Inhoud
3
VOORWOORD 5 1. DE ORGANISATIE 7
1.3 Missie, visie en waarden 1.4 Organisatie-inrichting 1.4.1 Structuur 1.4.1.1 Bestuur en management 1.4.1.2 Bestuurlijke activiteiten(nieuw) 1.4.1.3 Organogram(nieuw) 1.4.2 Werkplaatsen 1.4.3 Activiteiten
2. BELEID EN STRATEGIE
2.1 2.2
3. SAMENWERKINGSVERBANDEN
3.1
4.1 Personeelsbeleid 4.1.1 Aantallen en verdeling personeelsleden 4.1.2 Ouderschapsverlof 4.1.3 In- en uitstroom 4.1.4 Mobiliteit 4.1.5 Verzuimbeleid 4.1.6 Arbeidszorg 4.1.7 Veiligheid en preventie op het werk 4.2 Taakstelling, verantwoordelijkheden en bevoegdheden 4.3 Opvolging en bevorderen van het functioneren van de medewerkers 4.4 Betrokkenheid van omkaderingsmedewerkers 4.5 Vorming, training en opleiding 4.5.1 Opleidingen 2014 4.5.2 Competentiemanagement 4.5.3 Situationele tools 4.5.4 Persoonlijke ontwikkelingsplannen 4.5.5 Project arbeidszorg doorstroom
5.1 Perceptiemetingen 5.2 Prestatie-indicatoren 5.2.1 Arbeidsongevallen 5.2.2 Vaststellingen en tendensen 5.2.3 Woon-werk ongevallen
5. RESULTATEN BIJ ONZE MEDEWERKERS
6. MIDDELEN
30
35
39
7.1 Identificeren en ontwerpen 7.2 Beheersen 7.3 Verbeteren en vernieuwen
8. RESULTATEN VOOR DE SAMENLEVING
21
6.1 Beheer van infrastructuur, uitrusting en middelen 6.1.1 Infrastructuur 6.1.2 Onderhoud 6.1.3 Materialenbeleid 6.2 Financieel beheer
7. ONZE PROCESSEN
19
Strategische partnerschappen
4. MENSEN: ONZE MEDEWERKERS
17
Strategische doelen Operationeel plan
41
8.1 Afval 8.2 Elektriciteit 8.3 Waterverbruik 8.4 Gevaarlijke stoffen
9. RESULTATEN BIJ ONZE KLANTEN
9.1 Perceptiemetingen 9.2 Prestatie-indicatoren
10.1 10.2
10. SLEUTELPRESTATIERESULTATEN Registraties, metingen en resultaatevaluaties Opvolging en waardering door de bestuursorganen
45
47
JAARVERSLAG 2014
4
5
Voorwoord Geachte lezer(es), 2014 was een feestjaar voor Bewel. We hebben er een erezaak van gemaakt om zoveel mogelijk doelgroepmedewerkers te betrekken bij ons 50-jarig bestaan. En dat is ons aardig gelukt. Samen ontbijten in de werkplaats, feesten in het stadion van Genk, vrienden en familie de werkplek laten meebeleven, de vrienden van Bewel vergasten op een event in C-mine, het is maar een greep uit wat er allemaal te beleven viel. 2014 was ook een scharnierjaar. Er vond een aflossing van de wacht plaats. Na de bestuurlijke wissel van 2013, volgde in 2014 het directieniveau. Algemeen directeur Patrick Nelissen ging uit dienst. Een andere jarenlange sterkhouder, productiedirecteur Roger Opdenacker, zet een stap opzij, maar blijft zijn beste krachten voor Bewel inzetten. Wij danken beiden voor hun jarenlange inzet. Het bestuur vroeg Eric Bonneu om het roer over te nemen en ging daarna op zoek naar nog meer onbevangen talent. Op de valreep besliste de nieuwe Vlaamse regering immers om het maatwerkdecreet onverkort in te voeren. Daarnaast vereist ook de snel wijzigende economische context van Limburg een andere aanpak. Tegelijk kloppen kleinere maatwerkbedrijven en nieuwe initiatieven niet vergeefs aan onze deur met vragen naar ondersteuning en samenwerking. Al deze nieuwe elementen vereisen een doorgedreven veranderingsmanagement. Er werd intussen hard gewerkt in 2014. Daardoor konden we de werkgelegenheid behouden en een zeer goed bedrijfsresultaat voorleggen. Tegelijk handhaafden we onze eigen standaard van kwaliteit en veiligheid en werd om die reden voor het eerst op eigen initiatief een enclave beëindigd.
Werkplaats Hasselt - verpakking
Er blijft met al die veranderingen gelukkig ook een constante in ons Bewel verhaal. Naast de doelgroep is er de duurzaamheid. Om dit laatste kracht bij te zetten hebben we beslist om vanaf dit jaar ons jaarverslag in het sjabloon van het duurzaamheids
rapport te presenteren. We beschouwen dit niet als een opgave, doch verwelkomen het inzicht van onze overheid dat ondernemen zonder rekening te houden met sociale en ecologische dimensies geen toekomst heeft. Deelname aan het arbeidsproces is niet alleen een bron van inkomen voor mensen met een beperking, het biedt hen ook een volwaardige plaats aan in de samenleving, en levert daardoor een bijdrage aan de noodzakelijke structuur van onze maatschappij. Tewerkstelling blijft dus het centraal thema in dit rapport. Bij de keuze van en de wijze waarop onze productie en diensten worden aangeboden, gaan we milieudoelstellingen zoals ons aandeel in energiesparen, emissiereductie en hergebruik monitoren en over de nodige graad van harmonie tussen de medewerker en zijn of haar werk rapporteren. Dit rapport geeft u de status van voortgang van ons, en dus ieders, Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Veel leesgenot! Koen Albregts Voorzitter Bewel
JAARVERSLAG 2014
6
7
1 1 | De organisatie 1.1 In memoriam In 2014 gingen volgende personeelsleden van ons heen: • • • • •
Berx Gilbert, WP Hasselt Hermans Ria, WP Tessenderlo Putzeys Luc, WP Hasselt Sevens Huguette, WP Neerpelt Vossen Sylvain, WP Maaseik
Wij danken hen voor hun inzet en bijdrage in de werking van Bewel en voor hetgeen zij betekend hebben als medewerker, collega en vriend. Wij bieden onze oprechte deelneming aan hun familieleden en nabestaanden aan.
Werkplaats Hasselt – Schilderwerken
Werkplaats Maaseik - Cleanroom
JAARVERSLAG 2014
8
1.2 Vroeger en nu
9
1.3 Missie, visie en waarden
De basis
Bewel nú
Missie
Waarden
In 1963 wordt de wet gestemd op ‘de sociale reclassering voor mindervaliden’. Deze wet maakte de oprichting van Bewel mede mogelijk. Ze voorziet immers subsidies voor organisaties die personen met een handicap tewerkstellen.
Vandaag is Bewel een dynamische organisatie met 10 vestigingen verspreid over de provincie Limburg.
Bewel stelt “Kwalitatieve tewerkstelling creëren voor personen met een arbeidshandicap” voorop: • vanuit een maatschappijgerichte visie,
Bewel wil handelen vanuit volgende waarden:
Bewel stelt meer dan 1.800 mensen tewerk. Ongeveer 85% van de medewerkers heeft een arbeidshandicap.
• door het leveren van kwaliteitsvolle producten en diensten,
De oprichting Op 19 augustus 1964 ziet Bewel, beschermde werkplaatsen Limburg, het levenslicht. Een vereniging zonder winstgevend doel. De eerste werkplaats opent in de oude keramiekfabriek aan het Kolonel Dusartplein in Hasselt. De samenstelling Bewel is van bij de start een pluralistische vereniging. Met vertegenwoordigers uit private én officiële instanties. Confessionele of politieke overtuigingen zijn van geen belang. De sociale doelstelling primeert.
De laatste jaren werd met de enclavewerking een organisatievorm gevonden die de binding met de klant bevordert, waardoor de werkgelegenheid van de doelgroep fundamenteler ondersteund wordt. De doelgroepmedewerkers gaan onder begeleiding van omkaderingsleden bij de klant in huis taken uitvoeren die omwille van logistieke redenen niet naar onze werkplaatsen verplaatst worden. Zowel de doelgroepmedewerkers, de omkadering en de klanten zijn enthousiast over deze nieuwe manier van werken. Het geeft Bewel ook een stuk meer flexibiliteit om met maatwerk in te spelen op de noden van de klanten.
De groei In de jaren ’60 krijgen na Hasselt ook Heusden, Neerpelt en Tongeren een eigen werkplaats. De Hasseltse werkplaats verhuist in 1969 naar een nieuwbouw aan de Gouverneur Verwilghensingel. In 1985 zal een nieuwe verhuis volgen naar de huidige locatie aan de Kiewitstraat. Het netwerk Vanaf de jaren ’70 breidt het netwerk gestaag verder uit. Er komen werkplaatsen in Diepenbeek, Genk, Opglabbeek, Maaseik, Sint-Truiden en Tessenderlo. De hoofdzetel verhuist naar de Ginderoverstraat in Diepenbeek.
Er zijn enkele belangrijke aandachtspunten m.b.t. enclavewerking, zoals de beperkte mobiliteit van onze medewerkers en de moeilijkheid om de zwakste medewerkers in enclaves in te schakelen. Als direct gevolg van de stijgende enclavetewerkstelling wordt de Bewel-infrastructuur minder gebruikt. Daarom werd in 2014 initiatief genomen om onze werkplaats in Genk te koop aan te bieden.
• in een aangepaste efficiënte, klantvriendelijke en milieubewuste organisatie, • met de inzet van bekwaam personeel in een aangename en motiverende arbeidsorganisatie, • met de ingesteldheid dat elke ervaring kan bijdragen tot leren en verbeteren, • binnen de beschikbaar gestelde en gegenereerde financiële middelen. Visie Bewel beoogt: • in de provincie Limburg een waardevol en groeiend tewerkstellingsaanbod te blijven bieden voor personen met een arbeidshandicap, met bijzondere aandacht voor personen met een handicap die over zeer beperkte arbeidsmogelijkheden beschikken. • zich af te stemmen en te anticiperen op actuele en toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen en zienswijzen inzake:
1. Pluralisme Respect voor ieders overtuiging, voor zover deze geen benadeling van anderen inhoudt. 2. Uniciteit Respect en aandacht voor het unieke van ieder individu met eigen mogelijkheden, ambities, noden en beperkingen. 3. Overleg - samenwerking - partnerschap Denken en handelen vanuit gemeenschappelijke belangen en doelstellingen brengt iedereen het verst; organisatie, medewerkers en externe personen en instanties. 4. Engagement – betrokkenheid Ruimte voor ieders inbreng, ideeën en werkkracht leidt het meest tot voldoening en resultaat. 5. Efficiëntie Doordacht handelen, met het oog op de onmiddellijk juiste keuze inzake middelen en methoden met spaarzaam gebruik van energie en grondstoffen. 6. Veiligheid en gezondheid Aandacht en zorg voor veiligheid en gezondheid: m.a.w. de zorg voor veilige arbeidsomstandigheden en afgeleverde producten, aandacht voor gezonde arbeids- en leefgewoonten.
• arbeidsorganisatie, • de zorg voor een gezond leefmilieu, • het voortbrengen van veilige en consumentvriendelijke producten. • de betrokkenheid en competentie van omkaderingspersoneel en doelgroepwerknemers te bevorderen.
7. Milieu Erkennen van de milieubelangen. Naleving van de milieuwet- en regelgeving. Beperking van de hinder voor het leefmilieu en de omgeving rekening houdend met de best beschikbare techniek.
10
JAARVERSLAG 2014
1.4 Organisatie-inrichting
Raad van Bestuur: De Raad van Bestuur staat in voor het beleid en het beheer van de vzw Leden: Koen Albregts, voorzitter Mevr. Rita Creemers Dhr. Eddy Denayer Mevr. Lieve Dierickx Dhr. Marc Geerts Dhr. Paul Geraets Mevr. Philomène Hansen Mevr. Gaby Jaenen Dhr. Valère Konings Dhr. Bart Lodewijckx Dhr. Berti Melard Mevr. Marijke Peumans Dhr. Marcel Plessers Dhr. Guido Renckens Dhr. Jurgen Reniers Mevr. Nancy Sanen Dhr. Jos Schouterden Mevr. Ellen Sleeuwaert Dhr. Etienne Steegmans Dhr. Jos Thys Dhr. Georges Vols
Bewel maakt deel uit van de sector van de Beschutte Werkplaatsen. In Vlaanderen zijn er 67 erkende beschutte werkplaatsen, ondergebracht in 52 vzw’s. De sector stelt iets meer dan 16.500 personen met een arbeidshandicap tewerk. De Limburgse beschutte werkplaatsen vormen samen de Provinciale Federatie van Beschutte Werkplaatsen Limburg, met als voorzitter dhr. Koen Albregts.
