Onderwijs- en Examenregeling 2011/2012
Bacheloropleiding Management in de Zorg (MiZ)
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ definitief
Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen....................................................................................3 Artikel 2 Reikwijdte ..............................................................................................7 Artikel 3 De taal waarin het onderwijs gegeven wordt (art 7.2 WHW) ..........................8 Artikel 4 Toelatingseisen .......................................................................................8 Artikel 5 Vrijstellingen en toegang tot routes ............................................................8 Artikel 6 Inrichting van het onderwijs ......................................................................9 Artikel 7 Financiële bijdragen ............................................................................... 29 Artikel 8 Toekennen van studiepunten ................................................................... 29 Artikel 9 Examencommissie ................................................................................. 32 Artikel 10 Examens .............................................................................................. 33 Artikel 11 Toetsen ............................................................................................... 33 Artikel 12 Regelingen met betrekking tot het uitvoeren van toetsen ............................. 36 Artikel 13 Geldigheidsduur (deel) toetsresultaten en verleende vrijstellingen en bewaartermijn toetsen ............................................................................ 36 Artikel 14 Bijzondere voorzieningen voor studenten met een functiebeperking en en voor studenten die een topprestatie leveren .......................................... 37 Artikel 15 Aanpassingen in geval van een buiten Nederland afgegeven diploma ............. 38 Artikel 16 Overmacht ........................................................................................... 38 Artikel 17 Onregelmatigheden ................................................................................ 38 Artikel 18 Studievoortgang, studieloopbaanbegeleiding en studieadvies ....................... 38 Artikel 19 Informatievoorziening ............................................................................. 43 Artikel 20 Slagen ................................................................................................. 43 Artikel 21 Getuigschrift ......................................................................................... 44 Artikel 22 Graden en titels ..................................................................................... 44 Artikel 23 Certificaat bijzondere verdiensten ............................................................ 46 Artikel 24 Slotbepaling ......................................................................................... 46 Bijlagen
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
1 2 3 5 6 7 8
Frauderegeling ......................................................................................... 47 Definities................................................................................................. 47 Vormen van fraude ................................................................................... 47 Vormen van plagiaat ................................................................................. 47 Procedure ................................................................................................ 47 De examencommissie................................................................................ 48 Sancties .................................................................................................. 48 Rechtsbescherming ................................................................................... 48 De competenties van de opleiding Management in de Zorg 2011-2012………….. Catalogus van de opleiding Management in de Zorg 2011-2012………………….. Toetsvisie en Toetsbeleid opleiding Management in de Zorg 2011-2012……….. Nota Leer- Arbeidsplaats …………………………………………………………………. Nota Buitenschools curriculum BRV……………………………………………………..
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ definitief
Dit document geeft het hogeschool- en opleidingsdeel van de onderwijs- en examenregeling samengevoegd weer. Per artikel volgen eerst gecursiveerd de regelingen op hogeschoolniveau en daarna de regelingen en verbijzonderingen op opleidingsniveau. Artikel 1 Begripsbepalingen Hogeschooldeel In deze regeling wordt verstaan onder: Academie Academiedirecteur Academieraad Afsluitend examen Assessment
Assessor
Associate degree (Ad) Associatedegreeprogramma (Ad-programma) College van Beroep voor de Examens College van Bestuur Competentie
Competentieprofiel
Deeltijdopleiding
Duale opleiding
Examen
Een opleiding of een groep van opleidingen onder leiding van een academiedirecteur. De functionaris die leiding geeft aan een academie. Medezeggenschapsorgaan op academieniveau; in de WHW deelraad genoemd (artikel 10.25 WHW). Het examen waarmee een student een opleiding of het Ad-programma daarbinnen, afsluit. Een integraal onderzoek dat leidt tot beoordeling en terugkoppeling van het bereikte niveau van één of meer competenties, vastgesteld door assessoren aan de hand van vooraf bepaalde beoordelingscriteria, op basis van waarneembaar gedrag en in relatie tot een situatie die zich in de reële beroepspraktijk voordoet of in de beroepspraktijk zelf. De assessor is degene die leerprocessen evalueert met behulp van een assessment. Door specifieke training interpreteert hij adequaat en betrouwbaar door studenten behaalde toetsresultaten en hij stelt vast in hoeverre een student de getoetste (deel)competenties verworven heeft. De wettelijke graad die toegekend wordt aan studenten die het Associate-degreeprogramma met succes hebben afgerond. Een programma binnen een opleiding met een studielast van ten minste 120 studiepunten dat leidt tot het behalen van de graad Associate degree. Het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool zoals bedoeld in artikel 7.60 WHW (zie ook hoofdstuk VII van het studentenstatuut deel 1). Het bestuur van de hogeschool zoals bedoeld in artikel 10.2 WHW en in artikel 1.1 sub j WHW. Een geïntegreerd geheel van kennis, vaardigheden, inzicht en houding, dat nodig is om in een beroepscontext beroepsproducten te realiseren die aan de geldende kwaliteitseisen voldoen. De set competenties die een beginnende beroepsbeoefenaar in een bepaald beroepsdomein moet bezitten om in een beroepssituatie adequaat te kunnen handelen. Het competentieprofiel is gerelateerd aan het landelijk vastgestelde competentieprofiel. Een opleiding die zodanig ingericht is dat rekening is gehouden met de mogelijkheid dat de student ook in beslag wordt genomen door andere werkzaamheden dan onderwijsactiviteiten. Deze werkzaamheden kunnen in het opleidingsdeel van de onderwijs- en examenregeling aangemerkt worden als onderwijseenheden (WHW art 7.27) Een opleiding waarin het volgen van onderwijs (onderwijsdeel) gedurende een of meer perioden wordt afgewisseld met beroepsuitoefening (praktijkdeel) in verband met dat onderwijs (artikel 7.7 lid 2 WHW). De beroepsuitoefening vindt plaats op basis van een overeenkomst gesloten door de opleiding, de student en de werkgever (artikel 7.7 lid 5 WHW). Het examen is afgelegd indien de toetsen van de tot een opleiding of propedeutische fase van een opleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd, voor zover de examencommissie niet heeft bepaald dat het examen tevens omvat een door haar zelf te verrichten onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus (artikel 7.10 lid 2 WHW).
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
3
Examencommissie
Examinator Extraneus
Functiebeperking
Getuigschrift
Hogeschool Hogeschooldeel
Hoofdfase Keuzeonderwijseenheid
Major
Minor Minorruimte
Onderwijsdeel Onderwijseenheid
Onderwijs- en examenregeling
Onderwijsprogramma
Opleiding
Het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt aan kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad (artikel 7.12 WHW). Persoon, aangewezen door de examencommissie, die belast is met het afnemen van toetsen (artikel 7.12 WHW). Degene die door de hogeschool is ingeschreven als extraneus en die volgens artikel 7.36 WHW uitsluitend het recht heeft om de toetsen van de onderwijseenheden behorende tot de opleiding, alsmede de examens behorende tot de opleiding af te leggen en in principe recht heeft op toegang tot de inrichtingen en verzamelingen van de hogeschool (zoals de bibliotheek). Een zichtbare of onzichtbare beperking in het functioneren als gevolg van een handicap of chronische ziekte, zoals bedoeld in artikel 1 WGBH/CZ. Het kan hierbij gaan om onder meer uiteenlopende lichamelijke beperkingen, chronische ziekten, psychische problematiek en dyslexie. Het bewijsstuk dat uitgereikt wordt wanneer de examenkandidaat het propedeutische of afsluitende examen van de opleiding of van het Adprogramma met goed gevolg afgelegd heeft, zoals bedoeld in artikel 7.11 lid 1 WHW. De Haagse Hogeschool. Dat deel van de onderwijs- en examenregeling dat van toepassing is op het onderwijs, de toetsen en de examens van alle voltijd-, deeltijd- en duale opleidingen inclusief de Ad-programma’s van de hogeschool. Het deel van de opleiding dat volgt op de propedeutische fase. Een door een opleiding, ter keuze van de student, aangeboden onderwijseenheid of activiteiten of werkzaamheden binnen of buiten de hogeschool ter invulling van de minorruimte. De studielast bedraagt maximaal 6 studiepunten. Dat deel van de opleiding waarmee de student mede in staat gesteld wordt het competentieprofiel te verwerven. De major vormt samen met de minorruimte de voorbereiding op het behalen van het getuigschrift van het propedeutische- respectievelijk afsluitende examen. Een onderwijseenheid van 15 studiepunten ter invulling van de minorruimte. Het deel van de opleiding met een door de opleiding vast te stellen omvang dat de student zelf kan invullen, gesanctioneerd door de examencommissie. Het gedeelte van de duale opleiding dat bestaat uit het volgen van onderwijs. Een samenhangend onderdeel van de opleiding dat de student afsluit met een toets (artikel 7.3 WHW). Een onderwijseenheid kan in het opleidingsdeel worden aangeduid als o.a. ‘cursus’ of ‘module’. De regeling waarin rechten en plichten van studenten en de hogeschool zijn vastgelegd ten aanzien van het onderwijs, de examens en toetsen van een opleiding (artikel 7.13 WHW). De regeling bestaat uit een hogeschool- en opleidingsdeel. Het geheel van onderwijseenheden (inclusief stages en door de student te kiezen onderwijseenheden in de minorruimte) en de daaraan verbonden toetsen die behoren tot de propedeutische fase en de hoofdfase of tot het Ad-programma. Een opleiding is een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van competenties of doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht, attitudes en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken (artikel 7.3 WHW). Opleidingen kunnen voltijd, deeltijd en duaal worden aangeboden. Waar in deze onderwijs- en examenregeling sprake is van een opleiding, wordt
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
4
Opleidingscommissie
Opleidingsdeel
Overmacht
Praktijkdeel Propedeutisch examen Propedeutische fase
Student
Studentendecaan
Studentenstatuut
Studieadvies
Studiejaar Studieloopbaanbegeleider
Studiepunt
Toets
een bacheloropleiding bedoeld, inclusief het Ad-programma, indien een opleiding dit programma kent. De adviescommissie die voor elke opleiding wordt ingesteld en die tot taak heeft de advisering over en de jaarlijkse beoordeling van de wijze waarop de onderwijs- en examenregeling wordt uitgevoerd, alsmede het adviseren van de academiedirecteur en de academieraad over alle andere aangelegenheden betreffende het onderwijs in de desbetreffende opleiding( artikel 10.3c van de WHW). Dat deel van de onderwijs- en examenregeling dat een uitwerking vormt van het hogeschooldeel en alleen geldt voor de (deeltijd- of duale variant van de) desbetreffende opleiding. Van overmacht is sprake als een tekortkoming niet aan de desbetreffende (tekortschietende) persoon kan worden toegerekend, omdat zij niet te wijten is aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt. Het gedeelte van een duale opleiding dat bestaat uit beroepsuitoefening en dat deel uitmaakt van het onderwijs. Het examen waarmee de student de propedeutische fase van de opleiding afsluit. De eerste periode van de opleiding, voorafgaand aan de hoofdfase, waarin studenten inzicht krijgen in de inhoud van de opleiding en het toekomstige beroep. Aan het einde van deze fase is selectie en verwijzing mogelijk (artikel 7.8 WHW). Degene die door de hogeschool is ingeschreven voor een voltijd- deeltijdof duale opleiding, en ondermeer het recht heeft om deel te nemen aan het onderwijs van de hogeschool. De onafhankelijke functionaris die studenten adviseert en begeleidt bij persoonlijke problemen van materiële en immateriële aard, en waar nodig bemiddelt. Het studentenstatuut bestaat uit twee delen (artikel 7.59 WHW): het instellingsspecifieke deel (deel 1) en het (gedeeltelijk) opleidingsspecifieke deel (deel 2). Het eerste deel bevat een algemene beschrijving van de studieopbouw, de ondersteunende faciliteiten die de student aangeboden worden, de rechten en verplichtingen van de studenten en de hogeschool en een overzicht van de regelingen die de rechten van de studenten beschermen. Het tweede deel bevat de onderwijs- en examenregeling en een overzicht van de studentenvoorzieningen. Advies aan de student over de voortzetting van de opleiding binnen of buiten de opleiding, dat wordt uitgebracht aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase of zolang de student het propedeutische examen niet behaald heeft (artikel 7.8b WHW). Er bestaan 3 studieadviezen: positief - , aangehouden- en negatief bindend studieadvies. Het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar. De studieloopbaanbegeleider ondersteunt het proces waarin de student zijn eigen studie en loopbaanambities leert sturen. Doelen van de studieloopbaanbegeleiding zijn studie-, beroeps- en loopbaan(keuze)processen, zelfregie en talentontwikkeling. De studielast zoals gedefinieerd in artikel 7.4 WHW. Eén studiepunt is volgens het European Credit Transfer System (ECTS) gelijk aan 28 uur studie. Het begrip toets staat gelijk aan het in de WHW genoemde begrip tentamen (artikel 7.10 WHW). Een toets is een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student, alsmede de
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
5
Topsporter
Topprestatie Verkort programma
Versneld programma
Voltijdopleiding Werkdag
WHW
Opleidingsdeel Academie Blackboard
Catalogus
Competentieassessment Cursus
Docent-teamleider Dublin descriptoren
Formatieve toets
Individuele begeleider
LOMIZ-profiel
Opleidingscompetenties
beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Een toets kan bestaan uit verschillende deeltoetsen. Een student die nationaal of internationaal op het hoogste niveau meedoet aan wedstrijden en die via het NOC*NSF een status heeft gekregen of een student die op het hoogste landelijk niveau zijn sport bedrijft . Er dient sprake te zijn van een tijdsbesteding van 15 uur (gemiddeld) per week. Prestatie op hoog niveau, ter beoordeling van het College van Bestuur Verkort programma is een bachelorprogramma met een propedeuse en aan het einde een bachelorgetuigschrift. Het studieprogramma is ‘verkort’ omdat de student op grond van zijn verwante opleiding of werkervaring in aanmerking komt voor vrijstellingen. Onderwijsprogramma waarin het reguliere aantal studiepunten binnen een kortere doorlooptijd worden aangeboden en getoetst, bijvoorbeeld 240 studiepunten in 3 jaar. Een opleiding waarbij de praktische vorming ( zoals stages) deel uitmaakt van het onderwijs. Alle dagen van het jaar met uitzondering van zaterdagen, zondagen, de verplichte feestdagen en de vakantiedagen zoals formeel vastgesteld voor medewerkers van de hogeschool. De Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (Staatsblad 1992, 593).
