen zand of ander materialen op de bestrating aanwezig zijn. 3.5.1.2.A. Bed van de bestrating De tegels worden geplaatst op een legbed van zand 3.5.1.2.F. Gaafheid van de bestrating In aansluiting met deze paragraaf mogen de betontegels aansluitend aan gevels gesneden worden, op de andere plaatsen moeten ze geprefabriceerd of nat gezaagd worden." Het tegelverband is halfsteens.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


85/135


3.5.1.2.G VOEGEN 3.5.1.2.G.2 Voegvulling

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


86/135


____________________________________________________________ HOOFDSTUK VII RIOLERINGEN EN AFVOER VAN WATER ____________________________________________________________ 1. RIOLERING EN AFVOER VAN WATER AANGELEGD IN EEN SLEUF 1.1 Beschrijving 1.1.1. MATERIALEN De hoofdriolering wordt uitgevoerd in beton. RWA-leidingen: betonbuizen van poreus beton. De diepteligging van de riolering is aangegeven op het lengteprofiel. 1.1.2. UITVOERING Met technisch verslag 1.1.2.1. GRONDWERK VOOR DE UITGRAVING (werken met Aquafin) GEVAL 1: (type 3X9 tot 9X9) De grondoverschotten waarvoor uit milieuhygiënisch onderzoek blijkt dat deze noch als bodem noch als bouwstof kunnen aangewend worden, dienen door de aannemer naar een ermee overeenstemmende eindbestemming te worden afgevoerd overeenkomstig de voorziene posten. Afvoer van grondoverschotten naar een erkend grondreinigingscentrum (km.ton) (FH - VH) (Het aantal m³ is ter info vermeld bij de post). Deze post omvat eveneens het steekvast maken van de grond. De uitbetaling wordt gedaan naargelang de voorgelegde vrachtbieven. De verwerkingskosten worden rechtstreeks door Aquafin aan het grondreinigingscentrum betaald. Prijsopgave : km.ton of uitzonderlijk in km.m³. De eenheid km-ton is het product van het gewicht met de afstand. De afstand wordt bepaald vanaf de locatie van opladen tot de locatie waar de grond wordt gestort (enkele rit!). Deze afstand kan niet groter zijn dan de afstand volgens een traject dat resulteert in de kortste rijtijd met het gebruikte voertuig tussen beide locaties. Het gewicht wordt van de weegbons overgenomen.

GEVAL 2: (type 110 of 210) De overtollige grond (gronden), die als bodem voor vrij hergebruik (bestemmingszone II – V) ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


87/135


buiten de kadastrale werkzone mag (mogen) worden aangewend, wordt (worden) door de aannemer vervoerd naar een stortplaats door hem te zoeken. Voor de rioleringswerken worden hiervoor geen posten voorzien. De vrijgekomen bodem is een last van de aanneming. De kosten voor mogelijke verwijderingen dienen mee verrekend te worden in de posten: plaatsen van rioolbuizen.

GEVAL 3: (type 3X1 tot 9X1) De overtollige grond (gronden), die als bouwstof buiten de kadastrale werkzone mag (mogen) worden aangewend, wordt (worden) door de aannemer vervoerd naar een plaats door hem te zoeken. Voor de rioleringswerken worden eventueel volgende posten voorzien: Afvoer en verwerking van grondoverschotten bouwstof (TP of FH of VH) naar een locatie door de aannemer te zoeken (ton of m³) (Het aantal vaste m³ is ter info vermeld bij de post.) Deze posten worden uitbetaald a rato van de vooruitgang der werken (% van de uitgevoerde rioleringswerken). Ook indien deze grondoverschotten geschikt gemaakt worden voor herbruik worden deze posten uitbetaald. Bij herbruik op de werf worden geen betalingen gedaan. Ongeacht geval 1, 2 of 3 worden er supplementaire posten voorzien voor de afvoer en verwerking van grondoverschotten bodem en/of bouwstof op de plaatsen waar grondverbetering Voor de rioleringswerken worden eventueel volgende posten voorzien: -Eventueel uitgraven, afvoeren en verwerking van bodem op de plaatsen waar grondverbetering wordt toegepast naar een locatie door de aannemer te zoeken, en vervangen door aanvullingsmaterialen volgens IV-5.1.4. (VH m³); -Eventueel uitgraven, afvoeren en verwerking van bouwstof op de plaatsen waar grondverbetering wordt toegepast naar een locatie door de aannemer te zoeken, en vervangen door aanvullingsmaterialen volgens IV-5.1.4. (VH m³). Het aantal vaste m³ is ter info vermeld bij de post. 1.1.2.2. FUNDERING EN/OF OMHULLING VAN DE BUIZEN De fundering van de buizen wordt uitgevoerd met zand. De omhulling wordt uitgevoerd met aanvullingsmateriaal, aanvullingsmateriaal, zand of zandcement, rolgrind met geotextiel.

geschikt

gemaakt

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


88/135


Bij de uitvoering van de verdichting van de omhulling rond de buizen mogen geen spanningen en/of vervormingen ontstaan in de buizen, haar moffen, haar dichtingen die de toelaatbare waarden overschrijden. 1.1.2.2.D. Verdichting Als starre buizen worden beschouwd alle betonbuizen en gresbuizen. In geval van halfstarre en flexibele buizen is de gemiddelde indringing met de lichte slagsonde niet van toepassing doch dient een standaard proctorverdichting van 90% te worden gerealiseerd 1.1.2.3.

LEGGEN VAN DE BUIZEN

Vóór de plaatsing van de buizen zijn spie-en mofeind van de buis met borstel te reinigen. Er mag onder geen enkel voorwendsel met een mechanisch werktuig op de kruin van de buis worden gedrukt, noch bij het leggen, noch bij het van hoogte positioneren, noch bij het in elkaar trekken van de buizen. Het perfect in mekaar trekken of duwen van de buis dient op een dergelijke wijze te geschieden dat: a) de krachtverdeling over de omtrek van de buis gelijkmatig gebeurt; b) er geen schade, geen vervormingen, of te hoge spanningen in of aan de buis of mof worden geïnduceerd. Het in elkaar trekken of drukken van de buizen dient “zuiver axiaal” te gebeuren, waarbij geen hoekverdraaiing tussen beide buizen mag worden vastgesteld. 1.1.2.7.

DROOGHOUDEN VAN DE SLEUF

Het water van de bronbemaling mag in de riolering worden geloosd. 1.1.2.8.

INSTANDHOUDING VAN DE SLEUF

De aannemer zal op zijn kosten en risico alle nodige maatregelen treffen om schade aan personen, goederen, eigendommen en ondergrondse leidingen, zowel rechtstreeks als onrechtstreeks veroorzaakt door de uitvoering van de werken, te vermijden. Zo hij dit nodig oordeelt moet de aannemer, uit eigen beweging, vooraleer met de werken aan te vangen, een tegensprekelijke plaatsbeschrijving doen opmaken van alle constructies en zich speciaal laten verzekeren bij een maatschappij voor alle eventuele schade t.g.v. de uitvoering van de werken.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


89/135


1.1.2.9.

ONGESCHONDEN BEWARING,VERLEGGING EN TERUGPLAATSING VAN KABELS EN LEIDINGEN

De paragraaf IV.2.1.2.8.van dit bestek is van toepassing.

1.3. Controle Volgende proeven zijn uit te voeren: - waterdichtheidsproef: meestal geval 1: 20 % per diameter wordt beproefd. - controle op fundering: - controle op omhulling: - controle op aanvulling: 1.3.7. VERDICHTING VAN DE AANVULLING De aandacht van de aannemer wordt erop gevestigd dat bij rioleringswerken de lichte slagsonde permanent op de bouwplaats aanwezig moet zijn. 3. INSPECTIEPUTTEN 3.1. Geprefabriceerde inspectieputten van beton of gres 3.1.1. BESCHRIJVING 3.1.1.2. UITVOERING 3.1.1.2.B. Fundering De fundering is van schraal beton en heeft een dikte van 20 cm en is 15 cm uitkragend t.o.v. het rondvlak van het basiselement. Het uitvoeren van de fundering van schraal beton door het storten van een droge mengeling is verboden. 3.1.1.2.C. Basiselement Het basiselement wordt geplaatst op een fundering van schraal beton, nadat op uniforme wijze een laag mortel op die fundering werd gespreid zodanig dat het basiselement volkomen draagt.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


90/135


3.1.1.2.J. Aansluiten van bestaande leidingen Uitvoering van aansluitingen van bestaande en/of nieuwe leidingen d.m.v. een ruwe uitspaaropening in de wand van de inspectieput is slechts toegelaten, op voorwaarde dat de afdichting van de opening rond de buizen gedicht wordt met een krimpgecompenseerde opgietmortel van art. III-73.3.. 3.6. Inspectieputten van metselwerk 3.6.1. BESCHRIJVING 3.6.1.2. UITVOERING De gegevens van fundering, bodemplaat en wanden zijn aangeduid op de tekening(en) gevoegd bij dit bestek. 3.11. Aansluiten van een nieuwe buis op een wachtbuis. 3.11.1.1. Uitvoering Het aansluiten van een nieuwe buis op een wachtbuis is op een flexibele en waterdichte wijze uit te voeren volgens de detailtekening in bijlage. 5. AANSLUITINGEN OP DE RIOLERINGEN 5.1. Beschrijving 5.1.1. .MATERIALEN De huisrioolaansluitingen (dwa en gemengd afvalwater) worden uitgevoerd in gresbuizen De straatkolkaansluitingen en huisaansluitingen (hemelwater) worden uitgevoerd in PVCbuizen (grijs). Er worden in principe geen aansluitingen op de inspectieputten gemaakt. 5.1.2.

UITVOERING

5.1.2.1.

UITGRAVEN VAN DE SLEUVEN

5.1.2.1.A. Tracé van de sleuven Deze paragraaf wordt aangevuld als volgt: Alvorens te beginnen met de aanleg van de riolering, zal de aannemer zich, samen met de toezichter of een afgevaardigde van het bestuur, vergewissen van de juiste plaatsen waar de aansluitingen dienen te gebeuren, tot voldoening van de aan te sluiten private eigendommen, alsmede van de straat- en/of trottoirkolken. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


91/135


De aannemer zal de geplaatste aansluitingen opmeten ten overstaan van vaste punten en de gegevens van deze meting overbrengen op een plan. Hij blijft verantwoordelijk voor de vastlegging van de aansluitingen, die hij tijdens de werken heeft opgetekend tot bij de definitieve oplevering 5.1.2.2. FUNDERING EN/OF OMHULLING VAN DE BUIZEN PVC-buizen: fundering en omhulling in zandcement. Gresbuizen: fundering en omhulling in zandcement. Het zandcement is volgens IX-1.. 5.1.2.5. LEGGEN VAN DE BUIZEN Deze paragraaf wordt aangevuld als volgt: " De rioolverbindingen en huisaansluitingen, aan te duiden door een afgevaardigde van het bestuur, worden uitgebroken. De niet opnieuw te gebruiken openingen in het riool worden dichtgemetseld en gecementeerd tot voldoening van het bestuur. De rioolverbindingen worden haaks op de as van het riool geplaatst. Aansluitingen op de inspectieputten zijn in principe verboden." 5.1.2.9. ONGESCHONDEN BEWARING, VAN KABELS EN LEIDINGEN

VERLEGGING EN

TERUGPLAATSING

De paragraaf IV.2.1.2.8.van dit bestek is van toepassing. 5.2. Meetmethode voor hoeveelheden Deze paragraaf wordt aangevuld als volgt: Indien geen afzonderlijke prijs in de meetstaat werd opgegeven, wordt het volgende aangenomen: -

krimpmoffen worden gelijkgesteld met 2 meter buis; de stoppen in grès/pvc worden gelijkgesteld met 0,15 meter buis; het inboren is inbegrepen in de prijs van de mofstukken; de fundering en/of omhulling wordt berekend met volgende lengtes: - mof = 15 cm; - andere hulpstukken = 30 cm.

