VK A Leerplan 2008/2009
Vrije Kunst Arnhem ArtEZ Academie Arnhem juni 2008
_________________________________________________________________________
Inhoud _________________________________________________________________________
Voorwoord
3
Doelstelling van de afdeling Vrije Kunst
3
Toelating tot de opleiding
4
Indeling en inrichting van de studie
5
Het lesprogramma
7
Algemene inhoudelijke omschrijving van de vakken
9
Werkplaatsen en faciliteiten
12
De studiebegeleiding
15
Beoordelingen
17
Studiepunten
19
Het eindexamen
22
Afdelingsvergaderingen
22
Evaluatie onderwijs
22
Overleg afdelingsleiding - klassenvertegenwoordigers
22
Klassenvertegenwoordigers
22
De afdelingsadministratie
23
Schema studieprogramma
24
_________________________________________________________________________
Voorwoord _________________________________________________________________________ Deze publicatie geeft een beschrijving van de lesinhoud, de studiemogelijkheden, de organisatiestructuur en de reglementen van de afdeling Vrije Kunst. Het is voornamelijk bestemd voor hen die aan de afdeling studeren; alles wat zij moeten weten over het functioneren van de afdeling is erin te vinden. Ook is het bedoeld als informatiebron voor aankomende studenten die zich een beeld willen vormen van de studie en de gang van zaken aan de afdeling. De VK-studieleiding _________________________________________________________________________
Doelstelling van de afdeling Vrije Kunst _________________________________________________________________________ Kenmerkend voor de opleiding Vrije Kunst is de interdisciplinaire benadering van het beroep beeldend kunstenaar waarvoor wordt opgeleid. Aan het eind van de opleiding moet de student in staat zijn om met zijn/haar werk een persoonlijke en overtuigende beeldende kunstpraktijk in beheer te nemen. Daarnaast kiest de opleiding voor een realistische benadering van de beroepspraktijk waartoe ook de toegepaste kunstvormen wordt gerekend. Er wordt intensief samengewerkt met het werkveld van de beeldende kunst. Zowel de inhoudelijke als de economisch aspecten van een succesvolle beroepspraktijk staan centraal in de studie. De juiste wisselwerking tussen deze beide draagt bij een goed toekomstperspectief voor de afgestudeerden. De afdeling Vrije Kunst stelt zich tot doel studenten op te leiden tot vrij beeldend kunstenaar. Onder 'vrij' wordt in dit verband verstaan: -
Onafhankelijk, uitgaande van de geaardheid en keuze van de student kan de studie zich ook begeven op het gebied van de toegepaste vormgeving. Niet gebonden aan een bepaald beeldend materiaal of middel. Centraal staat de idee; hieruit ontstaat de keuze voor de te gebruiken middelen.
Het leerdoel van de opleiding: afgestudeerde moet in staat zijn om persoonlijk en overtuigend beeldende werk te scheppen. Hiertoe bevat de studie vier kenmerken: -
Het opdoen van ervaring in de belangrijkste materialen, technieken en werkwijzen van de autonome beeldende kunst. Het verwerven van inzicht in de mogelijkheden en werkingen van de beeldende middelen die kunnen worden gehanteerd. Het ontwikkelen van inhoudelijke ideeën en een persoonlijke visie. Het in beheer nemen van een eigen beeldende praktijk.
3
_________________________________________________________________________
Toelating tot de opleiding _________________________________________________________________________ De vooropleiding Om toegelaten te kunnen worden dient men te beschikken over ten minste een HAVO- of een gelijkwaardig diploma. Hiervan wordt afgeweken, indien de toelatingscommissie van oordeel is dat het ontwikkelingsniveau van de kandidaat voldoende is om de opleiding te kunnen volgen. De aanstaande Vrije Kunst student dient zich een duidelijk beeld te vormen van de beroepspraktijk van de hedendaagse beeldende kunst. Hiermee wordt bedoeld, dat de kunsttheoretische voorbereiding zoals: tentoonstellingsbezoek, literatuur, lezingen etc. even belangrijk is als de praktische uitvoerende. Toelatingsexamen Voor toelating tot het eerste studiejaar moet men een toelatingsexamen afleggen. Dit examen bestaat uit enkele schriftelijk gestelde praktische en theoretische werkopdrachten en een gesprek met de toelatingscommissie. De werkopdrachten worden de kandidaat uiterlijk een week voor de examendatum toegestuurd en moeten thuis worden gemaakt. Op de examendatum vindt het gesprek plaats met de toelatingscommissie, die bestaat uit twee docenten en een student. Tijdens het gesprek worden de resultaten van de werkopdrachten beoordeeld, evenals het overige door de kandidaat mee te nemen werk (een ruime selectie is gewenst). Zowel de gemaakte opdrachten, het eigen werk en de tijdens het gesprek gevestigde indruk spelen een rol bij de beoordeling van de kandidaat. Voor elk van deze aspecten wordt door de docenten in de commissie een cijfer toegekend in de schaal van 1 tot 10, wat resulteert in een reeks cijfers. Optelling van deze reeks geeft het eindgetal van de kandidaat. Tevens formuleert de commissie een kort geschreven commentaar waarin men een algemene indruk geeft en eventueel enkele bijzonderheden vermeldt. Uit elke commissie heeft 1 docent zitting in de eindcommissie. Uit de kandidaten met de hoogste eindcijfers wordt de definitieve selectie gemaakt, waarbij ook de geschreven opmerkingen een rol spelen. Er worden 40 tot 50 kandidaten voor toelating geselecteerd. Het examen moet niet worden gezien als een absoluut oordeel over de geschiktheid, maar als een vergelijkende test, waaruit die kandidaten worden geselecteerd waarvan men de geschiktheid voor Vrije kunst het waarschijnlijkst acht. Toelating tot een hoger studiejaar Kandidaten die al een jaar of langer aan een andere kunstopleiding hebben gestudeerd, hebben de mogelijkheid om in een hoger studiejaar te worden geplaatst. Zij hoeven niet aan het toelatingsexamen deel te nemen, maar worden voor een gesprek uitgenodigd waarbij tevens meegenomen werk bekeken zal worden Er kan dan meteen over een eventuele toelating worden beslist. Voor het maken van een dergelijke afspraak kan men contact opnemen met de studieleiding van de afdeling Vrije Kunst. Er kan een verzoek per mail worden voor een gesprek ingediend bij:
[email protected]
4
_________________________________________________________________________
Indeling en inrichting van de studie _________________________________________________________________________ De afdeling Vrije Kunst kent een voltijdse studie met varianten in het rooster. Hierdoor is het ook mogelijk om te studeren en een drietal dagen in de week werkzaamheden naast de opleiding te verrichten. Er zijn in de eerste twee studiejaren 2 parallelklassen. Om een uitgebalanceerd studie aanbod te verkrijgen zijn de studenten groepen niet helemaal homogeen. De opleiding VK heeft een studieduur van vier jaar. Het lesprogramma is zowel overdag als in de avond. De studiedruk is hoog maar realistisch in relatie tot de gekozen aanstaande beroepspraktijk. Naast het volgen van de reguliere lessen wordt van elke student een grote zelfwerkzaamheid buiten de schooltijden verwacht. In het eerste studiejaar, de propedeuse, volgt de student een weekrooster van verplichte vakken. De meeste van deze vakken worden klassikaal begeleid; bij enkele echter vindt de begeleiding plaats door middel van individuele of groepsgewijze werkbesprekingen, volgens afspraak met de begeleidende vakdocent. In het tweede jaar volgt de student voor het grootste deel van de week een rooster van verplichte vakken, de resterende tijd wordt hij/zij geacht naar eigen inzicht en op eigen gelegenheid te studeren. In het derde en vierde studiejaar, de vrije studiefase, bepaalt de student zelf volledig de inhoud en inrichting van zijn studie, daarbij vrijelijk gebruik makend van het aanbod aan lokaliteiten en voorzieningen. Hij wordt daarbij begeleid door vier docenten waarbij zoveel mogelijk wordt uitgegaan van de keuze van de student. De begeleiding geschiedt door middel van individuele- of groepswerkbesprekingen, waarvoor met de docenten steeds afspraken worden gemaakt. Het vak Kunstbeschouwing en het Programma Beroepsvoorbereiding Zakelijke Kennis is in het derde en vierde studiejaar een verplichte klassikale les. In de vrije studiefase worden ook cursorische projecten en gastdocentschappen toegevoegd aan het reguliere aanbod. Tevens kan de student, onder bepaalde voorwaarden en in overleg met de studieleiding, eventueel buiten de afdeling (aan een andere afdeling van de faculteit Beeldende Kunsten of elders in de vorm van een uitwisseling van maximaal 6 maanden) een gedeelte van zijn studie volbrengen. Naast het hierboven beschreven studieaanbod organiseert de afdeling lezingen door gastsprekers. In deze reeks lezingen komen kunstenaars uit alle geledingen van de beeldende kunst aan het woord om te vertellen over hun werk en hun ervaringen. Ook andere voor kunststudenten interessante vakdisciplines krijgen in deze lezingen de aandacht. De lezingen zijn toegankelijk voor alle studenten van alle studiejaren. Tijdens de studie vindt tweemaal per jaar een beoordeling van studieresultaten plaats. Al het in de betrokken studieperiode gemaakte werk wordt dan beoordeeld door de docenten. Bij negatieve beoordeling mag de student zijn studie wel vervolgen, maar wordt van hem verwacht dat hij zijn inzet en/of productiviteit verhoogd. Zolang de propedeuse nog niet is afgesloten, kunnen de docenten tot en met het tweede studiejaar bij gebleken ongeschiktheid van de student een bindend negatief studieadvies uitbrengen, waarop de studie moet worden beëindigd.
