3
Financiële informatie
3.1
Financieel beleid Het financieel beleid van Rijnstate kent twee speerpunten: tIFUPQCPVXFOWBOXFFSTUBOETWFSNPHFO%JUEPFOXFEPPSJOUPFOFNFOEFNBUFCFUFSF bedrijfsresultaten te realiseren en door te sturen op met name terugdringing en beheersing van LPTUFO tIFUTUVSFOPQFFOHF[POEFLBTTUSPPN%JUEPFOXFEPPSHPFEHSJQPQVJUHBWFOFOJOWFTUFSJOHFO te houden en goed te anticiperen op interne en externe ontwikkelingen. Kortom ‘in control’ zijn. Kostenbeheersing en anticiperen op ontwikkelingen hebben gestalte gekregen in de volledige invoering van een Rolling Forecast-cyclus. Dit houdt in dat we vier keer per jaar een 12-maandsprognose opstellen en tussentijds de kostenontwikkelingen kunnen toetsen, bijvoorbeeld naar aanleiding van gewijzigde inzichten zoals CAO-wijzigingen of afspraken met zorgverzekeraars. Ook stellen we twee keer per jaar een meerjarenbegroting op die de resultaatsprognose, balansontwikkeling en kasstroomontwikkeling voor de komende tien jaar bevat. De in 2011 ingezette kostenombuigingen hebben in 2012 zichtbaar effect gehad. In 2012 hebben we procesverbeteringen doorgevoerd ter verhoging van de efficiency en doelmatigheid, hebben we keuzes gemaakt om de productiviteit te verhogen en is bezuinigd op de inzet van indirect personeel. Dit laatste is onder andere mogelijk gemaakt door invoering van het Elektronisch Patiëntendossier (EPD). We hebben goed gestuurd op kostenreductie van diagnostiek. Vanaf medio 2012 werden een geleidelijke kostenafname en vergroting van de resultaatsmarge zichtbaar in de cijfers. Zo is de personele inzet in 2012 behoorlijk afgenomen. De kasstroom is in 2012 positief te noemen. Dit is vooral van belang geweest, omdat de facturatie van zorgproducten erg laat op gang is gekomen. Dit kwam door landelijke problemen in systemen en het later dan gebruikelijk afronden van contracten tussen zorgverzekeraars en het ziekenhuis. Rijnstate heeft voldoende weten te factureren en ook bevoorschotting ontvangen, zodat de kasstroom op geen enkele manier een risico is geweest. Strikt uitgavenbeleid en goede monitoring op de investeringen hebben hier ook aan bijgedragen.
3.2
Financiële prestaties 2012 De bedragen in deze paragraaf zijn in duizenden euro’s, voor zover niet anders aangegeven. Het bedrijfsresultaat over 2012 is € 1.526 positief (2011: € 969 positief ). Financiële Kengetallen RESULTAAT
2012
2011
2010
2009
Netto operationeel resultaat
0,44%
0,30%
1,09%
1,33%
Ebitda (* € 1.000)
45.075
39.371
39.834
34.850
Personeelskosten-ratio
56,9%
58,6%
57,6%
57,2%
1,1
1,1
1,5
1,4
Intrest coverage ratio
Jaardocument 2012
37
RESULTAAT
2012
2011
2010
2009
Garantievermogen
13,0%
12,2%
14,00%
12,80%
Vermogensniveau
9,5%
10,0%
12,30%
11,20%
Current ratio
1,3
1,1
0,8
0,8
Leverage
1,0
0,9
0,6
0,7
%FCU&CJUEB
5,3
5,5
3,8
4,8
7FSNPHFOMJRVJEJUFJU
Garantievermogen = eigen vermogen + voorzieningen – bestemmingsreserves Vermogensniveau = eigen vermogen – bestemmingsreserves -FWFSBHFMBOHMPQFOEFMFOJOHFONBUFSJÑMFWBTUFBDUJWB
Het nettoresultaat is enigszins toegenomen tot 0,4%van de totale omzet. Dat bewijst dat de ingezette besparingsacties vanaf medio 2012 effect hebben gehad. Op jaarbasis zijn de CFTQBSJOHFOHSPUFSEBBSEPPSJTEFWFSXBDIUJOHHFSFDIUWBBSEJHEEBUEFNBSHFJOCFIPPSMJKL hoger is. De Interest-coverage ratio (ICR) is gebaseerd op het bedrijfsresultaat voor intrest en belasting (Ebit). Deze ratio is gevoelig voor de invloed van het nettoresultaat. De toename van de ICR is echter gering. De Ebitda is behoorlijk verbeterd ten opzichte van 2011 en is nu € 45.075. De current ratio is toegenomen door een versterking van de kasstroom. In tegenstelling tot voorgaande jaren is voor de bepaling van deze ratio ook het financieringsoverschot betrokken. Reden hiervoor is dat de terugbetalingsverplichting van de overfinanciering veelal korter is dan twee jaar. De personeelskosten-ratio ontwikkelde zich positief in 2012. Dit komt deels door de toename van de omzet, veroorzaakt door overheveling van dure geneesmiddelen en anti-tnf vanuit de eerste lijn. Dit heeft de omzet met ongeveer € 10 miljoen verhoogd. Daarnaast heeft de reductie van fte in 2012 geresulteerd in breuk met de trend dat de personeelskosten sneller stijgen dan de omzet. De arbeidsproductiviteit is in 2012 met 1,7 % toegenomen ten opzichte van 2011.
