School voor relatietherapie Ruytenburgstraat 24 2600 Berchem
Tel. 03/383 41 68
[email protected] [email protected]
VERTROUWEN EN BETROUWBAARHEID IN PARTNERRELATIETHERAPIE M. Michielsen Hoofdstuk VI in “Leren over Leven in Loyaliteit: over contextuele hulpverlening”, Uitg Acco, 1998.
Inleiding Onlangs las ik het volgende bericht in de krant: “De Amerikaanse vrouwen hebben zich opgedeeld in “rulers” en “anti-rulers”. De oorzaak van deze controverse is het zelfhulpboekje “The Rules” van Ellen Fein en Sherrie Schneider. De auteurs adviseren aan de hand van 35 geboden hoe een vrouw de ware Jacob kan strikken. De Rule-girl zet de zaken naar haar hand door: Nooit terug te bellen als hij op je antwoordapparaat staat, altijd het gesprek zelf af te breken, druk bezig te zijn als hij je komt afhalen, je seksuele lust af te remmen en hem minstens drie maanden te laten wachten , en nooit, maar dan ook nooit over trouwen of kinderen krijgen te spreken. Het boekje voerde wekenlang de bestsellerlijsten van de New York Times aan en er werden een miljoen exemplaren van verkocht. Er volgde een tegenboek: “Breaking the Rules” met volgend advies: Dring jezelf op aan mannen en draag een GSM in je tas, want elk telefoontje betekent een potentieel afspraakje. Binnen twee weken waren ook hier 120.000 exemplaren van verkocht. Maar ook de mannen slaan terug: Er kwam “The Code” met tactieken die helpen bij een relatie met een Rule-girl, zoals : De enige goede signalen zijn gemengde signalen. Het doel: zaai twijfel in haar hoofd en dat leidt tot die verwoestende onzekerheid bij vrouwen. Eindresultaat: de Rule-girl valt in haar eigen kuil en de Code-guy kan haar krijgen hoe en zoals hij dat wil. Ook “The Code” was binnen enkele weken uitverkocht”. (Breuer, 1997) Dit bericht zette mij aan het denken over vertrouwen en betrouwbaarheid in de partnerrelatie. Het gaat natuurlijk over Amerika, en dat soort dingen zullen hier nooit zo‟n vaart lopen, maar het geeft toch een grondtoon aan van verregaand wantrouwen in de verhouding tussen mannen en vrouwen en binnen partnerschap, die ook hier merkbaar is. Waar het vertrouwen en de betrouwbaarheid in de relatie ernstig is geschaad, nemen mensen hun toevlucht tot tactische zetten in de machtsstrijd, en waar machtsstrijd toeneemt, neemt het vertrouwen af. Het succes van dergelijke boeken over tactieken in de machtsstrijd zegt dan ook iets over het wantrouwen tussen de seksen en zij dragen op hun beurt ook weer bij aan dat wantrouwen. Waar partners in crisis bij de hulpverlening aankloppen, is het vertrouwen tussen hen dikwijls ver te zoeken. Contextueel werken is dan gericht op het vergroten van het vertrouwen en de betrouwbaarheid in de relatie. Het contextuele denken en de taal van de vierde dimensie zijn daarvoor zeer geschikte instrumenten. Dat wil ik in dit hoofdstuk nader uitwerken. In een eerste deel wil ik nader ingaan op de vierde dimensie binnen partnerschap: wat maakt een partnerrelatie rechtvaardig en betrouwbaar? In een tweede deel werk ik de factoren en invloeden uit, die het ontstaan en groeien van betrouwbaarheid en rechtvaardigheid in een partnerrelatie kunnen bevorderen of in de weg staan. Ik maak daarbij ook verbindingen met de andere drie dimensies en hun invloed op de vierde dimensie. In een derde deel heb ik het over partnerrelatietherapie vanuit contextueel perspectief: doelstellingen, basishouding, timing en fasering, setting, enz..
Ondernemingsnummer: 883.367.716 BTW: vrijstelling IBAN: BE48 7330 3687 9127 BIC: KREDBEBB
School voor relatietherapie Ruytenburgstraat 24 2600 Berchem
Tel. 03/383 41 68
[email protected] [email protected]
I: DE ETHIEK VAN DE INTIEME RELATIE Mensen groeien aan relaties, wanneer er een rechtvaardige balans is tussen geven en nemen. Het emotionele en psychologische welbevinden van mensen en hun zelfwaardegevoel is verbonden met hun bijdrage aan het leven van anderen en de erkenning die ze daarvoor krijgen. De partnerrelatie levert daartoe een unieke mogelijkheid en lijdt eronder als deze dialoog ernstig faalt. I.1. Machtsstrijd en dialoog “Er zijn tenminste drie “sets” van belangen in een intieme relatie: die van partner A, die van partner B en die van de relatie. Beide partners hebben hun individuele belangen: die kunnen met elkaar samengaan of ze kunnen met elkaar in conflict zijn. Maar als twee individuen zich tot een relatie verbinden, waarin ze elkaar willen liefhebben en elkaar in hun ontwikkeling stimuleren, ontstaat er een derde partij, nl. de relatie. De relatie vraagt om dialoog, om rechtvaardige afweging van geven en nemen. Dit transformeert de normale strijd vanuit tegengestelde belangen, zodat in partnerrelaties een “overwinning” in een machtsstrijd bijna steeds een pyrrhusoverwinning is. Als de ene partner er in slaagt zijn zin te krijgen door het gebruik van macht, zal dit ten koste gaan van het vertrouwen en dus van de relatie.” (Karpel, 1994, p.33) Machtsstrijd leidt dikwijls tot een zichzelf versterkende negatieve spiraal: Als de ene partner onvoldoende vertrouwen heeft om er van uit te gaan dat de andere bereid is om naar zijn belangen te luisteren en ze te overwegen, zal hij zijn belangen veilig stellen door ze af te dwingen, door de andere te overtroeven met woorden, door betutteling of spot, door fysieke bedreiging of door gebruik te maken van de kwetsbaarheid van de andere. Ook het zich emotioneel terugtrekken op een eiland van onkwetsbaarheid is een wapen in de machtsstrijd. Dit vermindert het vertrouwen waardoor beide partners weer bevestigd worden in het wantrouwen, dat aan de basis van de machtsstrijd ligt. De dialoog leidt integendeel tot een zichzelf versterkende positieve spiraal: De partners nemen het risico in kwetsbaarheid hun belangen aan de orde te stellen en zich open te stellen voor die van de ander. Als ze beiden worden gehoord door de ander en ze van daaruit een beslissing nemen zal het vertrouwen groeien. Dan wordt weer gemakkelijker om dit risico opnieuw aan te gaan. Beide partners kunnen groeien in het vertrouwen dat zijn of haar noden en wensen ernstig zullen worden genomen, omdat hij ook de noden van de ander ernstig neemt. De partners creëren op die manier een “genereuze economie”. (Karpel, 1994, p.34) Beiden zijn meer bereid om dingen te doen om de ander te plezieren, omdat beiden ook weten dat de ander hetzelfde wil doen en omdat dit het leven samen prettiger en vreugdevoller maakt. Conflicten worden zoveel mogelijk opgelost, door discussie en een vorm van compromis, een bereidheid om af en toe in te leveren, in de verwachting dat de ander hetzelfde zal doen. Op die manier is er een subtiele samenloop van de wederzijdse belangen in een intieme relatie. Het is in het belang van beide partners om soms iets te “verliezen” om de betrouwbaarheid en generositeit in de relatie te bewaren. I.2. De bestanddelen van een rechtvaardige en betrouwbare relatie. Ivan Boszormenyi-Nagy met zijn relationeel-ethische dimensie geeft ons een taal om over de rechtvaardigheid in relaties te spreken. Karpel (Karpel,1994, p.34) geeft ons een beknopte woordenschat van die taal. Deze omvat: gerechtigde aanspraak, verplichting, erkenning, verdienste, vertrouwen en betrouwbaarheid, herstel en vergeving. In elke hechte relatie is er een voortdurend wisselende balans van verdienste en verschuldigd zijn tussen de partijen. Beide termen verwijzen naar relationeel verschuldigd zijn. Ik ben gerechtigd om iets van jou te krijgen. Ik ben verschuldigd om iets aan jou te geven. Deze wisselende balans is van toepassing op grote en kleine zaken. Als de ene ouder verschillende nachten na elkaar is opgestaan om de baby de fles te geven, zal hij of zij zich gerechtigd voelen dat de andere ouder de volgende nachten voor zijn rekening neemt. Hopelijk, als zij billijkheid op dezelfde manier verstaan, zal de ander dat gerechtigd zijn erkennen en zich verplicht voelen, uit billijkheid, om het over te nemen. In een aanspraak stelt de ene de verwachting om van de ander iets terug te krijgen op basis van verworven verdienste. De vrouw, die uitgeput is van de vele nachtelijke voedingen, drukt een aanspraak uit, als ze zegt: “Schat, ik heb nu vier nachten na elkaar gedaan. Wil jij het enige nachten van mij Ondernemingsnummer: 883.367.716 BTW: vrijstelling IBAN: BE48 7330 3687 9127 BIC: KREDBEBB