6.

RIOLERINGSONDERDELEN

6.1

Straatkolken en/of trottoirkolken

6.1.1.

PLAATSEN VAN STRAATKOLKEN EN/OF TROTTOIRKOLKEN

6.1.1.1.

BESCHRIJVING

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


92/135


6.1.1.1.B. Uitvoering 6.1.1.1.B.1. Fundering De straatkolken worden op 0,20 m schraal beton gefundeerd. De fundering van schraal beton wordt 10 cm breder uitgevoerd dan de buitenafmetingen van de straatkolk. 6. 2. Huisaansluitputjes 6.2.2. HUISAANSLUITPUTJES VAN METSELWERK 6.2.2.1. BESCHRIJVING 6.2.2.1.B. Uitvoering Volgens detailplan in bijlage. 6.2.2.1.B.2. Fundering De huisaansluitputjes worden op 0,20 m schraal beton gefundeerd. De fundering van schraal beton wordt 10 cm breder uitgevoerd dan de buitenafmetingen van het huisaansluitputje. 20. WATERDICHTING VAN LEKKENDE POLYURETHAAN INJECTIEHARSEN

VOEGVERBINDINGEN

DMV

VOORAFGAANDE NOTA - Enkel de door Aquafin aanvaarde erkende aannemers mogen de dichtingswerken uitvoeren. De lijst van de aanvaarde aannemers ligt ter inzage bij Aquafin. - Enkel met de door Aquafin aanvaarde producten mogen de werken uitgevoerd worden. De lijst van de aanvaarde producten ligt ter inzage bij Aquafin. - De dichtingswerken mogen slechts in aanwezigheid van de afgevaardigde van het bestuur worden uitgevoerd. - De aannemer dient bij de uitvoering rekening te houden met de nodige veiligheidsmaatregelen, inzonderheid inzake toxiciteit van de gebruikte producten, inbegrepen de reinigingsproducten. - Door de aannemer dichtingswerken is aan het bestuur op naam van het project een 10-jarig garantiebewijs af te leveren m.b.t. de verzekering van de waterdichtheid.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


93/135


26. HERSTELLING VAN LEKKE VOEGVERBINDINGEN EN GRINDNESTEN D.M.V. INOX-MANCHETTE BIJ BUISLEIDINGEN <= 800MM 26.1.

BESCHRIJVING

Herstellen van ondichte voegen- of grindnesten met inox-manchette behelst: - Het instandhouden van de afwatering; - Het reinigen van het te herstellen gedeelte; - Het aanbrengen van inox-manchette welke omgeven is van een kunststofomhulling gedrenkt in polyurethaan; - Het beproeven op waterdichtheid. 26.1.1. Materialen - De manchette bestaat uit R.V.S. 318 met een minimum breedte van 40 cm. - Aan beide zijden voorzien van een mechanische sluiting. - De kunststofschuimomhulling is gedrenkt in een polyurethaan volgens III-44.3. 26.1.2. Uitvoering 26.1.2.a INSTANDHOUDEN VAN DE AFWATERING Volgens VII-20.1.2.1.A. 26.1.2.b. HET REINIGEN VAN DE TE HERSTELLEN SECTIE Volgens VII-20.1.2.1.B. 26.1.2.c. WERKWIJZE BIJ HET DICHTEN VAN DE VOEG OF GRINDNEST - Een roestvrij stalen mof welke aan de buitenzijde bekleed is met een kunststofschuim wat verzadigd is met een P.U. hars wordt onder cameratoezicht ter hoogte van de defecte voeg of grindnest gepositioneerd met behulp van een hogedruk packer. - De packer wordt op druk gezet (min. 5 bar) zodat de manchette vast tegen de buiswand wordt gedrukt. - Na het ontspannen van de packer blijft de manchette volledig aansluiten tegen de buiswand door middel van mechanische sluitingen. - De sluitingen vergrendelen de inox mof aan beide zijden. - De packer dient voldoende tijd onder druk gehouden te worden zodat er geen uitstulpingen in het P.U. hars naar de binnensectie van de buis kunnen optreden.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


94/135


6.2.

CONTROLES

De herstelling wordt onderworpen aan : - Een camera-opname over de volledige omtrek van de manchette; - Een camera-opname van beide sluitingen; - Tijdens het plaatsen van de manchette dient er een vorm van controle voorhanden te zijn, zodat het drukverloop om de packer op te blazen kan opgevolgd worden; - Er dient de mogelijkheid voorhanden te zijn om een proefstaal te nemen van de gebruikte manchette en producten; - De herstelde voeg moet beproefd worden op waterdichtheid overeenkomstig de bepalingen van art. VII-1.3.4..

26.3.

MEETMETHODE VOOR HOEVEELHEDEN

De herstelde voegen of grindnesten worden per geplaatste manchette in rekening gebracht. Herstelling van nieuwe leidingen is steeds een last van de aannemer.

26.4.

WAARBORG

Door de aannemer dichtingswerken is aan het bestuur op naam van het project een 10-jarig garantiebewijs af te leveren m.b.t. de verzekering van de waterdichtheid.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


95/135


____________________________________________________________ HOOFDSTUK VIII LIJNVORMIGE ELEMENTEN ____________________________________________________________ Voorafgaande noot: het grondwerk voor het plaatsen van de lijnvormige elementen en hun fundering is begrepen in het algemeen droog grondverzet volgens IV-2. 1.

TROTTOIRBANDEN (BORDUREN), TROTTOIRBANDENWATERGREPPELS EN SCHAMPKANTEN

1.2.

Geprefabriceerde betonnen trottoirbanden, trottoirbanden-watergreppels en schampkanten

1.2.1. BESCHRIJVING De trottoirbanden dienen niet te worden opgevoegd De voeg zal aan de achterzijde evenwel gesloten worden met cementmortel. 1.2.1.2. UITVOERING De boordstenen worden door de aannemer geleverd. Ze worden op fundering van schraal beton, volgens IX.2., met stut geplaatst met voegen tussen de 3 en 6 mm. - de fundering heeft een dikte van 15 cm, de stut is minstens 10 bij 10 cm. In de bochten worden rechte betonnen trottoirbanden en trottoirbanden-straatgoten gebruikt : a) zodra de straal 25 m overschrijdt voor de betonnen trottoirbanden en trottoirbandenstraatgoten, die een breedte hebben groter dan 0,25 m; b) zodra de straal 12 m overschrijdt voor de betonnen trottoirbanden en trottoirbandenstraatgoten, die een breedte hebben van minder dan 0,25 m. Indien de lengte waarover de betonnen trottoirbanden en trottoirbanden-straatgoten worden geplaatst op een gedeelte van 1 m eindigt, zal, ten einde de juiste lengte te bekomen, gebruik gemaakt worden van één of meer betonnen trottoirbanden en trottoirbanden-straatgoten van ten minste 0,70 m. Het gebruik van betonnen trottoirbanden en trotoirbanden-straatgoten, korter dan 0,70 m, is niet toegestaan. Het op lengte zagen van de betonnen trottoirbanden en trottoirbanden-straatgoten dient begrepen in de eenheidsprijzen voor het plaatsen van trottoirbanden en trottoirbanden-straatgoten.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


96/135


De opnieuw te gebruiken betonnen trottoirbanden en trottoirbanden-straatgoten worden ofwel rechtgezet, verhoogd, verlaagd of verplaatst, ofwel op het werk gestapeld, volgens de aanduidingen van de afgevaardigde van het bestuur. Betonnen trottoirbanden en trottoirbanden-straatgoten, die onder een hoek tegen elkaar staan, worden nat in verstek gezaagd, zodat ze passend aansluiten. Voor het in verstek zagen is een afzonderlijke post in de meetstaat voorzien. De stut in schraal beton is volgens V.4.11. De trottoirbanden op een fundering van schraal beton, worden geplaatst nadat op een uniforme wijze een laag cementmortel of zandcement op de fundering werd gespreid, zodanig dat de trottoirband volkomen draagt. Het legbed is maximaal 2 cm dik na plaatsing. 3. KANTSTROKEN EN WATERGREPPELS 3.4

Kantstroken en watergreppels in betonstraatstenen

3.4.1. Beschrijving 3.4.1.2 Kenmerken van de uitvoering 3.4.1.2.A PROFIEL De nominale dwarshelling bedraagt in de regel 2 %. 3.4.1.3 Wijze van uitvoering De kantstroken en watergreppels zijn van langse rijen betonstraatstenen, geplaatst in halfsteensverband volgens aanduiding op het type dwarsprofiel. De betonstraatstenen worden geplaatst op een fundering van schraal beton volgens hfdst. V4.11 met tussenplaatsing van een laag cementmortel van 2 cm dikte De voegen tussen de betonstraatstenen zijn tussen 3 en 5 mm breed. Na het vaststampen worden de voegen volledig gevuld door inwassen met een dunne cementmortelbrij.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


97/135


____________________________________________________________ HOOFDSTUK IX ALLERHANDE WERKEN ____________________________________________________________ 1.

ZANDCEMENT is volgens SB 250 versie 2.1. met volgende aanvullingen en/of wijzigingen

1.2. Meetmethode voor hoeveelheden De meetmethode voor hoeveelheden is uit te drukken in m³. 1.3. Controles Het zandcement wordt onderworpen aan vaksgewijze a posteriori uitgevoerde technische keuringen. De vakken worden afgebakend volgens de aanduidingen in de aanbestedingsdocumenten. (Bij ontstentenis van die aanduidingen wordt één vak per 200 m³ genomen). 2.

SCHRAAL BETON

Is volgens SB 250 versie 2.1. met volgende aanvullingen en/of wijzigingen: 2.2. Meetmethode voor hoeveelheden De meetmethode voor hoeveelheden is uit te drukken in m³

3.

BETON

Is volgens SB 250 versie 2.1. met volgende aanvullingen en/of wijzigingen 3.1.

Beschrijving

3.1.2

Uitvoering

3.1.2.1. Afmetingen De nominale afmetingen en de toleranties op die afmetingen zijn vastgesteld op de plannen. De tolerantie op de dikte is 2 mm in min en 20 mm in meer op de nominale wanddikte. De tolerantie op de breedte en de lengte bedraagt 30 mm. 3.2.

