28/10/2014 ieper - ypres - ypern
Toespraken - Discours Ansprachen - Speeches
nederlands Toespraak van eerste minister Charles Michel Sire, mevrouw, Dames en heren staatshoofden, koninklijke hoogheden, excellenties, Dames en heren, Na Nieuwpoort ontvangen wij u met vele emoties hier in Ieper. Ik waardeer uw aanwezigheid hier op deze historische plaats. Ik wil u bedanken, omdat u bent ingegaan op de uitnodiging van België om deze herdenkingsplechtigheden bij te wonen. De Menenpoort is een belangrijke herdenkingsplaats van de Eerste Wereldoorlog in België. Dit monument is opgetrokken ter herinnering aan de soldaten van Groot-Brittannië en de Commonwealth die hier hebben gestreden en die nog vermist zijn. 55 000 namen van deze soldaten zijn in deze grote platen gegraveerd. Maar dit monument volstond niet om hulde te brengen aan alle soldaten die geen bekend graf hebben gekregen. De namen van 35 000 anderen staan geschreven op de Tyne Cot-gedenkmuur, niet ver hier vandaan. Deze Menenpoort geeft uiting aan de verbintenis van de overlevenden, om ervoor te zorgen dat alle soldaten in vrede kunnen rusten en om een duurzaam monument te creëren, waarin de herinnering aan hun opoffering in steen gebeiteld staat. In 1927 schreef Field Marchal Lord Plumer ter gelegenheid van de inauguratie van dit monument: “They are not missing. They are here.” De inwoners van de stad Ieper huldigen de opoffering van deze soldaten door sinds 1928 elke avond om 20 uur de Last Post te spelen. Het is de dagelijkse uiting van dankbaarheid van de Ieperse bevolking en bij uitbreiding van alle Belgen. Sire, mevrouw, Dames en heren staatshoofden, koninklijke hoogheden, excellenties, Dames en heren, Het doel van België bij de organisatie van deze herdenkingen is veelvoudig. Eerst en vooral moet hulde worden gebracht aan de burgers en soldaten die in dit verschrikkelijke conflict geleden hebben, die gewond zijn geraakt of om het leven zijn gekomen. Families, mannen, vrouwen en kinderen overal ter wereld werden door ellende en rouw getroffen. Hun nagedachtenis eren we. Honderd jaar geleden nam het conflict dat enkele weken eerder begonnen was, een andere wending. Het is vandaag de dag moeilijk om ons de inspanning, de wanhoop, de woede, het vertrouwen en de moed in te beelden, die deze soldaten keer op keer gedreven hebben en die hen tot aan de IJzer hebben gebracht, na weken intense strijd. Ze zullen hier jammer genoeg maar een korte adempauze vinden. Door deze vlakte onder water te zetten, gebruikten ze de natuur als schild tegen de meedogenloze aanval van de vijand.
Via jullie die hier jullie land vertegenwoordigen, wil ik hulde brengen aan de vele soldaten uit Afrika, Noord- en Zuid-Amerika, Azië en Oceanië die op onze vlaktes zijn komen strijden en die ongewild in een conflict zijn meegesleept, dat hun vreemd was. Hen wil ik bedanken. Hun plichtsbesef en trouw heeft hen ver van huis gebracht, en voor velen betekende dat de dood. Deze nagedachtenis moet aan de komende generaties worden doorgegeven, dat is onze plicht. En de plechtigheden hier geven het onderzoek, de pedagogie en de analyse van de geschiedenis een nieuwe impuls: hoe kon het zo ver komen? Wie waren deze beleidsmakers en deze volkeren? Hoe is een reeks sinistere gebeurtenissen op zo’n drama kunnen uitlopen? En hoe kon dit drama worden beëindigd met een vrede die reeds de kiemen van een nieuwe oorlog in zich droeg? Dat brengt ons ten slotte bij de lessen die we hieruit kunnen trekken. We kunnen het niet genoeg herhalen: vrede heeft een prijs, de mens moet erin investeren en offers brengen. Vrede is jammer genoeg geen verworven recht. Ze moet worden opgebouwd, onderhouden en voortdurend worden versterkt. De wereld van vandaag is in elk opzicht helemaal anders dan die van 1914. Door de evolutie op het vlak van technologie, wetenschap, onderwijs en tal van andere domeinen behoort het begin van de 20ste eeuw nu tot de wereld van gisteren. Nochtans zien we dingen die weerkeren. Eén ervan is de neiging van volkeren om te hervallen in onbegrip, misverstanden en maar al te vaak conflicten. Vandaag zien we tal van voorbeelden, op alle continenten, van conflicten en geweld die, bij ons allen, blindelings onze maatschappijen en waarden treffen. Sire, mevrouw, Dames en heren staatshoofden, koninklijke hoogheden, excellenties, Dames en heren, Ik onthoud uit dit alles dat vrede een constante inspanning vraagt die we voortdurend, overal en op alle niveaus moeten leveren. Het is een verbintenis die we zowel individueel als collectief moeten aangaan, zowel als gewone burger als als politieke verantwoordelijke. Wanneer woede, egoïsme of isolement de kop opsteken, is het goed te denken aan deze mannen en vrouwen die honderd jaar geleden hebben afgezien of om het leven zijn gekomen, op deze plek, in deze stad en op de vele slagvelden eromheen. Ik dank u voor uw aanwezigheid en uw eerbetoon.
