l.E. Seheer/lV Souw en lndustrie
ment met daarin een aantal wagen. Gaarne advies hoe we dit het kunnen aanpakken, want onze netwerk kennis is beperkt.' In de bijlage wordt uitgebreid uiteengezet wat de bedoeling is met het CAD-systeem en zijn wagen opgenomen. beste
Rechtbank Dordrecht 11 augustus 2010
zaaknummer / rolnummer: 78465 IHAZA0S-274i (mr. WJ.M. Diekman)
2.6. Bij fax van 24
Gebruiksvoorwaarden die het de verkrijger van software onrnogelijk maken om de software verder te verhandelen kunnen weliswaar verbintenisrechtelijke werking hebben, maar deze kunnen wat de auteursrechtelijke uitputting betreft geen rechtsgevolg hebben. Ondanks dergelijke voorwaarden is een opvolgende koper van een exemplaar derhalve
'"".¡1¡larige
""n de rechthebverkrijger' in de zin van artikel 45j Aw. Daarom kan bende die koper niet verbieden de verveelvoudiging te måken die nodig is voor het enkele gebruik van het programma.
april 2002 heeft Han Dataport aan þelanghebgeantwoord, onder meer'Want zoals je weet heeft Nelcon weliswaar gebruikslicenties van CAD400 maar dit houdt onder geen beding in dat Nelcon het recht heeft om deze gebruikslicenties aan derden over te dragen, uit te lenen, te verkopen etc. M.a.w. vanuit onze optiek zal er toch eerst eens officieel door Nelcon en Ivconsult met ons overlegd dienen te worden of en zo ja hoe IV consult CAD400 gebruikslicenties kan verkrijgen. bende
1]
2.7. Op28 augustus 2002 en 2 oktober 2002 heeft de heerW. Bloem van Han Datâport een bezoek gebracht aan IV te Papendrecht, destijds genaamd IV-Consult BV.
Vonnis van in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
I.E.
Beheer BV gevestigd te Haarlem, eiseres, advocaat mr. C.M. Kan,
2.8. In ieder geval in september en oktober 2002 hebben Han Dataport en IV onderhandeld over de aanschafdoor IVvan 13 CAD400 gebruikslicenties en/of het sluiten van een onderhoudscontract.
Zij hebben geen overeenstemming bereikt. 2.9. Op 3 januari 2003 heeft Han Dataport een rekening aan IV gestuurd voor EUR 87.745,84.
tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid IV Bouw
en Industrie BV gevestigd te Papendr€cht, gedaagde, advocaat mr. VJ. Groot.
Partüen zullen hierna IE en IV genoemd wo¡den.
1.
Deprocedure
t...1
2.
De
feiten
2.1. Roland Messerli ,4,G Informatik (verder: Messerli) is auteursrechthebbende met betrekking tot de software CAD400 en Elite
CAD.
2.2.Haî Dataport Benelux Sales v.o.f. was in de in deze zaak relevante periode in de Benelux exclusief distributeur van Messerli met betrekking tot de CAD-software. Han Dataport Benelux Sales v.o.f. en Han Dataport Benelux Services v.o.f. (verder gezamenlijk: Han Dataport) waren gerechtigd om de rechten namens de rechthebbende te handhaven.
2.10. Op 20 januari 2003 hebben Kalmar IV een overeenkomst ondertekend, getiteld Overname- en samenwerkingsovereenkomst. Daarin staat dat Kalmar stopt met de uitvoering van engineering-teorder-we¡kzaamheden, dat zij die wil uitbesteden, dat lV-consult daarvoor in aanmerking wil komen en daartoe de werknemers van Kalmar per 1 december 2002 overneemt. Artikel 3 bepaalt dat de overeenkomst wordt geacht te zijn aangegaan op 1 mei 2002. Artikel 4 bepaalt dat IV zich verplicht om de hele inventaris en werþlekbenodigdheden van overgenomen medewerkers te kopen van Kalmar en 'Onder inventaris wordt tevens verståan het CAD-400 systeem inclusief het onderhoudscontrâct van de hard- en software, welke thans bij Kalmar wordt gebruikt'. 2.11. Op 16 september 2003 heeft Han Dataport een dagvaarding uitgebracht aan IV-Groep BV. Bij vonnis van 1 december 2004 van Rechtbank Dordrecht is Han Dataport niet ontvankelijk verklaard op de grond dat zij de verkeerde rechtspersoon heeft gedagvaard. 2.12. Han Dataport Benelux Sales v.o.f. heeft bij akte van 3 maart 2005 haar vordering op IV gecedeerd aan haar vennoten Bloem HDP Sales BV en Gaasbeek HDP Sales BV. De naam van Bloem HDp Sales BV is
2.3.Op 27 december 1990 heeft Han Dataport Benelux v.o.f. een overeenkomst gesloten met Nelcon. BV (verder: Nelcon). Op grond van deze overeenkomst is een aantal werkstations met CAD-softwåre aan Nelcon geleverd. Artikel 16 van de tot de overeenkomst behorende algemene voorwaarden luidt, voor zover van belang: 16.2. Verkoper wrleent koper wor de geleverde programma's en bijbehorende documentatie een niet+xclusief en niet overdraagbaar gebruiksrecht yoor intern gebruik, voor de doeleinden waat-voor deze
producten geleverd worden. Koper is en)oor yerantwoordelijk dat deze programma's en documentøtie zonder voorafgaande schrifielijke toestemming van lerkoper niet voor duà.en toegankelijk zijn. 2.4. In het begin van 2002 is de naam van de Nelcon organisatie veranderd in Kalmar Industries BV (verder: Kalmar). 2.5. Bij email van 22
april 2002 heeft þelanghebbende
11,
desrljds
later gewijzigd in IE Beheer
BV.
