SCHRIFTELIJKE VRAAG
nr. 441 van BARBARA BONTE datum: 17 maart 2015
aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT
Voetbalfederatie Vlaanderen (VFV) - Autonome werking Door voormalig Vlaams minister van Sport Bert Anciaux werd in 2009 een gedeeltelijke splitsing van de voetbalbond doorgevoerd; de autonome werking en de openbare communicatie van de Voetbalfederatie Vlaanderen (VFV) moesten blijken na de start van de VFV. De werking van de VFV is nog steeds niet conform het decreet op de erkenning en subsidiëring van sportfederaties en er is geen duidelijke afbakening van de bevoegdheden van de KBVB en de VFV. Uit de praktijk blijkt ook dat alle contacten tussen de sportbeoefenaar en de VFV gebeuren via de administratie van de KBVB. 1. Waarom gebeurt een aansluiting van een Vlaamse club op het secretariaat van de KBVB en niet bij de VFV? Hebben de leden van de VFV een eigen Vlaamse lidkaart? Indien niet, waarom? 2. Waarom zijn de clubs van de vijf Vlaamse provincies en de Vlaamse clubs van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest als lid van de VFV ook lid van de KBVB? Bestaat deze dubbele affiliatie ook in de andere erkende Vlaamse sportfederaties? 3. Worden transfers en schorsingen van leden van de VFV uitgevoerd door de VFV of door de KBVB? Indien niet, waarom? 4. Regelt de VFV haar eigen boekhouding en personeelszaken (of doet de KBVB dit)? Indien niet, waarom? 5. Worden de Vlaamse leden van het Uitvoerend Comité van de KBVB aangeduid door de VFV (of door de KBVB)? Indien niet, waarom? 6. Het Uitvoerend Comité (UC) van de KBVB organiseert, bijgestaan door de provinciale comités, het provinciaal voetbal. Waarom organiseert de VFV de provinciale competities niet op autonome wijze? 7. Worden de provinciale competities van de ploegen uit de provincie Vlaams-Brabant geregeld door een Vlaams-Brabants provinciaal comité? Indien niet, waarom? 8. Geldt het huishoudelijk reglement van de KBVB ook voor de VFV? Indien ja, waarom?
9. Waarom worden exclusief Vlaamse bevoegdheden zoals die van de Scheidsrechtersopleiding, Rechtscommissie, Medische commissie, Evocatiecommissie, Statuut van de speler, Controlecommissie, Onderzoekscommissie en Bondsparket van de KBVB niet exclusief door de VFV uitgeoefend? 10. De statutenwijziging van de VFV voorziet 81% van de stemmen van de Algemene Vergadering Hierdoor hebben de clubs van eerste en tweede klasse samen (alhoewel nog niet betrokken bij de VFV) een blokkeringsmogelijkheid. Welke stappen heeft de minister gezet om dit ongedaan te maken? 11. Bestaat er binnen de VFV een instantie met dezelfde bevoegdheden als die van het UC van de KBVB? 12. Heeft de minister al vragen ontvangen van de VFV, de VSF of Bloso om de destijds doorgevoerde splitsing aan de Vlaamse decreten aan te passen? Indien ja, wat gebeurde hiermee? 13. Heeft de minister in de periode 2009-2014 en in de periode 2014-2015 al controles uitgevoerd en initiatieven genomen opdat de VFV zou kunnen handelen als autonome federatie (zoals alle andere erkende sportfederaties)?
PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT
ANTWOORD
op vraag 441 van 17 maart 2015 van BARBARA BONTE
1. Voormalig minister Anciaux besliste dat hij akkoord kon gaan met het feit dat de KBVB een aantal diensten uitvoert voor rekening van de VFV zoals de administratieve afhandeling van de club- en ledenadministratie. Er wordt voorzien in een dubbele affiliatie. Een aansluiting bij de VFV leidt automatisch tot een aansluiting bij de KBVB. De aansluitingsprocedure bij de VFV verloopt vandaag volledig digitaal via de softwaretoepassing E-KickOff. Een aangesloten lid ontvangt in deze procedure geen lidkaart meer. Bij wedstrijden controleert de scheidsrechter via E-KickOff en de identiteitskaart van de betrokken speler of hij aangesloten is bij de betrokken sportclub. 2. Er is binnen de KBVB/VFV beslist tot dubbele affiliatie. In andere Vlaamse sportfederaties bestaat een dergelijke dubbele affiliatie van de clubs niet, wel houdt voor de sportbeoefenaars het lid zijn van de Vlaamse unisportfederatie tevens het (onrechtstreeks) lidmaatschap in van de Belgische koepelfederatie, wat op zich noodzakelijk is voor de internationale doorstroming. 3. Artikel 4 van het huishoudelijk reglement van de VFV bepaalt het volgende: “De disciplinaire en rechtsprekende bevoegdheid komt toe, binnen de in het reglement van de KBVB vermelde beperkingen, aan de algemene vergaderingen en bondsinstanties, waaraan dergelijke bevoegdheid verleend werd”. Artikel 1701 van het KBVB reglement bepaalt dat de bondsjurisdictie door de VFV zelf gebeurt voor wat betreft het Amateurvoetbal binnen het Vlaams Gewest, met uitzondering van het Amateurvoetbal in de sportieve zone Brabant en het Amateurvoetbal in de nationale afdelingen. In deze gevallen gebeurt de bondsjurisdictie door de KBVB in samenwerking met de VFV en de ACFF. 4. De dienstverleningsovereenkomst gesloten tussen de VFV en KBVB omvat o.a. de administratieve afhandeling van personeelszaken en de boekhoudkundige verwerking van de ontvangsten en uitgaven van de VFV, volgens het rekeningstelsel zoals voorgeschreven door het decreet van 13/07/2001, en volgens de richtlijnen van de penningmeester van de VFV. 5. Het Uitvoerend Comité van de KBVB is een verkozen instantie die in de praktijk paritair is samengesteld. De leden worden verkozen door de nationale algemene vergadering, de Vlaamse leden worden dus niet rechtstreeks aangeduid door de VFV. 6. Artikel 2 van het huishoudelijk reglement van de VFV bepaalt dat alle kampioenschappen in de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen en WestVlaanderen autonoom georganiseerd worden door de VFV. Ook in het reglement van de KBVB wordt uitdrukkelijk opgenomen dat de organisatie van deze kampioenschappen de uitsluitende bevoegdheid is van de VFV ( art. 1501). Artikel 4 van het huishoudelijk reglement van de VFV bepaalt verder dat voor wat betreft de competities die de VFV alleen beheert, de organisatie en het beheer van de voetbalsport, conform de statuten van de vzw VFV, het huishoudelijk reglement van de VFV en het reglement van de KBVB, onder de bevoegdheid van de algemene
vergadering van de VFV en van de bondsinstanties voorzien in het reglement van de KBVB vallen. 7. De kampioenschappen in de sportieve zone Brabant worden georganiseerd door de KBVB, in samenwerking met de VFV en ACFF. Het betreft de - Provinciale herenkampioenschappen en hun reserven - Provinciale kampioenschappen voor dames seniores - Provinciale en gewestelijke jeugdkampioenschappen 11/11 - Provinciale en gewestelijke jeugdwedstrijden 8/8 en 5/5, die een opgemaakte kalender afwerken zonder resultaten. 