1.4.1. Structuur 1.4.1.1 Bestuur en management De verantwoordelijkheid voor de organisatie ligt bij de volgende bestuursorganen:
Dagelijks Bestuur: - Opvolging van de operationele werking - Voorbereiding van het beheer en beleid van de vzw - Concretisering van beleidsvisies vanuit de Raad van Bestuur Leden: Dhr. Koen Albregts, voorzitter Mevr. Hilde De Wilde Dhr. Marcel Kellen Mevr. Hilda Martens Dhr. Johnny Nelissen Dhr. Jos Polleunis Dhr. Nico Schepers Dhr. Wim Van Looy
11
Algemene Vergadering: Goedkeuring voor begroting en rekeningen. Naast de leden van de Raad van Bestuur, zijn ook volgende personen lid van de algemene vergadering: Mevr. Karen Beuckx Mevr. Carina Driessens Dhr. Marc Martens Dhr. Patrick Ruppol Dhr. Paul Scheelen Mevr. Diane Schraepen Dhr. Jos Stalmans Mevr. Godelieve Sterken De Algemene Vergadering van Bewel komt twee keer per jaar samen, de Raad van Bestuur tweemaandelijks. Het Dagelijks Bestuur vergadert maandelijks. De Bestuursorganen kennen volgende procentuele samenstelling: M
Groepsfoto Dagelijks bestuur
DB 75% RVB 68% AV 56%
V
25% 32% 44%
< 30j
30j-50j
> 50j
4%
13% 21% 22%
87% 75% 78%
Directieteam: heeft de dagelijkse leiding en focust hierin zowel op het beleidsmatige als op het operationele. In 2014 bestond het directieteam uit: Eric Bonneu, algemeen directeur Roger Opdenacker, productiedirecteur Stefan Steegen, commercieel directeur Marc Steegmans, IT directeur Wim Stesmans, facilitair directeur Erwin Vanderlinden, kwaliteitsdirecteur Claudia Vrancken, financieel directeur Liliane Weustenraed, personeelsdirecteur
1.4.1.2 Bestuurlijke activiteiten De raad van bestuur vergaderde zes maal in 2014. De vergadering van het dagelijks bestuur vond maandelijks plaats. De raad van bestuur en het dagelijks bestuur verleenden hun goedkeuring aan volgende belangrijke aangelegenheden: Algemeen Beleid - Activiteitenverslag 2014 - Doelstellingen 2015 en evaluatie doelstellingen 2014 - Verkoop werkplaats Genk Personeel - Het personeelsbehoeftenplan 2015 en de aanwerving van personeel conform het personeelsbehoefteplan van 2014 - Aanpassing organogram - Het toekennen van attenties, als waardering, aan het personeel voor hun inzet: geschenkencheques, Sinterklaaspakket, een personeelsfeest in de vorm van een uitstap voor de doelgroepwerknemers en een avondfeest voor het omkaderingspersoneel. Financieel - Alle belangrijke aankopen gedaan in 2014 - Balans en exploitatierekening 2014 - Voorzieningen van groot onderhoud en herstellingen - Goedkeuring investeringsbegroting 2015 - Goedkeuring begroting 2015
JAARVERSLAG 2014
12
1.4.1.3 Organisatieschema
Productiemedewerkers
13
JAARVERSLAG 2014
14
1.4.2 Werkplaatsen
1.4.3 Activiteiten
De vzw Bewel groepeert 10 beschutte werkplaatsen (10 vestigingen) in Limburg, België. De hoofdzetel bevindt zich in Diepenbeek. We beschikken over 8 erkenningen van het Vlaams Subsidie-agentschap voor Werk en Sociale Economie.
De voornaamste activiteiten van Bewel situeren zich in de volgende sectoren:
Geografisch nabije werkplaatsen dragen eenzelfde erkenningsnummer: • BW-33 BEWEL DIEPENBEEK, Ginderoverstraat 143, 3590 Diepenbeek en BEWEL HASSELT, Kiewitstraat 213, 3500 Hasselt • BW-56 BEWEL HEUSDEN-ZOLDER, Terrillaan 2, 3550 Heusden-Zolder • BW-77 BEWEL NEERPELT, Boseind 50a, 3910 Neerpelt • BW-99 BEWEL TONGEREN, Heesterveldweg 14a, 3700 Tongeren • BW-110 BEWEL GENK, L. Londotstraat 3a, 3600 Genk en BEWEL OPGLABBEEK, Industrieweg Noord 1162, 3660 Opglabbeek • BW-112 BEWEL MAASEIK, Jagersborg 1313, 3680 Maaseik • BW-135 BEWEL SINT-TRUIDEN, Schurhovenveld 1220, 3800 St.-Truiden • BW-201 BEWEL TESSENDERLO, Ravenshout 6023, 3980 Tessenderlo
Verpakken Bewel kan compacte of volumineuze verpakkingen, in kleine of in massahoeveelheden, verwerken. Deze activiteiten vinden plaats in diverse afdelingen: in krimpfolie verpakken, machinaal blisteren, kuipvorming, flowpack verpakkingen, banderolleren, ultrasoon lassen, ompakken en displays samenstellen. Werkplaats Tessenderlo is gespecialiseerd in het verpakken van voedingswaren. Cleanroom In sommige omstandigheden kan stof grote schade veroorzaken, denk bv. aan de steriele ruimten in ziekenhuizen, gevoelige productieprocessen of de verfafdeling in een autofabriek. Ook Bewel is vertrouwd met dergelijke stofarme productieomgevingen. Voor de medische wereld assembleren en verpakken we in cleanrooms klasse ISO 8. Ook het zeefdrukken van spuiten gebeurt onder stofarme omstandigheden. De medewerkers in de cleanroom krijgen een gerichte training. Zij kennen het belang van hygiëne, gezondheid en steriliteit. Al hun handelingen gebeuren dan ook met de grootste omzichtigheid. Hun ervaring en de hightech installaties garanderen een vlotte en accurate afhandeling. Industriele zeefdruk Bewel beschikt over een zeefdrukkerij met een uitgebreid machinepark dat grote oplages mogeljk maakt. Dankzij jarenlange expertise zijn tal van druktechnieken mogelijk zoals zeefdruk, tampondruk, foliedruk en ronddruk. We bedrukken gespoten of geblazen kunstoppervlakken, glas, porselein, hout en metaal. Medisch materiaal wordt bedrukt in een speciale stofarme ruimte. Verder beschikt Bewel over een offsetdrukkerij die de mailingafdeling en de boekbinderij ondersteund. Moderne drukpersen en automatische plooi machines zorgen voor kwaliteit en tijdswinst. Men drukt er o.a. omslagen, briefhoofden,
naamkaartjes, magazines, kleine affiches, folders en geboortekaartjes. En er worden tot slot ook documenten gekopieerd en geplooid. Textielconditionering In de afdeling textielconditionering worden prijzen, labels en barcodes op kledingstukken gezet en etiketten en beveiligingen aangebracht om ze vervolgens op kapstok te hangen. Daarna worden de kledingstukken gestoomd, gesorteerd op maat of kleur en waar nodig geretoucheerd en verpakt. Onze jarenlange samenwerking met grote ketens zoals JBC en C&A bewijst dat dit alles uiterst professioneel gebeurt. Onderhoud: groenzorg & schilderwerken Onze ervaren tuinmannen gebruiken hun groene vingers in onderhoud van tuinen en parken, in het verwijderen van herfstbladeren, in groenonderhoud op begraafplaatsen en bij onkruidbestrijding. Andere buitenactiviteiten die de Bewel groendienst verzorgt, zijn kleine verhardingswerken, verzamelen van zwerfvuil, winteronderhoud van holle wegen, onderhoud van voet- en wandelpaden en het verwijderen van Amerikaanse vogelkers. Bewel beschikt tevens over een professionele schilderploeg met de nodige technische achtergrond. Deze verzorgt diverse plamuurwerken alsook de uitvoering van kleine herstellingen, het opschuren en verven van deuren, het reinigen en verven van muren en plafonds, speciale verfwerken (bv. borduurstenen, stootmuren,…), breekwerken enz. Mailings sorteren, verwerken, verzenden Eén afdeling van Bewel houdt zich uitsluitend bezig met mailings. De klant bezorgt ons een adressenbestand, wij staan in voor de handling van de zending: het verzamelen en onder omslag brengen, personaliseren, etiketteren, postklaar maken en verzenden, stockeren, in kokers, pakketten of gadgets verpakken en het onder folie brengen van mailings. En dit voor zowel nationale als internationale mailings. Dankzij een contract met bpost en een eigen PB-nummer geniet de klant altijd van het meest voordelige tarief en verlopen de verzendingen sneller én betrouwbaar.
15
Assemblage & montage Bewel staat ook in voor manuele taken zoals het (elektro)monteren, sorteren, controleren en samenstellen van displays. Eigenhandig ontwikkelde mallen en hulpmiddelen garanderen een foutloos traject in elektromontage, draadsets, stuurkasten, verlichtingsapparatuur en bekabelingen. Er wordt ook mechanisch gemonteerd: auto-onderdelen, fietsen, medisch materiaal, metalen en plastic onderdelen. In het atelier kan men ook terecht voor lichte metaalbewerking, ontbramen, controleren, sorteren en overkeuren. Stikwerken: stikken, labelen, ... In onze afdeling stikkerij kunnen klanten terecht voor specifieke confectieopdrachten (omzomen en overlocken, aanpassingen aan kledij, vervangen van innaai-etiketten, drukknopen en ritssluitingen) en voor meer industrieel stikwerk (o.a. van bumperhoezen, tassen voor plofkoffers, zitjes voor viskorven, gewichtzakjes en kussens voor kinesitherapie). Logistiek Vermits Vlaanderen hoe langer hoe meer evolueert naar een logistiek centrum biedt Bewel aan logistieke bedrijven ondersteuning in hun niet-kernactiviteiten door tijdelijke opslag, orderpicking, rework, lossen en laden, cyclische voorraadtellinge… Bewel beschikt momenteel over 60.000 m² werken magazijnruimte. Maatwerk: oplossingen op maat van het bedrijf Bewel is een moderne organisatie. Eén van onze troeven is de mogelijkheid om flexibel in te spelen op vragen en noden van klanten. Het team van de arbeidsvoorbereiding kijkt samen met de klant naar mogelijke oplossingen voor een productieprobleem. Bewel is een grote en een heel diverse organisatie, waardoor we op veel verschillende vlakken een probleemoplosser kunnen zijn. We zoeken of we klantenvragen in huis kunnen oplossen, eventueel zelfs door eigen investeringen. Indien het niet binnen Bewel op te lossen is, kan altijd de enclavewerking ingezet worden.
JAARVERSLAG 2014
16
De meeste klanten van Bewel zijn in België en dan met name in de provincie Limburg gevestigd. Enkel onze zeefdruk heeft een internationale afzetmarkt met klanten in Nederland en Duitsland. Bewel is actief in zowel de openbare als de privésector. Onze groendienst voert bijna uitsluitend opdrachten uit voor steden en gemeenten en nutsbedrijven. De boekbinderij werkt o.a. voor steden en gemeenten (ook buiten Limburg) en voor ziekenhuizen. In de privémarkt zijn we actief in heel uiteenlopende sectoren: de voedingsindustrie, textielindustrie, de medische wereld, automotive, bouwnijverheid, de transportsector, elektronicasector en we leveren diensten aan de logistieke sector.
17
2 Enclave Met een steeds groeiend aantal klanten gaat Bewel een enclavewerking aan. Hierbij gaan onze doelgroepmedewerkers, onder permanente begeleiding van monitoren, bij de klant in huis aan de slag. Zij worden meer en meer een integraal onderdeel van het productieproces van de klant. Onze doelgroepmedewerkers komen hierdoor in direct contact met het normale economische circuit. Aan klanten biedt de enclavewerking meer flexibiliteit en snelheid en een vermindering van transportkosten.