Toespraak van Zijne Excellentie Edelachtbare David Johnston, gouverneur-generaal van Canada Toen 100 jaar geleden de eerste wapens weerklonken, viel er een sluier over de wereld: we waren in oorlog. Duizenden en duizenden dienden in de legers en velen keerden nooit terug naar huis. En wie wel terugkeerde, was veranderd, voor altijd. Vele anderen raakten ontheemd, of verloren hun thuis, hun bron van inkomsten,
zelfs hun leven tijdens de strijd, en de normale gang van zaken die bij vredestijd hoort. Dit was, en is nog steeds, de kostprijs van de oorlog. Landen en regeringen, burgers en soldaten, mannen, vrouwen en kinderen iedereen voelt de impact van de oorlog, wanneer agressie, vijandigheid, instabiliteit en haat worden gevoed door vuurwapens, mortieren en tanks. Voor ons, de generaties die geboren werden na de ‘oorlog die een einde moest maken aan alle oorlogen’ is de kostprijs ‘herdenken’, een kleine prijs in vergelijking met de offers die zo velen brachten. We mogen nooit vergeten wat een moed en dapperheid die soldaten hebben getoond. Dat is onze plicht. Ik geef het toe: ik kan me de gruwel van de oorlog niet inbeelden. Dat kunnen maar weinigen die de oorlog nooit hebben meegemaakt. Ik zal nooit in het slijk en de modder van de loopgraven terechtkomen. Ik zal nooit shrapnels, granaten of vijandelijk vuur moeten ontwijken. Ik zal nooit weten hoe het voelt om vrienden en kameraden naast mij te zien neermaaien, terwijl ik toch moet doorgaan. Dat zal ik nooit weten. Maar er zijn dingen die ik wel begrijp. Droefheid en verlies, en ten dienste staan van je land. En de verantwoordelijkheid om te herdenken en te eren. Canadese en andere divisies van het Gemenebest zijn voorbij deze plek gekomen op hun weg naar de strijd. Hier staan bij de Menenpoort, zich het kameraadschap van die soldaten inbeelden en hun precisie en vastberadenheid, geven een gevoel van nederigheid. Marcheerden ze in stilte? Werd er zenuwachtig gepraat? Waren sommigen zo vooruitziend dat ze konden voorspellen wat er zou gebeuren? Elke persoon wiens naam in deze muren is gegrift, had thuis een leven dat op hem wachtte, een leven dat niet werd ingevuld. Er staan hier 54 896 namen - sommigen nog zo jong - van mensen zonder graf, vermisten, wiens einde we mogelijk nooit zullen kennen. Wat zouden ze hebben bereikt in hun leven als ze, zoals talloze mensen voor en na hen, niet waren omgekomen in de oorlog? Hoe anders zou deze wereld eruitzien? Welke waarde, schoonheid en eigenheid ging er verloren met hun dood? Er zijn geen antwoorden op deze vragen, natuurlijk. En die zullen er ook nooit zijn. Dit gedenkteken herinnert ons eraan dat de dood nooit anoniem is. De soldaten die hier worden herdacht, kwamen misschien uit verschillende landen, maar ze vochten zij aan zij met hetzelfde tragische einde. We zijn hier vandaag samengekomen met een gemeenschappelijk doel: zij die vochten in de slagen van de Eerste Wereldoorlog, waarvan sommige slechts enkele kilometers hiervandaan plaatsvonden, herdenken en eren. Ter nagedachtenis aan hen - en ook aan al diegenen die omkwamen terwijl ze doorheen de geschiedenis onze landen dienden - moeten we trachten om het beter te doen, harder te werken, om deze wereld beter en rechtvaardiger te maken, om te bouwen aan betere, meer zorgzame landen. Vandaag wordt er nog steeds strijd gevoerd voor een leven in goede verstandhouding. We moeten een manier vinden om een einde te stellen aan conflicten, in
het belang van onze kinderen en van iedereen die voor zijn land heeft gevochten en is gestorven. We moeten alleen maar dapper genoeg zijn om de vrede te omarmen. Dadelijk zullen we de ’Last Post’ horen, die aan de Menenpoort al bijna 30 000 keer heeft weerklonken sinds ze werd gebouwd. Toch zijn de klanken ervan nog steeds aangrijpend, en staan ze voor eerbied en herdenking. Wanneer de laatste echo uitdooft, zal ik denken aan de Canadezen die door onze geschiedenis heen hebben gediend aan de zijde van vrienden en geallieerden, en ook aan hen die met trots blijven dienen. Het is belangrijk dat Canada en alle landen van het Gemenebest aandacht besteden aan de veldslagen in de Ieperboog, en dat we onze volkeren ertoe aanzetten om deze plek te bezoeken, aangezien het een gepast eerbetoon is, en een symbolische rustplaats is, voor al wie zijn leven heeft opgeofferd in de oorlog. Laten we onze verantwoordelijkheid ten opzichte van hen en van onze wereld nooit vergeten. ***