School voor relatietherapie Ruytenburgstraat 24 2600 Berchem
Tel. 03/383 41 68
[email protected] [email protected]
overnemen en mij laten slapen?” Als de man de billijkheid van die aanspraak erkent, zal hij aan haar verzoek voldoen. Bij een ander paar, zou de vrouw haar aanspraak kunnen uitdrukken door te zeggen: “ Ik heb gewerkt en op die manier mogelijk gemaakt dat jij je medische studies kon afmaken. Nu heb ik het gevoel dat het mijn beurt is. Ik wil jouw steun als ik terug naar school ga om een diploma te halen.” Of een man zou kunnen zeggen:” Luister, ik heb erin toegestemd dat jouw vader bij ons kwam wonen de laatste jaren van zijn leven. Nu mijn moeder ziek is, wil ik dat we voor haar hetzelfde doen.” “Erkenning” houdt in de validiteit en billijkheid van de aanspraak van de partner onder ogen zien en daardoor het eigen “verschuldigd zijn aan de ander” door diens investering accepteren. Deze erkenning wordt gemakkelijker gemaakt als er een vertrouwensbasis is in de relatie. Waar er nog weinig resterend vertrouwen is, wordt het moeilijker om open te staan voor de validiteit van de aanspraak van de andere. Het wederzijds onthouden van erkenning is een hoofdkenmerk van chronische conflicten, waarmee vele paren in behandeling komen. Betrouwbaarheid houdt niet het perfecte samengaan van elkaars aanspraken in. Er zijn vele situaties, waarin dit eenvoudigweg onmogelijk is. De aanspraken kunnen tegengesteld zijn, zoals wanneer beiden zich gerechtigd voelen tot rust en ontspanning na een uitzonderlijk zware werkdag, en er drie hongerige en lawaaierige kinderen rondlopen. Of de partners kunnen elkaars verdiensten een verschillend gewicht geven: De man, wiens vrouw vier nachten is opgestaan om de baby te voeden, en die nu wordt gevraagd om dit over te nemen, kan vinden dat het haar taak is om dit elke nacht te doen, vermits hij de volgende dag moet gaan werken, en zij niets anders te doen heeft dan voor de baby te zorgen en dus alle tijd heeft om ook te slapen als de baby slaapt. Eén van hen kan het moeilijk hebben om de gerechtigdheid van de aanspraak van de ander te zien omdat de eigen aanspraak zo sterk om erkenning vraagt vanuit het eigen tekort of vanuit krachtige familiedelegaties, die steeds voorrang krijgen op de partnerrelatie. Zelfs als beide partners in staat zijn om welwillend elkaars aanspraken te overwegen en als zij deze gelijk wegen, dan nog kunnen externe gebeurtenissen plots de balans van billijkheid wijzigen, bv. bij ernstige ziekte. Betrouwbaarheid gaat uiteindelijk om een volgehouden inspanning van beide partners om de gerechtigdheid van elkaars aanspraken te overwegen en een bereidheid om oplossingen te zoeken, waarbij geen van beide partners zich tekort gedaan voelt. Het recept voor die balans van geven en nemen vraagt dat elke persoon zijn aanspraken op verdienste naar voor brengt en bereidwillig luistert naar de aanspraken van de andere. Dit noemen we dan de dialoog, die de partners helpt om de lange termijn- billijkheid van geven en nemen in de relatie te bewaren. Zelfs met de beste voornemens zal het vertrouwen in langdurige relaties soms geschaad worden. Betrouwbaarheid en vertrouwen behoeven ook geen perfectie. Daarom is herstel zo belangrijk, waar het vertrouwen beschadigd is. Wie het vertrouwen heeft geschaad kan het aangedane onrecht herstellen door het te erkennen. Niet alleen de feiten verdienen erkenning, maar ook wat daar nu juist onrechtvaardig in is tegenover de partner. Daarna is een zorgvuldig onderzoek nodig van de omstandigheden en de factoren - dikwijls ook het destructief recht - die deze partner daartoe hebben gebracht én het aandeel van de andere partner daarin. Dit onderzoek is noodzakelijk om de belofte en het voornemen dat dit niet opnieuw zal gebeuren, enige grond te geven. Beide partners moeten zicht hebben op wat zij kunnen doen om herhaling te voorkomen. Voorwaarde voor het herstel is ook dat de partner, die is tekort gedaan, ervoor kiest om de inspanningen tot herstel van de ander te accepteren. Herstel van vertrouwen is dus een interactioneel proces tussen de partners, waarin zij zich beiden moeten inzetten, en niet een grootmoedige daad van de tekort gedane partner, waar de andere afhankelijk van is. Dikwijls vragen partners therapeutische begeleiding bij dit proces van herstel van vertrouwen, bijvoorbeeld nadat een relatie met een derde is uitgekomen, of nadat één van de partners na jaren verslaving is ontwend. Dit zijn voorbeelden van zeer expliciete vertrouwensbreuken. Meestal echter gaat het over langdurige patronen in een relatie, die het vertrouwen stukje bij beetje hebben uitgehold. De therapeut moet zich dan zeer goed bewust zijn van het verschil tussen enerzijds een werkelijke dialoog over de balans van geven en nemen met als doel het herstel van de betrouwbaarheid, en anderzijds schuldinductie en slachtoffer-gedrag als wapens in de machtsstrijd, die alleen maar tot meer wantrouwen kunnen leiden, en eigenlijk een voortzetting van het gekende patroon zijn. De lijn daartussen is immers uiterst smal: Het is voor cliënten, die zeer gekwetst zijn in hun vertrouwen naar elkaar, zeer voor de hand liggend om zich te beschermen door wapengebruik. Zij roepen dan ook de hulp in van de therapeut om dit te bewaken en hen daarbij te helpen. Ondernemingsnummer: 883.367.716 BTW: vrijstelling IBAN: BE48 7330 3687 9127 BIC: KREDBEBB
School voor relatietherapie Ruytenburgstraat 24 2600 Berchem
Tel. 03/383 41 68
[email protected] [email protected]
Partners treden in relatie met verschillende mogelijkheden tot het investeren van vertrouwen, gebaseerd op hun vorige ervaringen in intieme relaties - bij de eerste hechting en in adolescente en volwassen liefdesrelaties. Daar komen we in de volgende paragraaf nog op terug. Naast de individuele capaciteiten tot het investeren van vertrouwen, hangt de ontwikkeling van vertrouwen in deze relatie uiteindelijk af van de betrouwbaarheid, omgezet in daden, van de partner. Vertrouwen kan zich immers maar ontwikkelen als een psychologische en relationele consequentie van behandeld te worden op een betrouwbare manier. Besluit: De uitdaging voor paren is om patronen van wederzijds respect, betrouwbaarheid en billijkheid op te bouwen en te bewaken gedurende het ganse leven van de relatie, en dat is geen gemakkelijke uitdaging. Beide partners moeten eerst en vooral in staat zijn om zichzelf te respecteren om hun partner te kunnen respecteren. Zij moeten in staat zijn om hun gerechtigde aanspraken te stellen, om bereidwillig te luisteren naar de partner als die zijn aanspraken stelt , en die verdiensten te erkennen, waarvan zij vinden dat ze gerechtvaardigd zijn. Zij moeten in staat zijn om soms toe te geven op sommige terreinen, zodat ze gerechtigd zijn om op andere te winnen. Zij moeten mogelijkheden tot het investeren van vertrouwen bezitten en in staat zijn op een betrouwbare manier te handelen. Zij moeten in staat zijn om beschaamd vertrouwen te herstellen. En tenslotte moeten ze proberen dit alles te bewaren ook tegenover allerhande aanspraken op hun energie en aandacht van anderen en middenin de stress en crisissen doorheen de levenscyclus.