5
Als er gegronde redenen voor zijn, kan de student een studieonderbreking aanvragen. Na studieonderbreking van een jaar kan de student zonder meer de studie vervolgen op het punt waar deze onderbroken werd. Bij onderbreking van meer dan een jaar moet er d.m.v. een evaluatiegesprek met de VK-studieleiding worden beslist over het al dan niet kunnen hervatten van de studie. Afstudeerrichtingen Alle op de opleiding gehanteerde media en combinaties daarvan kunnen als afstudeerrichting gelden. Voor het eindexamen zie pagina 26
Studieverkorting Gedurende de vrije studiefase kan de student een verzoek tot studieverkorting indienen. Voorafgaande aan een beoordeling dient de student een schriftelijk gemotiveerd verzoek in tot studieverkorting aan te vragen bij de studieleiding. Op de dag van de beoordeling wordt de student eerst regulier beoordeeld betreffende zijn of haar bevordering naar de volgende studiefase. Vervolgens beoordelen de docenten of de studieverkorting gerechtvaardigd is. Reglement: 1. Alle begeleidende docenten moeten positief zijn. 2. Van de niet begeleidende docenten moet een meerderheid positief zijn (deze beoordeling kan slechts positief of negatief zijn). Studieverlenging Indien een student in de vrije studiefase problemen met de studie ondervindt en de resultaten onvoldoende zijn kan besloten worden, op advies van de docenten, de studie te verlengen.
Programma Kennis Beroepspraktijk. Voor alle eindexamenkandidaten wordt gedurende het studiejaar een speciaal programma aangeboden. De zakelijke kanten van de beeldende kunstpraktijk worden belicht. Onderwerpen als studie- en werkbeurzen, belastingaangelegenheden, communicatie en auteursrechten komen o.a. aan bod. Ook maken studenten in groepen een bedrijfsplan dat als model kan dienen voor de eigen beeldende praktijk. Stage/project/tentoonstelling Studenten zijn in het derde studiejaar verplicht om deel te nemen aan een stage, project/externe opdracht of tentoonstelling. Het doel hiervan is om de studenten een inzicht krijgen in de praktische en zakelijke kanten van een zelfstandige bedrijfsvoering. Onder begeleiding van de coördinator kiest de student een bedrijf of organisatie uit waarmee hij of zij een duidelijke affiniteit heeft. Elke student schrijft hierover een kort verslag dat beoordeeld wordt.
6
VKProBureau stichting Het VKProBureau (VKPB) is een onafhankelijke en professionele organisatie ten dienste van studenten en oud-studenten (tot maximaal 5 jaar na afstuderen) van de opleiding Vrije Kunst ArtEZ Academie voor beeldende kunsten Arnhem. VK Docenten en studenten hebben zitting in het dagelijkse bestuur. Doel van het VKProBureau is het initiëren, coördineren en stimuleren van de communicatie over en weer tussen de opleiding Vrije Kunst en de praktijk buiten de academie. Het VKProBureau is vooral verantwoordelijk voor het traffic management van de externe contacten van de opleiding. Het beoordeelt binnenkomende vragen, voorstellen en verzoeken met betrekking tot o.a. tentoonstellingen in alle media, ontwerpen voor de publieke ruimte, decors, bedrijfsvideo's, internetdesign en samenwerking met andere instituten. Ook organiseert het VKProBureau de jaarlijkse afdelingsexcursie(s), het Programma Kennis Beroepspraktijk en coördineert het de BASplan-stages. Het VK-Probureau zal ook een deel van de publicitaire initiatieven voor de afdeling behartigen. Excursies Jaarlijks organiseert de opleiding VK een algemene excursie naar het buitenland en enkele kleine specifieke binnenlandse. Studenten krijgen daaraan voorafgaand een lezing betreffende de gekozen bestemming. Gedurende de excursie wordt een programma aangehouden waarbij een of meerdere collega instituten + belangwekkende musea worden bezocht. Daarnaast zijn er ook nog bezoeken naar, in de nabijheid gelegen, interessante plaatsen van cultuurhistorische waarde. De kosten van deelname aan deze excursies zijn altijd zodanig dat in principe elke student mee kan gaan. Als daar plaats voor is kunnen ook studenten van de overige opleidingen van ArtEZ en introducés mee op excursie. Terugkomdag ‘Back from the future’ Jaarlijks worden er tegen het einde van het cursusjaar enkele oud-studenten Vrije Kunst uitgenodigd op de afdeling. Zij maken, in de context van het programma zakelijke kennis, kennis met de eindexamenkandidaten en doen verslag van hun praktijkervaringen van na de academie. _________________________________________________________________________
Het lesprogramma _________________________________________________________________________ Eerste studiejaar (de propedeuse) In het eerste studiejaar is het lesprogramma gericht op het verwerven van algemene basiskennis, het verkrijgen van ervaring in de belangrijkste specifieke technieken van de Vrije Kunst en het op gang brengen van de eigen ideevorming van de student. Bij de afsluiting van het eerste studiejaar kan de student vrij besluiten een vak, dat met een voldoende is beoordeeld, in VK2 niet te volgen ten behoeve van een hogere inzet bij de overige vakken. Vrij werk en Kunstgeschiedenis zijn hiervan uitgesloten. De gemaakte keuzes kunnen gedurende het studiejaar niet worden gewijzigd. Vakken 1. 2. 3. 4.
uren per week
Vrij werk Schilderen/Tekenen Grafiek Ruimtelijk
4 4 2 4
7
5. 6. 7. 8. 9.
