2.3 Rol- en taakverdeling bij Samenwerken Leren Digitaal Ondersteund In CSCL-projecten is er steeds sprake van een situatie waarin door een groep van mensen gewerkt wordt aan een gemeenschappelijk resultaat. In de andere paragrafen van dit hoofdstuk wordt gesproken over diverse aspecten van een CSCL-leertraject zoals groepsvorming, begeleiding en soorten opdrachten. De afstemming tussen de daar geanalyseerde aspecten is onderwerp van studie in deze paragraaf onder de noemer rol- en taakverdeling. Het gaat hierbij om het bewaken of actief aansturen van de coördinatie, de afstemming van de activiteiten van individuele groepsleden op elkaar om te bewerkstelligen dat de groep effectief haar doelen realiseert. 2.3.1
Rol- en taakverdeling in SALDO nader bekeken De verwachtingen van het samenwerken van getalenteerde mensen in een team zijn vaak hooggespannen maar helaas voldoen de resultaten lang niet altijd aan die hooggespannen verwachtingen. Uit de praktijk gegrepen: ‘Bij de start waren we allemaal enthousiast. We zijn aan de slag gegaan om samen een marketingplan te schrijven, dat leek ons prachtig. Inmiddels heb ik, en ik niet alleen, het idee dat we maar moeizaam vooruitgang boeken, ondanks dat we allemaal erg veel moeite doen.’ Het totstandkomen van een goed samenwerkingsproces hangt in hoge mate af van de gecombineerde interacties van de teamleden. Inhoudelijk is er steeds sprake van voortschrijdend inzicht van individuele teamleden. Met het veranderende inzicht veranderen de actieplannen van de individuele teamleden en daarmee veranderen ook de verwachtingen van hetgeen anderen groepsleden moeten doen. Parallel hieraan ontwikkelen zich de ideeën van docent en student over het gemeenschappelijke eindproduct en de achtereenvolgende acties die tot dat eindresultaat moeten leiden. Kenmerkend voor samenwerkend leren is het gegeven dat de groepsleden van elkaar afhankelijk zijn voor het te bereiken collectieve resultaat. Nu kan het voorkomen dat een groep al vaker met elkaar gewerkt heeft en dat binnen die groep al eerder patronen van taken en rol verdelingen zijn ontstaan die tot ieders tevredenheid hebben gewerkt. In dit geval kan een docent nagaan of die bestaande rol- en taakverdeling ook past bij de nieuwe taak. Aansluitend zal dan in de gaten gehouden moeten worden of de groep ook voor het nieuwe project zelf een effectieve aansturing weet te vinden van de individuele bijdrages. Vaker zal het voorkomen dat een optimale taak en rolverdeling niet vanzelf ontstaat. Het op elkaar afstemmen van acties en verwachtingen blijkt in face-to-face situaties al een hele klus. Diverse methodes van projectmatig werken proberen groepswerkers hulpmiddelen aan te reiken teneinde misverstanden te voorkomen en taken goed op elkaar af te stemmen. Wanneer een groep haar taken op afstand vervult, moeten de teamleden die afstemming zien te klaren met de minder rijke communicatiemogelijkheden die ICT hen biedt. Tijdens digitaal groepswerk kunnen collega’s niet afleiden dat er iets mis omdat ze bijvoorbeeld de lichaamstaal van groepsgenoten missen en zelfs niet zo maar kunnen zien wanneer de ander aanwezig is. Wanneer je in deze situatie te maken hebt met een groep die elkaar niet kent is de kans heel groot dat mensen goedbedoeld langs elkaar heen werken, ofdat individuen de verantwoordelijkheden niet op zich nemen die van hen verwacht worden. Met alle gevolgen voor het groepsproces en resultaat van dien. Om deze reden is het goed om in een aparte paragraaf aandacht besteden aan specifieke mogelijkheden om de afstemming tussen de mensen, hun taken en hun inbreng in een SALDO samenwerkingsproject te ondersteunen. Het verdelen van rollen en taken behoren tot de belangrijkste instrumenten om tot onderlinge afstemming van individuele activiteiten te komen. In deze paragraaf zullen we ons focussen op vooral die rol- en taakverdelingsaspecten die kenmerkende en noodzakelijk zijn voor het ontwerpen van een CSCL-leertraject.