2.13. Op 21 mei 2005 is een voo¡stel tot fusie gepubliceerd in Trouw. Op 4 juli 2005 is door notaris Stuijt een .akte houdende juridische fusie' opgemaakt. Daarin staat onder meer dat Bloem HDP Sales BV een Gaasbeek HDP Sales BV een juridische fusie aangaan en dat de naam van de verkrijgende vennootschap Bloem HDP Sales BV zal worden gewijzigd in lE Beheer BV. 2.74. Bij briefvan 27 april 2007 heeft de ådvocaat van IE Beheer IV aangemaand en meegedeeld dat de brief dient te worden opgevat als een aanmaning/mededeling in de zin van artikel 3:317 BW als gevolg waarvan de verjaring wordt gestuit. 2.15. Op 24 september 2007 heeft Han Dataport Benelux Services v.o.f. een dagvaarding uitgebracht aan Kalmar. partijen hebben een schikking getroffen, waarop Kalmar EUR 75.000,- aan Han Dataport heeft betaald.
in dienst van Kalmar, aan Han Dataport meegedeeld, onder meer 'Zoals het er nu naar uitziet zai een groot deel van de Enginee-
3.
ring overgenomen worden door IVconsult. Streefdatum was 1 mei maar dat zal niet meer lukken want de vakbonden zijn nog niet akkoord. Om geen misverstanden te krijgen wil ik nu reeds uit-
3.1. IE vordert, na vermindering en vermeerdering van eis, veroordeling van IV tot betaling van:
Het geschil
zoeken wat mogelijk is, en wat niet. Daarom een b{jgesloten docu-
"ì
f¡
'¡
r]!*L
t:li!;
Fil,iTf.ïfil:j¡i¡-,1ì::¡3.ii:1åu;¿?. 1.ï.ï.::A-{;T'Ér.:j;ìi:,]}Ti;iSrifi;*_'d;tâf"î¡Tî.¡
205
- € -
87.745,84 vermeerderd met de wetteljjke ¡ente in de zin van artikel 6:119 BW vanaf 17 januari 2003 tot de algehele voldoening, € 24.453, 83 aan gerechtskosten en andere kosten als bedoeid in artikel 1019h Rv vermeerderd met de wetteljjke rente vanafl mei 2009 tot aan de algehele voldoening.
ander die een van deze handelingen wii verrichten heeft daarvoo¡
dus in beginsel toestemming van de rechthebbende nodig. Dit geldt ook voor software. Met betrekking tot software zijn in het bijzonder van belang de regels neergelegd in EG Richtlijn 91/250 van 14 mei 1991, Pb EGL7Z2l42 (verder: de Software Richtlün) en artikel 4Sh-n Auteurswet.
3.2. IV voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Debeoordeling t...1
lnleiding 4.3.
Het geschil draait om de overnåme door IV van het CADin het kader van de overname van de afde-
Gebruik
4.10. Het begrip verveelvoudiging heeft ten aanzien van software een zeer ruime betekenis (artikel 4Si Auteurswet). Daaronder valt niet slechts het kopiëren van software van de ene op de andere drager, maar ook tijdelijke vastleggingen in het werkgeheugen van de computer die þanzelf) plaatsvinden tijdens het gebruikvan het programma. Uitgaande van dit ruime verveelvoudigingsbegrip is zelfs voor het gewone gebruikvan software in beginsel de toestemming nodig van de alrteursrechthebbende.
