2010 RZST jaarverslag
inhoud Voorwoord
4
Beleid & strategie
6
Zorg
8
- Geïntegreerd zorgorganogram - Nieuwe hoofdgeneesheer - E-nieuwsbrief ‘Focus op kwaliteit’ maakt kwaliteitsprojecten zichtbaar
2
- Veiligheidscharter van de zorg - RZ Sint-Trudo als lerende en verbeterende organisatie - Patiënttoewijzing - Aandacht voor correcte patiëntidentificatie - Multidisciplinair overleg - Telefonische follow-up patiënten - Patiëntentevredenheidsmeting
6 7 7
8 8 9 9 10 10 11
• Cluster apotheek
12
• Cluster vrouw en kind
14
• Cluster geriatrie en revalidatie
16
• Cluster inwendige
18
- Sensibilisering rond hoog-risico medicatie - Verdere implementatie van het elektronisch medicatievoorschrift - Geneesmiddelendistributie: veilig en efficiënt - Centrale sterilisatie
- Baby- en moedervriendelijk borstvoedingsbeleid - Goede resultaten voor collecte navelstrengbloed - Nieuw beleid inzake sectio’s en inducties - Infertiliteitsbehandeling via intra-uteriene inseminatie - Multidisciplinaire aanpak borstkliniek - Reorganisatie praktijk kinderartsen - Tijdelijke verhuis kinderafdeling - Patiëntidentificatie - Kortverblijf voor acuut zieke kinderen
- Fysische geneeskunde en revalidatie - SP-revalidatie - Geriatrisch dagziekenhuis - Geriatrisch Support Team - Professionalisering van de geriatrische zorg
- Nieuwe artsen - Dag tegen Kanker - MS-raadpleging - Zorgtrajecten diabetes in stijgende lijn - Forse stijging aantal dialyses - Deelname aan de Week van het Hartritme - Diëtisten en medewerkers voedingsbevraging geïntegreerd in zorgdepartement
• Cluster heelkunde
- Postoperatieve pijnbehandeling heelkundig dagcentrum - Wondzorg - Efficiënte, effectieve en methodische zorg - Doktersronde - Klinische paden - Dienst orthopedie behaalt ISO 9001: 2008 certificaat - Chirurgie op maat voor knieprothesepatiënten
12 12 12 13
14 14 14 15 15 15 15 16 16
16 17 17 17 17
18 18 19 19 20 20 21
21 21 21 22 23 23 24 24
• Cluster kritische diensten
25
• Cluster medisch-technische diensten
27
- Radiologie - Nieuwe analysers labo klinische biologie - Erkenning als intermediaire structuur voor capacitatie van mannelijke gameten
25 25 26 26 27
27 28 28
• Medische kransen
29
• Wetenschappelijke lezingen
29
• Symposia
29
Zorgondersteunende diensten • ICT
- Nieuwe centrale back-up infrastructuur - Helpdeskwerking - Telefooncentrale uitgebreid met technologie voor geïntegreerde communicatie
30 30 30 30 30
• Infrastructuur
31
• Beleidsinformatie
32
- Renovatie - Nieuwbouw
- Implementatie SAP
31 31
32
rzST Medewerkers
34
rzST Organisatie
38
- Personeelsomkadering - Rekrutering nieuwe medewerkers - Opleidingstraject diensthoofden - Ecocheques - Budget teambuilding - Vorming, training, opleiding - Sociale activiteiten - Enkele kengetallen m.b.t. personeelskader
• Samenstelling raad van bestuur, directie en management anno 2011 • Samenstelling artsenkorps anno 2011
3
34 36 36 36 36 36 37 37
39 40
rzST Kerncijfers
42
Jaarrekeningen
44
inhoud
- Invoering spoed- en OK-bestuur - Veilige chirurgie - Botbank - Nieuwe MUG - Achterwachtregeling permanentie spoedgevallen
voorwoord
Regionaal Ziekenhuis Sint-Trudo 4
Geachte lezer Gewoontegetrouw wensen wij te voldoen aan de informatieplicht die wij hebben tegenover de gemeenschap die ons de middelen voor onze werking verschaft. Wij doen dit met overtuiging en in volle transparantie, zoals u zult kunnen merken. Andermaal bruiste het in 2010 van activiteit en initiatief in ons ziekenhuis: ik hoop dat u mij wilt volgen in dit boeiende verhaal doorheen de hierna volgende tekst. Centraal in het ganse gebeuren staat de eerste pijler van onze strategische doelstellingen: de zorg voor grote kwaliteit, de absolute vereiste om aanspraak te mogen maken op een rol in het realiseren van de tweede en derde pijler ervan. Dit is een permanent proces dat geen einde kent, waarbij het hoofdaccent ligt op de zorg en veiligheid van de patiënt. Dit proces vergt een mobiliseren van alle betrokkenen die een beter inzicht dienen te verwerven in de evolutie van onze maatschappij die nauwkeuriger wenst geïnformeerd te worden over de kwaliteit/prijsverhouding van alle dienstverlening. Dit voltrekt zich ook in de zorgsector. Laat mij ook benadrukken dat niet alleen de medische sector in RZ Sint-Trudo betrokken is, maar ook alle ondersteunende diensten. De verbetering van deze laatste processen wordt ondersteund door verdere informatisering. De tweede pijler wordt bestempeld als het realiseren van ‘Zorgstad Sint-Truiden’. Dit betekent dat RZST zelf stappen onderneemt naar andere vertegenwoordigers en instellingen in het zorggebeuren, om te overleggen waar zorgprogramma’s kunnen afgestemd worden, eventueel opgezet. Hiermee wil RZST een ruimere verantwoordelijkheid opnemen in de gezondheid van zijn zorgregio, en buiten zijn eigen muren treden. Dit impliceert geenszins dat het leiderschap geclaimd wordt: het gaat om de gezondheid van de patiënt! Op dit ogenblik wordt zowel overlegd met het psychiatrisch ziekenhuis Asster over de manier waarop RZST zich kan inschakelen in de evoluties binnen de psychiatrie, als met de huisartsen over nauwere samenwerking. Vandaag reeds zijn concrete realisaties afgesproken. Er zijn nog meerdere stappen te zetten naar andere instellingen: deze weg wordt geleidelijk bewandeld. Deze beweging is niet steeds evident, gezien tradities, eigenheden en financieringsbronnen. Samenwerken betekent ook een deel van de eigen identiteit inbrengen: dit vergt soms tijd en overredingskracht. De derde pijler heeft het over de samenwerkingsverbanden binnen de ziekenhuissector. RZST ziet met tevredenheid hoe bepaalde projecten leiden tot toenadering, en een verbeterde zorg mogelijk maken, naast een meer efficiënte aanwending van middelen. Om de kwaliteit van de zorg verder op te drijven, zijn overeenkomsten gesloten met het Universitair Ziekenhuis in Leuven. Op het vlak van middelenaanwending zijn wij toegetreden tot Hospilim, het Limburgs initiatief tot samenaankoop. De samenwerking met Limburgse ziekenhuizen maakt het voorwerp uit van gesprekken, overigens niet alleen binnen ons ziekenhuis. De vriendelijke en aangename contacten op bestuurs- en directieniveau moeten deze gesprekken in goede banen leiden. Centraal in deze gesprekken staat de rol van het regionaal ziekenhuis in de mogelijke samenwerkingsverbanden.
5
RZ Sint-Trudo zet ten volle in op de informatisering van zijn werking en verwacht in 2011 belangrijke beslissingen te kunnen nemen. Het elektronisch patiëntendossier staat hier centraal. Ook de verdere implementatie van SAP krijgt voorkeur.
Ik wil eindigen met een belangrijk zorgpunt: de aantrekking van verpleegkundigen zowel naar aantal als naar kwaliteit. Onze stad telt zowat 1.000 ziekenhuisbedden, met bijna 2.000 medewerkers, hoofdzakelijk verpleegkundigen. In de komende jaren bereiken velen de pensioenleeftijd waardoor een grote vraag ontstaat naar nieuwe krachten. RZ Sint-Trudo is deelgenoot in deze problematiek en zal samen met Asster proberen hiervoor oplossingen te vinden. Wij hopen hierbij te kunnen samenwerken met Hospilim en te mogen rekenen op de ondersteuning van de lokale overheid. Deze laatste zorg mag evenwel niet beletten dit voorwoord te besluiten met een welgemeend woord van dank aan alle medewerkers en artsen die bereidwillig en overtuigd meewerkten aan de realisatie van de doelstellingen van RZST in 2010! U bouwt uw ziekenhuis van de toekomst! Robert Jonckheere Voorzitter
voorwoord
Op 23/12/2012 zullen de bouwwerken een einde nemen en zullen wij Sint-Truiden een volledig nieuw en modern ziekenhuis kunnen aanbieden. Wij danken de diverse overheden voor de bijzonder aangename samenwerking en ondersteuning waardoor deze opdracht tot een goed einde kan gebracht worden. Begin 2013 zal er ingehuisd worden en wordt campus SintAnna gedeeltelijk verlaten. Wij zijn ondertussen actief bezig met plannen om het zorgkarakter van deze campus verder te zetten en verwachten in de loop van 2011, begin 2012 belangrijke doorbraken op dat vlak. Tevens kunnen wij melden dat in 2011 de gronden van campus SintJozef en Rummenweg werden aangekocht van de Zusters van Berlaar, stichtende congregatie van het ziekenhuis. Dit is een belangrijke stap in de continuïteit van RZST.
beleid & strategie
6
In 2009 hebben een aantal externe en interne prikkels de strategische commissie aangezet om opnieuw intensief na te denken over en te werken aan een toekomststrategie voor ons ziekenhuis. Uit deze strategische vergaderingen en het intensief overleg hierover met de raad van bestuur, het directiecomité en de medische raad is een strategisch toekomstplan voor RZ Sint-Trudo gegroeid dat steunt op 3 pijlers: • absolute prioriteit voor kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid • keuze voor een sterk en geïntegreerd zorgproduct en uitbouwen van een integraal zorgcircuit onder de noemer Zorgstad Sint-Truiden vanuit een intense samenwerking met diverse zorgpartners in de regio • uitwerken van een samenwerkingsmodel tussen verschillende ziekenhuizen om de gezondheidszorg in de regio te stimuleren In 2010 werd de focus vooral gelegd op kwalitatieve patiëntenzorg en geïntegreerd samenwerken.
STRATEGIE prioriteit kwaliteit
TRIGGER VANUIT dagelijkse praktijk
MANAGEMENT - STURING • structuren • tools • communicatie • plannen / beslissen
ACTIES
Geïntegreerd zorgorganogram Om een sterk kwaliteitsbeleid mogelijk te maken, problemen snel en efficiënt te kunnen aanpakken en de toekomststrategie binnen het ziekenhuis te kunnen implementeren werd het zorgorganogram volledig hertekend met de nadruk op een sterke integratie van het medisch, het zorg- en het kwaliteitsdepartement met kwaliteit van zorg als rode draad. Verpleegkundige, paramedische en medische zorg worden geïntegreerd aangestuurd door een vernieuwd zorgcoördinatiecomité dat bestaat uit de directeur patiëntenzorg, de hoofdgeneesheer, de directeur kwaliteit en systemen, de medische coördinatoren, de zorgmanagers, de hoofdapotheker en de projectmedewerker apotheek. De medische diensten en de verpleegeenheden werden georganiseerd in 7 clusters die op een multidisciplinaire wijze worden aangestuurd door een zorgmanager en een medisch coördinator. Volgende clusters werden gedefinieerd: apotheek, vrouw & kind, geriatrie en revalidatie, inwendige, heelkunde, kritische diensten en medisch-technische diensten. Om ook een optimale samenwerking met de zorgondersteunende departementen mogelijk te maken, werd ook het algemene organogram van het ziekenhuis aangepast. Zowel in het zorg- als het algemene organogram werd vooral aandacht besteed aan duidelijke lijnen die moeten leiden tot éénduidigheid in de verantwoordelijkheden en decentralisatie van de beslissingsbevoegdheid om meer daadkracht te genereren.
Nieuwe hoofdgeneesheer De raad van bestuur van het Regionaal Ziekenhuis Sint-Trudo heeft op 5 mei 2011 prof. dr. Bernard Himpens aangesteld als nieuwe hoofdgeneesheer. Professor Himpens, sinds 2005 decaan van de Faculteit Geneeskunde van de K.U.Leuven, zal zijn werkzaamheden als hoofdgeneesheer van het Sint-Trudo – ziekenhuis aanvatten op 1 november 2011. Hij blijft buitengewoon hoogleraar aan de K.U. Leuven. Hij volgt als hoofdgeneesheer dr. Wim Tambeur op die sinds 1 november 2009 deze functie deeltijds opnam in combinatie met zijn taken als directielid van UZ Leuven. RZ Sint-Trudo ziet in hem de geknipte persoon om de toekomst– strategie van het ziekenhuis daadwerkelijk vorm te geven.