II: PARTNERPROBLEMATIEK IN HET LICHT VAN DE VIERDE DIMENSIE Wat zijn nu de krachten en mechanismen, die de rechtvaardigheid en het vertrouwen in partnerrelaties bedreigen? Wat maakt het toch zo moeilijk om de dialoog te blijven voeren en tot rechtvaardige balansen te komen? “Partners zijn zich meestal weinig bewust van de verregaande impact van de rechtvaardigheid van hun vroegere levenservaringen en andere relaties op de mogelijkheden en bereidheid tot dialoog en op de grieven, die zij tegenover elkaar hebben. Een partnerrelatie is immers slechts één link in een multigenerationele context.” (Grunebaum, 1990, p.193) Een contextueel therapeut zal de relatie tussen de partners dus steeds in zijn context plaatsen: dit houdt een verruiming in zowel naar het verleden (in de vorm van destructief recht, legaten en delegaties), in het heden (in de vorm van loyaliteiten en invloeden in het nu, ook van andere relaties) als naar de toekomst.(in de vorm van de aanspraken van het nageslacht) Hij zal hen helpen de krachten en feiten te exploreren, die vorm hebben gegeven aan hun aanspraken, hun onvervulde noden in heden en verleden. Hij stimuleert hen tot de dialoog , waarin de noden, rechten en verantwoordelijkheden van elk begrepen kunnen worden en op een meer rechtvaardige manier onderhandeld met het oog op de toekomst. II.1. Invloed van het verleden: Leunen op destructief recht “Partnerrelaties houden meestal een krachtige emotionele hechting tussen de partners in, die hen erg in de war kan brengen en zowel een bron van vreugde als verdriet kan zijn. De kracht en impact ervan schijnt een echo te zijn van de vroegere hechting tussen moeder (en/of vader en/of de eerste verzorgers) en kind. Deze vroege hechtingsrelatie wordt door het kind geïnternaliseerd in een hechtingspatroon, dat zich ook naar andere en latere relaties uitbreidt.” (Karpel, 1994, p.5-14) De intieme relatie activeert dus steeds noden en verlangens uit de vroege kindertijd. Als de eerste hechting “goed genoeg” is geweest, zal dit intensiteit en verdieping geven aan de verbinding tussen het paar. Als deze vroege hechting niet “goed genoeg” is geweest, kunnen deze noden en verlangens leiden tot overdreven en onrealistische verwachtingen, die nimmer te voldoen zijn, en waardoor de partner wordt geparentificeerd. Deze krijgt dan immers een rekening gepresenteerd, die in een andere relatie is ontstaan, en die in deze relatie nooit kan voldaan worden en dikwijls ook niet passend is. Dat noemen we dan een roulerende rekening. Een vrouw vraagt aan haar partner om haar te telefoneren als hij later naar huis komt. De man reageert daarop met woede en verontwaardiging over haar eeuwige neiging om hem te controleren en te bekritiseren. Deze man werd door zijn moeder als enig kind inderdaad zeer sterk gecontroleerd en overbeschermd, en eist ter compensatie een onbeperkte vrijheid op in de partnerrelatie. Ondernemingsnummer: 883.367.716 BTW: vrijstelling IBAN: BE48 7330 3687 9127 BIC: KREDBEBB
School voor relatietherapie Ruytenburgstraat 24 2600 Berchem
Tel. 03/383 41 68
[email protected] [email protected]
Deze roulerende rekening werkt op de tweede dimensie door het intrapsychische mechanisme van de “projectieve identificatie”: “De object-relatie visie op persoonlijkheid, vooral de formulering van Ronald Fairbairn, was een belangrijke bijdrage aan de psychotherapie vanuit de psychoanalytische school. Volgens Fairbairn is de geest vanaf zijn ontstaan in wezen relationeel gericht. Anders gezegd: een innerlijk Zelf of „ego‟ is intrinsiek gekoppeld aan een innerlijke partner of „object‟. In deze constructie is het pijnlijk voor een mens om te investeren in de slechte aspecten van zijn of haar innerlijke partner. Dus richt het Zelf zich op een geïdealiseerde, goede innerlijke ander en creëert op die manier een evenwicht. Bovendien projecteert het Zelf gewoonlijk de slechte kenmerken van de innerlijke partner op een nietsvermoedende externe partner. Ongelukkigerwijs is de mens met wie men een belangrijke liefdesrelatie heeft, het meest waarschijnlijke doelwit voor „projectieve identificatie‟, hetgeen natuurlijk een manier is om van een partner gebruik te maken. Projectieve identificatie is een eenzijdige uitbuiting, tenzij beide partners zich hiervan wederzijds bedienen. Er is sprake van uitbuiting wanneer men met een ander omgaat alsof deze alleen maar een belichaming is van iemands innerlijke partner. Want het lukt ons door zo te handelen niet, een echte dialoog aan te gaan met een menselijk wezen als geheel. “(Nagy en Krasner, 1994, p.191) De man uit hoger genoemd voorbeeld projecteert in zijn vrouw “de slechte aspecten van de innerlijke ander”, in dit geval de bezitterigheid en controle van zijn moeder, zoals hij die als kind heeft ervaren. Hij polariseert daardoor de relatie tussen hem en zijn vrouw. Al wat er aan bezitterigheid en controle in hem aanwezig is projecteert hij op zijn vrouw, en hij ziet zichzelf dan als het slachtoffer van die bezitterigheid. Hij ziet niet in dat hij zelf bezitterig is met zijn eis tot absolute vrijheid en dat hij daardoor zijn vrouw tot slachtoffer maakt. Hij doet haar daarmee onrecht, want hij verengt haar tot dit beeld en is niet meer in dialoog met zijn vrouw als persoon. Zo ontstaat dan de roulerende rekening.
Dit is een voorbeeld van hoe mensen hun vermogen om aan anderen te geven kunnen verliezen. Ze worden ongevoelig voor de pijn van anderen, en voor hun eigen impact op anderen. Zij gebruiken dan hun “destructief recht” om hun destructief gedrag te sturen, te motiveren en te rechtvaardigen en zijn daardoor onverschillig of blind voor de aanspraken van hun partner. Anderen hebben door ernstige parentificatie nooit het vermogen ontwikkeld om hun eigen aanspraken aan de orde te stellen. Ze voelen zich onzeker over hun verdienste en missen de kracht om hun kant van de zaak, hun belang aan de orde te stellen en te verdedigen, ook al hebben ze daar alle recht toe. Ze kunnen moeilijk vragen en ontvangen. Dit ontkennen en negeren van de eigen noden leidt tot ernstige wrokgevoelens. In plaats van aanspraken te maken op hun verdiensten, dus op wat ze gegeven hebben aan de andere, zijn over-gevende mensen op den duur alleen nog in staat om eisen te stellen, gebaseerd op hun woede en wrok. Zij verwijzen naar hun teveel geven als een teken dat anderen van hen hebben geprofiteerd. Ook zij rechtvaardigen hun aanspraak door te benadrukken hoe gekwetst en misbruikt ze zijn, en leunen op die manier op hun destructief recht. Voor een verder uitwerking van parentificatie, destructief recht en de gevolgen daarvan voor de relatie: zie het hoofdstuk over parentificatie. Het weze duidelijk dat niemand de volwassenheid bereikt zonder een zekere mate van destructief recht te hebben verworven, en zonder dat dit mechanisme van projectieve identificatie hem in zekere mate heeft gevormd. Dit zal echter niet noodzakelijk het vermogen van mensen tot geven en ontvangen totaal blokkeren. In de dagelijkse praktijk van de partnerrelatie worden deze geprojecteerde beelden en het onrecht dat de partners elkaar daardoor aandoen, in de dialoog tussen het paar hersteld en bijgesteld. Bij partners, die in therapie komen, is deze dialoog dikwijls grondig vastgelopen. Dit vraagt dan binnen de partnerrelatietherapie ook ruime aandacht van de therapeut voor de individuele geschiedenis van beide partners en de tekorten en hulpbronnen, die van daaruit nu in de relatie doorspelen. De therapeut kan de partners helpen om te zien hoe zij in het verleden gekwetst zijn en hen erkenning geven voor het onrecht dat hen daarin is aangedaan. Daarnaast kan hij met hen kijken naar het effect van hun acties op de andere nu en samen zoeken hoe ze kunnen afstappen van gedrag , dat door destructief recht wordt gestuurd, en hoe ze dit kunnen omzetten in dialoog. Op die manier wordt uiteindelijk een proces mogelijk van het wederzijds verdienen van constructief recht.