systeem van Kalmar
ling engineering. Partijen verschillen weiiswaar van mening over de datum waarop, maar
niet ove¡ het feit dát
werkstations met daarop de CAD-software door Kalmar ín 2002 aan IV zün overgedragen. IV heeft dat tijdens de comparitie nog bevestigd. De overdracht staat dus vast. Tevens staat vast dat voor deze overdracht of enig gebruik van de CAD-software door IV geen toestemming van Han Dataport is verlcegen. 13
4.11. Artikel 45j Auteurswet perkt de werking van årtikel 4Si Auteurswet echter aanmerkelijk in. Zo bepaalt artikel 4Sj Auteu¡swet dat niet als inbreuk wordt beschouwd:
-
beoogde gebruik,
4.4. IE stelt dat de overdracht en het, door IE gestelde, gebruik van
de software door IV onrechtmatig was jegens Han Dataport en dat IV daarom aan haar moet betalen. Primair baseert zij zich op inbreuk op het auteursrecht. Subsidiair baseert zij zich erop dat IV onrechtmatig heeft gehandeld door bewust gebruik te maken van wanprestatie van Kalmar. Beide grondslagen zullen hierna worden beoordeeld. 4.5. IE omschrdft niet wåt voor gebruik zij IV precies verwijt, maar
uit haar stellingen en de door haar overgelegde stukken begrijpt de rechtbank dat zij bedoelt: het werken door werknemers op de CÁDcomputers waarop Han Dataport destijds de CAD-software heeft geïnstalleerd, ten behoeve van de engineering werkzaamheden die voorheen door Kalmar zelfwerden uitgevoerd. Tijdens de comparitie deelde IE mee dat het ging om gebruik op stand alone computers door de ex-werknemers van Kalmar. Kort gezegd gaat het dus om het gewone gebruik (laten draaien) van het programmå. 4.6. IE verwijt aan IV ook het gebruik van 400 NTG en 400 D)(F (dagvaarding alinea 28). Aangezien zij echter met betrekking tot die progråmma's verder niets heeft gesteld, laat de rechtbank deze in haar beoordeling buiten beschouwing. Uit de processtukken kan niet anders worden afgeleid dan dat het IE om de CAD-software is
te doen. Primaire grondslag: auteursrecht
niet dat de CAD-programmatuur een werk (werken) is (zijn) in de zin van de Auteurswet, noch dât IE de bevoegdheid toekomt om de auteursrechten te handhaven. De rechtbank eaat daar dan ook met partijen van uit. 4.7. IV betwist
4.8. IV voert als verweer dat zij niets aan IE is verschuldigd omdat
zij destijds niet door enig contract aan Han Dataport was gebonden. Kennelijk bedoelt IV dat zij geen toestemming van Han Dataport nodig had. Naar het oordeel van de rechtbank slaagt dit verweer. Dit oordeel wordt hieronder toegelicht. De rechtbank zal
daarbij ingaan op de auteursrechtelijke consequenties (waar par-
tijen nauwelijks op in zijn gegaan) van de feitelüke stellingen van pårtijen. 4.9. Als uitgangspunt voor de beoordeling geldt dat de maker van een werk in de zin van de Auteurswet het uitsluitend recht heeft
om het werk te 'verveelvoudigen' en/of 'openbaar te maken,. Ieder
""'l
de reproductie,
die noodzakel{jk is voor het met de betreffende softwâre
-
door de rechtmatige verkrijger van een exemplaar van de
-
tenzij anders is overeengekomen.
software.
Voorts bepaalt dit artikel dat de hie¡ bedoelde reproductie die 'geschiedt in het kader van het iaden, het in beeld brengen, of het verbeteren van fouten' niet bij overeenkomst mag worden verboden. Met 'in beeld brengen' is blijkens de wetsgeschiedenis bedoeld het uitvoeren van het programma (TK 22.531, MvA p.4 en 5; ËK nr. 63a). Het gaat hier dus om de normale computergebruikshandelingen. Artikei 45j Auteurswet geeft dwingendrechtelijke minimum gebruiksrechten aan de rechtmatige verkrijger voor zover dat gebruik noodzakelijk is voor het beoogde gebruik van de software. Voor dat gebruik is geen toestemming vereist (zie bijv. Spoor¡Verkade/Visser, Auteursrecht, p. S9g). In verband met dit gebruik kunnen wel nadere condities worden overeengekomen, zoals bijv. aantal computers of aantal gebruikers, mits daa¡door de voor het gebruik noodzakelijke verveelvoudigingen niet onmogelijk worden gemaakt. Het geschil van partijen gaat echter niet over dergelijke condities, maar slechts om de normale comDutergebruikshandelingen. 4.12. Immers, uit de stellingen van IE blükt niet dat zij IV iets anders verwijt dan het maken van noodzakelijke reproducties in ve¡band met het beoogde gebruik. Zelfs biijkt niet van iets anders dan het gewone gebruik wåarvoor het dwingendrechteldke minimumrecht is voorgeschreven, want IE verwijt IV niets anders dan het volstrekt normale draaien van de CAD-software op de computers waarop de software doo¡ Han Dataport is geïnstalleerd. Daar_ voor was geen toestemming vereist, mits W een rechtmatige ver_ krijger in de zin van artikel 4Si Auteurswet was. Re