2 | Beleid & Strategie 2.1. Strategische doelen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen zit in het DNA van Bewel. Door de aard van de organisatie is Bewel al geruime tijd - zonder het zo te benoemen - bezig met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Het was van meet af aan duidelijk dat we naar een evenwicht moesten zoeken tussen het economische, het sociale en het milieu. En tussen mannen, vrouwen, autochtonen en allochtonen, zeker in het multiculturele Limburg van de jaren zestig. Vorig jaar officialiseerden we het MVO in een eerste duurzaamheidsverslag. Dit duurzaamheidsverslag werd als basis gebruikt voor dit jaarverslag. Als we even stilstaan bij de maatschappelijke meerwaarde die beschutte werkplaatsen kunnen bieden, dan moeten we vooral aandacht besteden aan de meerwaarde voor onze doelgroepmedewerkers zelf. Door hun tewerkstelling krijgt isolement geen kans en kunnen ze een eigen inkomen verwerven en financieel onafhankelijk leven. Ze komen in een organisatie terecht waar hun beperkingen aanvaard en hun capaciteiten gewaardeerd worden. En net zoals voor iedereen op de arbeidsmarkt, brengt tewerkstelling structuur en creëert het een gevoel van eigenwaarde. Op deze manier levert de tewerkstelling in een beschutte werkplaats ook een gepaste bijdrage naar inclusie.
Werkplaats Hasselt - Textielconditionering
Bewel hecht er ook veel belang aan om een bijdrage te leveren aan goede doelen. Elk jaar kiezen we er voor om geen relatie- of eindejaarsgeschenken uit te delen of te ontvangen. In plaats daarvan maken we een schenking over aan een goed doel. In 2014 besliste het bestuur om 2.500 euro te doneren voor de organisatie van een voetbaltornooi tussen de Limburgse G-voetbalploegen. Deze gehandicaptenploegen steunen volledig op schenkingen en vrijwilligers en tellen een heel aantal van onze doelgroepmedewerkers onder hun leden. Elk bedrijf heeft impact op de omgeving. Door het soort activiteiten dat Bewel uitvoert, hebben we echter slechts een beperkte impact. We hebben dan ook enkel klasse 2 en klasse 3 milieuvergunningen.
JAARVERSLAG 2014
18
3
2.2 Operationeel plan Elk jaar worden er door de directie doelstellingen opgesteld, die bekrachtigd worden door het bestuur. Bij de opmaak van de doelstellingen wordt rekening gehouden met de missie van Bewel, de organisatieontwikkeling en het maatwerkdecreet. Voor elke hoofddoelstelling wordt een directielid aangesteld als piloot. Hij of zij zorgt voor de projectmatige opvolging van de actieplannen die uit deze hoofddoelstelling voortvloeien. De voortgang doorheen het werkjaar wordt getoetst via KPI’s (sleutelprestatie-indicatoren) die maandelijks besproken worden in het directieoverleg en gerapporteerd worden aan het Dagelijks Bestuur. In 2014 werden onder meer de volgende doelstellingen geformuleerd: - De ontwikkelde methodiek rond projectwerking verder uitbouwen en embedden in de organisatie. - Betrokkenheid omkadering verhogen naar Missie/Visie/Waarden - Reorganisatie van de productie ifv wijzigende activiteiten, werkomgevingen, het maatwerkdecreet en clustervorming. - Finaliseren van het algemeen beleidsplan periode 2014 -2019, rekening houdend met het maatwerkdecreet - Behoud van tewerkstelling (aantal uren tewerkstelling doelgroepwerknemers), ondanks het verlies van enkele belangrijke opdrachten door het verhogen van de offertes 2014 van 10 miljoen euro (2013) naar 15 miljoen euro en dit met een slaagpercentage van 40% - Het finaliseren van de functiebeschrijvingen voor alle omkaderingspersoneel. De functiebeschrijvingen gebruiken als basis voor implementatie van planningsgesprekken/functioneringsgesprekken en als basis voor werving en selectie Uitbouw van een vormingsteam: - Aanwerven van een coördinator vorming en opleiding - Opmaak van een Vorming- en trainingsplan - Tekorten aan vorming en opleiding wegwerken
19
Aanwezigheid verhogen door: - het verderzetten van het in 2013 geïntroduceerde aanwezigheidsbeleid - het starten van een verbetertraject mbt arbeidstevredenheid: - het verlagen van het ziekteverzuim van de • doelgroepmedewerkers naar 13% • valide werknemers naar 4,7% • bedienden naar 4,7% - het verlagen van het aantal werknemers met een hoge Bradford
3 | Samenwerkingsverbanden 3.1 Strategische partnerschappen Vlab vzw, de Federatie van Beschutte Werkplaatsen Algemeen directeur Eric Bonneu en voorzitter Koen Albregts zetelen in het bestuur van VLAB vzw. Dit bestuur komt maandelijks samen. Bestuurslid Hilda Martens en personeelsdirecteur Liliane Weustenraed werden aangesteld als plaatsvervangend bestuurders van Vlab.
Identificeren van de belangrijkste strategische partners en het uitbouwen van strategische partnerschappen
Amfion vzw, de koepel van de Sociale Werkplaatsen en de Beschutte Werkplaatsen Bewel zetelt in de Raad van Bestuur van Amfion.
Het vaststellen van de benodigde graad van detail van de budgettering om te komen tot het delegeren van bevoegdheden en budgetverantwoordelijkheid per directie in een omgeving die voldoet aan interne financiële controle
FBWPA, Federatie van Beschermde Werkplaatsen van de provincie Antwerpen De Federatie van Beschutte Werkplaatsen Limburg speelt geen actieve rol, omdat Bewel als enige beschutte werkplaats binnen de provincie actief is. Algemeen directeur Eric Bonneu neemt deel aan de maandelijkse bestuursvergaderingen van de FBWPA om op gestructureerde basis gemeenschappelijke uitdagingen te kunnen bespreken met de Antwerpse beschutte werkplaatsen. Bewel heeft uiteraard geen stemrecht binnen de FBWPA.
Het evalueren van het gebruik van de beschikbare infrastructuur ifv de gewijzigde opdrachten, evolutie enclaves, maatwerkdecreet, … Verdere uitrol SAP naar de resterende werkplaatsen.Vervangen technische architectuur 20142018 Analyseren van de noodzaak van een sociale economie campus In het kader van het Vlab-project GRI een eerste duurzaamheidsverslag van/voor maatwerkbedrijven op stellen en dit volgens de richtlijnen GRI Realiseren van voldoende financieel resultaat waardoor zowel de engagementen voor de verdere ontwikkeling van het bedrijf als het realiseren van de groepsverzekering worden gerealiseerd
Ondernemingsraad De ondernemingsraad vergaderde 11 keer in 2014 en is samengesteld uit enerzijds vertegenwoordigers verkozen door de werknemers en anderzijds uit vertegenwoordigers aangewezen door de werkgever. De vergadering wordt voorgezeten door de algemeen directeur. Comité Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) Het Comité Preventie en Bescherming op het Werk vergaderde 10 keer in 2014 en is samengesteld uit enerzijds vertegenwoordigers verkozen door de werknemers en anderzijds uit vertegenwoordigers aangewezen door de werkgever. Het CPBW heeft de opdracht om actief bij te dragen aan het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
Het heeft de taak om het preventiebeleid mee te helpen opstellen, uitvoeren en evalueren. De vergaderingen worden voorgezeten door de algemeen directeur. Ook naast de hierboven vernoemde organen, is overleg met onze belangrijkste stakeholders structureel ingebouwd bij Bewel. In onze bestuurlijke organen zetelen namelijk afgevaardigden van gemeenten en bovenlokale besturen, collega-bedrijven, belangenorganisaties van mindervaliden, werkgeversorganisaties, vakbonden, kennisinstellingen, toeleiders en klanten. Zij worden als bestuursleden voortdurend geïnformeerd en beslissen over de strategische keuzes van de organisatie. Bewel is dus zelf één strategisch partnerschap van alle economische en sociale actoren van de regio die kwalitatieve tewerkstelling van mensen met een arbeidshandicap trachten te realiseren.
JAARVERSLAG 2014
20
21
4 4 | Mensen: onze medewerkers 4.1. Personeelsbeleid De medewerkers zijn ons sociaal kapitaal. Tevreden medewerkers zijn een grote meerwaarde voor de organisatie. Dit zit ook vervat in onze missie om zinvol werk te verschaffen aan mensen met een arbeidshandicap. De betrokkenheid van de medewerkers is altijd een speerpunt geweest binnen Bewel. Dit proberen we te bereiken door informatie aan te bieden via het personeelsblad Infocirkel, intranet en diverse overlegmomenten. We geven onze medewerkers elk jaar enkele extraatjes zoals een sinterklaasgeschenk, geschenkencheque voor Kerstmis (bij een positief resultaat), de jaarlijkse personeelsuitstap, de deelname aan de Chambers Trophy en de groepsverzekering die in 2012 met terugwerkende kracht werd ingevoerd. De hoogte van de jaarlijkse storting voor de groepsverzekering hangt af van het bedrijfsresultaat. Op die manier worden de medewerkers extra beloond voor geleverde inspanningen.
4.1.1. Aantallen en verdeling personeelsleden
• Verdeling volgens de aard van de overeenkomst: • 1715 personen (1.515,76 VTE) met contract voor onbepaalde duur • 129 personen (115,53 VTE) met contract voor bepaalde duur • 3 personen (3 VTE) met een contract voor bepaald werk
Alle personeelsleden van Bewel vallen onder de CAO’s van paritair subcomité 327.01 voor de Beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
• Verdeling volgens beroepscategorie: • 8 directieleden (8 VTE) • 193 bedienden (175,70 VTE) • 1646 arbeiders (1.450,59 VTE → 1600 DGW + 46 valide arbeiders)
Op 31/12/2014 telde Bewel 1.847 personeelsleden, waarvan 1.570 actieve personeelsleden en 277 die langdurig (langer dan 12 maanden) ziek waren. Hiermee behoort Bewel tot de grootste werkgevers van Limburg. Deze 1.847 personeelsleden vertalen zich in 1.634 voltijdse equivalenten (VTE). 1.251 personen werkten voltijds, 596 personen werkten deeltijds Werkplaats Maaseik - Cleanroom
• Verdeling mannen versus vrouwen binnen de organisatie • 1.113 (790 VT + 323 DT = 996,42 VTE) mannen • 734 (461 VT + 273 DT = 637,87 VTE) vrouwen
JAARVERSLAG 2014
22
Verdeling volgens werkplaats en geslacht Diepenbeek Genk
Mannelijk
Vrouwelijk
Eindtotaal
140
130
270
3
1
4
Hasselt
364
238
602
Heusden
50
46
96
Maaseik
95
65
160
Neerpelt
48
48
96
Opglabbeek
135
49
184
Sint-Truiden
104
49
153
Tessenderlo
107
69
176
Tongeren
67
39
106
1.113
734
1.847
Eindtotaal
Verdeling volgens geslacht en leeftijdsgroep Mannelijk
Vrouwelijk
Eindtotaal
<30
151
88
239
30-50
520
372
892
50+
442
274
716
1.113
734
1.847
Eindtotaal
23
4.1.2. Ouderschapsverlof
4.1.3. In- en uitstroom
In 2014 maakten 33 medewerkers gebruik van de mogelijkheid om ouderschapsverlof op te nemen; 21 mannen en 12 vrouwen. Als we een onderscheid maken tussen omkadering en doelgroepmedewerkers zien we dat er 10 omkaderingsmedewerkers ouderschapsverlof namen tegenover 23 doelgroepmedewerkers. Deze cijfers liggen volledig in lijn met vorig jaar.
In de loop van 2014 zijn er 138 nieuwe medewerkers in dienst getreden in onze werkplaatsen. Dit waren 123 doelgroepmedewerkers en 15 bedienden.
Natascha Wouters over haar ouderschapsverlof: “Ik werk sinds 2008 in werkplaats Tessenderlo. Ik heb altijd voltijds gewerkt, ook na de geboorte van mijn dochter Celina in 2010. Mijn partner Rudi Vander Meer werkt ook bij Bewel Tessenderlo en zijn ouders hebben Celina steeds opgevangen. Sinds ze naar school gaat, blijft ze bij hen tot wij haar na het werk gaan halen. Toen de gezondheid van mijn schoonmoeder achteruit ging, zocht ik naar een manier om mijn schoonouders wat te ontlasten. Na een bevraging bij de sociale dienst bleek dat er financieel niet zoveel verschil was tussen voltijds werken en 4/5de in het kader van ouderschapsverlof. Ons besluit was dan ook vrij snel gemaakt. Sinds februari 2014 werk ik niet meer op vrijdag. Ik breng Celina iedere vrijdag zelf naar school, kan dan een groot deel van het huishouden doen en Celina om 15u terug van school halen. Wanneer Rudi een vrije dag heeft op vrijdag, doen we alles samen. Op die manier hebben we meer tijd voor elkaar en onze dochter, om in het weekend een leuke uitstap te doen of zo. De vrije dag brengt in ieder geval meer rust om werk en privé te combineren!”