Ondernemingsnummer: 883.367.716 BTW: vrijstelling IBAN: BE48 7330 3687 9127 BIC: KREDBEBB
School voor relatietherapie Ruytenburgstraat 24 2600 Berchem
Tel. 03/383 41 68
[email protected] [email protected]
II.2. De wederzijdse invloed van dit destructief gerechtigd zijn op de partnerrelatie nu. De partners zijn volwassenen, in principe elk even verantwoordelijk voor de wederkerigheid, die nodig is voor een vitale, langdurige relatie. In tegenstelling tot de ouder-kind relatie is de toetssteen voor de rechtvaardigheid in de partnerrelatie de "wederkerige symmetrie". Waar de ene partner de andere systematisch tekort doet door een beeld te projecteren dat de partner verengt, kan dit alleen maar een vastgeroest patroon worden, als die projectieve identificatie ook op één of andere manier bij de partner past. Partners kiezen elkaar dikwijls vanuit een complementair tekort: ze kiezen elkaar vanuit wat ze nodig hebben en rekenen dus zeer sterk op wat de ander kan geven, maar ze hebben te weinig besef van wat ze zelf te bieden hebben. Ze zoeken wat beantwoordt aan hun behoefte, maar op een wezenlijker niveau (de vierde dimensie) zoeken ze iets te kunnen betekenen voor de ander en daar in gezien te worden. De zoon, die zich door zijn moeder laat verzorgen en betuttelen, geeft aan zijn beide ouders door dit te laten doen: Zijn moeder kan blijven zorgen en beredderen en zijn vader behoudt een zekere vrijheid doordat de zoon het voorwerp van moeders zorg en aandacht kan blijven. Hij geeft een belangrijk stuk van zijn autonomie en zelfredzaamheid daarvoor op. Hij vindt een partner, die als dochter van haar ouders heeft geleerd te zorgen voor het ganse gezin. Jurg Willi beschrijft deze vorm van partnerkeuze in zijn boek "De partnerrelatie” en noemt dit een “collusie”.(Willi J., 1983) Hij maakt daarin een mooie verbinding tussen fenomenen uit de tweede en de derde dimensie: Hij beschrijft hoe mensen in hun partnerkeuze bepaalde noden op de voorgrond plaatsen, andere op de achtergrond, en daarin complementair zijn. Zij hebben zich psychologisch op een bepaalde manier ontwikkeld en geven hun partnerkeuze van daaruit vorm. (tweede dimensie - projectieve identificatie) In hun partnerrelatie zullen zij elkaar in eerste instantie neigen te versterken in die ontwikkeling. (derde dimensie: circulaire causaliteit) De vrouw die zorgt, versterkt de nood aan zorg van haar man. De man die zich laat verzorgen, versterkt de vrouw in haar zorgend gedrag. Het kan zeer helpend zijn voor partners om te zien hoe het gedrag van de één het gedrag van de ander in stand houdt en versterkt. Dit geeft hen ook de mogelijkheid om zelf naar alternatieven te zoeken voor hun eigen aandeel in de vicieuze cirkel. Deze circulariteit mag echter het verschil in verantwoordelijkheid niet te niet doen. Als de vrouw een buitenechtelijke relatie aangaat, zegt dit iets over haar relatie met haar echtgenoot en heeft hij daar ook zijn aandeel in. Dit neemt niet weg dat die buitenechtelijke relatie een keuze en een beslissing is van haar en niet van hem. Ze zijn beiden evenzeer verantwoordelijk voor de relatie en wat daarin gebeurt, maar hij is niet verantwoordelijk voor het feit dat zij een buitenechtelijke relatie aangaat. Vanuit de vierde dimensie gezien zoeken beide partners in een collusie bij elkaar erkenning voor hun manier van geven: de man door zich te laten verzorgen, de vrouw door te zorgen. Zij zoeken bij elkaar de erkenning die ze van hun ouders niet gekregen hebben. Op die manier parentificeren ze elkaar. In de verliefdheid, die met de partnerkeuze gepaard gaat, ervaren mensen dikwijls sterk dit gevoel van erkenning: eindelijk gezien en gewaardeerd te worden in wie ik ben en in wat ik te bieden heb. Vroeg of laat dringt de nood van de achtergrond zich echter naar voor in de relatie en komt er een conflict. Bijvoorbeeld: de zorger wordt ziek en wil verzorgd worden, de verzorgde wil ook wel eens de actieve rol. De collusie werkt niet meer, omdat één van de twee partners toe is aan of door de omstandigheden geplaatst wordt voor een nieuwe ontwikkelingsstap. Kinderen zijn in die “omstandigheden” dikwijls een belangrijk element: zij hebben andere kwaliteiten en investeringen van hun ouders nodig, naargelang hun ontwikkeling, en dit daagt vastgeroeste collusies tussen de ouders uit. Als de collusie niet meer werkt, is dit het moment dat de échte dialoog nodig is om verandering mogelijk te maken en tot een nieuwe balans te komen. Dit is ook het moment dat veel paren in therapie komen.
Ondernemingsnummer: 883.367.716 BTW: vrijstelling IBAN: BE48 7330 3687 9127 BIC: KREDBEBB
School voor relatietherapie Ruytenburgstraat 24 2600 Berchem
Tel. 03/383 41 68
[email protected] [email protected]
II;3. De invloed van de feitelijke levensomstandigheden van het paar, waaronder hun maatschappelijke context en het moment in hun levenscyclus als individu en als gezin. Om de ingewikkeldheid, het belang en de begrenzingen van betrouwbaar partnerschap in de menselijke levensloop en ontwikkeling te schetsen, roep ik een beeld op, waarvoor ik mij heb geïnspireerd aan Karpel (Karpel, 1994, p.1) Stel je 2 individuen voor , die elk op een vlot staan, meegevoerd op de stroming van de rivier. Stel je voor dat zij zich met elkaar verbinden door hun vlotten aan elkaar vast te maken. Ze moeten dit op een manier doen die voldoende ruimte biedt voor hun eigen vlot, maar ook voldoende verbinding. De vlotten ontmoeten verschillende hindernissen: het ene stoot tegen een steen, het andere blijft aan een tak hangen. De individuen proberen hun verbinding te bewaren en gezamenlijk de verstoringen, die ze ontmoeten, aan te kunnen. Dit evenwicht krijgt nog een eigen dynamiek wanneer op dit gezamenlijke vlot ook nog kinderen komen. Die kinderen hebben voldoende stabiliteit en veiligheid nodig om zich te kunnen ontwikkelen en stilaan een eigen vlot te bouwen, om uiteindelijk het ouderlijke vlot te verlaten. Kinderen kunnen door hun bestaan ouders motiveren om extra in de stevigheid van hun eigen en gezamenlijke vlot te investeren. Ze kunnen ook juist de extra belasting zijn, waardoor een toch al wankele verbinding teniet wordt gedaan. Als de partners er niet of te weinig in slagen om hun eigen vlot drijvende te houden of om voldoende evenwicht en verbinding tussen hen op te bouwen, zullen hun kinderen hun energie gaan investeren in het verstevigen van het ouderlijke vlot, wat ten koste gaat van de investering in hun eigen vlot, waar ze zelf de stroom mee op moeten. (parentificatie) Stel je dan verder voor dat elk ook een evenwicht moet bewaren met nog vele anderen: ouders, vrienden, werk, enz.. Het vlot van elk is ook weer met andere vlotten verbonden, met sommige zeer sterk en met andere minder. Sommige zijn voor een tijdje verbonden en gaan ook weer weg, andere komen erbij. Dit verstoort telkens het moeizaam opgebouwde evenwicht en vraagt om nieuwe balansen. Niemand kan de rivier stoppen of van zijn vlot stappen. Ze kunnen wel kiezen om vlotten met elkaar te verbinden of niet. Verbonden reizen voegt voor de partners individuele stabiliteit toe, omdat het een stabielere structuur creëert , maar tegelijk vraagt het een grotere inspanning om zijn evenwicht te bewaren, vermits ieder van hen niet alleen zijn eigen vlot met al zijn verbindingen, maar ook dat van de partner in evenwicht moet houden. De verbinding kan het ene moment de redding zijn, omdat ze meer tegenwicht geeft bij een draaikolk. Het andere moment kan de ene mee gesleurd worden door de stroming, waar de partner in terechtgekomen is. Dit beeld geeft iets weer van de onvermijdelijke beweging, de onderlinge afhankelijkheid, de ingewikkeldheid van de balans, de grotere stabiliteit en tegelijk de grotere kwetsbaarheid van de partners juist door hun onderlinge verbondenheid. De rivier met zijn stroming, de kinderen op het vlot, de andere vlotten in het beeld, geven ook iets weer van de organizerende krachten en begrenzingen, waarbinnen het partnerschap zich ontwikkelt. Laat ons deze organiserende krachten en begrenzingen even nader bekijken: De partnerrelatie is naast een persoonlijk, ook een sociaal en cultureel gebeuren. De inhoud van het partnerschap, de wederzijdse rechten en plichten tussen de partners, ook als ouders, worden niet alleen door hén omschreven en onderhandeld, maar zij zijn daarin deel van een maatschappij en van een socio-economische klasse, die daarover bepaalde opvattingen heeft. Denken we daarbij maar aan de invloed van het feminisme en de groeiende nadruk op individuele zelfrealisatie. Beide maatschappelijke stromingen hebben in de Westerse wereld en zeker in de middenklasse in de loop van de laatste decennia een revolutie teweeg gebracht in de opvattingen over partnerschap en over de verschillen tussen mannen en vrouwen wat betreft voortplanting, ouderschap, seksualiteit, communicatie, juridische en economische macht en status. Deze verschillen impliceren ook verschillende consequenties voor mannen en vrouwen van nogal wat kwesties, die binnen partnerrelaties aan de orde zijn. Monica McGoldrick en vele andere feministische therapeuten hebben deze verschillende consequenties geëxploreerd. (Mc Goldrick, 1989) Deborah Tannen heeft de gevolgen van deze verschillen voor de communicatie tussen mannen en vrouwen uitgewerkt. (Tannen, 1990 ) Ondernemingsnummer: 883.367.716 BTW: vrijstelling IBAN: BE48 7330 3687 9127 BIC: KREDBEBB