Meetmethode voor hoeveelheden

Het effectief geplaatste volume beton wordt gemeten met dien verstande dat openingen kleiner dan 0,5 m² en het volume van de wapening niet worden afgetrokken. De wapening wordt per kg betaald

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


98/135


3.3.

Controles

De voorschriften van de norm NBN B15-002 zijn van toepassing aangevuld met de hieronder vermelde eisen: Beton dat niet onder BENOR-merk op de werf kan worden geleverd en gestort (toevoeging van water op de werf, staalvezelbeton e.d.), is ten laste van de aannemer te beproeven op samenstelling en druksterkte. 4.

METSELWERK VAN METSELSTENEN

Is volgens SB 250 versie 2.1. met volgende aanvullingen en/of wijzigingen 4.1.

Beschrijving

4.1.2. Uitvoering Voor ondergronds metselwerk worden uitsluitend volle bakstenen gebruikt volgens III.27.1.1.. Het metselwerk dat met de grond in aanraking komt, wordt gecementeerd volgens IX.6, waarna de cementering beschermd wordt volgens IX.7.. Er wordt enkel cement CEM I-HSR-LA toegelaten. 4.2.


De meetmethode voor hoeveelheden is uit te drukken in m² met opgave van dikte of in m³ metselwerk. 4.3.

Controles

Metselwerk van metselstenen wordt onderworpen aan vaksgewijze a posteriori uitgevoerde technische keuringen. De vakken worden afgebakend in de aanbestedingsdocumenten of door afspraak overeengekomen.

6.

CEMENTERING VAN METSELWERK

6.1.

Beschrijving

De cementering van metselwerk omvat het achtereenvolgens aanbrengen van een hechtlaag en een raaplaag op de oppervlakken van het metselwerk die op de tekeningen hiervoor zijn aangeduid. 6.2 Meetmethode voor hoeveelheden De meetmethode voor hoeveelheden is volgens de bepalingen van de norm NBN B06-001 in m².

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


99/135


7.

BESCHERMING VAN DE CEMENTERING

7.1.

Beschrijving

De bescherming van de cementering omvat: - het achtereenvolgens aanbrengen van een laag beschermingsproduct op de oppervlakken van het metselwerk die op de tekeningen hiervoor zijn aangeduid. 7.1.2.

Uitvoering

De onderscheiden lagen worden aangebracht naar rata van 500 g per m² per laag met een minimum van 3 lagen.

7.2.


De meetmethode voor hoeveelheden is volgens de bepalingen van de norm NBN B06-001 in m² 19.

ANTI-WORTELSCHERM

Is volgens SB 250 versie 2.1. met volgende aanvullingen en/of wijzigingen: 19. B.

WORTELGELEIDINGSPANELEN

19. B.1. Beschrijving Het anti-wortelscherm is een boomwortelgeleidingssysteem om te voorkomen dat boomwortels het trottoir, de middenberm, het fietspad, de rijweg, andere wegverhardingen en leidingsstels beschadigen. Het anti-wortelscherm omvat: - de plaatsing van het antiwortelscherm; - de werken die van voornoemde werken afhangen of ermee samenhangen. 19. B.1.1. Materialen De materialen zijn: - anti-wortelscherm volgens III-13.2.1.8.. 19. B.1.2. Uitvoering De plaatsing van het anti-wortelscherm is verticaal volgens bijgevoegde tekening. De panelen worden samengevoegd met schuifstrippen tot een gesloten koker. De bovenzijde van de koker dient ca. 1 cm boven het maaiveld te worden aangebracht. 20.

REGIEWERKEN

Is volgens SB 250 versie 2.1. met volgende aanvullingen en/of wijzigingen:

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


100/135


20.1

Beschrijving

Regiewerken zijn allerhande werken van beperkte omvang op de bouwplaats, die met de opdracht samenhangen en die uitzonderlijk niet begrepen zijn in andere posten van de opmetingsstaat noch in de algemene lasten van de aanneming. Ze worden enkel uitgevoerd op bevel van de leidend ambtenaar. Volgens de aard van de ingezette middelen worden onderscheiden: - arbeidsprestaties; - gebruik van materieel; - vervoer verder dan 15 km buiten de grenzen van de bouwplaats. De eenheidsprijzen van de regieprestaties omvatten: - voor de uurlonen: alle sociale kosten, reiskosten, gereedschap, algemene kosten en winst, enz.; - voor de vrachtwagens en ander materieel: de huur, het verbruik, de lonen voor de chauffeur, de algemene kosten en winst, taksen, verzekering, onderhoud, enz.. 20.2 Meetmethode voor hoeveelheden Arbeidsprestaties en het gebruik van materieel worden aangerekend per effectief gepresteerd uur op de bouwplaats. Het vervoer verder dan 15 km buiten de grenzen van de bouwplaats wordt gemeten in tonkilometer (tk). Dit in tegenstelling met standaardposten

21.

VERHOGEN OF VERLAGEN VAN KELDERGATEN EN VERLUCHTINGSGATEN (toegevoegd artikel)

21.1. Beschrijving Daar waar het nodig is, ingevolge wijzigingen van het profiel van de weg, worden de keldergaten verhoogd of verlaagd volgens de aanduidingen van de afgevaardigde van het bestuur. De aannemer verstaat zich hiervoor met de eigenaar. Wanneer het nodig blijkt laat hij een tegensprekelijke plaatsbeschrijving opmaken van de schade aan de keldergaten die voor de aanvang van de werken bestond. De aannemer is alleen en uitsluitend ten volle verantwoordelijk voor de schade, door de werken veroorzaakt aan de keldergaten, zelfs voor schade te wijten aan het uitvoeren van bevelen, door het bestuur gegeven. In geen geval komt het bestuur tussenbeide wanneer moeilijkheden zouden ontstaan tussen de aannemer en de eigenaars. Het bestuur wijst dan ook alle verantwoordelijkheid van de hand. De werken omvatten: - het eventuele grondwerk voor het vrijmaken van de deksels en/of roosters vlg IV-3; - het terug aanvullen zal gebeuren met zand III-6.2.2.; - het omzichtig opbreken van de deksels en/of roosters vlg. IV-1.1.25.; - het aanpassen van het regelingsmetselwerk en/of betonrand vlg IX-4 of IX-3.; ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


101/135


- de cementering vlg IX-6.; - de bescherming vlg IX-7.; - het terugplaatsen en stellen van de deksels en/of roosters op dezelfde hoogte van de aangrenzende verharding. Verluchtingsgaten hebben een maximale afmeting van 0,50 m x 0,50 m. (leveren van materialen: enkel metselstenen; rooster en omlijsting zijn ten laste van de eigenaar) 21.2. Meetmethode voor hoeveelheden De keldergaten worden per stuk opgemeten. De verluchtingsgaten worden per stuk opgemeten.

23.

BOOMLIJSTEN (toegevoegd artikel)

23.1.

Beschrijving

Op de plaatsen waar bomen voorzien worden, wordt de grond vóór het plaatsen van fundering en verharding over een oppervlakte van (2,00 x 2.00 ) m2 tot 1.00 m onder het maaiveld uitgegraven en weer aangevuld met bomenzand, zoals beschreven in Hoofdstuk III.77. Er worden wortelgeleidingspanelen geplaatst van het type zoals beschreven in Hoofdstuk III.13.2.1.8. Volgende werken zijn in volgorde uit te voeren: - uitgraven van boomput volgens de gegeven van het bestek en of tekeningen; - aanvullen en verdichten van de uitgraving met bomenzand; - plaatsen van fundering, bestrating en boomkader; - plaatsen van wortelgeleidingspanelen, min. 6 stuks van 0,60 m en zijn zodanig te plaatsen dat er zich geen holle ruimten vormen achter deze panelen. 23.2. Meetmethode voor hoeveelheden Het bomenzand wordt gemeten in m³. De teelaarde wordt gemeten in m³ De wortelgeleidingspanelen worden opgemeten per meter. . 24. PLAATSEN VAN STRAATMEUBILAIR. (toegevoegd artikel) 24.1. Beschrijving Het plaatsen van straatmeubilair behelst in voorkomend geval o.a.: - het grondwerk voor de bouwput; - het plaatsen van de bodemhuls; - het plaatsen van betonelementen als fundering voor zitbanken en vuilnisbakken; ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


102/135


- het plaatsen van de paal; fietsbeugel, e.a.; - in het ondergrondse gedeelte van de benen worden gaten voorzien waardoor staafjes in staal (diam. 10 mm, lengte min 100 mm) worden gestoken. Het geheel wordt verankerd in ter plaatse gegoten betonnen voet (min diam. 200 mm, min. hoogte 300 mm) welke volledig door de bestrating wordt afgedekt; - alle nodige werken voor een goede uitvoering. Plaatsingsvoorschriften nieuw verkeerspaaltje type Stad Antwerpen Plaatsen van de bodemhuls 

Kernboor kiezen ± 2cm groter dan grootste diameter van de bodemhuls.



Opening boren ± 10 cm dieper dan de hoogte van de bodemhuls.



Opening naar beneden toe lichtjes tapsgewijs verwijden en grond dergelijke verwijderen.



Op de bodem van de opening een laag van ± 13 cm vette beton met kleine kiezel storten.



De opening onderaan de bodemhuls afplakken met tape.



Bodemhuls met binnenbuis plaatsen op het beton, presenteren en op hoogte brengen.



Bovenkant bodemhuls moet ± 5mm onder het oppervlak van de bestrating blijven. De binnenbuis moet perfect verticaal staan.



De huls omgeven met vette beton met kleine kiezel en, zeer belangrijk, goed verdichten!



De binnenbuis verwijderen en de bodemhuls afdichten met de schroefdop.



Zeer belangrijk: het beton voldoende lang laten uitharden! Indien het beton niet voldoende is uitgehard bij het plaatsen van de buitenbuis wordt bij het vastdraaien van de bovenplaat de bodemhuls naar boven getrokken. Hierdoor kan de paal nooit meer voldoende stevig worden vastgeklemd tussen bestrating en bovenplaat. De huls zal opnieuw moeten worden geplaatst.



Na het uitharden de schroefdop verwijderen en de opening onderaan de huls doorboren met een lange boor Ø 20mm, door het beton heen. Vervolgens het boorpuin wegzuigen met een stofzuiger. Door de geboorde opening kan het eventuele lekwater wegdrainen.



Indien de palen in niet verharde grond moeten worden geplaatst zullen de bodemhulzen ingegoten worden in een betonblok 25 x 25 x 40 cm. Betonblok in te graven en degelijk vast te zetten zodanig dat de binnenbuis perfect verticaal staat.

Aanbrengen van binnenbuis in de bodemhuls 

Binnenbuis in de schacht plaatsen, de buis 90º draaien, zodanig dat de stelnokken op de buis onder de nokken van de bodemhuls terechtkomen.



Binnenbuis vastzetten met behulp van de conische polyamidering en wartel. Deze wartel goed vastdraaien.



