BEOORDELING AFO146 Zaaknummer: OND/15/4454 – AFO 146 Inzake de aanvraag voor goedkeuring van de bestuurlijke fusie in het primair en voortgezet onderwijs tussen: 1
•
de Stichting Lek en IJssel (hierna: Lek en IJssel), is een samenwerkingsbestuur als bedoeld in artikel 17 van de Wet op het primair onderwijs (hierna: de WPO) en bevoegd gezag van zestien scholen voor primair en voortgezet onderwijs waarvan: o zeven basisscholen naar rooms-katholieke richting en één school voor speciaal basisonderwijs naar algemeen bijzondere richting gevestigd in de gemeente IJsselstein; o drie basisscholen naar rooms-katholieke richting en één voor openbaar onderwijs gevestigd in de gemeente Lopik; o twee scholen naar rooms-katholieke richting in de gemeente Vianen; o één school naar algemeen bijzondere richting gevestigd in de gemeente Culemborg, en o tevens is aanvrager het bevoegd gezag van één school voor praktijkonderwijs naar algemeen bijzondere richting in de gemeente IJsselstein. Op de basisscholen van aanvrager staan 3.144 leerlingen ingeschreven, op de speciale school voor basisonderwijs 209 en op de school voor praktijkonderwijs 179 leerlingen kinderen in het voortgezet onderwijs. Het totaal aantal leerlingen dat de scholen van deze aanvrager bezoekt is 3.532.
•
de Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein (hierna: SKPON), bevoegd gezag van vijf basisscholen gevestigd in de gemeente Nieuwegein naar rooms-katholieke richting. Op de scholen van deze aanvrager zijn 1.497 leerlingen ingeschreven.
2
en Zaaknummer: OND/15/4452 - AFO 147 Inzake de aanvraag voor goedkeuring van de bestuurlijke fusie in het primair onderwijs tussen: •
Lek en IJssel
•
de Vereniging Samenwerkingsschool Jenaplan Onderwijs Woerden en omstreken (hierna: VSJW), bevoegd gezag van één basisschool naar algemeen bijzonder richting. Op de school staan 165 leerlingen ingeschreven.
3
De voorgenomen fusie bestaat uit de overdracht van het bestuur over de scholen van SKPON aan Lek en IJssel bij de aanvraag geregistreerd als AFO 146. Bij de aanvraag geregistreerd als AFO 147, 4 bestaat de gevraagde fusie uit de overdracht van de school van VSJW De Kring aan eveneens Lek en IJssel. Omdat in de aanvragen sprake is van hetzelfde verkrijgende bestuur en de voorgenomen fusies ook op andere punten overeenkomsten vertonen, waaronder de wens om op 1 augustus 2015 te fuseren, heeft de commissie besloten de aanvragen tegelijkertijd te behandelen.
