4
#
Meer over Jochem op de volgende pagina…
dec 2010 jaargang 6 PRAKTIJK IS EEN VAKTIJDSCHRIFT OVER PRAKTIJKLEREN VAN DE KENNISCENTRA BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN
CALIBRIS ECABO GOC KENTEQ
10en
vrag aan uw stagiair P. 20
Voorzitter Jeroen de Glas van FNV Jong
Stagelopen op militair terrein
Meepraten over het mbo
Jongeren weten niet hoe het toegaat op de arbeidsmarkt P. 8
Defensie spreekt tot de verbeelding van mbo-leerlingen P. 10
Waarom praktijkopleiders tijd steken in adviesraden P. 34
Inhoud
10
Stagelopen op militair terrein 08 fNV Jong-voorzitter Jeroen de Glas over jongeren en hun gebrek aan kennis over hun rechtspositie
13 Grafische opleidingen voor gevangenen persoonlijke aanpak helpt gedetineerden aan certificaat
14 Particulier digitaal onderzoeker is een bijtertje nieuwe mbo-opleiding tegen internetcriminaliteit
25 Op de werkvloer met rapper Lange frans (van het ex-hiphopduo lange frans & baas b)
32 Te gast op het Uitblinkersgala toppers genoeg in het middelbaar beroepsonderwijs
34 meepraten over het mbo Waarom praktijkopleiders tijd steken in adviesraden
37 Kleine Praktijk-internetgids Welke websites bieden handige informatie? 16 GAsTcolUmN 17 WAT beZIelT JoNGereN? 20 TIeN beGINvrAGeN dIe U UW leerlING KUNT sTelleN 30 de sTAGePleK 36 TrAINING: Goed beoordeleN Is Te lereN 38 NIeUWs vAN de KeNNIsceNTrA 40 de AcHTerKANT vAN de PrAKTIJKoPleIder
2 PRAKTIJK december 2010
28
Leerling SAIDA ‘Als ik fouten maak, moet ik die van Els zelf herstellen’
18
ZORG EN WELZIJN
22
TECHNIEK
Zorgwacht: nieuwe kansen voor bijstandsvrouwen
26
GRAfImEDIA/CREATIEVE INDUSTRIE
Medewerkers Wegener op maat bijgeschoold
Metaalbedrijf werft jong talent op ongewone manier
Op de cover JOCHEm mUDDE (24 JAAR) - leerling sport en bewegen (mbo-niveau 4) bij roc asa - Werkt bij sciandri sportmanagement in Haarlem, erkend calibris-leerbedrijf Sciandri, een bijzonder bedrijf? “Jazeker en dat blijkt uit het feit dat ze dit jaar de prijs voor beste sportleerbedrijf hebben gewonnen. sciandri besteedt veel tijd aan de mensen die stage lopen en je voelt je hier daarom meteen thuis. Het werk is heel afwisselend en je hebt steeds weer een nieuwe groep voor je waarmee je doelen kunt behalen.” Hoe zag je dag van gisteren eruit? “gisteren heb ik twee verschillende sportactiviteiten begeleid. een met kleuters en een project dat bossaball heet. een nieuwe sport die wij met sciandri promoten. Het is een spel waarbij elementen van volleybal, voetbal,
gymnastiek en capoeira worden gecombineerd. en dat alles op een soort opblaasbaar speelveld!” Wie is je voorbeeld? “een echt voorbeeld heb ik niet, maar mijn grote sportheld blijft toch wel Johan cruijff.” Wat is je kracht? “ik denk dat mijn kracht met name ligt in mijn enthousiasme. voor iedere training of les die ik geef aan een groep, probeer ik me weer honderd procent op te laden en zo enthousiast mogelijk voor de groep te staan. Dat werpt ook weer zijn vruchten af op de deelnemers.” Wat zijn je hobby’s? “ik ben echt een sportmens, dus ook mijn hobby bestaat uit sporten. Dat is gewoon wat ik het liefste doe! Mijn voorkeur gaat uit naar hockey of voetbal.”
teKst fAmKe derKseN foto remco boHle
december 2010 PRAKTIJK 3
PRAKTIJK is het tijdschrift voor praktijkleren in het beroepsonderwijs. Het verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 93.000 en richt zich op leerbedrijven, regionale opleidingencentra, vmboscholen, overheidsorganisaties en andere partijen in het beroepsonderwijs. Uitgever: ecabo, in nauwe samenwerking met calibris, goc en Kenteq. De kenniscentra vormen de schakel tussen bedrijfsleven en beroepsonderwijs. een goede aansluiting tussen leren en werken is het doel. Dit doen zij door de erkenning en begeleiding van leerbedrijven en het onderhouden van de competentiegerichte kwalificatiestructuur. verder bieden ze effectieve oplossingen om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen. Redactie: Karien brinkman, suzanne van der burgt, famke Derksen, els frankenmolen, Marleen Hallie en lucy Holl (hoofdredacteur) Redactieadres: ecabo Disketteweg 6, postbus 1230, 3800 be amersfoort, T 033 450 46 46 f 033 450 46 66 E
[email protected] I www.ecabo.nl Ontwerp: lava grafisch ontwerpers, amsterdam Vormgeving: Def., amsterdam Druk: groen Media services, leiderdorp overname van artikel uit praktijk is toegestaan met bronvermelding. Abonnement: praKtiJK wordt kosteloos toegezonden aan erkende leerbedrijven voor het mbo in de sectoren van de deelnemende kenniscentra. en verder aan een keur aan onderwijsinstellingen en andere partijen in het beroepsonderwijs. Voor informatie of wijzigingen:
[email protected] Calibris is het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor zorg, welzijn en sport. www.calibris.nl. ECABO is het kenniscentrum voor de economisch-administratieve, ict- en veiligheidsberoepen. www.ecabo.nl. GOC is het kenniscentrum voor de creatieve industrie. www.goc.nl. Kenteq is het kenniscentrum voor werktuigbouwkunde/ metaal, elektrotechniek en installatietechniek. www.kenteq.nl.
Redactioneel TWITTEREN OVER DE UITBLINKERS ‘vanavond zijn we aanwezig op het #uitblinkersgala van de #6dbo waar de nieuwe landelijke ambassadeur van het #beroepsonderwijs wordt gekozen.’ aldus een tweet van @vakbladpraktijk op 8 oktober. Dat we er ook echt waren, toont de foto-impressie op pagina 32 en 33: tien top-mbo’ers gingen de strijd met elkaar aan en lieten weer eens zien hoe veelzijdig het mbo is. als u zelf twittert, zult u die @’s en #’s in het bericht hierboven meteen begrijpen. en anders is er nog geen man overboord. natuurlijk vinden we het leuk als u onze follower wordt om in twitter-termen te blijven. Dat geldt ook voor de andere twitteraccounts van de kenniscentra die dit blad uitgeven, waaronder ecabowerkt, Kenteq en calibris. We nodigen u van harte uit om ons te volgen en ervaringen uit de praktijk online te delen. er zijn überhaupt steeds meer digitale platforms waar we elkaar kunnen ontmoeten, denk bijvoorbeeld ook aan linkedin of Youtube. alle snelle veranderingen zetten ons ook aan tot nadenken over de communicatie met u als lezers van praktijk. Wat is de meest effectieve manier, hoe kunnen we van elkaar leren en waar kunnen we elkaar als leerbedrijven, scholen en kenniscentra ontmoeten? Dat kan in dit blad praktijk, maar we denken ook na over gerichte virtuele ontmoetingsplaatsen. We horen graag úw ideeën daarover. Zweert u bij papier of wilt u net zo lief digitaal communiceren? en wat zijn dan uw favoriete sites om bij te blijven op uw vakgebied? Mail ons uw ideeën daarover! of stuur een tweet… Lucy Holl, hoofdredacteur praktijk
[email protected]
foto JorGeN KoolWIJK
4 PRAKTIJK december 2010
Praktijkberichten
Hebt u nieuws over onderwijs en arbeidsmarkt? Mail naar
[email protected].
teKst lUcY Holl
foto en teKs
t cA rIeN vA
N der WIllIG
eN
Competent • Mbo-docenten zijn positiever over het competentiegericht beroepsonderwijs dan ze vorig jaar waren. • De kwalificatiedossiers met eisen voor de mboopleidingen bieden volgens hen een goede basis voor het onderwijs. • Het inschakelen van praktijkopleiders bij de lessen op school verhoogt de kwaliteit, aldus driekwart van de ondervraagden. • Zowel scholen als kenniscentra kunnen leerbedrijven nog beter ondersteunen bij leren op de werkvloer, volgens zes op de tien. • Bedrijven investeren onvoldoende in de samenwerking met het mbo, aldus 71%. • Docentenstages zijn een goede vorm van deskundigheidsbevordering, aldus 85%. • De praktijkopleider heeft een belangrijke stem bij de beoordeling van de leerling, stelt 82%. Bron: Colo-enquête tijdens CompetentCity, het evenement over vernieuwing in het mbo
Niet iedere jongere is generatie Y
De 1600 van het vmbo
De veeleisende generatie Y overspoelt op de arbeidsmarkt. Maar naast deze zelfverzekerde, onafhankelijke, zelfredzame jongeren is er ook nog een tweede groep, de structuurzoekers. Die jongeren zijn aarzelend en veel minder zelfverzekerd en flexibel. Ze dreigen de aansluiting met de arbeidsmarkt te missen als ze niet de juiste aandacht en begeleiding krijgen, aldus onderzoek van uitzendorganisatie Manpower. generatie Y omvat 43% van de werkzoekenden van straks, de structuurzoekers maken er 39% van uit.
De gemeente amsterdam heeft een lijst van 1600 woorden gemaakt die vmbo’ers in ieder geval moeten kennen. een paar voorbeelden: afwisselend, atmosfeer, beschaafd, bewering, bliksem, cheque, cilinder, conclusie, diagonaal, draagkracht, eindpunt, gemiddeld, kleverig, kosmos, legenda, ontwerpen, ondersteboven, opdrachtenboek, verlengen, verlichten, verlies.
Nederlandse jongeren leren of werken het meest slechts 2% procent van de 15- tot 19-jarigen in ons land volgt geen opleiding of heeft geen baan. onder de 20- tot 24-jarigen is dat 5,6%. Dat is het laagst binnen de oeso-landen, blijkt uit het rapport education at a glance 2010 van de organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling. Het percentage werkeloze nederlanders zonder startkwalificatie (minimaal mbo-2- of havo-diploma) is 3,4%. Het oeso-gemiddelde ligt op 8,7%.
Zeist zet stagiairs in het zonnetje op de Dag van de stage, 5 oktober, kregen stagiairs in heel nederland extra aandacht. Zo bood stagecoördinator gerard van der vlist van de gemeente Zeist alle stagiairs een lunch aan. Daarna gingen ze in gesprek met wethouder Johan varkevisser en gemeentesecretaris ineke lissenberg. Die laatste riep de stagiairs op vooral aan te geven op welke punten de gemeentelijke organisatie kan verbeteren.
7 tips voor een succesvolle stage 1. bied werk op niveau: zorg dat de werkzaamheden van de stagiair aansluiten bij zijn opleiding.
2. niet alleen koffie en post rondbrengen: een stagiair 3. 4. 5. 6. 7.
moet bereid zijn van alles aan te pakken, net als iedereen. Wijs hem daarop, maar waak tegelijkertijd voor simpel werk. bereid de stage goed voor: zorg dat collega’s op de hoogte zijn van de komst van de stagiair en vraag hun medewerking. stel doelen op: wat wil de stagiair leren, waarom heeft hij voor uw bedrijf gekozen, wat zijn de verwachtingen over en weer? geef de stagiair een eigen werkplek. Zorg voor een aanspreekpunt in uw bedrijf en weet wie de contactpersoon op school is. Doe iets extra’s: bied bedrijfsbezoeken of geef zelf eens een gastles.
Bron: De Zaak
even noteren ✏ 9-11 december 2010: internationale beroepenwedstrijden voor leerlingen euroskills, lissabon (www.euroskills2010.pt)
december 2010 PRAKTIJK 5
Praktijkberichten
Even snel een praktijkleerplek bij mbo’ers die binnen een half jaar na de start van hun opleiding op stage gaan, is er nauwelijks verschil tussen autochtone en allochtone jongeren bij het verkrijgen van stageplaatsen. in verhouding beginnen ook evenveel autochtone als allochtone jongeren hun mbo-opleiding direct bij een leerbedrijf als bbl’er. Dat meldt de colo barometer van de stageplaatsen en leerbanen van oktober 2010. twee jaar geleden startten de kenniscentra antidiscriminatiebeleid. Wie discrimineert, verliest zijn erkenning als leerbedrijf. er zijn nu 344.000 bezette praktijkleerplaatsen bij ruim 214.000 leerbedrijven. vergeleken met vorig jaar is het aantal bezette leerplaatsen toegenomen met 35.000.
Leerling gezocht? stage of leerbaan in de aanbieding? Meld het bij uw roc of kenniscentrum. Dan komen ze te staan op www.stagemarkt.nl
Download de barometer via www.colo.nl
Goede zaak “Bij allochtone mbo’ers is sprake van een enorme vooruitgang. Er is gewoonweg geen verschil meer tussen een allochtone en autochtone leerling.” Directeur Ben Rijgersberg van Colo, de vereniging van de zeventien kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven in de Volkskrant.
opleiden anno 2010 in notendop
doen wat je leuk vindt
Zo’n 90% van de eerstejaars mbo’ers is dit schooljaar gestart met een opleiding die al helemaal competentiegericht is. Hoe het mbo het competentiegericht opleiden heeft omarmd en wat het betekent voor de samenwerking tussen scholen, bedrijfsleven en kenniscentra, staat in de uitgave ‘De finale: praktijkvoorbeelden schooljaar 2009-2010’ van het procesmanagement Mbo 2010. nog even wat hoofdkenmerken van competentiegericht beroepsonderwijs: • Het onderwijs richt zich op kennis, vaardigheden, inzicht en houding. • De loopbaan van de leerling staat centraal. • De leerling ontwikkelt zijn talenten en leert ondernemend te zijn. • Het leren vindt (zo veel mogelijk) plaats in realistische situaties. • Leren en werken gebeurt samen met anderen. • Het leren is (in bepaalde mate) vraaggestuurd.
scholieren laten zich bij het maken van hun studiekeuze niet beïnvloeden door de slechte economie. • 69% kiest voor een studie zij leuk vinden, ze gaan ervan uit dat de situatie na afloop van hun opleiding beter zal zijn. • Bij het kiezen vindt 73% open dagen belangrijk, 65% internet en 60% proeflessen op school. • Belangrijke medebeslissers zijn ouders (68%), leraren (37%) en vrienden (ook 37%). • Jongeren kijken vooral naar de kwaliteit van de opleiding (89%), een leuke stad (48%) en het kunnen vinden van een kamer (29%).
www.mbo2010.nl
6 PRAKTIJK december 2010
www.studiebeurs.nl
• ‘Geef je ervaring meer gewicht’ heet de campagne van het project leren en Werken arnhem-nijmegen. Het promoot het ervaringscertificaat, het betrouwbare, erkende bewijs van wat iemand aan kwaliteiten, kennis en kunde in huis heeft. Zie www.geefjeervaringmeergewicht.nl • In Den Haag is het project Stagebuddy gestart. Hogeschool inHolland, welzijnsorganisatie Mooi!, roc Mondriaan en kenniscentrum calibris werken samen om mbo’ers op een hoger niveau te krijgen en uitval te voorkomen. Mbo’ers krijgen daarbij coaching van hbo-studenten. • Overijssel heeft een website voor het 1000-jongerenplan gelanceerd om werkloze jongeren aan een baan te helpen en te begeleiden. Werkgevers die een werkplek hebben, kunnen zich melden via de site. Zij krijgen toegang tot het ‘bedrijventerrein’ en vraag en aanbod worden gekoppeld. bedrijven ontvangen een bijdrage van (maximaal) 10.000 euro van de provincie. Kijk op www.1000jongeren.nl
meer jongeren in het onderwijs Het aandeel jongeren van 15-25 jaar dat een opleiding doet, is gestegen van 68% in 2003 tot 74% in 2009. in 2009 volgde 92% van de 15- tot 20-jarigen en 55% van de 20- tot 25jarigen onderwijs. Jongeren gaan vaker door naar het hoger onderwijs. bovendien voert de overheid actief beleid om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan en de onderwijsdeelname te verhogen.