Bij breekpalen nakijken of na het vastzetten de insnoering op de binnenpaal gelijk of juist boven de wartel ligt. Dit is van groot belang! Indien de insnoering binnen de wartel

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


103/135


ligt kan de paal niet afbreken bij een aanrijding. Aanbrengen van de buitenpaal 

Centerring tot beneden over binnenbuis schuiven.



Buitenpaal over binnenpaal aanbrengen, onderplaat, tussenring en bovenplaat plaatsen.



Schroefdraad van de bovenplaat insmeren met aangepaste lijm.



Bovenplaat zeer stevig aandraaien met geschikte sleutel bvb. een oliefiltersleutel met riem.

Markeren van de breekpalen 

De breekpalen worden gemarkeerd door het fluo-oranje schilderen van de bovenplaat.

24.2. Meetmethode voor hoeveelheden Het straatmeubilair wordt per stuk opgemeten. 25.

SIERSPLITDRAINAGE (toegevoegd artikel)

25.1. Beschrijving De siersplitdrainage is een mengsel van een epoxy en gekleurd siersplit met een verharder. In de siersplitdrainage bevinden zich geen schadelijke stoffen voor het milieu. 25.2. Materialen Het split volgens III.7.1.1.1A

met een korrelmaat van 5/15 mm. Een staal dient ter

goedkeuring te worden voorgelegd. Kleur te bepalen Epoxy bindmiddel is transparant en op basis van twee componenten 25.3. Uitvoering De laagdikte is minimaal 5 cm. De laag heeft een verhouding epoxybindmiddel/natuursteenslag van 6,5 kg/m³. De verharding heeft een holle ruimte van min. 15 %. Bij uitvoering mag de temperatuur niet lager zijn dan 7 °C en het moet droog weer zijn. De epoxy met droog split ter plaatse goed homogeen mengen in een mengmachine. De verharding wordt opgesloten met bandstaal, volgens III.12.2.1.. Het leveren en plaatsen, uitlijnen en niveleren van bandstaal 120/3 is in de prijs inbegrepen. De nodige zorgen zijn te besteden om te verhinderen dat de verharding binnen de 24 uur na aanbrengen wordt betreden. Volgende werken zijn eveneens inbegrepen: Het spreiden en afstrijken van het epoxygrind op een bomengrid (cfr. III.72) ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


104/135


De werken die van voornoemde werken afhangen of ermee samengaan, zoals: 1. in voorkomend geval het vooraf wegwerken van de oneffenheden van het baanbed. De oneffenheden van het afgewerkte oppervlak bedraat max 1 cm/m; 2. in voorkomend geval het vooraf effenen en verdichten van de wielsporen in het baanbed; 3. het vooraf verwijderen van alle plassen en ongewenste materialen van het oppervlak van het baanbed; 4. het uitvoeren van de nodige grondwerken; 5. het aanbrengen van een anti-worteldoek; 6. het afwerken van de oppervlakte met een vlakspaan; 7. het zagen van uitzetvoegen om de 10 m; 8. Losse gedeelten in het verharde oppervlak zullen geweigerd worden. 25.4. Meetmethode voor hoeveelheden per stuk

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


105/135


____________________________________________________________ HOOFDSTUK X SIGNALISATIE ____________________________________________________________ De bepalingen van het standaardbestek 250 versie 2.1 worden aangevuld met volgende bepalingen. 3. SIGNALISATIE VAN WERKEN 3.1. Gemeenschappelijke bepalingen 3.1.1. Ministerieel Besluit De signalisatie van werken voldoet aan de voorschriften van het Ministerieel Besluit van 07.05.1999 (BS 21.05.1999) betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg. Zijn eveneens van toepassing : 1. het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer met al de latere aanvullingen en wijzigingen 2. het ministerieel rondschrijven van 14 november 1977 betreffende de plaatsing van verkeerstekens met al de latere aanvullingen en wijzigingen; 3. het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald met al de latere aanvullingen en wijzigingen. 3.1.2. Werkzone en werfzone Alhoewel niet rechtstreeks behorende tot de werfzone zijn de voorschriften van dit bestek en het standaardbestek ook van kracht op de bij deze werken horende signalisatie van wegomleggingen, aankondigingborden en borden ter aanduiding van de bouwplaats. Algemeen wordt gesteld dat de signalisatie die geplaatst dient te worden zal bestaan uit: a) signalisatie op de werkzone zelf; b) signalisatie op de werfzone zelf: - de voorsignalisatie; - de eigenlijke werfsignalisatie; - signalisatie ten behoeve van veiligheidszones voor fietsers en voetgangers langs de werkzone. c) signalisatie buiten de werfzone, bestaande uit : - de aanduiding van omleggingwegen voor - voertuigen ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


106/135


- fietsers - voetgangers - openbaar vervoer deze omleggingwegen volgen niet noodzakelijk hetzelfde traject; - signalisatie voor de plaatselijke bereikbaarheid. d) de aankondigingborden; e) de borden ter aanduiding van de bouwplaats. Deze opsomming is niet beperkend. 3.1.3. Materialen en afmetingen Steunen : als afwijking, kan toestemming verleend worden voor houten in plaats van metalen palen met betrekking tot de bevestiging van de werfsignalisatie. Hekwerk : dit omvat 4 types, zoals verder in het bestek beschreven in punt 3.1.5. 3.1.4. Signalisatieplan Vóór de start der werken moeten signalisatieplan en wegomleggingplan van de aannemer goedgekeurd zijn door de bevoegde dienst van de aanbestedende overheid. Deze plans houden rekening met de wettelijke voorschriften. De aannemer zorgt ervoor dat de verkeerstekens tijdig (vóór het begin der werken) geplaatst worden. De aannemer houdt rekening met de eventuele fasering van de werken. De fasering wordt in het signalisatie_ en wegomleggingplan verwerkt. Na afwerking van elke fase dienen definitieve signalisatie en wegmarkeringen aangepast te worden aan de nieuwe toestand, in overleg met de bevoegde dienst van de aanbestedende overheid. De tijdelijke vergunning voor het signalisatieplan kan steeds onmiddellijk ingetrokken worden.

3.1.5. Betaling werfsignalisatie De kosten voor de signalisatie_ en wegomleggingplannen afzonderlijke post van de opmetingsstaat.

worden verrekend in een

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


107/135


type A

type B

type C

type D

Opmerking : Buiten de werfzone en/of voor de afbakening van de werf wordt het hekwerk type A niet toegelaten. Het hekwerk type A mag nooit gebruikt worden buiten de werktijd van de aannemer en mag geen werfzone afbakenen waarbij het hoogteverschil tussen het werk en de plaats waar zich voetgangers, fietsers of bestuurders bevinden meer is dan 20 cm. Het hekwerk type A mag wel gebruikt worden binnen een afgesloten (met een ander type hekwerk) werfzone waarbij het enkel bedoeld is ten behoeve van de mensen die op de werf aanwezig zijn en de gesignaleerde werken mogen maximaal drie opeenvolgende werkdagen in beslag nemen. Van de kleur van de panelen van de hekwerken type C zoals op de foto voorgesteld kan afgeweken worden. 3.1.10. Afdekken van bestaande borden Waar nodig wordt de bestaande signalisatie tijdelijk afgedekt en later terug in oorspronkelijke staat gebracht. Het afdekken van bestemmingen op wegen voorwegwijzers met tape wordt enkel toegelaten op voorwaarde dat na gebruik de lijmresten worden verwijderd en de tape het bestaand bord niet beschadigt. Bij beschadigingen aan bestaande signalisatie - in welke staat dat ze bij de aanvang van de werken ook verkeerden - wordt deze door de aannemer op zijn kosten vervangen door nieuwe door hem te leveren en te plaatsen. De afdekking bestaat uit weerbestendig materiaal en maakt het bord voor 100 % onherkenbaar. 3.5. Kenmerken van de werfsignalisatie Bijkomend zijn volgende aanvullingen van kracht : De aannemer is verplicht een formulier bij te houden wat betreft het plaatsen van elk element van het signalisatieplan : in dit formulier staan steeds de datum en de plaats van het geplaatste, vervangen of verwijderd signalisatie-element vermeld. Dit formulier dient op verzoek aan het bestuur overgemaakt te worden. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


108/135


De eventueel tijdelijk opgebroken verharding wordt na verwijdering van de paal degelijk hersteld; in ieder geval dient de aannemer het nodige te doen voor de stabiliteit van de verkeerstekens en hun bijbehoren. Het bestuur verkiest dat mits inachtneming van de bestaande signalisatie, verkeerstekens aan bestaande palen van verkeersborden en openbare verlichting aangebracht worden. De aannemer treft steeds de nodige maatregelen voor de zichtbaarheid van de werfsignalisatie (schoonmaken indien nodig). Het bestuur kan in bijzondere omstandigheden eisen dat boven het verkeersbord een knipperlicht wordt aangebracht. 3.5.1. Hekwerken Het afsluiten van de straat gebeurt door het plaatsen van een combinatie van vaste en verwijderbare (rood - witte) hekwerken met dwarsregel, zoals bepaald in het Ministerieel Besluit van 07.05.1999. De verplichte reflectoren worden bijkomend ondersteund door het gebruik van retroflecterende film type 3 voor de de rood / witte vlakken zoals aangeduid op bijlage 4 “hekwerk Type 1” van het M.B. van 7 mei 99. Indien dit hekwerk ook aanwezig blijft bij duisternis worden de nodige knipperlichten verplicht aangebracht. 3.5.2. Trambarelen De trambarelen dienen conform te zijn met deze die worden gebruikt door de Vlaamse vervoermaatschappij - De Lijn, entiteit Antwerpen. De plaatsing dient steeds in overleg met deze entiteit en het bedrijf Integrale Veiligheid, lokale politie, verkeerspolitie te gebeuren. Aan deze barelen worden meerdere rood/ witte strippen 0,20 m hoog en minimum 0,50 m breed in retroflecterende film type 3 aangebracht. Tevens worden op de trambarelen minimum 3 knipperlichten, werkend op batterijen, aangebracht, conform de opgelegde afstanden als voorzien voor de hekwerken, beschreven in hst X, 3.5.1.. 3.5.3. Verkeerslichten Tenzij uitdrukkelijk vermeld in het bestek zijn de eventuele wijzigingen aan de verkeerslichten, zowel wat infrastructuur als eventuele wijzigingen aan de programmatie van de verkeersregelaar betreft, ten laste van het opdrachtgevend bestuur. Het plaatsen van een bijkomende tijdelijke installatie op de werf zelf (bijvoorbeeld voor het beurtelings eenrichtingsverkeer) is echter ten laste van de aannemer. De aandacht van de aannemer wordt er in het bijzonder op gevestigd dat verkeerslichten, niet voorzien van de "groen - groen" en "defecte rechtse rode lamp beveiliging " niet aanvaard worden. Deze tijdelijke opstelling dient te worden uitgevoerd volgens het door het bestuur overgemaakt werkingsdiagram en veiligheidsmatrix. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


