Dennis Boot
Samenwerken en begeleiden ondersteund door Web 2.0
Evaluatie van Google Sites en Google Apps tijdens stages en projecten in het onderwijs.
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 1 Google Sites i.c.m. Google Apps voor projecten ..................................................................................... 2 De ervaringen van de docenten. ......................................................................................................... 2 De ervaringen van de deelnemers. ..................................................................................................... 4 Google Sites i.c.m. Google Apps voor stages .......................................................................................... 5 De ervaringen van de docenten. ......................................................................................................... 5 De ervaringen van de stagiaires. ......................................................................................................... 6 De ervaringen van de begeleiders op het bedrijf ................................................................................ 7
Inleiding Het ROC Leiden is een pilot gestart met het gebruik van Google Sites i.c.m. Google Apps tijdens projecten en stages van deelnemers. Tijdens deze pilot hebben de docenten en deelnemers gebruik gemaakt van de aangeleverde sjablonen en best practices om de samenwerkingsomgevingen te realiseren. De deelnemers en docenten die aan deze pilot deel namen waren afkomstig van de Unit ICT Academie Leiden. Reden hiervoor is dat deze unit vanzelfsprekend een grote affiniteit heeft met ICT, en dat deze unit wegens het hebben van 2 vestigingen problemen ondervond met de aansturing en begeleiding van de deelnemers. In dit document wordt het project geavaleerd door middel van het inzichtelijk maken van de ervaringen van de docenten, deelnemers en begeleiders van de bedrijven. Deze ervaringen zijn geïnventariseerd door het houden van gesprekken met de betrokkenen. Deze wijze van kwalitatief onderzoek is gekozen om het gesprek niet van te voren al een kant op te sturen, en op deze manier zo veel mogelijk te kunnen “proeven” van de meningen, en de ervaringen van de docenten en deelnemers.
1
Google Sites i.c.m. Google Apps voor projecten
De ervaringen van de docenten. Een van de problemen met de huidige ELO (Elektronische Leeromgeving) is dat docenten “verantwoordelijk” zijn voor de mate van samenwerking tussen de deelnemers. Reden hiervoor is dat de docent degene is die de omgeving voor de deelnemers gereed moet maken. Door de grote werkdruk en/of het gebrek aan kennis m.b.t. de ELO wordt er niet optimaal gebruik gemaakt van de functionaliteiten van de ELO. Wat vinden de docenten van het verplaatsen van de verantwoordelijkheid naar de deelnemers? Sommige docenten geven aan in het begin sceptisch te zijn geweest over het verplaatsen van de verantwoordelijkheid. De resultaten liegen er echter niet om. Deelnemers zien Google Sites volgens de docenten nu als extra middel om zichzelf te presenteren aan de docent. Veel groepen maken dan ook iets moois van de omgeving en zijn bereid om iets extra’s te doen. Wat vinden de docenten van de resultaten? Over de resultaten waren de docent erg tevreden. Zo noemt een docent dat dit een van de eerste projecten is geweest, waar alle projectgroepen, alle producten voor het verstrijken van de einddatum opgeleverd hadden. Reden hiervoor was volgens de docent de gedeelde agenda. Elke projectgroep had een eigen Google calendar, met hierin de planning van het project. Deze planningen waren in het begin van het project in overleg met de docent opgesteld. De docent kon zo per projectgroep zien wanneer iets opgeleverd zou worden. Vervolgens kon de docent naar de betreffende Google Site om het opgeleverde document te bekijken en te beoordelen. Wanneer er geen document beschikbaar was en de projectgroep dus achterliep, stuurde de docent direct een mail naar de projectleden om het hierop te attenderen. Ook het gebruik van video’s en polls vonden de docenten een welkome aanvulling op het geheel.