3.3
Begroting 2013 Het jaarplan 2013 is vertaald in een Rolling Forecast (zie ook paragraaf 3.1). Deze is de basis voor de begroting 2013. De Rolling Forecast wordt vier keer per jaar opgesteld. De laatste in het jaar gebruiken we om de realisatie van het volgende jaar mee te confronteren. De Rolling Forecast functioneert daarmee als interne begroting. Deze gebruiken we voor de eenmalige vaststelling van het financiële kader, de financiële doelstellingen en het effect van jaarplannen en Rolling Forecast op investeringen, liquiditeit en solvabiliteit. Een van de ambities van Rijnstate voor de komende jaren is de realisatie van een gezonde bedrijfsvoering. Dit doen we onder meer door het verder doorvoeren van procesverbeteringen, het investeren in kwaliteit van zorg en het vergroten van de weerstand (eigen vermogen) van onze organisatie. Dit staat ook zo in het jaarplan 2013 aangegeven. Conform de ondertitel van dit jaarplan is het van belang dat 2013 ook in financieel opzicht een jaar wordt om te ‘consolideren, innoveren en optimaliseren’. Rijnstate heeft daarnaast voor 2013 een aantal extra ambities opgesteld die van invloed zijn op het financiële beleid. Zo willen we voldoende financiële ruimte houden voor onderzoek en opleiding en hiervoor (bij doorontwikkeling of toegenomen ambitie) eventueel een derde geldstroom aanboren. Financieel willen we voldoende investeringsruimte en liquiditeit beschikbaar houden om het bouwdeel Noord-Oost van Rijnstate Arnhem te gaan realiseren.
38
Rijnstate
Dit bouwdeel omvat de toekomstige nieuwbouw van het Oncologisch Centrum, Vasculair Centrum, polikliniek Interne Geneeskunde en Vrouw-Kindcentrum. De start van bouwdeel Noord-Oost stond oorspronkelijk gepland in 2012, maar realisatie zal – onder het voorbehoud dat Rijnstate hiervoor externe financiering verkrijgt - in 2013 en 2014 plaatsvinden. Aansluitend daarop zal de bouw van het Vrouw-Kindcentrum plaatsvinden. Rijnstate streeft naar een omzetratio van minimaal 13% in 2013. Hiervoor is een positief exploitatieresultaat van € 6,8 miljoen begroot. Om dit te bereiken moet het personeelsbestand nog met ongeveer 90 fte dalen ten opzichte van de stand per 31 december 2012. Naar verwachting kunnen we die daling bereiken met de al in 2012 ingezette bezuinigingen en efficiencymaatregelen.