français Discours du Premier ministre Charles Michel Vos Majestés, Mesdames, Messieurs les Chefs d’Etat, Altesses royales, Excellences, Mesdames et Messieurs, Après Nieuport, c’est avec une profonde émotion que je vous accueille à Ypres. Je salue votre présence dans ce lieu historique. Je voudrais vous remercier d’avoir accepté cette invitation de la Belgique à ces cérémonies de commémoration. La Porte de Menin est un haut lieu de souvenir de la Première Guerre mondiale en Belgique. Ce mémorial a été construit en souvenir des soldats britanniques et du Commonwealth qui se sont battus ici. Les noms de 55.000 d’entre eux sont gravés sur ces grands panneaux. Cependant, ce monument n’a pas suffi à rendre hommage à tous les soldats sans sépulture connue. Les noms de 35.000 autres soldats sont inscrits au mémorial Tyne Cot pas loin d’ici. Ce mémorial de la Porte de Menin est l’expression de la volonté des survivants de les voir tous reposer en paix, et de graver leur sacrifice dans la pierre. En 1927, le Field Marchal Lord Plumer écrira à l’occasion de l’inauguration de ce monument : « They are not missing. They are here. » Depuis 1928, les citoyens de la ville d’Ypres rendent hommage à ce sacrifice en jouant le Last Post chaque soir à 20h. C’est encore l’expression, répétée quotidiennement,
de la gratitude de la population d’Ypres et à travers elle de tous les Belges. Vos Majestés, Mesdames, Messieurs les Chefs d’Etat, Altesses royales, Excellences, Mesdames et Messieurs, L’objectif de la Belgique dans l’organisation de ces commémorations est multiple. Il s’agit d’abord et avant tout de rendre hommage aux civils et aux soldats qui ont souffert, ont été blessés ou ont perdu la vie dans ce terrible conflit. Familles, hommes, femmes et enfants ont été frappés dans le monde entier par le malheur et le deuil. Que leur mémoire soit honorée. Il y a 100 ans, le conflit qui a éclaté quelques semaines plus tôt prend une autre tournure. Il est difficile aujourd’hui d’imaginer l’effort, le désespoir, la rage, la foi ou encore le courage qui a dû tour à tour animer ces soldats, les porter et les mener jusqu’à l’Yser après des semaines d’intenses combats. Ils ne trouveront ici malheureusement qu’un court répit, en utilisant la nature comme rempart contre l’irrésistible attaque de l’ennemi par l’inondation de la plaine. A travers vous qui représentez ici votre pays, je veux remercier et rendre hommage aux très nombreux soldats d’Afrique, d’Amérique du Nord et du Sud, d’Asie et d’Océanie qui sont venus combattre dans nos plaines, entrainés malgré eux dans un conflit qui leur était étranger. Ils ont répondu à un sens du devoir et de la fidélité qui les a menés loin de chez eux, et pour beaucoup pour y trouver la mort. Aux générations futures, il convient de transmettre ce devoir de mémoire. Et les commémorations viennent ici donner un nouvel élan à la recherche, à la pédagogie et à l’analyse de l’histoire : comment en est-on arrivé là ? Qui étaient ces décideurs et ces peuples ? Comment une chaine d’événements funestes a pu déboucher sur un tel drame ? Et comment ce drame a-t-il pu se conclure par une paix qui a été le terreau d’une autre guerre ? Ceci nous mène enfin aux leçons. On ne peut faire l’économie de rappeler une fois encore que la paix a un prix, qu’elle demande un investissement et des sacrifices de la part des hommes. La paix n’est malheureusement pas donnée. Il faut la construire, l’entretenir et sans cesse la renforcer. Le monde d’aujourd’hui est bien différent de celui de 1914, à tous points de vue. La technologie, la science, l’éducation et tant d’autres évolutions font que le début du vingtième siècle appartient à présent au monde d’hier. Mais pourtant, on y discerne des constantes. L’une d’elles est la tendance qu’ont les peuples à verser dans l’incompréhension, le malentendu et trop souvent le conflit. Nous ne connaissons aujourd’hui que trop d’exemples, sur tous les continents, de conflits et de violences qui viennent, chez nous tous, frapper aveuglément nos sociétés et nos valeurs. Vos Majestés, Mesdames, Messieurs les Chefs d’Etat, Altesses royales, Excellences, Mesdames et Messieurs,
J’en retiens tout simplement que la paix est un effort constant que nous nous devons de promouvoir sans cesse, partout et à tous les niveaux. C’est un engagement que nous devons prendre à la fois individuellement et collectivement, en tant que simple citoyen et en tant que responsable politique. Quand la colère, l’égoïsme ou le repli sur soi surgissent, il est bon de se souvenir de ces hommes et ces femmes qui, il y a 100 ans ont souffert ou sont morts, ici-même, dans cette ville et les nombreux champs de bataille qui l’entourent. Je vous remercie pour votre présence et pour votre hommage.