Academie voor Bestuur, Recht & Veiligheid (BRV), waaronder de opleiding MiZ organisatorisch berust. Digitaal voor alle studenten en docenten toegankelijk systeem voor informatieoverdracht met betrekking tot alle (les)activiteiten van de opleiding. Het document waarin de opleidingscompetenties met niveauindicatoren Haagse Bachelor worden benoemd en de programmaonderdelen die de opleiding aanbiedt om deze competenties te behalen. Een toets in de vorm van een assessment waarin wordt beoordeeld of de student een opleidingscompetentie op eindniveau (bachelor) beheerst. Aan deze summatieve toets zijn studiepunten gekoppeld. Een onderwijseenheid, waarin kennisoverdracht met betrekking tot een (of meerdere) competentie(s) centraal staat. Dit wordt formatief getoetst. Degene die de dagelijkse leiding heeft over de processen en de onderwijs- activiteiten binnen de opleiding Management in de Zorg. Formele niveau-indicatoren voor het door de studenten te behalen Bachelor eindniveau conform de termen van de Haagse Bachelor: Kennis & inzicht, Toepassing Kennis & inzicht, Oordeelsvorming, Communicatie en Leervaardigheden. Opdracht, in relatie tot de verwerving van een of meer competentie(s) in verband met een cursus, training of project, waarop inhoudelijke feedback door de docent wordt gegeven. De individuele begeleider adviseert de student bij het verloop van de studie, geeft aanwijzingen en ondersteuning bij de beslissingen die in het kader van de studie, en met name bij de individuele leerroute, worden genomen. De opleidingskwalificaties zoals vastgelegd in het beroepsprofiel en landelijke opleidingskwalificaties Bachelor “Management in zorg en dienstverlening”, vastgesteld door het Landelijk Overleg Management in de Zorg (LOMIZ). De competenties, mede gebaseerd op het LOMIZ-profiel, zoals die zijn
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
6
Portfolio
Project
Propedeuseassessment
Summatieve toets
Toetscommissie MiZ
Toetsvisie en toetsbeleid Training
Zelfsturing
Zorgdomeinen
Artikel 2
vastgelegd en beschreven in “De competenties van de opleiding Management in de Zorg 2011-2012”, digitaal beschikbaar op de studentenportal en op Blackboard. Daarnaast is er een studentenuitgave beschikbaar. Deze wordt eenmalig uitgedeeld bij de start van de opleiding. Het (digitaal) portfolio is een bewaarplaats van bestanden/documenten waarmee een student zijn eigen individuele ontwikkeling (het leerproces) zichtbaar maakt en zijn behaalde niveau (leerpoduct en bewijs voor verworven competenties) aantoont. Het portfolio voldoet aan het format en de eisen zoals opgenomen in de Toetsvisie en toetsbeleid MiZ 2011-2012, zie bijlage. Een onderwijseenheid waarin een groepsopdracht dient te worden uitgevoerd met als doel het integreren van kennis en vaardigheden met betrekking tot een of meer competenties. Dit wordt formatief getoetst. Een toets in de vorm van een assessment. Hierin wordt beoordeeld of de student voldoende kennis heeft van de opleidingscompetenties en van de zorgdomeinen. Alsmede of de algemene studievoortgang en het positief afronden van de Professionele Taalvaardigheid voldoende is voor het toekennen van het Propedeusegetuigschrift. Dit is een summatieve toets en hier zijn de studiepunten aangekoppeld. Toetsing die onder vastgestelde omstandigheden plaatsvindt waardoor deze valide en betrouwbaar is. Summatieve toetsing vindt plaats door middel van een propedeuse- of competentieassessment, waarbij de weging van het portfolio en/of thema en de mondelinge toelichting van de student centraal staan. Aan deze toetsing zijn de studiepunten gekoppeld. De commissie die belast is met de inhoudelijke voorbereidingen van de assessments, met het bekendmaken van de resultaten daarvan en met het studievoortgangoverzicht na de afzonderlijke blokken van het propedeusejaar. Document waarin alle eisen beschreven zijn omtrent de summatieve toetsing, te weten de assessments en het portfolio. Een onderwijseenheid waarin het praktisch oefenen van vaardigheden met betrekking tot een competentie centraal staat. Dit wordt formatief getoetst. Centraal uitgangspunt van de opleiding, waarbij de student, aanvankelijk in mindere mate, maar zeker vanaf het begin van de hoofdfase structureel, verantwoordelijke eigen keuzes maakt ten aanzien van de te kiezen leerroute. De 9 onderscheiden werkvelden in de zorgsector zoals beschreven in de Catalogus
Reikwijdte
Hogeschooldeel Het hogeschooldeel vormt samen met het opleidingsdeel de onderwijs- en examenregeling (artikel 7.13 WHW). Het hogeschooldeel (inclusief de bijlagen) is van toepassing op het onderwijs, de toetsen en de examens van alle voltijd-, deeltijd- en duale opleidingen van de hogeschool in het studiejaar 2011-2012 . Aan onderwijs- en examenregelingen die golden in voorafgaande studiejaren kan de student geen rechten ontlenen, tenzij anders is bepaald in de overgangsregelingen in het opleidingsdeel. Elk opleidingsdeel vormt een aanvulling op het hogeschooldeel en geldt alleen voor de desbetreffende opleiding of voor de desbetreffende groep van opleidingen. Opleidingsdeel Het opleidingsdeel is van toepassing op de deeltijd- en duale variant, van de opleiding Management in de Zorg (MiZ) van de Haagse Hogeschool. Voor zover aan eerdere onderwijs- en De Haagse Hogeschool 7 Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
examenregelingen rechten kunnen worden ontleend, zijn deze beschreven in het opleidingsdeel onder artikel 6.l van de OER. Artikel 3
De taal waarin het onderwijs gegeven wordt (art 7.2 WHW)
Hogeschooldeel: 1. Het onderwijs wordt gegeven in het Nederlands, tenzij in het opleidingsdeel – gemotiveerd is aangegeven dat het onderwijs of delen daarvan in een andere taal wordt/worden gegeven. 2. Indien het onderwijs wordt gegeven in een andere taal dan het Nederlands is de gedragscode ‘vreemde talen’ van toepassing. Deze is te vinden in het studentenstatuut deel 1. Opleidingsdeel: Lesmateriaal kan ook aangeboden worden in vreemde talen als het relevant is voor de studie. Zoals het geval is bij het toelichten van de Gezondheidszorg in Internationaal perspectief. Artikel 4
Toelatingseisen
Hogeschooldeel Inschrijving en toelating tot de opleiding vindt plaats op grond van het reglement in- en uitschrijving van De Haagse hogeschool. Op de website van de hogeschool staat de meest recente informatie over toelatingseisen en voorwaarden vermeld voor inschrijving voor de propedeutische – en hoofdfase (www.haagsehogeschool.nl). Artikel 5
Vrijstellingen en toegang tot routes
Hogeschooldeel 1. De examencommissie kan een student op diens schriftelijk verzoek vrijstelling verlenen voor een of meerdere toetsen verbonden aan onderwijseenheden op grond van documenten waaruit blijkt dat de student reeds aan de vereisten (inhoud en niveau) van het desbetreffende toets voldaan heeft. Voorbeelden van deze documenten zijn: akte, diploma, getuigschrift, certificaat. 2. De examencommissie kan, mits de opleiding hiertoe specifiek beleid en een specifieke procedure ontwikkeld heeft, een student op diens schriftelijk verzoek vrijstelling verlenen voor één of meerdere toetsen verbonden aan onderwijseenheden op grond van eerder -buiten het hoger onderwijs- door (werk)ervaring verworven competenties, kennis of vaardigheden, mits de student op een door de opleiding vast te stellen wijze, kan aantonen dat hij reeds aan de vereisten van de desbetreffende toets voldaan heeft (bijvoorbeeld door middel van een ervaringscertificaat of EVC-rapportage). 3. De examencommissie kan een student op diens schriftelijk verzoek toegang verlenen tot een verkort programma; vrijstelling verlenen van toetsen verbonden aan onderwijseenheden met een gezamenlijke studielast van ten hoogste 60 studiepunten, indien de student in het bezit is van een diploma van een door de hogeschool als verwant aangemerkte mbo-opleiding. In het opleidingsdeel is vastgelegd welke mbo-opleidingen als verwant zijn aangemerkt en wat de omvang en inhoud van de vrijstelling is. 4. De examencommissie kan een student op diens schriftelijk verzoek toegang bieden tot een versnelde route op basis van nader te stellen criteria. 5. In het opleidingsdeel is geregeld hoe een student een verzoek tot vrijstelling en/of toegang tot een route moet indienen. 6. De examencommissie deelt, binnen 15 werkdagen na ontvangst van de aanvraag, haar beslissing over de omvang en soort van de verleende vrijstelling schriftelijk aan de student mee. De examencommissie vermeldt in haar besluit: a) de datum waarop zij de vrijstelling heeft verleend; b) de betreffende toetsen verbonden aan onderwijsheden waarvoor zij de vrijstelling heeft verleend; c) de geldigheidsduur van de vrijstelling is gelijk aan de geldigheidsduur van toetsresultaten. De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
8
Opleidingsdeel Een student kan eventuele producten, waardoor eerder (door werkervaring en/of opleiding) verworven competenties dan wel elders verworven competenties blijken, opnemen in zijn portfolio dat als basis dient voor de assessments. Dit betekent dat de student naar eigen inzicht in de hoofdfase de mogelijkheid heeft om te kunnen versnellen. Aangezien er (zie bijlage Toetsvisie en toetsbeleid) na ieder onderwijsblok de mogelijkheid wordt geboden aan de student om een portfolio met bewijsstukken in te leveren voor een competentieassessment. De eerder verworven competenties en/of eventuele producten kunnen als bewijs voor de desbetreffende competentie toegevoegd worden aan het portfolio. Daardoor kan de student zelf (binnen de gestelde kaders), zijn eigen leerroute bepalen en daarmee ook een eventuele versnelling. Desalniettemin zullen de assessments voor alle MiZ-competenties afgenomen dienen te worden. Artikel 6
Inrichting van het onderwijs
Hogeschooldeel 1. Een bacheloropleiding heeft een totale studielast van 240 studiepunten (artikel 7.4b WHW). 2. Indien een opleiding een Ad-programma heeft, heeft deze een totale studielast van ten minste 120 studiepunten. 3. Het curriculum van een bacheloropleiding en van het Ad-programma binnen een opleiding is verdeeld in een propedeutische- en een hoofdfase. De propedeutische fase heeft een studielast van 60 studiepunten. 4. Voor voltijd- en duale opleidingen geldt dat de propedeutische- en hoofdfase zijn verdeeld in semesters. Het onderwijs in het semester kan onderwezen worden in een periode van 20 weken of twee periodes van elk 10 weken. De studielast van de opleiding is zodanig verdeeld over de jaren en binnen de jaren over de semesters dat de student een goede studievoortgang wordt gewaarborgd (WHW 7.8b lid 3). 5. De precieze indeling van de deeltijdopleidingen en van de AD-programma’s van voltijd-, deeltijd- en duale opleidingen in de propedeutische en hoofdfase is geregeld in het opleidingsdeel van dit artikel. 6. De onderwijseenheden met de bijbehorende studiepunten worden beschreven in het opleidingsdeel (artikel 7.13 WHW). De minimale omvang van een onderwijseenheid bedraagt 3 studiepunten. In afwijking hiervan kunnen in de propedeutische fase voor 3 studiepunten en in de hoofdfase eveneens voor 3 studiepunten, kleinere onderwijseenheden gedefinieerd worden. 7. De academiedirecteur bepaalt na overleg met de examencommissie de perioden die in hoofdzaak gereserveerd zijn voor het afleggen van toetsen en examens en legt deze door middel van een jaarkalender vast. In de jaarkalender worden daarnaast de weken vastgelegd die in hoofdzaak gereserveerd zijn voor onderwijs en de weken waarin de examencommissie bijeenkomt. De academiedirecteur zorgt voor de bekendmaking van jaarkalender via de studentenportal voor 1 september. 8. Een bacheloropleiding omvat een major en een minorruimte. De major is gericht op de verwerving van het competentieprofiel. De minorruimte is gericht op verbreding of verdieping van de competenties die een student in de major verwerft. 9. De major van een voltijdopleiding heeft een minimale studielast van 180 en een maximale studielast van 195 studiepunten. De minorruimte in de hoofdfase van een voltijdopleiding heeft een studielast van 45 studiepunten. De student kan deze minorruimte invullen met 3 minors of met 2 minors en keuzeonderwijseenheden. De propedeutische fase kan een minorruimte van 15 studiepunten omvatten. In het opleidingsdeel is opgenomen of de propedeutische fase een minorruimte heeft. 10. De major van een deeltijd- en duale opleiding heeft een minimale studielast van 180 en een maximale studielast van 240 studiepunten. De minorruimte in de hoofdfase van een deeltijden duale opleiding bedraagt maximaal 45 studiepunten. De precieze omvang van de minorruimte is in het opleidingsdeel opgenomen. De student mag deze minorruimte met maximaal 15 studiepunten aan keuzeonderwijseenheden vullen. De propedeutische fase kan een minorruimte van 15 studiepunten omvatten. In het opleidingsdeel is opgenomen of de propedeutische fase een minorruimte heeft. De Haagse Hogeschool 9 Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
11. Voor minoren gelden de volgende bepalingen: a. In de opleidings-OER is een lijst opgenomen van minoren en keuzeonderwijseenheden, inclusief eventuele instapeisen en nadere voorwaarden, waaruit de student bij de invulling van de minorruimte kan, c.q. moet kiezen, zonder individuele toetsing vooraf van de examencommissie. b. Elke student maximaal kan één basisminor kiezen; daarin kunnen ook eerder elders behaalde onderwijseenheden (als gevolg van switchen van opleiding) worden opgenomen. c. De opleiding kan de student verplichten maximaal één minor te kiezen uit een door de opleiding te bepalen lijst. Als de opleiding daarvoor kiest, is dat vermeld in de opleidingsOER. d De student kan aan de examencommissie toestemming vragen de minorruimte op een andere wijze in te vullen, bijvoorbeeld door het volgen van onderwijs bij andere Nederlandse instellingen voor hoger onderwijs die door de NVAO zijn geaccrediteerd, of door een buitenlandse instelling voor hoger onderwijs die door de NUFFIC als gelijkwaardig wordt aangemerkt. e. In het opleidingsdeel wordt beschreven welke procedure de student dient te volgen om goedkeuring van de examencommissie te verkrijgen voor door hem voorgestelde invulling van de minorruimte. f. Aan deelname aan een minor verzorgd door de hogeschool zijn voor de student geen kosten verbonden. g. Het hogeschoolaanbod van (basis)minoren is toegankelijk via de studentenportal. 12. Deelname van een student aan een opleidingscommissie gedurende een jaar wordt beschouwd als het volgen van een keuzeonderwijseenheid van 3 studiepunten, tenzij in het opleidingsdeel een afwijkende studielast is vastgelegd. Opleidingsdeel a. Beroeps- en competentieprofiel opleiding De opleiding is gebaseerd op een beroeps- en competentieprofiel dat is neergelegd in het document “De competenties van de Opleiding Management in de Zorg” (opgesteld door het landelijke overleg MiZ opleidingen; LOMIZ). Zie bijlage Catalogus van de opleiding Management in de Zorg 2011-2012. Dit profiel bevat de volgende competenties: De beleidscyclus hanteren (pdca-cirkel rondmaken) (Ad: hanteren cyclus kwaliteitsverbetering) Het afstemmen en weten te verbinden van mensen en middelen zodat het aanbod gerealiseerd kan worden. Kwaliteiten van medewerkers zo benutten dat een adequate taakvervulling wordt bevorderd. Innovatief beleid ontwikkelen, passend binnen het strategisch beleid van de organisatie. Initiëren, faciliteren en implementeren van veranderingsprocessen. Individuele medewerkers stimuleren tot verandering door voorbeeldgedrag te laten zien en voorwaarden te scheppen voor een lerende organisatie. Toepassen van HRM beleid ten behoeve van het inspelen op veranderingen in de omgeving. Stimuleren van samenwerking en ontwikkeling van samenwerkingsverbanden. Bevorderen van de ontwikkeling van medewerkers. Ontwikkelen van persoonlijk meesterschap. Vanuit een eigen visie een bijdrage leveren aan de professionalisering van het management in zorg en dienstverlening. E-Zorg. Gezondheidsrecht. Indeling van het onderwijs Het onderwijs van de opleiding is ingedeeld in een propedeutische fase en een hoofdfase. De propedeutische fase heeft, zoals wettelijk verplicht is, een oriënterende, selecterende en verwijzende functie. De propedeutische fase omvat 60 studiepunten; de hoofdfase 180 studiepunten. De opleiding is in blokken van 10 lesweken ingedeeld. Het studiejaar bestaat uit vier blokken. De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
10
c. Propedeuse De propedeuse omvat de hieronder vermelde onderwijseenheden met de daarbij behorende studie gerelateerde uren. Informatie over de inhoud en invulling van alle onderwijseenheden, alsmede over de competenties en/of leerdoelen die per onderwijseenheid worden bereikt, is vastgelegd in de catalogus. Deze gelden zowel voor de duale- als voor de deeltijdvariant. In het propedeuseprogramma van de opleiding is de onderwijseenheid Professionele Taalvaardigheid opgenomen. Uitsluitend voor de duale variant bestaat het onderdeel PTV uit een toets, uit vier schrijfopdrachten en een portfolio. De student moet alle onderdelen van de toets met een voldoende afsluiten. Gedurende het jaar dient de student vier schrijfopdrachten te maken waarover een eindcijfer wordt gegeven. Dit eindcijfer is het gemiddelde van de vier opdrachten. Een onvoldoende eindcijfer kan niet met een andere schrijfopdracht gecompenseerd worden. Wanneer de student een onvoldoende scoort voor het onderdeel van de toets dat de woordenschat toetst, moet de student een woordenlijst aanleggen waarin elk woord, gezegde en uitdrukking wordt genoteerd die de student tegenkomt en niet kent. De student zoekt deze woorden en uitdrukkingen op en verwerkt die in een zin. De woordenlijst wordt aan het einde van het jaar ingeleverd bij het portfolio. Het portfolio bevat alle schrijfopdrachten met de feedback van de docent. In het portfolio wordt een analyse gemaakt van veelgemaakte fouten en wordt aangegeven wat de student heeft gedaan om zijn taalvaardigheid te verbeteren en of er afspraken met de docent zijn gemaakt voor extra les. Uitsluitend voor de deeltijdvariant bestaat PTV uit een toets en een schrijfopdracht. Een gemiddeld positief resultaat van het onderdeel PTV én het succesvol afleggen van het propedeuse-assessment vormen de voorwaarden voor het toekennen van de 60 studiepunten van de propedeutische fase. Overzicht van onderwijseenheden per periode/per jaar van de duale variant in geschatte studiegerelateerde uren.