1
Deze stichting heeft het bevoegd gezag-nummer 77.975. Deze stichting heeft het bevoegd gezag-nummer 61.517. 3 Deze vereniging heeft het bevoegd gezag-nummer 71.346. 4 Het brinnummer van de school is 06TX. 2
1
1. Aanvraag Op 19 februari 2015 zijn bij de Dienst Uitvoering Onderwijs, de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: DUO), beide fusieaanvragen ingediend. Aanvraag Lek en IJssel en SKPON Bij deze aanvraag zijn gevoegd het rapport “Haalbaarheidsonderzoek Voorgenomen bestuurlijke fusie Stichting Lek en IJssel & Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein” met bijlagen waaronder de fusie-effectrapportage (hierna: FER), een verslag van de vergadering van het algemeen bestuur van Lek en IJssel, het verslag van de raad van toezicht van SKPON, twee verslagen van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (hierna: gmr) van Lek en IJssel, twee verslagen van de gmr van SKPON en twee verslagen van de medezeggenschapsraad (hierna: mr) van de school voor praktijkonderwijs. Aanvraag Lek en IJssel en VSJW Bij deze aanvraag zijn gevoegd een begeleidend schrijven, het rapport “Haalbaarheidsonderzoek Voorgenomen bestuurlijke fusie Stichting Lek en IJssel & de Kring jenaplan basisschool” met bijlagen waaronder de FER, het verslag van de vergadering van het algemeen bestuur van Lek en IJssel, de verslagen van de Algemene ledenvergadering van de VSJW, de verslagen van de vergadering van de gmr van Lek en IJssel, twee verslagen van de mr van de school voor praktijkonderwijs en verslagen van de mr van De Kring. Verzoek aanvragen aan te vullen met prognoses Op 25 februari 2015 is de ontvangst van beide aanvragen bevestigd (brieven met kenmerk OND/2015/5524M en OND/2015/5525M). Op 11 maart 2015 is aanvrager zowel telefonisch als met schriftelijk (brieven met kenmerk OND/2015/940M en OND/2015/9411M) gevraagd de aanvragen aan te vullen met prognoses als bedoeld in artikel 64c, tweede lid, van de WPO. Het verkrijgede bestuur, Lek en IJssel, is een samenwerkingsbestuur als bedoeld in artikel 17 van de WPO. Onder het bevoegd gezag van de stichting ressorteer behalve een aantal scholen voor bijzonder onderwijs, ook een school voor openbaar onderwijs. In artikel 17, eerste lid, van de WPO wordt voorgeschreven dat de instandhouding van een of meer openbare en een of meer bijzondere scholen kan worden opgedragen of overgedragen aan een stichting die met dit doel wordt onderscheidenlijk is opgericht. Onder welke omstandigheden een samenwerkingsbestuur kan ontstaan of kan worden uitgebreid is nader uitgewerkt in artikel 64c, tweede lid, van de WPO. Uit dit artikel volgt dat voor bestuurlijke fusies waarbij een samenwerkingsbestuur betrokken is een limitatieve goedkeuringsgrond geldt: de minister kan slechts goedkeuring verlenen aan een dergelijke fusie indien daardoor de continuïteit van het onderwijs gehandhaafd kan blijven. Het bevoegd gezag toont dat aan op basis van prognoses volgt uit de tweede volzin van het artikel. Op 19 maart 2015 heeft het secretariaat telefonisch overleg geëntameerd met aanvragers en hen gewezen op de mogelijkheid om gebruik te maken van de openbare prognoses van het Arbeidsmarktplatform PO. Deze zijn gepubliceerd op www.caop.nl. De aanvragers hebben er echter voor gekozen andere prognoses aan te leveren. Met de brieven van 25 maart 2015 hebben aanvragers de aanvragen aangevuld met prognoses voor de verdere ontwikkeling van de leerlingaantallen van de Stichting Lek en IJssel. Op 30 maart 2015 zijn aanvragers telefonisch geïnformeerd dat beide aanvragen nog steeds onvolledig zijn, omdat alleen prognoses zijn overlegd van het verkrijgende bestuur. Ook de prognoses van de verdwijnende besturen zijn noodzakelijk om te beoordelen wat het effect van de voorgenomen fusies is op de continuïteit van de scholen van aanvragers. Op 1 april 2015 zijn aanvragers (brieven OND/2015/10620M en OND/2015/10622M) hierover nader geïnformeerd. Aanvragers is verzocht conform het eerste verzoek de prognoses van beide andere betrokken bevoegd gezagsorganen aan te vullen. Op 15 april 2015 is opnieuw telefonisch overlegd met aanvragers, omdat de gegunde termijn voor het completeren van de aanvraag onbenut dreigde te verstrijken. De termijn is verlengd met twee weken (brieven met kenmerk OND/2015/12679M en OND/2015/12681M). Op 16 april 2015 zijn de aanvragen alsnog aangevuld.