Discours de Son Excellence le très honorable David Johnston, Gouverneur général du Canada Au son des premiers fusils, il y a 100 ans, le monde s’est assombri : nous étions en guerre. Parmi les milliers qui ont servi, beaucoup ne sont jamais rentrés à la maison, et ceux qui l’ont fait sont revenus à jamais transformés. Bon nombre des survivants ont été déplacés ou ont perdu leurs foyers, leurs moyens de subsistance et le sentiment de normalité ressenti en temps de paix. Tel est le prix de la guerre. Les nations et les gouvernements, les civils et les militaires, les hommes, les femmes et les enfants, tous ressentent les effets de la guerre lorsque l’agression, l’hostilité, l’instabilité et la haine sont nourries par les fusils, les mortiers et les chars d’assaut. Pour nous, les générations qui n’ont pas vécu cette guerre qui devait être la dernière, le prix à payer est celui du souvenir, une somme dérisoire quand on songe à tous les sacrifices consentis. Nous avons le devoir de ne jamais oublier la vaillance et la bravoure dont ces soldats ont fait preuve. Je l’admets, je ne peux imaginer les horreurs de la guerre. Rares sont ceux qui le peuvent sans les avoir vécues. Jamais je ne baignerai dans la boue et les immondices des tranchées. Jamais je n’aurai à éviter les éclats d’obus et les tirs ennemis. Jamais je n’aurai à accélérer le pas et à laisser derrière moi mes amis et camarades qui ont été abattus. Je ne connaîtrai rien de cela. Mais il y a des choses que je comprends. La tristesse et la peine. Le service au pays. La responsabilité de se souvenir et de rendre hommage. Des divisions canadiennes et d’autres divisions du Commonwealth sont passées ici pour se rendre au champ de bataille. L’humilité m’envahit alors que je me tiens ici, devant la Porte de Menin, à imaginer la camaraderie entre les soldats, leur précision, leur détermination. Marchaient-ils en silence? Bavardaient-ils nerveusement? Certains ont-ils pressenti ce qui les attendait? Chaque personne dont le nom est inscrit sur ces murs avait une vie qui l’attendait, une vie qui est demeurée inachevée.
On trouve ici 54 896 noms. Chaque nom représente un soldat sans tombe, un soldat disparu, un soldat dont nous ne connaîtrons probablement jamais les derniers instants. Certains étaient encore si jeunes. Qu’auraient-ils accompli s’ils n’avaient pas péri durant la guerre, comme trop de gens l’ont fait avant et après eux? En quoi auraient-ils changé notre monde? Quelles possibilités précieuses, magnifiques et uniques se sont éteintes avec eux? Bien entendu, toutes ces questions resteront à jamais sans réponse. Ce monument nous rappelle que la mort n’est point anonyme. Les soldats immortalisés ici venaient de différents pays, mais ils ont combattu côte à côte pour défendre une cause en laquelle ils croyaient. Solidaires, ils ont connu ensemble une fin tragique. Nous sommes ici aujourd’hui, à nouveau ralliés autour d’une même cause, pour nous souvenir et pour rendre hommage à ceux qui ont lutté et qui sont morts durant la Première Guerre mondiale, certains dans des batailles livrées à quelques kilomètres d’ici. En souvenir d’eux — et de tous ceux qui ont donné leur vie pour nos nations — nous devons faire mieux, travailler plus fort, favoriser la justice et l’égalité et édifier des nations plus averties et bienveillantes. Certains peuples n’arrivent toujours pas à vivre en harmonie. Nous devons trouver un moyen d’éradiquer les conflits, dans l’intérêt de nos enfants et de tous ceux qui sont morts pour leur pays. Nous devons être suffisamment braves pour accepter la paix. Dans quelques instants, nous entendrons la Sonnerie aux morts, qui a résonné à la porte de Menin près de 30 000 fois depuis son érection. Ses accords, empreints de révérence et de souvenir, n’en demeurent pas moins poignants. Alors que s’éteindront les derniers échos, je penserai aux Canadiens qui, tout au long de l’histoire, ont servi aux côtés d’amis et d’alliés, ainsi qu’à tous ceux qui continuent de servir avec fierté. Il est important pour le Canada et tous les pays du Commonwealth de souligner les batailles du saillant d’Ypres et d’encourager leurs citoyens à visiter cet endroit, un digne hommage à ceux qui ont donné leurs vies durant la guerre et un lieu de sépulture symbolique pour ces derniers. Faisons en sorte de ne jamais oublier notre responsabilité envers eux et le reste du monde. Merci.