26
Concreet besteden we in deze paragraaf aandacht aan: • Helderheid over rollen en taken • Ontwerpen van coördinatie aspecten. • Ondersteuning van de taakverdeling. • Ondersteuning van de rolverdeling. 2.3.2
Helderheid over rollen en taken: de constante factor.
Uit de praktijk gegrepen: ‘Ik vind dat de verdeling niet helemaal eerlijk is gegaan. Niet een bepaald persoon speciaal hoor, maar het is gewoon moeilijk om dat allemaal zelf te verdelen. En aangezien de communicatie via internet ging, ging dat ook wat moeizamer.’ Efficiënt en plezierig samenwerken ontstaat niet vanzelf. Afstemming van acties en verwachtingen is al lastig voor face-to-face groepen en helemaal in contexten van digitaal samenwerken. De praktijk van het werken in groepen laat zien dat het succes van de inzet van een ieders kennis voor het groepsresultaat afhangt van vele zaken. Een van die zaken is het onderling helder krijgen van wat de groep gezamenlijk wil bereiken en hoe dat samen gerealiseerd gaat worden. Afhankelijk van de samenstelling en voorgeschiedenis van een groep is het mogelijk dat de benodigde duidelijkheid over het gemeenschappelijke doel, eindproduct en de weg er naar toe vanuit de groep zelf ontstaat. Door bijvoorbeeld de initiatieven van leidersfiguren. Meestal is dit evenwel niet het geval met als gevolg: irritaties vertragingen, competentiestrijd over taken en verantwoordelijkheden. Vandaar dat voor het optimaliseren van de samenwerking in groepen gezocht wordt naar expliciete structuren die een kader bieden voor de taakgerichte communicatie. Bij virtuele groepsactiviteiten is een extra lastige factor dat mensen met elkaar moeten werken door middel van de beperkte mogelijkheden van de online communicatie. Voor online communicatie beschikken we nu nog niet over een rijk scala aan eenduidige afspraken zoals die al wel bestaan voor direct persoonlijk contact. Hierdoor blijven misverstanden over taken en rollen dan ook langer onontdekt met alle gevolgen van dien. Meer nog dan in face-to-face onderwijssituaties is het zaak om groepen die samenwerken op afstand, te helpen bij de effectieve communicatie en afstemming van verwachtingen en activiteiten. Ongeacht welke keuzes er gemaakt worden, zal bij de start steeds aandacht moeten zijn voor het duidelijk uitspreken van verwachtingen. Het is belangrijk om te monitoren en te checken of de verwachtingen van de verschillende groepsleden en van de docent/begeleider overeenkomen. Dit voorkomt heel wat problemen in allerhande settings van SALDO leren. Juist omdat communicatie mogelijkheden en patronen zo anders zijn in een digitale setting kan het praktisch zijn om aan de hand van een omgekeerd voorbeeld duidelijk te maken wat voorkomen moet worden. Zo kan bijvoorbeeld duidelijk gemaakt worden dat een reactieve houding in een face-to-face setting niet rampzalig is maar in een virtuele setting tot grote brokken kan leiden. In de nu volgende paragrafen wordt beschreven welke zaken bij de rol- en taakverdeling in een CSCL-leertraject van belang zijn. 2.3.3
Ontwerpen coördinatie aspecten Uit de praktijk gegrepen: ‘We hebben de taken verdeeld in een bijeenkomst face-to-face, naar interesse en naar ieders kwaliteiten. Eerst hebben we de directeur gekozen, toen de adjunct, dan de docenten en
27
vervolgens de commissies. Iedereen bij ons in de groep heeft zijn eigen deel geschreven. De taakverdeling was goed, en de samenwerking was ook goed. Daarom vind ik dat iedereen hetzelfde cijfer moet krijgen.’ Keuzes voor het orde brengen in de afstemming, het coördineren, van de taken en van individuele teamleden is sterk afhankelijk van de invulling van de andere aspecten van het SALDO ontwerp. Besluit je bijvoorbeeld studenten vaste rollen toe te bedelen dan beïnvloedt dit direct het leerproces van die studenten. Omgekeerd hebben jouw keuzes om studenten parallelle taken te geven of hen zelf te laten beslissen over de onderlinge taakverdeling consequenties voor de beoordeling, zoals uit het hier boven aangehaalde voorbeeld blijkt. Vanuit welk deelaspect je ook aan het ontwerpen begint je komt vroeg of laat uit bij de basisvraag