chtmatige tt erkrij ger I uítp utting
4.13. De wet definieert het begrip rechtmatige verkrijger niet. Daar wordt in het algemeen echter onder verstaan degene aan wie
de rechthebbende het programma ter beschikking heeft gesteld (onder andere door verkoop) en tevens de opvolgende verkrijgers van exemplaren ten aanzien waarvan hetverspreidingsrecht is uitgeput. 4.14. HanDataportheeftde software tussen 1990 en 2000 opbasis
van verkoop ter beschikking gesteld aan Nelcon. Uit de door IË in het geding gebrachte verkoopovereenkomst van 21 december 1990 blijkt dat Han Dataport de softvyare op de werkstations heeft geïnstalleerd en dat de eigendom van de apparatuur en de daarop
ßîi1,'¡FåStÞJ*¡ritrFir#i*itrË;fåfi ûjiå;-Jrår&iä.3ffi.dfffi rffiãËqÞiir
?-#1*!*
gelnstalleerde softwa¡e, tegen betaling van vaste bedragen voor de apparatuur en de gebruikslicenties werd overgedragen aan Nelcon. De overeenkomst bepaalt daartoe (p. 11): 'Hetjuridisch eigendom van de geleverde en geinstalieerde producten gaat over van verkoper op koper op het moment dat alle betalingen aan verkoper hebben piaatsgevonden en door verkoper zjjn ontvangen'. 4.15. Er zijn dus exemplaren van de CAD-softlvare geinstalleerd op dragers (werkstations) in het verkeer gebracht door middel van
eigendomsoverdracht aan Nelcon door de exclusief distributeur Han Dataport, en dus met toestemming van de auteursrechthebbende. Dat dit binnen de Europese Gemeenschap gebeurde staat vast. Dit heeft tot gevolg dat Han Dataport zich niet kon verzetten tegen de verdere verspreidingvan deze software, omdåt het tot het auteursrecht behorende verspreidingsrecht ten aanzien van deze exemplaren was uitgeput. Deze uitputlingsregel staat sinds 2004 in artikel 12 b Auteurswet en gold voordien reeds op basis van
jurisprudentie (vgl. HR 25-1-1952, NJ 1952, 95 en HR 20-11-1982
NJ
1988, 280), en wat software betreft tevens op basis van artikel 4 sub c Software Richtlün.
4.16. Toen vervolgens in 2002 de werkstations met daarop de software aan IV in eigendom zijn overgedragen, werd IV de in r.o. 4.13 bedoelde opvolgende verkrijger. IV is dus een rechtmatige verkrdger. IE heeft te weinig aangevoerd om van iets anders uit te gaan. Algemene toorwaarden
4.77. IE stelt weliswaar dat uit de algemene voorwaarden voortvloeit dat de software niet zonder toestemming van Han Dataport mocht worden overgedragen ofaan een ander in gebruik gegeven. Dat baat haar in het auteursrechtelijke kader echter niet. Een dergelijk verbod van verdere overdracht staat immers haaks op de
wettelijke uiçuttingsregel. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen gebruiksvoorwaarden die het de verkrijger van softvyare (zoals Nelcon) en derden (zoals IV) onmogelljk maken om de software verder te verhandelen weliswaar verbintenisrechtelijke werlcing hebben - waar hierna in het kader van de beoordeling van de subsidiaire grondslag op in wordt gegaan -, maar deze kunnen wat de auteursrechtelijke uitputting betreft geen rechtsgevolg hebben (vgl. E.D.C. Neppelenbroek, Informatierecht/AMl 2006, p. 109 e.v.).
4.18. Bovendien is de rechtbank van oordeel dat IV niet op onrechtmâtige wijze van de schending van deze voorwaarde door Kalmar heeft geprofitee¡d, zie hieronder. De conclusie waar dit alles toe leidt is dat IV geen inbreuk op het auteursrecht heeft gepleegd. Subsidiaire grondslag: gebruik maken van wanprestatie
4.19. IE stelt dat IV wist, althans behoorde te w€ten dat Kalmar de software op basis van de algemene voorv¿aarden niet zonder toestemming van de rechthebbende mocht overdragen of aan een ander in gebruik mocht geven. Ook dit kan niet tot toewijzing van de vordering leiden, gezien het navolgende.
Wetenschapbij
N
4.22. IE stelt dat IV de programmatuur heeft overgedragen en fe! telijk in gebruik heeft genomen met ingang van 1 mei 2002 (dagvaarding alinea 14 en proces verbaal van comparitie). Voor deze stelling kan steun worden gevonden in de door Kalmar met IV gesloten overeenkomst van 20 januari 2003, volgens welke IV met ingang van 1 mei 2002 de verplichting op zich had genomen om de inventaris over te nemen.