Instroom volgens geslacht en regio Mannelijk
Vrouwelijk
Eindtotaal
Diepenbeek
6
5
11
Hasselt
23
17
40
Heusden
6
4
10
Maaseik
20
9
29
Neerpelt
1
4
5
Opglabbeek
7
7
14
Sint-Truiden
6
1
7
Tessenderlo
9
7
16
Tongeren
6
Eindtotaal
84
6 54
138
Instroom volgens geslacht en leeftijdscategorie Mannelijk
Vrouwelijk
Eindtotaal
<30
61
39
100
30-50
15
12
27
50+
8
3
11
Eindtotaal
84
54
138
Aan de andere kant kenden we een uitstroom van 192 personeelsleden. Dit waren 159 doelgroepmedewerkers, 14 valide arbeiders en 19 bedienden. Hiervan waren 19 personen reeds langdurig ziek. Er gingen 11 personeelsleden met (vervroegd) pensioen, 13 met brugpensioen en 168 personeelsleden gingen uit dienst omwille van andere redenen, zoals doorstroom naar een andere tewerkstelling (andere BW, NEC, LDE,…), omwille van persoonlijke redenen (familiaal, medisch) of omdat hun contract niet werd verlengd. Helaas kenden we ook enkele overlijdens onder onze werknemers.
Uitstroom volgens geslacht en regio. Mannelijk
Vrouwelijk
Eindtotaal
Diepenbeek
12
7
19
Hasselt
32
18
50
Heusden
10
6
16
Maaseik
24
10
34
Neerpelt
3
3
6
Opglabbeek
11
11
22
Sint-Truiden
14
2
16
Tessenderlo
10
9
19
Tongeren
9
1
10
125
67
192
Eindtotaal
Uitstroom volgens geslacht en leeftijdscategorie Mannelijk
Vrouwelijk
Eindtotaal
<30
65
32
97
30-50
28
14
42
50+
32
21
53
Eindtotaal
125
67
192
24
JAARVERSLAG 2014
4.1.4. Mobiliteit
Maar we evolueren steeds meer naar enclavewerk, en dit vaak in bedrijven die gevestigd zijn op industrieterreinen die niet vlot bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Maar liefst 39% van onze doelgroepmedewerkers rekent echter op bus of trein om op het werk te geraken. Daarnaast verplaatst 23,5% zich hoofdzakelijk met de bromfiets of de fiets, waardoor langere verplaatsingen uitgesloten zijn.
In 2014 vroegen we aan al onze actieve medewerkers met welk transportmiddel zij zich (voornamelijk) van en naar het werk verplaatsen. Dit zijn de resultaten per werkplaats: Woon-werkverkeer van alle Bewel-medewerkers Uitgedrukt in %, afgerond op 0,1
Hassselt
Auto
Bromfiets
Fiets
Bus
Trein
Carpool
Te Voet
29,4
11,0
9,6
38,8
1,3
9,6
0,2
Diepenbeek
54,0
5,4
4,9
24,6
0,0
10,7
0,4
Heusden
38,5
12,8
7,7
32,1
0,0
9,0
0,0
Neerpelt
31,7
6,1
15,9
37,8
1,2
2,4
4,9
Tongeren
48,8
5,8
2,3
39,5
0,0
3,5
0,0
Maaseik
38,2
27,9
3,7
29,4
0,0
0,7
0,0
St Truiden
29,9
28,3
7,1
30,7
0,0
3,1
0,8
Tessenderlo
45,4
16,6
8,0
19,6
0,0
10,4
0,0
Opglabbeek
31,2
13,9
4,6
37,6
0,0
12,7
0,0
Totaal Personeelsbestand
37,1
13,5
7,4
32,9
0,5
8,2
0,4
Als we enkel de mobiliteitssituatie van de doelgroepmedewerkers bekijken, geeft dit een ander beeld. Het meest opvallende verschil ligt bij het vervoer per auto. Dit ligt bijna 10% lager bij de doelgroepmedewerkers, t.o.v. de totale groep medewerkers. Woon-werkverkeer van Bewel-doelgroepmedewerkers Uitgedrukt in %, afgerond op 0,1 Auto
Bromfiets
Fiets
Bus
Trein
Carpool
Te Voet
Hasselt
21,4
12,4
10,0
43,7
1,5
10,7
0,2
Diepenbeek
31,7
8,5
6,3
38,7
0,0
14,1
0,7
Heusden
31,9
14,5
7,2
36,2
0,0
10,1
0,0
Neerpelt
24,7
6,8
16,4
42,5
1,4
5,5
2,7
Tongeren
44,9
6,4
1,3
43,6
0,0
3,8
0,0
Maaseik
30,2
30,2
4,3
34,5
0,0
0,9
0,0
St Truiden
24,8
30,8
6,8
33,3
0,0
3,4
0,9
Tessenderlo
38,0
19,0
8,5
22,5
0,0
12,0
0,0
Opglabbeek
23,2
15,5
5,2
41,9
0,0
14,2
0,0
Voor volledig doelgroep
27,6
15,6
7,9
38,6
0,6
9,5
0,3
Deze cijfers tonen dat er belangrijke beperkingen zijn in de mobiliteit van onze doelgroepmedewerkers. Het woon-werkverkeer naar de Bewel-werkplaatsen én tijdens de normale arbeidsuren vormt geen probleem. Onze doelgroepmedewerkers zijn hierop georganiseerd.
Globaal komt het er op neer dat 30% van onze doelgroep zich zelfstandig met de wagen kan verplaatsen, los van de bestemming of de gevraagde arbeidsuren. Voor de resterende 70% moet onze organisatie een oplossing op maat zoeken. Momenteel lossen we het mobiliteitsprobleem voornamelijk op door het vervoer tussen onze werkplaatsen en de enclaves zelf te verzorgen met onze busjes, en dit tijdens de werktijd. Dit probleem zal zich steeds sterker stellen als we naar een grotere enclavewerking evolueren. Bewel zal op termijn hierrond dan ook een mobiliteitsbeleid gaan ontwikkelen.
4.1.5. Verzuimbeleid In 2014 werd het verzuimbeleid dat in 2013 werd geïnitieerd verder uitgewerkt en toegepast: ziektemeldingen werden van nabij opgevolgd, er werd meer aandacht geschonken aan werknemers die het werk hervatten na een periode van ziekte en er werden verzuimgesprekken gevoerd met frequente verzuimers. De doelstelling voor 2014 was het ziekteverzuim met 1% verlagen bij de drie categorieën van medewerkers. Dit was het uiteindelijke resultaat: - Absenteïsme doelgroepwerknemers is verminderd van 13.9 % in 2013 naar 12.9 % in 2014 - Absenteïsme valide werknemers is gestegen van 4.7 % in 2013 naar 8.1 % in 2014 - Absenteïsme bedienden is gestegen van 6,7% in 2013 naar 7.5 % in 2014 Uit deze cijfers blijkt duidelijk dat het verzuimbeleid voor onze doelgroepwerknemers aanslaat, maar
25
dat er in 2015 actiever ingezet moet worden op het aanwezigheidsbeleid voor omkaderingsmedewerkers.
4.1.6 Arbeidszorg Naast betaalde tewerkstelling, wordt er bij Bewel ook arbeidszorg aangeboden. Hierbij stappen personen voor wie de afstand tot de arbeidsmarkt nog te groot is, in een traject van maximum 2 jaar. In deze tijd wordt er gewerkt aan vaardigheden en attitudes om zo, waar mogelijk, tot doorstroming naar reguliere tewerkstelling te komen. In 2014 liepen er 49 arbeidszorgtrajecten, verdeeld over de werkplaatsen Diepenbeek, Hasselt, Neerpelt, Tessenderlo en Tongeren. In vergelijking met 2013 werden deze trajecten intensiever opgevolgd, waardoor er een vlottere en meer gepaste doorverwijzing kon gebeuren. Zeven personen konden doorstromen naar een betaalde functie binnen Bewel en één persoon naar de reguliere arbeidsmarkt. De groep arbeidszorgers bestond uit 29 mannen en 20 vrouwen. De volgende twee grafieken geven de verdeling naar leeftijd weer, en dit voor zowel 2013 als 2014. Er is een significante groei in het aantal mannen jonger dan 30 jaar, terwijl deze groei zich bij de vrouwen eerder situeert tussen de 30 en de 50 jaar. Net zoals in 2013 stapte er geen enkele vrouw van 50 jaar of ouder in het traject.
JAARVERSLAG 2014
26
Een andere trend is de verruiming van de problematieken binnen deze groep. Waar we de voorgaande jaren vooral laaggeschoolde langdurig werklozen in traject hadden, hebben we nu een mix van zeer diverse psychische en fysieke problematieken. Hierdoor komt de nadruk van de begeleiding ook meer op het aspect zorg te liggen. Getuigenis: Jean-Marie Ketelslegers en Ludo Nagtegals Jean-Marie Ketelslegers en Ludo Nagtegals startten beiden binnen het arbeidszorgtraject bij Bewel en hebben nu een vaste job in onze werkplaats in Tongeren. Jean-Marie werkte 19 jaar als meubelstoffeerder, tot de stijgende werkdruk hem te veel werd. Na zijn ontslag om medische redenen, kreeg hij eerst enkele jaren een uitkering van de mutualiteit. Vanaf 2004 ontving hij een werkloosheidsuitkering. Ludo werkte in de bouw tot hij in 2006 een ernstig arbeidsongeval kreeg, met fysieke beperkingen en een moeilijke verwerkingsperiode tot gevolg. Ook hij kwam in de langdurige werkloosheid terecht. Vanuit GTB (Gespecialiseerde Trajectbegeleiding) werd voor beide mannen een trajectbegeleiding opgestart om hen terug naar het professionele leven te begeleiden. Omdat tewerkstelling binnen het normale economische circuit niet haalbaar leek omwille van hun gezondheidsproblemen, werd er geopteerd voor Arbeidszorg. Eerst stonden zowel Jean-Marie als Ludo wat weigerachtig tegenover een traject bij Bewel. Na een jarenlange afwezigheid terugkeren naar de arbeidsmarkt is niet evident, en daarnaast hadden ze een verkeerd beeld van Bewel. Ze werden echter goed opgevangen door GTB, de verantwoordelijke in de werkplaats,
ergotherapeuten en de sociale dienst van Bewel. Door de korte opvolging en de evaluatiemomenten wisten beide heren steeds waar ze aan toe waren. Tijdens hun traject hebben ze zowat alle werken uitgevoerd die er in de werkplaats te doen zijn. Jean-Marie en Ludo maakten grote vorderingen tijdens hun traject en kregen beiden in het najaar van 2014 een arbeidscontract aangeboden bij Bewel. Ze zijn hier erg gelukkig mee. Ze doen hun werk graag, genieten van de sociale contacten en ze zijn er financieel op vooruit gegaan. Ze hopen hun carrière bij Bewel zo lang mogelijk verder te zetten. Voorts werd er in 2014 ook heel wat tijd geïnvesteerd in stages van personen die bij een ander arbeidszorginitiatief in traject zijn.
4.1.7 Veiligheid en preventie op het werk Een industriële omgeving brengt bepaalde gevaren met zich mee, en dat geldt nog meer voor de relatief kwetsbare groep van doelgroepmedewerkers. We besteden daarom veel aandacht aan veiligheid en de preventie van ongevallen. Hiertoe wordt er elk jaar een jaaractieplan opgesteld, met daarin de veiligheidsthema’s waar op gefocust zal worden én de doelen die binnen dat werkjaar gehaald dienen te worden. Daarnaast wordt er van ieder arbeidsongeval een rapport gemaakt, waarin wordt aangegeven hoe het ongeval is kunnen gebeuren en – belangrijker – hoe dit specifieke arbeidsongeval kan vermeden worden in de toekomst. Er wordt ook iedere maand aandacht geschonken aan een specifiek veiligheidsthema. Dit thema wordt in alle werkplaatsen extra onder de aandacht gebracht. In 2012 werd het project 5S opgestart. Hierbij werd een groep monitoren, doelgroepmedewerkers en valide medewerkers opgeleid tot veiligheidsambassadeurs. Deze ambassadeurs zijn de ogen en oren
van de interne dienst preventie en bescherming op het werk. Zij stellen voorbeeldgedrag, spreken hun collega’s aan op risicovol gedrag en melden onveilige situaties in de werkplaatsen. Dit jaar kwam de 5S-groep twee keer samen om rond specifieke thema’s te werken. Dokter Vanoeteren, externe arbeidsgeneesheer Mensura: “Er is de laatste jaren ook veel aandacht voor het welzijn van doelgroepmedewerkers in al zijn facetten: zo is er regelmatig overleg tussen de Interne Dienst Preventie & Bescherming en de verschillende diensten van Mensura bijvoorbeeld. Door op regelmatige basis solvent- en luchtmetingen uit te voeren, is er geen risico meer dat doelgroepmedewerkers worden blootgesteld aan schadelijke omgevingsfactoren. Er doen zich zeer weinig officiële klachten voor wegens pesterijen en ongewenst seksueel gedrag voor, in 2014 zelfs geen enkele. De jaarlijkse vaccinatiecampagne hepatitis voor de groendienst wordt heel goed en strikt opgevolgd door Bewel en ook prijzenswaardig zijn de EHBOopleidingen voor een aantal werkleiders, monitoren en medewerkers van de medicosociale dienst.”