3.4
Analyse van de geconsolideerde balans Vaste activa In 2012 is voor een bedrag van € 27 miljoen geïnvesteerd. Een groot deel hiervan heeft betrekking op bouwkundige aanpassingen en renovaties op de diverse locaties, met name in Arnhem en Zevenaar. Daarnaast is ruim € 13 miljoen geïnvesteerd in medische apparatuur, inventaris en ICT-middelen. Impairment toets Uit hoofde van RJ-655 bestaat de verplichting om jaarlijks te beoordelen of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn (impairment toets). Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, dient de realiseerbare waarde te worden bepaald. Rijnstate heeft in 2012 een jaarlijkse herberekening van de realiseerbare waarde van de activa opgesteld. Conclusie is dat in 2012 geen bijzondere afwaardering uit hoofde van impairment plaats hoeft te vinden. Vlottende activa De vlottende activa zijn toegenomen met ruim € 42 miljoen. Dat is vooral veroorzaakt doordat de facturatie van de zorgproductie met een aantal verzekeraars pas laat op gang is gekomen en niet alle afgesloten productie in 2012 ook daadwerkelijk uitgefactureerd kon worden. Groepsvermogen Vermogensontwikkeling De jaarlijks na te streven positieve resultaatsmarge is gericht op het realiseren van een weerstandsvermogen van 15% van de omzet (omzetratio). In 2012 komt de ratio uit op een percentage van 12,3%, exclusief de in de omzet begrepen overgehevelde middelen voor dure geneesmiddelen en anti-tnf. Op basis van de totale omzet bedraagt de omzetratio 11,9%. Op grond van het huidige beleid komt Rijnstate in 2015 uit op 15%. 45.000 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2008 Ziekenhuizen
Jaardocument 2012
2009
2010
2011
2012
Hulpstructuur
39
Voorzieningen De reguliere voorzieningen zijn toegenomen met circa € 5,6 miljoen. Dat is vooral veroorzaakt door dotatie aan de voorziening voor het persoonlijk levensfasebudget (voorziening voor bovenwettelijke vakantieuren). Aan de reorganisatievoorziening is een bedrag gedoteerd zodat € 1,5 miljoen beschikbaar is om eenmalige frictiekosten die voortvloeien uit de reorganisaties te kunnen betalen. Naast de reguliere voorzieningen is uit hoofde van de omzetbepaling een risicovoorziening opgenomen. Doel hiervan is om schattingsonzekerheden en onvoorziene effecten die de schadelast over 2012 doen toenemen, te kunnen opvangen. Langlopende schulden De langlopende schulden zijn toegenomen in verband met de consolidatie van leningen bij een bankenconsortium (ING bank en Rabobank). Deze leningen zijn aangetrokken in verband met de investeringen in de periode 2009-2012. In totaliteit is voor € 125 miljoen aan nieuwe leningen aangetrokken, waarvan nog € 48 miljoen in 2012. De totale leningenportefeuille bedraagt circa € 262 miljoen. Van dit bedrag is in totaal € 100 miljoen geborgd door het Waarborgfonds voor de Zorgsector. Kortlopende schulden De schulden met korte looptijd zijn ten opzichte van 2011 toegenomen. In de post vorderingen heeft een saldering plaatsgevonden van terug te betalen bevoorschotting aan verzekeraars, omdat in de vorderingen ook de nog te factureren omzet is opgenomen. Dit om onnodige balansverlenging te voorkomen. Wel is de overfinanciering in 2012 ten opzichte van de afspraken met de zorgverzekeraars over 2012 (omzetplafonds) opgenomen in de overige schulden. Dit verklaart de sterke stijging. De aflossingsverplichting op langlopende leningen is opgenomen onder de kortlopende schulden en ook toegenomen door toename van de totale leningportefeuille in 2012. Liquiditeitsbegroting Voor de planning en beheersing van kasstromen wordt maandelijks een planning van financieringsbehoefte en liquiditeitsontwikkeling opgesteld. Naast de reguliere uitgaven en investeringen wordt ook de terugbetaling van voorschotten van verzekeraars hierin verwerkt. De liquiditeitsbegroting is relevanter geworden nu in 2012 het bekostigingsstelsel is gewijzigd. Door vergroting van het vrije segment ten opzichte van 2011 dient het ziekenhuis meer omzet op factuurbasis te declareren en ontvangt het minder bevoorschotting. Hierover is uitvoerig overleg gepleegd met verzekeraars, hetgeen voor Rijnstate betekent dat ook de bevoorschotting in 2012 heeft plaatsgevonden. De facturatie is op niveau gekomen. Het is niet uitgesloten dat ook in 2013 met verzekeraars nog aanvullende afspraken over bevoorschotting gemaakt moeten worden. Nog in tarieven te verrekenen financieringsoverschot Deze post is in 2012 fors afgenomen. Dit is veroorzaakt door terugbetaling van overfinanciering aan verzekeraars in 2012 over voorgaande jaren. In 2012 is ook sprake van enige overfinanciering maar deze is niet zichtbaar in deze balanspost. Gezien de afspraken met verzekeraars en de richtlijnen van de Nederlandse Zorgautoriteit is een overfinanciering tot aan het niveau van maximale omzetafspraken met verzekeraars al opgenomen als verplichting aan verzekeraars onder de kortlopende schulden. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten de in financieringscontracten besloten afgeleide instrumenten zoals derivaten. In 2011 en 2012 zijn de langlopende leningen die zijn afgesloten (waarde € 125 miljoen tegen verschillende looptijden) middels Interest Rate Swaps (IRS) afgedekt, gezien de stand van de rente. Deze nieuwe leningen zijn afgedekt tegen een IRS van 3,1% over de gehele periode. De afgesloten renteswaps op langlopende leningen worden gewaardeerd tegen kostprijs of lagere marktwaarde. Voor bijzonderheden en nadere toelichting over de leningen en de afgegeven zekerheden verwijzen we naar de toelichting in de jaarrekening 2012 van Stichting Rijnstate Ziekenhuis.