4.23. IE heeft echter onvoldoende gesteid om ervan uit te kunnen gaan dat IV reeds toen wist of moest wet€n dat Kalmar wanprestatie pleegde. IV betwist dat (conciusie van antwoord alinea 5). IE
wijst daartegenover weliswaar op haar briefvan 24 april 2002 aan [belanghebbende 1], maar die briefis onvoldoende om wetenschap per 1 mei 2OOZ bij IV vast te stellen. Eind april 2002 was [belanghebbende 1] immers in dienst van Kalmar. Han Dataport richtte haar briefook aan [belanghebbende 1] bij Kalmar in reactie op de email van 22 april 2002 die þelanghebbende 1], eveneens vanuit Kalmar aan Han Dataport had gestuurd. IE stelt geen feiten of omstandigheden waaruit volgt dat [belanghebbende 1] - die biijkens zijn eigen brief eind aprii/begin mei ook nog een week vrij was - IVvoorbegin mei 2002 heeft geinformeerd over de bezwaren van Han Dataport. 4.24. Maar zelfs als de rechtbank er van uit zou gâan dat IV begin mei 2002 wel op de hoogte was van de wanprestatie van Kalmar, kan niet tot onrechtmatig handelen van IVworden geconcludeerd. Wetenschap op zichzelf is niet voldoende. Ov e ri ge om
stan di gh e de n
4.25. Het lag op de weg van IE om te stellen welke andere omstandigheden het bewuste profiteren door IV van de wanprestatie van Kalmar onrechtmatig maalüe. Daartoe heeft zij te weinig gesteld, zeker nu IV heeft aangevoerd dat zij de plannen die zij (en Kalmar) aanvankelijk met de CAD-software had juist niet heeft kunnen realiseren zonder medewerking van IE en dat zij is gestopt toen over die medewerking geen overeenstemming werd bereikt. 4.26. IV voert in dat verband aan dat zij het voornemen had om de CAD-software te integreren in haar eigen IV-systeem. Voor die stelling valt steun te vinden in de briefvan þelanghebbende 1l van 22 april2002. In de bijlage bij die brief zijn de plannen omschreven, waaronder 'Opname van CAD stations in netwerk IV'. Uit de brief van [belanghebbende 1] blijkt dat medewerking van Han Dataport noodzakelijk was. Hij schrijft imrners 'Gaarne advies hoe we dit het beste kunnen aanpakken, want onze netwerk kennis is beperkt'. Han Dataport heeft de medewerking toen en later (bijv. toen om een Linux-versie werd verzocht) geweigerd. Zij stelde daarvoor als voorwaarde dat IV een onderhoudscontract oflicentie aan zou gaân. Daar is geen overeenstemming over bereikt. Het komt er dus op neer dat IV er tegen aan liep dat zij niet kón profiteren van het door Kalmar ter beschikking gestelde C,{D-systeem, zonder medewerking en/of onderhoud en/of nieuwe versies van Han
Dataport. 4.20. Volgens vaste rechtspraak is het handelen met iemand terwijl men weet of behoort te weten dat deze door dat handelen een door hem met een derde gesloten overeenkomst schendt, op zichzelfjegens die derde niet onrechtmatig (bijv. HR 26 januari 2007, LJN: A27084]|. De vraag ofbewust profiteren van andermans wanprestatie onrechtmatigjegens die derde is, kan slechts worden vastgesteld aan de hand van de verdere omstandigheden vån het geval (HR 17 mei 1985, rJN: AGs024). 4.27. It deze procedure kan ervan worden uit gegaan dat I(almar wanprestatie heeft gepleegd door de CÂD-software over te dragen aan IV. nu IV dat niet heeft betwist. Aan de ove¡iqe vereisten is echter niet voldaan.
2.*1Cr1fi
: il1
!
4.27. IE stelt dat IV de CAD-programmatuur
in
de tussentijd we1
heeft gebruikt (het normale minimale gebruik zoals hierboven omschreven) op stand alone computers. IV betwist dat. Wat er van die betwisting zij, geldt dat het gestelde gebruik niet was wat IV zich had voorgenomen en dat het slechts kort heeft geduurd. IE stelt dat zij het gebruik na haar bezoek op 28 augustus 2002 (toen de CAD computers nog ongebruikt bij IV stonden) voor het eerst op 2 oktober 2002 heeft gezien. IVvoert aan dat zij per december 2002 is gestopt met CAD van Kalmar. In de eerste procedure tussen Han Dataport en IV Groep is namens de laatste gesteld dat IV direct begin 2003 is gestopt. IE stelt weliswaar dat het gebruik door IVvolgens haar tot'ergens in 2003'heeft geduurd maar dat is zo onbepaald (en niet onderbouwd) dat dit niet als vaststaande einddatum kan worden aangenomen. Dit betekent dat het (beperkte)
o'
lir;ãîí-ïi.ìLT.l¿.:f-T*i.i:¡r'jìF;ffiiåiä"ñi-'-$^i,*i,Ë,,:,ål,T¡TJ.íi¡.l1ftÏii;,T11åi¡¡3,.
l" I
gebruik, zo het heeft plaatsgevonden, 3 maanden of wat langer
rechtmatige verkrijging van een exemplaar de bevoegdheid verbindt het programma te gebruiken; het al of niet instemmen van de rechthebbende met dat gebruik is dan voor zo'n verkrijger niet
heeft geduurd.
vindt deze omstandigheden onvoldoende om tot onrechtmatig profiteren te kunnen concluderen.