School voor relatietherapie Ruytenburgstraat 24 2600 Berchem
Tel. 03/383 41 68
[email protected] [email protected]
Verder wordt de relatie ook mede beïnvloed door de levenscyclus van de partners en van hun gezin: alle individuen, paren en gezinnen maken voorspelbare ontwikkelingsstadia door, met overgangsperioden van desorganisatie en spanning. Gedrag en symptomen, die op het eerste gezicht erg extreem en pathologisch lijken, worden “normaler” als ze gezien worden als een acute reactie op spanningen bij overgangsfasen in de levenscyclus van het individu of van het gezin. Als de hulpverlener de problematiek van het paar plaatst binnen deze contextfactoren kan dit hen helpen om te zien dat zij daarin deel zijn van een groter geheel. De dialoog over passend geven en nemen in een partnerrelatie is ook een maatschappelijke dialoog en het paar levert ook een bijdrage aan het collectief door open en faire onderhandelingen daarover. Zien dat het eigen is aan elke relatie dat er perioden van spanning en strijd zijn, afgewisseld met perioden van relatieve tevredenheid en stabiliteit, kan een paar helpen om die overgangsperioden beter te dragen. Zien dat vele paren in deze tijd worstelen met man-vrouw-verschillen en dat het niet alleen over de verschillen tussen hen als individuen gaat, kan hun moeilijkheden een stuk “normaliseren”. Het kan hen ook helpen om meer realistische verwachtingen van hun partner en van hun relatie op te bouwen en daardoor makkelijker in dialoog te blijven. II. 4. Invloed van andere relaties: botsende loyaliteiten Als een paar hulp komt zoeken nemen wij aan dat andere relaties een actief element zijn in hun relatie, of ze zich daar nu bewust van zijn of niet. Een partnertherapeut moet dus rekening houden met het feit dat de verschillende relaties van een individu elkaar onderling beïnvloeden. Iemand is een kind in de ene relatie, een partner of een ouder in de andere. De therapeut moet de vaardigheid ontwikkelen om daartussen heen en weer te bewegen, om aan te kunnen sluiten bij dit in elkaar passen van verleden, heden en toekomst, zowel in horizontale als verticale relaties. “Huwelijken mislukken omdat de balans tussen de twee mensen die er direct bij betrokken zijn (horizontaal) niet in evenwicht is. Zij mislukken ook omdat de verticale balans niet in evenwicht is.” (Nagy en Krasner, 1994, p.363) De eerste verticale balans waar de partners ook mee te maken hebben is uiteraard die met hun ouders. Loyaliteitsconflicten ontstaan als er een spanning is tussen het engagement tussen de partners enerzijds en hun verticale, kinderlijke loyaliteit anderzijds. Sterk geparentificeerde kinderen, die voor hun ouders een belangrijke nood vervullen, hebben dikwijls weinig ruimte voor engagement in een partnerrelatie. Horizontale engagementen worden dan gemakkelijk beleefd als ontrouw. Een oplossing kan bestaan uit een partnerschap met beperkt engagement en een blokkade in de intimiteit en dikwijls ook de seksualiteit. An en Dirk komen in therapie met als probleem dat An vaginistisch is. Het paar leeft reeds 10 jaar samen, en zij hebben het vaginisme nooit echt als een probleem beleefd. Nu willen zij echter kinderen, en moet er toch iets aan die klacht verholpen worden. An is de jongste dochter in een gezin van 7 kinderen, en haar vader is gestorven in een arbeidsongeval toen haar moeder zwanger was van haar. Sindsdien kampt haar moeder met voortdurend weerkerende depressies en is An haar steun en toeverlaat. Zij heeft reeds een relatie met Dirk van toen zij 16 was. Toen Dirk bij het vrijen haar de eerste keer penetreerde, flitste door haar heen: “Nu ben ik niet meer van mijn moeder.” Sindsdien is er geen coïtus meer mogelijk geweest. An en Dirk werken beiden in de bakkerij van de ouders van Dirk. Dirk is de oudste zoon en zij zullen de zaak later overnemen. Dirk heeft de bakkerij al uitgebouwd tot de grootste en rijkste banketbakkerij van de streek, maar zijn vader is nooit tevreden over hem en zit hem constant op te jagen en te bekritiseren. Zondag en maandag, als de zaak gesloten is, brengt An bij haar moeder door, en gaat Dirk met zijn broers sporten. Als ik hen vraag of zij er geen nood aan hebben om op hun vrije dagen ook eens iets samen te doen, zegt An dat ze zich dan schuldig zou voelen tegenover haar moeder, en Dirk dat hij het absoluut nodig heeft om zijn zenuwen af te reageren in zijn sport om de rest van de week weer op te kunnen tegen de stress van de zaak. Het is duidelijk dat er iets zal moeten gebeuren aan de klaarblijkelijke parentificatie van deze twee mensen, opdat ze zouden kunnen komen tot een groter horizontaal engagement. Dit zal ook nodig zijn om samen een kind op te voeden. Ondernemingsnummer: 883.367.716 BTW: vrijstelling IBAN: BE48 7330 3687 9127 BIC: KREDBEBB
School voor relatietherapie Ruytenburgstraat 24 2600 Berchem
Tel. 03/383 41 68
[email protected] [email protected]
Waar de partnerkeuze berust op rebellie tegen of verwerping van het gezin van herkomst, is er gevaar voor de sluipende werking van de onzichtbare loyaliteit. Mara overweegt een echtscheiding. Tien jaar geleden ontmoette zij Jef, toen zij beiden als student rondtrokken door Europa. Al snel besloot zij haar geboorteland Zweden te verlaten en bij Jef te gaan wonen in België. Zij was toen 2O jaar en leefde in een slepend conflict met haar moeder. Deze had 5 jaar voordien haar vader verlaten omwille van een andere relatie en haar vader was kort daarop gestorven aan een hartaanval. Mara acht haar moeder verantwoordelijk voor de dood van haar vader. Zij is in het conflict tussen haar ouders erg heen en weer getrokken, en door beiden ingeschakeld als bemiddelaar. Een huwelijk in België bood haar de gelegenheid om afstand van haar moeder te nemen en weg te lopen van hun conflict. Zij spant zich in om in niets op haar moeder te lijken, maar in relatie met Jef hemelt ze haar familie, de Zweedse cultuur en haar land op, bekritiseert België en de familie van Jef en gaat voortdurend in conflict met haar schoonmoeder. De reden waarom ze nog niet vertrokken is terug naar haar moeder in Zweden, is dat zij haar kinderen geen scheiding wil aandoen, zoals haar ouders met haar hebben gedaan. “ De meest effectieve keuzemogelijkheid om een loyaliteitsconflict het hoofd te bieden, ligt waar een echtpaar elkaar voldoende ruimte geeft om te werken aan hun respectieve agenda‟s met hun eigen gezinnen van herkomst. Eén van hen kan door de familie van de ander worden afgewezen, maar zelfs dan is het in het gevestigde belang van beide partijen hard te werken aan een teamrelatie, van waaruit ieders pogingen de best mogelijke relatie te ontwikkelen met zijn of haar familie kunnen worden versterkt. Deze oplossing leidt ertoe dat de onzichtbare loyaliteiten eerder verminderd dan vergroot worden.“ (Nagy en Krasner, 1994, p.394) Dit is dan ook waar de therapeut samen met het paar aan zal moeten werken. De tweede verticale balans waar vele partners ook mee te maken krijgen is die met hun kinderen. Ouders kunnen zeer verschillende legaten hebben wat betreft hun ouderschap, en dit kan hun partnerschap erg belasten. Zie daarover het volgende punt. Kinderen kunnen voor hun ouders ook een hulpbron zijn, die hen de moed geeft om hun relatie niet op te geven en te werken aan wederzijdse betrouwbaarheid. Zij zullen ook hun uiterste best doen om hun ouders bij elkaar te houden als er conflicten zijn en eventueel een scheiding dreigt. Zij kunnen dus zeer verbindend zijn, met ernstig gevaar voor parentificatie en gespleten loyaliteit. Steeds meer paren leven in een samengesteld gezin. Dit brengt de spanning in huis tussen het engagement tegenover de partner enerzijds en het engagement als ouder tegenover de eigen kinderen anderzijds. Dit kan tot ernstige loyaliteitsconflicten leiden voor de ouders, zeker waar de kinderen tussen hun gescheiden ouders gekneld zitten (gespleten loyaliteit) en ze vanuit een onzichtbare loyaliteit naar hun eigen ouder zich afzetten tegen de stiefouder. Bij de samenstelling van het gezin is er een zeer sterk subsysteem van de natuurlijke ouder met de kinderen, waar de stiefouder buitengesloten is. Dit is een voortdurend aanwezige potentiële splijtzwam voor de partners. De vrijgezel Jos heeft nu eindelijk een vrouw gevonden, An. Zij wil met hem haar leven delen, maar hij moet haar ook delen met haar 2 kinderen, Jan en Els. Hij is niet eens gewend met een vrouw samen te leven, en zeker niet met kinderen. Bovendien zijn die kinderen niet echt blij met zijn komst, want hij neemt zeer veel aandacht van An, die hen nu ineens veel minder nodig schijnt te hebben. Dit wordt door de kinderen als een groot verlies ervaren. Telkens als ze samenzijn met de kinderen, hebben An en Jos een totaal andere beleving van de situatie en kijk op de kinderen. Meestal zal Jan zijn moeder aankijken, en zijn vragen en mededelingen tot haar richten, terwijl hij Jos duidelijk negeert, en hem zelfs openlijk aanvalt, als hij zich in het gesprek mengt. An voelt zich aangesproken en betrokken. Jos voelt zich buitengesloten, verworpen, jaloers en wrokkig. An beschouwt de onhandelbaarheid en de kwaadheid van Jan als een signaal van moeilijkheden, waaraan aandacht dient besteed te worden. Jos neigt ertoe datzelfde gedrag als een poging tot manipulatie te bekijken, die onmiddellijk moet tegengegaan worden. Hoe Jos zich ook inzet, en hoe graag moeder dit ook wil, voor Jan kan Jos niet zomaar de lege plek opvullen, die vader achterliet. Jan zit in een onoplosbaar dilemma: als hij niet van Jos houdt, doet hij zijn moeder verdriet en wordt ze boos. Als hij wel van Jos houdt is hij ontrouw aan zijn vader. Regelmatig wordt er op subtiele en minder subtiele manieren vijandig over zijn vader gesproken. Aanvankelijk verdedigt Jan zijn vader. Hij protesteert, Ondernemingsnummer: 883.367.716 BTW: vrijstelling IBAN: BE48 7330 3687 9127 BIC: KREDBEBB