4.2 Taakstelling, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Middels functiebeschrijvingen willen we de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van iedere omkaderingsmedewerker op een doorzichtige en ondubbelzinnige manier vastleggen, opvolgen en bijsturen. Deze functiebeschrijvingen dienen als basis voor o.a. de functioneringsgesprekken. De functiebeschrijvingen werden in 2014 verder geactualiseerd, maar nog niet gevalideerd.
27
4.3 Opvolgen en bevorderen van het functioneren van de medewerkers
We streven ernaar om jaarlijks een functioneringsgesprek af te nemen bij de helft van onze actieve doelgroepmedewerkers. In 2014 vonden 623 oftewel 88% van de beoogde 708 functioneringsgesprekken plaats. Deze gesprekken resulteren in concrete werkpunten die verder opgevolgd worden. We geven hier extra aandacht aan in momenten van laagconjunctuur. Op die manier investeren we niet alleen tijd in de actieve opvolging van ons medewerkers, maar vermijden we ook economische werkloosheid.
4.4 Betrokkenheid van omkaderings medewerkers Bij het jaarbegin werden tijdens een avondvergadering, die traditioneel openstaat voor alle omkaderingsmedewerkers, enerzijds de organisatiedoelstellingen uit het voorbije jaar geëvalueerd en anderzijds de doelstellingen voor het nieuwe jaar gepresenteerd. Voor 2014 werden de doelstellingen gerelateerd aan de aandachtsgebieden uit het EFQM-model. Bij het uitwerken van de doelstellingen doorheen het jaar werden de medewerkers betrokken bij het verder uitlijnen van de doelen en het ontwerpen van de bijhorende processen. Op die manier bleef in 2014 bijvoorbeeld de tewerkstelling op peil, werd de top-30 aan klanten behouden, kon de aanwezigheidsgraad bij de doelgroep worden verhoogd en werd SAP verder uitgerold doorheen onze werkplaatsen. De voortgang en de resultaten van de doelstellingen werden in allerhande overlegfora aan de medewerkers teruggekoppeld. De manier van terugkoppeling wensen we in 2015 echter nog verder te intensifiëren. De dagelijkse betrokkenheid van leidinggevenden op de medewerkers uitte zich in de continue aandacht voor hen en hun werk. Erkenning en waar-
JAARVERSLAG 2014
28
dering volgden uit meestal informele aandacht ‘ad hoc’ (alhoewel er ook meerdere overleg-en communicatiestructuren bestaan, zoals bijvoorbeeld het periodieke afdelingsoverleg). Individuele gesprekken waarin medewerkers beluisterd worden, werden in 2014 nog niet georganiseerd. We trachten daar vanaf 2015 mee te starten.
4.5 Vorming, training en opleiding 4.5.1. Opleidingen 2014 Gedurende het jaar 2014 volgden 519 mannen en 188 vrouwen een formele of minder formele beroepsopleiding. In het totaal ging het over 10.011 uren.
4.5.2. Competentiemanagement Het bestaande competentiebeleid werd verder uitgebouwd. Behalve het gericht screenen van kandidaat-werknemers, werd ook gestart met het inventariseren van de competenties van het huidige personeel. Hiermee willen we de inzetbaarheid en de ontwikkeling van onze medewerkers optimaliseren. Er kan immers meer gerichte, proactieve training en ondersteuning aangeboden worden als de organisatie beschikt over geactualiseerde competentieprofielen. Ook de eisenprofielen voor verschillende soorten jobs werden uitgebreid. Door competentieprofielen en eisenprofielen te combineren, kan de meest geschikte persoon op een bepaalde taak gezet worden en kunnen we de ontwikkeling van onze medewerkers gericht ondersteunen. In het kader van steeds veranderende opdrachten en de hoge kwaliteitseisen van onze klanten wordt een gerichte matching en training op maat steeds belangrijker. Met het oog op het behoud van tewerkstelling streven we naar maximale inzetbaarheid van onze medewerkers door hen actief voor te bereiden op alle taken die binnen hun eigen mogelijkheden en wensen liggen.
4.5.3. Situationele tools
4.5.5. Project arbeidszorg doorstroom
Het EFS-project Situationele Tools werd verder gezet in 2014. Onder deze noemer geven een aantal omkaderingsmedewerkers opleidingen aan doelgroepmedewerkers. De groep van interne trainers werd uitgebreid, 14 monitoren en 5 medewerkers van de medico-sociale dienst hebben nu de juiste kennis om op basis van situationele tools doelgroepmedewerkers in hun ontwikkeling te ondersteunen. We beogen hiermee meer generieke, transfereerbare competenties (verder) te ontwikkelen, zoals omgaan met conflicten, samenwerken, omgaan met stress, de juiste arbeidsattitudes hebben, zich flexibel opstellen en zich gedisciplineerd opstellen.
Binnen het project “arbeidszorg doorstroom” krijgen personen bovenop hun arbeidszorg een module activeringsbegeleiding aangeboden (waaronder zorg, empowerment, stage op een externe werkvloer,…). Dit concept laat intensieve en gerichte begeleiding toe, om de doorstroom naar de sociale economie of het normaal economisch circuit te faciliteren. Voor de uitvoering van de doorstroomtrajecten wordt beroep gedaan op een partnerschap van minstens twee arbeidszorginitiatieven, GTB, een partner zorg en een partner empowerment. Het project arbeidszorg doorstroom (DAZ) zit op kruissnelheid. In 2014 werden 15 DAZ-trajecten volledig afgewerkt. Drie trajecten resulteerden in doorstroom naar betaalde tewerkstelling in het beschermd arbeidscircuit en één naar het gewone economische circuit.
4.5.4. Persoonlijke ontwikkeling plannen
29
Na het succes van het DAZ werd het project verder gezet onder de naam DAZ-bis. Er werden 10 nieuwe trajecten opgestart en de module empowerment werd verder uitgebouwd. De samenwerking met zorgpartner LITP/GTB verliep steeds adequater. Arbeidszorg geraakt ook steeds beter gekend binnen de organisatie. Dit zorgt voor een betere integratie van de arbeidszorgmedewerkers met de andere medewerkers op de werkvloer.
Ook het ESF-project betreffende persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP) liep verder. Het doel van een POP is tweeledig: enerzijds het werken naar behoud/versterking van het functioneren binnen de huidige tewerkstelling, anderzijds de mogelijkheden naar doorstroming (intern/extern) bespreekbaar maken. In beide gevallen staan ‘ontwikkelen’ en ‘leren’ centraal. In 2014 gingen we van start met de effectieve implementatie van de POP’s. De ondersteunende methodieken werden geoptimaliseerd, de eerste POP-gesprekken vonden plaats en actieplannen kregen concreet vorm. In 2015 zal de focus liggen op de verdere uitrol binnen Bewel en op de opvolging van de afspraken die in de ontwikkelingsplannen werden opgenomen.
Werkplaats Diepenbeek – Stikkerij
30
JAARVERSLAG 2014
5
5 | Resultaten bij onze medewerkers 5.1 Perceptiemetingen In 2014 vierden we het 50-jarige bestaan van Bewel. We organiseerden een heel gamma aan activiteiten voor onze medewerkers, zoals een feestelijk ontbijt, een daguitstap voor de doelgroepmedewerkers, een personeelsfeest voor de omkaderingsmedewerkers, een academische zitting voor de stakeholders en een opendeurdag in de werkplaatsen waarop de familieleden van onze medewerkers hen aan het werk konden zien. Het was onze doelstelling om elke medewerker aan minstens één activiteit deel te laten nemen, om hen zo nauwer te betrekken bij de onderneming. Alle activiteiten werden informeel geëvalueerd en zeer positief bevonden. Een algemene bevraging over de tevredenheid van de medewerkers werd er in 2014 niet afgenomen.
5.2 Prestatie-indicatoren 5.2.1 Arbeidsongevallen In 2014 beleefde Bewel een relatief veilig jaar. Het aantal arbeidsongevallen met werkverlet daalde significant, van 63 ongevallen in 2013 naar 43 in 2014. Bewel bleef dus onder de vooropgestelde 45 arbeidsongevallen en behaalde hiermee haar jaardoelstelling. Dit is grotendeels te danken aan de inspanningen van het 5 S-team, de werkleiders, monitoren en de preventiedienst. Een belangrijke indicator voor het meten van arbeidsongevallen, is de frequentiegraad. Hierbij bekijkt met het aantal dodelijke ongevallen en ongevallen met tijdelijke arbeidsongeschiktheid per miljoen gepresteerde uren. Frequentiegraad (Fg) = aantal ongevallen x 1.000.000 / Aantal uren blootstelling aan risico De frequentiegraad maakt het mogelijk om Bewel te vergelijken met andere organisaties binnen en buiten onze sector. De cijfers voor 2014 zijn nog niet ge-
31
5.2.2. Vaststellingen en tendensen - Per werkplaats
kend, maar zoals u in onderstaande tabel kan zien, deed Bewel het in 2013 net iets beter dan de andere beschutte en sociale werkplaatsen in Vlaanderen.
Meer dan de helft van opgelopen letsels waren slechts oppervlakkig; een blauwe plek of een buil. Toch gebeurden er ook enkele zwaardere ongevallen, voornamelijk valpartijen die een breuk tot gevolg hadden. - Afwijkende gebeurtenis
- Per enclave
- Materiële agens
Naast de frequentiegraad, is ook de ernstgraad een belangrijke indicator om op te volgen. De ernstgraad weegt het aantal dagen tijdelijke werkloosheid af tegen het totaal aantal gepresteerde uren. Ernstgraad (Eg) = aantal verloren kalenderdagen x 1000 / Aantal uren blootstelling aan het risico In 2014 werden er minder productie-uren gemaakt dan in 2013, maar het aantal dagen werkverlet bleef nagenoeg status quo, namelijk 919 dagen in 2013 t.o.v. 927 in 2014. Bewel bekomt daardoor een ernstgraad van 0,49. Hierbij blijven we onder het sectorgemiddelde, maar dit cijfer is vrij hoog, zeker in vergelijking met de jaren 2012 (0,28) en 2010 (0,24).
Bewel stelt een steeds hoger aantal medewerkers tewerk in enclaves. Om het risico op arbeidsongevallen in deze enclaves zo laag mogelijk te houden, is een goede samenwerking tussen de preventiediensten van Bewel en het gastbedrijf essentieel. - Aard van het letsel
In 2014 gebeurden er dus minder arbeidsongevallen binnen Bewel, maar de ongevallen hadden ernstigere gevolgen.
De voorwerpen die de arbeidsongevallen veroorzaken, zijn zeer divers: gaande van een transpallet waarover gestruikeld wordt tot een gestapelde doos die omvalt. Ook hiervoor is continue aandacht voor orde en netheid en de optimale inrichting van werkposten essentieel.
32
JAARVERSLAG 2014
5.2.3. Woon-werk ongevallen
5.2.4. Mobiliteit
Werkplaats Centrale diensten
Woon-werk (B) 3
Diepenbeek
3
Hasselt
12
Heusden
1
Maaseik
4
Neerpelt
1
Opglabbeek
8
Sint-Truiden
0
Tessenderlo
3
Tongeren
0
Bewel engageert zich om ook de ongevallen tijdens het woon-werkverkeer te verminderen. Daarom heeft een bijkomende groep monitoren een opleiding tot gemachtigd opzichter gekregen van de politiezone Mid-Lim. Gemachtigde opzichters mogen aan een drukke weg het verkeer tijdelijk tegenhouden zodat voetgangers veilig kunnen oversteken. Aan werkplaats Opglabbeek worden de gemachtigde opzichters ingezet om onze doelgroepmedewerkers voor en na werktijd en tijdens de middagpauze de drukke industrieweg tussen de werkplaats en de enclaveplaats bij Scania te helpen oversteken.