4.28. De rechtbank
4.29. lE zal als in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van IV die tot op heden worden begroot op:
dagvaarding € 0,vast recht 2.470,getuigen/deskundigen 0,honorarium advocaat 2.682,-
(3
punten x tariefEUR 894,-)
€ s.152,4.30. Blijkens de conclusie van antwoord maakt IV tevens aan. spraak op nakosten en wettelijke rente over de proceskosten. Een en ander is toewijsbaar op de hierna volgende wijze.
5.
De beslissing
De rechtbank 5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2. veroordeelt IE Beheer tot betaling van de proceskosten aan de zijde van IV Bouw tot op heden begroot op € 5.152,- vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrâg als het niet binnen 14 dagen na dit vonnis is betaald, 5.3. veroordeelt IE Beheer
in de kosten die na dit vonnis zullen ont-
staan, begroot op:
De feiten van de zaak lagen deeis ven) grijze verleden. Het
in het (naar software-maatstabedrljfKalmar had vanaf1990 ten behoe-
afdeling Engineering een dertiental werkstations met CAD-programmatuur gekocht van een distributeur van de Duitse auteursrechthebbende op die CAD-software. Kalmar verkocht in 2002 middels een soort activa-transactie (r.o. 2.10) haar afdeling Engineering inclusiefde CAD-systemen aan gedaagde, die sedertdien niet meer deed dan het, binnen diezelfde afdeling, .normale draaien van de CADsoftware op de computers waarop de software door (de distributeur) was geïnstalleerd' (r.o.4.12); gedaagde had vervolgens dat gebruik'ergens in 2003, geheel gestaakt. Eiseres, rechtsopvolgster van die distributeur, zond gedaagde in 2003 een factuur voor ruim € 87.000,-, dagvaardde eerst in 2007 pårtij Kalmar (met wie zij de zaak schikte tegen ontvangst van € 75.000,-) en dagvaardde vervolgens in 2008 gedaagde, van wie zij o.a. de al genoemde € 87.000,- vorderde. De genoemde vordering tegen Kal_ mar zal vermoedelijk gebaseerd zijn geweest (het vonnis vermeldt dit niet) op wanpreståtie uit hoofde van de destijds tussen haar en eiseres gesloten licentiecontracten, waarin bepaald was dat Kalmar ('koper') voor de CAD-programmatuur een .niet overdraagbaar gebruiksrecht voor intern gebruik' verkreeg en dat koper ervoor verantwoordelijk was dat de programmatuur .zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verkoper niet voor derden toegankelijk' zott zljn. ve van haar
Eiseres beriep zich op inbreuk op auteursrecht (omdat het gebruik
door gedaagde immers (telkens) verveelvoudiging inhoudt) en
- € 131,- aan salaris advocaat, - te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelde niet 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van € 68,- aan salaris advocaat en de explootkosten vån betekening van de uitspraak;
binnen
5.4.
meer televant.
verldaa¡t de onderdeien 5.2. en 5.3. uitvoerbaar bii voorraad.
subsidiair op onrechtmatige daad (omdat gedaagde bewust zou hebben geprofiteerd van Kalmars wanprestatie uit hoofde van de genoemde licentievoorwaarden). Een ldeine z{jstap: hoewel eiseres als (rechtsopvolgster van de) distributeur tot het in eigen naam vorderen van schadevergoeding wegens inbreuk op het auteursrecht van de Duitse auteursrechthebbende alleen maar bevoegd is ais blilkt dat zij die bevoegdheid van de rechthebbende heeft bedongen (art. 27alid 2 Aw), had gedaagde kennelijk niet betwist dat die bedongen was en ging ook de rechtbank dus van die bevoegdheid
uit (r.o. 4.7). De auteursrechtelijke beoordeling, die een stapsgewijze uiteenzetting en toepassing van de relevante normen volgt, is vervat in de r.o. 4.9 t/m 4.16. De rechtbank vermeldt daarbij als beginpunt de Europese Softwarerichtlijn (richtlijn 9U2s0 van 14 mei 1991), maar had kennelijk even gemist dat deze met ingang van 25 mei
Noot H. Stt"ltik Mr. H. Struik is adrtocøat te Utrecht.