7
E-nieuwsbrief ‘Focus op kwaliteit’ maakt kwaliteitsprojecten zichtbaar
beleid & strategie
Werken aan de kwaliteit van onze zorg en aan patiëntveiligheid is de belangrijkste uitdaging in het realiseren van onze toekomststrategie: uitgroeien tot een sterk en performant basisziekenhuis dat geïntegreerd is met de plaatselijke zorgvoorzieningen. Het realiseren van kwalitatieve zorg is een werk van elke dag, van honderden mensen, van stap voor stap evolueren en verbeteren. Het is dan ook de rode draad in het dagelijks handelen van alle medewerkers. Permanent worden her en der in het ziekenhuis initiatieven genomen en kleine of grote projecten gerealiseerd die het kwaliteitsniveau telkens iets optillen. Dit gebeurt dikwijls heel bescheiden, in gesloten kring, zonder veel communicatie naar andere diensten. Om deze realisaties meer zichtbaar te maken voor iedereen, werd de tweemaandelijkse e-nieuwsbrief ‘Focus op kwaliteit’ gecreëerd. Deze zet telkens een vijftal kwaliteitsprojecten in de kijker. Deze projecten kunnen inspirerend en motiverend werken voor andere medewerkers en geeft hen ook de kans van elkaar te leren.
zorg
Veiligheidscharter van de zorg
8
Met het oog op een hogere patiëntveiligheid en een betere zorgkwaliteit werd een ‘Veiligheidscharter van de zorg’ opgesteld waarbij alle medewerkers zich engageren om te beantwoorden aan de minimale internationale standaarden voor patiëntveiligheid. Deze zijn: • een correcte en dubbele identificatie van de patiënt • accurate communicatie tussen zorgverleners o.a. via medisch dossier en gestandaardiseerde doktersronde • verhoogde aandacht bij het gebruik van hoogrisico medicatie • veilige chirurgie (checklist en time-outprocedure) • een correcte handhygiëne om nosocomiale infecties te vermijden • preventieve maatregelen om vallen te voorkomen Via het opzetten van concrete projecten doorheen gans het zorgdepartement werd invulling gegeven aan dit charter.
RZ Sint-Trudo als lerende en verbeterende organisatie In de zorg loopt niet altijd alles zoals gepland. Gebeurtenissen in het zorgproces die (bijna) tot schadelijke gevolgen leiden bij de patiënt noemt men ‘incidenten’. Het melden, bespreken en leren van incidenten verbetert de kwaliteit van de gezondheidszorg. In 2010 werd op meerdere fronten gewerkt om deze leer- en verbetercultuur verder uit te bouwen in ons ziekenhuis. Zo werden medische en verpleegkundige verantwoordelijken op consistente wijze aangezet om, via de geëigende overlegkanalen, gemelde ervaringen omtrent minder positieve gebeurtenissen of tekortkomingen in hun onmiddellijke werkomgeving, in een open en niet beschuldigende sfeer te bespreken en zelf op zoek te gaan naar onderliggende oorzaken om zo tot verbeteracties te komen. Dit heeft ondermeer geleid tot het ontstaan van een knelpuntenoverleg tussen afdelingen. Er werd een kwaliteitscel geïnstalleerd, bestaande uit 5 artsen met verschillende achtergrond, met als doel dossiers van overleden patiënten door te nemen en op zoek te gaan naar mogelijke onderliggende pijnpunten in onze organisatie. Begin 2011 heeft deze cel een eerste rapport overgemaakt en ook toegelicht aan de medische diensthoofden. Op basis van hun verbetersuggesties werden reeds enkele acties binnen de zorg op gang gebracht. Tenslotte is er het elektronische meldsysteem. Incidenten worden binnen het ziekenhuis al langer op verschillende manieren gemeld, maar eind 2010 werd een elektronische versie van het meldsysteem geïmplementeerd. Twee specifieke types incidenten (medicatie- en valincidenten) kunnen door vier afdelingen worden gemeld. Nog voor de zomer van 2011 zal het systeem worden uitgebreid voor alle soorten incidenten en toegankelijk worden gemaakt voor alle medewerkers van het ziekenhuis. Centraal hierbij staat een systematische analyse van de verzamelde gegevens, waarna gerichte verbeteracties kunnen worden geïntroduceerd en toegepast. Het meld- en leersysteem is dus ook bedoeld om zicht te krijgen op het hoe en waarom van ongewenste gebeurtenissen in het zorgproces. Zo heeft de kwaliteitscel (in samenwerking met de betrokkenen) in 2010, ondermeer in uitvoering van het contract met de FOD, PRISMA en Bow-tie, oorzakenanalyses uitgevoerd op een aantal incidenten, om een duidelijk zicht te krijgen op de oorzaken van deze incidenten. Op basis van deze analyses werden naar de verschillende diensten verbetersuggesties gestuurd, waarop verbeterinitiatieven werden ondernomen op afdelingsniveau.
Patiënttoewijzing Patiënttoewijzing steunt op het principe van het toewijzen van een aantal patiënten aan één verpleegkundige waarbij rekening wordt gehouden met enerzijds de complexiteit van zorg en anderzijds met de reeds verworven kennis/vaardigheden en de ervaring van de verpleegkundige. Dit concept is niet nieuw maar werd op de verpleegafdelingen opnieuw afgelijnd: naast de directe patiëntenzorg neemt de verpleegkundige ook de intellectuele acte i.v.m. de coördinatie van zorg voor haar rekening en is hij/zij de interface tussen de patiënt en de behandelende geneesheer voor wat het multidisciplinair aspect van de verpleeg- en paramedische zorg betreft. Het zijn net deze taken, die voordien werden waargenomen door de hoofdverpleegkundigen, die extra motiverend werken voor de verpleegkundigen bij de uitoefening van hun job. Vernieuwend is bovendien dat het concept van patiënttoewijziging door drie andere factoren ondersteund wordt: • De rol van de hoofdverpleegkundige krijgt hierdoor meer focus op klinisch management (capaciteit, middelen, klinische paden …) en operationeel management (opleiding, vorming, ontwikkelingsplannen voor verpleegkundigen …). Via externe vorming hebben zij hieromtrent in de voorgaande jaren een aantal extra tools aangereikt gekregen. • In deze rolverschuiving van uitvoerder naar voorwaarden scheppende kracht worden de hoofdverpleegkundigen gecoacht door de zorgmanagers die samen met de medische coördinatoren de tandem vormen voor een bepaalde cluster. De coördinatie hiervan wordt kracht bijgezet door een duidelijke projectwerking en vastomlijnde communicatiekanalen en -momenten. • Ook de afdelingsverpleegkundigen worden op een degelijke en quasi continue wijze ondersteund in de uitoefening van hun functie. Uitgangspunt hierbij is een optimaal afdelingsprofiel naar samenstelling van het zorgteam. Enerzijds wat het bekwaamheidsniveau van verpleegkundigen betreft (eventueel bijkomende beroepstitels of bekwaamheden) en anderzijds m.b.t. het differentiatieaspect, met name heeft elke afdeling een zorgkundige, een logistiek asistent en een administratieve kracht.
9
Aandacht voor correcte patiëntidentificatie
zorg
Met het oog op een optimaal patiëntveiligheidsbeleid werd in 2010 een gestandaardiseerd protocol uitgewerkt rond correcte patiëntidentificatie. Met het IVV-protocol (Identificatie – Verificatie – Validatie) willen we een systematiek brengen in de handelingen rond patiëntidentificatie. Alle patiënten worden in RZ Sint-Trudo op dezelfde eenduidige manier geïdentificeerd. Een dubbele identificatie is de stelregel. Het gebruik van een identificatiepolsbandje met voornaam, naam en geboortedatum van de patiënt is hierbij een hulpmiddel maar de zorgverlener is zelf te allen tijde verantwoordelijk om de identiteit van de patiënt te verifiëren en de juiste patiënt aan de juiste zorg te linken vooraleer deze uit te voeren. Daarnaast proberen we ook de patiënten zelf maximaal te betrekken bij hun eigen zorgproces door hen te informeren/educeren omtrent het belang van een correcte patiëntidentificatie.
zorg
Multidisciplinair overleg
10
Binnen de cluster heelkunde, inwendige en geriatrie & revalidatie is op de verpleegeenheden het multidisciplinair overleg opgestart. De patiënten met een complexe zorgsituatie worden hier vanuit een medische, verpleegkundige en paramedische invalshoek besproken om de doelstellingen multi- en interdisciplinair maximaal te stroomlijnen. Vanuit deze setting wordt eveneens de ontslagvoorbereiding tijdig aangevat. De verslaggeving van dit overleg vindt plaats op een gestandaardiseerde wijze op alle verpleegeenheden via een modeldocument dat voldoet aan de MZG-vereisten. Vanuit dit overleg is zo nodig een communicatielink voorzien naar de patiënt en/of familie.
Telefonische follow-up patiënten In het najaar van 2010 zijn alle verpleegafdelingen progressief gestart met de telefonische follow-up van ontslagen patiënten. Dit omvat de opvolging van klinische ontslagrichtlijnen, het ontslagmanagement en de communicatie naar andere instellingen en eerstelijnszorg. De patiënt wordt hiervan reeds bij de ontslagvoorbereiding in het ziekenhuis op de hoogte gebracht. Met deze telefonische opvolging willen we het ontslagmanagement verbeteren, de therapietrouw van de patiënten opvolgen en de patiëntentevredenheid verbeteren. Online registratie en periodieke rapportering van de resultaten laten toe het medisch, verpleegkundig of paramedisch beleid bij te sturen waar nodig. Uit de rapportering blijkt dat de patiënten deze opvolging appreciëren en hierin een gelegenheid zien om nog vragen te stellen rond klachten waarmee ze thuis geconfronteerd worden. Indien de patiënt resident is in een andere instelling, is dit telefoontje voor zijn/haar begeleiders een uitstekend contactmoment om de zorg te continueren en de ontslagrichtlijnen te verifiëren. De afdeling waar de patiënt verbleven heeft, kan op deze manier toetsen of het ontslagmanagement degelijk is, volledig en op maat van de patiënt. Zo kunnen in de toekomst uit deze gegevens eventuele onvolkomenheden in het ontslagmanagement op een proactieve wijze gecorrigeerd worden.
Patiëntentevredenheidsmeting
11
zorg
In het voorjaar van 2010 werd opnieuw een patiëntentevredenheidsmeting uitgevoerd. Gedurende één maand werd aan alle patiënten die werden ontslagen een set van 50 uitspraken voorgelegd om te peilen naar hun ervaringen omtrent het opnamegebeuren, de medische en verpleegkundige zorg, de ondersteunende diensten, de hotelfunctie en het ontslag. De enquête kende een responsgraad van 89 %. Als beste ervaringen kwamen naar voor: respectvolle behandeling door het personeel van het operatiekwartier, de goede verpleegkundige zorg, de bereikbaarheid van de bedbel, de respectvolle behandeling door het personeel van intensieve zorgen en het respectvol onthaal bij opname. Aandachtspunten bleken: nuttige informatie bij opname over de kosten van het ziekenhuisverblijf, nuttige informatie bij ontslag over de rekening, kennis over tijdstip wanneer de arts langskomt, kwaliteit van het eten, nuttige informatie over verblijf bij opname. De resultaten werden zowel op ziekenhuisniveau als op afdelingsniveau grondig geanalyseerd. Waar mogelijk werden concrete verbeteracties opgezet die de perceptie van de patiënt snel kunnen ombuigen, zoals bijvoorbeeld: een meer gestructureerd verloop van de patiënteninformatie omtrent het verblijf, snellere reactie op de bedbel, toewijzing van een aantal patiënten aan één verantwoordelijke verpleegkundige, optimalisatie van de patiëntenbrochures, informatie aan de patiënt rond het moment van de artsenronde … Centraal zullen in 2011 een aantal verbeteracties worden opgezet rond de informatieverstrekking aan de patiënt.
zorg
Cluster apotheek 12 Sensibilisering rond hoog-risico medicatie Om de risico’s rond het gebruik van bepaalde lethale medicatie beter te beheersen, werden systematisch een aantal specifieke producten onder de loep genomen. Zo werden voor kalium, magnesium, insuline en methotrexaat afspraken gemaakt rond voorraad, vorm, stockageplaatsen, labeling, afleverings- en toedieningswijze. Dit ging telkens gepaard met een teaching van de hoofdverpleegkundigen en een sensibilisering van alle zorgverleners in de vorm van een postercampagne.