2
Wat vinden de docenten van de mogelijkheden tot beoordeling? De manier van beoordeling zorgde voor verwarring. In Google sites kunnen er per pagina opmerkingen worden geplaatst. Doordat er geen afspraken waren gemaakt over het hoe en waar de beoordeling geplaatst zou worden, kwam het wel een voor dat deelnemers niet doorhadden dat hun werk al was beoordeeld, dit terwijl de docent dit wel gedaan had. De beoordeling stond alleen niet op de door de deelnemers verwachte plek. Door het maken van afspraken over het waar te plaatsen van de opmerkingen en het uitzetten van opmerkingen waar dit niet van toepassing was is hier toch een oplossing voor gevonden. Wat vinden de docenten van Google Sites en Apps tijdens het beoordelen en aansturen van deelnemers op een andere vestiging? De locatie vanaf waar de docent of de deelnemers werken is dankzij het internet niet van belang. Door applicaties als Google Talk, en het hebben van logboeken kan er goed met elkaar worden gecommuniceerd. Tevens kunnen docenten en deelnemers zich abonneren op wijzigingen. Dit houdt in dat wanneer er iets aan een pagina gewijzigd wordt, iedereen die zich op wijzigingen van die pagina heeft geabonneerd hiervan op de hoogte wordt gesteld. Men hoeft dus zelf niet altijd de site in de gaten te houden. Wat vinden de docenten van de inpassing in het lesprogramma? Het gebruik van Google Sites en Google Apps werd tijdens het project verplicht gesteld. De handleidingen en best practices werden aan de deelnemers uitgereikt en men kon gelijk beginnen met de inrichting van de site. De docenten tekenen wel aan dat het handig is om als docent zijnde jezelf eerst even te trainen in het gebruik van Google Site. Maak dus zelf een keer een site aan en klik een rond in de verschillende Apps. Vinden de docenten Google Sites en Apps een meerwaarde hebben t.o.v. de ELO. De docenten waren van mening dat Google Sites en Apps een meerwaarde hebben t.o.v. de ELO. Reden hiervoor waren de vele moderne toepassingen die men kon gebruiken in Google Sites ten opzichte van de ELO. Ook waren de docenten uiteindelijk blij met het verplaatsen van de verantwoordelijkheid voor het inrichten van een online samenwerkingsomgeving. Dit gaf tevens de competenties met betrekking tot samenwerken en overleggen een andere dimensie. Deelnemers waren nu namelijk zelf verantwoordelijk voor het maken en onderhouden van hun eigen samenwerkingsomgeving. Er was dus een meerwaarde voor zowel de docent als voor de competentieontwikkeling van de deelnemers.
3
De ervaringen van de deelnemers. Een van de beperkingen van de huidige ELO is dat de deelnemers niet de beschikking hebben over de nieuwste mogelijkheden op het gebied van online samenwerken. Google Sites en Apps gaan sneller mee met deze ontwikkelingen. Tevens kunnen de deelnemers niet hun eigen creativiteit kwijt in de samenwerkingsomgeving binnen de huidige ELO. Wat vinden de deelnemers van het zelf op moeten zetten van een samenwerkingsomgeving? De deelnemers vinden dat het opzetten van een dergelijke omgeving snel gedaan is, hierdoor zien ze het niet als een extra last. Deelnemers zijn zo enthousiast over de Google Apps en Google Sites dat zij nu bij andere opdrachten zelf al voorstellen om de oplevering via Google te doen. Het sjabloon vonden de deelnemers niet echt noodzakelijk, al konden zij zich wel inbeelden dat het voor docenten door het sjabloon eenvoudiger wordt om de informatie op de Google Sites terug te vinden. Wat vinden de deelnemers van de resultaten? De deelnemers waren blij met de resultaten. Een van de deelnemers noemt het krijgen van een voldoende voor het project als reden hiervan. Andere zijn iets genuanceerder, zij vertellen dat zij het gevoel hadden meer betrokken te zijn bij de kwaliteit van samenwerken en dat dit hen motiveerde tot het neerzetten van een goed resultaat. Vinden de deelnemers Google Sites en Apps een meerwaarde hebben t.o.v. de ELO? De deelnemers vinden dat Google Sites en Apps zeker een meerwaarde hebben t.o.v. de ELO. Zo vinden zij het handig dat zij hun projecten met iedereen kunnen delen, dit zonder tussenkomst van de docent. Tevens kunnen zij nu hun projecten delen met mensen van buiten de school, iets dat met het huidige ELO niet kan. Ook de mogelijkheden tot het plaatsen van presentaties, Polls en video’s waren ze nog niet in de huidige ELO tegen gekomen.