2
Verzoek om gesprek met de commissie Bij brief van 16 april hebben aanvragers aangegeven een gesprek met de commissie op prijs te stellen. De commissie heeft naar aanleiding van het verzoek opnieuw contact opgenomen met aanvragers en het formeel wettelijke kader voor het uitbreiden van een samenwerkingsbestuur nader toegelicht. Aanvragers hebben desondanks aangegeven een gesprek met de commissie op prijs te stellen. Zij zijn daarop door de commissie uitgenodigd voor een gesprek dat op 19 mei 2015 heeft plaatsgevonden. De commissie heeft tijdens het gesprek het juridische kader van de Wet fusietoets en haar rol nader toegelicht. Uitgebreid is stilgestaan bij de limitatieve goedkeuringsgrond die geldt voor het ontstaan en het uitbreiden van een samenwerkingsbestuur, alsook bij het feit dat aanvragers niet voldoen aan deze goedkeuringsgrond. Aanvragers hebben hun onderbouwing van de aanvraag nader toegelicht en enkele scenario’s voorgelegd voor de voorliggende aanvragen. Aanvragers hebben aangeven het intrekken of opschorten van de aanvragen te overwegen. Op 28 mei 2015 hebben aanvragers een zakelijke weergave van het gesprek ontvangen en is hen verzocht hierop te reageren (zie bijlage 1). Verzoek van aanvragers om de aanvraag aan te houden Op 28 mei 2018 hebben aanvragers verzocht de aanvragen aan te houden voor de duur van de periode die zij nodig achten voor het onderbrengen van de enige school voor openbaar onderwijs onder het gezag van Lek en IJssel naar een ander bevoegd gezag. Gezien de wettelijke termijn voor de behandeling van een aanvraag en het feit dat de regeling Positieve fictieve beschikking bij niet 5 tijdig beslissen op het besluit van de minister van toepassing is, heeft de commissie opnieuw met aanvragers overlegd en de onwenselijkheid. van het aanhouden van de onderhavige aanvragen besproken. Het aanhouden van de aanvraag is temeer onwenselijk, omdat de duur van de opschorting van de termijn niet kan worden voorspeld en de gewijzigde omstandigheden sowieso nopen tot het aanpassen van de fusie-effectrapportages die ten grondslag liggen aan de huidige aanvragen. Aanvragers hebben op 15 juni 2015 verklaard hun aanvragen evenwel te handhaven en de opstelling van de commissie als onnodig bureaucratisch te ervaren. Op 25 juni 2015 (brief met kenmerk CFTO/2015/011) heeft de commissie aanvragers geïnformeerd dat de gevraagde adviezen op korte termijn aan de staatssecretaris zullen worden geboden. Tevens is de commissie nader ingegaan op de ervaring van aanvragers van de opstelling van de commissie en aangegeven te betreuren dat aanvragers de handelwijze van de commissie als onnodig bureaucratisch hebben ervaren. Dit ondanks de communicatie die steeds tussen aanvragers en de commissie plaats had over, onder meer, het wettelijke kader dat geldt voor het uitbreiden van een samenwerkingsbestuur als dat van aanvragers. Eerdere fusie-aanvragen van Lek en IJssel Het ontvangende bestuur Lek en IJssel heeft reeds eerder een tweetal aanvragen ingediend waarbij het om goedkeuring verzocht voor een bestuurlijke fusie. Eerst op 4 oktober 2012 vroeg het goedkeuring voor de overdracht van De Regenboog, een samenwerkingsschool voor openbaar, rooms-katholiek en protestants-christelijk onderwijs in gemeente Vianen. De aanvraag werd geregistreerd als AFO52. Daarna op 29 oktober 2012 deed het bestuur een aanvraag voor de overdracht van Blink, een algemeen bijzonder school in de gemeente Culemborg aan de stichting. Deze aanvraag werd geregistreerd door de commissie als AFO56. Reeds toen was Lek een IJssel een samenwerkingsbestuur. In beide gevallen heeft de commissie daarom eerst beoordeeld of aanvragers voldeden aan de limitatieve goedkeuringsgrond voor het uitbreiden van het samenwerkingsbestuur. Bij beide aanvragen was dit het geval. In één advies heeft de commissie beide aanvragen behandeld en de minister geadviseerd beide aanvragen goed te keuren. Het advies heeft zij vastgesteld op 18 januari 2013. Het advies en beide besluiten zijn gepubliceerd op de site van de CFTO. Behandeltermijn De commissie spant zich in om haar adviezen binnen acht weken na ontvangst van de desbetreffende aanvraag aan te bieden aan de minister, onderscheidenlijk de staatssecretaris, voor verdere besluitvorming. In dit geval is het gelet op de communicatie tussen aanvragers en commissie nodig geweest de termijn voor behandeling van de aanvragen te verlengen met het oog op een zorgvuldige 5
Artikel 64d, eerste en derde lid, van de WPO en paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht.