Verdere implementatie elektronisch medicatievoorschrift In 2010 werd het elektronisch medicatievoorschrift uitgerold op de verpleegeenheden G4 (neurologie/nefrologie) en H1 (materniteit), op geriatrie en SP-revalidatie. Elke medicatieopdracht wordt omgezet in een elektronisch voorschrift met een eenduidige vermelding van de naam van het geneesmiddel, de dosis, de toedieningswijze en de frequentie. Deze manier van werken resulteert in een overzichtelijk medicatieplan en een geautomatiseerde bevoorrading conform de medische opdracht. Om het valideren overzichtelijker te maken, kan de arts vanuit het medicatieplan van een bepaalde patiënt al de nog te valideren opdrachten van de patiënt in kwestie oproepen en valideren. Zo kunnen tijdens de doktersronde de wijzigingen in de therapie onmiddellijk gevalideerd worden. Er werd ook een interactiemodule geactiveerd die een melding geeft wanneer er interacties bestaan tussen 2 of meer geneesmiddelen binnen 1 medicatieplan. Ook bij het voorschrijven van de patiënt wordt de arts hierop automatisch attent gemaakt.
Geneesmiddelendistributie: veilig en efficiënt In 2010 werd verder gewerkt aan het veiliger en leaner maken van het volledige proces rond geneesmiddelendistributie met mijlpalen op drie fronten: de implementatie van het bedrijfsinformatiesysteem SAP waardoor de aankoop en herbevoorrading van geneesmiddelen beheerst en geautomatiseerd kan worden, de omschakeling van vier bijkomende afdelingen (waaronder twee op campus Sint-Anna) naar het elektronisch voorschrift waardoor efficiënter, nauwkeuriger en transparanter kan gewerkt worden en de voorbereiding van een geautomatiseerd systeem voor de distributie van geneesmiddelen via een geneesmiddelenrobot die in het voorjaar van 2011 effectief in werking werd gesteld.
Het toestel kan 336 verschillende orale geneesmiddelen verdelen in unit-dose zakjes en wordt aangestuurd vanuit het elektronisch voorschrift. De apotheek kan per 24 uur een bevoorrading op naam uitvoeren waardoor de hoeveelheid geneesmiddelen die circuleren op een verpleegafdeling gevoelig daalt.
13
Centrale sterilisatie
zorg
Om de kwaliteit van het sterilisatieproces en het instrumentarium te kunnen garanderen, werden in 2010 het aantal kwaliteitscontroles fors opgedreven. Er zijn dagelijkse en wekelijkse controles volgens een gestructureerde planning en ook de registraties worden regelmatig gecontroleerd. Er werd een gestandaardiseerd en gedocumenteerd testsysteem geïmplementeerd voor de reiniging-, desinfectie- en sterilisatieprocessen. De flow van instrumentensetten van sterilisatie naar het operatiekwartier en terug naar sterilisatie werd geoptimaliseerd. Tenslotte werd met het oog op een efficiëntere werking een wekelijks overleg georganiseerd met de leiding van het operatiekwartier waar eventuele knelpunten besproken worden.
zorg
Cluster vrouw en kind 14 Baby- en moedervriendelijk borstvoedingsbeleid De kraamafdeling van RZ Sint-Trudo voert een baby- en moedervriendelijk borstvoedingsbeleid en hanteert hierbij de ‘Tien vuistregels voor een succesvolle borstvoeding’ gebaseerd op de verklaring van de Wereldgezondheidsorganisatie. Het beleid wordt gepromoot en in de praktijk omgezet door twee vroedvrouwen die beschikken over het internationaal certificaat van erkende lactatiedeskundige IBLCE (International Board of Lactation Consultants Examiners). Hierdoor nam het aantal kindjes met borstvoeding de laatste jaren gestaag toe. Daarnaast ontving de cafetaria van het ziekenhuis in 2010 ook het label van ‘borstvriendelijke horecazaak’.
Goede resultaten voor collecte navelstrengbloed Sinds 2002 werkt onze kraamafdeling mee aan stamceldonatie via de collecte van navelstrengbloed. Uit de jaarlijkse audit van UZ Leuven bleek dat we in 2009 met 129 collectes op 600 bevallingen (22 %) aan de top staan als beste centrum (van de 15). Ook in 2010 zitten we met 97 stalen (iets minder omwille van transportbeperkingen bij weekendbevallingen) nog steeds in de top 6 maar slagen we er bovendien in om als kleiner ziekenhuis het grootst aantal ‘kwalitatieve’ stalen af te leveren (een stijging van 15 % in 2009 naar 31 % in 2010). Bovendien was in 2009 en 2010 geen enkel van onze afgeleverde stalen gecontamineerd. Een zodanig goed resultaat dat men de bij ons gebruikte ontsmettingstechniek gaat generaliseren voor alle centra.
Nieuw beleid inzake sectio’s en inducties De afgelopen vijf jaar nam het aantal verlossingen via keizersnede nationaal gestaag toe. Om deze evolutie op te volgen en te evalueren, werd in 2010 in ons ziekenhuis een kwaliteitsproject opgezet met de inbreng van een externe deskundige. Dit heeft in het laatste kwartaal geleid tot de implementatie van een strikter inductie- en sectiobeleid waarbij veel explicietere criteria werden afgesproken als indicatie voor een inductie of sectio, wat resulteerde in een merkelijke daling van het aantal kunstverlossingen en een nog grotere daling van het aantal ingeleide bevallingen.
Infertiliteitsbehandeling via intra-uteriene inseminatie De inseminatie van zaadcellen in de baarmoeder door middel van intra-uteriene inseminatie (IUI) is één van de mogelijke behandelingsmethoden bij vruchtbaarheidsproblemen. Het is een waardevolle behandeling die eenvoudiger en goedkoper is dan in vitro fertilisatie (IVF) en dezelfde zwangerschapskansen biedt. IUI gebeurt op de raadpleging gynaecologie en kan zowel in een natuurlijke cyclus als in een medicamenteus gestimuleerde cyclus worden uitgevoerd. Een optimale timing van de inseminatie van het gecapaciteerde sperma is hierbij uiterst belangrijk. Dankzij een nauwe samenwerking met het labo klinische biologie – waar de spermacapacitatie volgens de strengste eisen wordt uitgevoerd – worden met deze methode goede resultaten bereikt.
15
Multidisciplinaire aanpak borstkliniek De opvang en begeleiding van borstkankerpatiënten werd verder uitgebouwd. De nadruk ligt op een multidisciplinaire aanpak met de bedoeling om het beleid van artsen, verpleegkundigen en paramedici zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen zodat de kwaliteit van zorgverlening bij borstkanker zo optimaal mogelijk gebeurt. Dit in nauwe afstemming met de 1ste lijn. De zorg start van bij de probleemmelding met diagnosestelling en kan tot ver na de hospitalisatie reiken. Als team slagen we erin de specifiek vastgelegde standaarden voor borstpathologie te halen. Daarnaast toont de tevredenheidsmeting een hoge tevredenheid van de borstkankerpatiënten zowel tijdens de diagnosefase als tijdens de behandelfase. We zagen een stijging van het aantal nieuwe borstpatiënten ten opzichte van 2009. Op 3 jaar tijd is het aantal borstpatiënten meer dan verdubbeld. Mede onder impuls van het Nationaal Kankerplan gebeurde er een verdere uitbouw van het oncologisch support team binnen het ziekenhuis. Het team werd versterkt met een bijkomende verpleegkundige, een psycholoog en een maatschappelijk werker. Ook andere oncologische patiënten krijgen nu een persoonlijke begeleiding en ondersteuning tijdens het hele proces van diagnose en een therapie. Om de samenwerking met de huisartsen te verbeteren, werd in 2010 opnieuw een multidisciplinair borstsymposium georganiseerd waar volgende onderwerpen aan bod kwamen: DCISLCIS, lymfoedeem, borstkanker en seksualiteit.
Reorganisatie praktijk kinderartsen
Tijdelijke verhuis kinderafdeling Om de verbouwing van de kinderafdeling in 2011 mogelijk te maken, verhuisde de afdeling eind 2010 tijdelijk naar de gerenoveerde SP-afdeling: een duidelijke verbetering wat betreft infrastructuur door ruime kamers, warm en licht interieur, nieuwe moderne sanitaire en hygiënische voorzieningen. Het werken op een reeds gerenoveerde afdeling biedt bovendien het voordeel dat nog verbetervoorstellen inzake organisatorische inplanting van lokalen, gebruikte materialen e.d. geformuleerd kunnen worden voor de verbouwing van de eigen afdeling.
zorg
De ambulante praktijk van de kinderartsen werd gereorganiseerd en uitgebreid met een vijfde kinderarts. Om blijvend een goede dienstverlening te kunnen garanderen, werd ook gekozen voor een gemeenschappelijke secretariaatsfunctie met centraal agendasysteem. Hierdoor vergroot de bereikbaarheid van de artsen en kunnen patiënten bij afwezigheid van een kinderarts eenvoudiger doorstromen naar een collega. Dr. Annelies Verhoeven startte op 1 februari 2011 als algemene kinderarts met een bijzondere interesse voor de kinderneurologie.
zorg
Patiëntidentificatie
16
In het kader van het ziekenhuisbrede veiligheidscharter van de zorg werd zowel op de kraamals op de kinderafdeling speciale aandacht gegeven aan een eenduidige en correcte identificatie van de patiëntjes. Door hun onmondigheid is het risico op verwisseling bij hen immers nog groter. Het resoluut aanbrengen van een identificatiepolsbandje bij alle kindjes – zowel opgenomen als in daghospitalisatie – helpt vergissingen te voorkomen. Daarnaast werden ook de ouders gesensibiliseerd rond het belang van een juiste patiëntidentificatie. Voor beide afdelingen was een duidelijke verbetering merkbaar t.o.v. 2009. Op de kraamafdeling steeg het aantal geïdentificeerde baby’s met 6 %, op de kinderafdeling werden maar liefst 21 % meer patiëntjes geïdentificeerd. Op beide afdelingen verliep de identificatie 100 % correct volgens het protocol.
Kortverblijf voor acuut zieke kinderen Acuut zieke kinderen uit de ambulante praktijk waarbij verder onderzoek nodig is voor het stellen van de juiste diagnose kunnen voortaan alle onderzoeken ondergaan in kortverblijf of voorlopige hospitalisatie als semi-ambulante zorg. Op deze manier kan in enkele uren de diagnostiek beter afgewerkt worden en een gefundeerde behandeling voorgeschreven worden. Dit kortverblijf komt tegemoet aan de wensen van de ouders die een vollediger antwoord wensen over het probleem van hun kind alvorens over te gaan tot hospitalisatie of een ambulante behandeling op te starten.
Cluster geriatrie en revalidatie
Fysische geneeskunde en revalidatie Na een grondige analyse in 2009 werden op 1 januari 2010 alle zelfstandige therapeuten omgeschakeld naar het bediendenstatuut. Om de werking van de dienst nog efficiënter te maken, werd een digitaal voorschrift revalidatie ingevoerd waarmee de behandelende arts kinesitherapie, ergotherapie en logopedie kan aanvragen. Er werd geïnvesteerd in de aankoop van een Biodex-toestel voor het uitvoeren van isokinetische testen van de spiergroepen. Het is de ambitie om hiermee samen met de dienst orthopedie een sportraadpleging uit te bouwen met deskundig advies op maat van de sporter/ atleet. In 2010 gingen ook de verbouwingswerken van de dienst van start. Deze omvatten o.a. een tweede revalidatiezaal, uitsluitend voor locomotorische therapie, een teamlokaal met ruimte voor administratie van het personeel en een klantvriendelijk en toegankelijk secretariaat en onthaal revalidatie.
SP-revalidatie In 2010 werden vooral een aantal sleutelmomenten in het patiëntenverblijf verder professioneel vormgegeven. Er werd een vernieuwde opnameprocedure geïntroduceerd waarbij de aanvraag en de Bartel-index werden geïnformatiseerd. De opvolging van neurologische patiënten werd geoptimaliseerd door invoering van nieuwe evaluatieformulieren waarbij de betrokkenheid van de patiënt wordt geaccentueerd. Daarnaast werd het gebruik van video-opnamen ingevoerd ter opvolging van de specifieke evolutie van de patiënt. De ontslagvoorbereiding van neurologische patiënten werd verbeterd door het inbouwen van een progressief weekendontslag: patiënten mogen geleidelijk in weekend gaan, gaande van één dag tot een volledig weekend met twee overnachtingen. Na het weekend gebeurt een evaluatie via een vragenlijst die wordt ingevuld door de patiënt en zijn familie, zodat nadien de nodige therapeutische aanpassingen kunnen gebeuren.