Jaar 1 Duaal Blok 1 Onderwijseenheid Soort Activiteit
Soort les
Beroeps Praktische Vorming/presenteren Project Manager in de Zorg Cursus Projectmanagement Cursus Economie & Overheid 1 Cursus Gezondheidsrecht 1 Cursus Gezondheid Training Studievaardigheden/ICT Training Professionele Taalvaardigheid Individuele begeleiding/portfolio
Werkveld
Totaal Studiegerelateerde uren Blok 2 Onderwijseenheid Soort Activiteit Werkveld Project Cursus Cursus Cursus
Soort les Beroeps Praktische Vorming Beleving van de Zorg Inleiding Organisatiekunde Economie en Overheid 2 Ontwikkelingen in de Zorg 1
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
Studiegerelateerde uren 84 56 56 56 56 56 28 28 28 448
subtotaal:448
Studiegerelateerde uren 84 56 56 56 56 11
Training Training
Communicatie Professionele Taalvaardigheid Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren Blok 3 Onderwijseenheid
Soort Activiteit Werkveld Project Cursus Cursus Cursus Training
Soort les
Beroeps Praktische Vorming Project portfolio ICT in de Zorg 1 Zelfmanagement Analyse van Bedrijfsprocessen Debatteren + Debattenreeks Professionele Training taalvaardigh./Rekenvaardigh. Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren Blok 4 Onderwijseenheid
Soort Activiteit Werkveld Project Cursus Cursus Training
Soort les
Beroeps Praktische Vorming Ontwikkelingen in de Zorg 2 gezondheidsrecht 2 Personeelsmanagement 1 Propedeuse-assessmenttraining Professionele Training taalvaardigh./Rekenvaardigh Individuele begeleiding/portfolio
56 28 28 420
subtotaal:868
Studiegerelateerde uren 56 28 28 56 56 56 28 112 420
subtotaal:1288
Studiegerelateerde uren 56 56 56 56 28 28 112
Totaal jaar 1 1680 N.b. Het totaal van 1680 studiegerelateerde uren komt overeen met 60 studiepunten, welke gekoppeld zijn aan het succesvol afleggen van het propedeuseassessment. Totaal Studiegerelateerde uren
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
392
12
Overzicht van onderwijseenheden per periode/per jaar van de deeltijd variant.
Jaar 1 Deeltijd Blok 1 Onderwijseenheid Soort Soort les Activiteit Cursus Projectmanagement Cursus Economie & Overheid 1 Cursus Gezondheidsrecht 1 Cursus Ontwikkelingen in de zorg 1 Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren Blok 2 Onderwijseenheid Soort Soort les Activiteit Project Beleving van de Zorg Cursus Inleiding Organisatiekunde Cursus Economie en Overheid 2 Training Communicatie 1 Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren Blok 3 Onderwijseenheid Soort Soort les Activiteit Project Project portfolio Cursus ICT in de Zorg 1 Cursus Analyse van Bedrijfsprocessen Cursus Gedrag in organisaties Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren Blok 4 Onderwijseenheid Soort Activiteit Project Cursus Cursus Training
Soort les Ontwikkelingen in de Zorg 2 Gezondheid Personeelsmanagement 1 Assessement training Individuele begeleiding/portfolio
Studiegerelateerde uren 84 84 84 112 56 420
subtotaal:420
Studiegerelateerde uren 112 84 84 84 56 420
subtotaal:840
Studiegerelateerde uren 28 112 112 112 56 420
subtotaal: 1260
Studiegerelateerde uren 112 112 112 28 56
Totaal jaar 1: 1680 N.b. Het totaal van 1680 studiegerelateerde uren komt overeen met 60 studiepunten, welke gekoppeld zijn aan het succesvol afleggen van het propedeuseassessment. Totaal Studiegerelateerde uren
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
420
13
d. Aanwezigheidsplicht Behoudens in geval van ziekte en/of overmacht moeten studenten tijdens de gehele propedeutische fase bij de projecten en trainingen bij de lessen aanwezig zijn. e. Hoofdfase De hoofdfase omvat de hieronder vermelde onderwijseenheden met het aantal studiegerelateerde uren. Met verwijzing naar Artikel 8 worden studiepunten voor zowel de deeltijd als de duale variant toegekend op grond van behaalde competenties. Deze worden getoetst door middel van een assessment aan het einde van ieder onderwijsblok bij de deeltijd variant gedurende de gehele hoofdfase. Bij de duale variant geldt dit voor de studiejaren 3 en 4. Daarnaast worden voor de duale variant de studiepunten toegekend aan het positief afronden van de thema assessments aan het einde van ieder onderwijsblok in jaar 2 en daarnaast de op grond van school gebonden en competentie georiënteerde activiteiten, conform artikel 8 lid d. Voor de deeltijd variant worden studiepunten toegekend aan de relevante functie, conform artikel 6 lid g. Informatie over de inhoud en invulling van alle onderwijseenheden, alsmede over de competenties en/of leerdoelen die per onderwijseenheid worden bereikt, is vastgelegd in het document “De competenties van de opleiding Management in de Zorg” en in de Catalogus Bacheloropleiding Management in de Zorg. Beide documenten zijn digitaal beschikbaar op de studentenportal en op Blackboard. Bij de duale variant is deelname aan de thema assessments aan het einde van ieder onderwijsblok in jaar 2 voorwaardelijk voor het vervullen van de leerarbeidsplaats (LAP) in jaar 3. De onderwijsblokken uit jaar 2 bevatten een centraal thema, bestaande uit trainingen, cursussen en projecten. Aan het einde van ieder blok vindt er summatieve toetsing plaats in de vorm van een thema-assessment. Bij voldoende resultaat van alle thema assessments worden 54 studiepunten toegekend. Thema-assessments, competentieassessments en herkansingen staan beschreven in de Toetsvisie en het toetsbeleid Management in de Zorg 2011-2012, zie bijlage. Alle competenties in de Hoofdfase worden op eindniveau getoetst door middel van evenzoveel assessments.
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
14
f.
Overzicht van onderwijseenheden per periode/per jaar van de duale variant:
Hoofdfase-duaal programma: Jaar 2 Blok 5 – Thema Veranderen Onderwijseenheid Soort Activiteit
Soort les
Studiegerelateerde uren
Beroeps Praktische 84 Vorming/studentenbedrijf Project Bedrijvenpoli-marketingplan 84 Cursus Veranderingen managen 56 Cursus E-zorg 2 56 Training Leidinggeven 56 Training Onderzoeksvaardigheden 56 Totaal Studiegerelateerde uren 392 Dit blok wordt afgesloten met een thema-assessment waarbij maximaal 14 kunnen worden behaald. Blok 6 – Thema Ontwikkelen Onderwijseenheid StudiegerelaSoort teerde uren Soort les Activiteit Beroeps Praktische Werkveld 84 Vorming/studentenbedrijf Project Opleidingsplan 84 Cursus Lerende organisatie 56 Cursus Zorglogistiek 1 28 Cursus Gezondheidsrecht 3 56 Training Beleidstukken schrijven 56 Training Sollicitatietraining 28 Totaal SBU 392 Dit blok wordt afgesloten met een thema-assessment waarbij maximaal 14 kunnen worden behaald. Werkveld
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
subtotaal:392 studiepunten
subtotaal:784 studiepunten
15
Blok 7 – Thema Organiseren Onderwijseenheid Soort Activiteit
Soort les
Studiegerelateerde uren
Beroeps Praktische 56 Vorming/Studentenbedrijf Project Communicatieplan 84 Cursus Ontwikkelingen in de Zorg 3 56 Cursus Zorglogistiek 2 28 Cursus Gezondheidsrecht 4 56 Training Samenwerken 56 Training Reflecteren 28 Training Netwerken 28 Totaal Studiegerelateerde uren 392 Dit blok wordt afgesloten met een thema-assessment waarbij maximaal 14 studiepunten kunnen worden behaald. Werkveld
Blok 8 – Managementgame Onderwijseenheid Soort Activiteit Game Werkveld Project Cursus Cursus Training Training
Soort les Managementgame Beroeps Praktische Vorming/studentenbedrijf Formatieplan Ondernemen in de zorg 1 Begroten en budgetteren Onderhandelen Personeelsgesprekken Totaal Studiegerelateerde uren
subtotaal:1176
Studiegerelateerde uren 140 56 56 56 56 56 28 392
Totaal jaar 2: 1568
Dit blok wordt afgesloten met een thema-assessment waarbij maximaal 14 studiepunten kunnen worden behaald. N.b. Gedurende het gehele tweede jaar van de duale variant is de individuele begeleiding verwerkt in alle trainingen, projecten en cursussen.
In jaar 2 van de duale variant kunnen bij het positief afronden van de themaassessments in totaal 56 studiepunten behaald worden. De overige 4 studiepunten kunnen behaald worden bij de vrije ruimte voor de studiepunten zie artikel 8.
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
16
Jaar 3 Blok 9 Onderwijseenheid Soort Activiteit Werkveld Project Cursus Cursus Cursus
Soort Activiteit Werkveld Project Cursus Cursus Cursus Training
Soort Activiteit Werkveld Project Cursus Cursus Training
Soort les Leer-ArbeidsPlaats Jaarplan Kosten met beleid 1 Ontwikkelingen in de Zorg 4 Personeelsmanagement 2 Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren Blok 10 Onderwijseenheid Soort les Leer-ArbeidsPlaats Methodische Praktijk Begeleiding Teambuilding Gezondheidsrecht 2 Kosten met beleid 2 Samenwerken Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren Blok 11 Onderwijseenheid Soort les Leer-ArbeidsPlaats Methodische Praktijk Begeleiding E-Zorg 3 Projectmanagement 2 Coachen Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
Studiegerelateerde uren 196 28 56 56 56 28 420
subtotaal: 420
Studiegerelateerde uren 196 28 56 28 56 28 28 420
Subtotaal: 840
Studiegerelateerde uren 196 28 84 56 28 28 420
Subtotaal:1260
17
Blok 12 Onderwijseenheid Soort Activiteit Werkveld Project Cursus Cursus Training
Soort les
Studiegerelateerde uren
Leer-ArbeidsPlaats Supervisie/Methodische Praktijk Begeleiding Kwaliteitsbewaking Ondernemen in de Zorg 2 Personeelsgesprekken Individuele begeleiding/portfolio
196
Totaal Studiegerelateerde uren
420
28 84 56 28 28 Totaal jaar 3:1680
N.b. Het totaal van 1680 studiegerelateerde uren komt overeen met 60 studiepunten, welke gekoppeld zijn aan het succesvol afleggen van competentieassessments. Na ieder onderwijsblok bestaat de mogelijkheid om studiepunten te behalen, afhankelijk van de hoeveelheid competenties welke getoetst worden tijdens een assessment.
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
18
Jaar 4 Blok 13 Onderwijseenheid Soort Soort les Activiteit Werkveld Leer-ArbeidsPlaats Cursus Onderzoeksvaardigheden Cursus E-Zorg 4 Training Persoonlijke effectiviteit Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren Blok 14 Onderwijseenheid Soort Soort les Activiteit Werkveld Leer-ArbeidsPlaats Cursus Onderzoeksvaardigheden Cursus Ontwikkelingen in de Zorg 5 Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren Blok 15 Onderwijseenheid Soort Soort les Activiteit Werkveld Leer-ArbeidsPlaats Onderzoeksvaardigheden Gezondheidzorg in internationaal Cursus perspectief Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
Studiegerelateerde uren 196 56 112 28 28 420
subtotaal:420
Studiegerelateerde uren 196 56 140 28 420
subtotaal:840
Studiegerelateerde uren 196 56 140 28 420
subtotaal: 1260
19
Blok 16 Onderwijseenheid Soort Activiteit Werkveld
Soort les
Leer-ArbeidsPlaats Onderzoeksvaardigheden Afstuderen en praktijkonderzoek Individuele begeleiding/portfolio
Studiegerelateerde uren 196 84 112 28
Totaal jaar 4: 1680 N.b. Het totaal van 1680 studiegerelateerde uren komt overeen met 60 studiepunten, welke gekoppeld zijn aan het succesvol afleggen van competentieassessments. Na ieder onderwijsblok bestaat de mogelijkheid om studiepunten te behalen, afhankelijk van de hoeveelheid competenties welke getoetst worden tijdens een assessment. Totaal Studiegerelateerde uren
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
420
20
Overzicht van onderwijseenheden per periode/per jaar van de deeltijd variant: Hoofdfase-deeltijdprogramma: Jaar 2 Blok 5 Onderwijseenheid Soort Activiteit Project Cursus Cursus Training Training
Soort Activiteit Project Cursus Cursus Training Training
Soort les Communicatieplan Veranderingen managen Ondernemen in de zorg 1 Leidinggeven Onderzoeksvaardigheden Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren Blok 6 Onderwijseenheid Soort les Opleidingsplan Lerende organisatie Zorglogistiek 1 Beleidstukken schrijven Netwerken Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
Studiegerelateerde uren 56 84 84 56 56 84 420
subtotaal:420
Studiegerelateerde uren 56 84 84 56 56 84 420
subtotaal:840
21
Blok 7 Onderwijseenheid Soort Activiteit Project Cursus Cursus Cursus Training
Soort les Formatieplan Ontwikkelingen in de Zorg 3 Zorglogistiek 2 Gezondheidsrecht 2 Samenwerken Individuele begeleiding/portfolio
56 84 56 84 56 84
Totaal Studiegerelateerde uren
420
Blok 8 Onderwijseenheid Soort Activiteit Cursus Cursus Training Training
Studiegerelateerde uren
Soort les E-zorg 2 Begroten en budgetteren Onderhandelen Personeelsgesprekken Individuele begeleiding/portfolio Relevante functie Totaal Studiegerelateerde uren
subtotaal:1260
Studiegerelateerde uren 84 56 56 56 84 84 420
Totaal jaar 2 1680
N.b. Het totaal van 1680 studiegerelateerde uren komt overeen met 60 studiepunten, welke gekoppeld zijn aan het succesvol afleggen van competentieassessments. Na ieder onderwijsblok bestaat de mogelijkheid om studiepunten te behalen, afhankelijk van de hoeveelheid competenties welke getoetst worden tijdens een assessment.