School voor relatietherapie Ruytenburgstraat 24 2600 Berchem
Tel. 03/383 41 68
[email protected] [email protected]
gaat dwarsliggen, aanvaardt geen gezag meer, niet van zijn moeder en zeker niet van Jos. Hij pleegt kleine diefstalletjes en op school komen er ook problemen. Wanneer moeder Jan dat hij steeds meer op "die rotvent" gaat lijken, en hij haar huwelijk met Jos kapot zal maken, trekt Jan zich steeds meer terug. Gevoelens van woede, verdriet en schuld nemen hem in beslag. Uiteindelijk loopt Jan weg naar zijn vader, die inmiddels samenwoont met zijn vriendin Rita en haar kinderen. Jan mag blijven, maar binnen de kortste keren herhaalt zich hetzelfde patroon: ook in dit gezin wordt Jan ervaren als een bedreiging voor de qezinseenheid. II. 5. Het legaat: de geschiedenis verbinden met de verplichting aan het nageslacht. Hier zien we de pogingen van partners om af te stappen van verworven destructief recht, om proberen te herstellen wat er in de vorige generatie is misgelopen. Nagy schrijft hierover: “Het legaat is de verplichting voor de huidige generatie uit te zoeken wat in het leven bijdraagt aan de kwaliteit van overleven van het nageslacht, en dit nageslacht te bevrijden van verlammende gewoonten, tradities en verwachtingen van vorige generaties.” (Nagy en Krasner, 1994, p. 476 ) De moeilijkheid is dikwijls: hoe breng je de legaten van beide partners met betrekking tot verschillende levensopdrachten - van man en vrouw zijn, van ouderschap en partnerschap, van werk en liefde- op een evenwichtige manier bij elkaar? De man, die zijn eigen vader nooit heeft gekend, wil uitgebreid werk maken van zijn vaderschap en zou graag parttime gaan werken, nu er kinderen zijn. De moeder, die van haar moeder weinig beschikbaarheid en affectie heeft ervaren, wil dit ten overvloede aan haar kind geven. Het is voor beiden dus zó belangrijk om te geven aan en investeren in hun kind, dat het gevaar bestaat dat ze daarin in de concurrentie treden. De vrouw wil laten zien dat vrouwen het evengoed ver kunnen brengen in de wereld. Haar moeder was erg gefrustreerd door haar gebrek aan kansen om te studeren en zich in de buitenwereld te manifesteren, wat haar broers als vanzelfsprekend wel hebben gekund. Haar man, wiens moeder zich emancipeerde in het verenigingsleven voor vrouwen en zich uiteindelijk opwerkte in de politiek, wil op maatschappelijk vlak niet onderdoen voor zijn vrouw, want daarvan heeft hij gezien hoe vernederend dit was voor zijn vader. Man en vrouw investeren zeer sterk in hun carrière, en zijn daarin zeer stimulerend voor elkaar, maar wie zal er hier voor de kinderen zorgen? Het is wel duidelijk dat in deze beide gevallen de kinderen er niet bij gebaat zijn dat hun ouders gaan concurreren om voor hen te mogen of juist niet te moeten zorgen. De uitdaging van het legaat zal hier dan ook bestaan uit het wederzijds op elkaar afstemmen van wat zij willen doorgeven of goedmaken aan hun kinderen. De partners kunnen op die manier ook hulpbronnen zijn voor elkaar in het ombuigen van destructief recht naar het verdienen van constructief recht.
III. PARTNERRELATIETHERAPIE: EEN PROCES VAN HERSTEL VAN VERTROUWEN III.1. Meerzijdige partijdigheid als basishouding van de therapeut. Partners, die samen in therapie komen, zijn meestal vastgelopen in conflicterende behoeften, belangen en investeringen. Zij zijn in die strijd voor een belangrijk stuk het vertrouwen in de wederzijdse bereidheid tot rekening houden met elkaar kwijtgeraakt, en zijn daardoor ook steeds minder bereid tot het zelf rekening houden met de ander. “Het is onvermijdelijk dat in relaties behoeften, belangen en investeringen met elkaar in conflict komen en dat deze conflicten moeilijk zijn op te lossen. Die conflicterende belangen kunnen alleen in toom worden gehouden door wederzijdse zorg voor billijke en passende verdeling van baten en lasten tussen alle betrokken partners. Haaks daarop staat dat het proces van wederzijdse zorg verbonden is met een functie van een hechte relatie die het best kan worden omschreven als een intrinsiek „tribunaal‟. In het kort: de werking van het tribunaal is ingebed in relaties en treedt in werking wanneer eerst de ene en dan de andere partner krediet voor zichzelf vraagt en iemand nodig heeft om ieders Ondernemingsnummer: 883.367.716 BTW: vrijstelling IBAN: BE48 7330 3687 9127 BIC: KREDBEBB
School voor relatietherapie Ruytenburgstraat 24 2600 Berchem
Tel. 03/383 41 68
[email protected] [email protected]
aanspraken te horen. Met andere woorden: zij kunnen beiden onderkennen dat hun relatie een rivaliserend aspect heeft zonder een derde er als rechter of scheidsrechter bij te vragen. Meestal gaat het zo dat de ene partner een pleidooi houdt en van de partner verwacht dat deze de waarde ervan weegt, zoals een rechter die objectief toehoort dat kan doen. De partner is echter niet objectief. Integendeel, zijn belangen liggen bij de tegenovergestelde kant van de desbetreffende kwestie. Bovendien: als hij ervoor kiest uitsluitend op haar voorwaarde te luisteren naar de legitimiteit van haar aanspraken, zou hij misschien zijn eigen aanspraken moeten opgeven en zelfs tegelijkertijd de hare daarmee versterken. Het gaat hier dus om een dyadische structuur: hier sta ik met mijn behoeften en daar sta jij als een bron van bevrediging voor mij.” (Nagy en Krasner, 1994, p.259) Mensen gaan dan dikwijls op zoek naar een derde, m.a.w. een extern tribunaal. Ze verwachten dat die luistert en de kwestie tussen hen oplost. Zij wensen dat die de rol van quasi-ouder en volwassene op zich neemt en boven de partijen staat. Dikwijls worden kinderen op die manier geparentificeerd. Ook voor de therapeut bestaat hier het gevaar van parentificatie. Partnerrelatietherapeuten worden door het paar als extern tribunaal aangesproken. Zij kunnen deze hachelijke functie omzeilen door de meerzijdige partijdigheid. De therapeut is de katalysator om het tribunaal tussen de partners in werking te stellen, maar hij moet er zich voor hoeden het tribunaal te worden. Hij moet zijn gezag gebruiken om hen te wijzen op de verdienste van hun integriteit en de daaruit voortkomende onderlinge betrouwbaarheid, maar niet om uitspraken te doen om hun belangenconflicten te beslechten. ” De therapeut kan aan de slag met de zoektocht naar een innerlijk tribunaal van iedere partner door hen voor zichzelf te laten pleiten en door er op te staan dat zij naar elkaar luisteren. De therapeut kan ieders verdienste bevestigen in het zoeken naar eerlijke antwoorden en besluiten, maar is verplicht de rol van scheidsrechter af te wijzen.” (Nagy en Krasner, 1994, p.260) Mara en Jef hebben een zeer heftige ruzie gehad, waarin Jef haar uiteindelijk heeft vastgepakt en buitengezet uit hun huis en zij de politie heeft geroepen. Zij beschuldigt hem nu van mishandeling. Hij neigt het hele gebeuren te minimaliseren, waardoor zij het nog meer gaat in de verf zetten en zelfs ermee dreigt een officiële klacht neer te leggen. Beiden proberen in dat opblazen en minimaliseren de steun van de therapeut te krijgen. Deze escalerende cirkel en hun pogingen om de therapeut als extern tribunaal aan te spreken brengen hen steeds verder af van de voeling met hun eigen interne tribunaal. Want Jef weet wel dat hij zijn boekje eigenlijk te buiten is gegaan, maar kan dat in deze omstandigheden nog moeilijk erkennen. Mara weet eigenlijk wel dat de uitbarsting van Jef een signaal was van grote wanhoop, waar zij ook haar aandeel in had. De therapeut zal dan ook zijn gezag aanwenden om de escalerende strijd tussen hen te stoppen en hen aan te moedigen om hun kant van de zaak te bepleiten en elkaar te beluisteren en erkenning te geven. III. 2. Het belang van timing. We kunnen in het therapeutische proces met partners een aantal stappen onderscheiden. Uiteraard