Sector Hoofd Hals Zenuwstelsel
Studentenbrochure NEUROLOGIE STROKE UNIT EPILEPSIEMONITORINGEENHEID
NEUROLOGIEK12A10
17/08/2009
1
DIENST NEUROLOGIE – STROKE UNIT- EPILEPSIEMONITORINGEENHEID K12A10 4
INLEIDING
Met deze brochure hoopt het verpleegkundig team zijn steentje bij te dragen tot een aangename en leerrijke stage voor de studenten verpleegkunde. Uiteraard kunt u tijdens de stage op onze begeleiding rekenen en zullen we proberen een antwoord te geven op uw vragen. Steeds tot uw dienst, Het personeel van de afdeling Neurologie – Stroke Unit - Epilepsiemonitoringeenheid. 4.1
VOORSTELLING VAN DE DIENST – ARCHITECTONISCH
De hospitalisatiedienst Neurologie – Stroke Unit - Epilepsiemonitoringeenheid bevindt zich in kliniekgebouw 12A op de 10de verdieping. Er zijn 17 kamers, waarvan 11 tweepersoonskamers, een stroke unit met 4 bedden, 3 éénpersoonskamers voor Epilepsiemonitoring en 4 éénpersoonskamers. In totaal kunnen 29 patiënten gehospitaliseerd worden. De kamernummers gaan van 1001 tot 1017. Er zijn twee grote gangen, van elkaar gescheiden door de middenruimten en 3 tussengangen. De middenruimten omvatten uitsluitend dienstlokalen (zie bijgevoegd grondplan). De receptie - verpleeglabo en staflokaal zijn centraal gelegen. Het ziekenhuis is een rookvrij ziekenhuis, patiënten kunnen enkel roken in de daarvoor voorziene ruimten buiten het kliniekgebouw. Iedere kamer is uitgerust metlavabo en toilet, radio, T.V., telefoonaansluiting en ijskast. Daarnaast is er een badkamer (met hoog-laag bad en zitdouche) op de gang ter beschikking van de patiënten. De dienstruimten in volgorde vanaf de hoofdingang van de afdeling -
keuken
-
linnenkamer
-
spoelruimte
-
receptie en verpleeglabo
-
staflokaal
-
berging
Al deze lokalen hebben twee ingangen en kunnen dus vanuit beide gangen betreden worden. Aan het begin en aan het einde van de afdeling zijn telkens twee toiletten, één voor het personeel en één voor het publiek.
NEUROLOGIEK12A10
17/08/2009
2
4.2
ORGANISATORISCHE VOORSTELLING VAN DE DIENST
4.2.1
MEDISCH TEAM
Diensthoofd: prof. dr. Boon Supervisoren: prof. dr. Santens, Dr. Meurs De dagdagelijkse begeleiding van de patiënten is de taak van 2 à 3 neurologen in opleiding onder toezicht van de supervisor.
De taak van de assistenten bestaat uit: -
het klinisch-neurologisch onderzoek bij opname en tussentijdse evaluaties (K.N.O. – klinisch neurologisch onderzoek).
-
het instellen en wijzigen van behandelingen
-
het voorschrijven van onderzoeken en eventueel zelf onderzoeken uitvoeren
-
het uitvoeren van bepaalde medische technieken, waarvan de meest voorkomende de lumbale punctie is
-
elke werkdag tussen 08u45 en 09u kort overleg van patiënten tussen verpleegkundige en arts-assistent
-
woensdagvoormiddag: multidisciplinair overleg
-
het begeleiden van patiënten
-
het te woord staan, informeren en eventueel begeleiden van familie.
De assistenten worden geholpen door 1 of 2 dokter-stagiair(s).
4.2.2
VERPLEEGKUNDIG TEAM
Samenstelling -
Hoofdverpleegkundige dhr. E. De Burck of verantwoordelijke verpleegkundige
-
gegradueerde verpleegkundigen / bachelor verpleegkundigen
-
gebrevetteerde verpleegkundigen / vierdegraads verpleegkundigen
-
ziekenhuishelpster
-
logistieke assistenten
Taak hoofdverpleegkundige -
algemene leiding en coördinatie
-
patiënttoewijzing dagelijks regelen
-
toezicht op uitvoering van de taken en eindresultaat
-
administratie personeel bijhouden
NEUROLOGIEK12A10
17/08/2009
3
-
toezicht op samenwerking met medisch team
-
contact houden met directie, personeel, leerlingen en begeleiders, patiënten en familie.