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
22
Jaar 3 Blok 9 Onderwijseenheid Soort Activiteit Project Cursus Cursus Cursus Training
Soort Activiteit Project Cursus Cursus Cursus Training
Soort Activiteit Project Cursus Cursus Training
Soort les Jaarplan Kosten met beleid 1 Ontwikkelingen in de Zorg 4 Personeelsmanagement 2 Persoonlijke effectiviteit Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren Blok 10 Onderwijseenheid Soort les Methodische Praktijk Begeleiding Teambuilding Gezondheidsrecht 3 Kosten met beleid 2 Samenwerken 2 Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren Blok 11 Onderwijseenheid Soort les Methodische Praktijk Begeleiding E-Zorg 3 Projectmanagement 2 Coachen Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
Studiegerelateerde uren 28 84 84 84 56 84 420
subtotaal: 420
Studiegerelateerde uren 28 84 84 84 56 84 420
subtotaal: 840
Studiegerelateerde uren 28 112 112 84 84 420
subtotaal:1260
23
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
24
. Blok 12 Onderwijseenheid Soort Activiteit Project Cursus Cursus Training
Soort les Supervisie/Methodische Praktijk Begeleiding Kwaliteitsbewaking Ondernemen in de Zorg 2 Communicatie 2 Individuele begeleiding/portfolio Relevante functie Totaal Studiegerelateerde uren
Studiegerelateerde uren 28 56 84 84 84 84 420
Totaal jaar 3:1680
N.b. Het totaal van 1680 studiegerelateerde uren komt overeen met 60 studiepunten, welke gekoppeld zijn aan het succesvol afleggen van competentieassessments. Na ieder onderwijsblok bestaat de mogelijkheid om studiepunten te behalen, afhankelijk van de hoeveelheid competenties welke getoetst worden tijdens een assessment.
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
25
Jaar 4 Blok 13 Onderwijseenheid Soort Activiteit Project Cursus
Soort Activiteit Project Cursus
Soort Activiteit Project
Soort les Methodische Praktijk Begeleiding E-Zorg 4 Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren Blok 14 Onderwijseenheid Soort les Methodische Praktijk Begeleiding Ontwikkelingen in de Zorg 5 Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren Blok 15 Onderwijseenheid Soort les
Methodische Praktijk Begeleiding Gezondheidzorg in internationaal Cursus perspectief Cursus Gezondheidsrecht 4 Individuele begeleiding/portfolio Totaal Studiegerelateerde uren Blok 16 Onderwijseenheid Soort Soort les Activiteit Project Methodische Praktijk Begeleiding Individuele begeleiding/portfolio Relevante functie Totaal Studiegerelateerde uren inclusief relevante functie
Studiegerelateerde uren 28 84 308 420
subtotaal:420
Studiegerelateerde uren 28 84 308 420
subtotaal: 840
Studiegerelateerde uren 28 84 56 252 420
subtotaal:1260
Studiegerelateerde uren 28 280 112 420
Totaal jaar 4: 1680
N.b. Het totaal van 1680 studiegerelateerde uren komt overeen met 60 studiepunten, welke gekoppeld zijn aan het succesvol afleggen van competentieassessments. Na ieder onderwijsblok bestaat de mogelijkheid om studiepunten te behalen, afhankelijk van de hoeveelheid competenties welke getoetst worden tijdens een assessment.
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
26
g. Beroepsuitoefening deeltijdcurriculum Het buitenschools deel van het curriculum van de deeltijdopleiding omvat relevant werk op Bachelor niveau in een leidinggevende functie in een van de domeinen in de zorgsector. In het geval van onduidelijkheid over de relevantie van de functie van een deeltijdstudent beslist de Examencommissie BRV. Verder informatie omtrent het buitenschools deel van het deeltijdcurriculum zie de Nota Buitenschools Curriculum. h. Beroepsuitoefening duale opleidingsvariant. Het praktijkdeel in het derde en vierde jaar van de duale opleidingsvariant bestaat uit een Leer- Arbeidsplaats (LAP) conform Artikel 1 (duale opleiding); voorwaarde voor het kunnen aanvangen van de Leer- Arbeidsplaats is het positief afronden van het tweede studiejaar conform Artikel 8 lid d. Conreet betekent dit dat de student ten minste 46 studiepunten in jaar 2 moet hebben behaald alvorens aan een LAP in jaar 3 te kunnen beginnen. Aan deze Leer- Arbeidsplaats worden geen directe studiepunten toegekend. Voor het ontwikkelen van de competenties en de bijbehorende beroepsproducten is een LAP essentieel. Informatie over de aard van de werkzaamheden, geldende bepalingen en de eisen die de opleiding aan de werkzaamheden stelt, zijn beschreven in de Nota LeerArbeidsplaats, die als bijlage bij dit OER is gevoegd. Indien de student aantoonbaar geen geschikte LAP heeft kunnen vinden, kan eerst een stageperiode met een werkgever worden overeengekomen voor een periode van maximaal 10 weken, mits er uitzicht is op een leer/arbeidsovereenkomst. Het is de student toegestaan om gedurende twee jaar bij dezelfde werkgever de LAP te vervullen, mits er aantoonbaar de gelegenheid aanwezig is om de competenties van de Opleiding MiZ te behalen en dat er een aantoonbare groei in de LAP mogelijk is. Vóór de student kan beginnen met de Leer- Arbeidsplaats, dient in een contract tussen student, opleiding en werkgever ten minste geregeld te zijn: de duur van de overeenkomst, de tijdsduur van de beroepsuitoefening, het salaris en in welke gevallen partijen de overeenkomst voortijdig kunnen ontbinden. Overige voorwaarden, bepalingen en informatie over de leer-arbeidsplaats is vastgesteld in de Nota Leer-Arbeidsplaats die als bijlage bij dit OER is gevoegd. i. Minorruimte in deeltijd- of duale opleiding. Noch in de propedeutische-, noch in de hoofdfase wordt het volgen van een minor verplicht gesteld. Facultatief kan een minor van een andere opleiding worden gevolgd, met dien verstande dat dit geen studiepunten oplevert. j. Procedure inschrijven voor een minor van een andere opleiding Voor het volgen van een minor van een ander opleiding of van een ander onderwijsinstelling wordt verwezen naar de Minorprocedure BRV. k. De jaarkalender
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
27
Week
Maandag tot en met vrijdag
Lesweken
34
22-08-2011
26-08-2011
0
Introductieweek
P-assessmentherkansingen
35
29-08-2011
02-09-2011
1
Start periode 1
36 37 38 39 40
05-09-2011 12-09-2011 19-09-2011 26-09-2011 03-10-2011
09-09-2011 16-09-2011 23-09-2011 30-09-2011 07-10-2011
2 3 4 5 6
27/9 P-uitreiking,diplomering Voorbereiding interne audit
41
10-10-2011
14-10-2011
7
11-10 Interne audit
42 43
17-10-2011 24-10-2011
21-10-2011 28-10-2011
8
44
31-10-2011
04-11-2011
9
Competentieassessments
45
07-11-2011
11-11-2011
10
Thema-assessments
46
14-11-2011
18-11-2011
1
Start periode 2
47 48 49 50 51 52 1 2 3
21-11-2011 28-11-2011 05-12-2011 12-12-2011 19-12-2011 26-12-2011 02-01-2012 09-01-2012 16-01-2012
25-11-2011 02-12-2011 09-12-2011 16-12-2011 23-12-2011 30-12-2011 06-01-2012 13-01-2012 20-01-2012
2 3 4 5 6
4
23-01-2012
27-01-2012
9
Competentie-assessments
5
30-01-2012
03-02-2012
10
Teamdag
6
06-02-2012
10-02-2012
1
Start periode 3
7 8 9 10 11 12 13 14
13-02-2012 20-02-2012 27-02-2012 05-03-2012 12-03-2012 19-03-2012 26-03-2012 02-04-2012
17-02-2012 24-02-2012 02-03-201 09-03-2012 16-03-2012 23-03-2012 30-03-2012 06-04-2012
2 3 4 5 6 7 8
Waarschuwingen NBSA 6-4 Goede Vrijdag
15
09-04-2012
13-04-2012
9
9-04 2e Paasdag
Competentieassessments
16
16-04-2012
20-04-2012
10
20-04 Open dag
Thema-assessments 17-04 Academiedag
17
23-04-2012
27-04-2012
1
Start periode 4
18 19 20 21 22 23 24 25
30-04-2012 07-05-2012 14-05-2012 21-05-2012 28-05-2012 04-06-2012 11-06-2012 18-06-2012
04-05-2012 11-05-2012 18-05-2012 25-05-2012 01-06-2012 08-06-2012 15-06-2012 22-06-2012
2 3 4 5 6 7 8 9
30-4 Koninginnedag
26
25-06-2012
29-06-2012
10
27
02-07-2012
06-07-2012
Propedeuse-assessments
28
09-07-2012
13-07-2012
NBSA
29
16-07-2012
24-08-2012
Zomerreces week 3 herkansingen
Planningsgesprekken
10-10 Gecorrigeerde gr.lijstn
Herfstreces
08/09 12 Proefstuderen 15-12 Mini congres HRO Planningsgesprekken MiZ Kerstreces Kerstreces
7 8
3/11 onderw.dg;5/11 opn.dg
PVA Planningsgesprekken 13-12 Academiedag
Begroting 1e jrs. introductie 1ste kans herkansing p-ass. 04-02 Open dag, themaassessments
Voorjaarsreces
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
8/9 03 Proefstuderen Planningsgesprekken 23-03 Debattenreeks I 30-03 Debattenreeks II
17-5 en 18-5 Hemelvaartsdag 28-05 2e Pinksterdag 12-06 Proefstuderen
Beoordelingsgesprekken 1506 Open dag
Thema-/ Competentieassessments 12/7 Zomerdiplomering
28
l. Overgangsmaatregelen Overzicht van overgangsmaatregelen voor groepen studenten, indien onderdelen van het onderwijsprogramma zijn gewijzigd. Voor cohorten 2009-2010 en eerder, stonden er conform het LOMIZ-profiel 15 competenties aangevuld met 3 competenties conform het MiZ-HHS-beleid centraal. In het Propedeuseassessment (inclusief herkansing) werden de in totaal 18 competenties getoetst, aangevuld met de 9 zorgdomeinen, gebaseerd op 18/9 tabel (Artikel 8 lid c). In de hoofdfase vonden er 18 competentie-assessments plaats. Voor inhoudelijke informatie zie Toetsvisie en Toetsbeleid MiZ. Voor het Cohort 2011-2012 heeft het LOMIZ 11 landelijke competenties vastgesteld aangevuld met 2 competenties conform het MiZ-HHS-beleid. In het Propedeuse-assessment worden de in totaal 13 competenties getoetst, aangevuld met de 9 zorgdomeinen, gebaseerd op 13/9 tabel (Artikel 8 lid c). In jaar 2 van de hoofdfase van de duale variant vinden er 4 thema- assessments plaats, deze zijn gekoppeld aan 56 studiepunten. Daarnaast zijn er 4 vrije studiepunten te behalen conform artikel 8, lid d. In de studiejaren 3 en 4 van de hoofdfase zijn er voor de duale variant 12 competenties gekoppeld aan ieder 8 studiepunten. Voor het behalen van competentie 11 is praktijk onderzoek noodzakelijk. Het positief afronden van dit praktijkonderzoek is gekoppeld aan 12 studiepunten en aan het daadwerkelijk afronden van competentie 11 zijn eveneens 12 studiepunten gekoppeld. In totaal zijn er 180 studiepunten in de hoofdfase te behalen. Voor inhoudelijke informatie zie Toetsvisie en Toetsbeleid MiZ 2011-2012. Artikel 7
Financiële bijdragen
Hogeschooldeel 1. De hogeschool stelt de inschrijving niet afhankelijk van een andere geldelijke bijdrage dan het collegegeld. 2. De opleiding kan een student vragen leer(hulp)middelen aan te schaffen, als de opleiding deze noodzakelijk acht voor het studieprogramma. 3. In het opleidingsdeel is aangegeven welke leer(hulp)middelen de opleiding noodzakelijk acht om het onderwijs te kunnen volgen en wat de omvang is van de kosten die de aanschaf van deze leer(hulp)middelen met zich meebrengt. 4. Indien er kosten verbonden zijn aan activiteiten die als onderwijseenheid zijn opgenomen in het onderwijsprogramma, biedt de opleiding de student een gelijkwaardig alternatief aan, indien hij die kosten niet kan of wil maken. Hiertoe dient de student een verzoek in bij de examencommissie. De examencommissie besluit in overleg met de docent. Opleidingsdeel Leer(hulp)middelen Studenten wordt aanbevolen om de volgende leer(hulp)middelen in hun bezit te hebben ten einde het onderwijs met succes te kunnen volgen: de in de catalogus genoemde literatuur (boeken, syllabi etc.). De kosten die dat met zich meebrengt, bedragen maximaal € 500 per jaar. Artikel 8
Toekennen van studiepunten
Hogeschooldeel 1. Elke onderwijseenheid heeft een omvang in studielast van 3 of meer hele studiepunten. Zowel in de propedeutische fase als in de hoofdfase mag de opleiding eenmaal voor 3 studiepunten kleinere onderwijseenheden definiëren. 2. De opleiding kent de studiepunten behorend bij een onderwijseenheid aan de student toe, wanneer deze minimaal voldaan heeft aan de volgende voorwaarden: a) de student heeft de aan de onderwijseenheid verbonden toets of de aan de onderwijseenheid verbonden deeltoetsen afgelegd en b) het eindresultaat behaald voor een onderwijseenheid moet minimaal 5,5 op een tienpuntsschaal of voldoende op een voldoende/onvoldoendeschaal zijn. Aan de De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
29
resultaten van deeltoetsen kan de opleiding in het opleidingsdeel voorwaarden verbinden, zie hiervoor artikel 11 lid 8 van dit reglement. c) de student heeft vrijstelling verkregen van het afleggen van de aan de onderwijseenheid verbonden toets. 3. Aan het met positief resultaat afleggen van een deeltoets kent de opleiding geen studiepunten toe. 4. De student kan eindresultaten behaald voor onderwijseenheden niet compenseren. Opleidingsdeel a. Conform artikel 6 worden studiepunten in de Propedeutische fase uitsluitend toegekend op grond van het succesvol afleggen van het propedeuse-assessment (maximaal 60 studiepunten). b. Voor de overgang van het propedeusejaar naar de hoofdfase dienen minimaal 40 studiepunten behaald te zijn in het propedeuse-assessment. c. studiepunten in het (herkansings)propedeuse-assessment voor het cohort 2010-2011 (en eerdere cohorten) zijn conform de navolgende matrix bepaald:
Aantal competenties met voldoende studievoortgang
STUDIEPUNTEN 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Aantal zorgdomeinen naar tevredenheid 1 2 3 4 5 6 7 1 1 2 2 3 3 4 1 2 3 4 6 7 8 2 3 5 7 8 10 12 2 4 7 9 11 13 16 3 6 8 11 14 17 19 3 7 10 13 17 20 23 4 8 12 16 19 23 27 4 9 13 18 22 27 31 5 10 15 20 25 30 34 6 11 17 22 28 33 36 6 12 18 24 31 35 37 7 13 20 27 33 40 43 7 14 22 29 36 41 44 8 16 23 31 37 43 46 8 17 25 33 37 44 47 9 18 27 36 38 45 49 9 19 28 38 38 47 50 10 20 30 39 39 48 52
behandeld 8 9 4 5 9 10 13 15 18 20 22 25 27 30 31 35 36 36 36 37 37 38 38 39 45 48 47 50 49 52 51 54 52 56 54 58 56 60
Toelichting: indien tijdens het Propedeuseassessment alle 18 competenties en alle 9 zorgdomeinen naar de beoordeling van de assessoren voldoende zijn toegelicht en het vak Professionele Taalvaardigheid voldoende is afgerond, heeft de student 60 studiepunten en derhalve de Propedeuse behaald. De student zal tijdens het propedeuseassessment minimaal 3 studiepunten behalen. Het is aan de assessoren om op grond van de waardering van de kwaliteit en kwantiteit van het portfolio en de mondelinge toelichting van de student tijdens het Propedeuseassessment de studiepunten toe te kennen.