CREATIEVE INDUSTRIE teKst PAUl vooGsGerd foto THomAs doNKer
Het verhaal achter de erkenning
Change Making Media, erkend leerbedrijf Erkend door: kenniscentrum calibris en nu ook goc Naam: gerard Weemhoff, directeur/eigenaar Aantal stagiairs per jaar: “We hebben nu de eerste goc-stagiair van het Media college; verder zien we wel wie er gaat reageren, ik ben heel benieuwd!” “ik ben directeur/eigenaar maar vooral creatief producent en regisseur van nieuwe mediaprojecten. ons bedrijf heet change Making Media omdat we een verschil willen maken in de media. te vaak zorgen media voor polarisatie, voor het uit elkaar drijven van mensen. Wij willen juist zorgen voor eenheid, mensen bij elkaar brengen. Dit doen we door videoplatforms op internet te ontwikkelen voor specifieke doelgroepen. Door moderne sociale media doelmatig in te zetten, kun je er heel veel effect mee bereiken. We werken onder meer voor actieftalent, een stichting voor activering, dagbesteding en arbeidsreintegratie van mensen met een verslavingsachtergrond. voor deze organisatie hebben we een videoplatform laten bouwen waarin deelnemers zelf hun videofilmpjes kunnen uploaden. De deelnemers maken verschillende videoproducties waarmee ze een kans krijgen een ander beeld van zichzelf neer te zetten. als je ziet hoeveel plezier ze eraan beleven
en hoe snel ze leren dan besef je dat je zo echt een verschil kunt maken. actieftalent was al erkend stagebedrijf bij calibris en kort geleden hebben ze dezelfde erkenning gekregen van goc, het kenniscentrum voor de creatieve industrie. tegelijkertijd kregen wij als change Making Media ook de goc-erkenning. We zijn daar heel enthousiast over. vooral omdat we jonge mensen van andere opleidingen in huis kunnen halen. We zijn permanent op zoek naar nieuwe mogelijkheden van video op internet. enthousiaste stagiairs die eigen zijn met de moderne media en die met ons willen innoveren, exploreren en ontwikkelen. De vestiging Hoorn is een interessante stageplek. We hebben daar flink geïnvesteerd in professionele video-, montage- en computerapparatuur. Dit is mogelijk gemaakt door de start foundation die mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt ondersteunt. Daartegenover staat de belofte dat we de reintegratie van de deelnemers zichtbaar maken op de actieftalent-site. bij dit project hebben we een aantal stageplaatsen. Mediastagiairs kunnen er zichzelf ontwikkelen en bovendien de deelnemers helpen bij hun ontwikkeling.”
december 2010 PRAKTIJK 7
Interview
Jeroen De glas, voorZitter van fnv Jong:
“Jongeren weten nauwelijks iets over hun rechtspositie” Voorzitter Jeroen de Glas beschrijft zichzelf op de site van fNV Jong als “eigenwijs, brutaal als het nodig is en makkelijk in de omgang met zowel een dakloze als een hotemetoot”. Hij doet zijn werk omdat hij het belangrijk vindt dat jongeren een eigen stem hebben. Acht vragen aan een vakbondsman. teKst PAUl vAN bodeNGrAveN foto’s JorGeN KoolWIJK
Hoe word je voorzitter van FNV Jong? “Door te solliciteren! ik heb hiervoor veel met jongeren gewerkt, in de jeugdbescherming en in het onderwijs. in de gesprekken die ik met ze had, viel me steeds weer op dat jongeren zo weinig weten van hun rechtspositie, zeker als het om werken gaat. Daar wilde ik iets aan doen. toen deze vacature voorbij kwam heb ik dan ook niet lang geaarzeld. in onze statuten is vastgelegd dat het om een tijdelijke baan gaat. volgend jaar juni treedt er een nieuwe voorzitter aan.” Wat weten jongeren eigenlijk over de vakbond? “Heel weinig. Jongeren worden op school voorbereid op een beroep, maar leren nauwelijks iets over hoe het eraan toegaat op de arbeidsmarkt. Wat zijn je rechten en plichten? Wat is een cao? Wanneer kies je voor een baan in loondienst en wanneer voor een bestaan als ZZp-er? Wat doet de vakbond? Dat soort zaken zouden in mijn ogen thuis horen in iedere opleiding. Het is in mijn ogen een essentieel onderdeel van wat burgerschaps- en loopbaancompetenties worden genoemd. in de onderwijspraktijk wordt daar maar weinig aandacht aan besteed.” Hoe bereiken jullie jongeren? “We verzorgen voorlichtingslessen op scholen, waarin we uitgebreid ingaan op de vragen die ik eerder noemde. Dan doen we op middelbare scholen, maar ook heel veel op beroepsopleidingen. in 2010 hebben we meer dan 600 lessen verzorgd. Daar ben ik enorm trots op, dat we dat met z’n allen hebben kunnen doen. Het is meer
8 PRAKTIJK december 2010
dan het dubbele van het aantal lessen dat we in 2009 deden. en de belangstelling groeit gelukkig nog steeds.” Is FNV Jong een vakbond waar jongeren lid van kunnen worden? “nee, we zijn een netwerk van jongeren, dwars door alle fnv-bonden heen. We behartigen de belangen van die specifieke doelgroep, ongeacht of ze nu in de industrie of in de dienstverlening werken. De jongeren zijn dus lid van een van de fnv-bonden en wij vragen extra aandacht voor specifieke jongerenzaken. We organiseren ons op een andere manier dan het klassieke vakbondswerk in de bedrijven. We doen veel digitaal, we nodigen leden bijvoorbeeld uit voor discussiegroepen via linkedin. Jongeren anno 2010 krijg je niet warm voor een avond vergaderen. Maar ze willen best meedenken en meepraten, als je ze maar op de juiste manier benadert.” Is het klassieke vakbondswerk daarmee niet ten dode opgeschreven? “Ja en nee. Ja, omdat ik denk dat je toekomstige generaties op een andere manier zult moeten benaderen en betrekken bij het vakbondswerk. Wat dat betreft zal er binnen de vakbonden nog heel wat moeten veranderen. als ze slim zijn doen ze hun voordeel met de ervaringen die wij nu opdoen. nee, omdat ik denk dat het principe van het verenigen van werknemers om beter de belangen te behartigen altijd zal blijven bestaan. Dat is ook het eerste wat we jongeren voor houden: steek de koppen bij elkaar! samen ben je sterker en slimmer. Dat principe blijft onverkort van kracht.” Wat hebben mbo-stagiairs aan de vakbond? “De fnv-bonden bieden een gratis lidmaatschap voor iedereen die nog op school zit. Daarmee kunnen jongeren zelf ervaren waarvoor ze bij de vakbond terecht kunnen. er valt veel informatie en kennis te
“Een stagiair is iemand in opleiding die komt om de kunst af te kijken”
Jeroen de Glas (32) is sinds april 2008 voorzitter van fnv Jong. na de opleiding Maatschappelijk werk en Dienstverlening aan de Hogeschool van amsterdam werkte hij als jeugdbeschermer/voogd in de jeugdzorg. in de periode 2005-2006 werkte hij ook als docent studie en beroep op het instituut voor sociale en culturele beroepen van de Hogeschool van amsterdam. Daarna begon hij aan de studie rechten, die tijdelijk is onderbroken voor het voorzitterschap van fnv Jong. Meer weten: www.fnvjong.nl
halen. Maar wat misschien nog wel belangrijker is: ze kunnen meepraten en invloed uitoefenen op het sociaal-economisch beleid in nederland. Door actief te zijn binnen de vakbond kun je signalen afgeven, die hun weg vinden binnen de organisatie. ik omschrijf mezelf daarin wel eens als een postduif. alles wat ik hoor en meekrijg, breng ik verder binnen de fnv. Die input is essentieel om het beleid te kunnen beïnvloeden.” Kun je concrete voorbeelden noemen van zaken die jullie hebben opgepakt voor stagiairs? “We krijgen allerlei zaken binnen, van onredelijke stageregelingen, vergoedingen die moeten worden afgedragen aan school tot slechte begeleiding. veel van die zaken spelen we door naar de verschillende bonden. als het bijvoorbeeld om een zaak gaat in een horecabedrijf, dan vragen we bestuurders van fnv Horeca om met de bedrijfsleiding te gaan praten. soms organiseren we zelf ludieke acties. Zo hebben we onverwacht koffie geserveerd bij de minister van onderwijs en in de tweede Kamer, onder het motto ‘een stagiair kan meer dan koffie brengen’. Dat trok wel de aandacht.” Wat moeten leerbedrijven doen om het beroepsonderwijs te verbeteren voor jongeren? “De meeste jongeren zijn heel enthousiast en positief over hun stage. over de opleidingen hoor je meer wisselende geluiden. Die sluiten niet goed aan op de praktijk. stagebedrijven kunnen daarbij helpen door docenten het bedrijf in te halen. een ander belangrijk punt is de sociale veiligheid: zorg dat de stagiair zich welkom en serieus genomen voelt. Maar laat ook merken dat hij of zij er is om iets te leren. fouten maken moet mogen. een stagiair is geen goedkope arbeidskracht, maar iemand in opleiding die komt om de kunst ‘af te kijken’. laat merken dat je daar als leerbedrijf oog voor hebt.”
december 2010 PRAKTIJK 9
Mooi leerbedrijf Defensie-onderdeel regelt stages efficiënt via apart bureau
Grootschalig stagelopen op militair terrein Stagelopen in de wereld van militairen, vliegtuigen, radio- en satellietverbindingen. Bureau Stage is hét centrale punt voor leerlingen die een stage willen bij het Logistiek Centrum Woensdrecht van het ministerie van Defensie. Stagiairs kunnen hun talenten botvieren op functies zoals vliegtuigmonteur, secretaresse van de commandant of dierenverzorger. Over grootschalig stagelopen vanuit vliegbasis Woensdrecht. TEKST JUDITH KUNEKEN FOTO Audiovisuele Dienst Defensie en Astrid van den Broek
10 PRAKTIJK december 2010
Het is de plek waar veel mensen misschien wel eens een opa, vader of oom gestationeerd hebben gehad. Vliegbasis Woensdrecht, al jaren een begrip in de wereld van Defensie. Daar bevindt zich ook een bureau speciaal voor leerlingen die hun talenten bij Defensie willen beproeven. “Jaarlijks bemiddelen we als Bureau Stage ruim 150 leerlingen naar verschillende plekken door het hele land”, vertelt stagecoördinator Alina Wesselingh. “We verzorgen binnen het Logistiek Centrum Woensdrecht stageplaatsen op alle niveaus, van vmbo tot wo en binnen diverse richtingen zoals administratie, techniek en logistiek. De grootste groep bestaat uit mbo-leerlingen omdat we hier veel functies op mbo-niveau hebben. De leerlingen gaan in allerlei functies aan de slag, het gaat van lasser van pantserstaal tot militair hondengeleider.” VERBINDINGEN Het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) valt onder de Defensie Materieel Organisatie (DMO). Verspreid over het land houden de DMO-afdelingen zich bezig met onder meer het onderhoud en de logistiek van vliegtuigen en helikopters zoals de F-16 en de Apache en communicatiesystemen zoals radio- en satellietverbindingen. Wesselingh was er vanaf het begin bij, zij heeft het Bureau Stage zeven jaar geleden opgericht. “Omdat er zo veel afdelingen in het hele land betrokken zijn, moet je het grootschalig aanpakken. Binnen DMO deden we al van alles rondom stages, maar we wilden een centraal punt hebben dat het stagebeleid voor het Logistiek Centrum Woensdrecht in goede banen leidt. Inmiddels weet iedereen ons te vinden. Voor stagiairs, onderwijsinstellingen, praktijkbegeleiders en onze afdelingen zijn we nu hét centrale punt voor stages.” In een grote organisatie is dat belangrijk, benadrukt Alina Wesselingh. “We willen kwaliteit en goede stagemogelijkheden bieden. Stagiairs zijn voor ons van belang, omdat we jonge mensen graag betrekken bij ons werk en een open en lerende organisatie willen zijn.” DIGITAAL SOLDEREN Het aantal stagiairs en aanmeldingen voor stageplekken groeit met de dag. Stagelopen bij Defensie spreekt tot de verbeelding. “Leerlingen, scholen en afdelingen nemen contact met ons op en wij zetten stageplekken
uit via allerlei kanalen zoals e-mails en stagewebsites zoals Stagemarkt.nl. Het leuke is dat ook andere takken met een eigen stagebeleid binnen Defensie af en toe bij ons aankloppen, zoals de Marine en de Luchtmacht. Door onze intensieve contacten met allerlei defensieonderdelen hebben we als Bureau Stage veel kennis in huis en goed zicht op wat er leeft binnen het bedrijf.” Dit is de leukste baan van de vliegbasis, vindt Alina Wesselingh. “We fungeren als spin in het web en regelen zo´n beetje alles wat met stages te maken heeft. We hebben allerlei plannen en willen altijd verbeteren. Het is bijvoorbeeld bekend dat werken in de techniek tegenwoordig geen hot item onder jongeren is. Daarom willen we meer naar scholen gaan om leerlingen een breed beeld te geven van de vele mogelijkheden van technische beroepen.
“Wij willen dat leerlingen zo veel mogelijk eigen verantwoordelijkheid nemen” We laten dan bijvoorbeeld zien hoe ze zelf een elektronische dobbelsteen kunnen solderen. Dat roept altijd verbazing op, ze hebben vaak geen idee van wat je allemaal kunt doen in de techniek.” VOORTGANG Een van de voordelen van Bureau Stage is volgens praktijkbegeleider Frank Cleeren van de sectie Fysieke Distributie van de afdeling Logistiek dat de medewerkers van het bureau goed op de hoogte zijn en betrokken blijven bij de stagevoortgang van elke leerling. “Ze volgen het stageproces van onze stagiairs en zijn aanwezig bij de meeste gesprekken met docenten en praktijkbegeleiders. Ook zijn ze bij veel onderwijsbeurzen van de partij en weten ze goed wat er op de werkvloer en in het onderwijs speelt. ze denken mee met de ontwikkeling van stageprogramma’s, zodat de wensen van werkgever en leerlingen samenkomen. Bureau Stage regelt dat al onze praktijkopleiders de trainingen
december 2010 PRAKTIJK 11
Het viel me al gauw op dat de sfeer open is: met vragen kan ik altijd wel even bij mijn praktijkopleider of bureau stage terecht. ik heb hier ook genoeg kansen om mezelf verder te ontwikkelen. als stagiair krijg ik bijvoorbeeld de ruimte om mee te draaien met het totale distributieproces van onderdelen voor militaire communicatie- en wapensystemen en vliegtuigen zoals de f-16. Dat is een behoorlijke klus. Dan zit je dicht bij het vuur.” mEERWAARDE stagiairs zijn belangrijk voor Defensie omdat ze een frisse kijk op het bedrijf hebben en verse kennis meebrengen. Wesselingh: “Ze willen graag leren en werkervaring opdoen. Daarnaast hebben wij als een van de grootste werkgevers ook een maatschappelijke rol. Wij hebben veel specialistische kennis en willen die graag overdragen aan de mensen in opleiding. uiteraard kost het opleiden van stagiairs tijd, maar de investering betaalt zich dubbel en dwars terug met de actuele kennis die ze tijdens hun stageperiode meebrengen.”
van de kenniscentra volgen. en ze hebben een eigen praktijkopleidersgids ontwikkeld.”