109/135


3.5.4. Elektrische max"e.a.)

signalisatie

(knipperlichten,"

dagslapers,"lopend

licht",

"mini

3.5.4.1. Signalisatie werkend op batterijen De aannemer dient steeds op de plaatsen opgelegd door de opdrachtgever en het bedrijf Integrale Veiligheid, lokale politie, verkeerspolitie knipperlichten te installeren. Die lampen dienen, naargelang het toepassingsgebied, voorzien te zijn van een rode of een gele lens en dienen continu of met korte intervallen te branden. De knipperlichten mogen uitgerust zijn met een lichtgevoelige cel, zodat zij enkel werken bij duisternis. Het signalisatieplan kan het gebruik van xenon-knipperlichten opleggen. Die moeten bij daglicht en/of duisternis werken. De aannemer doet steeds het noodzakelijke om tijdig de batterijen te vervangen en staat in voor de verwijdering van de oude batterijen naar een erkende verwerkingseenheid. 3.5.4.2. Signalisatie werkend op het elektriciteitsnet Het staat de aannemer vrij de keuze van de voeding van de signalisatie te bepalen. De spanning van deze verlichting is altijd maximum 24 Volt. De aannemer dient de installatie aan te leggen volgens de geldende eisen van ARAB en AREI. Hij staat ook in voor de levering van een veiligheidstransformator in een waterdichte kast. Deze kast, die reglementair geaard is, wordt in de onmiddellijke nabijheid van de aansluiting op het elektriciteitsnet geplaatst. De installatie (kast en verlichting) dient steeds gekeurd door een erkend keuringsorganisme (zelfs bij een particuliere aansluiting). De verdere overspanningen van draden moeten boven de voetpaden op minimum 3 m hoogte en over de rijweg op minimum 6 m (laagste punt) opgehangen worden. Indien bestaande luchtlijnen zouden gekruist worden (bv. bovenleidingen voor spoorvoertuigen, elektriciteits-, telefoon-, distributieleidingen, …) dient hiervoor advies en toestemming te worden gevraagd aan de verantwoordelijke beheerders. Wanneer de draden die deel uitmaken van de overspanning de rijweg kruisen dienen deze te worden opgehangen aan een spankabel uitgevoerd in een niet rekbaar roestvrij materiaal teneinde geen treklast op de kabels zelf uit te oefenen. De kosten voor keuring door het erkend keuringsorganisme en de aansluiting op het elektriciteitsnet zijn ten laste van de aannemer. De aanvraag voor deze aansluiting en het laten ontkoppelen ervan dient tijdig aangevraagd. De aannemer doet steeds het noodzakelijke om de veiligheid van de installatie te waarborgen. 3.6. Tijdelijke markeringen Indien het signalisatieplan melding maakt van aanpassing van markeringen, gelden volgende regels: ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


110/135


-

Indien bestaande markeringen moeten worden verwijderd dient dit te gebeuren met stralen, inbegrepen de nodige maatregelen ter voorkoming van schade aan voertuigen en hinder voor fietsers en voetgangers (toevoeging van water en/of afzuiging). Verder gelden de bepalingen van hoofdstuk X.2.3.4.8. in dit verband;

-

De aannemer dient in te staan voor de zichtbaarheid van de markeringen. Hij dient steeds de waarden, zoals bepaald in hoofdstuk X.2.3.4, te waarborgen;

-

Na de werken worden de markeringen opnieuw aangebracht volgens het type markering dat was aangebracht vóór de werken. De waarden zoals bepaald in hoofdstuk X.2.3.4 dienen te worden bereikt.

3.7. Aanvullende bepalingen 3.7.1. Veiligheid voor de weggebruikers Kruispunten dienen zo vlug als technisch uitvoerbaar opnieuw te worden opengesteld voor het verkeer . Het afsluiten van kruispunten dient steeds vooraf besproken te worden met de opdrachtgever en het bedrijf Integrale Veiligheid, lokale politie, verkeerspolitie. Steeds dienen de nodige maatregelen te worden genomen om de bereikbaarheid door voertuigen van de hulpdiensten (politie, brandweer, ziekenwagens enz.) te waarborgen. De nodige veiligheidsmaatregelen inzake doorgang voor voetgangers, inbegrepen personen met een handicap, worden door de aannemer genomen. Er wordt voorzien in een obstakelvrije en egale doorgangsruimte, aangepast aan de ter plaatse te verwachten voetgangersintensiteit. Sleuven voor huisrioolaansluitingen moeten voor het einde van de werkdag ter hoogte van de voetpaden worden gedicht. Voor de voetgangers worden steeds de nodige loopbruggen met leuningen boven sleuven aangebracht. Het verdient voorkeur de voetgangers en fietsers de rijbaan niet te laten oversteken, maar ze te begeleiden met bijvoorbeeld bakens parallel aan de werkzone. Het te gebruiken type bakens of hekwerk aanbestedingsdocumenten meegedeeld worden.

zal

door

het

bestuur

in

de

Na beëindiging van de dagtaak moeten de werfputten omringd worden met hekwerken type B, C of D en voorzien van een verlichting. Het trottoir dient begaanbaar te blijven voor de voetgangers met een minimum vrije doorgang van 1 m. Indien dit niet kan, moet voorzien worden in een afzonderlijke doorgang over de werf, die voldoet aan de hoger vermelde voorwaarden. Mits toelating van het bestuur of politie kunnen de hekwerken types B, C, D vervangen worden door een netwerk van kunststof (type A). De tekeningen zijn richtlijngevend. De aannemer dient de signalisatie steeds te plaatsen volgens de wetgeving en de doorgangsmogelijkheden voor voetgangers, fietsers en voertuigen. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


111/135


3.7.2. Tijdelijke werfsignalisatie Bij het plaatsen van de verkeersborden voor stilstaan- en/of parkeerverbod, moeten de nummerplaten van de geparkeerde voertuigen genoteerd worden op een ter beschikking gestelde lijst, en vervolgens gefaxt aan het bedrijf Integrale Veiligheid, lokale politie, verkeerspolitie. Bij het plaatsen van verkeersborden E3 met onderbord, moeten de onderborden - indien van toepassing - nadien terug verwijderd worden (in samenspraak met de opdrachtgever en het bedrijf Integrale Veiligheid, lokale politie, verkeerspolitie). Bij werken in fasen dient bij elke fase de bestaande signalisatie afgedekt en/of aangepast te worden. De signalisatie van de werken moet tot de plaatsing van de definitieve signalisatie aanwezig blijven. Het eenzijdig openstellen vóór deze plaatsing is niet toegelaten. Ingeval de definitieve signalisatie na de voorziene termijn nog niet is aangebracht, kan de aannemer na een week aanspraak maken op een vergoeding voor het verder gebruiken van zijn werfsignalisatie. Bij elke wijziging aan de werfsignalisatie tijdens de werken, moet het gewijzigde plan ter goedkeuring voorgelegd worden aan het bestuur en de lokale politie, verkeerspolitie.

3.7.3. Varia Bij verkeerstechnische problemen kan de opdrachtgever of het bedrijf Integrale Veiligheid, lokale politie, verkeerspolitie steeds andere of bijkomende beperkingen opleggen, dan deze voorzien in de huidige afspraken. Het vrijhouden van inrichtingen van openbaar nut (rioolmonden, sleutelmond gasleidingen van IGAO, straatpotten waterleidingen van AWW, brandmondkasten van Brandweer) is verplicht volgens artikel 10.4. van de Gemeentelijke bouwen woningverordening. De bouwmaterialen dienen binnen de afsluiting van het werk te worden geplaatst of verwerkt (artikel 10.4 van de Gemeentelijke bouwen woningverordening). Een bericht over de gewijzigde verkeerstoestand is - mits noodzakelijk geacht door het bestuur minstens twee dagen vooraf aan bewoners, handelaars en bedrijven te bezorgen. Een kopie van dat bericht moet worden gestuurd aan het bedrijf Integrale Veiligheid, lokale politie, verkeerspolitie.

3.8. Straffen Voor inbreuken op voorgaande bepalingen van Hoofdstuk X – Signalisatie, en meer bepaald aangaande de signalisatie van de bouwplaats, zijn de bepalingen van art. 20 § 4: straffen van toepassing. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


112/135


____________________________________________________________ HOOFDSTUK XV MINDER HINDER ____________________________________________________________

GEDRAGSCODE BIJ INFRASTRUCTUURWERKEN VOOR HET DRAAGLIJK MAKEN VAN DE HINDER (In onderhavig hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de te nemen maatregelen in het kader van ‘Minder-Hinder’ bij openbare werken. De bepalingen in voorgaande hoofdstukken blijven evenwel onverminderd en in eerste lijn van kracht bij eventuele discrepantie tussen beide.)

1. Inleiding Riolerings- en bestratingswerken geven altijd een zekere hinder en zijn zeker niet altijd populair omwille van de hinder. Het is dus zeer belangrijk dat het opdrachtgevend bestuur samen met alle partners op het terrein begrip tonen voor de belangen en de bezorgdheden van de omwonenden. De klemtonen liggen op een zorgvuldige voorbereiding en een adequate communicatie van het project. Heel belangrijk is ook de houding van de uitvoerders op de werf. Omdat het veel gemakkelijker is zijn gedrag te bepalen als de normen zijn vastgelegd, word in dit hoofdstuk een "Gedragscode bij de uitvoering van riolerings- en bestratingswerken" vastgelegd. Deze gedragscode is meer dan een intentieverklaring. Door het toevoegen aan het lastenboek van een aantal bepalingen omtrent werkorganisatie, bereikbaarheid en signalisatie moet de hinder bij riolerings- en bestratingswerken tenslotte een stuk draaglijker worden. (zie ook verder in de besteksbeschrijving) 2. Algemeen 2.1. Werkmethode De aannemer dient zijn werf dusdanig te organiseren dat de hinder voor aangelanden en verkeer tot een minimum beperkt blijft. Het STOP-principe wordt hierbij als leidraad gebruikt. Volgens dit principe geeft de stad – in deze volgorde – de prioriteit aan Stappers, Trappers, Openbaar vervoer en Privaat vervoer. Veiligheid en comfort van de voetganger zijn dus de norm en extra aandacht wordt besteed aan personen met een handicap. De aannemer zal zich, conform het bestek, strikt houden aan de goedgekeurde planning. De werkfases dienen in elk geval zo opgevat te worden dat opbraak en aanleg van riolering, ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