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
30
De studiepunten in het propedeuse-assessment voor het cohort 2011-2012 zijn conform de navolgende matrix bepaald:
Aantal competenties met voldoende studievoortgang
STUDIEPUNTEN
Aantal zorgdomeinen naar tevredenheid behandeld 1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
1*)
1
2
2
3
4
4
5
5
2
1
2
4
5
6
7
9
10
11
3
2
4
5
7
9
11
13
15
16
4
2
5
7
10
12
15
17
20
22
5
3
6
9
12
15
18
21
24
27
6
4
7
11
15
18
22
26
29
33
7
4
9
13
17
21
26
30
34
38
8
5
10
15
20
24
41
42
43
43
9
5
11
16
22
27
42
43
45
47
10
6
12
18
24
30
43
45
48
50
11
7
13
20
27
34
43
47
50
53
12
7
15
22
29
37
44
48
53
57
13
8
16
24
32
39
45
50
55
60
*) Dit studiepunt wordt behaald indien het vak Professionele Taalvaardigheid met een voldoende resultaat is afgerond. Toelichting: indien tijdens het Propedeuseassessment alle 13 competenties en alle 9 zorgdomeinen naar de beoordeling van de assessoren voldoende zijn toegelicht en het vak Professionele Taalvaardigheid voldoende is afgerond, heeft de student 60 studiepunten en derhalve de Propedeuse behaald. De student zal tijdens het propedeuseassessment minimaal 3 studiepunten behalen. Het is aan de assessoren om op grond van de waardering van de kwaliteit en kwantiteit van het portfolio en de mondelinge toelichting van de student tijdens het Propedeuseassessment de studiepunten toe te kennen. d. het totaal te behalen studiepunten in de hoofdfase is 180 studiepunten. In het tweede jaar bij de duale variant vinden er 4 thema- assessments plaats, deze zijn gekoppeld aan 56 studiepunten. Vier vrije studiepunten kunnen naar keuze in het tweede jaar als volgt behaald worden: - Aanwezigheid bij 4 open dagen; - Deelname aan de Opleidingscommissie MiZ; - Organiseren werkvelddag; - Tutoring; - Introductieweek; - Oprichting studievereniging; - Medewerking aan Interne audit; - Vormgeven aan Knipselkrant; - Werven nieuwe studenten Middelbare scholen; - Meewerken aan Proefstuderen. Nadere toelichting over de vrije studiepunten is opgenomen in de Catalogus MiZ, zie bijlage.
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
31
De overige studiepunten bij de duale variant in de hoofdfase zijn gekoppeld aan 13 competenties. Hier kunnen bij 12 van de afzonderlijke competenties 8 studiepunten worden behaald. Voor het behalen van competentie 11 (in de praktijk de laatste competentie) is praktijkonderzoek noodzakelijk. Het positief afronden van dit praktijkonderzoek is gekoppeld aan 12 studiepunten en aan het daadwerkelijk afronden van competentie 11 zijn eveneens 12 studiepunten gekoppeld. De overige 108 studiepunten worden toegekend nadat in assessments is vast komen te staan dat een of meer competenties zijn behaald conform de eindniveaueisen volgens de Dublin Descriptoren. Voor de deeltijd variant worden er in de hoofdfase 11 studiepunten toegekend aan een relevante functie conform artikel 6.g. Verder zijn de 13 competenties gekoppeld aan 13 studiepunten per competentie. Artikel 9
Examencommissie
Hogeschooldeel 1. De academiedirecteur stelt één examencommissie in, die werkzaam is voor alle aan zijn academie verbonden opleidingen. 2. De academiedirecteur draagt er zorg voor dat het onafhankelijk en deskundig functioneren van de examencommissie voldoende wordt gewaarborgd. 3. De examencommissie heeft de volgende taken en bevoegdheden: a. Stelt vast of een student voldoet aan de voorwaarden die deze onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad; b. Borgt de kwaliteit van de toetsen en examens; c. Geeft richtlijnen en aanwijzingen binnen het kader van deze onderwijs- en examenregeling om de uitslag van toetsen en examens te beoordelen en vast te leggen; d. Beslist over verzoeken van vrijstelling voor het afleggen van een of meer toetsen, zoals bedoeld in artikel 5; e. Verbindt voorwaarden aan de toestemming tot het afleggen van een of meer onderdelen van de hoofdfase voordat de student het propedeutische examen met goed gevolg heeft afgelegd (zie art. 18); f. Brengt het studieadvies uit voor de propedeutische fase, zoals bedoeld in artikel 18 van de OER; g. Behandelt verzoeken van studenten om voorzieningen en aanpassingen op grond van de wet Gelijke Behandeling inzake Handicap of Chronisch ziekte en bepaalt de wijze waarop lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten redelijkerwijs in de gelegenheid worden gesteld de toetsen af te leggen (WHW 7.13.m); h. Is bevoegd de geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde toetsen te verlengen (WHW 7.13k); i. Is bevoegd te bepalen dat toetsen anders dan in de OER vastgelegd; mondeling, schriftelijk of op een andere wijze worden afgelegd (WHW 7.13.l); j. Is bevoegd tot het verlenen van vrijstelling van de verplichting tot deelname aan praktische oefeningen, met het oog op de toelating tot het afleggen van de desbetreffende toets, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen (WHW 7.13. t); k. Behandelt verzoeken om nog niet tot uitreiking getuigschrift over te gaan (WHW 7.11.3); l. Beoordeelt fraude en legt sancties op tot maximum een jaar (WHW 7.12b). Indien een student of extraneus fraudeert, kan de examencommissie de betrokkene het recht ontnemen een of meer door de examencommissie aan te wijzen toetsen of examens af te leggen gedurende een door de examencommissie vast te stellen termijn van ten hoogste een jaar. Bij ernstige fraude kan het College van Bestuur op voorstel van de examencommissie de inschrijving van betrokkene definitief beëindigen. In de frauderegeling worden de mogelijke maatregelen nader gespecificeerd (zie de frauderegeling die als bijlage aan deze Onderwijs- en examenregeling is toegevoegd); De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
32
m. Reikt het getuigschrift uit ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, nadat het instellingsbestuur heeft verklaard dat aan procedurele vereisten voor de afgifte is voldaan (WHW 7.11.2) en voegt hieraan een supplement toe & geeft desgevraagd verklaringen af over afgelegde tentamens; n. Verleent toestemming tot het volgen van minors, voor zover dat volgens artikel 6.11 vereist is; o. Het behandelen van bezwaren van studenten tegen beoordeling door een examinator. 4. Voor het afnemen van toetsen wijst de examencommissie examinatoren aan. De examinatoren verstrekken de examencommissie de gevraagde inlichtingen. 5. De examencommissie stelt een huishoudelijk reglement op van haar werkzaamheden. 6. Indien een student bij de examencommissie een verzoek of een klacht indient waarbij een examinator betrokken is die lid is van de examencommissie, neemt de betrokken examinator geen deel aan de behandeling van het verzoek of de klacht. Opleidingsdeel Het huishoudelijke reglement van de examencommissie BRV is gepubliceerd op de studentenportal. Artikel 10
Examens
Hogeschooldeel 1. Een opleiding kent een propedeutische fase en een hoofdfase. Aan beide fasen is een examen verbonden. Indien de student de toetsen van de tot de propedeutische of de hoofdfase of het Ad-programma behorende onderwijseenheden met goed gevolg heeft afgelegd, heeft de student het desbetreffende examen afgelegd, behalve als er in het opleidingsdeel bepaald is dat het examen tevens een door de examencommissie zelf te verrichten onderzoek omvat (artikel 7.10 lid 2 WHW). 2. Indien de examencommissie heeft bepaald dat het examen tevens een door haar zelf te verrichten onderzoek omvat, stelt zij de inhoud van dat onderzoek jaarlijks voor aanvang van het studiejaar vast. De inhoud van dit onderzoek is vastgelegd in het opleidingsdeel. 3. Aan een student die een examen met goed gevolg heeft afgelegd reikt de examencommissie een getuigschrift uit (artikel 7.11 WHW). Opleidingsdeel a. Inhoud van het propedeutisch examen. Het examen van de propedeutische fase van de duale- en deeltijdopleiding bestaat naast deelname aan de betreffende onderwijseenheden genoemd in artikel 6 en de Toets Nederlands ook uit een propedeuse-assessment. De inhoud van dit assessment, de beoordelingscriteria en aanvullende informatie is opgenomen in de brochure “Handreiking Propedeuse-assessment van de opleiding Management in de Zorg” en “Toetsvisie en Toetsbeleid MiZ” (digitaal beschikbaar op de studentenportal en op Blackboard). Aan de hand van de niveau-indicatoren van de Haagse Bachelor wordt de kennis van de 13 opleidingscompetenties en de kennis van de 9 zorgdomeinen gemeten. De persoonlijke ontwikkeling van de student wordt gemeten bij de aanvang van de opleiding door middel van een intakeassessment en halverwege het eerste studiejaar. b. Inhoud van het hoofdfase-examen. Het hoofdfase-examen bestaat de facto uit 4 thema assessments, praktijkonderzoek en 13 Competentie-assessments. De Hoofdfase is afgerond zodra de student de 180 studiepunten heeft behaald. In het document “Toetsvisie en Toetsbeleid MiZ” (digitaal beschikbaar op de studentenportal en op Blackboard) staan nadere aanwijzingen en regels rond de (organisatie van) competentieassessments. Artikel 11
Toetsen
Hogeschooldeel
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
33
Toetsen en deeltoetsen 1. De student sluit een onderwijseenheid af met een toets. Een toets kan bestaan uit meerdere deeltoetsen. Aan deelname aan (deel)toetsen kan de opleiding in het opleidingsdeel redelijke voorwaarden van organisatorische- en onderwijskundige aard verbinden. 2. De examencommissie kan bepalen dat een student, alvorens hij een toets kan afleggen, verplicht is deel te nemen aan bepaalde praktische oefeningen. De examencommissie kan vrijstelling geven van deze verplichting en al dan niet vervangende eisen stellen. In het opleidingsdeel is vermeld aan welke praktische oefeningen de student verplicht moet deelnemen, evenals de procedure die hij moet volgen om ontheffing van deze verplichting te krijgen (WHW 7.13 lid 1 sub t). 3. In het opleidingsdeel is bij de beschrijving van de onderwijseenheden (artikel 6) opgenomen op welke wijze de (deel)toetsen worden afgenomen (mondeling, schriftelijk, anderszins). 4. De examencommissie draagt er zorg voor dat de leerdoelen en/of competenties die getoetst worden, voorafgaand aan de desbetreffende toets bekend zijn. Beoordeling 5. De examencommissie draagt er zorg voor dat de normering van de verschillende onderdelen van de toets voorafgaand aan de desbetreffende toets bekend is. Indien de normering niet wordt vermeld, geldt voor alle onderdelen van de toets dezelfde normering. Op basis van de kwalitatieve analyse van de toets kan de examinator de normering achteraf, met instemming van de examencommissie, aanpassen. 6. Een (deel)toets wordt beoordeeld met een van de volgende kwalificaties: a. Onvoldoende aan te duiden als O, waarbij een onvoldoende de betekenis heeft van een cijfer lager dan 5,5; b. Voldoende aan te duiden met V, waarbij een voldoende de betekenis heeft van een cijfer hoger dan of gelijk aan 5,5. 7. Indien een (deel)toets wordt beoordeeld met een cijfer, dan geldt dat het cijfer met de nauwkeurigheid van 0,1 (een tiende) op de schaal van 1,0 tot en met 10,0 wordt gegeven. Indien er sprake is van afronding rondt de opleiding de cijfers af op hele getallen. Is het eerste cijfer achter de komma kleiner dan 5 dan wordt het toetscijfer naar beneden afgerond (bijvoorbeeld: 6,48 wordt 6). Is het eerste cijfer achter de komma gelijk aan of groter dan 5 dan wordt het toetscijfer naar boven afgerond (bijvoorbeeld: 6,51 wordt 7). Bij cijfers die het resultaat zijn van een gewogen of berekend gemiddelde vindt geen afronding plaats. Indien dit cijfer bestaat uit meerdere decimalen worden deze teruggebracht tot 1 decimaal (bijvoorbeeld: 6,49 wordt 6,4). Hierbij vindt géén afronding plaats (bijvoorbeeld: 6,49 wordt afgekapt naar 6,4). De opleiding kan ervoor kiezen toetscijfers af te ronden op hele getallen. Indien de opleiding besluit tot afronding op hele getallen, is dit vastgelegd in het opleidingsdeel. 8. Als een opleiding een onderwijseenheid toetst door middel van deeltoetsen die zij beoordeelt met een cijfer, dan is het eindresultaat voor die onderwijseenheid het rekenkundige gemiddelde van alle deeltoetsen. Indien bij middeling van de deelcijfers sprake is van een gewogen gemiddelde, dan geeft de opleiding dit in het opleidingsdeel aan. 9. De opleiding kan in het opleidingsdeel vastleggen dat de resultaten van bepaalde deeltoetsen voldoende moeten zijn (5,5 of, bij afronding, 6 of V). 10. Aan resultaten van deeltoetsen worden geen studiepunten toegekend. 11. De opleiding kent geen beoordeling toe aan (deel)toetsen verbonden aan onderwijseenheden waarvoor de examencommissie vrijstelling heeft verleend. Bekendmaking resultaat en bezwaar en beroep 12. De opleiding maakt het resultaat van een (deel)toets uiterlijk 15 werkdagen na afloop van de toets bekend in OSIRIS. Dit is de officiële bekendmaking. Aan de resultaten die staan vermeld in OSIRIS kan de student rechten ontlenen twee maanden na de datum waarop de toets plaatsvond. 13. Indien het resultaat niet binnen 15 werkdagen na afloop van de toets bekend is gemaakt in OSIRIS, kan de student bezwaar aantekenen bij de examencommissie. Het bezwaar moet
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
34