Fotografie Audiovisueel Kunstgeschiedenis Lezingen, projecten, excursies Computer
4 4 4 2 2
Tweede studiejaar Het lesprogramma van het tweede studiejaar is gericht op uitbreiding en verdieping van de ervaring met de belangrijkste specifieke technieken en op het verder ontwikkelen van de eigen ideevorming. Meer dan in het eerste studiejaar wordt van de student eigen initiatief en zelfwerkzaamheid verwacht. In het tweede jaar kan de student in zijn vakkenpakket verder toespitsen. Bij de afsluiting van het eerste studiejaar kan de student vrij besluiten een vak, dat met een voldoende is beoordeeld, in VK2 niet te volgen ten behoeve van een hogere inzet bij de overige vakken. Vrij werk en Kunstgeschiedenis zijn hiervan uitgesloten. De gemaakte keuzes kunnen gedurende het studiejaar niet worden gewijzigd. Vakken 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
uren per week
Vrij werk Schilderen/Tekenen Ruimtelijk Fotografie Audiovisueel Kunstgeschiedenis Lezingen, projecten, excursie
4 4 4 4 4 4 6
Derde studiejaar In dit studiejaar begint de vrije studiefase. De student bepaalt voor het grootste deel zelf de inhoud en inrichting van zijn studie. Eigen ideevorming en zelfwerkzaamheid staan nu centraal. Vakken
uren per week
1. Vrij werk 2. Kunstbeschouwing 3. Lezingen, stage, projecten, excursies
20 5 5
Vierde studiejaar In dit studiejaar wordt de vrije studiefase voortgezet. De student bepaalt voor het grootste deel zelf de inhoud en inrichting van zijn studie. Eigen ideevorming en zelfwerkzaamheid staan nu centraal. In deze studiefase gaan de studenten ook de voorbereidingen treffen voor hun eindexamen. Vakken
uren per week
1. Vrij werk 2. Programma kennis beroepspraktijk 3. Lezingen, stage, projecten, excursies
20 5 5
8
_________________________________________________________________________
Algemene inhoudelijke omschrijving van de vakken _________________________________________________________________________ Voor de specifieke beschrijving van de inhoud van de lessen verwijzen we naar het actuele programma van de praktijkdocenten. De vakken van het eerste studiejaar Vrij werk Bij het vak Vrij Werk is het de bedoeling dat de student op eigen initiatief en naar eigen inzicht datgene maakt dat hij als vrij beeldend kunstenaar wenst te maken. Werken van voor de academie kunnen als vertrekpunt dienen. De uitgangspunten kunnen ook binnen het overige lesaanbod gevonden worden. Er is van dit vak geen algemene lesinhoud te geven. De lesstof wordt per student individueel vastgesteld in overleg met de docent. Bij de werkbesprekingen wordt aandacht besteed aan de planning van de werkzaamheden. De student krijgt advies bij de te maken keuzes uit de mogelijke media en technieken en de individuele ideeontwikkeling wordt gestimuleerd. De student dient in voldoende mate in staat te zijn om, zelfstandig een beeldende problematiek te ontwikkelen, een goede continuïteit in het werk tot stand te brengen en het werk dient een overtuigende persoonlijke beeldende kwaliteit te hebben. Schilderen / Tekenen Oefeningen naar de zichtbare werkelijkheid. Als onderwerp komen stilleven, architectuur, landschap, portret en model aan de orde door middel van de materialen houtskool, olieverf, tempera en acryl. Het doel is niet imitatie van de zichtbare werkelijkheid, maar inzicht in de wetmatigheden ervan, uitgaande van de aspecten maat, vorm, helderheid en kleur. Door middel van verbuigingsoefeningen (consequente veranderingen van de realiteit) wordt de student op het spoor van een eigen beeldende werkelijkheid gebracht. Beoordeeld wordt in hoeverre de student in staat is bovengenoemde aspecten van het vakgebied tot uitdrukking te brengen. Grafiek Het lesprogramma van grafiek begint met een algemeen historisch overzicht van de manuele grafische technieken in de beeldende kunst. Tevens wordt technische en theoretische informatie gegeven over hoogdruk (o.a.houtsnede), diepdruk (o.a. drogenaald, ets), vlakdruk (lithografie) en doordruk (zeefdruk), terwijl tevens toepassingen van de fotografie binnen de grafische technieken aan de orde komen. Daarna wordt in elk van de genoemde technieken voor een periode van zes weken aan een opdracht gewerkt, steeds naar aanleiding van meegenomen beeldmateriaal. In de laatste periode van het cursusjaar kan de student naar keuze één van de technieken verder uitdiepen. Beoordeeld wordt of de student binnen de aangeboden technieken in staat is om in een eigen beeldtaal de opdrachten uit te voeren. Ruimtelijk Doel van dit vak is het onderzoeken van de elementaire principes van het ruimtelijk vormgeven. Enerzijds wordt vanuit de waarneming gewerkt om tot een plastische stilering te komen (kop, figuur, natuurvormen), anderzijds worden d.m.v. verbale opdrachten ook abstracte begrippen als open/gesloten, licht/zwaar, staan/leunen/liggen aan de orde gesteld. Er wordt gewerkt met een variëteit aan materialen en technieken. Ook zal het tekenen een belangrijk onderdeel vormen voor het ontwikkelen van ruimtelijke ideeën en concepten. Beoordeeld wordt of de student binnen de aangeboden technieken in staat is om in een eigen beeldtaal de opdrachten uit te voeren.
9
Fotografie Door middel van het zelf fotograferen met de camera, bewerken en afdrukken wordt in het eerste jaar de digitale fotografie behandeld in al zijn technische en beeldende aspecten. Aan de hand van een reeks opdrachten, die studenten zelfstandig uitwerken, maken ze kennis met o.a. geënsceneerde fotografie, collage en conceptuele fotografie. In de klassikale besprekingen komen zowel de technische als de inhoudelijke aspecten aan de orde. Beoordeeld wordt of de student binnen de aangeboden technieken in staat is om in een eigen beeldtaal de opdrachten uit te voeren. Audiovisueel Allereerst maken de studenten kennis met de (nog korte) historische ontwikkeling van de audiovisuele technieken in de beeldende kunst. Daarna wordt in workshopverband gewerkt met praktische oefeningen zoals: camera, montage, geluid, animatie etc. Gedurende ieder semester moeten de studenten zelfstandig twee opdrachten uitvoeren, die samen met de inzet in de lessen als beoordelingscriterium voor de studieprestatie dienen. Het eerste studiejaar AV heeft als doel de technische basiskennis van het vak te leren en de inhoudelijke mogelijkheden voor het eigen werk te onderzoeken. Beoordeeld wordt of de student binnen de aangeboden technieken in staat is om in een eigen beeldtaal de opdrachten uit te voeren en of de student de bekwaamheid heeft om samen te werken met medestudenten om een gemeenschappelijk eindproduct te maken. Computervaardigheden Kennismaking met basisprincipes om met computer te werken. Softwareprogramma’s voor foto-/filmbewerking en webdesign komen aan bod. Kunstgeschiedenis In het eerste studiejaar wordt door middel van hoorcolleges en een studieboek de schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur behandeld vanaf 1800 tot het heden. In werkgroepverband wordt de leerstof verder op thematische wijze uitgediept, met aandacht voor de actualiteit en ruimte voor actieve gedachtewisseling. In de loop van het jaar worden vier toetsen afgenomen (waarbij tweemaal herkansing mogelijk is), welke voldoende moeten worden gemaakt wil men de volgende studiefase kunnen starten en aan het eind van de studie het diploma kunnen ontvangen. Lezingen, tentoonstellingen, excursies Gastlezingen van kunstenaars uit alle geledingen van beeldende kunst, geven de studenten diverse vakinformatie uit het beroepsveld en inzicht in het functioneren van het kunstenaarschap in de praktijk. Tentoonstellingen en projecten via VKPB De vakken van het tweede studiejaar Vrij werk Bij het vak Vrij Werk is het de bedoeling dat de student op eigen initiatief en naar eigen inzicht datgene maakt dat hij als vrij beeldend kunstenaar wenst te maken. Werken van voor de academie kunnen als vertrekpunt dienen. De uitgangspunten kunnen ook binnen het overige lesaanbod gevonden worden. Er is van dit vak geen algemene lesinhoud te geven. De lesstof wordt per student individueel vastgesteld in overleg met de docent. Bij de werkbesprekingen wordt aandacht besteed aan de planning van de werkzaamheden. De student krijgt advies bij de te maken keuzes uit de mogelijke media en technieken en de individuele ideeontwikkeling wordt gestimuleerd. De student dient in voldoende mate in staat
10
te zijn om, zelfstandig een beeldende problematiek te ontwikkelen, een goede continuïteit in het werk tot stand te brengen en het werk dient een overtuigende persoonlijke beeldende kwaliteit te hebben.