3
advisering en besluitvorming. Al met al heeft de CFTO twaalf weken over het oordeel in deze zaak gedaan. Daarnaast heeft de zaak vijf weken stil gelegen wegens de onvolledigheid van de aanvragen. Op 16 juni 2015 zijn aanvragers in kennis gesteld van de verlenging van de behandeltermijn van beide aanvragen met 13 weken (brieven met kenmerk OND/2015/14474M en OND/2015/14475M).
2. Doel en motivatie fusieaanvraag De motieven die aanvragers hebben voor de voorgenomen fusies zijn nader omschreven in de door aanvragers overlegde FER. Dit deel van de FER is voor de aanvragen gelijkluidend. Aanvragers willen met de voorgenomen fusies de zekerheid van de continuïteit verhogen van het primair onderwijs in de regio, onderscheidenlijk de zekerheid van de continuïteit verhogen van basisschool De Kring en het jenaplanonderwijs in Woerden. Zij wensen te komen tot een versterking van de bovenschoolse professionaliteit en onderzoekende deskundigheid. Zij willen kwalitatief en flexibel in kunnen spelen op ontwikkelingen als de invoering van Passend Onderwijs en de door voortdurende en gestapelde bezuinigingen ontstane noodzaak het onderwijs onder gunstiger bedrijfseconomische voorwaarden te realiseren. Aanvragers willen daarenboven de diversiteit en de identiteit van de onder de samenwerkingspartners ressorterende scholen duurzaam behouden.
3. Limitatieve goedkeuringsgrond fusie samenwerkingsbestuur Met artikel 17, eerste lid, van de WPO wordt voorgeschreven dat de instandhouding van een of meer openbare en een of meer bijzondere scholen kan worden opgedragen of overgedragen aan een stichting die met dit doel wordt onderscheidenlijk is opgericht. Een dergelijke stichting, die tot doel heeft om zowel openbaar als bijzonder onderwijs aan te bieden, is een samenwerkingsbestuur. Uit de Handelingen die onderdeel uitmaken van de parlementaire geschiedenis van de Wet fusietoets blijkt de bijzondere positie van samenwerkingsbesturen binnen de fusietoets. In de brief van de 6 staatssecretaris aan de Tweede Kamer van 21 mei 2009 staat het volgende: “Er moet terughoudend worden omgegaan met vermenging van openbaar en bijzonder onderwijs. Dualiteit van het onderwijsbestel is leidend bij de keuzes die we zullen maken. Dit is ook in overeenstemming met het advies van de Onderwijsraad. De bestuurlijke ontwikkeling van het Nederlandse onderwijs (2008). «Hoewel het samenwerkingsbestuur thans een reguliere bestuursvorm is naast de andere bestuursvormen voor het openbaar onderwijs (zoals de stichting voor openbaar onderwijs of de gemeentelijke commissie), dient hier naar de opvatting van de raad toch zuinig mee te worden omgesprongen vanuit een oogpunt van behoud van de basale constitutionele variëteit». Dit advies is waardevol. Vandaar dat we zullen voorstellen bij de uitwerking van het wetsvoorstel over de menselijke maat in het onderwijs en de fusietoets om een samenwerkingsbestuur slechts toe te staan als anders opheffing van één of meer scholen dreigt.” De uitwerking hiervan is weergegeven in artikel 64c, tweede lid, van de WPO. Uit dit artikel volgt dat voor bestuurlijke fusies waarbij een samenwerkingsbestuur betrokken is een limitatieve goedkeuringsgrond geldt: de minister kan slechts goedkeuring verlenen aan het ontstaan of uitbreiden van een samenwerkingsbestuur indien daardoor de continuïteit van het onderwijs gehandhaafd kan blijven. 3.1 Toepassing op onderhavige casus De CFTO dient alvorens zij de voorgenomen fusies nader inhoudelijk kan beoordelen eerst te beoordelen of sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 64c, tweede lid van de WPO. De CFTO baseert het navolgende op de stukken, informatie van DUO en het Arbeidsplatform en hetgeen door aanvragers is opgemerkt.