-
problemen oplossen algemeen
-
enz........
Taak verpleegkundigen -
patiëntentoewijzing met verantwoordelijkheid voor de totaalzorg
-
rapportage van uitgevoerde taken
-
overdracht aan bed
-
bijkomende taken: in orde brengen van spoelruimte, bloedplateaus, aanvullen van zorgwagens en linnenkarren, orde en netheid, enz.....
4.2.3
ADMINISTRATIEF PERSONEEL
De secretaris is tijdens de kantooruren grotendeels in de receptie aanwezig Hij zorgt voor: -
in- en uitschrijven patiënten
-
onderzoeken: aanvraag en vervoerregeling
-
telefoonoproepen beantwoorden of doorgeven
-
bezoekers en patiënten te woord staan en de juiste doorwijzingen doen
4.2.4
ZIEKENHUISHELPSTER
Zij zorgt voor: -
voorbereiding maaltijden
-
op- en afdienen
-
eten geven aan patiënten
-
in orde houden van voedingslijst en datasheets dagelijks invullen
-
vochtbalansen bijhouden (op- en afdienen, eten geven, bijhouden vochtlijsten gebeurt in samenwerking en onder toezicht van de verpleegkundigen)
-
huishoudelijke taken (linnenkamer –stoffen van kasten – in orde brengen van patiëntenkamers bij ontslag, enz.....)
4.2.5
ONDERHOUDSPERSONEEL
Zij zorgen voor onderhoud van de dienst.
NEUROLOGIEK12A10
17/08/2009
4
4.2.6
LOGISTIEKE ASSISTENTEN
Zij zorgen voor logistieke ondersteuning aan verpleegkundigen ne ziekenhuishelpster. 4.2.7
PARAMEDICI
Sociale dienst Haar taak bestaat uit het leggen van de nodige contacten met patiënt en familie. In overleg met patiënt en familie en het multidisciplinaire team zorgt zij voor de nodige regelingen i.v.m. plaatsingen in instellingen voor chronische zieken. Daarnaast is ze behulpzaam bij administratieve beslommeringen, financiële problemen, regelen van invaliditeitsuitkering, vervoerproblematieken, aanvragen van vermindering taksen, regeling van thuiszorg, enz....
Kinesitherapie De taak van de kinesitherapeute bestaat uit: Het uitvoeren van een klinisch neurologisch onderzoek Het trainen van de individuele motorische functies, met als einddoel de patiënt zo optimaal mogelijk en onafhankelijk te laten functioneren binnen een dagdagelijkse context.
Logopedie De logopediste staat in voor diagnostiek en behandeling van patiënten met neurogene taal-, spraak-, en slikproblemen. Doel is om de taal- en spraakproductie, evenals het begrip, te optimaliseren in de dagdagelijkse functionele communicatie en het slikproces te rehabiliteren teneinde de patiënt, met een aangepast slikadvies, zo veilig en zelfstandig mogelijk voeding te laten innemen.
Psycholooog Haar taak bestaat uit het opvangen en (therapeutisch) begeleiden van patiënt en/of familie in het verwerkingsproces.
Ergotherapie
Haar taak bestaat uit het inoefenen van activiteiten van het dagelijkse leven en het hanteren van rolstoel. Daarnaast wordt haar advies gevraagd i.v.m. rolstoelgebruik en eventuele woonaanpssingen.
Andere
NEUROLOGIEK12A10
17/08/2009
5
Andere paramedici of zorgverstrekkenrs die kunnen ingeroepen worden in het herstel- of begeleidingsproces van de patiënt zijn: diëtiste, pastorale werk(st)er, palliatief support team, team poortcatheterzorg, pedicure, podologe,… Indien er schoolplichtige patiënten verblijven, krijgen ze het bezoek van onderwijzend personeel om hun schoolachterstand te beperken.