Schilderen / Tekenen (Deze beide vakken onderscheiden zich slechts wat betreft de te gebruiken materialen en technieken; in de lespraktijk zijn ze sterk met elkaar verweven.) Aanvankelijk worden bij deze vakken klassikale opdrachten gesteld, maar geleidelijk wordt er meer uitgegaan van de individuele voorkeur en interesse van de student. Dit geldt zowel voor het gekozen onderwerp of thema, als voor de te gebruiken materialen en technieken. De begeleiding van de docent is gericht op de individuele ontwikkeling en inhoudelijke verdieping van het werk, waarbij alle daaruit voortvloeiende vakproblematiek op een vanzelfsprekende manier aan de orde wordt gesteld. Naast de praktische opdracht wordt ook de individuele ontwikkeling en inhoudelijke verdieping beoordeeld. Ruimtelijk Naar aanleiding van opdrachten maken de studenten schetsmatige ruimtelijke werkstukken om een werkproces op gang te brengen van waaruit ideeën, plannen en verdere werkstukken kunnen ontstaan. Er wordt met verschillende materialen en technieken gewerkt (hout, metaal, textiel, kunststof, klei, etc.). Bij de opdrachten speelt zowel de waarneming een rol (stilleven, interieur, architectuur) als de ideeën met betrekking tot vorm, materiaal (vormverwerking, materiaalexperimenten) en ruimtelijke ervaring (schaal, maat, relatie mens/werkstuk en werkstuk/omgeving). Doel van het vak is om door middel van zelfstandige werken eigen inzichten te verwerven in het gebruik van ruimtelijke beeldende middelen. Naast de praktische opdrachten maken de studenten tevens een scriptie over een viertal beeldhouwers. Van de student wordt verwacht dat deze door zich op een serieuze wijze verstaan heeft met de opdracht. Bij de beoordeling weegt de persoonlijke visie ten aanzien van de samenhang en de uitvoering van de opdrachten relatief zwaarder dan de afzonderlijke resultaten per opdracht. Fotografie In de eerste helft van het tweede studiejaar wordt doorgewerkt aan het lesprogramma zoals dat in het eerste jaar is begonnen. In de tweede helft van het jaar werken de studenten een eigen thema uit in een zelf gekozen techniek. Hierbij zijn combinaties met andere disciplines mogelijk. Studenten maken ook een scriptie. Beoordeeld wordt of de student binnen de aangeboden technieken in staat is om in een eigen beeldtaal de opdrachten uit te voeren. Audiovisueel Op basis van de in het eerste studiejaar opgedane kennis gaat de student in de loop van het tweede jaar een of meerdere eigen videoproducties maken. Uitgaande van eigen ideeën wordt een plan gemaakt, in de vorm een storyboard en/of scenario. Dit wordt met de docent besproken, waarbij een planning wordt gemaakt van het productieproces. Bij uitvoering gaan de studenten zelfstandig en individueel te werk. Beoordeeld wordt het tot stand brengen van een autonoom videowerk. Kunstgeschiedenis In het tweede jaar wordt door middel van hoorcolleges, ondersteund door een studieboek, de beeldende kunst (waaronder ook toegepaste kunst en architectuur) van de oudheid tot 1800 behandeld. In werkgroepverband wordt de leerstof verder uitgediept, met accent op de discussie. Elke student houdt tevens één maal per jaar een korte voordracht. Ook dit jaar worden er toetsen gehouden die voldoende moeten worden gemaakt.
11
Lezingen, tentoonstellingen, excursies Gastlezingen van kunstenaars uit alle geledingen van beeldende kunst, geven de studenten diverse vakinformatie uit het beroepsveld en inzicht in het functioneren van het kunstenaarschap in de praktijk. Tentoonstellingen en projecten via VKPB De vakken van het derde en vierde studiejaar Vrij werk In deze studiefase bepaalt de student samen met vier gekozen docenten de inhoud en inrichting van zijn studie. Hierbij formuleert de student zijn eigen opdrachten, werkwijze, technieken en vraagstellingen. Aanpassingen binnen het studieplan kunnen gedurende het hele jaar in overleg met de docenten plaatsvinden. In individuele werkbesprekingen met ieder van de gekozen docenten laat de student om de vier à vijf weken zijn werk zien. Beoordeeld wordt of de student voldoende in staat is een beeldende en inhoudelijke problematiek te ontwikkelen, die een zelfstandige werkwijze en persoonlijke visie tot resultaat zal hebben. Kunstbeschouwing De lessen kunstbeschouwing in het derde jaar vormen een vervolg op de lessen kunstgeschiedenis in de lagere jaren. In het derde studiejaar wordt de basiskennis van de hedendaagse kunst klassikaal behandeld. Aan de hand van thematische onderwerpen worden daarna diverse aspecten uitgediept en maakt de student een scriptie over een aan zijn vrije werk gerelateerd thema. Lezingen Gastlezingen van kunstenaars uit alle geledingen van beeldende kunst, geven de studenten diverse vakinformatie uit het beroepsveld en inzicht in het functioneren van het kunstenaarschap in de praktijk.
Programma Kennis Beroepspraktijk. Voor alle eindexamenkandidaten wordt gedurende het studiejaar een speciaal programma aangeboden. De zakelijke kanten van de beeldende kunstpraktijk worden belicht. Onderwerpen als studie- en werkbeurzen, belastingaangelegenheden, communicatie, bedrijfsplan en auteursrechten komen o.a. aan bod. Stage, projecten, tentoonstelling Gedurende het derde en vierde studiejaar loopt elke student stage of neemt deel aan een extern georganiseerde opdracht of tentoonstelling _________________________________________________________________________
Werkplaatsen en faciliteiten _________________________________________________________________________ Het deel van de studie dat door de student zelf wordt bepaald (het vak vrij werken in het eerste en tweede jaar en de gehele studie in het derde, vierde jaar), kan zich zowel in de eigen lokaliteit van de student afspelen als in lokaliteiten binnen de afdeling of de faculteitsgebouwen. Dit is afhankelijk van de door de student gehanteerde disciplines en van zijn eigen facilitaire situatie. Voor de studenten zijn er binnen afdeling en faculteit de enkele lokaliteiten, werkplaatsen en faciliteiten beschikbaar m.b.t. het beoefenen van specifieke technieken. Omdat de werkplaatsen ook door andere afdelingen worden gebruikt zal v.w.b.
12
de beschikbaarheid overlegd moeten worden met de werkplaatsassistent . VK-ateliers Op de academie locatie Oude Kraan is een deel van de centrale hal permanent beschikbaar om in te werken voor VK studenten. De ruimtes kunnen gedurende het gehele cursusjaar tijdens de openingstijden als werkplaats gebruikt worden. Het is de bedoeling dat daar gemeenschappelijk wordt gewerkt. Het is niet toegestaan om afgesloten individuele studio's in te richten. Afhankelijk van o.a. de studentenaantallen zal de ruimteverdeling plaatsvinden. Tijdens de beoordelingen, vergaderingen, open dag en zeker het eindexamen zal een beroep gedaan worden op een deel van de ateliers om deze te gebruiken voor de opleiding. Studenten van het derde en vierde studiejaar hebben de eerste rechten om gebruik te maken van de ateliers. In overleg kunnen de studenten van de overige studiejaren een atelier gemeenschappelijk gebruiken, e.e.a. afhankelijk van de beschikbaarheid. Een atelier dat aantoonbaar onvoldoende gebruikt wordt of alleen als opslagruimte dient zal na een waarschuwing van de studieleiding vergeven worden aan een andere student De grafiekwerkplaats In deze werkplaats bevindt zich alle apparatuur en faciliteiten voor het beoefenen van de grafische technieken (etsen, lithograferen, houtsnijden etc.). De werkplaats is voor de afdeling VK beschikbaar op dinsdag (met begeleiding door de vakdocent). Op andere dagen is de werkplaats in gebruik door andere afdelingen en alleen voor VK studenten toegankelijk als dit geen problemen met de bezetting oplevert (raadpleeg de docent) en kunnen de studenten (in principe) geen aanspraak maken op begeleiding. De werkplaats voor ruimtelijk werk Deze werkplaats is gevestigd aan de dependance aan de Oude Kraan, en de gehele week beschikbaar voor de studenten. Er is ruimte voor het maken van grote werkstukken en alle noodzakelijke gereedschap en machines voor het werken met gebruikelijke materialen als hout, metaal, kunststof etc. zijn aanwezig, evenals opslagruimte in de kelder voor werkstukken. De werkplaats fotografie Deze werkplaats is gevestigd in de kelder van het hoofdgebouw. De werkplaats is voor VK studenten toegankelijk op maandag en overige dagen waarop een VK-docent begeleiding aanbied. Afhankelijk van de bezetting kan er ook op andere tijdstippen worden gewerkt. De studenten worden begeleid door een vakdocent en een werkplaatsassistent. Alle faciliteiten (computers/beamers) voor digitale fotobewerking zijn hier geconcentreerd. Voor de studenten is er ook een beperkt aantal digitale camera´s beschikbaar om te lenen. De werkplaats audiovisuele technieken Deze werkplaats (studio) is gevestigd in de dependance Oude Kraan en voornamelijk gewijd aan het medium video. De werkplaats is voor VK studenten toegankelijk op donderdag en vrijdag, zij worden bij het werk begeleid door vakdocenten en een technisch assistent. Faciliteiten In de studio zijn aanwezig: diverse typen camera's, monitoren, beamers en computers voor digitale beeld- en geluidsmontage. In overleg met de docent en de assistent kunnen de camera's en randapparatuur door studenten worden geleend na invulling van een bruikleenformulier. Voor de VK studenten zijn in de werkplaats opslagmogelijkheden beschikbaar. Geadviseerd word om bij intensief gebruik eigen opslagapparatuur te gebruiken. Let ook op de tijdig aangekondigde opruimacties van de bestanden op de academiecomputers.