17
Geriatrisch dagziekenhuis Het geriatrisch dagziekenhuis werd verder uitgebouwd met vooral nadruk op osteoporosescreening en –behandeling. Hierdoor steeg in het dagziekenhuis het aantal intraveneuze behandelingen met bifosfonaten. Rond de toediening hiervan werd een klinisch pad uitgewerkt.
Geriatrisch Support Team Het Geriatrisch Support Team bestaat uit twee verpleegkundigen die instaan voor de screening en opvolging van alle 75-plussers die opgenomen zijn op niet-geriatrische afdelingen. Gemiddeld worden zo’n 230 patiënten per maand gescreend om bij risicopatiënten een volledig assessment uit te voeren zodat elk probleem in kaart wordt gebracht. Het Geriatrisch Support Team werkt hiervoor samen met een diëtist, ergotherapeut en kinesist. Vanaf juni 2010 worden ook traumatische heupfracturen opgevolgd bij patiënten vanaf 60 jaar. Aandachtspunten hierbij zijn osteoporosescreening en -behandeling, valscreening, opstarten revalidatie en ADL-programma. Rond valpreventie werd een sensibiliseringscampagne met posters opgezet en een workshop georganiseerd waarin de verpleegkundigen tips kregen om vallen te voorkomen.
Op de afdelingen geriatrie werd vernieuwd aandacht besteed aan de preventie van decubitus. Door het systematisch screenen van het decubitusrisico en het consequent hanteren en toepassen van het verpleegplan omtrent decubitus wordt het ontstaan van drukletsels voorkomen. De afdelingen evolueerden positief omtrent het gebruik en het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen. Vrijheidsbeperking werd een vast item in het multidisciplinair overleg. Samen wordt besproken of fi xatie noodzakelijk is en hierbij worden alternatieve vormen (slaapzak, voorzettafeltje …) overwogen. De dagelijkse evaluatie en observatie van de patiënt wordt gerapporteerd in het verpleegdossier. Daarnaast werd het gebruik van de CAM-schaal als meetinstrument om delier vroegtijdig op te sporen veralgemeend geïntroduceerd. Pijnervaringen van patiënten worden nu dagelijks actief bevraagd via de VAS-schaal of de verbale schaal. Indien nodig wordt in functie van de geobjectiveerde pijnmeting een pijnbehandeling opgestart.
zorg
Professionalisering geriatrische zorg
zorg
Cluster inwendige 18 Nieuwe artsen Op 1 juli startte dr. Jokke Wynants als stafl id en vaste longarts in RZ Sint-Trudo. Hij maakt deel uit van de associatie pneumologie (ook werkzaam in Jessa) en heeft een bijzondere interesse in astma, allergie en immunotherapie. Op 1 september 2010 ging dr. Sigrid Vanstraelen in ons ziekenhuis aan de slag als gastroenterologe. Naast de algemene gastro-enterologie legt zij zich toe op CIBD (chronische inflammatoire darmziekten zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa) en bouwt zij samen met dr. Jochen Nijs ook de functionele gastro-enterologie (o.m. opstarten van impedantiemetingen) verder uit. Verder legt zij zich ook toe op echo-duplex onderzoeken van de viscerale vaten, waarvoor zij een bijkomende opleiding volgde. In 2010 werd dr. Elke Van Mieghem benoemd als vast stafl id in RZ Sint-Trudo. Sinds 1 januari 2011 verricht ze samen met dr. Lievens en dr. Verheezen de oncologische raadplegingen, leidt ze het oncologisch dagcentrum en de oncologische hospitalisatieafdeling en organiseert ze het multidisciplinair overleg.
dr. Elke Van Mieghem
dr. Jokke Wynants
dr. Sigrid Vanstraelen
Dag tegen Kanker In het kader van de Dag tegen Kanker kregen 63 (ex-)kankerpatiënten een gratis verwensessie in het ziekenhuis aangeboden. De patiënten hadden keuze uit gelaatsverzorging, voet- of handverzorging. De behandelingen werden uitgevoerd door de leerlingen van het 6de jaar schoonheidszorg en het 7de jaar lichaamsverzorging van de scholengroep Domein Speelhof. De azaleaverkoop ten voordele van Kom Op Tegen Kanker bracht 3.240 euro op.
MS-raadpleging Eén op de 1.000 mensen wordt getroffen door multiple sclerose of MS. De meeste zijn jong, staan actief in het leven en willen graag hun beroep voortzetten. Vanuit dit oogpunt werd in nauwe samenwerking met de behandelende geneesheer een verpleegkundige MSraadpleging opgestart om de patiënten op regelmatige tijdstippen te kunnen begeleiden en opvolgen. Deze raadpleging vind tweemaal per maand plaats. De doelstellingen van deze raadpleging zijn: • een vertrouwensrelatie op te bouwen zodat de patiënt de MS-verpleegkundige ziet als een persoon bij wie hij steeds terecht kan • voldoende tijd per patiënt te kunnen reserveren in functie van de noodzakelijke informatie en educatie • de therapietrouw bevorderen door periodieke contacten met gericht advies voor opvolging in de eerste lijn • in functie van de noden van de patiënt eventueel andere paramedische noden detecteren en hiervoor gericht een oplossing aanbieden. Een verpleegkundige MS-raadpleging steunt op drie componenten: • screening: detectie van MS-gerelateerde problemen • educatie: opvolging van de behandeling en eventueel aanleren van zelfinjectie en injectieschema’s • informatie: omtrent leefregels
19
Zorgtrajecten diabetes in stijgende lijn
zorg
In september 2009 werd in samenwerking met de huisartsenkringen van Sint-Truiden (HAKSO) en Borgloon het zorgtraject diabetes mellitus type 2 opgezet. Het zorgtraject biedt via onderling overleg tussen huisarts, specialist en eventuele andere zorgverleners, de patiënt een persoonlijk zorgplan op maat van zijn specifieke situatie waarbij de aanpak, de behandeling en de opvolging op een georganiseerde en gecoördineerde manier verlopen. Het aantal aanvragen gaat in stijgende lijn. Eind 2010 werden ongeveer 250 zorgtrajecten goedgekeurd. Ook het aantal patiënten in de diabetesconventie blijft groeien (toename met 763 patiënten). Gezien het toenemend aantal patiënten (zorgtraject en diabetesconventie) werd dagelijks een speciaal ‘telefoonuurtje’ voorzien voor alle diabetici. Tijdens dit telefonisch consult kunnen ze bij de diabetesverpleegkundigen terecht voor praktische vragen omtrent hun diabetesbehandeling of voor eventuele technische problemen.
zorg
Forse stijging aantal dialyses
20
In 2010 nam het aantal nierdialyses toe met 8,2 % t.o.v. 2009. De stijging was het sterkst voor de highcare dialyses maar ook de lowcare en de acute dialyses namen toe. Het zorgtraject chronische nierinsufficiëntie, opgestart in 2009, telt ondertussen 95 patiënten. Voor patiënten met chronische nierinsufficiëntie zijn de belangrijkste voordelen van zo’n zorgtraject: volledige terugbetaling van de raadplegingen bij huisarts en specialist, persoonlijk zorgplan op maat van hun specifieke situatie, toegang tot specifiek materiaal of specifieke raadplegingen (bv. diëtist, podoloog), forfaitaire tegemoetkoming voor een gevalideerde bloeddrukmeter. Om medewerkers en bezoekers te wijzen op het belang van gezonde nieren werd naar aanleiding van de Wereldnierendag in de inkomhal een informatiestand opgezet. Geïnteresseerden konden er gratis hun bloeddruk en bloedsuikergehalte laten meten en kregen er tal van tips om hun nieren te beschermen en diabetes en nierziekten te voorkomen. Gedurende 2 uur lieten 65 mensen zich testen.
Deelname aan de Week van het Hartritme In het kader van de Week van het Hartritme werd met ondersteuning van de cardiologen dr. Herbots en dr. Beckers gedurende drie namiddagen een gratis screening op hartritmestoornissen (voorkamerfibrillatie) georganiseerd. Maar liefst 249 mensen lieten zich screenen. Dergelijke sensibiliseringsacties zijn belangrijk om mensen tijdig de symptomen te laten herkennen. Want hoewel voorkamerfibrillatie de meest voorkomende hartstoornis is, ondervindt één derde van de mensen met deze aandoening geen klachten. De patiënten waarbij een afwijking werd vastgesteld werden doorverwezen naar hun huisarts.
Diëtisten en medewerkers voedingsbevraging geïntegreerd in zorgdepartement Als voedingsdeskundigen leveren diëtisten een wezenlijke bijdrage aan de patiëntenzorg op vlak van calorische behoeften, dieetbehoeften, smaak- en vormvereisten. Voeding heeft in deze context een klinische toepassing en maakt deel uit van de multidisciplinaire zorg rond de patiënt. Sinds eind 2010 werden de diëtisten dan ook geïntegreerd in het zorgdepartement. Ze werden toegewezen aan een bepaalde cluster en nemen deel aan het multidisciplinair patiëntenoverleg. In functie van een snelle detectie van de voedings- en dieetbehoeften nemen zij ook de dagelijkse voedingsbevraging op. Daarnaast staan ze in voor de dagelijkse bedside opvolging, het opstellen van voedings- en dieetrichtlijnen in functie van de aandoening van de patiënt, de medische ontslagrichtlijnen en de educatie en informatie aan de patiënt en zijn familie. Tijdens het middageten evalueren de diëtisten aan het bed van de patiënt effectief de voedingsinname bij ondervoede patiënten. Mogelijks bieden zij hierbij ook fysieke hulp aan de patiënt indien deze niet meer in staat is zelfstandig te eten.
21
Cluster heelkunde
Postoperatieve pijnbehandeling heelkundig dagcentrum Standaard vindt vanuit het heelkundig dagcentrum een vaste kwaliteitsopvolging van de patiënten plaats de dag na een heelkundige behandeling. Uit de resultaten van deze opvolging bleek dat pijnklachten het vaakst voorkomen na de ingreep. Ook werd duidelijk dat patiënten niet snel geneigd zijn om op een systematische wijze pijnmedicatie in te nemen. Verder kwam naar voren dat het niet beschikbaar zijn van pijnmedicatie op het moment van thuiskomst een belangrijke oorzaak was van de pijnklachten. Naar aanleiding van deze bevindingen werd enerzijds de intramurale pijnbehandeling op een meer gestructureerde wijze aangepakt en anderzijds wordt de patiënt aan de hand van een duidelijke en begrijpbare brochure voortaan beter geïnformeerd over pijnbestrijding thuis.
Wondzorg is een belangrijk aspect in de verpleegkundige praktijkvoering met een aanzienlijke impact op de outcome van de zorg voor de patiënt. De kennis van wondzorg bij de verpleegkundigen heeft zowel effecten op vlak van preventie als in de outcome ervan. In 2010 werd een halftime wondzorgverpleegkundige aangesteld die een transmurale opdracht heeft en nauw samenwerkt met de ziekenhuishygiënist en de dermatoloog. Samen hebben zij het wondzorgbeleid in RZ Sint-Trudo opnieuw op punt gesteld. De afgelopen jaren is er heel wat evolutie geweest op vlak van wondzorgproducten en -materialen. Op basis van bepaalde keuzes die hieromtrent gemaakt werden, werd een nieuw wondzorgprotocol ontwikkeld als sturing van de kwaliteit van zorg, kennis, eenduidig handelen, effectiviteit en risicobeperking. Ook de opvolging van de wondzorg is een cruciaal element. Hiervoor werd een nieuw wondzorgdossier samengesteld dat toelaat de locatie, aard en classificatie van de wonden op basis van het wondzorgprotocol en de observatie duidelijk op te volgen. Naast de adviesen expertfunctie die de transmurale wondzorgverpleegkundige heeft ten behoeve van de verpleegafdelingen, wordt ook tweemaal per week een gestructureerde wondzorgconsultatie georganiseerd waarbij de dermatoloog aanwezig is. Op aanvraag worden hier intercollegiale consulten uitgevoerd met ondersteuning van de wondzorgverpleegkundige. Ook vanuit de eerste lijn kunnen patiënten naar het ziekenhuis worden doorverwezen voor een specialistisch of wondzorgadvies waarna ze op basis hiervan verder in de eerste lijn kunnen verzorgd worden.
zorg
Wondzorg
zorg
22
Ter versterking van de kennis en deskundigheid op het vlak van wondzorg werd de afgelopen jaren geïnvesteerd in een specifieke wondzorgopleiding voor verpleegkundigen op de afdelingen. Met deze verpleegkundigen is nu een netwerk van referentieverpleegkundigen uitgebouwd. Via dit netwerk zal het wondzorgbeleid verder gestalte gegeven worden en kennis en nieuwigheden worden gecommuniceerd. De referentieverpleegkundigen op de afdeling zorgen hierbij voor de doorstroom van informatie en fungeren als aanspreekpunt en coach voor de andere verpleegkundigen voor wat het wondzorgbeleid betreft.