laat een therapeutisch proces zich maar in zeer beperkte mate vatten in schema‟s en stappen. Ik wil met dit schema vooral waarschuwen voor het gevaar een genogram te maken en vragen te stellen omtrent gezinnen van herkomst in partnerrelatietherapie, zonder eerst grondig de horizontale partnerrelatie te hebben verkend en de verantwoordelijkheid voor de toekomst te hebben aangesproken. Als men op zoek gaat naar de geschiedenis van de partners en hun gezinnen van herkomst, moet men weten waarnaar men zoekt, en ook waartoe men die zoektocht nodig heeft. Onderzoek van gezinnen van herkomst en genogrammen vertrekt niet van een interesse in het verleden, maar van een interesse in het verbeteren van de toekomst. Soms is het nodig elementen van het verleden te verkennen, om ze ten bate van de toekomst te kunnen gebruiken en dus nu in het heden actie te kunnen ondernemen. De “archeologische” verkenning van het verleden vanuit een interesse in het verleden kan zeer meeslepend zijn, maar niet noodzakelijk therapeutisch effectief. III.2.1. De start, waarin als aandachtspunten: Het installeren van de meerzijdige partijdigheid als basis van het therapeutisch contract. Dit kan de therapeut o.a. doen door expliciet iets te zeggen over zijn positie daaromtrent. “Ik zal mij inspannen om jullie beiden te helpen om ieders kant van de zaak te verwoorden en aan bod te krijgen. Daarnaast ben ik er mij ook voortdurend van bewust dat er ook nog vele anderen nauw verbonden Ondernemingsnummer: 883.367.716 BTW: vrijstelling IBAN: BE48 7330 3687 9127 BIC: KREDBEBB
School voor relatietherapie Ruytenburgstraat 24 2600 Berchem
Tel. 03/383 41 68
[email protected] [email protected]
met jullie leven en dus ook bij wat wij hier bespreken betrokken zijn. Ik denk dan eerst en vooral aan jullie kinderen, jullie ouders, enz… Het is mijn zorg dat ook al die betrokkenen hier recht wordt gedaan.” Uiteraard is de uiteindelijke toetssteen voor de meerzijdige partijdigheid veel meer hoe de therapeut daar mee omgaat in zijn manier van reageren en vragen stellen, dan hoe hij daarover praat. Het exploreren van het resterende vertrouwen tussen het paar. Bij de start van een relatietherapie lopen de partners dikwijls over van wederzijdse verwijten. In die verwijten zit ook hun verlangen naar verandering, en de hoop dat er nog relatie mogelijk is. Gevoelens van kwaadheid, schuld en teleurstelling zijn belangrijke indicators van die hoop. De cliënten aansporen om hun verwijten om te zetten in wensen, verlangens, is een eerste aanzet om te komen tot een constructiever werken aan een rechtvaardiger balans. Vanaf de eerste sessie gaat de therapeut op zoek naar wegen om de partners krediet te geven voor hun positieve inspanningen en bijdragen aan de relatie, met de bedoeling om hen te helpen om elkaar krediet te geven. Als dit proces van krediet geven op gang komt, hebben beide partners daar voordeel bij. De wederzijdse inzet en de circulaire processen tussen het paar benoemen is een belangrijke vaardigheid van de therapeut in deze fase. Waar de partners met hulp van de therapeut die wederzijdse inzet nog kunnen blijven zien en erkennen, is dit een belangrijke indicator van mogelijkheden tot herstel, omdat het iets zegt over het resterende vertrouwen tussen het paar. Lies en André zitten midden in een ruzie vol wederzijdse verwijten. André zegt op een bepaald moment: “Als ik geweten had dat jij het toen zo belangrijk vond dat ik zou meegaan naar je moeder, dan zou ik dat wel gedaan hebben.” De therapeut vraagt daarop aan Lies: “Geloof je dat, Lies?” Als Lies daarop antwoordt: “Jazeker, als hij dat zegt dan zal dat wel zo zijn. Als het er op aan komt, houdt hij inderdaad meestal wel rekening met mij.” Of ze antwoordt: “Dat kan hij nu wel zeggen, maar hij houdt nooit rekening met mij, ook als hij heel goed weet dat ik iets heel belangrijk vind.” De twee antwoorden geven een heel andere graad van resterend vertrouwen weer. Waar er geen sprake is van resterend vertrouwen dient de therapeut vooraf met het paar te bespreken of er nog voldoende basis is om “aan de relatie” te werken. Waar beide partners of één van hen ernstige twijfels hebben over het al of niet verder zetten van de relatie, dient deze vraag eerst en vooral aandacht te krijgen. De beslissing tot scheiden is in wezen een beslissing, die mensen alleen moeten nemen. Zelden zijn partners het daar samen en tegelijk over eens. Het komen tot zo‟n beslissing is dan ook iets wat met de partners zeker ook apart moet besproken worden. Het probleem en de hulpvraag plaatsen binnen de balans van geven en nemen. De therapeut kan door een meerzijdig-partijdig perspectief de verschillende zienswijzen en aanspraken van de partners valideren. Hij zal van daar uit onderzoeken hoe het aangemelde probleem en de gestelde hulpvraag te maken hebben met passend of niet passend geven en nemen, met vertrouwen en betrouwbaarheid in hun relatie en met gevoelens van tekort gedaan zijn en schuld.
III.2.2. Exploreren van wederzijds verdiende zorg: de geschiedenis van de balans tussen de partners Hier richt de therapeut zich op het onderzoeken hoe de partners gewoonlijk de ander beantwoorden en hoe betrouwbaar zij daarin zijn voor de ander. Kunnen de partners elkaar authentiek benaderen (dialoog) of benaderen ze elkaar vanuit vastgeroeste beelden? En hoe vastgeroest zijn die beelden dan wel? Hoe gaan zij om met elkaars kwetsbaarheid, met de kwetsbaarheid van vragen, nodig hebben en verzorgd worden? De man trekt zich terug als hij wat nodig heeft. De vrouw gaat voor hem zorgen, als ze wat nodig heeft. Kunnen ze elkaar erkenning geven? Daartoe uitnodigen door circulaire vragen: “Hoe zie jij dat zij voor jou zorgt ? Weet jij wat het voor haar heeft betekend, toen jij ...” Hierbij is het belangrijk om de geschiedenis van de relatie te exploreren, en de wederzijdse rekeningen, die daarin ontstaan zijn. Een interessante methodiek om dat te doen is de “Juwelen- en Ondernemingsnummer: 883.367.716 BTW: vrijstelling IBAN: BE48 7330 3687 9127 BIC: KREDBEBB
School voor relatietherapie Ruytenburgstraat 24 2600 Berchem
Tel. 03/383 41 68
[email protected] [email protected]
Rampeninventaris.” Die heb ik overgenomen van Fons Van Steenwegen (Eigen nota‟s bij een stage op het Communicatiecentrum in Lovenjoel) , maar hij richt dit veel meer naar de derde dimensie. Ik heb de vragen aangepast, zodat ze meer rechtstreeks naar de vierde dimensie verwijzen. De therapeut vraagt het paar om thuis stil te staan bij volgende vragen en daarover iets op te schrijven: Juwelen:” Welke gebeurtenissen, acties van je partner, patronen in jullie relatie hebben jouw vertrouwen in je partner erg versterkt?” Juwelen van de partner: “Welke gebeurtenissen, acties van jou, patronen in jullie relatie denk je dat het vertrouwen van je partner in jou erg hebben versterkt ? Rampen: "Welke gebeurtenissen, gedragingen van je partner, patronen in jullie relatie hebben jouw vertrouwen in je partner geschaad?' (overgangsperiodes, verlies, slippertjes... ) Hoe ben je toen gekwetst, teleurgesteld, verraden? Hoe hebben jullie samen dit vertrouwen al of niet weten te herstellen? Wat blijft daar nu nog van hangen?” Rampen van de partner: “Welke gebeurtenissen, gedragingen van jou, patronen in jullie relatie denk je dat het vertrouwen van je partner in jou hebben geschaad? (crisissen, verlies, slippertjes..) Hoe heeft je partner zich toen gekwetst, teleurgesteld of verraden gevoeld? Hoe hebben jullie samen dit vertrouwen al of niet weten te herstellen? Wat denk je dat daar nu nog van blijft hangen bij je partner?” Afhankelijk van het resterende vertrouwen tussen het paar, kunnen zij daar thuis met elkaar of tijdens de therapiesessies onder begeleiding van de therapeut over praten. Bij deze rampen en juwelen zullen paren, die om hulp komen, dikwijls vooral de rampen naar voor halen, en neigen om de juwelen te vergeten of veel moeite hebben om ze nog als juwelen te kunnen zien. Enige vasthoudendheid van de therapeut is hier zeker nodig. Dikwijls blijkt ook dat wat op het moment zelf als een ramp werd ervaren, op langere termijn een juweel is geworden, en andersom. Dit uitgebreid bespreken kan het paar veel leren over wat er tussen hen ligt aan verbindingen en hindernissen en kan ook de therapeut veel leren over hun manier van omgaan met de balans van geven en nemen en de mogelijkheden tot herstel van vertrouwen. Hij zal op die manier ook stilaan zicht krijgen op blokkades in geven en ontvangen tussen het paar, die niet alleen met hun geschiedenis als partners te maken hebben, maar met de bredere context. Hij zal aanwijzingen beginnen horen over bronnen van destructief recht in de geschiedenis van elk van de partners. De focus kan dan tijdelijk verplaatst worden van de relatie tussen het koppel naar hun ervaringen als kind. Het is een grote valkuil om vanuit het negatieve deze verbinding naar de geschiedenis te maken. Dit zou immers kunnen suggereren dat de moeilijkheden tussen de partners de schuld zijn van de ouders. Het