113/135


vervangen en aanleggen van rioolaansluitingen en herstel of aanleg van de bestrating als één aaneengesloten geheel vorderen. Eens de werken zijn aangevangen, moet non-activiteit op de werken absoluut vermeden worden, zeker als wegen moeten worden afgesloten, verkeersbelemmeringen kunnen optreden of handelszaken betrokken zijn. De opslag van materialen op de openbare weg of terreinen moet beperkt worden tot de hoogst noodzakelijke termijn en oppervlakte. Om wegspoelen, wegwaaien en verschuiven van losse materialen (opbraak, uitgegraven gronden,…) te vermijden, dienen deze in kleine of grote recipiënten te worden opgeslagen. Het openbaar domein wordt op verzoek van de projectleider onmiddellijk ontruimd. De aannemer houdt zich nauwgezet aan het bij het bestek gevoegde signalisatieplan, de opgelegde faseringen en de erbij horende onderrichtingen. Enkel in goede staat verkerende signalisatie en werfafsluiting mag worden gebruikt. De werfzone en de werfafsluitingen mogen niet voor commerciële doeleinden gebruikt worden tenzij mits uitdrukkelijke toestemming en onder voorwaarden van de stad Antwerpen. Algemeen gesproken dienen de werken een ordelijk verloop te kennen. De aannemer zorgt voor een geordende en nette werf met correcte stapeling van materialen en opstelling van machines. Bovendien doet de aannemer al het nodige om stofvorming en modder te bestrijden en te voorkomen. 2.2. Materieel De aannemer zal enkel materieel gebruiken dat aangepast is aan de lokale omgeving en de grootte van de opdracht. Hierbij gaat de aandacht vooral uit naar: 

grootte van het materieel



geluidshinder en trillingen (bv. gebruik trilwals)



uitscheiding van uitlaatgassen dieselgeneratoren,…)



stofhinder, plasvorming of modder



verplicht nat zagen



wendbaarheid (o.a. van de voertuigen)



mogelijk risico voor de burger



mogelijk risico voor schade aan eigendommen

(bv.

stationair

draaiende

voertuigen,

gebruik

2.3. Onderaannemers De aannemer zal alle onderaannemers opdracht geven zich te houden aan de voorwaarden van het bestek en is verantwoordelijk voor het al dan niet naleven van de gestelde eisen door de onderaannemers. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


114/135


3. Communicatie 3.1. Werknemers De werknemers van de aannemer moeten een identiteitsbewijs kunnen voorleggen. Bovendien moeten zij herkenbaar zijn door een identificatie op hun bovenkledij of hoofddeksel. Conform de gedragscode voor personeelsleden van de stad Antwerpen, zullen zij tegenover iedereen op en langs de werken en onder alle omstandigheden, handelen met beleefdheid en respect. De projectleider kan elke werknemer die zich niet houdt aan de opgelegde gedragscode van de werf laten verwijderen. Op de werf dient steeds minstens één werknemer aanwezig te zijn die het Nederlands machtig is. 3.2. Verzoeken en klachten De aannemer duidt een verantwoordelijke aan tot wie de omwonenden zich kunnen richten met eventuele verzoeken en klachten. De contactgegevens van de verantwoordelijke worden gecommuniceerd aan de omwonenden. De aannemer houdt rekening met alle redelijke verzoeken van de bevolking. Indien er op een verzoek niet kan worden ingegaan, wordt deze beslissing gemotiveerd aan de betrokkene overgemaakt door het bestuur of de aannemer. Dit draagt bij tot wederzijds begrip tussen de partijen. Verzoeken waarop niet kan worden ingegaan, alsook alle mondelinge en schriftelijke klachten die de aannemer ontvangt, worden binnen de 24 uur doorgegeven aan de projectleider. 3.3. Informatieverstrekking De stad zal op diverse wijzen de bevolking inlichten omtrent de vooruitgang der werken. De aannemer zal hieraan zijn medewerking verlenen en zal ten minste 6 weken voor de start der werken ondermeer schriftelijke informatie aangaande de gedetailleerde timing van de verschillende bouwfases en betreffende de omleidingen verschaffen. Aan de werken wordt een infobord voorzien. De projectleider bepaalt welke informatie dit infobord moet bevatten. Het infobord bevat alleszins steeds: 

contactgegevens aannemer waarbij omwonenden terechtkunnen met (dringende) vragen en klachten



contactgegevens stad en/of district



uitvoeringstermijn en fasering



budget



bouwheer / opdrachtgever / externe partners

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


115/135


De aannemer brengt de bewoners via een huis-aan-huis bedeelde brief op de hoogte van gepersonaliseerde hinder (bv. verminderde bereikbaarheid woonst, handelspand, garages, ...). De projectleider ontvangt een kopie van deze brief. Alle foto- en beeldmateriaal dat de aannemer maakt voor eigen gebruik, zal hij rechtenvrij en kosteloos ter beschikking stellen van de stad Antwerpen. Dit geldt eveneens voor projectmateriaal zoals technische, economische of projectorganisatorische informatie. 3.4. Crisiscommunicatie Bij crisissituaties (bv. ongeval op de werf, waterlek, protestactie,…) of onverwachtse wijzigingen van de goedgekeurde planning, fasering of wegomlegging informeert de aannemer onmiddellijk de projectleider. Crisissituaties en onverwachtse wijzigingen worden ook steeds op de eerstkomende werfvergadering besproken. 3.5. Overleg 3.5.1.

Startvergadering

De stad Antwerpen belegt zo spoedig mogelijk een startvergadering na kennisgeving van de gunning aan de aannemer. Hierop worden de projectleider, de communicatieverantwoordelijke, de aannemer, de exploitanten van de nutsmaatschappijen en andere betrokken technische partners uitgenodigd. De aannemer of zijn afgevaardigde dient hierop aanwezig te zijn. Op deze vergadering legt de aannemer een planning voor die de andere aanwezigen toelaat de voorziene vooruitgang van het werk te kennen. 3.5.2.

Werfvergadering

Wekelijks is er een werfvergadering waarop de aannemer, de projectleider en de participerende partners aanwezig zijn. Een vertegenwoordiger van de lokale handelaars- en/of bewonersvereniging kan mits akkoord van de projectleider een gedeelte van de werfvergadering bijwonen. 3.5.3.

Infovergadering

Op vraag van de stad Antwerpen zal de aannemer deelnemen aan infovergaderingen waarop onder andere handelaars en bewoners aanwezig kunnen zijn. De stad bepaalt wie op dit overleg wordt uitgenodigd. 4. Toegankelijkheid 4.1. Voetgangers Het voetgangersverkeer langsheen de werf moet steeds in behoorlijke en veilige omstandigheden kunnen verlopen. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


116/135


Dit houdt in dat de huidige voetpaden, inclusief boordstenen langsheen de woningen en handelspanden over een zo groot mogelijke lengte en zo lang mogelijk behouden blijven tijdens de werkuitvoering. De heraanleg van de voetpaden moet altijd zo kort mogelijk volgen op de opbraak ervan. De duur van de onderbreking van het voetpad dient tot het strikte minimum te worden beperkt. Tenzij dit expliciet in het bestek is opgenomen, zal de bouwheer niet toestaan dat hinderende of toegankelijkheid beperkende werken: 

worden gestart kort voor een verlofperiode van de aannemer (langer dan 1 week);



onvoltooid, tijdelijk worden verlaten voor een periode langer dan twee werkdagen.

Er dient in alle omstandigheden een voldoende brede obstakelvrije strook (min. 1,50 m) te zijn opdat het voetgangersverkeer veilig kan blijven verlopen. Deze strook dient vrij te zijn van grondresten en zal, conform de bepalingen van het bestek, worden voorzien van een verticale afsluiting. Bovendien treft de aannemer de nodige schikkingen ter hoogte van kruispunten om voetgangers op een veilige manier te laten oversteken. Er dient minimaal elke 200 meter (100 meter in winkelstraten) een oversteek te worden voorzien. De aannemer neemt de nodige maatregelen om de toegang tot de aangelande eigendommen te verzekeren. Bij het opbreken van het openbaar domein dienen persoonsbruggen te worden geplaatst. Een persoonsbrug is een (onder normale gebruiksomstandigheden) niet-vervormbaar paneel, voorzien van anti-slip-bodem (bv. aluminium traanplaat) van tenminste 1m breed met twee leuningen. De aannemer besteedt bijzondere aandacht aan de toegankelijkheid voor mindervaliden en de bereikbaarheid van handelszaken. 4.2. Fietsers 4.2.1.

Fietsen in de nabijheid van de werf

Het fietsverkeer in de nabijheid van de werf dient steeds in behoorlijke en veilige omstandigheden te kunnen verlopen. De duur van de onderbreking van het fietspad dient tot het strikte minimum te worden beperkt. De bouwheer zal in die zin niet toestaan dat hinderende of toegankelijkheid beperkende werken: 

worden gestart kort voor een lange verlofperiode van de aannemer (langer dan 1 week);




4.2.2.

Fietsen langsheen de werf

Indien het fietsverkeer langsheen de werf verloopt, dient in alle omstandigheden een voldoende brede obstakelvrije strook (min. 1,50 m) te bestaan zodat het fietsverkeer veilig tegelijkertijd in ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


117/135


de twee richtingen kan blijven verlopen. Deze strook dient vrij van grondresten te zijn en zal conform de bepalingen van het bestek worden voorzien van een verticale afsluiting. Bovendien treft de aannemer de nodige schikkingen ter hoogte van kruispunten om fietsers op een veilige manier te laten oversteken. Er dient minimaal elke 200 meter (100 meter in winkelstraten) een oversteek te worden voorzien. Indien de projectleider beslist dat het fietsverkeer niet (meer) langsheen de werf kan verlopen, dient een omleiding voor fietsers te worden voorzien. De aannemer neemt alle nodige maatregelen om de deze omleiding te garanderen en te signaleren. 4.3. Openbaar vervoer Voor wat betreft de toegangswegen voor het openbaar vervoer, worden de afspraken met vervoersmaatschappij de Lijn strikt nageleefd. 4.4. Privaat vervoer Het autoverkeer moet steeds in behoorlijke en veilige omstandigheden kunnen verlopen. Dit houdt in dat de toegangswegen voor voertuigen zo lang en zoveel mogelijk gevrijwaard moeten blijven gedurende de werken. Behoudens ter hoogte van bouwputten en sleuven en ingevolge technische noodwendigheid, dient de aannemer ervoor te zorgen dat de toegang tot de aangelande eigendommen ’s avonds, ’s ochtends en tijdens de weekends is verzekerd. De aannemer plaatst hiervoor de nodige staalplaten. In de straten waar het doorgaand verkeer mag worden onderbroken, dient de duur van de verkeersonderbreking tot het strikte minimum te worden beperkt. De bouwheer zal in die zin niet toestaan dat hinderende of toegankelijkheid beperkende werken: 

worden gestart kort voor een lange verlofperiode van de aannemer (langer dan 1 week);




De aannemer besteedt bijzondere aandacht aan de toegankelijkheid voor hulpdiensten en de bereikbaarheid van handelaars. 4.5. Riolering in de rijweg In geval de riolering voorzien is in de rijweg is het slechts toegestaan de verharding maximum 50 m vóór de sleuf op te breken behoudens technische noodwendigheden in samenspraak met de projectleider. 5. Signalisatie De aannemer houdt zich nauwgezet aan de bepalingen van het bestek met betrekking tot signalisatie. ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