Efficiënte, effectieve en methodische zorg De beperking van het aantal ligdagen en de hoge turnover gekoppeld aan de vergrijzing en de multidisciplinaire aandoeningen bij patiënten, vragen een systematisch handelen bij verpleegkundigen om tijdige en accurate zorg te kunnen bieden. Vanuit dit perspectief is een extra voltijdse vormingsverpleegkundige ingezet die permanent werkt aan de ontwikkeling en teaching van pathologiespecifieke verpleegplannen in samenwerking met de respectieve geneesheren en de afdelingsverpleegkundigen. Een verpleegplan laat de verpleegkundigen toe om methodisch te werk te gaan en de zorg zo efficiënt mogelijk uit te voeren. Het is een richtlijn die uitgaat van een mogelijk verpleegprobleem. Eens dit is gedetecteerd, is een consequente planning van de actie, opvolging en evaluatie de standaard. Patiëntgerichtheid staat hierbij centraal zodat de continuïteit van zorg voor een specifieke patiëntensituatie gewaarborgd blijft. Een verpleegplan bestaat uit de volgende stappen: probleemstelling, te bereiken resultaat, evaluatietijdstip, actie (welke verpleegkundige handelingen moeten gesteld worden om het beoogde resultaat te bereiken) en evaluatie (vermelding van het resultaat in het patiëntendossier). Aan het verpleegplan wordt ook patiënteninformatie gekoppeld over het ziektebeeld, over de chronologie van de zorg in functie van zijn specifiek verpleegplan en over de onderzoeken, behandeling en ingrepen. Deze informatie is in een begrijpbare en gestandaardiseerde vorm opgesteld zodat aan de patiënt steeds eenduidige informatie wordt verstrekt en de verpleegkundige ondersteunend en educerend kan optreden. In september 2010 werden de verpleegplannen in gebruik genomen op verpleegeenheid G1 (hart- en vaatziekten), in december volgde verpleegeenheid F2 (abdominale heelkunde). In 2011 is de implementatie voorzien op verpleegeenheid D3 (gespecialiseerde heelkunde) en G4 (neurologie/nefrologie).
Doktersronde
Klinische paden Binnen de cluster heelkunde is in 2010 verder gewerkt aan de opleiding van medewerkers rond het ontwikkelingsproces en de ontwikkeling en implementatie van klinische paden. Voor het ontwikkelingsproces werd opleiding gegeven aan de hoofdverpleegkundigen. Het zijn in principe deze medewerkers die samen met hun artsen deze geïntegreerde zorginstrumenten ontwikkelen, dagelijks toepassen en zo nodig bijsturen. Volgende nieuwe klinische paden werden ontwikkeld en geïmplementeerd: amandelresectie, thyroidectomie, septum/conchotomie, FESS/infundibulotomie, UPPP, tympanoscopie, parotisklierresectie, voorvoetcorrectie, arthro-maqintosch.
23
zorg
De artsenronde is een belangrijk moment in de opvolging en verdere sturing van de klinische situatie van de patiënt. In 2010 werden op basis van het bestaande stafreglement op de heelkundige afdelingen concrete afspraken gemaakt om deze doktersronde te optimaliseren. Zo is er voortaan per afdeling een overzichtelijk weekschema beschikbaar met de momenten waarop de geneesheren dagelijks hun patiëntenronde doen, worden medische opdrachten genoteerd en gevalideerd, rapporteert de specialist in het medisch dossier van de patiënt en is er een dagelijkse registratie van de doktersronde op de afdeling. Ook de patiënt wordt voortaan vooraf geïnformeerd over het moment waarop de arts langskomt. Dit was een behoefte die in de patiëntentevredenheidsmeting duidelijk naar voren is gekomen. Door de gemaakte afspraken op te volgen en bij te sturen waar nodig is de doktersronde merkelijk verbeterd: dagelijkse opvolging van de patiënt, beter toezicht op het medicatieschema, notitie en parafering van de medische opdrachten op het opdrachtenformulier, in orde zijn van ontslagdocumenten.
zorg
Dienst orthopedie behaalt ISO 9001:2008 certificaat
24
Na maanden van intense voorbereiding behaalde de dienst orthopedie in oktober 2010 een ISO 9001:2008 certificaat voor de orthopedische behandeling en multidisciplinaire verzorging van patiënten. Het betekent dat de dienst een kwaliteitsmanagementsysteem heeft opgezet en toepast voor het volledige patiëntentraject: van het moment dat de patiënt zich aanmeldt met een orthopedisch probleem tot hij het ziekenhuis verlaat na een orthopedische ingreep. Aan het opzetten van dit kwaliteitsmanagementsysteem werd gedurende anderhalf jaar intensief gewerkt door een multidisciplinair team van medewerkers die elk vanuit hun vakgebied hun steentje hebben bijgedragen. Er werd een managementteam orthopedie opgericht dat vanuit een grondige sterkte-zwakteanalyse van de dienst een beleidsplan opstelde met een 15-tal zeer concrete doelstellingen om de kwaliteit van de dienst(verlening) verder te verbeteren. Een speciaal hiervoor opgeleid intern auditteam houdt de vinger aan de pols en toetst of de vastgelegde procedures ook effectief in de praktijk worden toegepast. In oktober vond tenslotte een driedaagse externe audit plaats. Op basis van het finale auditrapport werd het ISO 9001:2008 certificaat toegekend. Het certificaat blijft drie jaar geldig.
Chirurgie op maat voor knieprothesepatiënten Dr. Luc Renson, orthopedisch chirurg in het RZ Sint-Trudo, past als één van de eerste gebruikers in België en zelfs wereldwijd de vernieuwende Patiënt Specifieke Instrumentatietechniek (PSI) toe bij het plaatsen van knieprotheses. Met deze techniek kan de chirurg op basis van 3D-beelden de ingreep op voorhand plannen en simuleren. Vervolgens kan met patiëntunieke instrumenten de prothese volgens dit plan zo optimaal mogelijk worden ingeplant. Door deze ‘chirurgie op maat’ kan de ingreep worden vereenvoudigd, de operatietijd worden ingekort en bekomt men een beter chirurgisch resultaat.
Cluster kritische diensten 25 Invoering spoed- en OK-bestuur Om de geïntegreerde en functionele samenwerking tussen het medisch en het verpleeg – kundig departement te bevorderen, werd zowel voor spoedgevallen als voor het operatiekwartier een maandelijks overleg opgestart met alle betrokken leidinggevenden (hoofdverpleegkundige, zorgmanager, medisch coördinator, medische diensthoofden, betrokken geneesheren, directeur patiëntenzorg en hoofdgeneesheer). Via dit overleg worden de operationele lijnen uitgezet voor een duidelijke en gecoördineerde beleidsvoering. Het vermogen om zowel op korte als op lange termijn bepaalde ‘knelpunten/beleidsdoelstellingen’ te kunnen vertalen via een groter platform geeft bovendien een groter draagvlak in het realiseren van oplossingen en geformuleerde doelstellingen.
Veilige chirurgie
Door het uitvoeren van de checks zijn een aantal knelpunten merkelijk verbeterd. Uit de online registratie blijkt bovendien dat het aantal afwijkingen is gedaald omdat ze via het gestandaardiseerd proces nu tijdig worden opgemerkt en rechtgezet.
zorg
Het garanderen van een veilige chirurgie in het operatiekwartier is één van de doelstellingen die opgenomen zijn in het ‘Veiligheidscharter van de zorg’. Het is duidelijk dat het operatief proces een centrale activiteit is in het ziekenhuis. Het is bovendien een complex proces waarbij veel zorgverleners betrokken zijn. Vanuit het oogpunt van patiëntveiligheid kent dit proces ook veel risico’s. Met het oog op het onder controle houden van deze risico’s wordt sinds juni 2010 voor elke patiënt die een operatie ondergaat een gestandaardiseerd proces gevolgd dat gebaseerd is op een aantal eenvoudige checks. Het gestandaardiseerde proces veilige chirurgie steunt op volgende algemeen aanvaarde principes: • er is een preoperatief dossier voor elke operatiepatiënt; dit wordt opgestart door de chirurg bij beslissing tot ingreep. • patiënten met comorbiditeiten (ook daghospitaal) worden doorverwezen voor een preoperatief consult anesthesie. • de preoperatieve vragenlijst en het informed consent is ingevuld door de patiënt. • een vastgelegd controleproces per fase in het zorgtraject wordt doorlopen. De te opereren zijde wordt gemarkeerd door de chirurg vóór inductie. • een time-out met het volledige team (verpleegkundige, anesthesist, chirurg) vindt plaats juist voor incisie. • validatie van de uitgevoerde checks gebeurt op de eerste pagina van het preoperatief dossier.
zorg
Botbank
26
Het RZ Sint-Trudo heeft sinds 2006 een contractuele samenwerking met de weefselbank van UZ Leuven. Gezien de strengere criteria die aan de weefselbanken werden opgelegd vanuit het ministerie van Volksgezondheid, dienden enkele tekortkomingen geoptimaliseerd te worden. In september 2010 werd een nieuwe contractuele samenwerking ondertekend. Deze samenwerking is tweeledig: de weefselbank van UZ Leuven stelt een voorraad allogreffen ter beschikking met het oog op een geneeskundige toepassing. RZ Sint-Trudo doneert femurkoppen aan de weefselbank van UZ Leuven. RZ Sint-Trudo heeft enkel een bank voor bot en pezen. Een botverantwoordelijke coördineert het voorraadbeheer, de correcte bewaring en traceerbaarheid van allogreffen en de botdonatie. Het bot wordt aangewend bij orthopedische ingrepen zoals bijvoorbeeld revisies van prothesen, pseudoartrosen, grote posttraumatische botdefecten, fusieoperaties zoals rugingrepen; de pezen o.a. voor voorste kruisbandreconstructies.
Nieuwe MUG In november nam de spoedgevallendienst een nieuwe MUG in gebruik. Er werd gekozen voor een Volvo XC70 diesel met automatische versnellingsbak en vierwielaandrijving omdat dit de veiligste wagen is in zijn soort. De vroegere zware interventiekoffers werden vervangen door handige interventierugzakken (een aparte rugzak voor pediatrische interventies). Net als de ziekenwagen is ook de MUG uitgerust met een fleetlogsysteem waardoor het rijgedrag van de chauffeurs kan geëvalueerd en bijgestuurd worden om verkeersveiliger rijden te bevorderen. De MUG beschikt ook over een performante monitor-defibrilator voorzien van een doorzendsysteem voor een elektrocardiogram. Op die manier kan de cardioloog van wacht het ecg al interpreteren en eventueel telefonisch advies geven aan het MUG-team ter plaatse.
Achterwachtregeling permanentie spoedgevallen In 2010 leverden de directie, de medische raad en de medische diensthoofden gezamenlijk inspanningen om te komen tot een oplossing voor het garanderen van de medische permanentie op spoedgevallen bij het uitrijden van de MUG. Opzet was een verdubbeling van de permanentie wat wegens het nijpend tekort aan spoedartsen echter niet mogelijk bleek. De operationele druk op de bestaande equipe werd bovendien nog verhoogd door de aanhoudende groei van de activiteit op spoedgevallen. In afwachting van een definitieve oplossing kon dankzij de solidariteit van een 40-tal vaste stafleden een tijdelijke regeling uitgewerkt worden waardoor de wettelijke permanentie op spoedgevallen bij het uitrijden van de MUG te allen tijde verzekerd is.
27
Cluster medisch-technische diensten
Radiologie Op 1 augustus 2010 vervoegden dr. Annelies Rappaport en dr. Philippe Grouwels de medische staf van de dienst radiologie. De dienstverlening werd uitgebreid met een Cone Beam CT voor maxillofaciale en dentale beeldvorming. Hiermee kunnen volwaardige driedimensionale beelden in hoge resolutie gemaakt worden van de sinussen, de onder- of bovenkaak, de tanden en het aangezichtsskelet en dit met een spectaculaire vermindering van de stralingsdosis in vergelijking met de conventionele CT-scan. Parallel aan de aanschaf van de CBCT werd tevens een toestel voor orthopantogram en teleopnamen geïnstalleerd. Daarnaast werd in 2010 ook een nieuw toestel (DEXA) in gebruik genomen voor botdensitometrie met mogelijkheid tot FRAX-berekening, BMI, orthopedic hip. Tenslotte heeft de dienst radiologie op de website van het ziekenhuis een eigen webstek ontwikkeld waar zowel artsen, patiënten als bezoekers praktische en interessante informatie vinden over het aanbod en de verschillende onderzoeken.
zorg
dr. Annelies Rappaport
dr. Philippe Grouwels
zorg
Nieuwe analysers labo klinische biologie
28
Het klinisch labo nam twee nieuwe analysers in gebruik: enerzijds de Chorus, een analyser voor de bepaling van auto-immunologietesten en infectueuze serologie. Deze testen werden vroeger uitbesteed of uitgevoerd met een manuele methode en nu geautomatiseerd wat toelaat frequenter te analyseren met een snellere beschikbaarheid van het resultaat. Anderzijds de Cobas 6000 CEE die een uitbreiding is van de bestaande analyser CE naar CEE. Dit biedt de mogelijkheid het testenaanbod uit te breiden met hormonologie en infectueuze serologie. Door de consolidatie van deze testen naar één platform zijn de resultaten nog sneller beschikbaar.