33
In 2014 vroegen we aan al onze actieve medewerkers met welk transportmiddel zij zich (voornamelijk) van en naar het werk verplaatsen. Dit zijn de resultaten per werkplaats: Woon-werkverkeer van alle Bewel-medewerkers Uitgedrukt in %, afgerond op 0,1
Hassselt
Auto
Bromfiets
Fiets
Bus
Trein
Carpool
Te Voet
29,4
11,0
9,6
38,8
1,3
9,6
0,2
Diepenbeek
54,0
5,4
4,9
24,6
0,0
10,7
0,4
Heusden
38,5
12,8
7,7
32,1
0,0
9,0
0,0
35 (914)
Neerpelt
31,7
6,1
15,9
37,8
1,2
2,4
4,9
TOTAAL 2013
34 (1223)
Tongeren
48,8
5,8
2,3
39,5
0,0
3,5
0,0
TOTAAL 2012
38 (1358)
TOTAAL 2014
Maaseik
38,2
27,9
3,7
29,4
0,0
0,7
0,0
St Truiden
29,9
28,3
7,1
30,7
0,0
3,1
0,8
Tessenderlo
45,4
16,6
8,0
19,6
0,0
10,4
0,0
Opglabbeek
31,2
13,9
4,6
37,6
0,0
12,7
0,0
Totaal Personeelsbestand
37,1
13,5
7,4
32,9
0,5
8,2
0,4
Als we enkel de mobiliteitssituatie van de doelgroepmedewerkers bekijken, geeft dit een ander beeld. Het meest opvallende verschil ligt bij het vervoer per auto. Dit ligt bijna 10% lager bij de doelgroepmedewerkers, t.o.v. de totale groep medewerkers. Woon-werkverkeer van Bewel-doelgroepmedewerkers Uitgedrukt in %, afgerond op 0,1
Gemachtigde opzichter helpt veilig oversteken
Auto
Bromfiets
Fiets
Bus
Trein
Carpool
Te Voet
Hasselt
21,4
12,4
10,0
43,7
1,5
10,7
0,2
Diepenbeek
31,7
8,5
6,3
38,7
0,0
14,1
0,7
Heusden
31,9
14,5
7,2
36,2
0,0
10,1
0,0
Neerpelt
24,7
6,8
16,4
42,5
1,4
5,5
2,7
Tongeren
44,9
6,4
1,3
43,6
0,0
3,8
0,0
Maaseik
30,2
30,2
4,3
34,5
0,0
0,9
0,0
St Truiden
24,8
30,8
6,8
33,3
0,0
3,4
0,9
Tessenderlo
38,0
19,0
8,5
22,5
0,0
12,0
0,0
Opglabbeek
23,2
15,5
5,2
41,9
0,0
14,2
0,0
Voor volledig doelgroep
27,6
15,6
7,9
38,6
0,6
9,5
0,3
JAARVERSLAG 2014
34
Deze cijfers tonen dat er belangrijke beperkingen zijn in de mobiliteit van onze doelgroepmedewerkers. Het woon-werkverkeer naar de Bewelwerkplaatsen én tijdens de normale arbeidsuren vormt geen probleem. Onze doelgroepmedewerkers zijn hierop georganiseerd. Maar we evolueren steeds meer naar enclavewerk, en dit vaak in bedrijven die gevestigd zijn op industrieterreinen die niet vlot bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Maar liefst 39% van onze doelgroepmedewerkers rekent echter op bus of trein om op het werk te geraken. Daarnaast verplaatst 23,5% zich hoofdzakelijk met de bromfiets of de fiets, waardoor langere verplaatsingen uitgesloten zijn.
35
6 Globaal komt het er op neer dat 30% van onze doelgroep zich zelfstandig met de wagen kan verplaatsen, los van de bestemming of de gevraagde arbeidsuren. Voor de resterende 70% moet onze organisatie een oplossing op maat zoeken. Momenteel lossen we het mobiliteitsprobleem voornamelijk op door het vervoer tussen onze werkplaatsen en de enclaves zelf te verzorgen met onze busjes, en dit tijdens de werktijd. Dit probleem zal zich steeds sterker stellen als we naar een grotere enclavewerking evolueren. Bewel zal op termijn hierrond dan ook een mobiliteitsbeleid gaan ontwikkelen.
6 | Middelen 6.1 Beheer van infrastructuur, uitrusting en middelen 6.1.1 Infrastructuur Bewel oefent haar activiteiten uit vanuit negen vestigingen, verspreid over de provincie Limburg. Zeven vestigingen zijn in eigendom, de andere twee huren we van resp. de gemeenten Neerpelt en St.-Truiden. De vestigingen liggen in verschillende stedenbouwkundige zones: • Zes vestigingen, met name St.-Truiden, Tongeren, Heusden, Tessenderlo, Opglabbeek en Maaseik, liggen in industriegebied • De vestigingen in Diepenbeek en Hasselt liggen in gebieden voor ambachtelijke bedrijven • Vestigingen Neerpelt en Genk liggen in woon gebied Geen van onze vestigingen grenst aan een natuurgebied, vogel- en/of habitatgebied, ramsargebied of ander ecologisch waardevol gebied. Bewel heeft dan ook geen specifiek beleid uitgewerkt rond biodiversiteit. Dit neemt niet weg dat Bewel rekening houdt met de omgeving. Bij het uitvoeren van groen- en onderhoudswerken in zowel onze eigen vestigingen als bij klanten, streven we ernaar om de impact op het milieu zoveel mogelijk te beperken. Zo beperken we het gebruik van pesticiden tot een absoluut minimum en werken we waar mogelijk pesticidevrij. We composteren ons GFT-afval, stimuleren het composteren bij klanten en gebruiken mulchingkits op de grasmaaiers. Het groenafval van de klanten wordt selectief ingezameld en afgevoerd naar een erkend verwerker. Rondom de werkplaatsen wordt zoveel mogelijk groen aangeplant. Met zijn 10 vestigingen heeft Bewel een heel arsenaal aan zowel gebouw- als productiegerelateerde
middelen. Elke vestiging is uitgerust met de standaard gebouwgerelateerde installaties zoals o.a. HVAC-installaties (verwarming, koeling, airco,…) en een aantal standaard productiegerelateerde installaties zoals hef- en hijstoestellen, palletwikkelmachines, afvalcontainers etc. Afhankelijk van de activiteiten die uitgevoerd worden in een bepaalde werkplaats, wordt dit aangevuld met meer specifieke installaties zoals o.a. bandoleerders, sealtafels, zeefdrukmachines, transportbanden e.a. Na het in kaart brengen van alle gebouw-en productiegerelateerde machines, in eerste instantie deze die een aankoopwaarde hebben boven de 500 euro, hebben we in 2014 het facilitair management systeem (FMS) effectief in gebruik genomen. Diverse opleidingen werden hiervoor georganiseerd. Het FMS wordt gebruikt voor het melden of aanvragen van: • Werkorders voor het uitvoeren van herstellingen, arbeidsvoorbereidingswerkzaamheden, mutaties, buitendienststellingen, onderhoud etc.; • Het melden van schadegevallen aan installaties of voertuigen; • Het aanvragen en reserveren van poolwagens; Het FMS biedt diverse voordelen. Zo kan er eenvoudig en snel een overzicht gemaakt worden van alle installaties die aanwezig zijn in een gebouw. Ook zorgt dit systeem voor een immer actueel overzicht van het onderhoud en de schadegevallen per machine. Het FMS vervangt het werken met de klassieke bonnetjes, waardoor aanvragers zelf de status van de voortgang van hun werkorder kunnen opvolgen.
JAARVERSLAG 2014
36
6.1.2 Onderhoud
6.1.3 Materialenbeleid
Het onderhoud en de herstellingen aan onze infrastructuur worden, afhankelijk van de precieze vraag, uitgevoerd door onze eigen diensten of door externe partners. We nemen de nodige voorzorgsmaatregelen naar veiligheid en milieu in acht om de impact bij deze werken te beperken.
Bewel voert diverse activiteiten uit, gaande van zeefdruk tot (her-)verpakking, textielconditionering en groenonderhoud. Bij al deze activiteiten proberen we de milieurisico’s voldoende in te schatten én te beperken. Dit doen we door het uitvoeren van diverse metingen en periodieke rondgangen.
Dat houdt onder andere het volgende in: - Voorafgaand aan werkzaamheden met vuur of open vlam stellen we de IDPBW in kennis en vragen we de nodige vuurvergunningen aan. - De afvalstoffen die vrijkomen bij onderhoud en herstellingen worden zoveel mogelijk selectief ingezameld en verwerkt door een erkend verwerker. - Afvalwater afkomstig van werkzaamheden wordt apart opgevangen en afgevoerd naar een erkende verwerker.
Een significant deel van onze dienstverlening bestaat uit het ontpakken, monteren/assembleren en terug verpakken van producten zoals textiel, drank, voeding en medische materialen. In het merendeel van de gevallen wordt zowel het product als de verpakking aangeleverd door de klant, en leveren wij enkel de dienst. Als we zelf instaan voor het verpakkingsmateriaal trachten we altijd te werken met herbruikbare verpakkingsmaterialen of producten die voor 100% uit gerecycleerd materiaal bestaan.
Bij aankoop van installaties die intensief gebruikt worden, zoals hef- en hijstoestellen, palletwikkelmachines, HVAC-apparatuur en productiemachines, wordt steeds een onderhoudscontract afgesloten. Met zo’n periodieke onderhoudsbeurt worden kleine defecten onmiddellijk opgespoord en hersteld. Dit vermijdt grote onderhouds-en vervangingskosten en beperkt de impact. Het groenonderhoud rondom de gebouwen wordt uitgevoerd door de vestiging zelf en/of door onze eigen groendienst.
37
6.2 Financieel beheer Beschutte werkplaatsen zijn bedrijven die binnen een economische context aangepast en betaald werk met de noodzakelijke begeleiding verschaffen aan specifieke door de overheid erkende doelgroepen. De overheid kent ondersteuningspakketten toe aan de werkgever ter compensatie van het rendementsverlies van de werknemer, alsook de intensievere begeleiding. Daarnaast moeten nuttige en lonende activiteiten en kwalitatieve dienstverlening aan onze klanten en stakeholders ertoe bijdragen dat de werkplaatsen financieel leefbaar zijn. De tabel hieronder geeft de kerncijfers uit de jaarrekening.
De overige subsidies zijn van Belgische aard. Bewel heeft geen aandeelhouders. Via de groendienst creëren we een toegevoegde waarde aan onze samenleving. Een berekening kunnen we hiervan niet maken aangezien we geen zicht hebben op de impact van de verbetering van de openbare ruimte op de lokale bewoners of het toerisme. Hoe dan ook creëren we met de groendienst aangenamere publieke ruimtes en werkomgevingen in onder meer de steden Hasselt, Bilzen en Genk en bij bedrijven als Essers en Eandis. Dit zijn de top 5 klanten van de groendienst; ze creëren samen 79% van de omzet.
Bewel heeft een toegevoegde waarde van 1 mio Euro (1.010.746,95 euro) gecreëerd, door inzet van gedeeltelijk gesubsidieerde arbeid, goederen en diensten en deze om te vormen tot een waardevermeerdering aan goederen van derden. We halen naast de eigen inkomsten een groot gedeelte van de inkomsten bij de overheid. Deze bestaan voornamelijk uit de toelage voor lonen en sociale lasten beheerd door de Sociale economie, sociale Maribel, kapitaalsubsidies (inclusief Vipa, Efro en nationale loterij dossiers) en arbeidszorgprojecten. Het beleid van Bewel is gericht op het behalen van meer dan 50% van de inkomsten met eigen middelen. In het verleden werden EFRO-subsidies ontvangen. De afschrijvingen op deze subsidies bedroegen in 2014 35.525 euro.