118/135


Op basis van dit signalisatieplan dient de aannemer een definitief signalisatieplan op te maken voor elke fase van het werk. Dit plan dient minstens 2 weken voor de start van de werken aan de verkeerspolitie te worden voorgelegd ter goedkeuring. Beschadigde of gestolen signalisatie dient binnen de 12 uur na melding te worden vervangen. De bouwheer kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor beschadigde of gestolen borden. Verder wordt verwezen naar Hfdst X – signalisatie van de werken. 6. Fasering 6.1. Werkmethode bij 1 fase Tenzij anders vermeld in het bestek worden de werken in één fase uitgevoerd. Dit wil zeggen dat, behoudens technische noodwendigheden en in samenspraak met de projectleider: 6.1.1. de opbreekwerken maximaal 50 m (bij aansluitingen is 100 m toegelaten) voorlopen op de rioleringswerken; 6.1.2. na het plaatsen van de ondergrondse installaties, de sleuf onmiddellijk wordt aangevuld en een steenslagfundering wordt aangebracht. De aannemer schenkt hierbij de nodige aandacht aan de toegankelijkheid. Indien in het bijzonder lastenboek geen specifieke fasering is opgenomen, dient de aannemer dusdanig zijn werf te organiseren dat de hinder voor aangelanden en verkeer tot een minimum beperkt blijft. Hierbij wordt onder meer rekening gehouden met omleidingen en toegankelijkheid. De werkfases dienen in elk geval zo opgevat te worden dat opbraak, aanleg van riolering, uitvoering van huisaansluitingen en herstel van wegenis als één aaneengesloten geheel vorderen Opgemaakt te Antwerpen,

Ing. Bart Serraris Technisch consulent district Merksem

ir. arch. Philippe De Schryver Leidend ambtenaar

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


119/135


uit te voeren

Proeven bij projecten Rioleringen 1 riolering aangelegd in sleuf a algemene toestand 1 benor- en coproattesten op te vragen van alle nieuwe geleverde materialen: buizen, putten, deksels, kolken, ringen, gresbuizen, pvc-buizen, geotextiel, ,,,, (zijn de materialen conform aan norm en aan de besteksbeschrijving) 2 nazicht van toestand van de buizen, putten, enz. voor het plaatsen

b fundering 1 zandfundering nazicht van dikte nazicht van sleufafmetingen nazicht van verdichting door slagsonde 2 zandcementfundering nazicht van dikte nazicht van sleufafmetingen nazicht van verdichting door slagsonde onmiddellijk na verdichting staal ter goedkeuring naar het labo: proctorproeven nazicht van verwerkingstermijn: max. 3 uur na fabricage geen verkeer eerste 7 dagen temperatuur bij verwerking 3 schraal betonfundering nazicht van dikte, sleufafmeting en verdichting onmiddellijk na plaatsing staal ter goedkeuring naar het labo: proctorproeven

c omhulling 1 zandomhulling nazicht van dikte, sleufafmeting en verdichting 2 zandcementomhulling nazicht van dikte, sleufafmeting en verdichting onmiddellijk na plaatsing staal ter goedkeuring naar het labo: proctorproeven nazicht van verwerkingstermijn: max. 3 uur na fabricage geen verkeer eerste 7 dagen temperatuur bij verwerking 3 omhulling met rolgrind en aangepast geotextiel nazicht dikte, sleufafmeting en verdichting ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


120/135


nazicht van geotextiel

d nazicht van lengteprofiel van de riolering: dit houdt in dat ook fundering in orde is. 1 regelmatige controle op hoogtepeilen e waterdichtheidsproef en/of luchtdichtheidsproef 1 uit te voeren op 20 % van de lengte/diameter in open sleuf

f sleufaanvulling 1 verdichting na te zien door middel van de licht slagsonde één proef om de 50 m rioolsleuf, (proef in bouwput inspectieput wordt niet meegereken) het keuringsattest van het toestel is op te vragen 2

indien aanvulling gebeurd met geschikt gemaakt aanvullingsmateriaal of met aanvullingsmateriaal dubbel aantal proeven als hierboven.

3

draagkracht aan het oppervlak van de aanvulling na te zien door middel van plaatproef 750 cm² één proef om de 50 m rioolsleuf, (proef in bouwput inspectieput wordt niet meegerekend) het keuringsattest van het toestel is op te vragen

4

indien aanvulling gebeurd met geschikt gemaakt aanvullingsmateriaal of met aanvullingsmateriaal dubbel aantal proeven als hierboven.

5 zandaanvulling nazicht van de verdichting 6 herbruikgronden nazicht van de verdichting nazicht zeefkromme aanvullingsmateriaal dubbel aantal proeven als hierboven.

g cameraonderzoek 1

wordt uitgevoerd over de volledige lente van de riolering met inbegrip van de inspectieputten wanneer diameter kleiner is dan 1200

2 inspectie kan visueel uitgevoerd worden vanaf diameter 1200

h metaalproducten nazicht van de gewichten

i op maken van asbuiltplannen na te zien of alle riolen, putten, rioolaansluitingen (kolk en huisaansluitingen) wachtbuizen, enz. vermeld zijn,

j afvoer van gronden ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


121/135


opvolgen van de vrachtbonnen toezien op selectieve afgraving toezien op aanvulling met aanvullingsmateriaal

Bestratingen a aarde baan 1

draagkracht aan het oppervlak van de aanvulling na te zien door middel van plaatproef 750 cm²

50.01

het keuringsattest van het toestel is op te vragen 2 vlakheid gemeten met rij van 3 m

50.02

3 profiel van de oppervlakte

b geschikt maken van de zate 1 nazicht van geotextiel volgens toepassingsgebied en norm 2 menging met bindmiddel

55.03

draagkracht aan het oppervlak van de aanvulling na te zien door middel van plaatproef 750 3 cm²

50.01

c onderfundering 1 nazicht van geotextiel of geogrid volgens toepassingsgebied en norm 2


50.01


50.02

4 diktemeting

51.02

5 aard van de onderfundering 6 nazicht van het voorgeschreven profiel

d fundering 1 steenslagfundering 1


51.01


50.02

3 diktemeting

51.02

4 droogvolumegewicht

52.08

5 nazicht van het voorgeschreven profiel

2 schraal betonfundering 1 diktemeting

52.04

2 druksterkte

52.08

3 vlakheid gemeten met rij van 3 m

50.02

4 nazicht van het voorgeschreven profiel ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


122/135


5 temperatuur

3 drainerend schraal beton 1 diktemeting

52.04

2 druksterkte

52.08

3 doorlatendheid van draineren schraal beton

XIV-4.9

4 vlakheid gemeten met rij van 3 m 5 nazicht van het voorgeschreven profiel 6 temperatuur

4 zandcementfundering 1 diktemeting

51.02

2 druksterkte

51.08

3 vlakheid gemeten met rij van 3 m

50.02

4 nazicht van het voorgeschreven profiel 5 temperatuur

e verhardingen 1 betonverharding 1 controle van luchtgehalte 2 profiel van de oppervlakte 3 diktemeting 4 eventuele dikte van de deklaag 5 gaafheid van de platen 6 druksterkte i.f.v. bouwklasse 7 wateropslorping 8 vlakheid rij van 3 m 9 verzakking van de randen 10 temperatuur

2 bitumineuze verharding 1 profiel van de verharding 2 totale dikte van de verharding 3 afzonderlijke dikte van de lagen 4 regelmaat van de afzonderlijke lagen 5 korrelverdeling per laag 6 bindmiddelgehalte per laag 7 relatieve dichtheid van de lagen 8 percentage holle ruimte per laag 9 vlakheid met rij van 3 m van het oppervlak 10 temperatuur

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


123/135


3 bestrating 1 bestrating van in rijen te leggen keien 1 eventuele voorafgaandelijke keuring van de materialen 2 profiel van de verharding 3 vlakheid van het oppervlak 4 gaafheid van de bestrating 5 controle op druksterkte van het zandcement 6 controle op het voegvullingsmateriaal

2 bestrating van mozaïekkeien 1 eventuele voorafgaandelijke keuring van de materialen 2 profiel van de verharding 3 vlakheid van het oppervlak 4 gaafheid van de bestrating 5 controle op het voegvullingsmateriaal

3 bestrating van betonstraatstenen 1 eventuele voorafgaandelijke keuring van de materialen 2 profiel van de verharding 3 vlakheid van het oppervlak 4 gaafheid van de bestrating 5 controle op het voegvullingsmateriaal 6 kwaliteit van mortel 7 druksterkte van het zandcement

4 andere verharding f lijnvormige elementen 1 Ter plaatse vervaardigde betonnen trottoirbanden, watergreppels 1 vlakheid met rij van 3 m 2 hoogte en type 3 druksterkte van het beton 4 gaafheid 5 wateropslorping 6 profiel

2 Ter plaatse vervaardigde kantstroken en watergreppels 1 profiel 2 vlakheid 3 dikte 4 druksterkte 5 gaafheid ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


124/135


6 wateropslorping

3 trottoirbanden, watergreppels in natuursteen nazicht van het type afmeting en aard van fundering het profiel vlakheid

4 geprefabriceerde betonnen trottoirbanden, watergreppels nazicht van het type afmeting en aard van fundering het profiel vlakheid

5 geprefabriceerde betonnen kantstroken en watergreppels nazicht van het type afmeting en aard van fundering het profiel vlakheid

g op maken van asbuiltplannen na te zien op lengte- en oppervlaktematen; verhardingstype, boordstenen, kolken, deksels, enz.

h attesten 1 nutsleidingen 2 beschrijvende staat straatmeubilair 3

benor, coproattesten: alle nieuwe materialen: (boordstenen, geotextiel, bestrating, …) en nazicht met besteksbeschrijving

4 gewichten van gietijzer 5 bodembeheerrapport 6

i afvoer van gronden 1 opvolgen van de vrachtbonnen 2 toezien op selectieve afgraving 3 toezien op aanvulling met aanvullingsmateriaal

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


125/135


____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


126/135


TERREINFORMULIER MANGATEN

KNOOPNR.:

GEMEENTE:

PLAATS (straat)

LOCATIECODE

POSITIE

GW-gemeentelijke weg, PW-provincialeweg, RW-rijksweg buitenbebouwde kom, P-publiek terrein, VE-open veld, A-andere, O-onbekend r-rijweg, F-fietspad, V-voetpad, A-andere, O-onbekend

LOCATIECODE: POSITIE:

DATUM SURVEY

TIJD SURVEY

TYPE:

MG-mangat, MV-mangat met vastgeschroefd deksel, R-reservoir, A-andere, Oonbekend A-afvalwater, R-regenwater, G-gemengd, O-overstort water Referentie naar TAW-punt waarop de hoogtemeting gebasseerd is Maaiveldpeil = peil (in m TAW) van de rand van het putdeksel

AARD: TAW-REF: MAAIVELD:

OPW. KNOOP

BOK (m)

TYPE

Diepte (m)

AARD

VORM

TAW-REF

AFMETINGEN (mm)

MAAIVELD

MAT.