4
Google Sites i.c.m. Google Apps voor stages
De ervaringen van de docenten. In de huidige ELO heeft men door een tekort aan gebruikersaccount niet de mogelijkheid om externe toegang te geven. Deze beperking zorgt ervoor dat de uitwisseling van informatie met de stagebedrijven niet via de ELO kan plaatsvinden. Door gebruik te maken van Google Sites en Google Apps kan de stagiair zelf aangeven wie er toegang heeft. Tijdens de pilot in de stageomgeving stond het verbeteren van de communicatie tussen de begeleidende docent, de stagiair en de begeleider op het bedrijf centraal. Deze communicatie bestaat uit het inzichtelijk hebben van de gemaakte afspraken, het bewaken van de voortgang en de verslaglegging, en het bieden van ondersteuning tijdens het uitvoeren van de PVB (Proeve van bekwaamheid). Wat vinden de docenten van Google Sites en Google Apps als communicatiemiddel tijdens stages? Het bezoeken van de stages kost de docenten veel tijd. Vaak zijn de docenten tijdens deze bezoeken bezig met het ophelderen van de zaken die door de deelnemers moet worden opgeleverd/gedaan. Het gebruik van Google Sites met Google Apps verkort volgens de docenten de tijd dat een docent bij een bedrijf doorbrengt aanzienlijk. De Google Site zal er echter nooit voor zorgen dat bezoeken aan het bedrijf niet meer nodig zijn. Iets dat ook helemaal niet gewenst is. Dit onder andere omdat het goed is om de contacten in het bedrijfsleven “warm” te houden. De docenten geven verder aan dat het prettig is om nu een omgeving te hebben waarin ook met de begeleider op het bedrijf gecommuniceerd kan worden. Wat vinden de docenten van de resultaten? Door de in het stageboek opgenomen sjabloon voor stages heeft iedere stagiair een leidraad bij het opzetten van de omgeving. Dit sjabloon zorgt er volgens de docenten voor dat de omgevingen beschikten over alle benodigde functionaliteiten. Aan het eind van de stages is gebleken dat de oplevering van de documenten en de communicatie met de deelnemer en het bedrijf goed waren verlopen. De docenten ervoeren vooral de korte lijn met de begeleider op het bedrijf als zeer prettig. Wat vinden de docenten van de mogelijkheden tot beoordeling? Bij de beoordeling liepen de docenten tegen dezelfde problemen op als bij het gebruik van Google Sites tijdens projecten. Er was namelijk nergens aangegeven waar de beoordeling met de deelnemers gecommuniceerd zou worden. Zo waren er docenten die dit gewoon op de “ouderwetse” manier deden en er waren docenten die de beoordeling op de Google Site plaatsten. Om hier duidelijkheid in te verschaffen is er besloten om het onderdeel beoordeling bij een mogelijk vervolg mee te nemen in het sjabloon.
5
Vinden de docenten Google Sites en Apps een meerwaarde hebben t.o.v. de ELO? De docenten zijn van mening dat er zeker een meerwaarde is t.o.v. de huidige ELO. De korte lijn met zowel de stagiair als de begeleider op het bedrijf werd als zeer prettig ervaren. Ook was het inzichtelijk hebben van de agenda van de stagiair een duidelijke pre. Docenten konden zodra de stagiaires achter liepen met stageopdrachten eenvoudig via Google Mail en/of Google Talk met de stagiair in contact treden.