binnen 20 werkdagen nadat het resultaat in OSIRIS gepubliceerd had moeten zijn, ingediend worden1. 14. Indien een student het niet eens is met een beoordeling door een examinator, kan de student binnen 20 werkdagen na de officiële bekendmaking in OSIRIS, schriftelijk bezwaar aantekenen bij de examencommissie. De examencommissie kan zich bij het afhandelen van het bezwaar laten adviseren door bijv. de toetscommissie. 15. Indien een student bezwaar heeft aangetekend belegt de examencommissie zonodig een vergadering waarin zij zowel de student als de examinator kan horen. De examencommissie deelt de beslissing schriftelijk en uiterlijk 15 werkdagen nadat zij het bezwaar heeft ontvangen mee aan de student. De termijn vangt aan op de dag volgend op die waarop het schriftelijke bezwaar van de student is ontvangen. 16. De student kan tegen beslissingen van de examencommissie en examinatoren in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (artikel 7.61 WHW) (zie studentenstatuut deel 1, bijlage 8). Kennelijke fouten 17. De examencommissie kan kennelijke fouten in OSIRIS binnen 2 maanden na afloop van de toets herstellen. Tegen het herstelde resultaat kan de student binnen 20 werkdagen na het herstel in OSIRIS, bezwaar aantekenen bij de examencommissie. Inzage 18. De opleiding stelt de student in de gelegenheid om inzage te krijgen in de beoordeelde toets op een nader door de opleiding te bepalen moment, doch in ieder geval uiterlijk 15 werkdagen na de officiële bekendmaking van het resultaat in OSIRIS. De termijn vangt aan op de dag volgend op die waarop het resultaat officieel is bekend gemaakt. Daarnaast kan de student de beoordeelde toets binnen deze termijn inzien op afspraak met de docent (artikel 7.13 WHW). Herkansing 19. De examencommissie biedt de student in beginsel voor elke (deel)toets ten minste één herkansing in hetzelfde studiejaar aan. Toetsen die de student niet in hetzelfde studiejaar kan herkansen, omdat een herkansing redelijkerwijs niet valt in te passen in het onderwijsprogramma wegens het specifieke karakter van een onderwijseenheid, zijn opgenomen in het opleidingsdeel. Bij herkansing telt het hoogste resultaat. Opleidingsdeel a. Toetsstof en vorm waarin getoetst wordt. De opleiding kent uitsluitend het assessment als summatieve toets; de procedure van het assessment wordt beschreven in de catalogus, in de Brochure “Handreiking Propedeuseassessment van de opleiding Management in de Zorg” en in “Toetsvisie en Toetsbeleid MiZ” Deze documenten zijn digitaal beschikbaar op de studentenportal en op Blackboard. De stof die op deze wijze wordt getoetst beslaat in de propedeutische fase naast de cursussen en trainingen, de 13 opleidingscompetenties en de 9 zorgdomeinen (zie artikel 10). In de hoofdfase worden de 4 thema-assessments en de 13 opleidingscompetenties in assessments getoetst; deze zijn beschreven in de brochure “De competenties van de opleiding Management in de Zorg” (digitaal beschikbaar op de studentenportal en op Blackboard). b. Beoordeling van toetsen De opleiding MiZ kent zowel formatieve als summatieve toetsing. De formatieve toetsing wordt gegeven in de vorm van feedback door de desbetreffende docent. De uitslag van het propedeuse-assessment, thema-assessments en de competentie-assessments wordt door de Toetscommissie weergegeven in termen van “voldaan” dan wel “niet-voldaan”. c. Opdrachten Tijdens de afzonderlijke projecten, cursussen en trainingen kunnen de betrokken docenten aan de student opdrachten verstrekken, die tot doel hebben om formatief te toetsen in hoeverre de stof is verwerkt en/of begrepen. Deze opdrachten worden evenmin van een Wanneer de docent bij het nakijken of het invoeren van de resultaten in Osiris in gebreke blijft, kan de examencommissie zich tot de academiedirecteur wenden. De Haagse Hogeschool 35 Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief 1
cijferwaardering voorzien, noch leveren zij aparte studiepunten op, maar de student heeft wel recht op inhoudelijke feedback van de betrokken docent. d. Tijdstip toetsen en herkansingen De opleiding organiseert de propedeuse-assessments in de laatste twee weken van het opleidingsjaar; na elk onderwijsblok (derhalve vier maal per jaar) worden competentieassessments georganiseerd (zie ook de jaarkalender in artikel 6 van dit reglement). Herkansingen van de propedeuseassessments vinden binnen het vigerende studiejaar plaats; herkansing van de competentie-assessments binnen de reguliere assessmentrondes.
Artikel 12 Regelingen met betrekking tot het uitvoeren van toetsen Hogeschooldeel 1. In het opleidingsdeel zijn nadere bepalingen opgenomen met betrekking tot de uitvoering van (deel)toetsen. Het gaat daarbij om regels betreffende inschrijving, aanwezigheid, wijze van inleveren van opdrachten, gedrag, verboden handelingen en dergelijke. 2. Bij het afleggen van (deel)toetsen dient de student zich te legitimeren met een paspoort of identiteitskaart volgens Europees model, een Nederlands rijbewijs of een Nederlands verblijfsdocument; W document of geprivilegieerden-document ( zie voor een overzicht www.identiteitsdocumenten.nl). 3. Zonder geldige legitimatie is er geen recht op deelname aan de toets. 4. Mondelinge toetsen en examens zijn niet openbaar, tenzij de examencommissie in bijzondere gevallen anders bepaalt (artikel 7.13 WHW). 5. Indien een student een toets aflegt bij een andere opleiding dan waarvoor hij staat ingeschreven, zijn de regels die gelden in de opleiding waarbij hij de toets aflegt, op hem van toepassing. Opleidingsdeel Toetsregeling a. Tijdstip assessments In de MiZ-Jaarkalender (Artikel 6h) wordt standaard aangegeven in welke kalenderweken de assessments plaatsvinden. Uiterlijk in week 8 van het onderwijsblok wordt het assessmentrooster via de studentenportal en Blackboard bekendgemaakt. b. Propedeuse-assessments Het propedeuseassessment vindt aan het eind van de propedeusefase plaats. De student die voldaan heeft aan de aanwezigheidsplicht (Artikel 6d) wordt door de opleiding voor dit assessment ingeschreven. c. Competentie-assessments De student die wenst deel te nemen aan een competentie-assessment dient zich in de weken 1 en 2 van een onderwijsblok via Osiris Student in te schrijven. Per assessment kunnen maximaal vijf competenties worden getoetst. Het voor het assessment benodigde portfolio dient in drievoud te worden ingeleverd, te weten 2 portfolio’s in hardcopy en 1 portfolio digitaal. Deze portfolio’s, zowel hardcopy, als digitaal, moeten uiterlijk de donderdag van het betreffende onderwijsblok ingeleverd zijn. Een portfolio wordt alleen dan aanvaard als onderdeel van een assessment indien deze is opgesteld met gebruik van correct en foutloos Nederlands. Nadere regels met betrekking tot de competentieassessments zijn beschreven in de Nota Toetsvisie en Toetsbeleid MiZ die als bijlage bij dit OER is gevoegd. d. Data en roosters De precieze data van en dagroosters voor de assessments worden door de opleiding op de studentenportal en Blackboard gepubliceerd. Artikel 13 Geldigheidsduur (deel)toetsresultaten en verleende vrijstellingen en bewaartermijn toetsen Hogeschooldeel 1. Resultaten behaald vanaf 1-9-2011 voor deeltoetsen, toetsen en vrijstellingen binnen het propedeutische examen zijn 3 jaar geldig, resultaten behaald binnen een hoofdfaseprogramma De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
36
zijn 5 jaar geldig, tenzij in het opleidingsdeel een kortere geldigheidsduur voor deeltoetsen is vastgesteld. 2. Als overgangsregeling geldt: a. resultaten behaald tussen 1-9-2007 en 1-9-2011, zijn 10 jaar geldig, tenzij in de toenmalige onderwijsexamen regeling van de opleiding een andere geldigheidsduur was vastgesteld. b. resultaten behaald voor 1 september 2007, zijn onbeperkt geldig, tenzij in de toenmalige onderwijsexamen regeling van de opleiding een andere geldigheidsduur was vastgesteld. 3. In bijzondere gevallen en op schriftelijk verzoek van de student, kan de examencommissie besluiten om de geldigheidsduur te verlengen of om een aanvullende of vervangende toets af te nemen (artikel 7.13 WHW). Een besluit daarover deelt de examencommissie schriftelijk mee. Een regeling hiervoor is opgenomen in het opleidingsdeel. 4. De opleiding bewaart gemaakte toetsen ten minste zes maanden, te rekenen vanaf de officiële bekendmaking van het resultaat van de beoordeling. In geval van beroep tegen de uitslag van een toets bewaart de opleiding de desbetreffende toets gedurende de periode waarin nog niet onherroepelijk op het beroep is beslist. Artikel 14 Bijzondere voorzieningen voor studenten met een functiebeperking en voor studenten die een topprestatie leveren. Hogeschooldeel 1. Een student met een functiebeperking heeft vanwege de Wet gelijke behandeling op grond van een handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ) en de WHW (artikel 7.13) recht op doeltreffende aanpassingen (dat wil zeggen: geschikt en noodzakelijk), tenzij deze voor de hogeschool een onevenredige belasting vormen. 2. Aanpassingen dienen ertoe belemmeringen weg te nemen of te beperken en de zelfstandigheid en volwaardige participatie van de student zoveel mogelijk te bevorderen. De aanpassingen kunnen betrekking hebben op de toegankelijkheid van gebouwen, het onderwijsprogramma (inclusief de stages), de studieroosters, de onderwijswerkvormen, de toetsing en de leermiddelen. 3. De student met een functiebeperking die aanspraak wil maken op aanpassingen, dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in bij de examencommissie (zie ook studentenstatuut deel 1, bijlage 11 bij Studentendecanen). Het verzoek moet voorzien zijn van een advies van de studentendecaan, dat gebaseerd is op de aan de studentendecaan overhandigde medische verklaring, waarin de persoonlijke gegevens van de student en de medische diagnose vermeld zijn. Bij dyslexie volstaat een dyslexieverklaring op grond van een door een erkende psycholoog of orthopedagoog verricht onderzoek. Wanneer de examencommissie dit voor het door haar te nemen besluit noodzakelijk acht, kan zij, op basis van geheimhouding, inzage krijgen in de medische verklaring. 4. Uiterlijk 15 werkdagen nadat de student een intake heeft gehad met de studentendecaan, is het advies van de studentendecaan gereed. De examencommissie behandelt het verzoek binnen 15 werkdagen nadat het ontvangen is. Een besluit tot het uitvoeren van de toegekende voorziening wordt binnen 15 werkdagen nadat het besluit is genomen, uitgevoerd. Indien het een verzoek tot een complexe voorziening betreft kunnen elk van deze termijnen met 15 werkdagen worden verlengd. De betrokken instantie stelt de student op de hoogte van deze verlenging. 5. Een student die topsport beoefent of een topprestatie op cultureel of ander gebied op het hoogste niveau levert, met een tijdsbesteding van ten minste 15 uur per week, kan een verzoek indienen voor studiefaciliteiten. De student moet dit verzoek direct bij aanvang van het studiejaar, dan wel direct na het optreden van de omstandigheden, indienen bij de examencommissie. De examencommissie beslist, na advisering door de coördinator topsport als het om sport gaat en door de studentendecaan van zijn opleiding als het om andere topprestaties gaat. 6. In bijzondere gevallen, ter beoordeling van de academiedirecteur, kunnen doeltreffende voorzieningen worden toegekend aan studenten die niet vallen onder lid 1 of 5.
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
37
Artikel 15 Aanpassingen in geval van een buiten Nederland afgegeven diploma Hogeschooldeel 1. De student die niet beschikt over een in Nederland afgegeven diploma van het voortgezet onderwijs kan een verzoek indienen om gedurende het eerste jaar van inschrijving aan de hogeschool, voor Nederlandstalige (deel)toetsen 30% van de toetstijd extra te krijgen en/of gebruik te maken van een woordenboek. 2. De student richt het verzoek aan de examencommissie. 3. De examencommissie kan deze aanpassingen uitbreiden. In het opleidingsdeel is beschreven hoe de student een verzoek tot aanpassingen of uitbreiding daarvan moet indienen. Artikel 16 Overmacht Hogeschooldeel Wanneer een student door overmacht is verhinderd aan een toets deel te nemen kan de examencommissie, op schriftelijk gemotiveerd verzoek daartoe van de student (indien mogelijk voorafgaand aan de toets), besluiten dat deze de gelegenheid krijgt de desbetreffende toets op een ander moment af te leggen. Artikel 17 Onregelmatigheden Hogeschooldeel 1. Indien een student zich ten aanzien van enig onderdeel van de propedeutische fase of de hoofdfase aan enige onregelmatigheid heeft schuldig gemaakt, kan de examencommissie hem deelname of verdere deelname aan daartoe aan te wijzen toetsen of examens ontzeggen voor een nader te bepalen termijn van ten hoogste één jaar (12 maanden) (artikel 7.12 WHW). Zie ook het fraudereglement dat als bijlage bij de Onderwijs- en Examenregeling is opgenomen. 2. Indien een student zich heeft schuldig gemaakt aan ernstige fraude, kan de examencommissie van de opleiding waarvoor de student staat ingeschreven, het College van Bestuur adviseren de inschrijving te beëindigen. 3. Om fraude bij literatuuronderzoek tegen te gaan wordt gebruikgemaakt van het digitale programma Ephorus. 4. Indien een student zich tijdens een toets aan onregelmatigheden schuldig maakt, noteert de surveillant of examinator de naam van de desbetreffende student op het proces-verbaal of op het gemaakte werk. Hij meldt dit aan de desbetreffende student. De student krijgt de gelegenheid de toets af te maken en in te leveren. De examencommissie kent bij onregelmatigheden geen beoordeling toe voor de desbetreffende toets. Een kopie van het proces-verbaal komt in het dossier van de student. 5. Indien de onregelmatigheid pas na afloop van de toets of het examen wordt ontdekt, kan de examencommissie de desbetreffende student het getuigschrift of het bewijsstuk onthouden. Zij kan ook bepalen dat zij aan de betrokken student het getuigschrift of het bewijsstuk slechts kan uitreiken na een nieuw onderzoek in de door de examencommissie aan te wijzen onderdelen van de toets of examen en op een door haar te bepalen wijze (artikel 7.12 WHW). 6. Alvorens een beslissing ingevolge het eerste, tweede of derde lid te nemen, hoort (de voorzitter van) de examencommissie de student. De (voorzitter van de) examencommissie deelt de beslissing van de examencommissie zo spoedig mogelijk mee, indien mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. 7. De examencommissie maakt van haar beslissing en van de feiten waarop deze steunt een rapport op en zendt dat naar de academiedirecteur. 8. De student kan tegen beslissingen van de examencommissie in beroep gaan bij het College van Beroep voor de examens van de Haagse Hogeschool (zie artikel 7.61 WHW en artikel 9 van dit reglement). Artikel 18 Studievoortgang, studieloopbaanbegeleiding en studieadvies 1. Geschiktheid voor de opleiding De examencommissie, onder verantwoordelijkheid van de academiedirecteur, geeft, de student schriftelijk of per e-mail2 aan het eind van diens eerste jaar van inschrijving voor de 2
De e-mail wordt gestuurd naar het hogeschoole-mailadres van de student.