NEUROLOGIEK12A10
17/08/2009
6
5
INFORMATIE OVER DE DIENST
Studenten worden op de afdeling begeleid door 1 of 2 mentoren. Doel is dat student en mentor maximaal aan elkaar gekoppeld worden. Als gevolg van deze koppeling wordt de student als teamlid opgenomen en wordt een individuele begeleiding nagestreefd. 5.1 -
SPECIFIEKE AANDACHTSPUNTEN Bij aanvang stage: aanmelden bij hoofdverpleegkundige ter kennismaking. In de loop van de eerste stagedag zal zij de introductie verzorgen. Doornemen van de door u meegebrachte feedbackfiche, waarop de verwachte doelstellingen reeds vooraf werden genoteerd. Probeer uw doelstellingen te formuleren tijdens het doornemen van deze brochure. U bent als student zelf verantwoordelijk voor het invullen van uw feedbackfiche door de verpleegkundige met wie u samenwerkt. Indien de verpleegkundige dit niet tijdig wil of kan in orde brengen dient u de hoofdverpleegkundige hiervan onmiddellijk te verwittigen. Toewijzing van student aan mentor
-
Bij aanvang van de eerstvolgende stagedag: Bij aankomst ’s morgens en ’s middags de patiënttoewijzing raadplegen en zich wenden tot de verplegende aan wie u toevertrouwd bent. Indien geen schoolbegeleiding aanwezig is, werkt u onder haar/zijn verantwoordelijkheid.
-
Algemeenheden: Aandacht voor persoonlijke hygiëne: propere kledij, naamplaatje, verzorgd kapsel, verzorgde nagels. Er is alleen in de voormiddag een rustpauze voorzien samen met de verpleegkundigen. Per student mag 1 yoghurt van de dienst gebruikt worden. Beloproepen dienen zo vlug mogelijk beantwoord te worden. Observaties van patiënten worden aan de verantwoordelijke verpleegkundige gemeld, en in overleg met haar/hem worden de bevindingen genoteerd in het verpleegdossier. Standaardvoorzorgen van ziekenhuishygiëne worden in acht genomen . Het dragen van juwelen wordt dan ook verboden. De totaalzorg van de toegewezen patiënten wordt samen met de mentor of verpleegkundige gedaan. Bij ziekte of afwezigheid is het de verantwoordelijkheid van de student om de afdeling tijdig te verwittigen (09/332 47 25). Om 12u00 helpt iedereen bij het opdienen, installeren van de patiënten en eventueel
NEUROLOGIEK12A10
17/08/2009
7
helpen bij het eten geven. Indien er tijd rest, kan er aan stageverslagen gewerkt worden. Wanneer meer dan 2 studenten stage lopen wordt er geopteerd om in 2 groepen te gaan eten. Dit gebeurt in overleg met de mentor/verpleegkundige en met de studenten onderling.
5.2
MEDISCH PATIENTENPROFIEL
De meest voorkomende neurologische aandoeningen op de afdeling zijn: 5.2.1
CIRCULATIESTOORNISSEN IN DE HERSENEN
-
de cerebrale trombose
-
de cerebrale haemorrhagia
-
de cerebrale embolie
-
de arachnoïdale bloedingen
Een veel voorkomend aandoening is het cerebrovasculair accident (CVA). Dit ontstaat als een bloedvat in de hersenen door een klonter wordt verstopt of als een bloedvat in de hersenen openscheurt of barst. Hierdoor krijgen bepaalde delen van de hersenen onvoldoende bloed en zuurstof.
Acute symptomen van een beroerte kunnen zijn: -
verlammingsverschijnselen, gaande van een parese tot plegie
-
gevoelsstoornissen
-
spraakmoeilijkheden
-
verwardheid
-
gezichtsproblemen
-
gangmoeilijkheden, duizeligheid of evenwichtsproblemen
-
plotse hevige hoofdpijn
5.2.2
EPILEPSIE
Dit is een aandoening die zich uit in de vorm van aanvallen, ontstaan door een plotse tijdelijke verstoring van het elektrisch evenwicht in de hersenen. Twee hoofdgroepen kunnen onderscheiden worden: partiële aanvallen en gegeneraliseerde aanvallen. Het epilepsie-monitoringcentrum bevindt zich op onze afdeling.