WAARIN SCHUILT HET SUCCES VAN BUREAU STAGE BIJ DEfENSIE? ✔ Het biedt service en ondersteuning en is het centrale punt voor iedereen die iets met stages wil. ✔ Het is de vergaarbak voor
AANWINST bureau stage plaatst elk jaar ongeveer vijf stagiairs van verschillende mbo-opleidingen bij de sectie fysieke Distributie. cleeren: “Het is prettig dat een bureau dit voor ons regelt: het functioneert als een soort stageradar binnen deze grote en complexe organisatie. om de organisatie van het hele administratieve proces om stages heen maar niet te vergeten: stagiairs moeten veiligheidskleding en stagevergoedingen krijgen, we hebben speciale introductiedagen. Wij hebben de kennis voor dat soort werk niet in huis en het ontbreekt ons ook aan tijd om stagiairs te werven.” terwijl stagiairs een waardevolle aanwinst voor zijn afdeling zijn. zij versterken het team en het opleiden van goede vakmensen is belangrijk voor de branche, stelt cleeren. “samen met mijn collega doe ik al het werk dat te maken heeft met het begeleiden van de stagiairs. als praktijkbegeleiders dragen we een steentje bij door stagiairs de kans te geven om zo veel mogelijk nieuwe dingen te leren. We vinden het belangrijk dat ze werkervaring opdoen en met alle facetten van het werk te maken krijgen, van de distributie van vliegtuigmateriaal tot de communicatie naar onze interne klanten.”
stageplekken. ✔ Het heeft up-to-date kennis. ✔ Het netwerkt intensief met het onderwijs.
f-16 ook arjen bostelaar, vierdejaars aan de mbo-opleiding Manager opslag en vervoer, heeft via bureau stage een stageplek bij fysieke Distributie gevonden. “voordat ik op sollicitatiegesprek ging, had ik eerst een intakegesprek bij bureau stage. Dat was fijn omdat je goed geïnformeerd wordt over hoe alles in zijn werk gaat.
12 PRAKTIJK december 2010
INLEVEN cleeren vindt het van belang dat stagiairs echt bij het team horen en dat ze als vaste medewerkers worden gezien. “Wij hechten er veel waarde aan dat leerlingen zo veel mogelijk eigen verantwoordelijkheid nemen. ik merk dat ze dat heel prettig vinden, omdat ze zich daardoor serieus genomen voelen.” elke week houdt hij een evaluatiegesprek met de stagiairs. “Dat is best veel, maar het werkt heel goed. in zo’n gesprek bespreken we onder meer de voortgang en nemen we de opdrachten door. Het is eigenlijk een formeel én los gesprek, het gaat niet alleen over werk. een sociaal praatje tussendoor met je collega’s bevordert het plezier in het werk. Het is belangrijk dat je als praktijkbegeleider de tijd neemt en dat je je in de leerlingen kunt inleven.” KLANKBORD Het succes van een leerbedrijf staat of valt volgens hem met het enthousiasme van de organisatie. “Dat we continu willen blijven verbeteren, up-to-date willen zijn en zo veel mogelijk weten wat er in het onderwijs speelt. samen met bureau stage nemen we bijvoorbeeld ook deel aan klankbordgroepen van scholen om de stageprogramma’s van de opleidingen af te stemmen op de praktijk en andersom.” Wesselingh: “We overleggen met kenniscentra en onderwijsinstellingen over kwaliteit, vormgeving en inhoud van de opleidingen. stagebedrijven en het onderwijs zijn samen verantwoordelijk voor voldoende gekwalificeerde mensen in de toekomst.” voor de toekomst heeft Defensie ideeën genoeg, zegt Wesselingh. “nu zijn we bijvoorbeeld zover dat we meer dan 240 erkende stageplaatsen bij ons onderdeel hebben. al die stageplekken willen we in een digitaal stagedossier verzamelen zodat iedereen snel een overzicht heeft van het aanbod. ook willen we ons stagebeleid nog meer verbreden en onze kennis met iedereen blijven delen. De mogelijkheden zijn oneindig als je meegaat met de tijd en constant inventief wilt zijn.”
CREATIEVE INDUSTRIE
Persoonsgerichte aanpak helpt gedetineerden aan certificaat
Grafische opleidingen voor gevangenen
Hoe zorg je ervoor dat gedetineerden na hun periode in gevangenschap goed terecht komen? Heel belangrijk: geef ze toekomstperspectief. Bijvoorbeeld door middel van een opleiding die hun kansen op een betaalde baan vergroot. In de locatie Roermond van de Penitentiaire Inrichting (PI) Zuid Oost loopt een veelbelovende pilot op de grafische afdeling. TEKST PAUL VOOGSGERD FOTO istockphoto
“In onze drukkerij maken we voornamelijk brief papier en enveloppen en de bonnenboekjes die politieagenten gebruiken”, vertelt Lyon van der Heijden, bedrijfsleider arbeid bij de Penitentiaire Inrichting. “Tot voor kort werd er voornamelijk productie gedraaid door langgestraften. De werkmeesters – ervaren grafici – leerden hen met de machines om te gaan maar van een professionele opleiding was geen sprake.” Een nuttige tijdsbesteding dus, maar de gedetineerden zouden er na hun ontslag uit de gevangenis weinig voordeel van hebben. “En voor de werkmeesters was het ook niet motiverend”, weet Ge Krekelberg, onderwijsgevende in de PI. “En daaruit ontstond het idee om te onderzoeken of het aanbieden van een echte certificerende opleiding mogelijk was. Daarmee kunnen gedetineerden hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten, hebben de werkmeesters meer uitdaging in hun werk en verhogen we ook nog de kwaliteit van onze productie.” TERUGKEER Via een publicatie kwam Krekelberg op het spoor van
kenniscentrum voor de creatieve industrie GOC en samen met bedrijfsadviseur Marion de Rooij werden er korte slagen gemaakt. “Zij heeft het met ontzettend veel enthousiasme opgepakt”, herinnert Krekelberg zich. “Samen met haar hebben we gekeken welke GOC-cursussen hiervoor geschikt zouden zijn. Bovendien hebben we een volledig nieuwe manier van werken ontwikkeld, ook inhakend op het Programma Modernisering van het gevangeniswezen.” Dit programma gaat onder meer uit van dagbesteding die maximaal is ingericht op het bevorderen van een succesvolle terugkeer in de maatschappij. “Een persoonsgerichte aanpak staat hierin centraal”, vult Van der Heijden aan. “En dat is interessant voor onze werkmeesters die hiermee een veel boeiender taak hebben gekregen. Ze leren de deelnemers omgaan met de machines en ook het onderhoud daaraan te verzorgen. Daarnaast coachen ze iedere gevangene heel persoonlijk op zijn eigen competenties.” En de werkmeesters zijn zelf ook getraind, vertelt Van der Heijden. “Ze hebben de GOC-cursus Professioneel praktijkopleiden gevolgd. Na afloop waren ze heel enthousiast en vooral verbaasd over hoeveel nieuws je kunt leren in drie dagdelen.” WIN-WIN De pilot in Roermond lijkt een succes. “Van de zes gedetineerden die aan de proef begonnen, hebben er twee de opleiding al met succes afgerond”, vertelt Krekelberg. “Vier van hen zijn nog bezig. We hopen hen uiteindelijk een branche-erkend GOCcertificaat te kunnen aanbieden. Daarnaast werken we aan een VCA-certificaat, een bewijs voor veilig werken met machines en apparatuur.” De resultaten van de pilot worden in het land goed gevolgd, weet Van der Heijden. “De bedoeling is dat uiteindelijk alle werkzalen zo gerund gaan worden. Het is echt een win-win situatie; iedereen wordt er beter van.”
december 2010 PRAKTIJK 13
ICT
nieuWe Mbo-opleiDing tegen internetcriMinaliteit
“Waar is de digitale Bromsnor?” Deze vraag stelde forum, het tijdschrift van werkgeversorganisatie VNO-NCW, enkele maanden geleden. Aanleiding was de toenemende schade die ondernemers leiden als gevolg van criminaliteit via internet. Voor ondernemend Nederland is er goed nieuws. De eerste afgestudeerden van de mbo-ICT-opleiding Particulier digitaal onderzoeker (niveau 4) zijn al enige tijd aan de slag. Nieuwe studenten zoeken een stageplek. teKst Peer bATAIlle beelD lAvA
“vroeger ging een detective in de modder op zoek naar voetafdrukken en andere sporen van een misdrijf. De moderne sherlock Holmes doet in feite niets anders, alleen de sporen die hij zoekt zijn inmiddels vooral digitaal van aard.” volgens bauke Jonkmans heeft 95% van alle fraudezaken tegenwoordig een digitale component. Jonkmans is interim security manager en adviseur bij particulier recherchebureau en erkend ecabo-leerbedrijf vMb security & solutions in almere. “en dat percentage zal nog toenemen. sociale media als facebook en twitter brengen constant nieuwe gevaren met zich mee. bestrijding van internetfraude vraagt om specifieke kennis en vaardigheden. De particulier digitaal onderzoeker (pDo’er) bewijst daar zijn nut.”
14 PRAKTIJK december 2010
ImAGO veel is nog onbekend over criminaliteit op de digitale snelweg, zegt Wouter stol, lector cybersafety aan de nHl Hogeschool in leeuwarden en de politieacademie in apeldoorn, en bijzonder hoogleraar politiestudies aan de open universiteit. “We weten niet hoe vaak er criminele ‘aanvallen’ via internet plaatsvinden en hoeveel geld daarmee gemoeid is. ook omdat het aangiftepercentage vrij laag is. in dat laatste komt wel verandering,” aldus stol. “vooral grote bedrijven, en zeker financiële instellingen, nemen vaker maatregelen tegen cybercriminaliteit en zijn minder geneigd te ontkennen als er iets aan de hand is. Dat heeft te maken met imago: door open kaart te spelen, erkennen ze niet alleen dat er een probleem is, maar laten ze ook
zien dat ze dat probleem actief bestrijden.” Een voorbeeld hiervan is de recente campagne Veilig Bankieren van de Nederlandse Vereniging van Banken. Stol definieert cybercrime als “elke vorm van criminaliteit waarbij de uitvoering van de criminele daad met internettechnologie plaatsvindt.” Hij maakt daarbij onderscheid tussen cybercrime in brede en in enge zin. In brede zin gaat het om crimineel gebruik van internet om schade aan te brengen, maar waarbij ICT niet het doelwit is. Bijvoorbeeld beledigen en haatzaaien via sociale media. Bij cybercrime in enge zin wordt internettechnologie niet alleen als middel gebruikt, maar is de schade ook digitaal van aard. Voorbeelden zijn hacken, verspreiden van spam en virussen, phishing en vernieling of diefstal van gegevens. Wouter Stol: “Bedrijven moeten zich zeker tegen deze laatste vorm beveiligen. Met name tegen diefstal van eigen gegevens en die van klanten. Gegevensdiefstal via het web is ‘big business’.” KEYLOGGER Wilfred van Roij werkte 25 jaar bij de politie en is sinds 2007 mede-eigenaar van Com-Connect in Horst, een bedrijf dat zich vooral bezighoudt met informatiebeveiliging en net als VMB een erkend leerbedrijf van ECABO is. Hij benadrukt het gevaar van cybercrime in brede zin, met name als het gaat over reputatie- en imagoschade. Want niet iedereen kondigt een voor een bedrijf mogelijk schadelijk bericht op Twitter vooraf aan zoals Youp van ’t Hek onlangs deed bij zijn campagne tegen T-Mobile. “Een schadelijk bericht over een bedrijf is zo geplaatst. Als je als bedrijf een goed waarschuwingssysteem hebt, kun je snel ingrijpen en de schade beperken. Een PDO’er weet hoe hij dat moet doen,” weet Van Roij uit ervaring. “Com-Connect heeft twee afgestudeerde particulier digitaal onderzoekers in dienst en we hebben permanent twee stagiairs rondlopen. Deze mensen zijn allround en breed inzetbaar. Ze
Cybercrime
zijn op de hoogte van de techniek, doen bronnenonderzoek, digitaal en forensisch onderzoek en zijn ook tactisch goed onderlegd. Binnen anderhalve maand nadat een van de twee PDO’ers in dienst trad, had hij een onderzoek naar een keylogger helemaal zelfstandig afgerond,” aldus Van Roij. Ook Bauke Jonkmans van VMB security & solutions prijst de veelzijdigheid van de relatief nieuwe mboopleiding op niveau 4. “PDO’ers hebben niet alleen een helikopterview, maar ook analytisch inzicht. Ze zijn in staat een onderzoeksvraag te formuleren en deze te combineren met een onderzoeksaanpak. Vervolgens hebben ze een ‘hands on-mentaliteit’: ze gaan in datasystemen zoeken wat daar precies gebeurd is. Dit is vaak vergelijkbaar met het zoeken naar een speld in
“Wat ze doen is vaak vergelijkbaar met het zoeken naar een speld in een hooiberg” een hooiberg. Het zijn ook bijtertjes: zelfs stagiairs gaan ongevraagd mee in werkweken van zeventig uur. Ook is het belangrijk dat ze niet alleen weten wat kan, maar ook wat mag, omdat ze juridische kennis hebben.” EXOTISCHE VIS Zowel Jonkmans als Van Roij benadrukt het verschil met de gemiddelde ICT’er. Bauke Jonkmans: “Het gaat om een ander type mens. Iemand van de ICT-afdeling zorgt voor continuïteit. Een PDO’er komt in actie als die continuïteit in gevaar is. Wilfred van Roij voegt hieraan toe: “Een ICT’er is vaak enigszins wereldvreemd. Dat kun je van een PDO’er absoluut niet zeggen. De opleiding is voor een échte ICT’er ook niet technisch genoeg.” Het bedrijfsleven ziet de waarde van een PDO’er nog niet voldoende, terwijl zo iemand bij veel bedrijven van nut kan zijn, ook als stagiair, vindt Bauke Jonkmans.
Veel ‘harde’ gegevens over cybercrime zijn er niet. Webwinkels in Nederland leiden jaarlijks voor ongeveer € 60 miljoen schade. Wereldwijd gaat er in internetcriminaliteit meer geld om dan in drugshandel. Een greep uit de fraudegevallen die de afgelopen maanden het nieuws haalden: - Fraude internetbankieren eerste helft 2010 toe genomen tot € 4,3 miljoen (eerste helft 2009: € 1,9 miljoen). - Ontmanteling botnet Bredolab: veroorzaakte wereldwijd minimaal 30 miljoen computerinfecties. - Verdachten tankpasfraude opgepakt: schade minimaal € 1,5 miljoen.
december 2010 PRAKTIJK 15
“Hij wordt vaak gezien als een exotische vis, die zich bezighoudt met schimmige zaakjes.” volgens Wilfred van roij ligt dat mede aan de naam ‘particulier digitaal onderzoeker’: “veel mensen weten niet wat ze zich daarbij voor moeten stellen. Daarom ben ik blij dat de naam van de opleiding waarschijnlijk gaat veranderen in ‘digitaal forensisch onderzoeker’. Dat doet meer recht aan de functie.” BUITENGEWOON Hoe hij ook genoemd wordt, over het arbeidsmarktperspectief van deze functionaris maken beiden zich geen zorgen. voormalig politieman Wilfred van roij: “op de eerste plaats zijn er de particuliere recherchebedrijven. Daarnaast overheidsinstellingen, zoals ministeries, gemeenten, douane en politie. bij de politie doen (dure) hbo’ers dit soort werk. een pc uit elkaar halen is typisch werk voor een mbo’er. Het zou een goede zaak zijn als de politie hier pDo’ers als buitengewoon opsporingsambtenaar voor inzet.” ten slotte zal er meer en meer vraag komen vanuit (middel)grote bedrijven met een ict-afdeling. en zeker niet alleen verzekeraars en banken, zegt bauke Jonkmans van vMb security & solutions. “een pDo’er is een goede schakel tussen de ict-afdeling en de risk of
security manager. stagiairs moeten daar ook hun plaats kunnen vinden.” ook lector en hoogleraar Wouter stol juicht de introductie van de opleiding toe, maar maakt daarbij wel enkele kanttekeningen. “als je moet gaan opsporen, ben je al te laat. Zowel technisch als organisatorisch moet je preventieve maatregelen nemen. en je moet verder kijken dan je technische neus lang is. Het gaat maar sporadisch om georganiseerde, internationale bendes. niet alle cybercrime is hoog-technologisch. Door alledaagse technieken en aanpassing van gedrag is veel ellende vrij simpel te voorkomen.”