deutsch Rede des belgischen Premierministers Charles Michel Eure Majestäten, meine Damen und Herren Staats- und Regierungschefs, königliche Hoheiten, Exzellenzen, meine Damen und Herren, Nach Nieuwpoort begrüße ich Sie tief bewegt hier in Ypern. Ich begrüße Ihre Anwesenheit an diesem historischen Ort. Ich danke Ihnen, dass Sie der Einladung Belgiens zu diesen Gedenkfeierlichkeiten gefolgt sind. Die Menenpoort ist einer der Hauptorte des Gedenkens an den Ersten Weltkrieg in Belgien. Dieses Denkmal wurde zur Erinnerung an die Soldaten aus Großbritannien und aus dem Commonwealth errichtet, die hier gekämpft haben und die vermisst gemeldet wurden. Die Namen von 55.000 von ihnen hat man in diese großen Tafeln gemeißelt. Aber dieses Denkmal genügte nicht, alle Soldaten ohne bekannte Gräber zu ehren. Die Namen von 35.000 weiteren sind ganz in der Nähe auf dem Denkmal Tyne Cot zu lesen. Die Gedenkstätte Menenpoort ist Ausdruck des Willens der Überlebenden, dass sie alle in Frieden ruhen mögen, und ihre Aufopferung in Stein gemeißelt festzuhalten. 1927 schreib Feldmarschall Lord Plumer anlässlich der Einweihung dieses Denkmals: „They are not missing. They are here.“ Seit 1928 ehren die Bürger der Stadt Ypern die Gefallenen, für die sie jeden Abend um 20 Uhr das „Last Post“ blasen lassen. Es ist noch stets der täglich wiederholte Ausdruck von Dankbarkeit der Bevölkerung Yperns und durch sie aller belgischen Bürger. Eure Majestäten, meine Damen und Herren Staats- und Regierungschefs, königliche Hoheiten, Exzellenzen, meine Damen und Herren, Belgien verfolgt mit der Organisation dieser Gedenkfeierlichkeiten mehrere Ziele. Zuallererst geht es darum, die Zivilisten und Soldaten zu ehren, die in diesem schrecklichen Konflikt gelitten haben, verwundet wurden oder das Leben verloren haben. Familien, Männer, Frauen und Kinder in aller Welt wurden von Unglück und Trauer getroffen. Ihrem Andenken wollen wir Ehre erweisen. Vor 100 Jahren nahm der Krieg, der wenige Wochen zuvor ausgebrochen war, eine andere Wendung. Heute können wir uns nur sehr schwer die Anstrengung, die Hoffnungslosigkeit, die Wut, den Glauben und den Mut vorstellen, die diese Soldaten immer wieder motiviert, sie getragen und sie nach Wochen intensiver Kämpfe bis an die Yser geführt haben. Hier fanden sie leider nur eine kurze Atempause, als sie die Natur durch Überschwemmung der Ebene als Schutzwall gegen den unaufhaltsamen Angriff des Feindes nutzten.