8. Het KBVB-reglement geldt inderdaad ook voor de VFV. Dit is uitdrukkelijk opgenomen in het huishoudelijk reglement van de VFV. 9. Conform mijn antwoord op vraag 8 worden deze bevoegdheden in de VFV reglementering volledig doorgeschoven naar de KBVB reglementering en zijn er afspraken hieromtrent tussen KBVB en VFV. 10. Hiervoor werden nog geen stappen gezet tot op heden. Met het oog op het nieuwe decreet op de sportfederaties dat nu wordt uitgewerkt en in voege zal gaan vanaf 1/1/2017 zal zeker overleg opgestart worden met de VFV om de afspraken die destijds door minister Anciaux werden gemaakt te herbekijken. 11. Er bestaat geen gelijkaardige instantie met dezelfde bevoegdheden binnen de VFV. Het Uitvoerend Comité van de KBVB is - de algemene vergadering van de vzw KBVB - het beheersorgaan van de feitelijke vereniging KBVB De taken van het Uitvoerend Comité als beheersorgaan van de feitelijke vereniging KBVB zijn in het algemeen (art. 231 bondsreglement KBVB): 1° te waken over de naleving van het bondsreglement en desgevallend hiertoe opdracht geven aan het Bondsparket om een evocatieverzoek in te dienen; 2° de algemene vergaderingen te organiseren; 3° de agenda van de algemene vergadering aan te vullen; 4° alle reglementsteksten uit te werken; 5° het reglement te interpreteren, en deze interpretatie voor te leggen aan de Nationale Studiecommissie; 6° de leden van de bondscommissies te benoemen. Indien het gaat om commissies die uitsluitend beheerd worden door de ACFF, respectievelijk de VFV, worden deze benoemd enkel door de leden die deel uitmaken van de ACFF, respectievelijk de VFV; 7° onder voorbehoud van goedkeuring door de algemene vergadering, contracten of overeenkomsten af te sluiten met andere bonden, sportieve groeperingen of sportorganismen; 8° alle maatregelen van algemene aard te nemen die nuttig zijn om de goede werking van de feitelijke vereniging KBVB te garanderen. 12. Het Bloso bezorgde mij op 1 juli 2010 een stappenplan, dat verschillende keren werd geüpdatet, om de autonomie van de VFV te bewerkstelligen. Dit waren steeds (kleine) stappen in de goede richting. Maar zoals ook aangegeven in mijn antwoord op vraag 10 zal dit stappenplan in overleg met de VFV grondig herbekeken worden in functie van het nieuwe decreet op de sportfederaties. Dit biedt immers die ideale gelegenheid om tot grotere concrete realisaties te komen. 13. Bloso heeft in 2013 een financiële controle uitgevoerd bij de VFV met betrekking tot de dossiers 2012. Hierbij werden geen onregelmatigheden vastgesteld en blijkt de VFV over voldoende eigen uitgaven te beschikken om de subsidies te verantwoorden.
Daarnaast werden een aantal stappen genomen in de veruitwendiging van de VFV. Zo tekende de VFV in op de facultatieve opdracht jeugdsport, waarbij de subsidies rechtstreeks naar de Vlaamse jeugdvoetbalclubs gaan en waarvoor een eigen financiële inbreng van minimum 25% vanuit de VFV zelf vereist is. In het kader van de kaderopleiding wordt er zeer intensief en kwaliteitsvol samengewerkt tussen de Vlaamse Trainersschool en de VFV wat resulteert in een groot aantal gekwalificeerde voetbaltrainers die jaar na jaar opgeleid en gediplomeerd worden. Op dit vlak vervult de VFV zeker een voorbeeldrol. De Vlaamse topsportmiddelen t.a.v. de topsportwerking voetbal, worden door Bloso enkel aangewend om de topsportprogramma’s onder bevoegdheid van de VFV te financieren. Het betreft enerzijds de 5 Vlaamse topsportscholen voetbal waarvoor de VFV exclusief bevoegd is voor het programma en de omkadering, en anderzijds de nationale jeugdploegen tot en met U19 heren en dames, waar VFV inspraak heeft inzake de doelstellingen, de selectie, het programma en de omkadering. Er werd ook overleg gepleegd met de VFV in functie van het aanpassen van bepaalde zaken in hun tuchtreglementering, waardoor verschillende niet conforme passages reeds werden aangepast.