De ervaringen van de stagiaires. Wat vinden de stagiaires van het zelf op moeten zetten van een samenwerkingsomgeving? De stagiaires vinden mede door het aangeleverde sjabloon, het opzetten van de omgeving een koud kunstje. Google Sites wordt ook gezien als een handig middel voor de stagiair zelf. Ze vinden het handig dat ze niet meer hoeven te speuren in mails en documentjes naar oplevermomenten en richtlijnen. Dit doen ze nu maar een keer en het staat dan voor de rest van de stage op een eenvoudig toegankelijke locatie. De deelnemers vinden dat het opzetten van een dergelijke omgeving snel gedaan is, hierdoor zien ze het niet als een extra last. Deelnemers zijn zo enthousiast over de Google Apps en Google Sites dat zij nu bij andere opdrachten zelf al voorstellen om de oplevering via Google te doen. Het sjabloon vonden de deelnemers niet echt noodzakelijk, al konden zij zich wel inbeelden dat het voor docenten door het sjabloon eenvoudiger wordt om de informatie op de Google Sites terug te vinden. Wat vinden de stagiaires van de resultaten? De stagiaires vinden dat het opzetten van de omgeving goed gelukt is. Google Sites is volgens hen dan ook een eenvoudig, goed opgezet en duidelijk systeem. Tevens waarderen de deelnemers het sjabloon omdat hierin inzichtelijk is wat er van hen wordt verwacht. Vinden de stagiaires Google Sites en Apps een meerwaarde hebben t.o.v. de ELO? Als meerwaarde noemen ook de stagiaires het kunnen delen met de begeleider op het bedrijf. Zij ervaren het als prettig dat zij door middel van een aantal klikken alle informatie met betrekking tot de stage met hun begeleider kunnen delen.
6
De ervaringen van de begeleiders op het bedrijf Om een goed beeld te kunnen krijgen mogen de ervaringen van de begeleiders op het bedrijf natuurlijk niet ontbreken. Vanzelfsprekend kan aan het niet worden gevraagd naar de meerwaarde ten opzichte van de huidige ELO, maar zij kunnen natuurlijk wel vergelijken met hoe de situatie was voor het gebruik van Google Sites en Google Apps. Wat vinden de begeleiders op het bedrijf van de gemaakte omgevingen? De begeleiders vinden de omgevingen duidelijk en goed toegankelijk. Ze noemen Google Sites als een product dat goed geschikt is voor het met elkaar delen van bestanden en andere zaken als agenda’s. De termen functioneel wordt ook genoemd. Vinden de begeleiders dat de communicatie met de docenten is verbeterd? De begeleiders geven aan de mogelijkheid tot communiceren met de docent verbeterd is. Het gebruik van deze faciliteit verschilt volgens de begeleiders per begeleider en per docent. Veel geven aan dat het voornamelijk gebruikt is voor het bekijken van de planning en het bekijken van de eisen aan de PVB. Google Talk is wel gebruikt maar de docent moet toevallig ook online zijn om daadwerkelijk te kunnen chatten. De opmerkingen die geplaatst konden worden onder pagina’s werden wel als zeer handig ervaren. Begeleiders konden hier hun opmerkingen over de documenten etc. plaatsen, docenten en stagiaires konden hier dan weer op reageren. Vinden de begeleiders dat zij meer inzicht hebben in de op te leveren producten en de planning van de stagiair? Zeker, de eisen die de school aan de stagiair stelt zijn door dit systeem volgens de begeleiders veel inzichtelijker geworden. Sommige noemde het niet digitaal hebben van veel van de documenten in de oude situatie een probleem dat nu verholpen is. Je kunt nu zodra je iets weten wil, het betreffende document, of de planning doorkijken om een antwoord te krijgen. Wat ervaren de begeleiders als meerwaarde t.o.v. de oude situatie? Het hebben van een locatie waar alle documenten en planningen staan en een medium om in contact te kunnen treden met stagiaires en begeleiders wordt genoemd als de meerwaarde.
7