Über Sie, die Repräsentanten Ihrer Länder, möchte ich vertretungsweise den zahlreichen Soldaten aus Afrika, Nord- und Südamerika, Asien und Ozeanien danken, die kamen, um auf unseren Ebenen zu kämpfen, die ohne es zu wollen in einen Konflikt gezogen wurden, mit dem sie eigentlich nichts zu tun hatten. Sie handelten aus Pflichtgefühl und Treue, die sie weit weg von Zuhause führten – viele von ihnen bis in den Tod. Zukünftigen Generationen obliegt es, diese Pflicht zum Gedenken weiterzugeben. Hier in Belgien haben die Gedenkfeierlichkeiten der Forschung, der Vermittlung und der Analyse der Geschichte, neuen Schwung verliehen. Wie konnte es soweit kommen? Wer waren diese Entscheidungsträger und diese Völker? Wie konnte eine Kette unheilvoller Ereignisse zu einem solchen Drama führen? Und wie konnte dieses Drama mit einem Frieden enden, der der Nährboden für einen anderen Krieg war? Das führt uns schließlich zu den Lektionen aus diesem Krieg. Wir können es uns nicht ersparen, nochmals daran zu erinnern, dass der Frieden einen Preis hat, dass er von den Menschen Investitionen und Opfer fordert. Den Frieden gibt es leider nicht umsonst. Wir müssen an ihm bauen, ihn Instand halten und ihn pausenlos verstärken. Die Welt von heute ist natürlich in jeder Hinsicht eine andere als 1914. Technologie, Wissenschaft, Bildung und viele andere Entwicklungen sorgen dafür, dass der Anfang des 20. Jahrhunderts inzwischen eine Sache der ganzen Welt ist. Trotzdem sind Konstanten zu erkennen. Eine davon ist die Neigung der Völker, in Unverständnis, Missverständnisse und viel zu oft den Krieg abzugleiten. Heute kennen wir nur zu viele Beispiele von Konflikten und Gewalt auf allen Kontinenten, die bei uns allen blind unsere Gesellschaften und unsere Werte angreifen. Eure Majestäten, meine Damen und Herren Staats- und Regierungschefs, königliche Hoheiten, Exzellenzen, meine Damen und Herren, Für mich lautet das Fazit ganz einfach, dass der Frieden einer ständigen Anstrengung bedarf, und dass wir ihn ständig fördern müssen – überall und auf allen Ebenen. Er stellt eine Verpflichtung dar, die wir als einfache Bürger ebenso wie als verantwortliche Politiker zugleich individuell und kollektiv eingehen müssen. Wenn Wut und Egoismus aufkommen und sich Menschen in sich selbst zurückziehen, ist es gut, sich an diese Männer und Frauen zu erinnern, die vor hundert Jahren hier, in dieser Stadt und auf zahlreichen Schlachtfeldern in ihrer Umgebung gelitten haben oder gestorben sind. Ich danke Ihnen für Ihre Anwesenheit und Ihre Ehrbezeigungen.
Rede von Seine Exzellenz, der Ehrenwerte David Johnston, Generalgouverneur von Kanada Als vor 100 Jahren die ersten Kanonen erklangen, legte sich ein Leichentuch über die Welt: Wir befanden uns im Krieg. Tausende und Abertausende zogen in den Krieg, und viele kamen nie mehr nach Hause. Und diejenigen, die wieder kamen, waren für immer verändert. Viele andere wurden vertrieben oder verloren ihr Zuhause, ihre Lebensgrundlage, sogar ihr Leben im Kampf, und die Normalität, die mit Friedenszeiten einhergeht. Dies waren und sind immer noch die Kosten des Krieges. Nationen und Regierungen; Zivilisten und Soldaten; Männer, Frauen und Kinder — jeder bekommt die Auswirkungen zu spüren, wenn Krieg geführt wird, wenn Aggression, Feindseligkeit, Hass und Instabilität durch Geschütze und Granatwerfer und Panzer angeheizt werden. Für uns — Generationen entfernt von dem "Krieg, der alle Kriege beenden wird" — ist der Preis die Erinnerung; eine lächerliche Summe, verglichen mit den Opfern, die von so vielen gebracht wurden. Wir dürfen nie vergessen, welche Tapferkeit und Mut die Soldaten zeigten. Das ist unsere Pflicht. Ich gebe zu, ich kann mir die Schrecken des Krieges nicht vorstellen. Wenige, die ihn nicht selbst erlebt haben, können das. Ich werde mich niemals in Schlamm und Dreck der Schützengräben wiederfinden. Ich werde mich nie vor Schrapnellen, Granaten und feindlichem Feuer in Sicherheit bringen müssen. Ich werde nie erfahren, wie es sich anfühlt, wenn Freunde und Kameraden neben mir erschossen werden, ich aber weiter vorrücken muss. Ich werde es nie erfahren. Aber es gibt Dinge, die ich verstehe. Trauer und Verlust, und Dienst für das eigene Land. Und die Verantwortung zu erinnern und zu ehren. Kanadische und anderen Divisionen des Commonwealth kamen auf dem Weg in die Schlacht an dieser Stelle vorbei. Es ist ehrfurchterregend, an der Menenpoort zu stehen, sich die Kameradschaft dieser Soldaten, ihre Präzision und Entschlossenheit vorzustellen. Sind sie schweigend marschiert? Gab es nervöse Gespräche? Wussten manche schon im Voraus, was geschehen wird? Auf jede Person, deren Name hier auf diesen Wänden steht, wartete zuhause ein Leben; ein Leben, das unerfüllt bleiben würde. Hier stehen 54.896 Namen — einige waren noch so jung — für Menschen ohne Gräber, die vermisst wurden, deren Ende wir nie erfahren werden. Was hätten sie in ihrem Leben erreicht, wenn sie nicht wie unzählige Menschen vor und nach ihnen im Krieg gestorben wären? Wie anders wäre diese Welt? Welcher Wert, welche Schönheit und Einzigartigkeit sind mit ihrem Tod verloren gegangen? Auf diese Fragen gibt es natürlich keine Antworten. Und es wird sie nie geben. Dieses Denkmal ist eine Erinnerung daran, dass der Tod nie anonym ist. Die hier verewigten Soldaten mögen aus verschiedenen Ländern gekommen sein, aber