WAAR KUNT U EEN PDO’ER VOOR INZETTEN? - Doorlopend onderzoek naar digitale onregelmatigheden op bedrijfsnetwerk. - onderzoek naar digitale fraude door eigen medewerkers. - verzuimfraude en buitendienstcontrole. - uitlekken c.q. misbruik van gegevens. - onderzoek naar hacking.
Column Titia Siertsema is algemeen directeur van uneto-vni, de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel.
Optimale ondersteuning praktijkopleiders zijn een onmisbare schakel bij het opleiden van jonge mensen. brancheorganisatie unetovni constateert echter dat het leermeesterschap in deze economisch lastige tijd onder druk komt te staan. toch is het juist nu belangrijk dat praktijkopleiders hun rol goed kunnen blijven vervullen. Dankzij hun inspanningen stromen er immers goed gekwalificeerde werknemers de branche binnen. Die hebben we straks hard nodig om de uitdagingen als verduurzaming en vergrijzing te kunnen aanpakken. onlangs is in een aantal technische branches onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming (bpv). Dankzij dit rapport van bureau Dijk 12 hebben scholen en bedrijfsleven ingezien dat de bpv kwalitatief moet worden verbeterd. Dit inzicht heeft geleid tot een aantal concrete gezamenlijke initiatieven.
16 PRAKTIJK december 2010
om de ondersteuning vanuit de roc’s te verbeteren, hebben de technische branches en het mbo samen met kenniscentrum Kenteq een bijlage ontwikkeld bij het bpv-protocol waarin de rolverdeling en afspraken tussen het roc en het leerbedrijf duidelijk worden omschreven. Door dit vast te leggen, weet een school precies hoe zij het leerbedrijf optimaal kan ondersteunen. Dat wij daarmee op de juiste koers zitten, blijkt wel uit het feit dat minister Marja van bijsterveldt deze aanpak inmiddels als voorbeeld heeft gesteld voor andere branches. een bijlage bij een bpv-protocol is natuurlijk niet zaligmakend, papier is geduldig… vandaar dat uneto-vni er, samen met opleidingsfonds otib en Kenteq, ook voor zorgt dat het protocol op regionaal niveau als leidraad wordt gebruikt om de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming écht te verbeteren. Zo lopen er op tal van plaatsen in ons land regionale projecten. een ander instrument dat mede dankzij onze organisatie tot stand is gekomen, is coach online. op www.coachonline.otib.nl vinden praktijkbegeleiders allerlei tips en tools om hun werk nóg beter uit te kunnen voeren. Wij vinden dat opleiden in de installatiebranche niet kan zonder een goede beroepspraktijkvorming. Door de snelle ontwikkelingen in de sector zal het belang van lerend werken de komende jaren alleen maar belangrijker worden. We blijven het voortouw nemen om praktijkopleiders optimaal te ondersteunen én de randvoorwaarden voor hun functioneren te optimaliseren.
Wat bezielt jongeren?
Jongeren
Wat houdt uw stagiairs bezig, wat willen ze, hoe leven ze. Praktijk brengt ze voor u in beeld. teKst lUcY Holl beelD def. GEWELDIGER DAN GEWELDIG amerikaanse jongeren zijn de laatste tientallen jaren steeds zelfverzekerder geworden. eigenlijk moet de populaire rosenberg self-esteem scale om zelfvertrouwen te meten aangepast worden. ruim de helft van de jongeren scoort 35 punten of meer op een maximum van 40. als de stelling ‘ik heb een positieve houding tegenover mezelf’ wordt veranderd in ‘ik heb een extreem positieve houding’, zou dat al helpen bij het meten, aldus de psychologen Jean twenge en Keith campbell, auteurs van ‘Generation Me’ en ‘The Narcissism Epidemic’. Ze ergeren zich zeer aan allerlei programma’s om de jeugd zelfverzekerder te maken. Het wordt hoog tijd om te stoppen kinderen te leren dat ze zichzelf geweldig moeten vinden.
UIT DE LOSSE POLS Maar weinig jongeren houden structureel en consequent bij wat ze aan geld binnenkrijgen en uitgeven. Ze willen hun geldzaken wel strakker regelen, maar doen het toch niet, blijkt uit onderzoek. er wordt van jongeren steeds meer verwacht wat betreft omgaan met geld, maar hun kennis en vaardigheden blijven achter. en niet met geld kunnen omgaan, is een groot taboe. Jongeren geven vaak geld uit om sociale redenen of voor status. Ze spenderen geld aan leuke dingen, rondjes in de kroeg en cadeautjes. aardig gevonden worden is belangrijk. bij geld uitgeven voor status gaat het vooral om luxe spullen voor zichzelf en om aanzien te kopen met bijvoorbeeld merkkleding. Bron: YoungWorks voor de Stichting Weet Wat Je Besteedt
DIGITAAL HUISWERK SVP ONLINE ONHANDIG Jongeren zijn actief en sociaal op internet, maar ze zijn online minder handig dan gedacht. Ze maken veel fouten, zijn ongeduldig en lezen slecht, waardoor ze niet vinden wat ze zoeken. bij google voeren ze zelfs simpele zoekopdrachten vaak zonder succes uit. Ze ergeren zich ook snel: ze houden niet van reclame en onoverzichtelijke sites en willen zich niet registreren. Dat staat allemaal in het onderzoeksrapport ‘einstein bestaat niet’ van het programma Digivaardig & Digibewust. Dat bevat ook 65 tips om websites met het oog op jongeren te verbeteren. - Jongeren hebben haast, doen alles vlug-vlug: ze klikken (te) snel door. lappen tekst willen ze niet. - Jongeren zijn niet bang, ze klikken overal op: waarschuwingen voor de gevaren van internet deren hen niet. - Jongeren zijn niet zo best in zoeken: ze slaan één pad in en vinden ze het daar niet, dan staat het niet op internet. - Jongeren zijn naïef: dat ze bij het downloaden ook virussen kunnen binnenhalen, leeft niet. - Jongeren begrijpen lang niet alles van internet: ze zien niet in waarom je persoonlijke gegevens wel op afgeschermde bestelsites als bol.com zou invullen en niet op Hyves.
“Als het op internet staat, dan is het betrouwbaar. Want als het niet zou kloppen, dan had er heus wel iemand gebeld en dan was het allang verwijderd” (Uitspraak van één van de ondervraagde jongeren in ‘Einstein bestaat niet’)
Jongeren ZiJn vol vertrouWen Dat Ze Hun Weg
- 83% is gek op Youtube, gevolgd door Hyves (78%), Hotmail (62%) en google (62%). - 67% wil liever digitaal huiswerk dan huiswerk op papier. - 42% vindt het goed dat ouders af en toe over de schouder meekijken, 26% niet. - 38% zit doordeweeks één tot twee uur per dag op internet als vrijetijdsbesteding. - internet komt op plaats twee van vrijetijdsbesteding, na naar buiten gaan met vrienden en vóór bellen of sporten. Bron: Einstein bestaat niet, Over usability en surfgedrag van jongeren
op De arbeiDsMarKt Zullen vinDen: -92% ik weet wat een cao is. -91% ik weet wat leeftijdsdiscriminatie op de werkvloer inhoudt. -84% ik heb het solliciteren onder de knie. -74% ik weet hoe je een cv moet opstellen. -76% ik weet wat
WAAROm VERLATEN JONGEREN VOORTIJDIG HET ONDERWIJS? 1 verkeerde opleidingskeuze (27%) 2 gezondheidsproblemen, zowel fysiek als psychisch (20%) 3 Meteen willen werken (15%) 4 problemen op school (10%) Bron: ROA
een flexcontract is. -46% ik weet precies wat op het loonstrookje staat. Bron: Onderzoek Bewustwording onder 200 eerstejaars mbo’ers, gehouden door FNV Jong
december 2010 PRAKTIJK 17
WELZIJN
opleiDen in De praKtiJK
Zorgwacht: nieuwe kansen voor bijstandsvrouwen Professionele mantelzorg en burenhulp voor kwetsbare burgers die niet in aanmerking komen voor AWBZ-geïndiceerde zorg, dat leveren de zorgwachters in de Utrechtse wijk Overvecht. Het bedrijf Zorgwacht leidt bijstandsvrouwen op, in opdracht van de gemeente. “Je ziet onze vrouwen groeien.” teKst PAUl vAN bodeNGrAveN foto JorGeN KoolWIJK
Het is een gat in de markt, letterlijk. Want door een overheidsmaatregel komt een aantal ouderen en kwetsbare burgers met een beperking niet meer in aanmerking voor de aWbZ-zorg. De dienst Maatschappelijke ontwikkeling (DMo) van de gemeente utrecht onderkent het belang van aandacht en zorg voor deze doelgroep en reageerde positief op de plannen van ondernemer Wilhelmien looymans. “Wij leiden vrouwen met een bijstandsuitkering op tot Zorgwacht”, vertelt zij. “Ze leren het vak in de praktijk en halen binnen een jaar het diploma Helpende Zorg en Welzijn, een mboopleiding op niveau 2. Daarmee zijn ze in het bezit van een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt.”
18 PRAKTIJK december 2010
KANDIDATEN Zorgwacht neemt de vrouwen, die worden voorgedragen door de gemeente en de re-integratiebedrijven, na een intake- en sollicitatiegesprek aan. Ze staan op de loonlijst van Zorgwacht, dat loonkostensubsidie ontvangt. De gemeente betaalt uit het re-integratiebudget de opleiding van de vrouwen. De cliënten van Zorgwacht betalen een kleine bijdrage voor de inzet van de zorgwachters. “Het is een puzzel die prachtig in elkaar past”, aldus Wilhelmien looymans. “Door deze regelingen te combineren, snijdt het mes aan twee kanten. De kwetsbare burgers krijgen de ondersteuning waar ze behoefte aan hebben en de vrouwen krijgen een kans op de arbeidsmarkt.”
KANSEN GRIJPEN oussabbia is één van de vrouwen uit de eerste groep van twaalf zorgwachters die met de mbo-opleiding begonnen. inmiddels werkt ze alweer twee jaar als gediplomeerde kracht. “Het werk is leuk en ik ben blij dat ik op deze manier een diploma heb kunnen halen. Het is een kans die ik met beide handen heb aangegrepen.” als alleenstaande moeder met vier kinderen was het voor oussabbia niet makkelijk om op eigen kracht een baan te vinden. “ik had geen diploma’s en je weet gewoon niet waar je moet beginnen. Door dit traject heb ik nu een diploma en een baan. ik help mensen die dat nodig hebben, bijvoorbeeld met persoonlijke verzorging, koken of aankleden.” oussabbia heeft de smaak te pakken. “ik wil heel graag verder in de zorg. binnenkort wil ik beginnen met de niveau 3-opleiding.” BEGELEIDING Zorgwacht levert zelf de docenten die de opleiding van de vrouwen verzorgen,
geïnteresseerd in dit project? Kijk op www.zorgwacht.nl
onder auspiciën van het roc eindhoven. een dag in de week komen de zorgwachters bij elkaar in een leslokaal van het re-integratiebureau. De rest van de opleiding vindt in de praktijk plaats. Daarvoor is een sterke begeleidingsstructuur in het leven geroepen. “alle zorgwachters hebben een verpleegkundige als coach die de leerlingen op de werkplek bezoekt en uitleg geeft. Dat kan zijn bij cliënten thuis, maar sommige zorgwachters werken ook in het verpleeghuis, met name in centra voor kleinschalig wonen. onze praktijkopleider begeleidt de vrouwen tijdens hun opleiding. Zij helpt hen bijvoorbeeld bij het huiswerk en let op de voortgang. Daarnaast voert ze regelmatige voortgangsgesprekken.” PERSOONLIJKE GROEI De zorgwachters zijn vaak niet erg vertrouwd met het volgen van een opleiding. Het combineren van de zorg voor de kinderen met het werk is behoorlijk pittig. “We investeren veel tijd en energie in de
begeleiding”, zegt Wilhelmien looymans. natuurlijk letten we bij de start van het traject op de motivatie, maar het vraagt ook onderhoud om die op peil te houden tijdens de opleiding. We besteden veel aandacht aan wat ik werknemerschapscompetenties noem.” Met de vakmatige aspecten zit het vaak wel goed. Deze vrouwen weten als alleenstaande moeders echt wel hoe ze een huishouden moeten bestieren en zorg moeten verlenen. “We sturen vooral op het versterken van de sociale competenties. Hoe treed je je klanten tegemoet? Wees je bewust wat er gebeurt als je je ziek meldt. geef even een belletje als je te laat bent. Door de persoonlijke ontwikkeling van deze vrouwen centraal te stellen, houd je hun motivatie op peil. Wie ben jij en hoe wil je worden? Wat wil je betekenen voor anderen?” Het werkt om dat soort vragen te stellen. “We hebben tot nu toe zestig vrouwen op deze manier opgeleid en er zijn er maar twaalf afgehaakt. De rest is gediplomeerd en heeft een baan. Dat is toch fantastisch!”
DOORSTROOm Zorgwacht werkt nauw samen aveant, de grootste zorgverlener in de wijk met thuiszorg en verpleeghuiszorg. De afgestudeerde zorgwachters stromen vaak door naar een vaste baan bij aveant. “voor aveant zijn wij een belangrijke schakel in de zorg voor deze doelgroep”, weet looymans. “De zorgwachters hebben een signaleringsfunctie. Ze komen bij een doelgroep die nog niet in aanmerking komt voor aWbZ-zorg. Door ze de juiste ondersteuning te bieden, kun je ze wellicht langer uit de zorg houden. De gemeente utrecht ziet dat ook en financiert dit traject. We gaan nu met elkaar in gesprek over een samenwerking voor langere tijd, zodat wij onze opleidingscapaciteit kunnen uitbreiden. Het is mooi om te zien hoe deze vrouwen hun plek in het maatschappelijke verkeer innemen. Ze komen uit een moeilijke situatie en tijdens de opleiding zie je dat veranderen. om die persoonlijke groei van dichtbij mee te maken, dat is een van de belangrijkste meerwaarden van ons.”
december 2010 PRAKTIJK 19
Tips
10 vragen aan een leerling voordat uw begeleiding start
Wat zou u als praktijkopleider aan een mbo-leerling kunnen vragen voordat hij of zij aan een stage of leerwerkbaan begint? Tien vragen, geïnspireerd op het lijstje dat coördinator praktijkopleidingen Nathalie Vielvoye van leerbedrijf ND Security in maassluis altijd voorlegt aan nieuwe leerlingen. teKst lUcY Holl Ism NATHAlIe vIelvoYe
1
WAT WILDE JE WORDEN ALS KIND? Het gaat in het rijtje vragen niet zozeer om de aanwezige vakkennis of het niveau van de leerling, maar meer om de persoonlijke achtergrond. vraag eens wat hij op de leeftijd van negen, tien jaar wilde worden. Dan krijgt u wellicht een standaardberoep te horen, maar het zegt iets over iemands karakter of iemand bijvoorbeeld profvoetballer, schooljuffrouw of juist dierenverzorger wilde worden.
2
BESCHRIJf JE THUISSITUATIE EENS KORT De meeste leerlingen kunnen zich waarschijnlijk helemaal op hun mbo-opleiding en hun leven met hun vrienden concentreren, maar sommigen hebben misschien (zware) verantwoordelijkheden op hun schouders, zoals de zorg voor jongere broers of zusjes of zieke familieleden.