6
KamerstukkenII, 2008/09, 31 293, nr. 40, p. 5.
4
De CFTO stelt allereerst vast dat door deze fusies het samenwerkingsbestuur Lek en IJssel zal worden uitgebreid. Lek en IJssel is verantwoordelijk voor behalve bijzonder onderwijs aan twaalf scholen naar rooms-katholiek en drie naar algemeen bijzondere richting, tevens verantwoordelijk voor openbaar onderwijs verzorgd aan De Zomergaard (brinnummer: 08EC) in Lopik. Het bevoegd gezag wordt door de fusie tevens verantwoordelijk voor de scholen voor bijzonder onderwijs van de SKPON, vijf naar rooms-katholieke richting en de school voor bijzonder onderwijs naar algemeen bijzondere richting van de VSJW. Er is sprake van de uitbreiding van een samenwerkingsbestuur als bedoeld in artikel 17 van de WPO. Het betreft immers de overdracht van meerdere bijzondere scholen aan een stichting die als doel heeft zowel openbare als bijzondere scholen in stand te houden. Deze overdracht is slechts mogelijk, indien daardoor de continuïteit van het openbaar of het bijzonder onderwijs gehandhaafd kan blijven en met de bestuurlijke fusie wordt voorkomen dat een of meer daarbij betrokken scholen wordt opgeheven of niet meer voor bekostiging in aanmerking komt. Of met de voorgenomen fusie wordt voorkomen dat een school wordt opgeheven dan wel niet meer voor bekostiging in aanmerking komt, wordt beoordeeld aan de hand van de overgelegde prognoses van de ontwikkeling van het aantal leerlingen, waaruit blijkt dat die school binnen een termijn van zes jaar dreigt te worden opgeheven of niet meer te worden bekostigd. Bevolkingsprognoses basisgeneratie 4-12 jarigen Voor het basisonderwijs wordt de verwachte demografische krimp van in de gemeenten waarin de fuserende scholen zijn gevestigd, berekend aan de hand van het scenariomodel van het Arbeidsmarktplatform PO. Voor de bepaling van de mate van groei of krimp in het gehele fusiegebied is het van belang deze percentages per gemeente tegen elkaar af te wegen. De CFTO doet dat door de gemiddelde krimp per jaar af te zetten tegen de absolute omvang van de basisgeneratie in de betrokken gemeenten. Bevoegd gezag Lek en IJssel SKPON VSJW Samen
Gemeenten
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Culemborg IJsselstein Lopik Vianen Nieuwegein Woerden
2932 3905 1596 1972 5479 5497 21381
2850 3799 1488 1954 5491 5430 21013
2735 3625 1418 1915 5452 5339 20485
2637 3486 1333 1869 5416 5265 20006
2591 3419 1258 1889 5484 5207 19848
2581 3299 1181 1884 5554 5158 19657
Demografische ontwikkeling in procenten -12% -16% -26% -4% 1% -6% -8%
De gewogen demografische ontwikkeling in het voedingsgebied van de gemeenten waarin aanvragers actief zijn bedraagt op basis van deze gegevens -8% over een periode van vijf jaar. Schoolprognoses en toepassing van de gemiddelde schoolgrootteregeling Aanvragers hebben prognoses overlegd van de leerlingaantallen van de betrokken scholen opgesteld door onderzoeksbureau Pronexus in opdracht van de betrokken gemeenten. Pronexus voorspelt een afname van het aantal leerlingen dat de scholen van Lek en IJssel bezoekt van 14% over 5 jaar, het aantal leerlingen dat de scholen van SKPON bezoekt neemt af met 1% en de omvang van VSJW neemt af met 4%. In bijlage 2 zijn de door aanvragers overlegde prognoses overgenomen en hierop is de gemiddelde schoolgrootte-regeling van artikel 157, eerste en tweede lid, van de WPO, toegepast. De berekeningen zijn uitgewerkt voor de situatie waarin aanvragers als zelfstandige besturen