13
Reglement Om te voorkomen dat studiotijd en apparatuur onbenut blijven gelden er enkele strikte regels voor het gebruik van de studio: - Elke afdeling heeft zijn eigen dagen (dagdelen) waarop de studenten van de studio gebruik kunnen maken. Op deze dagen is er een afdelingsdocent aanwezig. - Elke student die (binnen de afdelingstijd) van de studio of de apparatuur gebruik wil maken moet hiertoe vooraf bij de werkplaatsassistent studiotijd en/of apparatuur reserveren. Geadviseerd wordt om dit ruim van te voren te doen. - Alle studiotijd en/of apparatuur die een week van te voren nog niet door een student van de rechthebbende afdeling is gereserveerd wordt vrijgegeven voor reservering door studenten van andere afdelingen. - Wie zich te laat op een gereserveerde dag in de studio meldt zonder bericht, loopt het risico dat de studiotijd aan een andere gegadigde is gegeven. - Het zonder bericht en opgaaf van redenen niet nakomen van een reserveringsafspraak leidt onherroepelijk tot uitsluiting van het gebruik van de studio. - Studenten die in overeenstemming met het reglement in de studio werken, kunnen rekenen op alle aandacht en medewerking van de werkplaatsassistenten. VK audiovisueel montageruimtes Naast het VK kantoor OK6 zijn twee bescheiden montageruimtes speciaal voor de VK studenten. Voor de reservering kan ingetekend worden op de lijst die op de deur hangt. Toegang verkrijg je door bij de conciërge je studentenkaart als borg in te leveren. Het beheer wordt gedaan door de AV werkplaats. Voor technische vragen altijd contact opnemen met je docent. Van de studenten die gebruik maken van deze faciliteit wordt verwacht dat zij zelfstandig kunnen werken. In principe verlenen de werkplaatsassistenten AV in deze Vrije Kunst montageruimtes ook ondersteuning. Dit is afhankelijk van hun beschikbaarheid t.a.v. de werkzaamheden in de AV-studio. De overige werkplaatsen Verder zijn er nog: de offset- en zeefdrukkerij, de computerwerkplaats en de keramiekwerkplaats. Deze werkplaatsen toegankelijk voor VK-studenten. Men wende zich steeds tot de betrokken werkplaatsassistent of vakdocent. VK opslagruimte Op de academie locatie Oude Kraan is een deel van de kelder bij de centrale werkplaatsen gereserveerd voor de opslag van schilder- en ruimtelijk werk van VK studenten. Er is ook nog een kleine opslagruimte naast de toiletten onder in de kelder bij de entree receptie . Alle werken dienen te zijn voorzien van naam van de student en (productie)datum De opslagruimtes zijn echter alleen bestemd voor werkstukken waaraan nog gewerkt wordt of welke beschikbaar moeten zijn voor werkbesprekingen. Vrije Kunst heeft ook de beschikking over een aantal kleine lockers op de locatie Oude Kraan deze kunnen tegen een kleine vergoeding per jaar worden gehuurd bij de conciërge. Materiaalverkoop In de kelder van het hoofdgebouw en in de werkplaats Oude Kraan is een winkel gevestigd waar een ruime sortering materialen verkrijgbaar is.
14
_________________________________________________________________________
De studiebegeleiding _________________________________________________________________________ De begeleidende docenten In de eerste twee studiejaren is de begeleiding klassikaal. Bij bevordering naar het derde studiejaar levert elke student een voorkeurslijst in met docenten door welke hij/zij in de vrije studiefase begeleid wil worden. Zoveel mogelijk rekening houdend met deze voorkeur stelt de studieleiding voor elke student de definitieve lijst van vier begeleidende docenten samen, die voorafgaand aan het studiejaar wordt uitgereikt. De mentor Het eerste en tweede studiejaar hebben elk een klassenmentor. In de hogere jaren fungeert voor elke student één van de begeleidende docenten als persoonlijke mentor. Het is de taak van de mentor om toezicht te houden op het totale studieverloop van zijn studenten. Dit houdt in dat de mentor geacht wordt: - regelmatig zijn studenten te spreken om een indruk te krijgen van diens studie-activiteit en studieresultaten, - eventuele daaruit blijkende stagnaties of problemen te signaleren en met de betrokken student te bespreken, - er op toe te zien dat de student aan de studieverplichtingen voldoet, d.w.z.: a. met voldoende frequentie werkbesprekingen houdt met de begeleidende docenten, b. een gedegen documentatiemap bijhoudt over het eigen werk. (zie voor elk van deze onderdelen de desbetreffende alinea's). Op afdelingsvergaderingen wordt de mentor gevraagd een indruk te geven van de situatie van elk van zijn studenten op basis van de op bovenstaande wijze verkregen informatie. Van de student wordt verwacht dat hij uit eigen beweging alle problemen die van invloed zijn op het studieverloop met zijn mentor bespreekt. Externe deskundige en gastdocenten Behalve de vaste en tijdelijke docenten is er altijd een jaarlijks wisselende docent, externe deskundige, aan de afdeling verbonden. Bovendien vinden er af en toe gastdocentschappen plaats voor kortere periodes. De externe deskundige heeft de taak om studenten te begeleiden en de werkwijze op de afdeling te beoordelen op zijn effectiviteit en doelmatigheid. De externe deskundige draait mee in het reguliere docententeam. Wie door een gastdocent begeleid wil worden kan hiervoor intekenen op desbetreffende lijsten welke voor elk gastdocentschap op de afdeling komen te hangen. Werkbesprekingen De begeleiding in de vrije studiefase (het derde en vierde studiejaar) geschiedt d.m.v. individuele- of groepswerkbesprekingen met de vier begeleidende docenten. Om de vier à vijf weken wordt met elk van deze een werkbespreking gehouden. Na elk van deze besprekingen wordt meteen een afspraak gemaakt voor de volgende. Bij deze besprekingen wordt door de student meegenomen recent werk en ze hebben als regel plaats in de afdelingslokalen of in het atelier. In overleg met de docent kan voor een werkbespreking atelier bezoek worden afgelegd. Het gaat er bij elke werkbesprekingen om een zo volledig mogelijke presentatie van het recent gemaakte werk te laten zien.