20 PRAKTIJK december 2010
3
HOE ZOU JE mOEDER Of VADER JE OmSCHRIJVEN? Het is de vraag waarmee tante es in het tv-programma ‘raymann is laat’ haar interview begint: ‘vertel me, wie is je vader, wie is je moeder?’ laat uw leerling er wat over vertellen. en vraag ook wat vader en moeder de beste eigenschappen van uw leerling vinden. Waar ergeren ze zich wel eens aan? Waar zijn ze trots op?
4
WAT DOE JE HET LIEfSTE IN JE VRIJE TIJD? Hoe actief is uw leerling in zijn vrije tijd en waar gaat zijn interesse vooral naar uit? Welke sport doet hij, welke andere hobby’s heeft hij, doet hij dingen in zijn eentje of zoekt hij juist het gezelschap van anderen? is hij maatschappelijk betrokken bij het een of ander? Wat fascineert uw leerling?
5
WAAROm WIL JE IN ONZE SECTOR GAAN WERKEN? vraag waarom iemand juist in uw sector wil gaan werken. Welke redenen heeft hij om hiervoor te kiezen? Was het een bewuste keus? Hoe kijkt hij tegen uw vak en branche aan? voldoet de sector tot nog toe aan zijn verwachtingen?
6
WAAROm HEB JE VOOR ONZE ORGANISATIE GEKOZEN VOOR JE PRAKTIJKLEERPLEK? leerlingen krijgen stageadressen aangereikt van school. Ze horen van andere jongeren over hun ervaringen op de werkvloer of ze zoeken zelf bijvoorbeeld via stagemarkt.nl, de site van alle leerbedrijven van de zeventien kenniscentra. Zit er toeval of een welover-
KRUIS
SPRAKE ALLE UIT
N AAN
VAN TO DIE OP U
n e van mij issituati e de thu o h t e e ik w iemand is. eiten van leerling e activit d r a hij iets a n ls ik vraag rmeer a jd en info ti . je n a ri v ta in zijn l heeft s op stape weten rs e te d m n o o bijz n handig en e k u le t e denken ik vind h e sector z n o r e b v b en. iairs o kozen he hoe stag rvoor ge ie h t e is d ze ju rlingen waarom g wat lee ri ie g n s a w v u vinden ik ben nie aliteiten jkste kw nt waarit u belangri p oefe et beroe h ie d d ieman geleid. orden op wat voor voor zij w x e pliciet strak iemand g a ra rwacht, v e ik van mij v ij h g in begeleid sser? of wat lo
EPASSIN
G ZIJN.
nu juist iemand eten hoe w d ij isatie lt n a a ik wil onze org ge of fdeling in a ta e s z n n ij o bij en voor z m o k e g terecht is baan. leerwerk at d om u w hien goe c UITSLAG s is n a m n: Het is ronden v e achterg 0-1 punte d in n e verdiep meer te r van uw ing. rl en ande e uw le , t het een e e w eleiding U g : n bij uw be n e 2-3 punte lp g e o h n n beiden dat u ka zou het u leerling r kennis e e m ts maar ie en. gte van jker mak p de hoo makkeli t goed o n e b U : ti n o even. atie en m 4-6 punte zijn situ n e g in uw leerl
DOE DE TEST!
wogen strategie achter de keuze van uw leerling? Wat verwacht hij van uw leerbedrijf?
7
WAT VIND JE DE BELANGRIJKSTE KWALITEITEN VOOR HET VAK? laat de leerling eens beschrijven wat hij goede eigenschappen vindt voor iemand die het beroep uitoefent dat hij aan het leren is. Wat zijn volgens hem de belangrijkste kwaliteiten? Heeft hij ook ideeën hoe het vak er in de toekomst uit gaat zien?
8
WAT VERWACHT JE VAN EEN PRAKTIJKOPLEIDER? uw leerling kan u vertellen bij wat voor soort begeleiding hij het beste gedijt. Heeft hij behoefte aan veel ondersteuning of wil hij liever vooral zelf zijn gang gaan met u op de achtergrond voor vragen? Hoe dicht moet u hem op zijn huid zitten? Hoe vaak is formeel overleg gewenst?
9
HOE ZIE JE JEZELf STRAKS OP DE WERKVLOER? laat uw leerling zijn leven over een jaar of tien eens schetsen. in wat voor organisatie werkt hij dan en wat is zijn rol daar? Wat verwacht hij voor zichzelf bereikt te hebben?
10
WAT IS ER OP SOCIAL mEDIA TE VINDEN OVER UW LEERLING? Wat u niet hoeft te vragen maar eventueel eens kunt nagaan, is wat er over uw leerling te vinden is op netwerksites. Hoe presenteert hij zich, wat voert de boventoon in zijn teksten en foto’s? Welke informatie daaruit is relevant voor uw inschatting van de leerling?
≥ LAAT UW STAGIAIR EEN OPSTEL SCHRIJVEN nathalie vielvoye (22) is coördinator praktijkopleidingen en praktijkopleider bij nD security, een bedrijf in Maassluis dat een breed pakket aan beveiligingsdiensten aanbiedt. nathalie is een bevlogen vakvrouw die haar kennis, ervaring en liefde voor het beveiligingsvak wil overbrengen op jongeren. Ze laat nieuwe leerlingen altijd een opstel schrijven van minimaal drie pagina’s waarin ze wat meer over zichzelf vertellen. Zo krijgt nathalie informatie die haar helpt bij een goede, persoonlijke begeleiding van de aspirant-beveiligers. Ze wil iets weten over hobby’s, valkuilen en thuissituatie, maar ook over motivatie en verwachtingen. nathalie behoorde tot de finalisten van de ecabo-verkiezing voor praktijkopleider van het Jaar 2010.
december 2010 PRAKTIJK 21
TECHNIEK
speciale KenteQ-aanpaK oM JeugDWerKloosHeiD te liJf te gaan
Metaalbedrijf Thiekon werft jong talent op ongewone manier Bedrijven in de techniek hebben continu behoefte aan gemotiveerde vakmensen. Het is vaak lastig om die te vinden. Terwijl er tegelijkertijd jongeren zijn die door het ongunstige economisch tij geen werk hebben. Kennis- en adviescentrum Kenteq heeft een aanpak ontwikkeld om die jongeren en bedrijven via een ‘warme match’ bij elkaar te brengen. Thiekon Constructie bijvoorbeeld vond een geschikte leerlingwerknemer via het UWV. teKst lUcY Holl foto’s remco boHle roy Melis (17) uit tilburg wilde ooit timmerman worden. Maar de opleiding viel hem tegen. Hij stopte ermee en raakte werkloos. bij het uWv WerKbedrijf zag hij een oproep voor een baan als lasser, inclusief de bijbehorende mbo-opleiding op niveau 2. Het was bij erkend Kenteq-leerbedrijf thiekon constructie in het brabantse rijen dat met zijn zestig medewerkers gespeciali-
22 PRAKTIJK december 2010
seerd is in metalen constructies op maat. Het leek roy wel wat en niet lang daarna kon hij er beginnen. “ik vind het prettig om binnen te werken”, zegt roy. “We voeren hier heel verschillende opdrachten uit en ik mag steeds complexer werk doen. Misschien dat ik na deze bbl-opleiding nog doorga op een hoger mbo-niveau.” technisch manager neil Wan is tevreden over roy. Hij
gehad omdat thiekon in een integratieproject voor buitenlandse medewerkers meedraaide.” STAPJE VOOR STAPJE thiekon heeft veel ervaring met jongeren op de mboniveaus 1 en 2 en zorgt voor intensieve begeleiding. Wan: “We maken alleen maatwerk constructies, ons werk is afwisselend. onze leerlingen zijn geen robots die uren achtereen dezelfde handeling uitvoeren.” vastroesten is er hier niet bij. Ze gedijen in de goede begeleidingsstructuur en leren stapje voor stapje een vak. Wie het bij thiekon heeft geleerd, kan vervolgens overal terecht. neil Wan legt het de jongens wel eens uit in voetbaltaal. “thiekon is de ajax van de regio. Wie het hier leert en vervolgens toch op de reservebank komt te zitten, kan nog makkelijk terecht bij een club
“Onze leerlingen zijn geen robots die uren achtereen dezelfde handeling uitvoeren” als Willem ii. Maar wie bij Willem ii wordt opgeleid, heeft het veel lastiger om vervolgens bij ajax te gaan spelen.” Jongeren leren een scala aan bewerkingen op de machines. “De een vindt het plaatwerk leuk, de ander werkt liever met balken, een derde gedijt weer beter in de nabewerking in onze eigen thermische verzinkerij”, zegt paulette Klei-Klinkers. “Jongeren van niveaus 1 tot en met 4 zijn welkom en kunnen doorgroeien.”
ziet een stijgende lijn in roys vaardigheden en kennis. “leerlingen opleiden is een harde noodzaak voor ons soort bedrijven. Het wordt steeds lastiger om goede vakmensen te krijgen. De jeugd heeft de toekomst. We proberen jongeren warm te laten lopen voor de techniek en ze een juist beeld van de metaalsector te geven.” GOEDE NAAm thiekon is al lange tijd leerbedrijf en heeft op dit moment twee bbl’ers met een leerbaan en drie bolleerlingen die drie dagen in de week stage lopen en twee dagen naar school gaan. Directeur paulette Klei-Klinkers: “Wij hebben een goede naam, we staan in de regio bekend om onze gedegen manier van opleiden en begeleiden van mensen. Daardoor hebben we destijds minister ella vogelaar nog eens op bezoek
ONCONVENTIONEEL thiekon is niet bang om op onconventionele manieren mensen te werven. af en toe krijgen ze in rijen een telefoontje dat het uWv een gemotiveerde jongere in de kaartenbak heeft zitten en of die eens mag komen praten bij thiekon. laat maar komen, is meestal het antwoord. “We kijken waar hij past en laten hem met eenvoudig werk beginnen om het uit te proberen.” Zo kwam ook roy binnen die lasser wilde worden en die eerst maar eens een halfjaarcontract kreeg om te laten zien dat hij echt wilde leren en dat het klikte met thiekon. Het ging heel goed en nu combineert roy werken en leren. TOPLASSERS De andere bbl’er bij thiekon, sjonnie de Kleine, begon met een stage van een aantal maanden. Hij bleek al net zo gemotiveerd en kreeg ook een leerbaan aangeboden. “De jongens moeten geboeid raken door de metaal. We willen ze echt iets leren en hun werk- en denkniveau moet duidelijk omhoog gaan”, benadrukt Wan. thiekon bestaat zo’n veertig jaar en er is nauwelijks verloop onder de medewerkers. De toplassers gaan langzaam maar zeker met pensioen. Ze kunnen hun vakkennis en vaardigheden nu nog overdragen op de jonge aanwas op de werkvloer.
december 2010 PRAKTIJK 23
jongere wordt nauwgezet geselecteerd en geschikt gemaakt voor het bedrijf. En het bedrijf wordt op zijn beurt voorbereid op de komst van de jongere (zie kader ‘Wat houdt de Kenteq-aanpak in?’) Kenteq speelt zo een actieve rol in de bestrijding van de jeugdwerkloosheid, zodat er geen technisch talent voor de arbeidsmarkt verloren gaat en bedrijven in hun personeelsbehoefte kunnen blijven voorzien. De opleidingsadviseurs komen al jaren bij (leer)bedrijven over de vloer. Ze weten wat er leeft in de regio en zetten hun kennis en netwerk in voor een warme match tussen bedrijf en jongere. Die match wordt compleet begeleid en als de nieuwe leerling-werknemer eenmaal begonnen is, kan de adviseur van Kenteq (een deel van) de begeleiding blijven verzorgen. Het helpt bedrijven om meer rendement te halen uit hun opleidingsinspanningen.
WARME MATCH Kennis- en adviescentum Kenteq weet dat veel meer industriële bedrijven zitten te springen om vakmensen. Daarom heeft het een aanpak ontwikkeld waarbij leerbedrijven stevig ondersteund worden als ze een werkloze jongere naar hun werkvloer willen leiden: de
LEERGIERIG Dergelijke constructies zoals het werven van werkloze jongeren die nog opgeleid moeten worden, zijn enigszins uit nood geboren, stelt directeur Klei-Klinkers van Thiekon. “Als we de jongeren volleerd van school zouden kunnen krijgen, zou dat ideaal zijn natuurlijk. Maar de realiteit is dat we steeds creatiever moeten zijn in het aantrekken van nieuwe mensen. We investeren nu veel tijd en energie in opleiden en hebben regelmatig overleg met de opleidingsadviseur van Kenteq. Zolang we potentie zien en de leerlingen de juiste, leergierige houding hebben, doen we het graag.” Voordeel is dat de jongeren precies ‘op maat’ gevormd kunnen worden. Ze ontdekken dat de metaal boeiend werk biedt. Directeur Paulette Klei-Klinkers probeert regelmatig een rondje door de fabriek te maken en hier en daar een praatje aan te knopen met de leerlingen. “Hier kent iedereen elkaar. Niemand hoeft zich af te vragen wie die mevrouw is die af en toe langs komt.”