hoe je de afstemming tussen individuele activiteiten gaat coördineren. Helemaal bij het begin van het ontwerp, direct na de specificatie van de leerdoelstellingen en de taakanalyse kunnen al je uitgangspunten voor het type coördinatie ondersteuning opgeschreven worden. Ga je rollen en taken van de individuele teamleden aan de studentengroep aanbieden en voorschrijven? Of leg je deze verantwoordelijkheid geheel of gedeeltelijk bij de studenten neer? Juist omdat de rol en taakverdeling consequenties heeft richting de andere aspecten van SALDO leren en omgekeerd je keuzes voor bepaalde leerdoelen en opdrachttypen consequenties hebben voor de coördinatie raden we je aan vanaf het begin je steeds af te vragen wat elke ontwerpbeslissing inhoudt voor de rol en taakverdeling tussen studenten onderling en tussen studenten en begeleiders en de te scheppen voorwaarden voor de taakuitvoering in de elektronische SALDO leeromgeving. Neem bij de start van het ontwerpproces de rol en taakafstemming meteen mee en ontwerp iteratief. Dat wil zeggen ga continu na wat de consequenties zijn van de beslissingen op andere deelterreinen en doordenk de consequenties van deze beslissingen voor het geheel, alvorens je de volgende stap ontwerpt. Start je met de definitie van de leerdoelstellingen van het SALDO traject ga dan na de invulling van elke dimensie opnieuw kijken welke consequenties dit heeft voor de rol en taakverdeling. Zodra je de invulling van andere dimensies verder uitgewerkt hebt volgt opnieuw reflectie op de bijbehorende ondersteuning van de communicatie en taak coördinatie. Is bijvoorbeeld in het SALDO ontwerp vastgelegd aan welk type opdracht gewerkt gaat worden, dan kan aansluitend nagegaan worden wat dit betekent voor de taakverdeling. Gaat het om een authentieke bedrijfstaak en vereist deze van groepsleden dat zij zelf bepalen wie welke deeltaak gaat uitvoeren en wie de projectleidersrol op zich neemt? In dat geval is het logisch dat de ontwerper zorgt dat studenten geattendeerd worden op het belang van een goede taakverdeling en hen suggesties doet, maar dat studenten zelf komen tot een adequate rol en taakverdeling. De docent of coach kan eventueel wel adviserend reageren. Anders ligt het wanneer de gemeenschappelijke taak, bijvoorbeeld bij een module over projectmanagement, gebaat is bij het leren hanteren van gangbare rollen en werkwijzen. In dat geval zal de ontwerper eerder kiezen voor het aanbieden van voorgestructureerde taken en rollen. Ook is het mogelijk dat jij als SALDO ontwerper vindt dat het belang van de inhoudelijke taakuitvoering en de kennisontwikkeling van de teamleden gebaat zijn bij een ontlasting van de studenten voor wat betreft de organisatie van het geheel door het aanbieden van een slimme rol- en taakverdeling. Aangezien het adequaat kunnen samenwerken aan collectieve taken een belangrijke competentie is, zal het vaak voor komen dat je studenten juist wilt trainen in het ontwikkelen van noodzakelijke communicatie- en coördinatievaardigheden voor het samenwerken zelf. In die situaties zul je in je ontwerp juist sterk de nadruk leggen op het bieden van ruimte voor de studenten om als groep zelf tot taak- en rolverdelingen te komen. Uit de praktijk gegrepen:
28
‘Elke groep is verantwoordelijk voor hun project website. Eerst schrijft men een stuk en post dit in het teampostvak. Dan bespreken we het op de site. En wat op de site geplaatst wordt is echt af. De startsituatie van je groep, en jouw doelstellingen bepalen mede de strategie om in het begin de studenten te helpen door structuren en rollen aan te bieden om in volgende fases de groep steeds meer zelf te laten bepalen en organiseren. Centrale staat de vraag welke voorwaarden er voor het leren geschapen moeten worden om het gestelde leerdoel optimaal te bereiken. De keuze om specifieke rollen en een taakverdeling voor te schrijven dan wel oplossingsmogelijkheden te suggereren of ‘klaar te leggen’ is contextgebonden, afhankelijk van zaken als het doel, de inhoud, didactiek, en startsituatie van de groep. Voor SALDO projecten moet je je daarbij steeds afvragen wat