Erkenning als intermediaire structuur voor capacitatie van mannelijke gameten RZ Sint-Trudo heeft met het Leuvens Universitair Fertiliteitscentrum een samenwerkingsprotocol afgesloten waardoor het labo klinische biologie als intermediaire structuur zijn activiteiten betreffende spermacapacitatie kan voortzetten. Om te voldoen aan de verhoogde eisen van veiligheid en traceerbaarheid bij het uitvoeren van spermacapacitaties, werd in het labo klinische biologie een aparte, afgesloten cleanroom gecreëerd teneinde besmettingsrisico’s te beperken. Dit waarborgt een gecontroleerde omgeving wat luchtkwaliteit en microbiologische contaminatie betreft. Tevens werd een LAF-kast aangeschaft met een zeer strikte luchtkwaliteit, vereist om de capacitatie in veilige omstandigheden uit te voeren. Ook de uitvoerders van de capacitatie – die hiervoor speciaal werden opgeleid – dragen aangepaste kledij om strooiing van deeltjes te beperken. Alle gebruikte materialen zijn bovendien in de ruimte aanwezig en zoveel mogelijk CE gemarkeerd. De capacitatie gebeurt via een volledig gedocumenteerd kwaliteitssysteem waarbij alle stappen van het capacitatieproces, evenals de referenties van de gebruikte materialen en uitvoerders gedurende 30 jaar volledig traceerbaar zijn. Het gecapaciteerd sperma wordt op de raadpleging gynaecologie via intra-uteriene inseminatie (IUI) in de baarmoeder ingebracht. IUI is een waardevolle methode voor infertiliteitsbehandeling die in een gestimuleerde cyclus dezelfde zwangerschapskansen biedt als IVF tegen een lagere kostprijs en minder stress.
Medische kransen 2010 • • • • • •
‘Paraoesophageale maaghernia’ door dr. P. Geyskens en dr. R. Snoeckx ‘Hypothermie: mevr. Frigidia De Vries, 20 jaar, temperatuur 29,5 °C’ door dr. L. Bequé ‘Blaastumoren: zien en gezien worden’ door dr. E. Vanderschot ‘Indicatoren voor nucleair onderzoek’ door dr. Inge Bormans ‘Safe surgery saves lifes’ door mevr. M. Vanrusselt ‘Drie op een rij’ door dr. J. Wynants
29
Wetenschappelijke lezingen 2010 • • • •
‘Oncologie bij de geriatrische patiënt’ door dr. J. Verheezen en dr. S. Martens ‘Neuro-oncologie vanuit neurochirurgisch perspectief’ door dr. E. Put ‘Alcoholisch leverlijden’ door dr. L. Van den Bergh ‘De wet No Fault’ door de heer F. Van Haverbeke en mevr. N. Cottens van AMMA Verzekeringen • ‘Zorgtrajecten, een nieuwe vorm van zorg in diabetes mellitus type 2’ door prof. dr. A. Mertens • ‘Reconstructieve heelkunde’ door dr. T. Lauwers
• Borstsymposium ‘Multidisciplinaire kijk op borstpathologie’ georganiseerd door dr. C. Eerdekens met volgende sprekers: - ‘DCIS-LCIS’ door dr. S. Delvaux en dr. G. Palit - ‘Lymfoedeem’ door dr. L. Van Mol en mevr. A. Reynaert - ‘Borstkanker en seksualiteit’ door mevr. M. Van de Wiele • Symposium georganiseerd door het ethisch comité rond ‘Omgaan met geboorte en dood in de grote wereldreligies – Ethische opvattingen en rituele praktijken’ door prof. dr. Bert Broeckaert (KU Leuven) • Symposium rond slikstoornissen georganiseerd door dr. S. Martens met volgende sprekers: - ‘De slikact en neurologische oorzaken’ door dr. E. Mulleners - ‘Gastro-intestinale oorzaken’ door dr. J. Nijs - ‘Indicaties voor radiologisch onderzoek’ door dr. R. Visser - ‘Heelkundige aspecten van hoge dysfagie’ door dr. E. Annys - ‘Logopedische interventies’ door mevr. N. Morrhaye en mevr. C. Appeltants
zorg
Symposia 2010
zorgondersteunende diensten
ICT 30 Nieuwe centrale back-up infrastructuur In 2010 installeerde ICT een volledig nieuwe centrale back-up infrastructuur waarmee dagelijks back-ups kunnen genomen worden van onze meer dan 100 fysieke en virtuele serversystemen. Binnen deze nieuwe back-up omgeving zijn ook archiveringsmogelijkheden voorzien voor de talrijke e-mailboxen in het ziekenhuis, de bestandsystemen en de nieuwe SharePoint 2010 omgeving.
Helpdeskwerking Ter optimalisatie van de helpdeskwerking werd in 2010 een nieuwe helpdesktool geïnstalleerd waarin alle meldingen centraal geregistreerd en opgevolgd worden vanuit de ICT-dienst. Maandelijks worden er meer dan 500 meldingen geregistreerd via de helpdesk ICT. In meer dan 90 % van deze gevallen is er een gemiddelde responstijd van minder dan 15 sec.
Telefooncentrale uitgebreid met technologie voor geïntegreerde communicatie Om de bereikbaarheid van het ziekenhuis te verbeteren en binnenkomende oproepen sneller en efficiënter te beantwoorden, werd de telefooncentrale in belangrijke mate gemoderniseerd. De centrale werd uitgebreid met technologie voor geïntegreerde communicatie, de zogenaamde Business ConneCT Unified Communication. Deze technologie integreert de bestaande telefoonfuncties met het werken op de pc en biedt nieuwe mogelijkheden zoals persoonlijke voice mail, status van bereikbaarheid/aanwezigheid, centrale en persoonlijke telefoongidsen, call center functies … Het systeem maakt het ook mogelijk om oproepen van artsen prioriteit te geven zodat zij niet in een wachtrij terechtkomen. Ook de automatische antwoordfunctie is aanzienlijk verbeterd: artsen kunnen voortaan zelf een gepaste boodschap inspreken of hun telefonische oproepen laten doorsturen naar een ander nummer. Het systeem werd als pilootproject uitgerold op de dienst onthaal en het secretariaat gynaecologie en zal vervolgens gefaseerd geïmplementeerd worden in gans het ziekenhuis.
Infrastructuur
Renovatie
Nieuwbouw Half mei 2009 keurde de Vlaamse overheid de laatste fase van het masterplan principieel goed. In 2010 werd dan ook het laatste deel van het oude ziekenhuis aan de Diestersteenweg volledig gesloopt. De ruwbouwwerken zijn in november 2010 gestart. Deze nieuwe vleugel zal klaar zijn eind 2012. In het eerste trimester van 2013 zullen de afdelingen die nu nog op campus Sint-Anna zijn gevestigd naar campus Sint-Jozef worden overgebracht en zal ook de architectonische eenmaking van het RZ Sint-Trudo een feit zijn. In deze nieuwe vleugel komen finaal de kleedkamers voor de mannen, een berging voor de beroepskledij, burelen, de personeelsingang, de leveranciersingang keuken, twee verpleegafdelingen, het internaat en de operatiezalen voor het heelkundig dagcentrum. De kostprijs voor deze vleugel zijn geraamd op € 14.680.000 all-in waarvan € 3.500.000 geïnvesteerd wordt door het ziekenhuis. De Vlaamse overheid subsidieert € 7.538.585 en de federale overheid € 3.641.000.
31
zorgondersteunende diensten
De renovatie van blok A en D startte reeds in 2005 maar kwam in 2010 op kruissnelheid. Om de storende impact ervan op de organisatie en de werking van het ziekenhuis zoveel mogelijk te beperken, werden de werken gespreid over 6 jaar. Toch blijft het geen sinecure om technieken, liften, centrale gangen, lifthallen, elektrische borden, schrijnwerk … te vernieuwen terwijl meer dan de helft in gebruik is. In blok F werd de vroegere cafetaria omgevormd tot personeelsrefter. In blok D werd in 2010 werd een nieuwe kapel gebouwd en werden twee verpleegafdelingen volledig gerenoveerd: eind december verhuisden de kinderafdeling en verpleegeenheid D3 (gespecialiseerde heelkunde) tijdelijk naar deze vernieuwde afdelingen in afwachting van de renovatie van hun eigen dienst. De afdeling nucleaire geneeskunde verhuisde begin februari naar een volledig gerenoveerde ruimte in blok B waar gekozen werd voor felle, vrolijke maar tegelijk warme kleuren om te breken met het steriele en koude dat een ziekenhuis vaak uitstraalt. Tenslotte werd de afdeling radiologie uitgebreid en werd gestart met de uitbreiding van het revalidatiecenrum.
zorgondersteunende diensten
Beleidsinformatie 32 Implementatie SAP In 2009 opteerde de directie voor SAP – een ERP- of Enterprise Resource Planning pakket – als geïntegreerd pakket voor voorraadbeheer, boekhouding en factuurcontrole. Dit met de nodige functiescheiding in het aankoopproces. In de apotheek werd het bestaande SAPsysteem verder uitgerold en de conversie voor het centraal magazijn werd voorbereid. Ook de investeringsbegroting voor 2010 werd opgemaakt in SAP. Op 9 januari 2010 ging het centraal magazijn van start met SAP. De aan te vullen artikels in de leeg-volsystemen van de afdelingen worden gescand en aangevuld. Daarnaast is er een link met de interne besteltoepassing BeSap via de portaalsite. Op 9 juni 2010 schakelde het klinisch labo over. Hier werd SAP gekoppeld aan GLIMS, waardoor we precies kunnen natrekken welk onderzoek voor welke patiënt met welke loten van producten is uitgevoerd. De directie- en investeringsbons (DIF) volgden op 22 juni. De bestelde investeringen worden telkens gekoppeld aan de investeringsbegroting zodat er op elk ogenblik zicht is op de uitvoering hiervan. Op 24 september startte de technische dienst op. Naar aanleiding van SAP werden alle magazijnen heringericht. Ook op de karren die meegaan naar de afdeling werd een scanner voorzien zodat de kosten maximaal op de juiste kostenplaats geboekt worden. Voor de herstellingen en eenmalige bestellingen is er een goedkeuringsprocedure voorzien in SAP. Tenslotte kwam op 16 december het eerste gedeelte artikels van het operatiekwartier aan de beurt, nl. de hechtingsmaterialen en de artikels voor oogheelkunde. De andere disciplines worden verder uitgerold in 2011. Hierbij stromen de verbruiken door vanuit het apotheekpakket – waar ze geregistreerd worden voor de facturatie – naar SAP. Door te werken met SAP is er permanent zicht op de voorraad. Facturen die overeenkomen met de bestelbons kunnen rechtstreeks geboekt worden. Er is een eenduidige manier van werken over de verschillende magazijnen heen. Waar mogelijk wordt geautomatiseerd gewerkt via laptops, scanners en automatisch faxen, en worden automatisch gegenereerde bestelvoorstellen aangemaakt. Bij de begrotingsopvolging is er voortaan zicht op de verbruiken per kostensoort en kostenplaats (afdeling) tot op niveau van het individuele artikel.
zorgondersteunende diensten
33
rzST medewerkers
Personeelsomkadering
34
Het personeelskader per 31 december 2010 bestaat uit 705 medewerkers, overeenstemmend met 582,44 fulltime equivalenten (FTE). Ten opzichte van 31 december 2009 is er een uitbreiding van het personeelskader met 28,08 FTE. Deze uitbreiding is in belangrijke mate te wijten aan de overschakeling van 13,50 FTE revalidatiemedewerkers van het statuut zelfstandige naar het statuut met een arbeidsovereenkomst per 1 januari 2010. De overige aangroei werd binnen de begroting 2010 toegekend ingevolge een toename van de activiteiten en een afbouw van 1,25 FTE op het operatiekwartier. Het effectief betaalde personeelseffectief bedraagt 579,04 FTE (oorspronkelijk begroot: 582,22 FTE) ten opzichte van 551,00 FTE in 2009. De effectieve tewerkstelling stijgt zo met 28,04 FTE, of 5,09 % ten opzichte van 2009. De gemiddelde leeftijd van de medewerker is 41,86 jaar en de gemiddelde anciënniteit bedraagt 14,37 jaar. De leeftijdssamenstelling van het personeelsbestand is in overeenstemming met de benchmarks. Hierdoor is waakzaamheid geboden met het oog op een correcte bestaffing via instroom op middellange termijn. 46,95 % van de medewerkers werkt voltijds, dit is een status quo ten opzichte van 2009. De gemiddelde loonkost per tewerkgesteld FTE bedraagt € 56.402. Dit is een toename met 1,44 % ten opzichte van 2009. Deze stijging is hoofdzakelijk te wijten aan de repercussie van twee indexaties in de loop van 2009 en één indexatie per 1/09/10. De totale zuivere personeelskost bedraagt € 32,66 miljoen.
koppen
rzST medewerkers
FTE
35
rzST medewerkers
Rekrutering nieuwe medewerkers
36
Ook in 2010 was alertheid geboden bij de bestaffing. Ondanks de schaarste op de arbeidsmarkt, vooral wat verpleegkundigen betreft, slaagden we er opnieuw in om het begrote personeelseffectief nagenoeg volledig in te vullen.