Wat houdt de Kenteq-aanpak in? “Ik vraag zo’n bedrijf als Thiekon altijd gericht of ze nog medewerkers of leer lingen kunnen gebruiken en voor welke functies en niveaus”, zegt opleidings adviseur Ton Bijl van kennis- en adviescentrum voor technisch vakmanschap Kenteq. “We overleggen samen wat het bedrijf precies nodig heeft. Daarmee ga ik naar de ROC’s en naar het UWV WERKbedrijf.” En dat is wat alle adviseurs tegenwoordig doen: Kenteq zorgt voor een ‘warme match’ tussen leerbedrijf en jongere en heeft daarvoor een keur aan diensten en producten. Uit welke stappen bestaat de speciale Kenteq-aanpak: • De opleidingsadviseurs gaan het gesprek met de leerbedrijven aan: hoe zit het met hun personeelsbehoefte, hoe zou een werkloze jongere daarin passen,
24 PRAKTIJK december 2010
wat voor jong talent zoeken ze precies? • Ze kijken met gemeenten en scholen in de regio welke jongeren passen bij de vraag. Het gaat om jongeren tot 27 jaar zonder werk of leerbaan. Sommigen hebben bijvoorbeeld wel een start kwalificatie (minstens een havo-diploma of een diploma op mbo-niveau 2), maar konden vervolgens geen werk vinden. Anderen hebben wat ervaring, maar zijn ontslagen omdat er geen werk meer voor ze was. • Ook wordt er bekeken wat er nodig is aan training en coaching om een jongere geschikt te maken voor de werkvloer: welke extra bagage is nodig voor een goede match met het bedrijf? • Klikt het tussen het bedrijf en een jongere, dan is de volgende vraag wat voor arbeidsovereenkomst mogelijk is. • Als de jongere eenmaal gestart is in het
bedrijf, blijven de adviseurs van Kenteq desgewenst zorgen voor ondersteuning en advies op maat. Kenteq kan daarvoor Mentorplus inzetten: opleidingsadviseurs nemen een deel van de begeleiding van de jongere voor hun rekening. Alle wervings- en voorbereidingskosten komen voor rekening van Kenteq dat hiervoor geld inzet van het landelijk Actieplan Jeugdwerkloosheid. En ook als de jongere aan het werk is, zijn er aantrekkelijke fiscale regelingen voor de werkgevers. Meer weten? Vraag uw Kenteq-opleidingsadviseur ernaar of neem contact op met één van districtskantoren (kijk op www.kenteq.nl)
De vloer op
Dossi Langeer F
rans
oP de Wer
Kvloer m
Lange Fr ans eT:
Rapp er en o n de r m e e r bekend v ex-hiphop an he t duo L ange frans & Ba teKs t sU ZA NNe vA a sB N
tussen ontd ekte ik de muziek en d uidelijk da werd het AATJes.N t ik daarin l verder wild “eigenlijk e. wilde ik ge schiedenis De jeugd va maar daar studeren, n tegenwo viel niks m ordig heeft ee te verdie technische het athene meer nen. Dus n mogelijkhe um ging ik a den dan oo b e e n de honge drijfskund heb altijd a it te voren e doen, ik r naar info l willen on rmatie is g dernemen ooit. Waaro mensen uit ro . a ter dan m ls uit een boe er het bedrijf sleven kwa ook kunt g k leren als vertellen h oogelen? D men je het oe het er in aar moet je de leren gaan toeging, in mee om . Het is voo spireerde m praktijk aan r jongeren dat ze zich e dat enorm belangrijk serieus ge . nomen voe het moet w stage heb len. Maar e l ik nooit ge van twee k lopen tijde anten kom moeten zic studie. ik w ns mijn en: zij h ook serie erkte wel a us opstelle ltijd veel, vo opletten h horeca en n en oe ze zich oral in de de coffees kleden en hop. toen ik ze op de w 19 was dee gedragen a erkvloer va een jaar of d ik admin ls n een stag istratief w ro n makelaars d lopen. als ebedrijf erk op een kantoor. n s ta g ia ir zit je imme iet echt en profession want ik mo erverend, rs in een ele wereld est vooral . het archief ik heb er w opschonen el veel ove . r de makela Het lijkt m geleerd en e erg leuk ardij ik ken nu d om stagiair e ins en ou d en, maar d huizenmark s te begele ts aar heb ik va t. praktijke n de iop het mom tijd voor. ik rvaring is d leerschool! ent geen vind dat je e beste jongeren m deren op h oet benaun eigen m anier, maa tijd moet je Het werke r te gelijkerb n op kanto oodschap or voelde a wel helder een kwesti keurslijf. ik ls een zijn. Het is e van de ba ben een ku lans vinde belangrijk nstenaar e dat niet. ik n dus. Het om je niet n dan past heb ook ee is te formeel op n te tijdje deurgenover jo kortingska te stellen ngeren en aan-deur arten voor ze ruimte te restaurants voor hun e Daar was ik igen ideeë geven verkocht. he n. als het d is, moet je verkopen va el goed in, net als in an niet goe duidelijk m het n wiet in d d aken waaro e coffeesh gedachteg er veel ove m hun op... ik kon ang niet klo r vertellen p t. e va n M het is een van verkoo ak dichter aar ze zij s kwestie bij klanten ptechnieke taan dan de oud n toepasse in het vak.” e rotten n. onderder bUrG
T foto AN Im
december 2010 PRAKTIJK 25
CREATIEVE INDUSTRIE
‘HerinricHting operations’ biJ Wegener MeDia
Uitgeverijmedewerkers worden bijgeschoold op de werkvloer Alle medewerkers naar een vergelijkbaar én hoger niveau. Dat was het doel waaraan de afdeling Operations van uitgeverij Wegener media de afgelopen anderhalf jaar werkte om zowel in de productie als in de dienstverlening beter te gaan presteren. ‘Herinrichting Operations’, zo heet het project waarbij meer dan 200 medewerkers zijn betrokken. Een majeure operatie met uitzonderlijk resultaat. teKst PAUl vooGsGerd foto’s JorGeN KoolWIJK “onze organisatie is op een bijzondere manier tot stand gekomen”, vertelt projectmanager esther van der Munnik. “Door samenvoeging van bedrijven en bedrijfsonderdelen hadden we te maken met nogal wat verschillende werkwijzen, functienamen en – omschrijvingen en soms ook met grote verschillen in niveau tussen de medewerkers. Daar wilden we meer eenduidigheid in brengen.” Maar dat alleen was niet voldoende. Wegener wilde ook een kwaliteitsslag maken. “De dienstverlening moest beter en de vormgeving professioneler”, zegt Daan bleichrodt, coördinator operations bij Wegener Media. “We wilden van een introverte naar een extraverte organisatie en van reactief naar proactief. vormgeven is bovendien echt een vak. Dat moesten onze medewerkers zich toe-eigenen.”
DRIE SUCCESfACTOREN Wat maakt zo’n project als bij Wegener Media tot een succes? 1 begin met een heldere visie. 2 geef medewerkers vertrouwen. 3 Heb voldoende doorzettingsvermogen.
TALENTANALYSE allereerst werden de verschillende functies helder beschreven, inclusief de competenties die daarbij horen. vervolgens werd in kaart gebracht in hoeverre de medewerkers aan die competenties voldeden. Hierbij draaide het niet alleen om de vaktechnische competenties maar ook om houding en gedrag. pas als iemand helemaal in het profiel paste, werd hij formeel in de nieuwe functie benoemd. “op basis van de uitkomsten hebben we voor alle medewerkers een persoonlijk ontwikkelingsplan (pop) opgesteld”, vertelt van der Munnik. “bovendien heeft iedereen een talenten motivatieanalyse gedaan. Hierdoor weten medewerkers en leidinggevenden beter van elkaar waar ieders ambities en kwaliteiten liggen.” en het blijft niet bij een eenmalige exercitie, de ontwikkeling van de medewerkers wordt goed gevolgd, weet van der Munnik. “iedereen heeft een persoonlijk ontwikkelingsdossier. Hierin zijn het persoonlijk ontwikkelingsplan, de talent- en motivatieanalyse en de diverse
26 PRAKTIJK december 2010
gespreksverslagen gebundeld. Want in gesprekken – twee à drie keer per jaar – monitoren we hoe het met de ontwikkeling van de medewerker staat.” WIJ/ZIJ-STAND Heel bepalend bleek ook de reactieve bedrijfscultuur, vertelt van der Munnik. “Daardoor namen medewerkers nauwelijks het initiatief zichzelf te scholen. Dat werd gezien als verantwoordelijkheid van de werkgever. veel mensen stonden echt in de wij/zij-stand.”
“De metingen maakten duidelijk waar ieders kwaliteiten liggen en waar moet worden bijgeschoold” en daar wilde Wegener Media vanaf. esther van der Munnik: “We leggen veel verantwoordelijkheid laag in de organisatie. Medewerkers zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen ontwikkeling. De organisatie faciliteert hen daarbij.” Die ambitie viel echter niet overal in het bedrijf even goed. “er is een aantal mensen afgevloeid. Het was geen reorganisatie en er zijn ook geen gedwongen ontslagen gevallen. Maar sommige mensen zagen het traject niet zitten of trokken zelf de conclusie dat ze niet in staat zouden zijn aan de verwachtingen te voldoen.” RUImTE VOOR CREATIVITEIT Maar de vertrekkers vormden een kleine minderheid. Het merendeel van de medewerkers was positief, weet Daan bleichrodt. “De meeste reacties zijn heel
Daan Bleichrodt, coördinator Operations: “We wilden van een introverte naar een extraverte organisatie.”
enthousiast. Vooral bij de vormgevers die hun werk opgewaardeerd zien. Hun vaktechnische kennis hebben we getoetst met behulp van de nulmeting van kenniscentrum GOC. Zo’n meting maakt goed duidelijk waar ieders kwaliteiten liggen en waar moet worden bijgeschoold.” Daan Bleichrodt is eerlijk: “De uitkomsten van de nulmeting vielen niet onverdeeld mee. Op verschillende terreinen kwamen medewerkers tekort. De één had niet voldoende vaktechnische kennis, een ander onvoldoende vaardigheden. De een moest beter leren communiceren en een ander had niet de juiste beroepshouding.” Hoe dan ook werd duidelijk waar de ontwikkelingskansen lagen. En die werden benut. Bleichrodt: “Het grafische scholingsproject is nu bijna achter de rug. Daarbij hebben we verschillende GOCcursussen ingezet. De branche-erkende opleiding DTP en ook kortere trainingen als Photoshop, InDesign en Illustrator. Dat heeft individuele medewerkers op een hoger niveau gebracht en ook het team als geheel.” MEER PLEZIER Er is nu veel meer ruimte voor eigen creatieve inbreng en dat maakt het werk van de vormgevers interessanter. Bleichrodt: “Ze hebben zichtbaar meer plezier in het werk en ook de onderlinge samenwerking is verbeterd.” En dat wordt gezien, zowel intern als extern. “De commerciële mensen leggen nu veel makkelijker werk neer bij onze eigen vormgevers omdat ze vertrouwen hebben in de kwaliteiten. En daarmee kunnen we ons onderscheiden. Andere krantenuitgevers besteden steeds meer werk uit in het buitenland. Wij garanderen onze opdrachtgevers een direct contact met een vormgever hier in Nederland. En over de kwaliteit van het
werk krijgen we steeds weer complimenten. Er worden gewoon mooiere dingen gemaakt.” PRODUCTIEDRUK Prima resultaten dus, maar zwaar was het ook, weet Daan Bleichrodt. “We snakken echt naar het einde van het grafische opleidingstraject en de mensgerichte trainingen moeten nog komen. Anderhalf jaar scholing is heel intensief en daar kwam natuurlijk ook nog de stress bij van de productiedruk. Want tijdens de opleiding ging het werk wel gewoon door.” Maar het was de moeite waard want ook onderling heeft het de medewerkers het nodige opgeleverd. Medewerkers gaan steeds meer bij elkaar te rade als ze ergens niet uitkomen. “Er ontstaat dus al een andere cultuur. Mensen zijn bijvoorbeeld eerder bereid en in staat werk van elkaar over te nemen. Dat maakt de afdeling veel flexibeler en ook de werksfeer een stuk beter.”
Uitgeefgigant Koninklijke Wegener NV is de grootste uitgever van regionale dagbladen en huis-aan-huiskranten in Nederland. Dagelijks bezorgt Wegener 7 regionale dagbladen met een oplage van circa 800.000 exemplaren in een groot deel van Nederland, die iedere dag door gemiddeld 2,6 miljoen personen worden gelezen. Wekelijks produceert Wegener ruim 225 nieuwsbladen en huis-aan-huiskranten met een gezamenlijke oplage van circa 8,6 miljoen exemplaren per week.
december 2010 PRAKTIJK 27
SECRETARIEEL
leerlING SAIDA:
‘Als ik fouten maak dan moet ik die van Els zelf herstellen’ LEERLING EN PRAKTIJKOPLEIDER VERTELLEN WAT ZE VAN ELKAAR VINDEN teKst KArIeN brINKmAN foto leX drAIJer
een de telefoon beantwoorden. Dat is een goede manier om alle facetten van het werk te ontdekken. De meeste leerlingen vinden dat in het begin spannend maar voor saida was het peanuts!”
praKtiJKopleiDer ELS DRIESSEN (45) is hoofd Bedrijfsbureau bij de directie Concern Organisatie van de Bestuursdienst van de gemeente Amsterdam. Ieder jaar lopen er vier leerlingen van diverse mbo-niveaus bij haar stage. Els is door kenniscentrum ECABO uitgeroepen tot Praktijkopleider van het Jaar 2010 voor de economischadministratieve beroepen. Ze nam het in de finale op tegen Nathalie Vielvoye van ND Security uit Maassluis en Fenna Teuben van Parmentier Oass Advocaten uit Haarlem. leerling SAIDA EL ASLANI (22) zit in het tweede jaar van de opleiding Secretariële
s: “ik heb hiervoor al stage gelopen bij een verhuisbedrijf, een buurthuis en een non-profit organisatie. Dingen als de telefoon opnemen vind ik dus niet spannend meer. Dit is wel de eerste stage waarbij ik vijf dagen per week aanwezig ben en inhoudelijk zijn er genoeg andere uitdagingen. ik moet bijvoorbeeld nog leren notuleren en aan het einde van mijn stage houd ik een presentatie voor de afdeling. Dat is wél spannend!”
beroepen (mbo-niveau 4) aan het ROC in Zaanstad.
els: “ik maak me sterk voor (v)mbo-stagiairs binnen de gemeente. voorheen liepen hier met name hbo- en wo-studenten maar wij laten bij het bedrijfsbureau zien dat mboleerlingen hier uitstekend meedraaien. als een buitenstaander niet weet of hij een medewerker of een stagiair tegenover zich heeft, dan ben ik tevreden.” saida: “een vriendin van mij liep stage bij els en vertelde daar enthousiast over. Het leek mij ook een leuke stageplek. ik heb een brief geschreven en mocht langskomen voor een sollicitatiegesprek. ik heb niet meteen verteld over die vriendin. ik wilde om mijn eigen motivatie gekozen worden.” e: “saida draait vanaf de eerste dag al heel zelfstandig mee. We laten de stagiairs met-
28 PRAKTIJK december 2010
e: “Die presentatie hoort erbij en de meesten vinden dat wel eng. als secretaresse heb je een representatieve functie en moet je jezelf kunnen presenteren, dat hoort echt bij het vak. We doen eerst een oefenpresentatie. Daarnaast probeer ik mijn stagiair ook altijd bij een leuke bijeenkomst in de stageperiode te betrekken. bijvoorbeeld dat ze gastvrouw is bij de beëdiging van een nieuwe burgemeester. Dat zijn de krenten uit de pap, het moet ook leuk zijn.” s: “De sfeer op de werkvloer is erg goed en mijn werkplek tussen de andere secretaresses is helemaal gezellig. ik krijg veel vrijheid. ik kijk zelf in de mailbox welke taken ik op kan pakken. bij vorige stages was ik in het begin wat afwachtend maar op de een of andere manier had ik dat nu niet. ik kon hier lekker vlot zelf aan de slag.”
Dubbelportret
PrAKTIJKoPleIder ELS:
‘Voor Saida was de telefoon opnemen peanuts’ e: “op vrijdag heb ik altijd een gesprek met saida. We bespreken hoe het gaat en wat de planning is voor de schoolopdrachten. ik vind het belangrijk dat de stagiairs deze opdrachten bij ons op de werkvloer kunnen doen. We bekijken die opdrachten samen.” s: “soms snappen we die opdrachten allebei niet, haha!” e: “saida had al een goede werkhouding toen ze hier begon. ik doe wel eens een test bij mijn stagiair. Dan bel ik ze op hun privénummer en kijk ik hoe ze hun telefoon opnemen. voordat ze hier stage lopen, zeggen ze vaak alleen “Ja?” en na een paar maanden bij ons nemen ze de telefoon op met “Hallo, met ...”. Je ziet dat die instelling, vaak onbewust, toch veranderd.” s: “ik heb niet het idee dat ik me aangepast heb aan de formelere cultuur maar het klopt wel dat ik nu privé ook anders mijn telefoon opneem!” e: “verder hoef ik tegen saida niet streng te zijn. Ze neemt lekker zelf initiatief. Je ziet dat ze ervaring heeft met dit werk. ik kan streng zijn als de werkhouding niet oké is. Zo heb ik als regel dat een stagiair mag vertrekken als ik drie keer last heb van een privémobieltje. Dat is nogal rigoureus, ja.” s: “als ik fouten maak dan moet ik die zelf herstellen. Zo ben ik eens vergeten een lijst, voor de verzending van facturen, op te slaan. ik was alles kwijt en moest het opnieuw
doen. volgende keer vergeet ik dat niet meer. Maar ik vind els eigenlijk niet streng. ” e: “saida dacht er in het begin niet aan om terug te koppelen waarmee ze bezig was. Het is altijd goed om je opdrachtgevers tussentijds op de hoogte te houden en te communiceren over je werkzaamheden. Dit doet ze nu een stuk beter dan in het begin. saida kan daarentegen goed tegen kritiek en ze heeft een hele constante goede werkhouding. Dat zijn punten die ik erg waardeer in haar.” s: “ik zou hier best willen blijven na mijn stage maar ik denk ook na over de pabo, voor een opleiding tot leerkracht. ik zit pas in het tweede jaar dus ik hoef gelukkig nog niet te beslissen.”