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
38
2.
3.
propedeutische fase van een opleiding (opleiding gestart op 1 september) resp. het tweede jaar van inschrijving voor de propedeuse (opleiding gestart in februari 3), schriftelijk advies over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding waarvoor de student is ingeschreven. Bij het opstellen van het negatief bindend studieadvies wordt in ieder geval het oordeel van de studieloopbaanbegeleider en de studentendecaan betrokken. Het advies kan worden afgegeven zolang het propedeutische examen nog niet is behaald. Studieloopbaanbegeleiding De student heeft in de loop van elk studiejaar, zolang hij de propedeuse niet heeft behaald, met zijn studieloopbaanbegeleider minimaal twee gesprekken. In deze gesprekken wordt onder andere de studievoortgang besproken op basis van recente gegevens zoals vastgelegd in OSIRIS. De gesprekken vinden in het eerste halfjaar en in het tweede halfjaar plaats. De conclusies van de gevoerde gesprekken worden schriftelijk verstrekt aan de student en opgenomen in diens dossier. Daarnaast kan de student contact opnemen met de studentendecaan en zich wenden tot het Loopbaancentrum en een studentenpsycholoog. Het systeem van studieloopbaanbegeleiding binnen de opleiding MiZ bestaat uit individuele begeleidingsgesprekken en wordt uitgevoerd door docent/individueel begeleider. Studieadvies, criteria en consequenties Voor de opleiding MiZ gelden de volgende adviezen en criteria: a. Studieloopbaanbegeleiding. Een student krijgt gedurende de gehele studieduur een docent als individueel begeleider toegewezen. Met de individueel begeleider wordt regelmatig de studievoortgang besproken. b. Tijdstip waarschuwing en studieadvies Telkens na afloop van een onderwijsblok in het propedeusejaar en in het eerste jaar van de hoofdfase geeft de Toetscommissie MiZ een waardering over de door de opleiding geconstateerde voortgang van de studie door middel van symbolisch gekleurde kaarten. Een groene kaart heeft een positieve betekenis, een oranje kaart benadrukt twijfel en een rode kaart heeft een negatieve betekenis over de voortgang van de studie . Het is aan de student en zijn individueel begeleider om daar consequenties aan te verbinden. Bij twijfelachtige dan wel negatieve voortgang van de studie geeft de examencommissie de waarschuwing Negatief Bindend Studieadvies in de maand april. Het definitieve Negatief Bindend Studieadvies geeft zij uiterlijk op 31 augustus.
3.1. Positief advies; het advies aan de student dat hij zijn studie binnen de opleiding mag voortzetten, wordt verstrekt indien de student het propedeutische examen heeft behaald. 3.2. Aangehouden studieadvies; het advies aan de student, dat hij zijn studie binnen de opleiding voorlopig mag voortzetten, wordt verstrekt indien de student de norm van het studieadvies voor het eerste jaar van inschrijving heeft behaald, maar het propedeutische examen niet heeft behaald. De student mag toetsen behorend bij het onderwijs van de hoofdfase afleggen, op voorwaarde dat hij voorrang geeft aan onderwijseenheden uit de propedeuse. De examencommissie kan voorwaarden verbinden aan het mogen deelnemen aan toetsen van onderwijseenheden van de hoofdfase. 3.3. Negatief bindend studieadvies; het bindende advies aan de student dat hij zijn studie binnen de opleiding niet mag voorzetten. Het advies wordt verstrekt indien de student de norm van het studieadvies niet heeft gehaald. 3.3.1. Norm negatief bindend studieadvies: 3
Een inschrijvingsjaar begint op 1 september en eindigt op 31 augustus. Het eerste jaar van inschrijving van een student die zich op 1 februari van een kalenderjaar voor het eerst inschrijft, eindigt op 31 augustus van dat zelfde kalenderjaar. Op 1 september van dat kalenderjaar begint zijn tweede jaar van inschrijving. Op 1 september daarop volgend begint zijn derde jaar van inschrijving.
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
39
De normen verbonden aan het beoordelen van de studievoortgang en het afgeven van een negatief bindend advies zijn als volgt: De student die deelneemt aan het gehele propedeuseprogramma krijgt aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase een negatief bindend studieadvies, indien hij op dat moment minder dan 40 (resp. 2/3e van 60) studiepunten uit de propedeutische fase heeft behaald. Dit advies wordt afgegeven uiterlijk op 31 augustus als de opleiding is gestart op 1 september van het eerste jaar van inschrijving en uiterlijk op 28 februari van het tweede jaar van inschrijving als de opleiding is gestart op 1 februari. -De student aan wie vrijstelling is verleend voor een of meerdere onderwijseenheden, krijgt aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase een negatief bindend studieadvies, indien hij op dat moment minder dan 2/3e van de nog te behalen studiepunten uit het propedeutische examen (studiepunten uit vrijstellingen tellen dus niet mee) heeft behaald. Dit advies wordt afgegeven uiterlijk op 31 augustus als de opleiding is gestart op 1 september van het eerste jaar van inschrijving en uiterlijk op 28 februari van het tweede jaar van inschrijving als de opleiding is gestart op 1 februari. -De student in het tweede jaar of derde jaar (opleiding gestart op 1 februari) van inschrijving voor de propedeutische fase, krijgt een negatief bindend studieadvies, indien hij uiterlijk op 31 augustus (de opleiding is gestart op 1 september) van het tweede jaar van inschrijving of 28 februari (de opleiding is gestart op 1 februari) van het derde jaar van inschrijving het propedeutische examen niet heeft behaald. -Voor studenten die deelnemen aan een verkort en/of versneld programma, gelden dezelfde normen en tijdstippen waarop het studieadvies wordt afgegeven. 3.3.2. Nadere voorwaarden negatief bindend studieadvies Een negatief bindend studieadvies kan alleen worden gegeven wanneer de student, gelet op zijn studieresultaten en met inachtneming van zijn persoonlijke omstandigheden, niet geschikt wordt geacht voor de opleiding, doordat zijn studieresultaten niet voldoen aan de vereisten die daaromtrent zijn vastgesteld in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding, en de student studiebegeleiding is aangeboden, de gegevens over de studievoortgang van iedere student opgenomen zijn in het studievolgsysteem OSIRIS. De student tenminste eenmaal per halfjaar per e-mail is herinnerd aan de mogelijkheid de in OSIRIS vastgelegde gegevens in te zien, de opleiding elk studiejaar voor elke onderwijseenheid tenminste een herkansing heeft geprogrammeerd, met uitzondering van onderwijseenheden met een specifiek karakter (bv een stage of selecterend project) waarvoor een herkansing redelijkerwijs niet valt in te passen in het onderwijsprogramma, er vooraf een waarschuwing is afgegeven op een zodanig tijdstip dat de betreffende student de mogelijkheid heeft zijn studieresultaten te verbeteren (artikel 7.8b WHW), er rekening gehouden is met eventuele persoonlijke omstandigheden,
de student in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord voordat de examencommissie het negatieve bindende studieadvies uitbrengt.
3.3.3. Consequentie van het negatief bindend studieadvies 1. Een student aan wie een negatief bindend studieadvies is verstrekt voor een bacheloropleiding (in voltijd, duaal of deeltijd) voor een Associate-degree programma mag zich niet meer aan De Haagse Hogeschool voor diezelfde bachelor opleiding of Associate-degree programma inschrijven. De uitsluiting van inschrijving vanwege een negatief bindend studieadvies voor een Associatedegree programma, geldt ook voor de bachelor opleiding. De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
40
De uitsluiting van inschrijving vanwege een negatief bindend studieadvies voor een bachelor opleiding, geldt niet voor de mogelijkheid om zich in te kunnen inschrijven voor een eventueel Associate-degree programma van die opleiding. 2. De inschrijving van de student die tijdens het studiejaar een negatief bindend studieadvies heeft ontvangen, wordt door het College van Bestuur beëindigd met ingang van de tweede hele maand volgend op de maand waarin de student schriftelijk is meegedeeld dat er sprake is van een negatief bindend studieadvies. Indien de student zijn inschrijving wil beëindigen met ingang van de maand volgend op de maand waarin het negatief bindend studieadvies is uitgebracht, kan hij hiertoe een verzoek indienen bij de Centrale Studenten Inschrijving in gevolge het Reglement in- en uitschrijving. 3. Het negatief bindend studieadvies geldt voor het eerste inschrijvingsjaar volgend op het inschrijvingsjaar waarin het negatief bindend studieadvies is gegeven. Mocht een student zich daarna toch opnieuw voor de desbetreffende opleiding willen inschrijven, dan is dit toegestaan mits ten genoegen van de academiedirecteur aannemelijk wordt gemaakt dat de opleiding met succes kan worden gevolgd. 4. Bindende verwijzing naar specifiek hoofdfase programma De opleiding kent geen bindende verwijzing op basis van studieresultaten in de propedeuse naar een specifieke afstudeerrichting
5. Aangehouden studieadvies en deelnemen aan toetsen in hoofdfase Een student die het propedeutische examen nog niet heeft behaald, maar wel een aangehouden studieadvies heeft ontvangen, dient voorrang te geven aan het behalen van de resterende onderwijseenheden uit het propedeutische programma, maar mag onder bepaalde voorwaarden al toetsen behorend bij het onderwijs van de hoofdfase afleggen. 6. Planning en data Aan de student die staat ingeschreven in de propedeutische fase van een opleiding die per 1 september is gestart, wordt in principe uiterlijk 31 juli van het daaropvolgende jaar op basis van de dan bereikte studieresultaten een studieadvies verstrekt. Indien er echter in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding MiZ is opgenomen dat tussen 31 juli en 1 september nog gelegenheid is om studiepunten te behalen (zie jaarkalender in artikel 6), wordt het negatief bindend studieadvies uiterlijk op 31 augustus verstrekt. Een waarschuwing voor een vermoedelijk negatief bindend studieadvies wordt uiterlijk in maart afgegeven. Een eventueel verzoek van de student om rekening te houden met zijn bijzondere omstandigheden dient uiterlijk 1 juli door de examencommissie te zijn ontvangen. Voordat de examencommissie definitief beslist wordt de student in de gelegenheid gesteld gehoord te worden (zie OER artikel 18, lid 8). 7. Uitstel van negatief bindend studieadvies De examencommissie kan van het toepassen van het negatief bindend studieadvies afwijken indien de persoonlijke omstandigheden van de student hiertoe aanleiding geven (zie WHW artikel 7.8b en OER artikel 18) en besluiten tot uitstel van het negatief bindend studieadvies. Aan dit uitstel kunnen door de examencommissie nadere voorwaarden worden verbonden. Het besluit tot uitstel, inclusief de nadere voorwaarden, wordt schriftelijk aan de student medegedeeld. De examencommissie kan dit uitstel onder voorwaarden verlenen aan het einde van het eerste jaar resp. tweede jaar4 van inschrijving voor de propedeutische fase en overigens zo lang de propedeuse nog niet is behaald. 8. Persoonlijke omstandigheden Indien de student wenst dat de examencommissie rekening houdt met zijn persoonlijke omstandigheden dan dient hij op het moment dat deze omstandigheden zich voordoen of zo 4
bij een opleiding gestart in februari: resp. aan het einde van het derde jaar van inschrijving voor de propedeutische fase.