Opleidingstraject diensthoofden Voor de hoofdverpleegkundigen, diensthoofden en zorgmanagers van het departement patiëntenzorg werd het langdurig opleidingstraject omtrent coachend leidinggeven voortgezet en afgerond in 2010. Voor de leidinggevenden van de zorgondersteunende diensten werd een gelijkaardig, ingekort traject (5 dagen) opgestart in 2010. De begeleiding van dit traject was eveneens in handen van VOCA Training & Consult.
Ecocheques In de begroting 2010 werd een bedrag gereserveerd ten bevordering van attractiviteit en retentie. In dit verband werd, na overleg met de ondernemingsraad, aan de medewerkers een voordeel toegekend in de vorm van ecocheques. Het netto toegekende bedrag werd bepaald op 250 euro per voltijdse werknemer. Door het toekennen van dit voordeel leveren we met z’n allen een positieve bijdrage aan het milieu. Uit de benchmark bleek dat RZ Sint-Trudo één van de enige ziekenhuizen is dat zo’n voordeel toekent.
Budget teambuilding Sedert enige tijd wordt een jaarlijks budget vrijgemaakt om teambuildingactiviteiten op afdelingsniveau financieel te ondersteunen. Kaderleden die voor hun afdeling een externe teambuildingactiviteit willen organiseren kunnen op dit budget een beroep doen. Wegens de grote interesse in deze activiteit werd door het directiecomité beslist om het budget te verhogen van € 25 naar € 50 per deelnemer.
Vorming, training, opleiding In 2010 werden de inspanningen inzake opleiding opnieuw opgedreven. In totaal werden 17.024 uren aan opleiding voorzien wat overeenstemt met 10,31 FTE, of nagenoeg 4 dagen opleiding per voltijdse medewerker.
Sociale activiteiten Om de werksfeer en het contact tussen medewerkers van verschillende afdelingen te bevorderen, organiseert het ziekenhuis i.s.m. het feestcomité jaarlijks een aantal activiteiten waaraan medewerkers kunnen deelnemen. In 2010 stonden volgende activiteiten op het programma: nieuwjaarsreceptie, familiedag met tal van avontuurlijke activiteiten en BBQ, quiz, teambuildingdag in de Ardennen voor alle leidinggevenden en ‘RZST on ice’ op de schaatsbaan van de Truiense kerstmarkt. Traditioneel wordt aan alle jubilarissen vanaf 25 jaar dienst op het einde van het jaar een etentje aangeboden en ontvangen alle medewerkers een speciale attentie op de dag van de verpleegkunde en het Sint-Trudofeest.
37
Enkele kengetallen m.b.t. het personeelskader Gemiddelde leeftijd: 41,86 jaar Gemiddelde dienstanciënniteit: 14,37 jaar 46,95 % werkt voltijds Gemiddelde jobtime is 82,62 % 16,03 % van de medewerkers zijn mannen Ziektecijfer: 3,13 % 418 medewerkers in de zorg waarvan: - 52,42 % bachelor - 36,43 % gediplomeerd - 11,15 % zorgkundigen en logistiek assistenten Personeelskader 31.12.2010 331 voltijds - 374 deeltijds
Voltijds 46,95%
Jobtime 51-99% 31,06%
Jobtime < 51% 21,99%
rzST medewerkers
• • • • • • •
rzST organisatie
38
Samenstelling bestuur en management RZST anno 2011
Raad van bestuur • Raf Engelbos • Stany Engelbosch • dr. Guy Fabry • Zr. Lena Hertsens • Anny Jans • Robert Jans • Luc Jenné • Jef Jonckheere • Robert Jonckheere (voorzitter) • Louis Mentens • Jean Neven • dr. Wim Tambeur • Hubert Theunissen • Ludo Thielen • Clement Vandezande Directie • dr. Raf Lippens algemeen directeur • dr. Wim Tambeur hoofdgeneesheer* • Patrick Godfroid directeur patiëntenzorg • Theo Joris directeur HR • Nadia Kaczanowski directeur financiën • Nicole Van Hoof directeur kwaliteit en systemen * vanaf 1 november 2011 wordt prof. dr. Bernard Himpens de nieuwe hoofdgeneesheer van RZ Sint-Trudo
Management • Mark Ameloot stafmedewerker algemeen directeur • Pol Casteleyn manager HR-services • Annemie Cools beleidsadviseur administratie • Eliane Daenen office manager • Marleen Dams zorgmanager cluster inwendige, geriatrie en revalidatie. • Karel Dermont manager aankoop & facilities • dr. Henri De Vooght voorzitter zorgcoördinatiecomité • Hilde Janssen zorgmanager cluster vrouw & kind stafmedewerker kwaliteit en veiligheid • Daniël Loos ICT manager • Louis Lenaerts manager MZG en beleidsinformatie • Johan Nijs zorgmanager cluster kritische en medisch technische diensten; stafmedewerker operationele zorg • Ludo Nulens manager infrastructuur • dr. Guus Putzeys adviseur medische beheerscontrole & beleidsinformatie • Kristel Smeyers communicatieadviseur • Marnik Stragier hoofdapotheker • Ronny Tudts diensthoofd boekhouding en beheerscontrole • dr. David Van Roosbroeck adviseur netwerking • Martine Vanrusselt zorgmanager cluster heelkunde • Alexandra Wilms juridisch adviseur Medische raad • dr. Inge Bormans • dr. Yves Claes • dr. Wouter Degraeve (voorzitter) • dr. Tom Herbots • dr. Henk Joosen • dr. Ian Michiels • dr. Guus Putzeys • dr. Jan Vanderkerken • dr. Rob Visser
39
rzST organisatie
Algemene vergadering • Zr. Catharina Aerden • Jan Joachims • Zr. Lucienne Jooken • Zr. Marie-Josée Kempen • Jos Moers • Zr. Louisa Peeters • Jacques Poncelet • Jos Reniers • Jozef Ruisson • Stefan Schrijvers • Zr. Monique Vanden Broeck • Zr. Magda Van der Borght • Zr. Petra Vandersmissen • Germain Vaneetvelde • Denise Vanmuysen • + leden raad van bestuur
rzST organisatie
Artsenkorps anno 2011 40 algemene en abdominale heelkunde • (dr. Bart Appeltans) • dr. Paul Geyskens • (dr. Bert Houben) • dr. Benoit Masereel anatomopathologie • dr. Sigrun Delvaux • dr. Johan Van Meerbeek anesthesiologie / reanimatie • dr. Luk Bequé • dr. Yves Claes • dr. Martine Dierckx • dr. Danny Knoors • dr. Marie-Paul Lieben • dr. Raf Lippens • dr. Eddy Muyldermans • dr. David Van Roosbroeck • dr. Marie-Christine Vroonen • dr. Thanh-Phong Vu cardiologie • dr. Jo Beckers • dr. Christophe De Meester • dr. Tom Herbots • dr. Paul Morias dermatologie • dr. Marleen Anseeuw * • dr. Christophe Leys * endocrinologie • prof. dr. Ann Mertens fysische geneeskunde • dr. Johan Darcis • dr. Sam Hendrix • dr. Liesbet Van Mol gastro-enterologie • dr. Jacky Bollen • dr. Jochen Nijs • dr. Luc Van den Bergh • dr. Sigrid Vanstraelen
geriatrie • dr. Henk Joosen • dr. Sven Martens hematologie • dr. Kristel Buvé * intensieve geneeskunde • dr. Yves Claes • dr. Danny Knoors • dr. David Van Roosbroeck • dr. Thanh-Phong Vu kindergeneeskunde • dr. An Backaert • dr. Bert Beullens • dr. Katrien Mertens • dr. Catherine Meurice • dr. Annelies Verhoeven klinische biologie • apr. Patrick Gabriëls • dr. Guus Putzeys • apr. Martine Verdonck longchirurgie • dr. Ludo Verougstraete longziekten / allergie • (dr. Joseph Aumann) • (dr. Koen Demuynck) • (dr. Karin Pat) • (dr. Luc Spaas) • (dr. Karolien Weytjens) • dr. Jokke Wynants mond-, kaak- en aangezichtsheelkunde • dr. Dirk De Coster nefrologie / nierdialyse • dr. Pierre Claus • dr. Sven Smets • dr. Hendrik Verbrugge neurochirurgie • (dr. Greetje Bessemans) • dr. Peter Donkersloot • (dr. H. Duyvendak) • dr. Eric Put • (dr. Maarten Wissels)
neus -, keel -, oorziekten / gelaat- en halschirurgie • dr. Erwin Annys • (dr. Marie-Amélie Ryckaert) • dr. Xavier Verbraken nucleaire geneeskunde • dr. Inge Bormans oncologie • dr. Carl Lievens • dr. Jolanda Verheezen • dr. Elke Van Mieghem oftalmologie • dr. Camille Budo • dr. Louis-Filip Liesenborghs • dr. Myriam Storms orthopedie / traumatologie • dr. Wouter Degraeve • (dr. Wim De Weerdt) • dr. Albert Hendrickx • prof. dr. Philippe Lauweryns • dr. Jan Mievis • dr. Annelies Moermans • dr. Luc Renson • dr. Herman Tubbax pijnkliniek • dr. Martine Dierckx • dr. Marie-Paul Lieben plastische chirurgie • dr. Thomas Lauwers psychiatrie • (dr. Emmanuel Maes)
radiologie • dr. Philippe Grouwels • dr. Marleen Palmers • dr. Annelies Rappaport • dr. Greet Vandenbosch • dr. Stefaan Verhamme • dr. Robert Visser
41
radiotherapie • (dr. Paul Bulens) • (dr. Leen Noé) reumatologie • dr. Hendrik Verbrugge revalidatie • dr. Johan Darcis • dr. Sam Hendrix • dr. Eddy Mulleners • dr. Liesbet Van Mol spoedgevallen • dr. Marc Beeckmans (BAG-arts) • dr. Peter Claes (urgentiearts) • dr. Leo Conde (acutist) • dr. Linda Gevaert (acutist) • dr. Tom Smets (acutist) urologie • dr. Jan Vanderkerken • dr. Emile Vanderschot vaatchirurgie • (dr. Gerrit Koppert) • dr. Jean-Pierre Lacquet • dr. Frederic Libeer • dr. Pieter van de Gender • dr. Ludo Verougstraete verloskunde / gynaecologie • dr. Leo de Sonnaville • dr. Christa Eerdekens • dr. Ian Michiels • dr. Gülseren Palit • dr. Jean-Christophe Schobbens * • dr. Urbain Verboven
( ) toegelaten artsen * consulterend geneesheer
rzST organisatie
neurologie • dr. Henri De Vooght • dr. Wouter De Vooght • dr. Eddy Mulleners • dr. Annabel Schreurs • dr. Eddy Verjans
rzST kerncijfers
Activiteit
42
Het aantal opgenomen patiënten daalde in 2010 met 1,1 %. Hierdoor, en door de verdere druk op de ligduur, daalt het aantal ligdagen met 3 %. Gemiddeld verbleef een patiënt nog 6,2 dagen in RZ Sint-Trudo. Het aantal geïnde forfaits voor dagziekenhuispatiënten verminderde met 3,3 %. Er was wel een sterke groei merkbaar in de nierdialyse, de diabetesbehandeling en de zuurstoftherapie. Het aantal ingrepen in het operatiekwartier en het aantal patiënten op spoedgevallen blijft status quo. Binnen de medisch technische afdelingen stijgt de activiteit van medische beeldvorming, klinische biologie en nucleaire geneeskunde. Het aantal bevallingen in 2010 bedroeg 635, een stijging met 3,8 % ten opzichte van het jaar ervoor.