Bedrijfsinkomsten Waarvan tewerkstellende maatregelen en subsidies Personeelskosten Brutomarge Resultaat boekjaar
2013
2014
48.163.629,08
43.601.081,61
25.822.623,61
25.116.417,07
38.041.919,40
36.970.568,88
350.449,65
1.062.977,82
1.326.623,40
1.929.895,11
JAARVERSLAG 2014
38
39
7 7 | Onze processen 7.1 Identificeren en ontwerpen Bewel huldigt het voorzorgprincipe (zie ook het ISO 14001-milieuzorgsysteem) waar bepaalde activiteiten van Bewel onder gecertificeerd zijn. Voorafgaand aan het opstarten van nieuwe activiteiten worden een aantal procedures doorlopen en worden enkele risicoanalyses gemaakt, onder andere m.b.t. kwaliteit, veiligheidspreventie en milieu. De risicoanalyse richt zich zowel op normale, abnormale (maar inplanbare), als op incidentele omstandigheden. Soms leidt dit tot ‘voorafgaande’ aanpassingen aan het concept, het proces of het product, zodat de kans op de vastgestelde risico’s kleiner wordt. Voor een aantal van de huidige processen werden de bestaande milieuaspectenregisters geüpdatet en voor een aantal andere processen werden - in het kader van de uitbreiding van de ISO 14001-scope - aanvullende aspectenregisters opgesteld. Om de vastgestelde risico’s te kunnen beheersen, worden (periodieke) controles en metingen uitgevoerd. Afhankelijk van de resultaten kunnen de processen of diensten dan worden bijgestuurd of zelfs stopgezet. Zo werd er in 2014 een tewerkstelling in een enclave ‘Wasserij’ volledig stopgezet o.w.v. veiligheidsrisico’s. Bij het matchen van medewerkers met nieuwe activiteiten wordt niet alleen rekening gehouden met hun capaciteiten en competenties, maar ook met sociaal-gerelateerde aspecten zoals de bereikbaarheid via het woon–werkverkeer of de combinatie met deeltijdse arbeid.
Werkplaats Hasselt - Groendienst
7.2 Beheersen Onder het motto “meten is weten” zijn we in 2013 gestart met het bijhouden en opvolgen van enkele KPI’s (Kritieke Prestatie Indicatoren) voor milieubeheer. Het bijhouden en opvolgen heeft als doel te weten wat we maandelijks verbruiken aan nutsvoorzieningen, hoeveel afval we produceren en wat de impact ervan is op het milieu (CO2-uitstoot), maar anderzijds kunnen we ook sneller actie ondernemen, indien we een hogere of lagere waarde vaststellen van één of andere parameter. Zo kunnen we ons water- en energieverbruik, de hoeveelheid geproduceerde afvalstoffen en de hoeveelheid en samenstelling van onze CO2-uitstoot onder controle houden. In 2014 bedroeg onze totale CO2-uitstoot 1.555.170 kg. Dit is een daling van maar liefst 38% t.o.v. 2013. Deze daling heeft verschillende oorzaken: 1. In 3 werkplaatsen werden de oude stookolieketels vervangen door energiezuinige hoge rendementsketels op aardgas. Dit levert een rechtstreekse positieve bijdrage aan de CO2uitstoot, vermits de CO2-uitstoot van 1 m³ aardgas minder is dan de uitstoot van 1 liter stookolie. Vermits de ketels ook energiezuinig zijn, verbruiken ze ook minder brandstof. 2. Een tweede factor, waar we zelf geen impact op kunnen uitoefenen, zijn de weersomstandigheden. Het verbruik lag aanzienlijk lager door het zachte weer van 2014. 3. Een derde factor is de stopzetting van de afdelingen ‘natwas en droogkuis’ en ‘logistiek’. De afdeling natwas en droogkuis maakte voor haar droogkasten gebruik van aardgas. Voor ons transport doen we nu beroep op een externe partij. Hierdoor volgen we het verbruik dus niet meer zelf op.
JAARVERSLAG 2014
40
8
Duurzaamheid CO2-uitstoot tgv stookolie- en gasverbruik CO2-uitstoot tgv dieselverbruik Totale CO2-uitstoot
Eenheid kg CO2 kg CO2 kg CO2
Onze CO2-uitstoot wordt gegenereerd door het verbruik van gas en stookolie voor verwarming en diesel voor intern transport. Het is een mix van CO2, vallende onder scope 1 en scope 2, waarbij scope 1 de emissies van het eigen transport omvat en scope 2 staat voor de emissies van de aangekochte energie: stookolie en aardgas. De aankoop van elektriciteit wordt niet in de berekeningen opgenomen omdat we uitsluitend groene stroom aankopen en er bijgevolg geen CO2-uitstoot is. Niet alle factoren worden in de berekening opgenomen. Zo wordt er bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de verliezen van koelmiddelen uit airco’s. De CO2-emissies door activiteiten onder scope 3 (afval, papierverbruik e.a.) worden momenteel niet gerapporteerd.
transparanter beslissingen genomen kunnen worden en de tijdige uitvoering van een project beter gegarandeerd wordt.
7.3 Verbeteren en vernieuwen In 2014 werd de methodologie geëvalueerd die Bewel hanteert voor het leiden en opvolgen van projecten. Deze projectwerking wordt toegepast bij verbeteringsprojecten, aanpassingen, vernieuwingen en volledig nieuwe realisaties binnen alle afdelingen. De gebruikte projectdocumenten werden aangepast en vereenvoudigd, zodat de administratie last verminderde voor de projectmanagers en de documenten de informatie bevatten die alle betrokkenen werkelijk nodig hebben. Hierdoor dragen deze vereenvoudigde projectdocumenten beter bij tot een correct verloop van de projecten met betrekking tot scope, budget en timing. De projectopvolging door de directie en de escalatieprocedure in geval van problemen werden eveneens aangepast, zodat er eenvoudiger en
41
2013 2.138.649,98 374.995,19 2.513.645,18
2014 1.374.327,69 180.842,02 1.555.169,71
Nu kunnen de projectwerking en –documenten ook toegepast worden voor (beperktere) acties en opdrachten, die niet noodzakelijk als een project beschouwd worden. De methodologie wordt zo een hulpmiddel voor elke medewerker die verantwoordelijk is voor de realisatie van eender welke actie of opdracht. Bewel streeft steeds naar verbetering. Zo engageren we ons om in aankoopprocessen duurzaam te werk te gaan. We zien duurzame aankopen als een instrument om te komen tot een duurzame ontwikkeling. We nemen ecologische, sociale en ethische aspecten op in ons proces. Wanneer wij duurzaamheidscriteria opnemen in onze aanvragen, moet het product of de dienst vanzelfsprekend voldoen aan deze aspecten.
8 | Resultaten voor de samenleving (onze opdrachtgevers) De milieuwet en andere regelgevingen leggen bedrijven verplichtingen op om hun impact op het milieu te verkleinen. Maar Bewel wil verder gaan dan de wettelijke voorschriften door ieder jaar zeer welomschreven milieuacties te plannen en daar de nodige investeringen voor uit te trekken. Een voorbeeld hiervan is de elektrische poolwagen die Bewel eind 2014 aankocht. We kozen voor een Nissan Leaf omdat dit voertuig 100% elektrisch aangedreven wordt en bijgevolg volledig CO²neutraal is. Met een volledig geladen batterij kan vlot 150 km afgelegd worden. In 2013 werd er voor het eerst een duurzaamheidsverslag opgemaakt dat alle informatie hierrond bundelde. Het voorliggende jaarverslag is een verderzetting van dit duurzaamheidsverslag. De gepresenteerde gegevens worden dan ook afgezet tegenover referentiejaar 2013. Hieronder geven we per milieuthema dat relevant is voor Bewel, een korte samenvatting van de acties en bijdragen die we in 2014 aan het milieu leverden.
8.1 Afval In 2012 en 2013 werd er een gestructureerd afvalbeleid opgezet in het kader van duurzaam materiaalbeheer. In 2014 werd de uitvoering van het afvalbeleid bewaakt er werden er kleine verbeteringsmaatregelen genomen, zoals: • De uitbouw van het containerpark in werkplaats Opglabbeek: naar aanleiding van de uitbreiding van de werkzaamheden voor Alken-Maes werden hier afvalcontainers en afvalbakken voorzien.
• De rechtstreekse aanlevering van groenafval, afkomstig van de werkzaamheden van de groendienst, bij een erkend verwerker. Hierdoor worden er enerzijds overbodige kilometers vermeden en worden anderzijds de manuele verrichtingen (het veelvuldig overladen van het groenafval) beperkt.
JAARVERSLAG 2014
42
Eind 2014 werd de aankoop van een stationaire perscontainer voor de inzameling van papier en karton voor werkplaats Hasselt goedgekeurd. Hierdoor kan het afvalbeheer in deze werkplaats in 2015 geoptimaliseerd worden. Frank Schoofs (WP Sint-Truiden) over het afvalsorteerbeleid: Ik vind het goed dat Bewel beslist heeft om afval te sorteren. Dat is belangrijk voor het milieu. Zelf doe ik dit thuis al lang: glas naar de glasbak, papier en karton apart, plastiek apart,… Het is goed dat hier op het werk ook meer aandacht aan besteed wordt, zo gaan andere collega’s dit misschien
stelselmatig weggewerkt. In de zeefdrukkerij is er blijvende problematiek bij verouderde machines. Deze hebben een hoog verbruik en herstellingen zijn soms niet meer efficiënt en/of effectief. - Er werden aanbevelingen gedaan rond persluchtpistolen, verzorgingssets en drukinstellingen. Deze zullen stelselmatig geïmplementeerd worden. In het najaar werd er een nullastmeetcampagne en verbruikersmeetcampagne uitgevoerd om zo te weten te komen welke de grote elektriciteitsverbruikers zijn in Bewel Hasselt en om de nullastverbruiken op te sporen. Deze laatste zijn de toestellen die bij stilstand nog elektriciteit verbruiken. De resultaten uit deze studies zullen in 2015 verder uitgewerkt en geïmplementeerd worden.
43
8.3 Waterverbruik
8.4 Gevaarlijke stoffen
Het waterverbruik werd maandelijks gecontroleerd op buitensporigheden. Met de beëindiging van de afdeling ‘Natwas en droogkuis’ werd het oppompen van grondwater definitief stopgezet.
Gevaarlijke stoffen houden een potentieel risico in voor de veiligheid en gezondheid van werknemers. De gevolgen kunnen ernstig, maar niet meteen merkbaar zijn. Ze kunnen pas na jaren leiden tot ernstige gezondheidsklachten of ernstige schade aan milieu. Omdat in 2015 een wijziging in de wetgeving zal geïmplementeerd worden, gingen we in 2014 reeds van start met enkele voorbereidende acties. Zo vond er een eerste opruimactie plaats en installeerden we in verschillende werkplaatsen brandveiligheidskasten waarin de gevaarlijke stoffen gecentraliseerd worden.
thuis ook overnemen.
8.2 Elektriciteit In 2014 hebben we ons toegelegd op het analyseren en reduceren van het elektriciteitsverbruik in werkplaats Hasselt. We voerden enkele specifieke studies uit om tot een eerste inzicht te komen in het elektriciteitsen persluchtverbruik. De acties en aanbevelingen die voortvloeiden uit de studies werden in de mate van het mogelijke ook uitgerold in de andere werkplaatsen. In de persluchtaudit, die medio 2014 werd uitgevoerd, werden volgende aandachtspunten en actiepunten vastgelegd: - Diverse lekkages resulteerden samen in een geschatte jaarlijkse kost van € 4.230. - Tijdens de audit werden onmiddellijk een tiental lekkages verholpen. De overige lekken worden
Werkplaats Hasselt - Zeefdruk
JAARVERSLAG 2014
44
45
9 9 | Resultaten bij onze klanten 9.1 Perceptiemetingen
9.2 Prestatie-indicatoren
In de loop van 2014 werd een klantentevredenheidsonderzoek uitgevoerd bij onze middelgrote klanten. De bedoeling was om zicht te krijgen op de tevredenheid over de geleverde producten en diensten, maar ook om informatie te verzamelen over de verwachtingen van klanten en hun motivatie om beroep te doen op Bewel.
In 2014 werden nog ca. 140 klantenklachten geregistreerd. Een daling met zo’n 30% t.o.v. het vorige jaar, en dat met slechts een lichtjes lagere omzet, gepresteerde arbeidsuren en aantal klanten.
We vroegen om een score toe te kennen voor communicatie, offertes, kwaliteit, stiptheid, klachtenafhandeling en facturatie. De laagste score die we toegekend kregen was 76%. De totaalscore bedroeg 79%.
Werkplaats Maaseik - Cleanroom
De daling van het aantal klachten is al langer een trend. Dit bewijst dat onze focus op klantenklachten (en de controle daarvan) duidelijk vruchten afwerpt. Over de afhandelingstermijnen waren we nog niet tevreden. Klachtonderzoeken moeten op kortere termijnen afgewerkt worden. In 2015 zullen we werken aan mogelijke hefbomen hiertoe, zoals een voorstel tot wijziging van de procedure en het inzetten van gepaste software.