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
41
spoedig mogelijk daarna de studentendecaan en zijn studiebegeleider hieromtrent te informeren. De student is zelf verantwoordelijk voor het melden van omstandigheden en voor het in overleg treden om eventuele studievertraging te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Voorts moet de student voor 1 juli (opleiding gestart in september) resp. 1 januari (opleiding gestart in februari) de examencommissie schriftelijk verzoeken om rekening te houden met zijn persoonlijke omstandigheden. De bij de beoordeling betrokken persoonlijke omstandigheden van de student zijn: a. Ziekte; elke lichamelijke of psychische ongesteldheid van de student; b. Functiebeperking; een lichamelijke, zintuiglijke of psychische functiebelemmering; c. Zwangerschap; d. Bijzondere familieomstandigheden: -de verzorging van een langdurig zieke bloedverwant of iemand binnen het eigen samenlevingsverband; -langdurige psychische en/ of sociale problemen in het eigen samenlevingsverband; -langdurige financiële problemen als gevolg van sociale problemen in het eigen samenlevingsverband; -andere omstandigheden die door of namens het College van Bestuur als bijzondere omstandigheden worden aangemerkt. e. Het beoefenen van topsport of vergelijkbare activiteiten op hoog niveau; (sport)activiteiten op (inter)nationaal niveau met een tijdsbesteding van tenminste 15 uur per week; f. Het lidmaatschap van de hogeschoolraad, een academieraad, een opleidingscommissie of het lidmaatschap van het bestuur van een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die volgens haar statuten tot doel heeft de exploitatie van studentenvoorzieningen, dan wel een daarmee, naar het oordeel van het College van Bestuur, gelet op de taak, gelijk te stellen orgaan; g. Andere door het College van Bestuur aan te geven omstandigheden waarbij de student activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van de hogeschool; h. Het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie van enige omvang met volledige rechtsbevoegdheid. 9. Uitschrijving tijdens het studiejaar / tijdelijk staken van de opleiding De student die zijn inschrijving tijdens het studiejaar beëindigt, krijgt eveneens vóór 31 juli resp. uiterlijk 28 februari een negatief bindend studieadvies, indien hij op grond van de normen daarvoor in aanmerking komt. Een uitzondering op deze bepaling vormt de student, die om persoonlijke redenen de studie onderbreekt en de procedure om in aanmerking te komen voor erkenning van persoonlijke omstandigheden heeft doorlopen (zie lid 8 van dit artikel). Indien een student die zich eerder bij de opleiding heeft uitgeschreven, zich opnieuw voor deze opleiding inschrijft, moet hij binnen twee jaren van inschrijving de propedeuse hebben behaald, indien geen persoonlijke omstandigheden van toepassing zijn. 10. Onvoorziene omstandigheden/ hardheidsclausule In onvoorziene gevallen en in gevallen waarin toepassing van dit artikel leidt tot duidelijke onrechtvaardigheden, beslist de examencommissie onder verantwoordelijkheid van de academiedirecteur. 11. Instellen beroep/ schorsende werking 1. De student die een negatief bindend studieadvies of onder voorwaarden daarvan uitstel heeft gekregen, kan daartegen, binnen 6 weken na dagtekening, beroep aantekenen bij het College van Beroep voor de Examens. Het beroep moet worden ingediend bij het Loket Rechtsbescherming
[email protected] Als het beroep is ingesteld, dan wordt de uitvoering van het negatief bindend studieadvies tijdelijk opgeschort totdat het College van Beroep voor de Examens onherroepelijk heeft beslist over het beroep of de student het beroepsschrift heeft ingetrokken. De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
42
2. Indien het College van Beroep het beroep ongegrond verklaart of de student het beroepsschrift heeft ingetrokken, wordt de student uitgeschreven met ingang van de eerste van de maand volgend op de maand waarin het College van beroep de uitspraak heeft gedaan of de student het beroepsschrift heeft ingetrokken. Toelichting: Doorgaans kan een beroep niet meer voor het einde van het studiejaar waarin het negatief bindend studieadvies wordt gegeven behandeld worden door het College van Beroep voor de Examens. Dit hangt samen met het tijdstip waarop het negatief bindende studieadvies wordt gegeven (voor de septemberinstroom: aan het einde van een studiejaar) en met de voor beroep geldende termijnen. Door een schorsende werking aan een beroep toe te kennen, wordt bereikt dat studenten die een nbsa aanvechten, desgewenst, en voor de duur van het beroep, zich kunnen inschrijven bij de opleiding (septemberinstroom), dan wel voorlopig ingeschreven kunnen blijven (februari-instroom) Dit heeft twee voordelen. Enerzijds loopt de studiefinanciering door hangende het beroep. Anderzijds loopt men geen onnodige studievertraging op voor het geval het College van Beroep voor de Examens het beroep gegrond verklaart. De tijdens de duur van het beroep behaalde studieresultaten zijn rechtsgeldig (de student is immers ingeschreven), ze worden echter niet meegenomen bij de uitspraak van het College van Beroep voor de Examens, noch hebben ze gevolgen voor deze uitspraak. Indien het beroep ongegrond wordt verklaard, wordt de student uitgeschreven. De eventuele gevolgen van beëindiging van inschrijving voor het gebruik van studiefinanciering zijn voor de rekening van de student. Artikel 19
Informatievoorziening
Hogeschooldeel 1. Informatie over de organisatie van het onderwijs verstrekt de opleiding tijdig aan de student via de studentenportal. De student dient de studentenportal regelmatig te raadplegen. 2. De opleiding stelt het lesrooster voor een onderwijsperiode ten minste 10 werkdagen voor aanvang van de periode aan de student ter beschikking; het rooster beslaat de gehele periode. 3. In de roosters die de opleiding aan de student ter beschikking gesteld heeft, brengt de opleiding geen wijzigingen meer aan, tenzij er sprake is van onvoorziene omstandigheden. In dat geval maakt de opleiding roosterwijzigingen ten minste 24 uur van tevoren bekend. Indien het niet mogelijk is studenten 24 uur tevoren op de hoogte te stellen, informeert de opleiding de student persoonlijk via de e-mail . 4. Voor toetsroosters gelden dezelfde regels; voor het onder lid 1 gestelde geldt dat de opleiding toetsroosters ten minste 10 werkdagen voor aanvang van de toetsweek aan de student ter beschikking stelt. Artikel 20
Slagen
Hogeschooldeel 1. In het opleidingsdeel zijn regelingen opgenomen met betrekking tot afstuderen, de beoordeling in de afstudeerfase en de vaststelling van de uitslag van het afsluitende examen. 2. De examencommissie stelt voor zowel het propedeutische examen als het afsluitende examen vast of de student geslaagd is ‘met lof’ of ‘met de hoogste lof’. De examencommissie vermeldt het predikaat ‘met lof’ of ‘met de hoogste lof’ op het getuigschrift. a) de student is ‘met lof’ geslaagd indien het gewogen gemiddelde van de resultaten behaald voor alle tot de propedeutische of hoofdfase behorende onderwijseenheden ten minste een 8,0 bedraagt en voor alle onderwijseenheden ten minste het cijfer 7,0 is behaald dan wel de beoordeling ‘voldoende’ is verkregen; b) de student is ‘met de hoogste lof’ geslaagd indien het gewogen gemiddelde van de resultaten behaald voor alle tot de propedeutische of hoofdfase behorende De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
43
onderwijseenheden ten minste een 9,0 of hoger bedraagt en voor alle onderwijseenheden ten minste het cijfer 8,0 is behaald dan wel de beoordeling ‘voldoende’ is verkregen. Resultaten behaald voor onderwijseenheden die beoordeeld zijn op een voldoendeonvoldoende schaal neemt de examencommissie niet mee bij de berekening van het gewogen gemiddelde. Onderwijseenheden waarvoor de student vrijstelling heeft verkregen, neemt zij evenmin mee. Bij de berekening van het gewogen gemiddelde is de zwaarte in studielast van de onderwijseenheden, uitgedrukt in studiepunten, de weegfactor. 3. De student die voor de helft of meer van het onderwijsprogramma van de propedeuse of de hoofdfase vrijstelling heeft gekregen, valt niet onder het bepaalde in lid 2; hij kan niet met lof of met de hoogste lof het propedeutische of afsluitende examen behalen. Dit artikellid is van toepassing op studenten die zich voor het studiejaar 2007/08 voor het eerst hebben ingeschreven voor een opleiding. Voor studenten die reeds voor het studiejaar 2007/08 stonden ingeschreven, geldt dat zij niet met (hoogste) lof het propedeutische of afsluitende examen kunnen behalen, indien zij voor driekwart of meer van het onderwijsprogramma vrijstelling hebben gekregen. Artikel 21
Getuigschrift
Hogeschooldeel 1. Ten bewijze dat het propedeutische of afsluitende examen met goed gevolg afgelegd is, reikt de examencommissie aan de desbetreffende examenkandidaat het getuigschrift, de beoordelingslijst en in het geval van een afsluitend examen ook een supplement, dat voldoet aan het Europees standaardformaat uit. Dit gebeurt nadat de student aan de procedurele eisen voor de afgifte heeft voldaan. 2. Op het getuigschrift wordt vermeld: a. de datum van de vergadering waarin de examencommissie heeft vastgesteld dat de student is geslaagd; b. de naam van de hogeschool en welke opleiding uit het Centraal register opleidingen hoger onderwijs het betreft; (Art 6.13 WHW); c. welke onderdelen het examen omvatte; d. bij het afsluitende examen: indien van toepassing, welke bevoegdheid daaraan is verbonden (zie artikel 7.6 WHW); e. bij het afsluitende examen: welke graad is verleend (artikel 7.10a WHW); en f. op welke tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel op welk tijdstip de opleiding de toets nieuwe opleiding met goed gevolg heeft ondergaan. 3. Op het supplement worden o.a. de volgende gegevens van de opleiding vermeld: a. de naam en inhoud; b. de oriëntatie en het niveau gerelateerd aan het Europese en nationale kwalificatieraamwerk; c. de functie voor de arbeidsmarkt. Het supplement wordt in het Engels opgesteld. 4. De student die voortijdig de studie staakt en aan wie de examencommissie geen getuigschrift kan uitreiken, ontvangt op zijn verzoek een verklaring van de examencommissie waarin vermeld wordt hoever hij met zijn studie is gevorderd en welke toetsen van het propedeutische en het afsluitende examen hij met goed gevolg heeft afgelegd. 5. De academie bewaart de processen-verbaal en de cijfer- of resultaatlijsten die ten grondslag liggen aan de getuigschriften tot dertig jaar nadat de student is uitgeschreven. 6. De academie bewaart afschriften van getuigschriften dertig jaar. Artikel 22
Graden en titels
Hogeschooldeel 1. Het College van Bestuur verleent de graad van Bachelor aan degene die een bacheloropleiding met goed gevolg heeft voltooid. Deze graad mag (met toevoeging van het vakgebied) in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking worden gebracht; deze wordt achter de naam geplaatst en kan afgekort worden tot ‘B’. De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
44
2. Degene die op grond van lid 1 gerechtigd is een graad in het hoger beroepsonderwijs in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking te brengen is tevens gerechtigd tot het in plaats daarvan voeren van: a. de titel van ingenieur, afgekort tot ing., als het gaat om een opleiding op het gebied van techniek en informatica; b. de titel baccalaureus, afgekort tot bc., als het gaat om andere hbo-opleidingen. 3. Deze titels worden, afgekort, vóór de naam geplaatst. 4. Het College van Bestuur verleent de graad Associate degree aan degene die met goed gevolg het examen heeft afgelegd van een Ad-programma. Deze graad mag (met toevoeging van het vakgebied) in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking worden gebracht; deze wordt achter de naam geplaatst en kan afgekort worden tot ‘Ad’.
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
45
Artikel 23
Certificaat bijzondere verdiensten
Hogeschooldeel 1. Studenten die actief zijn in organisaties ter verbetering van studie- en leefklimaat kunnen naast hun getuigschrift een certificaat ontvangen waarop de extra-curriculaire activiteiten vermeld staan. Een student kan een dergelijk certificaat zelf aanvragen, of door derden voor een certificaat worden voorgedragen. 2. Voor activiteiten binnen een academie of opleiding kan de aanvraag gedaan worden bij de desbetreffende academiedirecteur, voor hogeschoolbrede activiteiten bij het College van Bestuur. Artikel 24
Slotbepaling
Hogeschooldeel 1. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de academiedirecteur op advies van de examencommissie, tenzij de examencommissie op het desbetreffende onderwerp bevoegd is. 2. De academiedirecteur kan, uitsluitend op advies van de examencommissie, voor bepaalde gevallen besluiten van dit reglement af te wijken indien toepassing van dit reglement zou leiden tot onbillijkheid van overwegende aard. Hierbij wordt het belang dat dit reglement beoogt te beschermen meegenomen. 3. Bij wijzigingen van het hogeschool- en/of opleidingsdeel van de OER die gevolgen hebben voor reeds ingeschreven studenten, dient de opleiding een overgangsregeling vast te leggen in het opleidingsdeel.
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
46
Bijlage Frauderegeling Artikel 1
Definities
1. fraude en plagiaat: onder fraude en plagiaat wordt verstaan het handelen of nalaten daarvan, van een student waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt. Waar in deze regeling wordt gesproken van fraude, wordt ook plagiaat bedoeld. 2. toets: het begrip toets staat gelijk aan het in de WHW genoemde begrip tentamen (artikel 7.10 WHW). Met het begrip worden alle toetsvormen aangeduid zoals schriftelijk tentamen, assessment, opdracht, enzovoort. Artikel 2
Vormen van fraude
Vormen van fraude kunnen bijvoorbeeld zijn: Tijdens de toets wordt een student betrapt op afkijken, of het bij zich hebben van ongeoorloofd materiaal (bijvoorbeeld spiekbriefjes, of boeken met bijgeschreven teksten, of personal organizers met daarin files die het te tentamineren vak betreffen). Tijdens de toets wordt geconstateerd dat de student werk inlevert onder een andere naam dan de zijne. Tijdens de toets wordt geconstateerd dat de student zich niet houdt aan regels die mede zijn ingesteld om fraude te voorkomen, zoals bijvoorbeeld de verplichting om mobiele telefoons uit te zetten of tassen voor in de zaal neer te leggen. Bij het inleveren van werkstukken, programma’s, afstudeerscripties en dergelijke blijkt dat stukken van anderen zijn gebruikt. Geconstateerd wordt dat een student zijn eigen materiaal aan anderen ter beschikking heeft gesteld om als (onderdeel van) te beoordelen werk in te leveren. Op enig moment, voor, tijdens of na de toets, blijkt dat de student zich voorafgaande aan de toets in kennis heeft gesteld van de vragen, opgaven of modelantwoorden van de betreffende toets. Op enig moment wordt geconstateerd dat de student vervalste gegevens voor onderzoek in het kader van een vak en/of de scriptie heeft aangewend. Artikel 3
Vormen van plagiaat
Vormen van plagiaat kunnen bijvoorbeeld zijn: Delen van het werk van anderen of eerder gepubliceerd eigen werk is letterlijk, al dan niet met aanhalingstekens, in de nieuwe tekst verwerkt zonder verder specificatie of zonder dat dit uit de bronvermelding blijkt; Delen van het werk van anderen of eerder eigen werk is in eigen woorden in de nieuwe tekst verwerkt zonder dat dit uit de bronvermelding blijkt; Uitgewerkte ideeën of vondsten van anderen worden gepresenteerd als eigen ideeën of vondsten. Artikel 4 Constateren van fraude 1. Fraude kan zowel op het moment van frauderen als ook naderhand worden vastgesteld. 2. Bij de detectie van plagiaat in teksten kan gebruik worden gemaakt van elektronische detectieprogramma’s. Met het aanleveren van de tekst geeft de student toestemming tot het opnemen van de tekst in de database van het betreffende detectieprogramma. Artikel 5
Procedure
1. Wanneer tijdens het afnemen van een toets fraude wordt geconstateerd of vermoed, maakt de surveillant hiervan aantekening op het door de student in te leveren werk en neemt eventuele bewijsstukken in. De student krijgt de gelegenheid de toets af te maken en in te leveren. De De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
47
examinator meldt de fraude/ het vermoeden van fraude schriftelijk bij de examencommissie onder overlegging van de stukken en zijn bevindingen. De student ontvangt van de examencommissie een afschrift van deze melding binnen een week na ontvangst. 2. Wanneer de examinator na afloop van de toets fraude constateert of vermoedt, deelt hij dit schriftelijk mee aan de student en de examencommissie. Artikel 6
De examencommissie
1. De examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord. 2. De examencommissie stelt vast of er sprake is van fraude en deelt de student schriftelijk haar besluit en de sancties conform het bepaalde in artikel 7 mede, onder vermelding van de beroepsmogelijkheid bij het Loket Rechtsbescherming. Het College van beroep voor de examens behandelt het beroep. 3. Indien plagiaat in een toets wordt geconstateerd of vermoed, kan de examencommissie besluiten eerder door dezelfde student ingeleverde toetsen te onderzoeken op plagiaat. De student is verplicht aan zo’n onderzoek mee te werken. Artikel 7
Sancties
1. Afhankelijk van de ernst van de gepleegde fraude, herhaalde fraude daaronder begrepen, kan de examencommissie de volgende sancties opleggen: Ongeldig verklaring van (een gedeelte van) de betreffende toets; Uitsluiting van de desbetreffende toets tot een maximum van een jaar; Uitsluiting van meer, door de examencommissie aan te wijzen toetsen tot een maximum van een jaar; Een combinatie van bovenstaande maatregelen. 2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 kan het College van Bestuur op voorstel van de examencommissie de inschrijving voor de opleiding van de student definitief beëindigen.
Artikel 8
Rechtsbescherming Tegen een sanctie die de examencommissie op basis van deze regeling heeft opgelegd kan de student of extraneus in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens. Het beroepschrift moet worden ingediend bij het Loket Rechtsbescherming. Tegen een sanctie die het College van Bestuur op basis van deze regeling heeft opgelegd kan de student of extraneus bezwaar maken bij de Geschillenadviescommissie. Het bezwaar moet worden ingediend bij het Loket Rechtsbescherming.
De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 Opleiding MiZ Definitief
48