A INKOMENDE PIJPEN

B C D AFW. KNOOP

UITGAANDE PIJPEN

X Y OPW./AFW.KNOOP VORM: MATERIAAL:

nummer van knoop waar pijp vertrekt, resp. eindigt, K-inkomende: pijp uit straatkolk, H-inkomende pijp van huisaansluiting C-cirkel, E-eivorm, R-rechthoek, T-trapezium, A-andere, O-onbekend M-gemetst, B-beton, GB-gewapendbeton, Gr-grés, PVC, ST-staal, A-andere, Oonbekend

DIKTE SLIBLAAG (mm):

AKTUELE WATERHOOGTE (mm):

AANWIJSBAAR NIVEAU VAN MAX. WATERPEIL: Hoogte boven bodem mangat (m): GIFTIGE ATMOSFEER: JA / NEE

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


127/135


____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


128/135


Bestek SW/OD/08/5243 Parkweg (district Merksem) Riolerings- en bestratingswerken =============== INSCHRIJVINGSBILJET De ondergetekende (naam en voornaam) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ............................................................................. hoedanigheid of beroep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , nationaliteit . . . . . . . . . . . , woonplaats (land, gemeente, straat, huisnummer) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . , telefoonnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , faxnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . OFWEL (1) De vennootschap (handelsnaam of benaming) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , rechtsvorm . . . . . . . . . . . , nationaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , zetel (land, gemeente, straat, huisnummer) . . . . . . . . . . . . . . ..........................................................................., telefoonnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , faxnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , vertegenwoordigd door de ondergetekende(n) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . OFWEL (1) De ondergetekenden die zich tijdelijk hebben verenigd voor deze aanneming (voor elk van de ondergetekende dezelfde gegevens als hiervoor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ............................................................................. verbindt (verbinden) zich op zijn (haar-hun) roerende en onroerende goederen tot het uitvoeren van de opdracht, volgens de bepalingen en voorschriften van het bestek SW/OD/08/5243 voor de som, uitgedrukt in euro van: (in cijfers) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (voluit) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . te vermeerderen met 21 % btw (in cijfers) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (voluit) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . dat is in totaal (in cijfers). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (voluit) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A. - Inschrijvingsnummer(s) bij RSZ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


129/135


- OND-nummer(s) (alleen in België) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Inschrijving op de lijst van de geregistreerde aannemers : nr. . . . . . . . . .categorie(ën) . . . . . . - De aanstaande jaarlijkse zomervakantieperiode van het bedrijf loopt van . . . . . . . . . . . . . . . . tot en met . . . . . . . . . . . . . . (3) (Gebeurlijke wijzigingen in de loop van de aanneming en de bijkomende jaarlijkse vakantiedagen zijn vooraf schriftelijk ter kennis van het bestuur te brengen) - Inschrijvingsnummer(s) op de lijst van de erkende aannemers : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ingeval het gaat om een voorlopige erkenning, datum van toekenning: . . . . . . . . . . . . . . . . . . - Categorie(ën), ondercategorie(ën) en klasse(n) : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B. - Inlichtingen betreffende de erkenning (Valse verklaringen betreffende de erkenning kan de toepassing van een in artikel 19 van de wet van 20 maart 1991 bepaalde sanctie tot gevolg hebben). a) Categorie en ondercategorie : 1° Deze erkenning(en) stemt(stemmen) overeen met de in het bestek bepaalde voorwaarden betreffende de categorie of ondercategorie (1) OF 2° Deze erkenning(en) stemt(stemmen) niet overeen met de in het bestek bepaalde voorwaarden betreffende categorie of ondercategorie. De voorgeschreven aanvraag tot afwijking moet bij deze offerte gevoegd zijn. Een volledig dossier is bij de Erkenningscommissie ingediend om de vereiste erkenning te verkrijgen en een afschrift van het ingevolge artikel 6, § 2 van het koninklijk besluit van 26 september 1991 afgegeven getuigschrift is herbijgevoegd. (4) b) Klasse I. Bedrag van de offerte 1° Het bedrag van de offerte overschrijdt het maximum van de verkregen erkenningsklasse niet. (1) OF 2° Het bedrag van de offerte overschrijdt het maximum van de verkregen erkenningsklasse. De voorgeschreven aanvraag tot afwijking moet bij deze offerte gevoegd zijn. Een volledig dossier is bij de Erkenningscommissie ingediend om de vereiste erkenning te verkrijgen en een afschrift van het ingevolge artikel 6, § 2 van het koninklijk besluit van 26 september 1991 afgegeven getuigschrift is hierbijgevoegd. (4) II. Maximumbedrag van de gelijktijdig uitgevoerde werken. 1° Het totaalbedrag van de werken, zowel openbare als private, die in geval van gunning van de opdracht gelijktijdig zullen moeten worden uitgevoerd, rekening houdend met de ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


130/135


stand van de aan gang zijnde aannemingen, zal het overeenkomstig maximum van de verkregen erkenningsklasse niet overschrijden. (1) OF 2° Het totaalbedrag van de werken, zowel openbare als private, die in geval van gunning van de opdracht gelijktijdig zullen moeten worden uitgevoerd, rekening houdend met de stand van de aan gang zijnde aannemingen, zal het overeenkomstig maximum van de verkregen erkenningsklasse overschrijden. De in artikel 17 van het koninklijk besluit van 26 september 1991 bedoelde afwijkingsaanvraag is bij deze offerte gevoegd. (1) C. - Mijn (onze) onderaannemers van vreemde nationaliteit, die aan de uitvoering van de opdracht zullen meewerken, hebben hun woonplaats in (land, en gemeente) . . . . . . . . . . . . . - Het bedrag van de werken, die zullen worden opgedragen aan mijn (onze) onderaannemers, 1° onderdanen van een EG-lidstaat, beloopt: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ... Euro (per land) 2° onderdanen van een ander land, beloopt: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. Euro (per land) D. - Mijn (ons) personeel heeft de volgende nationaliteit : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E. - 1° Voor de uitvoering van deze opdracht zullen geen producten worden gebruikt die niet afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese gemeenschap (1) (5) OF 2° Overeenkomstig de bepalingen van artikel 90. § 1. 4° van het koninklijk besluit van 8 januari 1996, betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, gaat hierbij een afzonderlijke nota, gedateerd en ondertekend, houdende vermelding van de herkomst van de te leveren producten en/of van de te gebruiken materialen die niet afkomstig zijn uit Lid-staten van de Europese Gemeenschap. - Zij vermeldt per land van oorsprong het bedrag, exclusief douanerechten, dat die producten en/of materialen in de offerte vertegenwoordigen. - Als het gaat om producten en/of materialen, die worden verwerkt of afgewerkt op het grondgebied van de Lidstaten van de Europese Gemeenschap, vermeldt zij de waarde van die grondstoffen. (1) (5) (6). F. - De betalingen zullen geldig gebeuren op rekening nr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ten name van: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. G. (Voor buitenlandse aannemers). Bij deze offerte voeg(en) ik (wij) de in artikel 17bis. § 2. van het koninklijk besluit van 8 januari 1996, betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en ____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


131/135


diensten en de concessies voor openbare werken, bedoelde attesten voor buitenlandse inschrijvers (1) (7). Het opdrachtgevend bestuur mag alle nodige inlichtingen van financiële en morele aard omtrent de ondergetekende(n) (of omtrent de hier inschrijvende vennootschap) inwinnen bij andere instellingen.

H. - Bij deze offerte zijn eveneens gevoegd : - de opmetingsstaat of inventaris, behoorlijk ingevuld, gedagtekend en ondertekend (in twee identieke exemplaren); - de gedateerde en ondertekende bescheiden die volgens het bestek moeten worden overgelegd (in twee identieke exemplaren); - de eventueel door het bestek vereiste modellen en monsters.

Opgemaakt te . . . . . . . . . . . . . , op . . . . . . . . . .2008 De inschrijver(s)

(1)

Doorhalen wat niet van toepassing is.

(2) Zoals bepaald in artikel 100. § 2 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996, betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, moeten de prijzen in de offerte opgegeven worden in Euro. Een wisselgarantiebeding kan niet worden aanvaard. (3)

Alleen in te vullen als de vakantieperiode bekend is.

(4)

Doorhalen indien aan deze voorwaarde niet voldaan is.

(5) Geen rekening houden met de door het bestek opgelegde producten of materialen van vreemde oorsprong. (6) Wie deze aangifte niet heeft gedaan, wordt geacht voor de uitvoering van de hele aanneming geen vreemde producten of materialen te gebruiken. (7) Bedraagt de schuld aan bijdragen meer dan 2 478,935 Euro, dan moeten bij de offerte alle inlichtingen over de eventuele schuldvorderingen worden gevoegd, zoals bedoeld in artikel 17bis. § 1. van het koninklijk besluit van 8 januari 1996, betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken.

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


132/135


INTENTIEVERKLARING

Project

: ………………………………………………………………..

Bouwplaats

: ………………………………………………………………..

Onderneming

: ………………………………………………………………..

Adres

: ……………………………………………………………….. ………………………………………………………………..

VERKLARING Ondergetekende verklaart het veiligheids- en gezondheidsplan in zijn bezit te hebben. Hij verklaart op de hoogte te zijn van de inhoud ervan, de verantwoordelijkheid te zullen nemen om al zijn werknemers en onderaannemers die voor zijn rekening werken, te informeren over de inhoud en toe te zien op de naleving ervan. Bovendien verklaart ondergetekende alle voorschriften ervan duidelijk begrepen te hebben. De kosten hieraan verbonden zijn opgenomen in de posten van de meetstaat.

Voor akkoord, Datum __/__/____

Ondernemingshoofd

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


133/135


INTENTIEVERKLARING

Project

: ………………………………………………………………..

Bouwplaats

: ………………………………………………………………..

Onderneming

: ………………………………………………………………..

Adres

: ……………………………………………………………….. ………………………………………………………………..

VERKLARING Ondergetekende verklaart het technisch verslag opgemaakt door een erkende bodemsaneringsdeskundige in zijn bezit te hebben. Hij verklaart de grenzen zoals opgenomen in het zoneringsplan te zullen respecteren en het grondverzet uit te voeren volgens de richtlijnen van het kwaliteitszorgsysteem van de bodembeheersorganisatie. Hij verklaart op de hoogte te zijn van de inhoud ervan, de verantwoordelijkheid te zullen nemen om al zijn werknemers en onderaannemers die voor zijn rekening werken, te informeren over de inhoud en toe te zien op de naleving ervan. Bovendien verklaart ondergetekende alle voorschriften ervan duidelijk begrepen te hebben.


Ondernemingshoofd

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


134/135


INTENTIEVERKLARING

Project

: ………………………………………………………………..

Bouwplaats

: ………………………………………………………………..

Onderneming

: ………………………………………………………………..

Adres

: ……………………………………………………………….. ………………………………………………………………..

VERKLARING Ondergetekende verklaart het MINDER HINDER hoofdstuk in zijn bezit te hebben. Hij verklaart op de hoogte te zijn van de inhoud ervan, de verantwoordelijkheid te zullen nemen om al zijn werknemers en onderaannemers die voor zijn rekening werken, te informeren over de inhoud en toe te zien op de naleving ervan. Bovendien verklaart ondergetekende alle voorschriften ervan duidelijk begrepen te hebben. De kosten hieraan verbonden zijn opgenomen in de posten van de meetstaat.


Ondernemingshoofd

____________________________________________________________________________________________________________ 20081001


135/135

5243. Riolerings- en bestratingswerken PARKWEG. District Merksem

Recommend Documents