nieuw, onbekend, en nog niet vanzelfsprekend is. Vaak is het probleem niet zozeer dat er aan nieuwe of andere rollen moet worden gedacht maar dat in de digitale omgeving die zaken expliciet aangegeven moeten worden. De volgende twee elementen zijn voor SALDO omgevingen extra van belang. Ten eerste is het zaak na te gaan welke risico’s er zijn voor het digitaal samenwerken van de doelgroep in combinatie met de zwaarte van de gemeenschappelijke taak en de bekendheid met het elektronisch samenwerken en de technische ondersteuning daarvan. Is de groep relatief onbekend met digitaal samenwerken dan kan extra sturing gewenst zijn vanuit voorgegeven rollen, taken en projectfasering. Zo wordt het risico afgewend dat leereffect en projectresultaat niet bereikt worden door coördinatie- en communicatieproblemen. Ten tweede is het van belang in kaart te brengen hoe de studentgroep om zal gaan met de elektronische communicatie. Een analyse van datgene wat voor de groep niet vanzelfsprekend is in het digitaal samenwerken leidt tot een inventarisatie van die zaken die nodig geëxpliciteerd moeten worden in een SALDO project. 2.3.4
Ondersteuning van de taakverdeling Uit de praktijk gegrepen: Je kan tenslotte niet alles eerlijk verdelen.... iedereen doet zijn best met een stukje schrijven. En ja soms is de ene persoon ziek waardoor die wat minder doet, de andere persoon heeft meer verstand van internet en doet wat meer. Groepswerk is en blijft soms moeilijk maar je doet het tenslotte samen dus een leraar kan niet persoonlijk beoordelen. Het is één geheel. Op zich is de keuze voor een voorgeschreven taakverdeling of open taakverdeling niet anders dan in andere onderwijssettings waarbij er geen digitale ondersteuning is. Met de vragen: • welke rollen zijn zinvol? • hoe zorg je voor een evenwichtige taakverdeling? • hoe kan je individuele bijdragen aan het collectieve resultaat beoordelen? • hebben we dagelijks te maken, ook buiten SALDO verband. Specifiek voor SALDO is het gegeven dat bepaalde taken specifiek zijn voor een virtuele setting. Bijvoorbeeld doordat iemand er zorg voor moet dragen dat de digitale discussies en documenten toegankelijk blijven. Daarnaast vragen SALDO settings om meer nadruk op het expliciet communiceren en checken van de voorgestelde taakverdeling omdat je de directe terugkoppeling van het face-to-face contact ontbeert.
29
Per project is het monitoren of actief ingrijpen in de taakverdeling er op gericht om er voor te zorgen dat niet een groepslid het leeuwendeel van het werk doet en anderen om niet meeprofiteren. Door een rechtvaardige taakverdeling is ieder groepslid aanspreekbaar op evenredige bijdragen aan het groepsproduct. Zoals uit bovenstaand fragment te lezen is verwachten studenten daarbij niet alleen een evenredige verdeling van de lasten van het groepswerk maar ook van de lusten. Hoe de taakzwaarte en de procesbijdrages van het individu te waarderen is komt aan de orde in de beoordelingsparagraaf. 2.3.5
Ondersteuning van de rolverdeling Uit de praktijk gegrepen: We hebben de taken verdeeld in een bijeenkomst face-to-face, naar interesse en naar ieders kwaliteiten. Eerst hebben we de directeur gekozen, toen de adjunct, dan de docenten en vervolgens de commissies. Een methode om tot een adequate afstemming van de taakuitvoering door de groep te komen is het verdelen van de taken. Een andere methode is het onderscheiden van de verantwoordelijkheden door het definiëren van rollen en verantwoordelijkheden. Ook hier geldt dat afhankelijk van de samenwerkingsdoelstellingen, groepssamenstelling en historie een keuze voor voorgeschreven rollen of hulp bij het invullen en verdelen van rollen vanuit de groep voor de hand ligt. Specifiek voor SALDO settings is het gegeven dat bepaalde rollen die in face-to-face settings nauwelijks een rol spelen wel van cruciaal belang zijn voor het goed functioneren in cyberspace. Denk bijvoorbeeld aan een verslagleggende en informatiebeheerders rol. Deze zijn ingegeven door het feit dat in tegenstelling tot het gesproken woord alle digitale communicatie zijn sporen nalaat en daarmee kan leiden