vraagt nauwgezette aandacht om de verbinding met het gezin van herkomst en de balans van geven en nemen met de ouders in eerste instantie vanuit dat wat als goed werd beleefd te maken. Op die manier zorgt de therapeut dat hij eerst de kans krijgt om de loyaliteit van de cliënten aan hun ouders te erkennen, en henzelf en hun ouders erkenning te geven, eer hij het gaat hebben over die dingen, waarin hun ouders ook tekort zijn geschoten. III.2.3. De bronnen van destructief recht exploreren, meestal met de beide partners afzonderlijk, en de actie in de balans van beide partners met hun gezinnen van herkomst. Deze stap vraagt een zeer precieze timing, en moet in het voorgaande voorbereid zijn. Zeker als er in het paar een sterke tendens aanwezig is om elkaar en elkaars families de schuld te geven, is het belangrijk hen elk apart te nemen. Het volgend criterium is daarbij richtinggevend: zijn de partners in staat om elkaar de ruimte te geven om hun relatie met hun ouders te onderzoeken en eventueel te verbeteren, en kunnen zij daarin voor elkaar een hulpbron zijn? Inzicht verwerven is in deze fase belangrijk, maar het voornaamste doel is de relationele balans met het gezin van herkomst in beweging te krijgen, door actueel engagement, het onder ogen zien van conflicten en het onderzoeken van manieren om de dialoog te hernieuwen. Gesprekken met de familieleden van de partners kunnen daarin ook hun plaats hebben. Het paar Mara en Jef. In individuele gesprekken met Mara komt haar relatie met haar ouders aan bod, en dan specifiek de gespleten loyaliteit, waarin zij is opgegroeid. Zij neemt haar moeder de dood van haar vader kwalijk, maar heeft over die pijnlijke periode van de scheiding en de dood van haar vader kort daarop nog nooit gesproken met haar moeder of met haar zussen. Bij haar volgende vakantieverblijf in Zweden gaat zij met één van haar zussen spreken over hun Ondernemingsnummer: 883.367.716 BTW: vrijstelling IBAN: BE48 7330 3687 9127 BIC: KREDBEBB
School voor relatietherapie Ruytenburgstraat 24 2600 Berchem
Tel. 03/383 41 68
[email protected] [email protected]
vader en hoe zij zich die periode herinneren en hoe dit voor hen beiden anders is geweest. Zij gaan uiteindelijk ook samen naar het graf van hun vader, en spreken over de scheiding en zijn dood met hun moeder. Het lucht Mara zeer op om het verhaal van haar moeder over heel deze periode te horen, en het is voor haar een belangrijke stap naar ontschuldiging van haar moeder . In individuele gesprekken met Jef wordt duidelijk dat hij de enige zoon is van een ernstig depressieve vader, die door zijn moeder dikwijls is ingeschakeld om met die vader iets te ondernemen en hem zo in beweging te krijgen. Zijn ouders wonen naast hen en zijn moeder komt elke dag bij hen en staat dan ineens in de kamer zonder kloppen. Jef heeft het zeer moeilijk om tegenover zijn ouders grenzen te trekken en dit is dan weer koren op de molen voor Mara haar wrok tegenover haar schoonmoeder (die ook een onzichtbare loyaliteit inhoudt naar haar moeder). Jef brengt zijn ouders mee voor een sessie bij de therapeut, waar zij hem erkenning geven voor zijn zorg voor zijn vader. Daarna kan hij beter afspraken maken en zijn grenzen stellen naar zijn ouders. III.2.4. Het her-onderhandelen over de balans in de partnerrelatie Als er beweging komt in de balansen ten aanzien van de gezinnen van herkomst van de partners, komt er dikwijls een andere ruimte voor hun horizontale relatie en loyaliteit. Als we de focus heen en weer bewegen tussen verleden en heden, zal de invloed van verticale balansen op de horizontale balans tussen het koppel steeds helderder worden. Elke partner zal steeds meer zien hoe hij of zij heeft bijgedragen aan de angst en het wantrouwen in de relatie. Meer openheid, spontaneïteit en het nemen van risico's worden daardoor mogelijk. Een besluit tot scheiding kan van dit proces ook het resultaat zijn. Mara en Jef. In de laatste fase van de therapie onderhandelen ze over hun volgende gezamenlijke vakantie in Zweden. Jef verstaat geen Zweeds en voelt zich steeds buitengesloten. Hij vraagt al jaren om tijdens hun vakantie daar een plaats te hebben waar zij met hun gezin apart kunnen verblijven, in plaats van die ganse maand bij de moeder van Mara in te wonen. Mara beschouwde dit steeds als een strategie van hem om haar van haar familie te isoleren, maar nu kan ze veel meer horen wat zijn werkelijke nood is. Ook zij kan zich dus nu veel meer van haar familie afbakenen, en zich afstemmen op de behoeften van Jef.
III.3. De plaats van kinderen in partnerrelatietherapie. Waar het gaat over een paar met kinderen, moeten deze een belangrijke partij zijn in de therapie. Ook waar de ouders het niet over die kinderen hebben, en er van uitgaan dat hun kinderen niets merken van hun moeilijkheden en er dus ook niet bij betrokken zijn en hoeven te worden, is het aan de therapeut om de partij van de kinderen aanwezig te stellen. Dit betekent in eerste instantie dat hij de ouders vragen zal stellen over de gevolgen van hun moeilijkheden en beslissingen voor hun kinderen, hen erkenning zal geven voor de zorg die zij daarin investeren, en een belangrijk werkterrein zal zien waar ouders daar weerstand rond hebben. Het kan erg nuttig zijn de kinderen van het paar uit te nodigen voor één of meerdere therapiezittingen, ook al heeft het paar dit niet gevraagd of voorzien. Uiteraard moeten de ouders hiervoor wel toelating geven en er achter staan. Dit uitnodigen van de kinderen is zeker nodig als een paar in ernstige conflicten één of meerdere kinderen betrekt, ook als er niet direct sprake is van een scheiding. De kinderen uitnodigen in de beginfase van een relatietherapie heeft dan als functie om de gevolgen van het wantrouwen tussen het paar voor de kinderen in te schatten (gespleten loyaliteit), en samen met de ouders te kijken wat zij daaraan kunnen doen. De therapeut kan samen met de ouders onderzoeken hoe het kind poogt hen te helpen en tussen hen te bemiddelen. Als de ouders dit kunnen zien, kan de therapeut samen met hen zoeken naar hoe ze dit kunnen erkennen. Het kind kan dan ook zien en ervaren dat mama en papa worden geholpen met hun problemen en zich daardoor wat minder alleen voelen in die zorg. Het is uiteraard niet zo vanzelfsprekend voor ouders, die met een partnerprobleem komen consulteren, om hun kinderen mee te brengen. Ook als zij daartoe in eerste instantie niet bereid zijn, is de vraag van de therapeut naar de kinderen en naar de gevolgen van hun moeilijkheden voor die kinderen voor vele paren een aanzet om daar nauwkeuriger naar te gaan kijken en meer zicht te Ondernemingsnummer: 883.367.716 BTW: vrijstelling IBAN: BE48 7330 3687 9127 BIC: KREDBEBB
School voor relatietherapie Ruytenburgstraat 24 2600 Berchem
Tel. 03/383 41 68
[email protected] [email protected]
krijgen op hoe hun kinderen proberen te helpen. Dit kan dan weer een eerste stap zijn om hun kinderen daarvoor erkenning te geven, al of niet in de therapiekamer.
Besluit Machtsstrijd, collusie, parentificatie van kinderen, wantrouwen en manipulatie, isolatie en vervreemding: het zijn allemaal symptomen, die wezenlijk te maken hebben met vervaagde individuele verantwoordelijkheid vanuit een leunen op destructief gerechtigd zijn. Therapeuten kunnen deze symptomen proberen te behandelen met een verscheidenheid aan interventies op het gebied van communicatie, gedrag en het bevorderen van zichtbare differentiatie en individuatie. Waar de balans tussen de partners ernstig is gestagneerd, moet er dikwijls eerst beweging komen in de balans met hun ouders eer er beweging mogelijk wordt in de partnerrelatie. In dit spanningsveld van de horizontale en de verticale loyaliteiten speelt zich contextueel werken met paren af. “De dialoog als therapeutisch doel is de antithese van verstrengeling. In de fase van zelfafbakening verschaft dialoog een gelegenheid tot bevestiging, differentiatie en separatie. In het stadium van validatie verschaft dialoog de kans op verwerven van toenemende vrijheid door het bieden van empathie, consideratie en zorg.”(Nagy en Krasner, 1994, p.369)
Literatuur Breuer, N. (1997). Postfeministische vrouwen onderwerpen zich aan regels. De Morgen. Grunebaum J. ( 1990 ) : “From Discours to Dialogue: The Power of Fairness in Therapy with Couples." in: Ed. R. Chasin, H. Grunebaum and M. Herzig: “One Couple, Four Realities: Multiple Perspectives on Couple Therapy.” , New York, Guilford Press Karpel M.A. (1994) : “Evaluating Couples, a Handbook for Practitioners”, Norton Books. Willi J. (1983): “De partnerrelatie: ontstaan, ontwarren en verhelderen van conflicten, , Uitg Donker. Boszormenyi-Nagy I. en Krasner B.R. (1994): Tussen geven en nemen: over contextuele therapie, Haarlem, De Toorts. McGoldrick M., Anderson C.M. and Walsh F.(1989): Women in Families: A Framework for Family Therapy., Norton Books. Tannen D (1990): Je begrijpt me gewoon niet, Ooievaar Pocket.
Ondernemingsnummer: 883.367.716 BTW: vrijstelling IBAN: BE48 7330 3687 9127 BIC: KREDBEBB