De rechtbank beoordeelt vewolgens of de wettelijke gebruiksbevoegdheid van art. 4Sj Aw voor een opvolgende rechtmatige verkrijger van een exemplaar van programmatuur (die ik verder zal aanduiden als C) opzijgezet kan worden door de hie¡boven genoemde clausules in het licentiecontract tussen de (distributeur van) rechthebbende en diens eerste afirerner (die ik hier resp. A en B zal noemen), nl. dat (i) het aan B verleende gebruiksrecht ,niet overdraagbaar' was en (ii) de software niet voor derden toegankelijk gemaakt mocht worden. De rechtbank (r.o. 4.7j\ beschouwt deze voorwaarden als een 'verbod van verdere ove¡dracht'. dat haaks staat op de auteursrechtelijke uitputtingsregel en daarom in
1
2
Vzr
Rb. Den Haag 12 februari 2002, Computetrechì 2002, p. 147 m.n. E.D.C. (Vda d¿r SchraaÍfsTl, r,o, 8.70.
pelenbroek
,"tl
richtlijn 2OOgl24lEG,2 die overigens slechts een 'codificatie' vormt van de oude richtlijn incl. late¡e wijzigingen en inhoudelijk in feite niets nieuws heeft gebracht anders dan een wat verwarrende hernummering van de paragrafen van de considerans. Voor het overige laat de uiteenzetting van de rechtbank zich lezen als een goede handleiding voor de betekenis en werking van art. 4Sj Aw in relatie tot de auteursrechtelijke uiþut_ tingsregel, en behoeft zij dan ook geen verder commentaar. 2009 is vervangen door
Dit vonnis van de Rechtbank Dordrecht biedt een heldere weergave enjuiste toepassing van de speciale - en niet eenvoudige - auteursrechtelijke regels rondom uitputting en gebruikersbescherming met betrekking tot computerprogrammatuur. Dat dit geen makkelijke materie is, bleek eerder uit een vonnis uit 2002 van (nog wel) de Rechtbank Den Haag. Die rechtbank, met een zeket aplomb maar ten onrechte, overwoog over een inbreukvordering tegen een partij die door koop (op een veiling uit het faillissement-Fokker) 'stellig eigenaar' was geworden van eerder aan Fokker krachtens licentie geleverde diskettes met flight simulator programmatuur: '[...] doch dat brengt nog niet met zich dat hij tevens enig recht heeft verkregen de daarop voorkomende software op welke wijze dan ook te gebruiken.'l Dat uit art.45j r{uteurswetjuist het tegendeel voortvloeit, wordt in het hier besproken vonnis (r.o. 4.11) wél duidelljk voor ogen gehouden: als inbreuk op auteursrecht op een computerprogramma wordt niet beschouwd de veweelvoudiging door de rechtmatige verkrijger van een exemplaar van een computerprogramma welke noodzakelijk is voor het met dat programma beoogde gebruik. Het is dus de wet die aan het (enkele) feit van de
{l iií
!
Ín:iì
Nep
PbEU 20091717,
Í-i-¡'fi¡;.¡;i¿r:Éi.:iãâ:i.,'F.:íi.t}i-t:J:,:iÉ*'r,ï;.;if
p. 16-22.
¡Ì.; ùliÌr=.r'.¡.ril,:,.t::¡jt.i
2 {,'i {, |
{",
zoverre'geen rechtsgevolg'heeft. De rechtbank noemt daarbij een artikel van Neppelenbroek uit 2006 in dit blad,3 maar zij zou het m.i. duidelijker (en juister) hebben gezegd door vast te stellen dat clausule (i) geen rol speelde omdat C zich niet beriep op een door B aan hem overgedragen gebruiksrechtmaar op verkrijging van een exemplaar (waaraan, zoals gezegd, de wetvervoigens een bepaalde gebruiksbevoegdheid verbindt). Neppelenbroek verdedigt in zijn genoemde artikel de opvatting dat, wanneer C de eigendom verlüijgt van een drager met software, C's gebruiksrechL nietberust op die eigendom (die doet zelfs 'niet ter zake') maar op een (fictieve) oyerdracht,'tan zgn gebruikslicentie door B aan C. Het bedingen door A in zijn overeenkomst met B van een verbod van overdracht van het licentierecht (wat art. 3:83 lid 2 BW uitdrukkelijk toelaat en wat naar algemene opvatting'zakelijke' (goederenrechtelijke) werking heeft en dus tegen elke willekeurige C kan worden ingeroepen) schuift Neppelenbroek dan opzij met de m.i. gewrongen 'oplossing' dat deze mogelijkheid in het licht van de uitputtingsregel aan de iicentiegever (.4,) niet toekomt (hij mag dat dus niet afspreken). Onjuist en nodeloos ingewikkeld, naar mijn mening: dat de eigendom van C van het exemplaar niet ter zake zou doen is lijnrecht in strijd met wat er staat in art. 45j Aw, en dat de uitputting de contractswijheid tussen A en B zou moeten beperken is een paardenmiddel waarvoor ik overigens in ons vermogensrecht geen basis of plaats zou kunnen vinden.4 Zie hierover nader Struik/Van Schelven/Hoorneman, Softwørerecht, Deventer (Iûuwer) 2010 (tweede druk), 87.4 en7.7.