De bestuursdienst van de gemeente amsterdam is het hart van de politieke en gemeentelijke organisatie. De gemeente is de grootste werkgever in de regio en voert een gemeentebreed stagebeleid. Ze doet een appel op werkgevers om jongeren op te leiden en wil zelf het goede voorbeeld geven. De gemeente pakt de stages aan om aan haar imago te werken. Jongeren hebben vaak een onjuist beeld van de gemeentelijke organisatie. Ze zien ambtenaren als saai en lui, maar stagiairs stellen dat beeld snel bij als ze eenmaal binnen zijn. Ze oordelen al snel dat de gemeente een leuke organisatie is om bij te werken.
december 2010 PRAKTIJK 29
TECHNIEK
“Zitvlees? Dat h De leerling
Dennis Geerts (19) is derdejaars leerling aan de mboopleiding Constructiebankwerker/lasser aan het ROC friese Poort in Emmeloord. Als vmbo-stagiair beviel hij zó goed dat hij werd gevraagd voor een BBL-traject bij GEESINKNORBA in dezelfde plaats. Dit bijzondere bedrijf produceert vuilnisauto’s voor heel Europa. Dennis houdt zich onder meer bezig met de samenstelling van de bodems van de laadbakken, waar het vuilnis in komt.
30 PRAKTIJK december 2010
Stageplek
eb ik niet!”
teKst mArleeN HAllIe foto THomAs doNKer
Onder de knie
“Het leerbedrijf betaalt mijn gehele opleiding. Op maandag ga ik naar school en op donderdag maak ik vaak een praktijkgericht werkstuk, waardoor ik alle kanten van het vak onder de knie krijg. Ik heb vrijwel elke dag contact met mijn praktijkopleider frans Knol en werkbegeleider Rudy Ramautar. Zij staan altijd voor mij klaar!”
Metaal
“GEESINKNORBA is een fijn bedrijf om voor te werken. Er werken hier zo’n 300 mensen in Emmeloord. Dankzij de leuke collega’s en het werk zelf heb ik gekozen voor de metaal. En ze hebben hier ook nog een goede regeling met de sportschool. Ja, ik vermaak me hier prima!”
Lekker zelfstandig
“Als ik om half zeven binnenkom, neem ik een kop koffie en om zeven uur gaan we aan de slag. Als leerling werk je al snel zelfstandig. Ik begon met proeflasjes en nu werk ik volledig mee bij de afdeling Constructie. We hebben voldoende pauzes. maar eigenlijk ga ik het liefste door, want ik heb niet zo veel zitvlees!”
december 2010 PRAKTIJK 31
Fotostrip
Spetterend Uitblinkersgala op 6-Daagse Beroepsonderwijs Het is 8 oktober. Bij het Uitblinkersgala 2010, het slotevenement van de 6-Daagse Beroepsonderwijs, arriveren 51 uitblinkers in het mbo in stijl bij de Crown Business Studios in Aalsmeer. Aan het begin van de gala-avond wordt de door het publiek gekozen Top-10 van Uitblinkers bekend gemaakt. De laatste tien top-mbo’ers gaan de strijd aan: Juan Hofland, mbo-leerling Sport- en bewegingscoördinator, wordt uiteindelijk Landelijk ambassadeur beroepsonderwijs 2010. teKst JUdITH KUNeKeN foto’s HerberT WIGGermAN
Presentator John Spierings:
Topvrouwen! De stemmen zijn geteld…we maken de Top-10 van mbo-Uitblinkers bekend.
Om de spanning op te voeren was er eerst een dansoptreden van mbo-leerlingen van de dansopleiding van het ROC van Amsterdam.
Na het optreden worden de tien uitblinkers bekendgemaakt…. blijdschap en feestvreugde alom.
The beat goes on in het mbo…
Yes, we behoren tot de laatste tien toppers, gefeliciteerd!
De tien uitblinkers mogen zich in 60 seconden aan de jury presenteren. ‘Waarom ben jij dé Uitblinker 2010?´
Juan Hofland (ROC Nova College, opleiding Sport- en Bewegingscoördinator) heeft een stage bij een weeshuis in Ghana gevolgd. Om geld in te zamelen heeft hij onder meer een low budget sportwinkel opgezet.
Ik ben een uitblinker met een boodschap: Via sport de wereld verbeteren.
32 PRAKTIJK december 2010
De juryvoorzitter Agnes Jongerius maakt de laatste drie kandidaten bekend. ´Het was moeilijk, maar de jury is tot een unaniem besluit gekomen: marleen Pulles, Oussama el Ayyadi en Juan Hofland!´
Dan volgt een daverende modeshow ‘Veelzijdig mbo in beeld en kleur’ van modestudenten van het Deltion College.
Living in a material world…
Op de foto met de jury!
De laatste ronde: presenteer jezelf in een interview met Radio 2-presentator frits Spits aan de special jury (Willem Nijholt, Lange frans en maaike Vos).
Koptelefoon op, jullie mogen elkaars interview niet horen!
Laat dat interview met Frits Spits maar komen! marleen Pulles, (Koning Willem I College, opleiding medewerker marketing en communicatie) liep stage bij Endemol en regelde ook sponsors voor een verwoeste basisschool in Bosnië.
Le moment suprême… ´Al deze toppers zie ik een mooie carrière tegemoet gaan. Er kan er maar één de winnaar zijn en dat is … Juan Hofland!´
Uit handen van marja van Bijsterveldt, inmiddels minister van Onderwijs, krijgt Juan een special award en 2500 euro voor een opleiding of stage.
In één woord ongelooflijk!
Als ik ambassadeur word, wil ik het mbo nog meer onder de aandacht brengen. Nederland kan niet zonder het mbo! De 6-Daagse Beroepsonderwijs heeft weer eens laten zien hoe fantastisch ons mbo is.
Ik zie mensen met enthousiasme en liefde voor hun vak, die combinatie is goud waard.
Alle uitblinkers nog een keer in de schijnwerpers, met award! Confetti!
WAAROm EEN 6-DAAGSE? De 6-Daagse beroepsonderwijs werd begin oktober voor de tweede keer gehouden. Zes dagen lang werd aandacht geschonken aan het beroepsonderwijs onder het motto ‘veelzijdig mbo’. De evenementen benadrukten nog eens hoe belangrijk beroepsonderwijs en vakmanschap zijn voor onze samenleving. Meer informatie? www.6dbo.nl
december 2010 PRAKTIJK 33
Meepraten over het Waarom zou een stagebedrijf meedraaien in een adviesraad, onderwijscommissie of hoe mbo-scholen het ook noemen? Wat hebben ze eraan, wat brengen ze in, wat levert het wie op? Vier ‘meepraters’ geven antwoord. teKst lUcY Holl foto beeldredAcTIe “Er moet veel gebeuren om voldoende vakmensen op de arbeidsmarkt te garanderen” Naam: frank Meester, directeur Bedrijf: Meester electronics in Hilversum, leverancier van systemen voor onder meer brand- en inbraakbeveiliging Zit in: diverse overleggen bij roc van amsterdam Waarom ‘ja’ gezegd? “Wij hebben in ons bedrijf altijd wel een mbo-leerling rondlopen. ik vind het belangrijk dat mbo-opleidingen in de elektronica en elektrotechniek blijven bestaan. als je ziet dat slechts een handjevol jongeren op vele duizenden leerlingen van roc van amsterdam vorig jaar elektronica wilde gaan doen, dan trek ik me dat aan. Het roc brengt ze nu noodgedwongen bij mechatronica onder. er moet veel gebeuren om voldoende vakmensen op de arbeidsmarkt te garanderen.” Wat komt ter sprake? “Dat die instroom hoger moet en dat de kwaliteit van de opleiding beter kan. ik ben
net bij een proeve van bekwaamheid van drie leerlingen geweest en heb ze alledrie op alle fronten een onvoldoende gegeven. Ze hadden duidelijk niets voorbereid.” Wat hebt u eraan? “ik vind het nuttig om als vertegenwoordiger van het bedrijfsleven op school mijn gezicht te laten zien. ik geef ook gastlessen zodat leerlingen ons bedrijf alvast kennen voordat ze een stageadres gaan zoeken.” Komt dit het onderwijs ten goede? “Docenten willen het zelf ook anders, maar het lijkt wel of het niveau van de leerlingen steeds lager wordt. vroeger legde de lts echt een basis voor de mts, nu lijken ze op het vmbo alleen maar wat te knutselen en moet je ze op het mbo eerst behoorlijk bijspijkeren.” Komt dit de praktijk ten goede? “Mijn stem laten horen op het roc helpt, al moeten we vooral als branche gezamenlijk iets doen om meer jongeren naar de technische opleidingen te krijgen.”
“Het is onze verantwoordelijkheid om mee te denken” Naam: thea thijssen, directeur Bedrijf: alethio bv in vught dat ondersteuning biedt op het gebied van secretariaat, administratie, personeel en werving & selectie Zit in: adviesraad secretarieel van Koning Willem 1 college Waarom ‘ja’ gezegd? “ik heb regelmatig mbo-stagiairs en klaag net als andere werkgevers wel eens over de aansluiting van de opleidingen op de praktijk. Dus vind ik het onze verantwoordelijkheid om niet vanaf de kant allerlei kritiek te gaan staan roepen, maar mee te denken en praten met de scholen.” Wat komt ter sprake? “We hebben het over de exameneisen, de gewenste accenten in de opleiding. We komen drie keer per jaar bijeen, dat is een mooie frequentie om elkaar beter te leren kennen en vertrouwen op te bouwen.”
34 PRAKTIJK december 2010
Wat hebt u eraan? “ik vind het interessant om mensen van andere leerbedrijven te ontmoeten en hun ideeën en meningen te horen. iedereen legt andere prioriteiten, merk ik. Dat maakt ook dat de secretariële opleidingen breed moeten zijn en niet overal de diepte in kunnen gaan zoals ik soms zou willen.” Ziet u iets van uw inbreng terug? “Zeker, in overleg met de bedrijven komt er nu bijvoorbeeld een nieuwe bbl-variant bij secretarieel, waarbij de leerlingen eerst een paar weken fulltime naar school gaan en vervolgens vier dagen werk en één dag school afwisselen.” Heeft dit uw begeleiding veranderd? “Dat niet, ik begeleidde mijn stagiairs al intensief. ik ben wel kritischer geworden op welke leerling ik krijg en hoe het met de motivatie zit. nu ik dichter bij het vuur zit, weet de school beter wie ze wel en niet op me af moeten sturen, al was dat niet mijn eerste reden om in de commissie te gaan.”
beroepsonderwijs “Overleg neemt frustraties en misverstanden weg”
Naam: renet ezinga, p&o-functionaris/ financieel controller Bedrijf: WKZ installatietechniek in apeldoorn/almere Zit in: nog niets, maar mailde naar de redactie dat adviescommissies een must zijn. Waarom zijn adviescommissies broodnodig? “Het is handig en slim om het bedrijfsleven binnen de schoolmuren te halen. De communicatie tussen de bedrijven en roc’s is slecht, terwijl we van elkaar afhankelijk zijn. Door te overleggen kun je frustratie en misverstanden wegnemen.” Wat moet ter sprake komen? “Het roc bepaalt de precieze inhoud van een opleiding, maar wij willen daar wel in gekend worden. Wij hebben belang bij goed opgeleide monteurs, waarbij de opleiding afgestemd is op wat er bij ons in de praktijk gebeurt, met
alle vernieuwingen in de techniek.” Wordt u nu onvoldoende gehoord? “We moeten nu veel zelf uitzoeken als we leerlingen hebben en zelf uitdokteren wat we ze moeten leren op de werkvloer. er is nauwelijks begeleiding vanuit het roc. verder worden we slecht op de hoogte gehouden van zaken als tentamens, cijfers of de boeken die gebruikt worden.” Zou u ‘ja’ zeggen als u voor een adviescommissie werd gevraagd? “ik zou ja zeggen, omdat wij dan beter onze monteurs kunnen begeleiden en motiveren. verder kunnen we de kwaliteit van de opleiding beter afstemmen op de praktijk. ook de simpelere zaken zoals intakegesprekken, bestellen van boeken, administratieve afhandelingen kunnen besproken worden in zo’n commissie. De communicatie gaat nu vaak tussen de leerling en school.”
“De wil bij de scholen is er, maar het tempo mag omhoog”
Naam: ruud Dirkse, quality manager en opleidingscoördinator Bedrijf: cinevideogroup, onderdeel van united broadcast facilities in Hilversum dat technische en creatieve ondersteuning bij multimediale audiovisuele producties biedt Zit in: adviesraad van roc Midden nederland, richting sound en vision av en podiumtechnieken Waarom ‘ja’ gezegd? “Wat leerlingen op school leren staat vaak ver af van hoe wij in de praktijk werken. er gaapt een behoorlijk gat tussen onderwijs en werkvloer. Daar wil ik iets aan doen.” Wat komt ter sprake? “We hebben het over wat jongeren moeten kunnen als ze van school afkomen, over de manier van lesgeven. Het niveau van de gediplomeerden moet omhoog, zodat ze bij ons sneller inzetbaar zijn. bij een gemiddeld tv-programma komen veertig vakdisciplines kijken, van cameraman en geluidstechnicus tot regisseur. Maar wat het mbo nu bijvoorbeeld een cameraman noemt, is bij ons niet
meer dan een algemeen assistent.” Wat hebt u eraan? “bedrijfsleven en onderwijs hebben één gemeenschappelijk doel: zorgen dat er mensen van de opleidingen komen waar de arbeidsmarkt mee uit de voeten kan. We zorgen deels zelf voor onze aanwas door intern mensen op te leiden, maar een deel moet van de scholen komen.” Komt de adviesraad het onderwijs ten goede? “er valt meer uit te halen. We kwamen eerst vier keer per jaar bijeen, nu is dat eens per jaar omdat mensen moeite hebben om de tijd en energie erin te steken. Maar zo gaat het te langzaam, zo kun je geen beslissingen nemen. Dat is jammer voor alle partijen.” Komt dit de praktijk ten goede? “omdat ik sneller wil, hebben we nu als bedrijf een convenant gesloten met roc Midden nederland. We willen structureel en meer een-op-een samenwerken met het roc. Dat lijkt toch makkelijker. We gaan kennis en mensen uitwisselen. De wil is er, de sfeer is goed. alleen het tempo mag omhoog.”
december 2010 PRAKTIJK 35
ict
Training praktijkopleiders
Goed beoordelen is te leren
De School voor ICT en Mediatechnologie
van ROC Tilburg onderhoudt nauwe banden met haar leerbedrijven. Zo’n tweehonderd bedrijven met ICT-stagiairs zijn er kind aan huis. Het ROC doet ook graag wat extra’s om de praktijkopleiders te ondersteunen. Daarom kunnen ze komende maanden een training ‘Beoordelen in de beroepspraktijk’ volgen. Tekst LUCY HOLl Het kost tijd en inspanning om zo’n vast netwerk van leerbedrijven rondom een opleiding op te bouwen en te onderhouden, maar vervolgens liggen de voordelen voor het oprapen, aldus directeur Cees van Gerwen van de School voor ICT en Mediatechnologie. Stages zijn makkelijker te regelen, mensen uit het bedrijfsleven komen naar school om leerlingen tijdens examens mee te beoordelen, bedrijven hebben inbreng in het opleidingsprogramma, elk leerbedrijf heeft zijn vaste BPV-docent zodat er niet steeds iemand anders van het ROC op de stoep staat. “Er is veel wisselwerking. Onze docenten gaan wel vijf, zes keer per jaar langs bij een bedrijf dat ICT-leerlingen van ons heeft. Zo’n goede structuur verstevigt de banden tussen bedrijven en school.” VINGER IN DE PAP Met de komst van het competentiegericht opleiden is het beoordelen van leerlingen in praktijksituaties – op school en in het leerbedrijf – steeds belangrijker aan het worden. Zo voeren leerlingen op de
36 PRAKTIJK december 2010
werkvloer examenprojecten uit: praktijkopleiders hebben een flinke vinger in de pap bij de beoordeling, tussentijds en aan het eind. Van Gerwen: “De kwaliteit van die beoordeling moet goed zijn, we willen een eenduidig oordeel. Leerlingen moeten niet aan de willekeur van een toevallige beoordelaar overgeleverd zijn. De Onderwijsinspectie verlangt die goede borging ook.” Daarom heeft het ROC samen met ECABO een training van twee dagdelen opgezet: waar gaat het over bij het beoordelen, welke vaktermen moeten de beoordelaars kennen, wat zijn competenties precies, welke valkuilen zijn er bij het beoordelen? De helft van de training is ook oefenen met elkaar en tussendoor voeren de deelnemers een praktijkopdracht uit. MOOIE KANS Van Gerwen ziet die trainingen makkelijk volstromen omdat die relatie met de leerbedrijven er is én het de praktijkopleiders meteen weer een mooie kans geeft om elkaar te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen. De School voor Administratieve en Juridische dienstverlening en de School voor Commerciële dienstverlening van ROC Tilburg bieden de training ook aan, hoewel daar het bestand aan leerbedrijven veel diverser is dan in de ICT. “Onze ICT-opleidingen zijn ook al jarenlang competentiegericht. Praktijkleren is daarin cruciaal. We investeren continu in het verder verbeteren ervan. Praktijkopleiders die meer willen met beoordelen, kunnen ook een volledige training van drie dagen voor praktijkassessoren bij ECABO in Amersfoort volgen. Maar onze twee dagdelen vormen een mooi begin in de eigen regio. Wie weet komt hier een officieel ROBO uit voort, een Regionaal Overleg Bedrijfsleven Onderwijs. Daarvan zijn er in Midden-Brabant al een heel stel.”