Resultaat We beëindigen het boekjaar 2010 met een mooi resultaat van € 5.593.736. Het bedrijfsresultaat daalt echter naar € 3,7 mio. Door de stagnatie van de activiteit stijgt de omzet slechts beperkt met 3,3 %. Hiertegenover staat een toenemende kostenstructuur. Het resultaat blijft wel op peil dankzij de uitzonderlijke opbrengsten die te wijten zijn aan een correctie van balansrekeningen en de boeking van inhaalbedragen. Het balanstotaal gaat beperkt omhoog met 2,70 %. Dit is binnen de activa vooral te wijten aan de activa in aanbouw en de stijging van de liquide middelen. Het eigen vermogen blijft meer dan op peil met een solvabiliteit van 60 %. De gemiddelde betalingsperiode steeg wel maar de liquiditeitsratio is met 3,16 nog steeds uitstekend.
Investeren In 2010 werd voor meer dan € 2 mio geïnvesteerd in basisuitrusting. Daarnaast waren er ook investeringen in verschillende strategieondersteunende projecten zoals medicatieveiligheid, meld- en leersystemen, beleidsinformatie en SAP.
Enkele kerncijfers Evolutie aantal inschrijvingen 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000
100.622
105.891
119.060
130.376
138.997
145.219
40.000
43
20.000 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Evolutie opgenomen patiënten en dagziekenhuis 25.000 20.000 15.000
10.439
10.039
10.322
12.675
12.931
12.518
11.006
10.761
11.386
11.228
11.716
11.586
2005
2006
2007
2008
2009
2010
10.000 5.000
aantal opgenomen patiënten
aantal dagziekhuispatiënten
Aantal bevallingen 700 600 500 400
562
300
584
642
639
612
635
2008
2009
2010
100 Herkomst van de patiënten andere
2005 Tongeren 0,77%
Alken 1,42%
Tienen 0,74% Wellen 1,42% Wellen 1,42%
Alken 1,42% Linter
Herk-de-Stad 1,63% Borgloon 3,85% Geetbets 4,07%
2006 9,75%
2007
Herkomst van de patiënten Tongeren 0,77%
Tienen 0,74%
Andere 9,75%
1,47%
Herk-de-Stad Linter 1,63% 1,47%Hasselt 1,66% Hasselt 1,66% Borgloon 3,85% Geetbets 4,07%
Sint-Truiden 43,69%
Heers
Heers 4,26% 4,26% Nieuwerkerken Nieuwerkerken 4,90% 4,90%
Zoutleeuw 5,72% Gingelom 6,95%
Zoutleeuw 5,72% Gingelom 6,95%
Landen 7,70%
Landen
Sint-Truiden 43,69%
rzST kerncijfers
200
rzST kerncijfers
Jaarrekeningen 44 Balans ACTIVA
codering
Vaste activa I. II. III.
IV.
boekjaar 2008
boekjaar 2009
boekjaar 2010
20/28
51.478.626
65.531.506
66.470.213
Oprichtingskosten Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
20 21 22/27
602.584 284.265 50.587.532
1.143.106 693.742 63.690.412
785.313 775.102 64.906.047
A. Terreinen en gebouwen B. Materieel voor medische uitrusting C. Materieel voor niet-medische uitrusting en meubilair D. Huurfinanciering en soortgelijke rechten E. Overige materiële vaste activa F. Vaste activa in aanbouw
22 23
32.289.206 4.845.722
46.990.913 7.233.878
46.824.669 5.916.935
24 25
2.994.705 2.389.656
6.832.704 2.303.655
5.546.233 2.217.655
26 27
8.068.241
329.262
4.400.556
Financiële vaste activa
28
4.246
4.246
3.750
73.358.941
81.194.917
84.213.227
1.460.963
1.589.371
1.683.692
20.927.311 19.686.294 1.861.058 16.097.100 858.067 870.089 -20
25.874.467 19.172.368 1.828.228 15.765.915 1.118.198 460.051 -24
23.424.089 21.364.250 1.811.733 18.141.383 1.241.279 169.503 352
1.241.017 593.076 647.941
6.702.100 634.732 6.067.368
2.059.839 620.703 1.439.136
51/53 54/58 490/1
33.814.051 16.517.335 639.281
41.769.096 10.923.856 1.038.127
35.390.564 22.338.827 1.376.055
20/58
124.837.567
146.726.422
150.683.440
Vlottende activa
29/58
V. VI.
Vorderingen op meer dan één jaar Voorraden
29 31
VII.
Vorderingen op ten hoogste één jaar A. Vorderingen voor prestaties 1. Patiënten 2. Verzekeringsinstellingen 3. Inhaalbedragen 4. Te innen opbrengsten 5. Overige vorderingen voor prestaties
40/41 400/409 400 402 403 404 406/9
B.
41 415 411/4-416/9
VIII. IX. X.
Overige vorderingen 1. Geneesheren 2. Overige
Geldbeleggingen Liquide middelen Overlopende rekeningen
Totaal der activa
codering
Eigen vermogen I. II. III.
boekjaar 2008
boekjaar 2009
boekjaar 2010
10 tot 15-18
70.326.446
87.019.618
90.642.951
Dotaties, inbreng en giften in kapitaal Herwaarderingsmeerwaarden
10 12
12.000.000 0
12.000.000 0
12.000.000 0
Reserves A. Wettelijke reserves B. Niet-beschikbare reserves C. Beschikbare reserves nieuwbouw en herconditionering sociale reserve overige energievriendelijke maatregelen verwerven onroerend goed informatisering en archivering kwaliteit en zorgorganisatie netwerkstrategie Overgedragen resultaat Investeringssubsidies Sluitingspremies Voorzieningen voor risico’s en kosten
13 130 131 133
33.434.558
38.346.560
40.140.904
338.966 33.095.592 11.000.000 9.550.000 1.545.592 500.000 7.000.000 2.000.000 1.500.000
371.693 39.769.211 11.000.000 10.700.000 1.319.211 500.000 7.000.000 4.000.000 2.250.000 3.000.000 15.910.626 22.591.421 0 9.198.333
14 15 18 16
7.770.469 16.634.283 487.136 8.381.656
338.966 38.007.594 11.000.000 9.550.000 1.457.594 500.000 7.000.000 4.000.000 1.500.000 3.000.000 12.111.234 24.074.689 487.136 8.106.884
Schulden
17/49
46.129.465
51.599.920
50.842.156
VIII.
Schulden op meer dan één jaar A. Financiële schulden 1. Achtergestelde leningen 2. Niet-achtergestelde leningen 3. Schulden voor huurfinanciering en soortgelijke 4. Kredietinstellingen 5. Overige leningen
17 170/4 170 171
21.650.240 21.345.070
25.849.054 25.543.884
25.129.419 25.129.419
172 173 174
2.998.610 18.346.460
2.895.866 22.648.018
2.794.998 22.334.421
B. Handelsschulden C. Voorschotten Ministerie van Volksgezondheid D. Overige schulden
175
0
0
0
177 178/9
305.170
305.170
0
Schulden op ten hoogste één jaar A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen B. Financiële schulden 1. Kredietinstellingen 2. Overige leningen C. Lopende schulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels 3. Inhaalbedragen 4. Geneesheren D. Ontvangen vooruitbetalingen E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 1. Belastingen 2. Bezoldigingen en sociale lasten F. Overige schulden
42/48
24.291.262
25.361.265
25.206.226
1.699.504 0
2.482.129 169.473
2.288.249 0
0 17.209.731 6.735.121
0 17.011.134 8.372.460
0 16.903.307 7.340.397
3.975.820 6.498.791 1.934
2.123.592 6.515.082 0
1.587.415 7.975.496 0
45 450/3 454/9 47/48
5.363.488 701.140 4.662.348 16.606
5.678.698 753.673 4.925.025 19.831
5.992.434 791.274 5.201.160 22.236
Overlopende rekeningen
492/3
187.963
389.601
506.511
10/49
124.837.567
146.726.422
150.683.440
IV. V. VI. VII.
IX.
X.
Totaal der passiva
42 43 430/4 435/9 44 440/444 441 443 445 46
45
rzST kerncijfers
PASSIVA
rzST kerncijfers
Resultatenrekening 46 codering I.
boekjaar 2008
boekjaar 2009
boekjaar 2010
Bedrijfsopbrengsten
70/74
76.797.358
83.690.092
86.911.670
A. Omzet Verpleegdagprijs Geraamd inhaalbedrag van het lopend boekjaar Supplementen kamers Forfaits conventies R.I.Z.I.V. Nevenproducten Farmaceutische en daarmede gelijkgestelde producten Werkingskosten geneesheren Honoraria
70 700
72.587.830 26.838.710
79.304.191 29.301.386
81.783.165 30.632.959
701 702 703 704
-352.454 747.862 3.341.800 131.036
-401.778 734.899 3.839.238 132.729
-33.359 546.433 4.145.793 117.839
705 708 709
10.953.941 1.717.560 29.209.376
11.435.130 1.842.563 32.420.025
12.105.704 1.794.473 32.473.322
B.
72
67.494
63.098
46.473
74 740 741/9
4.142.034 0 4.142.034
4.322.803 0 4.322.803
5.082.032 0 5.082.032
60/64
74.694.078
78.681.977
85.639.044
60 600/8 609
16.219.931 16.456.151 -236.220
17.410.521 17.537.020 -126.500
18.501.826 18.596.148 -94.321
61
23.683.373
25.985.635
26.076.939
62
28.649.468
30.855.771
33.031.903
4.349.663
4.553.964
6.503.716
Geactiveerde interne productie
C. Overige bedrijfsopbrengsten Bedrijfssubsidies Overige II. Bedrijfskosten
(-)
A. Voorraden en leveringen 1. Inkopen 2. Wijziging in de voorraad (toename +, afname -) B.
Diensten en bijkomende leveringen
C. Bezoldigingen en sociale lasten D. E. F.
Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
630
Waardeverminderingen op vlottende activa (toevoegingen +, terugnemingen -)
631/4
103.215
83.238
101.207
Voorzieningen voor risico’s en kosten
635/7
1.559.733
-274.772
1.091.450
640/8
128.694
67.621
332.003
70/64 64/70
2.103.281
5.008.114
1.272.626
G. Overige bedrijfskosten III. Bedrijfswinst Bedrijfsverlies
(+) (-)
A. B. C. D.
Opbrengsten uit financiële vaste activa Opbrengsten uit vlottende activa Subsidies in kapitaal en intresten Andere financiële opbrengsten
V. Financiële kosten
(-)
A. Kosten voor investeringsleningen B. Kosten voor kredieten op korte termijn C. Diverse financiële kosten VI. Winst Verlies
(+) (-)
VII. Uitzonderlijke opbrengsten A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op IVA en MVA B. Terugneming van waardeverminderingen op FVA C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa E. Andere uitzonderlijke opbrengsten van het boekjaar F. Opbrengsten m.b.t. vorige boekjaren VIII. Uitzonderlijke kosten
(-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA B. Waardeverminderingen op FVA C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten D. Minderwaarden bij de realisatie van VA E. Andere uitzonderlijke kosten van het boekjaar F. Kosten m.b.t. vorige boekjaren IX. Winst van het boekjaar Verlies van het boekjaar
boekjaar 2008
boekjaar 2009
boekjaar 2010
75
3.536.073
2.189.414
3.167.802
750 751 753 754/9
1.085.129 859.928 1.591.015
456.609 753.355 979.449
218.709 1.483.267 1.465.826
65
860.184
872.604
1.111.178
650 656 657/9
725.935 0 134.250
806.164 -9.911 76.350
952.249 1.778 157.152
70/65 65/70
4.779.169
6.324.925
3.329.250
76
5.406.187
3.544.032
2.335.236
147.522
147.522
147.522
4.686
0
5.838 5.252.827
10.201 3.381.623
667.759 1.519.956
264.983
616.190
70.750
0
95.100
60
664/8 669
2.784 262.199
15.725 505.364
316 70.375
70/66 66/70
9.920.373
9.252.767
5.593.736
760 761 762 763 764/8 769 66
660 661 662 663
(+) (-)
47
rzST kerncijfers
IV. Financiële opbrengsten
codering
Diestersteenweg 100 - 3800 Sint-Truiden
[email protected] - www.sint-trudo.be