sant is de vergelijkbare gedachtegang in een recente beslissing uit de VS,7 die leert dat voor de auteursrechthebbende het bedingen van eigendomsvoorbehoud op de dragers van in licentie gegeven software onder Amerikaans auteursrecht inderdaad 'werkt' om verstrekking aan en gebruik door opvolgende verkrijgers tegen te gaan. Geparafraseerd in'ABC-termen'besliste de Court of Appeais: C purchased several used copies of A s A-software
from B and
he resold
A distributes A-solb/vare pursuant to alimitedlicense agreement in which it reseîves title to the soÍtware copies [...] Because C d,id not purchase the A-soltware copies from an the A-sojtware copies on eBay to D.
owner, he may not inrtoke the first sale doctrine, and he also may not assert the essential step defense on behalf oJ D .
De'first sale doctnne' is de Ame¡ikaanse variant van de uitputtingsregel en ðe'essential step delense' is de wettelijke beperking (17 USC g ffZ(aXf)) van het auteursrecht t.a.v. verveelvoudigingen die een essentiële stap vormen in het gebruik van de programmatuur op een computer, vergelijkbaar met ons art.45j Aw
Clausule (ii) uit het licentiecontract
(B mocht de software niet voor derden toegankeldk maken) bindt C als buitenstaander bij het contract A-B niet, maar kan wel gevolg hebben voor zijn status als rechtrnatige verkrijger indien zijn (bewust) profiteren van B's wanprestatie in verband met bijkomende omstandigheden als onrechtmatige daad jegens ,{ heeft te gelden. Of dit laatste het geval was wordt door de rechtbank aan de hand van de maatstaven van de Hoge Raad uitvoerig onderzocht in r.o.4.794.28.
Verkrijging van de eigendom vån een exemplaar van de program-
matuur is dus wel degelijk de (enige) basis voor de bevoegdheid ex art. 45j Ar¡/ van rechtmatige verkrijger C om de programmatuur te gebruiken. Wanneer B toegang kreeg tot de programmalult zonder verschaffing van een exemplaar (büv. bij ASP-gebruik) ffeedt er geen uitputting op,s en zal het op welke manier dan ook beschikbaar stellen van de software door B aan C als verboden oDenbaarmaking hebben te gelden. Een moeilijke vraag (die in de besproken zaak overigens niet speelde) is nog, of een in de overeenkomst A-B bedongen eigendomsvoorbehoud t.as¡. het exemplaar maakt dat C als opvolgende verkrijger
van dat exemplaar als niet-rechtmatige verlcijger moet worden beschouwd - en dus niet kan profiteren van de wettelijke gebruiksbevoegdheid van art. 45j Aw. Ik heb die vraag eerder besproken6 en neig - zij het met enige aarzeling - tot de conclusie dat, nu in een dergelijk geval op grond van art.4lid2 Softwarerichtlijn (art.4 sub c. orJd) geen uitputting optreedt (en dus deverstrekking door B aan C reeds een voorbehouden openbaarmaking vormt), het niet voor de hand ligt om wel een rechtmatige verkrijging en gebruiksbevoegdheid voor C in de zin van diezelfde richtlün aan te nemen. Interes-
E.D.C. Neppelenbroek, 'Software: de auteur, de
verkrijger en derden',
.AMI
2006/4, p. 109-118.
De bek¡itiseerde constructie van Neppelenbroek veruarre men niet met de werking van de uitputtingsrechtspraak van de Hoge Raad in Leesporteþuille (7952) en StemralFree Record Shop (7987), nl. dat een tussen A en B afgesproken contractuele vtrspreidingsbeperking ook wänneer die op het exemplaar is vermeld, ten opzichte van verkrijger C geen afbreuk kan doen aan de uitputting van de auteursr€chtelijke zeggenschap over openbaarmaking. 5
Vgl. Sojtvarerccht
12€
druk), S6.2.
In 'Softwarelicenties ia faillissement', 28&28s,
$
Tijdschrifr voor lîsofuentierecht 2002, p.
8.
US Court ofAppeâls (9th Cir) 10 september 2010, nr.09-35969 (VerflorlAutu d¿sl); met dank aan / Ml-redactielid Koelman.
i¡¡;[,:::î*'1;È+-..r.'--..-.{1i1.]¿::}:}J;:ii{iït-}::j..tåì!j,i
249