tot informatie overload en chaos. Explicitering niet alleen van de rol maar ook van de rolverwachtingen is voor virtuele groepen van groot belang. Met name omdat bij virtueel samenwerken de signalen en dus ook de bijsturingsmogelijkheden minder snel en minder direct zijn. De vragen die de ontwerper van een SALDO traject op zich af ziet komen zijn niet anders als voor andere leersettings. Wie bepaalt de rollen in hoeverre mag iemand zijn eigen rolinvulling bepalen? Welke rollen moeten er zijn? Hoe zorg ik voor passende rollen die aansluiten bij de metafoor van de leeromgeving? En welke coachings rollen zijn nodig binnen dit leertraject? Het feitelijke antwoord op deze vragen zal evenwel toch anders zijn vanwege de kenmerken en mogelijkheden van het digitale leren. Wanneer besloten wordt rollen aan te bieden wordt heel vaak gekozen voor enkele functionele rollen (gebaseerd op rollen die Belbin onderscheidt) zoals voorzitter, planner, brononderzoeker en informatiebeheerder. Dit vaak in combinatie met een begeleidings- of coachingsrol voor de docent. Voor wat betreft de coachingsrol kan de docent besluiten deze geheel zelf op zich te nemen of delen daarvan te laten vervullen door studenten. Bij Saldotrajecten bestaat, zeker in deze fase waarin digitaal samenwerkend leren nog relatief nieuw is, het gevaar voor overreactie. Ontwerpers zullen eerder geneigd zijn om opdrachten en rollen sterk voor te structureren. Keuzes om de processen via expliciete taak en rol voorschriften ‘te regelen’ liggen voor de hand. Er is immers geen mogelijkheid om zaken zoals bij face-to-face contact bij te sturen. Kortom voorgeschreven rollen lijken vele voordelen te hebben. Ze hebben de schijn groepseffectiviteit merkbaar te verbeteren en afbreukrisico’s te minimaliseren. In hoeverre dit effect inderdaad optreedt en aan de voorgeschreven rol en taakverdeling te wijten is, is een vraag die verschillende onderzoekers nog exploreren. Wel lijkt een expliciete rolverdeling studenten bewuster te maken van hun verantwoordelijkheid ten opzichte van elkaar. (Strijbos & Martens 2003) Echter het gevaar loert dat we te veel structureren en opdrachten dichttimmeren. Dat kan ook nadelig uitwerken. Immers indien de opdracht voorgestructureerd wordt en verdeeld in
30
deeltaken en deelverantwoordelijkheden dan mag je geen grote leereffecten verwachten op het terrein van leren samenwerken, afstemmen en onderhandelen over ieders inbreng. Aan de voorbereiding op zelfstandige rolvervulling in de later professie draagt zo’n voorstructurering beperkt bij. Kortom afhankelijk van de leerdoelstellingen van het Saldoproject is het zaak om je nadrukkelijk af te vragen wat de beste balans is tussen structurering en ruimte creëren. Op basis van de doelstellingen besluit je tot het faciliteren en monitoren van het natuurlijke roltoedelingsproces door de groepsleden, het ondersteunen van een voorgeschreven roltoedeling of varianten daarop. De fijne afstemming luistert redelijk nauw juist in de digitale setting: een rol die niet als functioneel ervaren wordt in functie van de taakvervulling wordt als ballast ervaren, roept weerstand op en genereert ruis. Wanneer de ondersteuning gericht is om langs voorgeschreven paden de taak uit te voeren met daarop gerichte ondersteuning dan zullen er geringere effecten qua collaboratief leren zijn. Wanneer je het accent juist wilt leggen op het leren samenwerken, dan zal de omgeving de groep uit moeten dagen en hen de ruime moeten geven om zelf taken en rollen vorm te geven, 2.3.6