15
Proeftentoonstelling In de loop van het jaar zal er een begeleide tentoonstelling worden georganiseerd voor eerste- en derdejaars studenten, deelname hieraan is verplicht. Tussentijdse totaal bespreking VK1 heeft in het tweede semester een tussentijdse totaalbespreking op het programma staan. Met alle docenten samen en in aanwezigheid van alle studenten wordt het werk van de studenten te besproken. Het doel hiervan is om naast de beoordelingen de studenten goed te informeren (dus niet te beoordelen) over hoe de docenten denken over hun werk. Dit extra toetsmoment vergroot het inzicht van de student ten aanzien van wat van hem/haar verwacht wordt op de opleiding Vrije Kunst De documentatiemap Vanaf het 3e studiejaar (en bij voorkeur al te beginnen in het 2e jaar) wordt van de studenten verwacht dat ze een documentatiemap (klapper) bijhouden. Hierin moeten foto's en fotokopieën worden gepresenteerd van het belangrijkste gemaakte werk in de loop van de gehele studie. Ook alle geschreven statements/ideeën over het werk moeten hierin worden verzameld. Bij werkbesprekingen moet de map aanwezig zijn ter inzage. Zeker voor nieuwe docenten is dit belangrijk, of voor docenten die het werk een tijd niet hebben gevolgd. De documentatiemap is dus bedoeld iets anders te zijn dan de meer impulsieve schets- en ideeënboeken die de meeste studenten er met succes op na houden. Deze betreffen vaak de ideevorming; het werkboek moet het meer definitieve, uitgekristalliseerde studieresultaat zichtbaar maken. Afspraken Student en begeleidende docent maken na elke werkbespreking een afspraak voor de volgende. De gemiddelde periode hiervoor is vier à vijf weken. In de eigen agenda's moet elke afspraak worden genoteerd. Zorg ervoor dat je zelf een agenda hebt! In verband met de kostbaarheid van docentenuren en omwille van respectvolle omgangsvormen, wordt de studenten dringend verzocht geen begeleidingsuren te verspillen door onaangekondigd weg te blijven bij gemaakte afspraken. Consequent gebruik van een agenda en accurate notitie van de juist data en uren van afspraken is in ons studiesysteem onontbeerlijk. In geval van ziekte of overmacht dienen afspraken worden afgezegd per mail bij de direct bij de betrokken docent. VKProBureau Het VK-ProBureau is een onafhankelijke en professionele organisatie ten dienste van studenten en oud-studenten van de afdeling Vrije Kunst Arnhem. Het VKPB is vooral verantwoordelijk voor het management van de externe contacten van de afdeling. Studenten kunnen er terecht voor het stellen van vragen over de prijs van een schilderij, een ontwerp, te verrichten creatieve arbeid, stages, opdrachten etc. Het VKProBureau houdt zich bezig met de inschakeling van studenten voor het verrichten van werkzaamheden voor buitenschoolse opdrachtgevers. Het beoordeelt de vele binnenkomende vragen, voorstellen en verzoeken voor tentoonstellingen, ontwerpen voor de publieke ruimte, portretopdrachten, fotodocumenten, illustraties, decors, bedrijfsvideo's, internetdesign, samenwerking met andere instituten etc. en speelt die door naar de afdeling. Daarbij wordt contact gelegd tussen de aanvrager en één of meer studenten en worden de student(en) begeleid bij het hele traject, vanaf het schrijven van brieven, het opstellen van een begroting tot en met de oplevering van de opdracht. Ook organiseert het VKProBureau de jaarlijkse afdelingsexcursie(s) en het Programma Kennis Beroepspraktijk.
16
_________________________________________________________________________
Beoordelingen _________________________________________________________________________ In elk studiejaar vinden twee beoordelingen plaats. Van alle studenten wordt dan het totale in de afgelopen studieperiode gemaakte werk bekeken en beoordeeld door de docenten. Aan de beoordelingen moeten alle studenten deelnemen. Iedere student wordt geacht te weten wanneer de beoordelingen plaatsvinden. Op de VK-jaarplanner staan alle data evenals alle andere voor de afdeling belangrijke evenementen vermeld. De jaarplanner wordt aan het begin van het studiejaar verspreid en is altijd verkrijgbaar in het VK-kantoor en op de website van VK. De werkpresentatie Het is de bedoeling dat bij de beoordelingen al het werk te getoond wordt dat in de afgelopen studieperiode is gemaakt. Het is gewenst het werk overzichtelijk en geordend per vak neer te leggen. Houd er rekening mee, dat er meestal slechts korte tijd beschikbaar is voor het uitleggen. Wie voor zijn presentatie videoproducties wil laten zien dient er nadrukkelijk voor te zorgen dat de presentatie goed voorbereid en startklaar is. De normstelling bij de beoordelingen Het individuele oordeel van elk van de docenten bestaat uit een cijfer op de schaal 1 tot 10. De hierbij gehanteerde normen zijn niet in algemene termen te beschrijven maar komen bij elke docent voort uit diens individuele visie op beeldende kwaliteiten. Bij het tot stand komen van het oordeel zal de eigen voorkeur niet tot norm te verheven worden maar uit gegaan worden van een verscheidenheid aan mogelijke kwaliteiten. De al dan niet in het werk gesignaleerde kwaliteit, in relatie tot de studiefase waarin de student zich bevindt bepaalt de waardering. Het zal ook een rol spelen of ten opzichte van de voorafgaande beoordeling vooruitgang is geboekt en of de student op zinvolle wijze van het studieaanbod gebruik heeft gemaakt. De einduitspraak wordt bepaald door het gemiddelde van alle afzonderlijke oordelen, waarbij geldt dat dit minstens 6 moet zijn om tot een positief eindoordeel te komen. Hierbij moet worden opgemerkt dat bij het onvoldoende volgen van de afzonderlijke vakken of een gebrek aan beeldend inzicht alsnog tot een negatieve beoordeling besloten kan worden. De verzamelde docenten kunnen hiertoe besluiten na intern overleg. Opmerking: bij een eventuele negatieve beoordeling met als gevolg het moeten staken van de studie spreekt de opleiding ook het advies uit om, naar inzicht van de betrokken docenten, de keuze van de student voor een praktijk als beeldend kunstenaar te heroverwegen. Berekening van de beoordelingsuitslag in de vrije studiefase Uitgangspunt is dat de beoordeling van de vier begeleidende docenten tweemaal zo zwaar telt als de beoordeling van een aantal niet begeleidende docenten. Van de niet begeleidende docenten wordt het gemiddelde berekend. Deze uitkomst wordt niet afgerond. De eventuele breuk geld als 2 cijfers tegenover de 4 cijfers van de begeleidende docenten. De einduitslag wordt bepaald door de som van de 6 cijfers door 6 te delen. De score dient minimaal 6 te zijn. De beoordeling van het vak Kunstgeschiedenis De beoordeling van Kunstgeschiedenis in de eerste twee studiejaren staat los van die van de praktijkvakken. Voor de afronding van de eerste- en tweedejaars leerstof moeten toetsen
17
worden gemaakt welke uiteindelijk, eventueel na een hertoets, positief moeten worden afgesloten om de studie te kunnen voortzetten/afronden. Een zelfde reglement geldt voor het vak kunstbeschouwing in het derde studiejaar. De in klas 3 gevraagde opdrachten in het kader van de kunstbeschouwing dienen positief te worden afgesloten om de studie te kunnen afronden. De gemaakte afspraken over termijnen waarbinnen scripties en dergelijke dienen te worden ingeleverd zijn bindend. De gang van zaken bij de beoordelingen In het eerste en tweede studiejaar. De student legt zijn werk uit in de beschikbare ruimte en geeft een korte toelichting in aanwezigheid van alle begeleidende docenten. De docenten kunnen vervolgens vragen stellen aan de student alvorens hun commentaar en oordeel te geven. Daarna wordt de einduitslag bekend gemaakt. Per student neemt de beoordeling ca. 15 minuten in beslag. In het derde en vierde studiejaar. De student legt zijn werk uit in de beschikbare ruimte en geeft een korte toelichting, in aanwezigheid van zowel de begeleidende als de niet begeleidende afdelingsdocenten. De docenten krijgen de gelegenheid vragen te stellen aan de student. Daarna geven alle vaste en een deel van de niet begeleidende docenten hun commentaar op en hun oordeel over het werk van de student. Op basis van de gegeven becijfering wordt de uitslag bepaald. Het oordeel van een begeleidende docent zwaarder telt dan dat van een niet begeleidende. De definitieve afronding van de becijfering vindt plaats nadat alle cijfers zijn verzameld. Als de beoordeling daar aanleiding toe geeft wordt door het docententeam in afzondering tot een weloverwogen gezamenlijk eindoordeel besloten. Per student neemt de beoordeling ca. 20 minuten in beslag. Naast de beoordeling in cijfers geven de docenten ook een waardering voor de categorieën visie, vaardigheid en ontwikkeling. Deze waardering wordt uitgedrukt in: goed, voldoende, twijfelachtig of onvoldoende. Een verdere nuancering zal indien gewenst toegevoegd worden. Extra beoordelingscriteria Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van wijze van beoordelen dient de student rekening te houden met de volgende criteria die ook van toepassing zijn op de waardering studievoortgang. Inzicht: het vermogen om met besef van de eigen artistieke vaardigheden duidelijke beslissingen te nemen over wat voor werk gemaakt moet worden en hoe dat gerealiseerd kan worden. Inzet: tonen van voldoende initiatieven om het werk te ontwikkelen (werk je hard genoeg?) Vakkennis: beeldende en theoretische belangstelling voor het vakgebied waardoor een inhoudelijke en praktische deskundigheid wordt opgebouwd. Motivatie: met de resultaten van persoonlijk beeldend onderzoek een aansprekende rol willen spelen in het vakgebied. Productie: afhankelijk van de complexiteit van de werkzaamheden het aantal werkstukken dat in een semester gemaakt wordt. Voor een geloofwaardige beroepspraktijk is het noodzakelijk om voldoende werken te kunnen maken Bindend Negatief Studieadvies De eerstejaars studenten krijgen zowel schriftelijk als mondeling toegelicht dat aan het einde van klas 1 een bindend negatief studieadvies gegeven kan worden. De eerste gelegenheid waarop melding gemaakt wordt van een mogelijk bindend negatief studieadvies is de 1e semester-beoordeling. In de periode die daarop volgt zal extra aandacht besteedt worden aan de geschiktheid van betrokken student. De student dient zijn propedeuse af te sluiten in het tweede studiejaar. Indien nodig kan in overleg met de schooldecaan een andere studie geadviseerd worden.