doorgaan, alsook voor de situatie waarbij aanvragers fuseren. Hieruit volgt dat hoewel aanvragers Lek en IJssel en SKPON met toepassing van artikel 157, tweede lid, respectievelijke eerste lid, van de WPO, vooralsnog in staat zijn al de onder hen ressorterende scholen zelfstandig in stand te houden, dit op termijn waarschijnlijk niet langer mogelijk is voor Lek en IJssel. Uit de berekening blijkt dat Lek en IJssel tot het schooljaar 2016/17 de scholen onder haar bevoegd gezag die reeds drie jaar onder de opheffingsnorm zitten, in stand kan houden met een beroep op de regeling. Vanaf dat schooljaar zal Lek en IJssel niet langer in staat zijn deze scholen in stand te houden op basis van de regeling. Uit de berekening blijkt tevens dat ongeacht welke van de twee gevraagde fusies plaats heeft, al dan niet
5
7
tegelijkertijd, deze niet kan, of deze niet kunnen, voorkomen dat in dat jaar of het jaar daarop niet langer een beroep kan worden gedaan op de regeling van artikel 157, eerste of tweede lid, van de WPO. De situatie als bedoeld in artikel 64c, tweede lid, van de WPO, waarbij wordt voorkomen dat met de fusie een school niet meer voor bekostiging in aanmerking komt of moet worden opgeheven, doet zich derhalve niet voor. Daarmee wordt niet voldaan aan voorwaarden die worden omschreven in artikel 64c, tweede lid, van de WPO, voor de vorming of uitbreiding van een samenwerkingsbestuur. 3.2 Alternatieven voor de fusie Aanvragers hebben in hun brieven van 15 april 2015 en 28 mei 2015 alternatieven beschreven voor de gevraagde fusies, indien de staatssecretaris de voorliggende fusies niet goedkeurt. In hun brief van 15 april 2015 schetsen aanvragers dat zij genoodzaakt zijn om de school voor openbaar onderwijs, de Zomergaard in Lopik, te sluiten als de fusies uitblijven. Lek en IJssel overweegt tevens de Jan Bunnikschool en de Zomergaard op termijn samen te voegen tot een formele samenwerkingsschool. Na de samenvoeging zal volgens aanvragers de gemiddelde schoolgrootte relevant voor de toepassing van de regeling immers toenemen, waardoor de gevraagde fusies wel doorgang kunnen vinden volgens aanvragers. Op 19 mei 2015 hebben aanvragers verschillende alternatieven aan de commissie voorgelegd. De commissie heeft aanvragers daar niet in kunnen adviseren. Wel heeft zij nadere informatie verstrekt over de te onderscheiden wegen binnen het kader van de wet. In hun brief van 28 mei 2015 overwegen aanvragers het bestuur van de openbare school over te dragen aan een bijzonder daartoe in te richten stichting. Alsdan zal Lek en IJssel niet langer een samenwerkingsbestuur vormen en hoeft zij dus niet langer voor een fusie te voldoen aan de limitatieve goedkeuringsgronden voor het uitbreiden van een samenwerkingsbestuur. Daarna willen aanvragers opnieuw komen tot een overdracht van de openbare school. Zij gaan er van uit dat de continuïteit van de school dan (eveneens) zal worden bedreigd en dat aanvragers alsdan met goed gevolg het ontstaan van opnieuw een samenwerkingsbestuur kunnen aanvragen. Wat hier ook van zij, de commissie dient voor zij aan een inhoudelijke beoordeling van de aanvragen toekomt te beoordelen of aanvragers voldoen aan de limitatieve goedkeuringsgronden geformuleerd in de onderwijswet. Aanvragers voldoen hier niet aan. Voornemens van aanvragers die al dan niet op termijn van invloed zijn op de prognoses die vervolgens doorslaggevend zijn voor de beoordeling van de voorliggende aanvragen, kunnen hier niet aan af doen.