Kleine Praktijk-internetgids Welke websites bieden handige en nuttige informatie voor stagebedrijven en praktijkopleiders? Hieronder een aantal suggesties op een rij. TEKST LUCY HOLL
ONDERWIJS www.mboraad.nl : site van de MBO Raad, de brancheorganisatie van de circa zeventig onder wijsinstellingen in de mbo-sector. Met informatie over thema’s als stages en examinering en links naar allerlei publicaties. www.mbo2010.nl : met uiteenlopende informatie over competentiegericht onderwijs. www.kwalificatiesmbo.nl : overzicht van alle mbo-kwalificatiedossiers van de kenniscentra. De dossiers beschrijven aan welke eisen een beroepsbeoefenaar moet voldoen als hij zijn diploma heeft. http://mbo.startpagina.nl : met onder meer nieuws over het mbo en veel links naar mbo-instellingen. www.opleidingenberoep.nl : site met een speciaal gedeelte voor werkgevers over het nut van opleiden en de financiële voordelen bij scholing. www.hpbo.nl : site van Het Platform Beroeps onderwijs met veel voorbeelden van vernieuwingsprojecten. www.roc.nl : site over opleiden en stagelopen, met informatie voor leerlingen en bedrijven.
ARBEIDS- en STAGEMARKT
www.kansopwerk.nl : over de arbeidsmarktper spectieven en trends in vele sectoren. Met links naar arbeidsmarktrapporten van de kenniscentra. www.kansopstage.nl : informatie over de kansen op een praktijkleerplek voor mbo’ers. www.beroepeninbeeld.nl : site van de kenniscentra met filmpjes en informatie over een scala aan beroepen. www.stagemarkt.nl : website met de meer dan 210.000 erkende leerbedrijven die regelmatig stageplaatsen en leerbanen aanbieden.
BEGELEIDEN OP DE WERKVLOER www.marktplaatsmbo.nl : kennisplatform met praktijkvoorbeelden, artikelen, notities, les- en filmmateriaal, onder meer over praktijkleren. www.job-site.nl : site van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs met informatie over bijvoorbeeld arbeidsvoorwaarden voor mbo-leerlingen. Kijk bij ‘Jouw mbo-vragen’.
www.ondersteuningleerbedrijven.nl : site om leerbedrijven te ondersteunen bij de invoering van competentiegericht beroepsonderwijs. Met handige pagina’s over bijvoorbeeld begeleiden en beoordelen. www.bpvtoolbox.nl : vol informatie over werkplek leren. Van voorbereiden en matchen tot en met het begeleiden en beoordelen. www.praktijkopleider.nl : site voor iedereen die leerlingen in het bedrijf opleidt. www.vov.be/talentatwerkplek : site met onder meer ‘7 doe-agenda's’ over bijvoorbeeld instructies of feedback geven. www.workplacement.nl : informatie over het organiseren van internationale stages.
OPLEIDEN (ZITTEND) PERSONEEL www.lerenenwerken.nl : informatie over leren, werken en combinaties daarvan, met onder meer een link naar financieel.lerenenwerken.nl met ruim 1400 subsidies en regelingen voor onderwijs en arbeid. www.evcstandaarden.nl : site van Colo over het erkennen van verworven competenties en het Ervaringscertificaat. http://evc.startpagina.nl : handige links rondom het erkennen van verworven competenties. www.ikkan.nl : met onder meer informatie voor werkgevers over regelingen en subsidies bij het in dienst nemen of houden van bijvoorbeeld werklozen of jongeren met een arbeidsbeperking.
LINK BEDRIJFSLEVEN EN ONDERWIJS
www.colo.nl : site van de zeventien samenwerkende kenniscentra met informatie over bijvoorbeeld mbo-kwalificaties, praktijkleren en arbeidsmarkt En natuurlijk de sites van de vier Praktijk-kenniscentra: www.calibris.nl , www.ecabo.nl , www.goc.nl en www.kenteq.nl .
Ook handig
www.werk.nl www.uwv.nl www.belastingdienst.nl
december 2010 PRAKTIJK 37
Nieuws
calibris Beroepenfilms Sport Calibris ontwikkelde nieuwe voorlichtingsfilms voor de sector sport. Deze films laten een eerlijk beeld zien van de beroepen in de sport. Een leerling vertelt hoe haar vak eruit ziet en leidt de kijker rond in haar leerbedrijf. De films voor Sportbegeleider (mbo-niveau 2), Sport- en bewegingsleider (niveau 3) en Sport coördinator BOS medewerker (niveau 4) staan op www. calibris.nl De andere uitstroomrichtingen volgen in voorjaar 2011.
beschrijvingen van de verschillende kwalificaties, nu zijn ook alle uitstroomrichtingen beschreven. De flyers zijn tevens in een nieuw jasje gestoken zodat ze meer de jongeren aanspreken.
ecabo
Regionaal Praktijk examencentrum Om scholen te helpen bij competentiegerichte examinering heeft ECABO een Regionaal Praktijk examencentrum geopend. Daar worden praktijkexamens afgenomen voor adminstratieve, financiële, secretariële en ict mbo-opleidingen. Een verdieping is ingericht als een echt kantoor. De leerlingen doen examenopdrachten in levensechte situaties, waarbij acteurs klanten of collega’s naspelen. Gecertificeerde assessoren observeren de kandidaten. Het RPC dient ook als voorbeeld voor scholen die zelf een praktijkexamencentrum willen oprichten. Meer informatie www.ecabo.nl/rpc.
Winnaar uit Leeuwarden
Uw leerling als ZorgTopper? Calibris houdt weer de ZorgTopperwedstrijd om het vak van verpleegkundige in de schijnwerpers te zetten. In januari en februari 2011 zijn de voorrondes voor derde- en vierdejaars leerlingen Verpleegkunde (niveau 4) op de ROC’s. De kandidaten spelen een waarheidsgetrouwe casus. De regionale winnaars gaan door naar de nationale finale op 24, 25 en 26 maart 2011. De winnaar mag de titel ‘ZorgTopper 2011’ dragen en gaat wellicht naar WorldSkills in Londen. Kent u leerlingen die een ster zijn in hun vak? Meld ze aan via www.ZorgTopper.nl.
SC Cambuur uit Leeuwarden is het Beste Leerbedrijf 2010 van ECABO. De vakjury, met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en onderwijs, vindt dat SC Cambuur een uitstekend opleidings- en stagebeleid neerzet. SC Cambuur biedt door de no-nonsense mentaliteit een inspirerende leeromgeving en doet volop aan maatschappelijk verantwoord ondernemen, aldus de vakjury. Naast SC Cambuur stonden Best4u Media uit Zutphen en Wehkamp.nl uit Zwolle in de finale. Ook werd de Beste Praktijkopleider 2010 van ECABO gekozen (zie p. 26). De filmpjes over de finalisten staan op www.ecabo.nl
Bijzonder drieluik ECABO heeft een bijzonder drieluik uitgebracht over praktijkleren: ‘Ontwerpen van een praktijkgericht curriculum: handreiking voor curriculumbouwers’ (voor wie binnen scholen vorm geeft aan modern praktijkgericht beroepsonderwijs), ‘Werkplekleren: tips voor de opleidingspraktijk’ (voor praktijkopleiders en anderen die willen weten wat een werkplek tot een ware leerplek maakt) en ‘Examinering en de beroepspraktijk: naar een betere borging in de examineringspraktijk’ (voor wie effectief wil examineren). De delen zijn 10 euro per stuk of alle drie samen in een box voor 25 euro. Bestel via www.ecabo.nl.
Word praktijkassessor Sectorboekjes arbeidsmarkt
Beroepenflyers Op www.calibris.nl zijn nieuwe voorlichtingsflyers te bestellen over de beroepen binnen Zorg, Welzijn en Sport. Voorheen waren er alleen
38 PRAKTIJK december 2010
In de serie ‘Perspectief op werken en leren in de economisch-adminstratieve, ICT- en veiligheidsberoepen 2010’ zijn de sectorspecifieke boekjes verschenen. Download de publicaties via www.ecabo.nl (ga naar ‘over ECABO’ > ‘arbeidsmarktonderzoek’).
“Dit is boeiend en leerzaam en een goede voorbereiding op de taak als assessor.” Aldus één van de deel nemers aan de eerste training voor praktijkassessoren bij ECABO. Ze worden in 2½ dag voorbereid op het beoordelen van mbo-leerlingen tijdens praktijkexamens en ook het toetsen van werkervaring in EVC-trajecten. Op 27 januari en 1 en 10 februari is er weer een training. Meer weten:
[email protected]
goc Bent u de beste praktijkopleider? Wie is de beste coach? Wat is het beste leerbedrijf? Wie heeft de meeste vakkennis? Waar leer je het meest in de praktijk? Wie kan motiveren, stimuleren en inspireren? Ook dit jaar organiseert GOC de CreAwards, de verkiezing van de beste praktijkopleider en het beste leerbedrijf van het jaar. Praktijkopleiders en leerbedrijven die willen meedingen naar de titel, kunnen zich tot en met 31 december 2010 aanmelden. Meer informatie en online aan melden op www.creawards.nl.
Bijeenkomsten voor praktijkopleiders Ieder jaar organiseert GOC praktijkopleidersbijeenkomsten in de regio. Boeiende bijeenkomsten die door de praktijkopleiders enthousiast worden ontvangen. Na succesvolle thema’s als ‘Generatie Einstein’ en de ‘Fish Filosofie’ worden de praktijkopleiders in het voorjaar 2011 creatief aan het werk gezet. Houd uw mailbox in de gaten.
Creatieve toekomst!
werkers van bijvoorbeeld het UWV, jongerenloketten, gemeenten en scholen. Het wordt gekoppeld aan de website www.mbocreatieveindustrie.nl.
KENTEQ Help een jongere op weg Jongeren met een arbeidshandicap willen aan het werk. Maar misschien niet op de manier die u verwacht, omdat ze ADHD of een vorm van autisme (ASS) hebben. Kenteq helpt om deze leerlingen in uw bedrijf te begeleiden. MentorPLUS ADHD/ASS bestaat uit een workshop en een aantal bedrijfs bezoeken. Neem contact op met uw opleidingsadviseur, ontvang een voucher van € 1000 en help hen op weg.
Twee keer goud voor Gosse Groningse Vakkanjer Gosse Koerts (uit Kornhorn) is de grote winnaar van het Dutch Open landbouwmechanisatie in Biddinghuizen. Koerts won niet alleen de Nederlandse titel, maar troefde ook de Europese concurrentie af. Tijdens de prijsuitreiking kreeg de Vakkanjer dus twee keer goud. Meld als bedrijf of school ook uw techniektalent aan op www. vakkanjers.nl
Techniekpromotie in Brabant
Wat doet een drukker? Waar werkt een video-editor? Wat maakt een mediavormgever? Wat moet je kunnen als game artist? Met het boekje ‘Creatieve toekomst?!’ geeft GOC antwoord op deze vragen over 22 mbo-beroepen en negen branches in de creatieve industrie. Via zogenaamde QR-codes kunnen de bijbehorende beroepenfilmpjes met de mobiele telefoon bekeken worden. Het boekje. Het boekje is bedoeld voor vmbo-leerlingen, werkloze jongeren en voor mede-
Masterclass ‘leven lang leren’ Een leven lang leren is belangrijk voor de concurrentiepositie van alle bedrijven. Maar wat kunnen werkgevers daarmee voor hun medewerkers. Die vraag staat centraal in een masterclass die Hiteq, centrum van innovatie, begin 2011 biedt voor middelgrote technische bedrijven. Meer informatie of deelnemen? Mail naar:
[email protected].
Geen dubbele dip Industriële bedrijven verwachten geen nieuwe terugslag. Zij denken dat eind 2012 het niveau van voor de crisis weer is bereikt. Ze blijven investeren in research & development en verlangen hetzelfde van de Nederlandse overheid. Dit blijkt uit de halfjaarlijkse FME-conjunctuurtest. Kijk op www.fme.nl (onder ‘actueel’ > ‘nieuws’).
En de winnaar is… Op 2 november maakten de jury van Kenteq en het Maas Geesteranus Fonds de winnaar bekend van de jaarlijkse verkiezing Beste Praktijkopleider. Adri Schepers, werkzaam bij Melamo BV in Helmond, ontving een award en een cheque van 2.000 euro. Beste Leerbedrijf 2010 werd Paree BV Elektro-Telecom te ’s-Heerenhoek.
Het aantal mbo-leerlingen dat voor een technische opleiding kiest in Brabant, is gestegen met 27% in de afgelopen vijf jaar. Dat staat in het rapport ‘Brabant voor techniek’ van de vijf Platforms Promotie Techniek. De provincie ondersteunt de activiteiten met als doel de in- en uitstroom met 15% te laten groeien.
december 2010 PRAKTIJK 39
De acHterKant van…
Jenneke Veen opleidingscoördinator bij Zorgcentra betuweland in bemmel, donatiefunctionaris (organen en weefseldonatie) en verpleegkundige bij Ziekenhuis gelderse vallei in ede
Wat zou je doen als je niet meer hoefde te werken? ik zou lekker veel sporten, op vakantie en naar de sauna gaan. verder zou ik toch bezig blijven met leren en scholing door les te geven in het verpleegkundig vak. ik vind mijn werk gewoon erg leuk! Helemaal omdat ik zo veel verschillende dingen doe.
Welk boek ligt er op je nachtkastje? ik ben net begonnen in ‘taal is zeg maar echt mijn ding’ van pauline cornelisse. Het is erg leuk om te lezen hoe zij met woorden stoeit.
teKst sUZANNe vAN der bUrGT foto rAINIer IseNdAm
Wat vind jij niet kunnen? afspraken niet nakomen en te laat komen. Dat vind ik heel vervelend. Het heeft met motivatie te maken. bij stagiairs wil ik graag een actieve leerhouding zien. als ik dat niet zie, dan bespreek ik dat zeker.
Wat was het meest verassende dat je ooit hebt meegemaakt met een stagiair? ik vind het altijd verrassend om te zien wat er van mijn oud-stagiairs is geworden. laatst kwam ik er een tegen en die was ineens arts! Het is zo leuk dat jouw stagiair een eigen carrière heeft gemaakt of dat het een collega wordt.
Wat was jouw toekomstdroom toen je kind was? ik wilde altijd al zuster in het ziekenhuis worden! onze buurvrouw werkte in het ziekenhuis en van haar kreeg ik spuiten om mee te spelen. Dat heeft zo’n indruk gemaakt, dat wilde ik ook gaan doen.
‘Eén van mijn oudstagiairs bleek ineens arts te zijn”