18
Negatieve beoordeling in de initiële fase van de studie Bij negatieve uitslag van de beoordeling zet de student zijn studie voort. Hem of haar wordt de plicht opgelegd om in de komende studieperiode de achterstand in te halen door middel van een hogere inzet. Valt de daaropvolgende beoordeling weer negatief uit, dan krijgt de student het advies om zijn studie te heroverwegen. In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld als een achterstand door overmacht of ziekte is ontstaan, wordt de student toegestaan de studietijd met een jaar te verlengen om alsnog het vereiste kwaliteitsniveau te kunnen bereiken. Het tijdschema van de beoordelingen Voorafgaande aan elke beoordeling komt er naast het VK-kantoor een lijst te hangen waarop het beoordelingstijdstip van elke student staat vermeld, zodat iedereen weet hoe laat hij (ongeveer) aan de beurt komt en op tijd zijn werk kan uitleggen. Het is toegestaan binnen de jaargroepen onderling beoordelingstijden te ruilen en deze wijziging op de lijst aan te tekenen. Het wordt op prijs gesteld aanwezig te zijn bij de beoordeling van medestudenten. Bovendien geven de beoordelingen de mogelijkheid aan studenten om docenten aan het werk te zien waar nog geen begeleiding van is ontvangen. Studievoortgangregistratie Van elke student wordt er een studievoortgangs-/beoordelingskaart bijgehouden. Hierop worden gedurende de gehele studie alle beoordelingsresultaten en aanpassingen in het studieverloop genoteerd. De studentenadministratie heeft een kopie van deze kaart in beheer en verwerkt de genoteerde resultaten tot de semester-rapporten. Eindtermen De student dient tijdens de studie alle vakken met een positieve beoordeling dan wel voldoende gecompenseerd te hebben afgesloten. In de eindfase van de studie moet de student in staat zijn om, zowel inhoudelijk als praktisch, zelfstandig een beeldende beroepspraktijk in beheer te nemen. De eindexamencommissie, bestaande uit de begeleidende en niet begeleidende docenten, toetst de student op de hierboven genoemde bekwaamheden. _________________________________________________________________________
Studiepunten _________________________________________________________________________ Bij elk vak (in de vrije studiefase: elke docent) behoort per studieperiode een bepaald aantal studiepunten. Aan het einde van elk studiejaar moet de student een vastgesteld minimum aan studiepunten hebben behaald om de voorlopig toegekende lening om te zetten in een studiebeurs. Voor de juiste informatie in relatie tot de eventuele studiebeurs wordt geadviseerd contact op te nemen met de centrale studentenadministratie van ArtEZ Om de totale studie met goed gevolg te kunnen afsluiten, moeten uiteindelijk alle studiepunten worden behaald. Studiepunten worden gegeven als de resultaten van het vak op de beoordeling met een voldoende worden gehonoreerd. Is dit niet het geval, dan bepaalt de betrokken docent in overleg met de student hoe de ontbrekende studiepunten kunnen worden behaald. In de vrije studiefase wordt niet gewerkt met taken, maar worden bij onvoldoende beoordeling van een bepaalde docent de daarbij behorende studiepunten ingehouden tot de eerstvolgende beoordeling die wel positief uitvalt. De student zal daartoe een extra inzet met betere resultaten moeten tonen. De student moet zelf elk afwijkend studieverloop melden bij de studentenadministratie en de decaan e.e.a. in verband met eventuele boetes m.b.t. de
19
studiebeurs. Hieronder volgen de tabellen waarop te zien is hoeveel studiepunten per vak per beoordeling worden gegeven. Het totale aantal studiepunten van de gehele studie is 240
1e studiejaar december juli totaal _________________________________________________________________________ vrij werk 4 4 8 schilderen/tekenen 4 4 8 grafiek 4 4 8 ruimtelijk 4 4 8 fotografie 4 4 8 audiovisueel 4 4 8 computer 2 2 4 kunstgeschiedenis college 2 2 4 kunstgeschiedenis werkgroep 2 2 4 _________________________________________________________________________ 30
30
60
2e studiejaar december juli totaal _________________________________________________________________________ * vrij werk 6 (+4/5) 6 (+4) 12 (+9/10) schilderen/tekenen 5 5 10 ruimtelijk 4 5 10 fotografie 4 5 8 audiovisueel 4 4 8 kunstgeschiedenis college 3 3 4 kunstgeschiedenis werkgroep 3 3 4 _________________________________________________________________________ 29 *
31
60
Heeft de student gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in het tweede studiejaar een van de vakken niet te volgen, dan komen de studiepunten van het gemiste vak bij die van Vrij Werk. De toekenning zal in dat geval per student berekend worden.
3e studiejaar december juli totaal ______________________________________________________________________ vaste docent 1. vaste docent 2. vaste docent 3. vaste docent 4. overige docent 5. overige docent 6. kunstbeschouwing stage/project/tentoonstelling minor (proef 0809)
2 2 2 2 2 2 2 15
5 5 5 5 4 4 2 1
20
7 7 7 7 6 6 4 1 15
______________________________________________________________________ 29
31
60
4e studiejaar december juli totaal _________________________________________________________________________ vaste docent 1. vaste docent 2.