40
Rijnstate
3.5
Analyse van de geconsolideerde resultatenrekening Bedrijfsopbrengsten De bedrijfsopbrengsten zijn in vergelijking met 2011 toegenomen met circa € 22 miljoen. Dat is veroorzaakt door de overheveling van de bekostiging van dure geneesmiddelen en TNF Alpharemmers vanuit de 1e lijn. Daarnaast zijn ook de overige opbrengsten iets gestegen. Dit laatste heeft betrekking op zowel dienstverlening aan derden als een kleine toename van overige subsidies. Ten aanzien van de omzetbepaling speelt het nieuwe financieringsstelsel en de landelijke overgangsregeling (het zogenaamde transitiemodel) een relevante rol. In zowel hoofdstuk 8 als in de jaarrekening is een aanvullende toelichting op de omzetbepaling en de gehanteerde uitgangspunten opgenomen. Personeelskosten De personele kosten zijn toegenomen met 3,5% ten opzichte van vorig jaar. De personeelskostenratio (personele kosten uitgedrukt in de omzet) is gedaald. Dit is veroorzaakt door zowel eerder genoemde stijging van opbrengsten als door de afname van personeel vanaf 1 januari 2012. De personele kosten zijn ook behoorlijk toegenomen als gevolg van de dotatie aan de voorziening voor bovenwettelijke vakantieuren. Aan deze voorziening is ruim € 6 miljoen gedoteerd terwijl de onttrekking aan de voorziening ongeveer € 1,5 miljoen bedraagt. Reden voor de toename is gelegen in de verruiming van de rechten opbouw PLB-uren in de CAO. Overige bedrijfskosten Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten zijn lager dan in 2011. Dit wordt o.a. veroorzaakt door lagere kosten voor warme maaltijden. Dit is een effect van de uitplaatsing van de eigen keuken in de loop van 2011 naar Huuskes. De kosten van onderhoud aan installaties, gebouwen en energielasten zijn nagenoeg op hetzelfde niveau gebleven. Oplopende prijzen worden goeddeels gecompenseerd door besparende maatregelen. De grootste toename in de overige bedrijfskosten betreft de patiëntgebonden kosten. Deze stijging wordt voor ruim € 7,5 miljoen veroorzaakt door de kosten van geneesmiddelen en TNF Alpharemmers zoals deze ook gezorgd hebben voor een hogere omzetwaarde in 2012 ten opzichte van 2011. Afschrijvingskosten en rente De afschrijvingskosten zijn in 2012 € 3,5 miljoen hoger dan in 2011. Dit heeft te maken met versnelde investeringen die nodig waren ter vervanging van apparatuur, de investeringen in verbouwingen tot en met medio 2012 (waar ook consolidatie van langlopende financiering voor heeft plaatsgevonden) en inhaalafschrijving op radiologische apparatuur. De rentelast is met € 1 miljoen toegenomen tot € 11,8 miljoen, wat ook te maken heeft met consolidatie van langlopende financiering in 2012.
Jaardocument 2012
41
42
Rijnstate