NEUROLOGIEK12A10
17/08/2009
8
5.2.3
-
NEURODEGENERATIEF LIJDEN
Polyneuropathie (een aandoening van overwegend perifere zenuwen),vb. Polyradiculoneuritis van Guillain Barré
-
Myopathie (aandoeningen van spiervezels), vb. Myasthenia gravis
-
Multiple sclerose (een chronisch progressieve aandoening van het centraal zenuwtelsel die zich vooral voordoet in de witte stof met aantasting van zenuwcellen en uitlopers ervan)
-
Amyotrofe laterale sclerose
-
Dementie vb. ziekte van Alzheimer
5.2.4
EXTRAPIRAMIDALE STOORNISSEN
Aandoeningen met als voornaamste kenmerken: -
stoornissen in het motorisch patroon: akinesie, hypokinesie
-
stoornissen in de spiertonus: atonie, hypo/hypertonie vb. Ziekte van Parkinson Chorea van Huntington
5.2.5
TRAUMATA
-
commotio cerebri
-
contusio cerebri
-
haematoma cerebri
-
contusio medullae
-
fracturen van de schedel
5.2.6
HOOFDPIJNEN
-
Migraine
-
Medication overuse headache
-
Cluster headache
5.2.7
ONTSTEKINGEN
-
Encephalitis
-
Myelitis
-
Meningitis
NEUROLOGIEK12A10
17/08/2009
9
5.2.8
TUMOREN
Zijn goed- of kwaadaardige gezwellen van primaire of secundaire oorsprong. Soorten: tumoren van grote hersenen, kleine hersenen, hersenstamtumoren, brughoek- en hypophysetumoren, ruggemergtumoren. 5.2.9
ANDERE
-
verwardheid
-
gedragsstoornissen
-
begripsstoornissen
-
bewustijnsindaling
5.3
VERPLEEGKUNDIG DOSSIER
5.3.1
VERPLEEGDOSSIER Zie inleiding 3.5 Verpleegkundig dossier
5.3.2
BASISZORGEN EN OBSERVATIES
Veel neurologische patiënten zijn bedlegerig en beperkt in hun bewegingen. Daarom neemt de basiszorg een belangrijk deel in van het totale zorgenplan. 5.3.2.1 Bedbad (BB) - dient grondig en zorgvuldig uitgevoerd te worden -
voldoende zeep gebruiken, goed naspoelen, zeer goed drogen (huidplooien !)
-
een goede observatie van eventuele beginnende decubitus, huiduitslag en of ander huidletsels is noodzakelijk.
5.3.2.2 Hulp bij het toilet Indien patiënt zichzelf gedeeltelijk mag of kan wassen gelden dezelfde observatiepunten als hierboven. Goede controle of patiënt zich wel gewassen heeft of kan wassen (verwarde patiënten, beginnende dementie, begripsstoornissen enz.....). Patiënten hebben de mogelijkheid om gebruik te maken van de douche of het ligbad. 5.3.2.3 Detailzorgen Mondtoilet: tandenpoetsen – voldoende aandacht geven aan tandprothese – specifieke mondtoiletten staan vermeld op zorgenplan. Nog meer aandacht wordt hier gevraagd voor patiënten die niets per os krijgen. Het doel is zowel preventief als curatief. Scheren: een ongeschoren patiënt is een onverzorgde patiënt. Nagelverzorging: een grondige inspectie bij opname is vereist. Ook langdurige bedlegerige
NEUROLOGIEK12A10
17/08/2009
10
patiënten komen op dit vlak regelmatig aan bod. Voor specifieke voetverzorging kan de aptiënt beroep doen op een pedicure of podologe. Haarverzorging: wekelijkse haarverzorging dient te gebeuren bij hulpbehoevende patiënten en na bepaalde onderzoeken vb. E.E.G. 5.3.2.4 Decubituspreventie (DP) Alle patiënten liggen op een traagfoammatras, voor risicopatiënten kan een speciale huurmatras (Alfa-x-cell; Nimbus) aangevraagd worden. Om de 3 à 4 uur worden er wisselhoudingen gegeven. 5.3.2.5 Houding patiënt Dient zo comfortabel mogelijk te zijn, aangepast aan hun behoeften. C.V.A.-patiënten krijgen in de regel een half tot rechtzittende houding met speciale aandacht voor een juiste installatie en ondersteuning van de hemiparetische of hemiplegische kant. Ook het voorkomen van contracturen, spitsvoeten, enz... is belangrijk. De bedlegerige patiënten worden indien geen tegenindicatie (terug te vinden op het zorgenplan) 2x/daags opgezet. Het toepassen van wisselhoudingen, waartoe ook het opzetten behoort, is belangrijk voor de bloedcirculatie en is decubitusvoorkomend. Ook in de zetel dient aan de positionering van de hemiplegische kant de nodige aandacht geschonken te worden. 