4 4
5 5
9 9
vaste docent 3. 4 5 9 vaste docent 4. 4 5 9 overige docent 5. 4 4 8 overige docent 6. 4 4 8 eindpresentatie 5 5 programma kennis beroepspraktijk 3 3 _________________________________________________________________________ 24
36
60
_________________________________________________________________________
Het eindexamen _________________________________________________________________________ De eindexamenbeoordeling Ongeveer zes weken vóór de eindexamendatum vindt de eindexamenbeoordeling plaats. Dit is geen reguliere beoordeling, hoewel de gang van zaken grotendeels hetzelfde is. Echter, niet uitsluitend het recente getoonde werk wordt beoordeeld, maar voornamelijk wordt overwogen of de kandidaat het eerder omschreven studiedoel heeft bereikt, m.a.w. in staat wordt geacht door middel van zijn werk een eigen, overtuigende beeldende realiteit te scheppen welke een professionele toets kan doorstaan. De uitslag van deze beoordeling bepaalt of de kandidaat voor zijn eindexamen is geslaagd of niet; de uitslag van de laatste voorafgaande reguliere beoordeling speelt hierbij geen rol. De eindexamencommissie bestaat uit alle beoordelende docenten. De voorzitter van deze commissie is de hoofddocent. De eindpresentatie Voor het eindexamen richt de kandidaat naar eigen inzicht onder begeleiding van de docenten, een tentoonstelling van zijn werk in. Hiervoor is ongeveer een week tijd beschikbaar. De eindexamen externe deskundige Bij het eindexamen worden jaarlijks gecommitteerden betrokken die door de studieleiding worden uitgenodigd. Hun taak is om als extern deskundige zicht te houden op de gang van zaken bij het eindexamen en de kwaliteit van de afstuderende student. Ongeveer drie weken voor het eindexamen bezoekt de eindexamen externe deskundige de student in diens eigen atelier om inzicht te krijgen in het werk en de ideeën van de student. Bij het eindexamen is de externe deskundige aanwezig om commentaar te geven op het geëxposeerde werk en de tentoonstelling van de kandidaat. Het eindexamen Op het eigenlijke eindexamen geeft de kandidaat, voor een deel van het team van docenten
21
en eindexamen externe deskundige, een toelichting op zijn werk en eventueel een indruk van hoe hij zijn studie aan de afdeling heeft ervaren. De aanwezige docenten geven in het kort hun eindcommentaar op het werk en de studietijd van de kandidaat. Daarna is er gelegenheid voor reacties, vragen of een korte discussie. Daarna volgt nog de officiële uitreiking van de behaalde diploma's, waarbij familie en kennissen aanwezig kunnen zijn. Tijdens deze ceremonie hebben de docenten voor elke student een korte tekst voorbereid. Aansluitend is er een eindexamendiner dat georganiseerd door de opleiding met assistentie van eerstejaars studenten. Vanaf dat moment is de eindexamenexpositie een week toegankelijk voor het publiek. Op basis van de actualiteit of het tentoonstellingconcept kan van deze procedure worden afgeweken. _________________________________________________________________________
Afdelingsvergaderingen _________________________________________________________________________ Vijf maal per jaar vindt er een afdelingsvergadering plaats. Dan worden besluiten genomen m.b.t. de gang van zaken op de afdeling en de studieresultaten van de studenten besproken. Alle docenten die het in hun taakomvang beschreven hebben worden geacht aan deze vergaderingen deel te nemen, terwijl ook vertegenwoordigers van de studenten aanwezig zijn. De bespreking van de studieresultaten zal plaatsvinden zonder de studenten. Alle bij de opleiding betrokken docenten en studenten kunnen agendapunten inbrengen voor de vergadering. Bijdragen dienen schriftelijk gericht te worden aan de studieleiding of als extra agendapunt toegevoegd worden bij aanvang van elke vergadering. De opleiding kent evenveel docenten met een vaste aanstelling als docenten met een tijdelijk contract. Bij zwaarwegende besluiten t.a.v. intern en extern beleid zal de studieleiding een beroep doen op de docenten met een vaste aanstelling. (kerndocenten) _________________________________________________________________________
Evaluatie onderwijs _________________________________________________________________________ Evaluatie en bijsturing van het onderwijs vinden plaats in de reguliere VK-vergaderingen. Adviezen en voorstellen worden aan de vergadering voorgelegd. Indien er voldoende steun aanwezig is zal e.e.a. bekrachtigd worden in de eerstvolgende aangepaste versie van het Vrije Kunst Arnhem leerplan. De adviezen van de externe deskundige (VK-jaardocent) zullen meegewogen worden bij de ontwikkeling van het VK-leerplan. _________________________________________________________________________
Het overleg afdelingsleiding klassenvertegenwoordigers _________________________________________________________________________ Twee maal per studiejaar is er een vergadering van de leiding met vertegenwoordigers van de studenten. Op deze vergaderingen worden alle op- en aanmerkingen van de studenten doorgesproken m.b.t. de gang van zaken en het beleid van de afdeling. _________________________________________________________________________
Klassenvertegenwoordigers _________________________________________________________________________ Elk studiejaar (klas) heeft een vertegenwoordiger en een vervangende vertegenwoordiger. Op de introductiedag aan het begin van het studiejaar worden gegadigden aangezocht om deze functies in het nieuwe eerste jaar te vervullen. De klas kan indien nodig in overleg met de studieleiding een vervanging regelen. De klassenvertegenwoordiger moet iemand zijn die het vertrouwen van de groep geniet en
22
intensief aan het hele onderwijsproces deelneemt. Zijn/haar taak bestaat uit: - het bijwonen van het algemene deel van de afdelingsvergaderingen. - het bijwonen van het overleg tussen studieleiding en studentvertegenwoordigers. - het vervullen van diverse incidentele organisatorische en communicatieve functies binnen de klas. - het functioneren als spreekbuis van de klas t.o.v. docenten, leiding en directie. _________________________________________________________________________
De afdelingsadministratie _________________________________________________________________________ In lokaal OK6 bevindt zich het afdelingskantoor en het administratieve centrum van de afdeling. Daar vindt men: - de afdelingstelefoon: 026 – 35 35 623 - de Vrije Kunst jaarplanner waarop de beoordelingsdata, vakanties, vergaderingen etc. vermeld staan - het mededelingenbord (buitenzijde kantoor) - de intekenlijsten voor werkbesprekingen met gastdocenten Aankondigingen Aan de buitenzijde van het VK kantoor en de mededelingen monitor in de centrale hal van de Oude Kraan locatie komen de tijdschema's voor de beoordelingen en alle aankondigingen van diverse buitenschoolse projecten, de eerstvolgende VK-lezingen, jaaragenda, roosters. Postvakken Zowel de docenten als de studenten hebben een postvak op de academie. Deze postvakken zijn geplaatst in de hal naar de werkplaatsen annex de centrale hal van de Oude Kraan locatie. Adreswijzigingen Wegens het individuele karakter van het onderwijs aan de afdeling, verloopt de communicatie m.b.t. werkbesprekingen en andere activiteiten veelal via telefoon of e-mail. Daarom is het van het grootste belang dat adreswijzigingen altijd onmiddellijk worden doorgegeven, zowel aan Bureau Studentenzaken als aan de VK afdelingsadministratie De Studieleiding De afdeling Vrije Kunst wordt geleid door twee hoofddocenten: Tjoe Fang King en Heiner Holtappels. Beleidslijnen worden door de In principe is Tjoe Fang King het eerste aanspreekpunt en heeft de eindverantwoordelijkheid voor de organisatie van de opleiding Bereikbaarheid De hoofdlocatie van Vrije Kunst Arnhem is Oude Kraan 26 Arnhem De studieleiding is op de academie bereikbaar op dinsdag: 9.15 u. – 13.15 u., woensdag: 13.15 – 21.00 u. en donderdag: 13.15 u. – 20.00 u. Telefoon: 026 35 35 623 e-mail:
[email protected]
23
___________________________________________________________________
Schema van de indeling van het studieprogramma ___________________________________________________________________
Individuele begeleiding door vier docenten n.a.v. keuze programma student
Programma Kennis beroeps praktijk (klassikaal)
VK externe deskundige
individueel
VK 3
VK
Individuele begeleiding door vier docenten n.a.v. keuze programma student
individueel
VK externe deskundige
VK Minor
Kunstbeschouwing (klassikaal) BAS stage/ tent./project
VK 2
vrij werk
klassikaal + ruimte voor specialisatie
VK1 klassikaal
schilderen / tekenen
ruimtelijk
fotografie
audiovisueel
vrije keuze computer
Kunstgeschiedenis college + werkgroep
vrij werk
schilderen / tekenen
ruimtelijk
fotografie
audiovisueel
grafiek
computer
KunstgeSchiedenis College + werkgroep
24
VKProBureau organiseert lezingen, projecten en opdrachten voor alle studiejaren
VK 4
tfk 29 juni 2008
Vrije Kunst Arnhem 026 3535623
[email protected] vrijekunstarnhem.nl 25
26