sie kämpften Seite an Seite und sie traf alle das gleiche, tragische Ende. Wir haben uns heute hier versammelt, in gemeinsamer Sache vereint, um denjenigen zu gedenken und diejenigen zu ehren, die in den Schlachten des Ersten Weltkriegs, von denen einige nur wenige Kilometer von hier entfernt stattfanden, gekämpft haben und gestorben sind. In Erinnerung an sie — und in Erinnerung an all diejenigen, die im Laufe der Geschichte im Dienst unserer Nationen gestorben sind — müssen wir danach streben, es besser zu machen, härter zu arbeiten, um diese Welt eine gerechtere und fairere Welt zu machen, intelligentere, und fürsorglichere Nationen aufzubauen. Heute gibt es immer noch Menschen, die kämpfen, um einen Weg zu finden, in Harmonie leben zu können. Wir müssen einen Weg finden, um im Interesse unserer Kinder und all' jener, die für ihr Land kämpften und starben, Konflikte zu beenden. Wir müssen nur mutig genug sein, um den Frieden anzunehmen. In wenigen Augenblicken werden wir das Signal „The Last Post“ hören, das seit dem Bau der Menenpoort hier fast 30.000 Mal erklungen ist. Sein Klang ist immer noch ergreifend, und steht für Ehrfurcht und Erinnerung. Wenn das letzte Echo langsam verklingt, werde ich an die Kanadier in unserer Geschichte denken, die neben Freunden und Alliierten gedient haben, und die mit Stolz immer noch dienen. Es ist wichtig, dass Kanada und alle Commonwealth-Länder den Schlachten im Ypernbogen gedenken, und dass wir unsere Bevölkerung dazu ermutigen, diesen Ort zu besuchen, denn es ist ein würdiger Tribut und eine symbolische Ruhestätte für all' jene, die ihr Leben im Krieg geopfert haben. Lassen Sie uns nie unsere Verantwortung ihnen und unserer Welt gegenüber vergessen. Danke. ***
english Speech of Prime Minister Charles Michel Your Majesties, Honourable Heads of States, Royal Highnesses, Excellencies, Ladies and Gentlemen, In the wake of Nieuport, it is with deep emotion that I welcome you to Ypres. I value your presence here at this historical site. I would like to thank you for accepting Belgium's invitation to these commemoration ceremonies. The Menin Gate is a venerable shrine to the memory of the First World War in
Belgium. This Memorial to the Missing is dedicated to the British and Commonwealth soldiers who fought here. The names of 55,000 of these soldiers are engraved on these large panels. However, this monument was not sufficient to pay tribute to all the soldiers who have no known graves. The names of 35,000 others are inscribed on the Tyne Cot Memorial not far from here. This Menin Gate Memorial represents the survivors' commitment to ensuring they may all rest in peace and creating a lasting monument in stone to their sacrifice. Back in 1927, Field Marshall Lord Plumer wrote, to mark the inauguration of this monument : "They are not missing. They are here." Ever since 1928, the citizens of the city of Ypres have been honouring this sacrifice by playing the Last Post every evening at 8 o'clock. This daily gesture of gratitude by the people of Ypres is echoed by all the people of Belgium. Your Majesties, Honourable Heads of States, Royal Highnesses, Excellencies, Ladies and Gentlemen, Belgium's manifold aim of hosting these commemorations first and foremost involves paying tribute to all the civilians and soldiers, who suffered, were injured or lost their lives in this dreadful conflict. Families, men, women and children all around the world were stricken with sadness and grief. May they be remembered. One hundred years ago, the conflict that broke out a few weeks earlier took a different direction. It is difficult nowadays trying to imagine the effort, despair, rage faith and courage that inspired these soldiers individually, buoyed them up and led them as far as Yser after weeks of intense fighting. Unfortunately, their respite, afforded by using nature as a bulwark against the irresistible enemy assailants, as a result of flooding the plain, turned out to be short-lived. Through all of you gathered here today to represent your countries, I would like to thank and pay tribute to the very many troops who came here from Africa, North and South America, Asia and Oceania to fight on the plains of Ypres, embroiled, through no fault of their own, in a conflict they knew nothing or little about. They answered the call through a sense of duty and loyalty that led them far away from their homes to a place where so many of them met their deaths. This duty to remember the past has to be handed down to future generations. And the commemorations here have served to give a new impetus to research, education and the analysis of history, while helping to answer so many questions. How did this happen? Who where these policymakers and these people? How could a disastrous chain of events lead to such a tragedy? And how could this tragedy end in a period of peace that was the breeding ground for another war? This brings us finally to the lessons to be learned. We cannot afford not to re-emphasise that peace comes at a price, requiring us as human beings to make investments and sacrifices. Peace does not come cheaply. It has to be built, maintained and reinforced, over and over again. Our world is so very different from the world of 1914, in many respects. Thanks to the progress made with technology,