5.3.2.6 Incontinentieproblemen Intermittent sonderen: bij patiënten met blaasretentie, kan op de afdeling bepaald worden met een bladderscan (echo toestel die de inhoud van de blaas weergeeft). Verblijfblaassonde: wordt nog uitzonderlijk geplaatst (B.S.) vb. terminale patiënten. Cystofix: is een sonde, welke via een kleine opening langs de buikwand in de blaas wordt gebracht. Regelmatige controle op fixatie (tractie voorkomen) en goede afloop doen. Verband wordt enkel ververst indien bevuild of losgekomen of bij lokale pijn – controle op infecties. Condoomcatheter: wordt bij de man gebruikt. Luier: zowel bij incontinentie van urine als faeces is de luier van toepassing. Zeer regelmatig verversen en een goede huidhygiëne is belangrijk. Indien urine en/of faeces dient verzameld te worden is dit genoteerd op het zorgenplan. 5.3.2.7 O2-therapie Aandacht voor het regelmatig vervangen van reservoirs met steriel water, regelmatig vernieuwen van 02-bril of –masker. 5.3.2.8 Wondverzorgingen Volgens voorschriften op zorgenplan. Observaties hieromtrent melden. NEUROLOGIEK12A10
17/08/2009
11
5.3.2.9 Controle infusen en aanprikplaats Zie staand order nr. 1 Opmerkingen i.v.m. ontstekingen, zwellingen, enz... doorgeven aan verantwoordelijke verplegende. 5.3.2.10 Hulp bij de maaltijden Iedereen die zich kan vrijmaken, helpt hierbij. Bij veel patiënten dient het eten voorbereid te worden (boterhammen smeren, vlees snijden, bekertje met drinktuitje). Sommige hemiplegische patiënten kunnen alleen eten mits goede installatie, goede voorbereiding van het eten en gebruikmakend van een bordring. Andere patiënten (verwarde, demente, patiënten met begripsstoornissen) dienen volledig geholpen te worden. Ook patiënten met slikproblemen worden volledig geholpen bij het eten geven door de verpleegkundige volgens de instructies van de logopediste. Het bijhouden van de vochtlijst is een noodzaak. Indien geen vochtbeperking streven we ernaar dat de patiënt, naast vast voedsel, per 24 uur, 2 liter vocht inneemt. Observaties i.v.m. slikproblemen, geen eetlust, braken, enz... doorgeven aan de verantwoordelijke verpleegkundige. 5.3.3
SPECIFIEKE ZORGEN
5.3.3.1 Isolatie van patiënten Informatie i.v.m. indicatie, het doel, de algemene principes, de praktische toepassingen en bijkomende aandachtspunten liggen ter inzage op de afdeling. 5.3.3.2 Blaassonde (BS) PVC-verblijfssonden worden 1x/week ververst. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een blaassondageset en steriele urinezak. 5.3.3.3 Maagsonde (MS) Wordt geplaatst als voedingssonde -
bij patiënten met ernstige slikproblemen
-
bij patiënten met ernsitge bewustzijnsproblemen
-
bij patiënten die een onvoldoende inname hebben van voedsel en/of vocht.
Er wordt gebruik gemaakt van industrieel bereide sondevoeding, welke via voedingspomp gegeven. 5.3.3.4 Fixatie van patiënten De algemene regel is dat in principe geen vrijheidsbeperking van de patiënt plaatsvindt. Indien er dwingende redenene bestaan om toch van vrijheidsbeperkende maatregelen of middelen gebruik te maken, wordt het beleid binnen het ziekenhuis gehanteerd. Een juiste toepassing is belangrijk om afsnoering te voorkomen. Vraag uitleg aan de NEUROLOGIEK12A10
17/08/2009
12
verantwoordelijke verpleegkundige over de juiste techniek. Daarnaast vormt de observatie van een gefixeerde patiënt een belangrijke verantwoordelijkheid van de verpleegkundige. 5.3.4
VERPLEEGTECHNISCHE HANDELINGEN
-
Basis- en detailzorgen bij de neurologische patiënt
-
Neurologische observatie en evaluatie bij patiënten met CVA opgenomen op de stroke unit
-
Neurologische observatie en evaluatie bij patiënten met CVA opgenomen op de hospitalisatie-afdeling
-
Neurologische observatie en evaluatie van patiënten met epilepsie op de monitoringseenheid
-
Neurologische observatie en evaluatie van patiënten met epilepsie op de hospitalisatieafdeling
-
Canulezorg
-
Blaasondage
-
Maagsondage en toedienen medicatie via nasogastrische sonde
-
Observatie en verzorging van gastrostomiesonde en toedienen medicatie via gastrostomiesonde
-
Lumbale punctie: voor diagnostiek, opvolgen en evolutie van therapie, verwijderen van teveel aan liquor, met drukmeting.