4. Conclusie De betrokken besturen beogen met de voorgenomen fusie een samenwerkingsbestuur als bedoeld in artikel 64c, tweede lid, van de WPO, uit te breiden. Om vast te kunnen stellen of aan de daarin gestelde voorwaarden wordt voldaan, heeft de commissie de leerlingenprognoses overlegd door aanvragers, beoordeeld. De CFTO heeft op basis van de prognoses geconstateerd dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden die artikel 64c, tweede lid, van de WPO stelt aan het ontstaan of uitbreiden van een samenwerkingsbestuur. Om een samenwerkingsbestuur te vormen of uit te breiden dient immers sprake te zijn van een situatie waarin door het aangaan van een bestuurlijke fusie wordt voorkomen dat één of meerdere scholen worden opgeheven of niet meer voor bekostiging in aanmerking komen. Uit de door partijen overgelegde opgestelde prognoses en door DUO toegepaste berekening van de effecten op de
7
Doordat sprake is van twee fusiebewegingen en drie betrokken partijen, zijn drie situaties denkbaar. Een fusie van Lek en IJssel met SKPON (als gevraagd en geregistreerd onder AFO146) al dan niet gelijktijdig met een fusie van Lek en IJssel met VSJW (als gevraagd en geregistreerd onder AFO147).
6
gemiddelde schoolgrootte-regeling van het te verwachten leerlingenaantal, is gebleken dat deze situatie zich niet voordoet. Hoewel aanvragers Lek en IJssel en SKPON ieder voor zich een continuïteitsprobleem hebben, kan de continuïteit van één van de scholen van aanvragers niet worden veiliggesteld door de voorgestelde fusie. Voor aanvragers VSJW merkt de commissie op dat voor het leerlingaantal van de onder haar vereniging ressorterende school De Kring weliswaar een afname is voorspeld, maar dat het aantal leerlingen dat de school bezoekt niet snel de opheffingsnorm van de gemeente zal naderen. De opheffingsnorm van de gemeente Woerden is immers117, het leerlingaantal blijft in de prognoses hier in ieder geval veertig leerlingen boven. Derhalve komt de CFTO tot de conclusie dat voor beide aanvragen geldt dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden die artikel 64c, tweede lid, van de WPO stelt aan de vorming of de uitbreiding van een samenwerkingsbestuur als bedoeld in artikel 17 van de WPO.
5. Advies De Commissie Fusietoets Onderwijs adviseert de minister van OCW om goedkeuring te onthouden aan de voorgenomen fusie tussen de Stichting Lek en IJssel en de Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein, door de commissie geregistreerd onder AFO146, en de voorgenomen fusie tussen de Stichting Lek en IJssel en de Vereniging Samenwerkingsschool Jenaplan Onderwijs Woerden en omstreken, door de commissie geregistreerd onder AFO147, omdat niet wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 64c, tweede lid, van de WPO in samenhang gelezen met artikel 17 van de WPO. Het advies is aldus vastgesteld te Den Haag op 25 juni 2015 door de Commissie Fusietoets Onderwijs. Namens deze, de voorzitter,
prof. dr. A.M.L. van Wieringen
7