Samenvatting: Rol- en taakverdeling in de praktijk In deze paragraaf is aangegeven dat afstemming tussen de diverse thema’s (zoals in dit handboek behandeld) dringend noodzakelijk is. Het successievelijk ontwerpen van een uitdagende opdracht, adequate begeleiding, structurering van het groepsproces etcetera leveren bouwstenen aan voor het SALDO leerproces. Maar aparte zorg voor de onderlinge afstemming tussen die onderdelen completeert het ontwerp. Die afstemmingsactiviteiten zou je kunnen zien als het cement dat nodig om de aparte bouwstenen van een Saldoproject zoals opdracht, begeleiding en beoordeling onderling met elkaar te verbinden. SALDO procesdimensies Opdrachtverduidelijking: Voor groepen, met name groepen zonder voorgaande werkhistorie, noodzaakt het in een SALDO context samenwerken tot extra aandacht voor verduidelijking van de opdracht. Juist vanwege de karakteristieken die leren in cyberspace kenmerkt is het niet alleen zaak de opdracht zelf te verduidelijken maar ook je verwachtingen concreet neer te zetten ten aanzien van hetgeen je van studenten aan zichtbaar handelen verwacht binnen de virtuele leeromgeving. Bij de start zul je aan moeten geven wat je van de studenten individueel en als groep verwacht. Hoe zaken in de leersetting geregeld zijn welke taken en verantwoordelijkheden studenten hebben. Wanneer je terugkoppeling van studenten verwacht en waar ze met hun vragen terecht kunnen. Een goede manier om deze verwachtingen expliciet te krijgen is bij de start er met de groep over te praten en op basis van die samenspraak een soort contract met ze af te sluiten over de ‘Project X werkwijze’. Voorbereiding op de uitvoering en uitvoering: Of je besluit expliciet met rollen en voorgeschreven taken te werken of niet, het is het overwegen waard om even warm te draaien voor de uitvoering. Middels bijvoorbeeld startactiviteiten zoals die bij het EVS beschreven zijn kun je een groep studenten thuis laten raken in het virtueel samen werken en leren. Het doel van die startactiviteiten is dat studenten dan vertrouwd zijn met de virtuele werkomgeving en de daar aanwezige instrumenten. Tevens hebben zij dan helderheid verkregen over de verwachtingen en werkwijze tijdens het verdere traject. Kwaliteitsbewaking: Een reden om de leer en werkprocessen voor te structureren kan de kwaliteitsmonitoring zijn. Je wilt middels deze aansturing de kwaliteit van processen en producten vanuit de personen en de opdrachten structureren om zo de kwaliteit van het leerproces en de uitkomsten er van te garanderen. Ook bij de keuze voor een veel opener setting van samenwerkend leren kan het ‘klaarleggen’ van suggesties en instrumenten voor de afstemming via rollen en taken instrumenteel zijn voor de noodzakelijke kwaliteitsbewaking. Oplevering resultaat: Tot nu toe zien we dat de aandacht bij het ontwikkelen van rol – en taakstructuren en instrumenten voor SALDO leersettings zich met name bezig houdt met het structureren van de leer en werkprocessen. De vraag welke resultaten je met een Saldoproject beoogd leidt er recentelijk meer en meer toe om het beoordelen van de competentiegroei verder uit te werken in op te leveren resultaten. Daarbij zullen afhankelijk van de leerdoelstellingen steeds vaker ook zichtbaar te maken onderdelen van de rol en taakuitvoering deel uit gaan maken van de op te leveren resultaten.
31
SALDO themadimensies: Groepsvorming: in geval de groep al historie heeft of een reeds erkende communicatie methoden dan beïnvloed dit de benodigde aansturing via rol en taakverdeling. Begeleiding: de aansturing van communicatie en coördinatie vanuit een wat ruimer perspectief bekeken maakt verder deel van de paragraaf van het begeleidingsdomein. Een vaste ‘rol’ is de markant aanwezige of meer op de achtergrond vormgegeven ‘coach’ van het leerproces. Ook hier geld dat je bedoelingen niet alleen duidelijk moeten zijn maar in een SALDO omgeving ook nadrukkelijk en helder gecommuniceerd moeten zijn Opdrachten: de aard van de opdrachten en leerdoelstellingen zijn sterk bepalend voor de aard en inhoud van de rol en taakverdeling. Leerdoelen en taakklasse en opdrachttype creëren de kaders voor de meest wenselijke rol en taakverdeling. Beoordeling: doelstellingen en beoordeling zijn sterk sturend voor de inrichting van een SALDO onderwijsproces. Bepalend voor vorm en inhoud van de aansturing is het antwoord op vragen als in hoeverre ga studenten beoordelen op hun competentie ontwikkeling? En beoordeel je studenten ook op hun vaardigheid in het onderling afstemmen en communiceren van de eigen bijdrages aan het doelgerichte groepsproces? Beoordeel je die afstemmingsaspecten vervolgens individueel of voor de groep als geheel?
32