-
Plaatsen van perifeer infuus
-
Observatie en evaluatie van perifeer infuus
-
Oplossen van IV oplossingen
-
Observatie en evaluatie van infuustherapie
-
Observatie, evaluatie, verbandwissel en leidingen vervangen bij centraal infuus
-
Observatie, evaluatie, verbandwissel en leidingen vervangen bij poortcatheter
-
Toedienen van subcutane, intramusculaire inspuitingen
-
Bloedafnames
-
Wondverzorging
NEUROLOGIEK12A10
17/08/2009
13
5.3.5
ONDERZOEKEN
Na toelating en indien mogelijk kan de student onderzoeken bijwonen.. De meest voorkomende onderzoeken zijn: -
RX-foto’s
-
CT-scan
-
NMR = nucleaire magnetische resonantie
-
E.E.G. = elektro-encephalografie
-
BERA = Brainstem auditory evoked response
-
ENOG = elektroneuro-occulografie
-
EMG = elektromyografie
-
SSEP = somatosensory evoked potentials
-
VEP = visual evoked potentials
-
MEP = magnetic evoked potentials
-
TTED = transthoracaal echo-doppler
-
TOED = transoesofagaal echo-doppler = TEE
-
Arteriële angiografie
-
E.K.G. – 24u E.K.G. – 24 RR-registratie
-
Lumbale punctie
-
Bloedafnamen
-
Echografie
-
Isotopenscan
-
WADA-test = test van de cerebrale functies
-
PET-scanning = position emission tomografie
-
SPECT-scanning = single photon emission computed tomography
-
Gastroscopie
-
Rectoscopie
-
Biopsies van zenuwen en spieren
Uitleg i.v.m. al deze onderzoeken is ter inzage op de afdeling
NEUROLOGIEK12A10
17/08/2009
14
5.3.6 GENEESMIDDELEN De meest gebruikte geneesmiddelen zijn: -
Anti-aritmica
-
Anti-hypertensiva
-
Diretica
-
Antitrombotische middelen
-
Hypolipemiërende middelen
-
Maagzuursecretie-inhibitoren
-
Laxativa
-
Analgetica
-
Anti-pyretica
-
NSAID = niet steroïdale inflammatoire middelen
-
Hypnotica, sedativa en anxialytica
-
Neuroleptica
-
Antidepressiva
-
Middelen bij ziekte van Parkinson
-
Anti-epileptica
-
Antibiotische middelen
-
Antivirale middelen
-
Immunoglobulinen
-
Corticosteroïden
Medicatie wordt enkel op doktersvoorschrift toegediend. Informatie over de medicatie is terug te vinden op de afdeling en te raadplegen op UZ Intranet.
NEUROLOGIEK12A10
17/08/2009
15
SLOT Deze inhoud is niet volledig. Hopelijk kunt u bij ons op dienst nog veel meer opsteken dan die enkele bladen lectuur. We willen besluiten met de volgende beschouwingen: 1. Detailzorgen bij de patiënt en de afwerking van de kamer zijn even belangrijk als de basiszorgen. 2. Orde en netheid zijn het begin en einde van al uw verrichtingen op dienst. 3. Gepaste initiatieven worden bij ons zeer op prijs gesteld. 4. Aarzel niet om vragen te stellen. 5. Bij problemen: blijf er niet mee zitten, geef er uiting aan. 6. Zorg dat uw feedbackformulier in orde is met vooraf goed gestructureerde doelstellingen. 7. Bij afwezigheid: geef ons een seintje 09/332.47.25. We hopen dat jullie alvast een prettige ervaring rijker worden.
De neurologische hospitalisatieafdeling van het UZ Gent
NEUROLOGIEK12A10
17/08/2009
16