JAARVERSLAG 2014
46
47
10 10 | Sleutelprestatieresultaten, een aanzet tot verbeteren en vernieuwen 10.1 Registraties, metingen en resultaatevaluaties Er werden doorlopend vele en gevarieerde interne metingen gedaan i.v.m. omzet en subsidies, inzet aan personeel en arbeidsuren, offertes versus orders, klachten, veiligheids- en milieuaspecten e.a.. Al deze registraties kwamen samen in een KPI-tabel. De verdere ontwikkeling van het SAP-systeem vormde hierbij een belangrijke schakel. De KPI-tabel bevat de sleutelresultaten op organisatieniveau, in vergelijking met de vooropgestelde streefwaarden. De periodieke evaluatie van de KPI-tabel op directieniveau vormde een basis voor een correctief en - in mindere mate - proactief verbeterbeleid. De koppeling van deze KPI’s aan de werkelijke strategische doelen kan bijvoorbeeld nog beter. Daaraan zal in de loop van 2015 nog worden gewerkt. In kader van het beheersen en verbeteren van onze resultaten hebben we in 2014 extra certificeringen behaald voor kwaliteits- en milieuzorg, volgens normen ISO9001 en ISO14001. We hebben onze bestaande certificering uitgebreid met de volgende scope: “Het recruteren, begeleiden en laten doorstromen van personen met een arbeidsbeperking (doelgroep), met het oog op hun duurzame en op maatwerk gebaseerde ontwikkeling. Het verlenen van diensten aan industrie, organisaties en overheden, met inzet van deze doelgroepwerknemers.
Werkplaats Hasselt - Textielconditionering
Deze diensten omvatten: - Assemblage en verpakking van diverse materialen - Assemblage en verpakking van medisch materiaal in cleanroom omgeving - Groendienst, schilderwerken, textielconditionering en zeefdrukwerken.
Dit gebeurt zowel in eigen werkplaatsen op diverse locaties in Limburg, als in enclaves ter plaatse bij de klant.” Onze certificaten zijn geldig tot februari 2017.
10.2 Opvolging en waardering door de bestuursorganen Er is vanuit de bestuursorganen - naast een focus op financieel resultaat – veel aandacht voor de missie ‘kwalitatieve tewerkstelling en doorstroom’, voor het patrimonium en de infrastructuur en voor kwaliteits-, veiligheids- en milieuthema’s. Afhankelijk van de agendapunten bij de bestuursvergaderingen werden directieleden en andere medewerkers uitgenodigd om een presentatie te geven. Het actief engagement van de bestuursleden van het Dagelijks Bestuur uitte zich in 2014 o.a. in de recrutering van de algemeen directeur, in de betrokkenheid bij de financiële commissie, tijdens formele en informele aanwezigheden bij vergaderingen e.a.. Daarnaast werden de delegatiebesluiten formeel aangepast, waardoor de directieleden meer autonome beslissingsbevoegdheid kregen. Hierdoor verloopt de dagdagelijkse operationele werking een stuk vlotter. Op de “Beleidsdagen” in de zomer en in de herfst boog het Dagelijks Bestuur zich, samen met de directie, over de operationele en strategische langetermijndoelstellingen. Het bestuur focust op strategie en controle, minder op de operationele werking.
JAARVERSLAG 2014
48
49
Lijst van materiële MVO-thema’s Beheerstructuur G4-34
STANDAARD INDICATOREN INDICATOR
OMSCHRIJVING
PAGINA
TOELICHTING
Strategie en Analyse G4-1
Verklaring van de leidinggevende over het belang van duurzaamheid voor de organisatie en/of strategie hiervoor.
Beschrijving van de bestuursstructuur van de organisatie. Geef aan welke verantwoordelijk zijn voor economische, milieu en sociale impacten van de organisatie.
1.4.1.
Ethiek en integriteit G4-56
Beschrijving van de waarden, (gedrags)normen, principes van de organisatie
1.3.
Voorwoord
SPECIFIEKE INDICATOREN
Organisatieprofiel Bewel
ECONOMISCH
G4-3
Naam van de organisatie
1.2.
G4-4
Voorstelling van de producten en/of diensten
1.4.3.
G4-EC1
Directe economische waarden die zijn gegenereerd en gedistribueerd
6.2.
G4-5
Locatie van het (hoofdkantoor)
1.4.2.
Diepenbeek
G4-EC4
Significante financiële steun van een overheid
6.2.
G4-6
Land waar de organisatie actief is (en aantal indien meerdere)
1.4.2.
België
EXTRA
Verbetering openbare ruimte, aantrekkelijkheid voor bewoners (vrijetijdsbesteding), investeerders, toeristen
6.2.
G4-7
Eigendomstructuur en rechtsvorm
1.2.
vzw
MILIEU
G4-8
Afzetmarkten (geografische verdeling, sectoren die worden bediend en soorten klanten/begunstigden).
1.4.3.
G4-EN1
Totale hoeveelheid gebruikte materialen naar gewicht of volume
8.1.
G4-9
Omvang van de organisatie (bijv. aantal werknemers, totale omzet, aantal verwerkte producten of geleverde diensten,...)
4.1.1./ 6.2
G4-EN2
Percentage van gebruikte materialen die gerecycleerd zijn
6.1.3./ 8.1.
G4-10
Verdere informatie over werknemers: type contract (vast, interim, zelfstandigen...), geslacht
4.1.1.
G4-EN3
Energieverbruik binnen de organisatie
7.2./ 8.1./ 8.2./ 8.3.
G4-11
% van de werknemers die onder een CAO vallen
4.1.1.
G4-EN5
Energie intensiteit
7.2./ 8.1./ 8.2./ 8.3.
G4-12
Beschrijving van de keten waarin de organisatie actief is (voor de belangrijkste producten of diensten)
1.4.3.
G4-EN6
Vermindering in energieverbruik
7.2./ 8.1./ 8.2./ 8.3.
G4-13
Significante veranderingen tijdens de verslagperiode wat betreft omvang, structuur of eigendom
G4-14
Beschrijving toepassing ‘voorzorgprincipe’
7.1.
G4-EN11
Locatie en oppervlakte van land dat eigendom is, gehuurd wordt, beheerd wordt in of grenst aan beschermde gebieden en gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde buiten beschermde gebieden
6.1.
G4-15
Overzicht van labels of charters die de organisatie heeft
10.1.
G4-EN12
Beschrijving van significante gevolgen van activiteiten, producten en diensten op de biodiversiteit in beschermde gebieden en gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde buiten beschermde gebieden
6.1.
G4-16
Overzicht van organisaties, initiatieven of platformen waar de organisatie lid van is
3.1.
G4-EN13
Beschermde of herstelde habitats
---
n.v.t.
G4-EN14
Aantal op de rode lijst van de IUCN vermelde soorten en soorten op nationale beschermingslijsten met habitats in gebieden binnen de invloedssfeer van bedrijfsactiviteiten, ingedeeld naar hoogte van het risico van uitsterven
---
n.v.t.
G4-EN15
Directe emissie van broeikasgassen (scope 1)
7.2.
G4-EN16
Indirecte (energie) emissie van broeikasgassen (scope 2)
7.2.
G4-EN19
Vermindering van emissies van broeikasgassen
7.2.
G4-EN23
Totaalgewicht afval naar type en verwijderingsmethode
8.1.
G4-EN30
Significante milieugevolgen van het transport van producten en andere goederen en materialen die worden gebruikt voor de activiteiten van de organisatie en het vervoer van personeelsleden
7.2.
geen
Identificatie van materiële MVO thema’s en afbakening G4-17
G4-18
Toepassingsgebied van het verslag (uit welke entiteiten bestaat de organisatie en worden ze allemaal meegenomen in het verslag?)
Beschrijving tot stand komen van rapport (identificatie van materiële MVO thema’s)
Lijst materiële MVO-thema’s
Lijst materiële MVO-thema’s
Het verslag omvat alle werkplaatsen en alle activiteiten van Bewel Gebaseerd op het MVOsectorpaspoort met alle belangrijke indicatoren
G4-19
Overzicht materiële duurzaamheidthema’s
Lijst materiële MVO-thema’s
G4-20
Overzicht van materiële duurzaamheidthema’s die intern (binnen de organisatie) gelden
Lijst materiële MVO-thema’s
G4-21
Overzicht van materiële duurzaamheidthema’s die extern (buiten de organisatie) gelden
---
n.v.t.
G4-22
Uitleg over de gevolgen van eventuele herformuleringen van eerder verstrekte informatie (bijvoorbeeld fusies of overnames, verandering van referentiejaar of verslaggevingsperiode en veranderingen met betrekking tot de aard van de activiteiten of de meetmethoden).
---
n.v.t.
G4-EN31
G4-23
Significante veranderingen ten opzichte van vorige verslagperiodes ten aanzien van reikwijdte, afbakening of meetmethoden die voor het verslag zijn toegepast
---
geen
G4-EN32
G4-24
Lijst van groepen belanghebbenden die de organisatie heeft betrokken (overheid, werknemers, klanten, lokale gemeenschap, ...)
3.1.
G4-25
Basis voor inventarisatie en selectie van belanghebbenden die moeten worden betrokken.
3.1.
G4-26
Beschrijving aanpak stakeholderdialoog (frequentie, vorm, reden,...)
3.1.
Belangrijkste opmerkingen en verwachtingen van stakeholders en hoe ging de organisatie hiermee om?
Percentage nieuwe leveranciers die via milieucriteria doorgelicht worden
7.3.
G4-LA1
Totale personeelsbestand naar type werk, arbeidsovereenkomst en regio
4.1.1./ 4.1.3./ 4.1.6.
G4-LA3
Terugkeer naar werk en behoud van arbeidsplaats na ouderschapsverlof, naar geslacht
4.1.2.
EXTRA
Kwaliteit van de arbeid: arbeidsvoorwaarden, -omstandigheden, -inhoud en verhoudingen. Dit betreft de sociale component binnen maatwerkbedrijven.
5.1.
G4-LA6
Letsel-, beroepsziekte-, uitvaldagen- en verzuimcijfers en het aantal werkgerelateerde sterfgevallen per regio en geslacht
4.1.5./ 4.1.7./ 5.2.
G4-LA9
Gemiddeld aantal uren dat een werknemer per jaar besteedt aan opleidingen, onderverdeeld naar werknemerscategorie
4.5.
G4-LA10
Programma’s voor competentiemanagement en levenslang leren die de blijvende inzetbaarheid van medewerkers garanderen en hen helpen bij het afronden van hun loopbaan
4.5.
G4-LA11
Percentage medewerkers dat regelmatig wordt ingelicht omtrent prestatie- en loopbaanontwikkeling, naar geslacht en type werknemer
4.3. 1.4.1.1.
SOCIAAL
Overleg met belanghebbenden
G4-27
Totale uitgaven aan en investeringen in milieubescherming naar type
---
We hebben de intentie om in de toekomst hier een gestructureerd beleid rond uit te bouwen.
Verslagprofiel G4-28
Verslagperiode (bijvoorbeeld fiscaal jaar of kalenderjaar) waarop de verstrekte informatie betrekking heeft.
Lijst materiële MVO-thema’s
01/01/2014 – 31/12/2014
G4-29
Datum van het meest recente verslag (indien van toepassing).
Lijst materiële MVO-thema’s
juni 2015
G4-30
Verslaggevingscyclus (jaarlijks, tweejaarlijks, etc.)
Lijst materiële MVO-thema’s
Jaarlijks
G4-LA12
Samenstelling van bestuurslichamen en onderverdeling van medewerkers per categorie, naar geslacht, leeftijdsgroep, het behoren tot een bepaalde maatschappelijke minderheid en andere indicatoren van diversiteit
G4-31
Contactpunt voor vragen over het verslag of de inhoud ervan.
Lijst materiële MVO-thema’s
[email protected]
G4-LA14
Percentage nieuwe leveranciers die via criteria inzake arbeidsomstandigheden worden doorgelicht
7.3.
G4-32
Niveau van rapport en verwijzing naar externe verificatie (indien van toepassing)
Lijst materiële MVO-thema’s
GRI versie 4.0, niveau ‘core’
G4-SO2
Operaties met significante huidige en mogelijke negatieve impacten op de locale gemeenschap
8.
---
We hebben er voor gekozen om geen externe verificatie uit te laten voeren.
G4-PR1
Percentage van significante producten en diensten waarvoor gezondheid en veiligheidimpacten worden beoordeeld ter verbetering
7.1.
G4-HR10
Percentage nieuwe leveranciers die via criteria inzake mensenrechten worden doorgelicht
7.3.
G4-33
Beleid rond externe verificatie
6.1.1./ 6.1.2./ 8.1./ 8.4.
JAARVERSLAG 2014
50
Werkplaats Hasselt – textielconditionering
51
Werkplaats Opglabbeek – Verpakking
Bewel vzw Ginderoverstraat 143 3590 Diepenbeek Tel: 011 24 74 00 Fax: 011 32 22 06
[email protected] www.bewel.be