science, education and many other developments, the early 20th century now belongs to the world of yesteryear. And yet permanent features can be singled out. One such factor is the tendency of people to slide into situations leading to incomprehension, misunderstandings and, very often, conflicts. We are now aware of too many examples throughout the world of conflict and violence that, among all of us, indiscriminately strike out at our societies and values. Your Majesties, Honourable Heads of States, Royal Highnesses, Excellencies, Ladies and Gentlemen, I will mention quite simply that peace is a constant effort requiring a neverending commitment, everywhere at all levels. This is an undertaking that we have to make both individually and jointly, as ordinary citizens and as politicians. Whenever angry behaviour, selfishness or closed attitudes emerge, it is worth remembering all those men and women who died or suffered here in this very city, and on the many battlefields surrounding it. Thank you for being here today and joining in this tribute.
Speech by His Excellency the Right Honourable David Johnston, Governor General of Canada When the first guns sounded 100 years ago, a pall settled over the world: we were at war. Thousands upon thousands served, and many never went home. And those who did were forever transformed. Many others became displaced, or lost their homes, their livelihoods, even their lives during the fighting, and the normalcy that comes with peacetime. This was, and still is, the cost of war. Nations and governments; civilians and soldiers; men, women and children -everyone feels the impact when war is waged, when aggression, hostility, instability and hatred are fueled by guns and mortars and tanks. For us - generations removed from the “war to end all wars” - the cost is remembrance, a paltry sum when compared with the sacrifices made by so many. We can never forget what valour and bravery those soldiers showed. That is our duty. I admit, I cannot imagine the horrors of war. So few who haven’t experienced it truly can. I will never find myself in the mire and muck of the trenches. I will never find myself avoiding shrapnel, shells and enemy fire. I will never know the feeling of watching friends and comrades cut down beside me, but needing to press on. I will never know. But there are things that I do understand. Sadness and loss, and service to one’s country. And the responsibility to remember and to honour.
Canadian and other Commonwealth divisions passed through this very spot on the way to battle. It is humbling to stand at the Menin Gate, to imagine the camaraderie of those soldiers, their precision and resolve. Did they march in silence? Was there nervous conversation? Were some prescient enough to foretell what was to come? Each person whose name is inscribed on these walls had a life waiting for them back home, a life that would remain unfulfilled. There are 54 896 names here — some who were still so young — representing people without graves, those who went missing, those whose end we may never know. What would they have achieved in their lives, had they, like countless people before and after them, not died in war? How would this world be different? What value, beauty and uniqueness were lost with their deaths? There are no answers to these questions, of course. And there never will be. This monument is a reminder that death is never anonymous. The soldiers memorialized here may have been from different countries, but they fought side by side and met the same, tragic end. We have gathered here today, united in common cause, to commemorate and honour those who fought and died in First World War battles, some of which took place only kilometres from here. In memory of them — and in memory of all those who have died serving our nations, throughout history — we must strive to do better, to work harder, to make this a more just and fairer world, to build smarter, more caring nations. Today, there are those still struggling to find a way to live in harmony. We must find a way to end conflicts, for the sake of our children and of all those who fought and died for their country. We need only be brave enough to embrace peace. In a moment, we will hear the “Last Post,” which has sounded at Menin Gate nearly 30 000 times since its construction. Yet its strains are still poignant, the very sounds representing reverence and remembrance. As the last echo fades, I will be thinking of Canadians throughout our history who have served alongside friends and allies, and of those who continue to serve with pride. It is important that Canada and all Commonwealth countries mark the battles of the Ypres Salient, and that we encourage our peoples to visit this place, as it is a fitting tribute to, and a symbolic resting place for, all those who sacrificed their lives in war. Let us never forget our responsibility to them and to our world. Thank you.
België herdenkt La Belgique se souvient Belgien erinnert sich Belgium remembers
11/11/2018: Brussel - Bruxelles - Brüssel - Brussels
www.be14-18.be
