Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel
2 februari 2005 /
26/2005
Onderwerp
ombudsfuncties Reïntegratie en ID Programma / Programmanummer
Inkomen / 3230 Portefeuillehouder
L. Scholten Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
21 december 2004
Samenvatting
Op 14 juli 2004 heeft uw raad besloten om een onafhankelijke ombudsfunctie voor reïntegratietrajecten in te richten. Deze functie komt naast de reeds bestaande functie van arbeidsadviseur. Voorgesteld wordt om de ombudsfunctie reïntegratie en de arbeidsadviseur in “een loket” onder te brengen, onder aansturing van de stuurgroep arbeidsadviseur. Daarnaast wordt voorgesteld om het experiment met de functie contactpersoon ID met een jaar te verlengen en deze functie onder te brengen bij de sociaal raadslieden. In de Reïntegratieverordening Wet Werk en bijstand wordt de mogelijkheid gecreëerd een tweede mening te vragen, wanneer een uitkeringsgerechtigde het niet eens is met een aangeboden reïntegratievoorziening. Al deze maatregelen hebben tot doel om de positie van de klant te versterken, naast de reeds langer bestaande mogelijkheden die bezwaar, beroep en de klachtenprocedure bieden. Voorgesteld wordt om in september op basis van het gebruik te bepalen wat de toegevoegde waarde en effectiviteit is van de nieuwe voorzieningen in hun samenhang, en afhankelijk daarvan een besluit te nemen over continuering. Omdat de functies voorlopig worden ingevuld, wordt voorgesteld deze te financieren uit astructurele middelen.
Voorstel om te besluiten
-
-
voor de uitvoering van de ombudsfunctie reïntegratie 1 fte ter beschikking te stellen de ombudsfunctie onder te brengen in hetzelfde loket als de arbeidsadviseur en inhoudelijk te plaatsen onder de verantwoordelijkheid van de stuurgroep arbeidsadviseur het experiment met de functie contactpersoon ID voor de duur van een jaar te verlengen tot 1 januari 2006 en naam te wijzigen in ombudsvrouw ID de kosten van de ombudsfunctie reïntegratie, € 75.000 en de kosten van de ombudsvrouw ID € 45.000 voor het jaar 2005 te financieren uit de overgebleven gelden van de regeling kinderopvang de ombudsfunctie reïntegratie, de functie ombudsvrouw ID en de mogelijkheid van een tweede mening in september 2005 te evalueren; de effectiviteit en toegevoegde waarde te zien te beoordelen in hun onderlinge samenhang, en afhankelijk daarvan een besluit te nemen over een definitieve inrichting van de voorzieningen.
rvs.doc
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
Met een amendement op artikel 4.5 van de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand heeft uw raad op 14 juli jl besloten tot het instellen van een ombudsfunctie voor reïntegratietrajecten. De taken in deze functie moeten bestaan uit: het geven van voorlichting over rechten van cliënten, het geven van advies, het bemiddelen tussen partijen, het signaleren van knelpunten en het doen van aanbevelingen om de dienstverlening en de uitvoering te verbeteren waar het de relatie van cliënten betreft. Ons college heeft al aangegeven dat deze functie wordt ingericht naast de functie van arbeidsadviseur, die sinds 1 juli 2004 in de Mariënbeurs voor Werk en Inkomen aan de slag is. Om praktische redenen en om de onafhankelijkheid van de ombudsfunctie reïntegratie te waarborgen wordt voorgesteld om de functionaris te plaatsen in hetzelfde loket als de arbeidsadviseur en de inhoudelijke aansturing van de functie onder te brengen bij de stuurgroep Arbeidsadviseur. Beide functies hebben tot doel de positie van de klant te versterken bij het voeren van de regie op de eigen arbeidsreïntegratie. Met eenzelfde doel biedt de Reïntegratieverordening Wet Werk en bijstand de mogelijkheid voor een tweede mening, wanneer een uitkeringsgerechtigde het met een aangeboden voorziening niet eens is. De nieuwe voorzieningen komen naast de reeds lang bestaande mogelijkheden van bezwaar en beroep en de klachtenprocedures. Voorgesteld wordt om een jaar ervaring op te doen met deze nieuwe voorzieningen en afhankelijk van het gebruik en de toegevoegde waarde, mede bezien in hun onderlinge samenhang, een besluit te nemen over continuering ervan. In de beoordeling van de voorzieningen zal de waardering door klanten een belangrijke toetssteen zijn. In deze reeks van voorzieningen moet ook worden betrokken de vooralsnog experimentele functie van contactpersoon ID. Deze functie is pas in augustus 2003 feitelijk ingevuld, en heeft zich door omstandigheden onvoldoende kunnen ontwikkelen, zodat nu geen goed oordeel kan worden gevormd over de structurele noodzaak daarvan. De termijn voor deze functie loopt af op 1 januari 2005. Mede in het licht van de overige hierboven genoemde voorzieningen en de ontwikkelingen rond gesubsidieerde arbeid wordt voorgesteld om het experiment met een jaar te verlengen, en de functie aan te haken bij de sociaal raadslieden om de onafhankelijkheid daarvan beter te waarborgen.
2
Doelstelling
In uw vergadering van 14 juli 2004 heeft u nog niet bepaald welke formatieomvang de ombudsfunctie reïntegratie zou moeten hebben en op welke wijze de kosten van deze functie moeten worden gedekt. Tevens moet een besluit genomen worden over het continueren van de functie contactpersoon ID, omdat er met ingang van 1 januari 2005 een einde komt aan de huidige experimentele invulling. Dit voorstel voorziet in een tijdelijke financiering van beide functies, mede omdat ons college meent dat deze functies in eerste instantie voorlopig voor een jaar als experiment moeten worden ingezet.
3
Argumenten
Integratie ombudsfunctie reïntegratie en arbeidsadviseur. De functies arbeidsadviseur en de ombudsfunctie reïntegratie komen wat inhoud betreft sterk met elkaar overeen. In beide functies gaat het om het geven van advies en voorlichting. De arbeidsadviseur geeft advies aan de klant, wanneer het proces dreigt te stagneren. De ombudsfunctionaris kan bij conflicten bemiddelen en heeft bovendien tot taak om een registratie bij te houden om zicht te krijgen op knelpunten die zich in de praktijk blijken voor te doen. Echter in een aantal gevallen zal aan het begin van een reïntegratietraject contact zijn geweest met de arbeidsadviseur en zal de klant zich bij problemen melden bij de arbeidsadviseur. Naar de mening van ons College zullen de verschillen in functies, in de praktijk en vanuit de optiek van de klant bezien, dermate klein zijn dat het mogelijk contraproductief is de functie van arbeidsadviseur en ombudsfunctie reïntegratie ten opzichte van elkaar te profileren. Om die reden stellen wij u voor beide functies onder te brengen in een loket en deze in de praktijk te integreren. Voor de functiebeschrijving van de arbeidsadviseur, zie bijlage 1 De Landelijke Cliëntenraad heeft het initiatief genomen voor de functie arbeidsadviseur, met als doel klanten te ondersteunen in het voeren van de regie op het eigen arbeidsreïntegratietraject. Dit is dezelfde achtergrond als van waaruit uw raad heeft besloten om de ombudsfunctie in te richten en de mogelijkheid te scheppen een tweede mening te vragen. De kaders voor de functie arbeidsadviseur zijn gesteld door de Landelijke Cliëntenraad. Uitgangspunt is dat deze werkt voor alle uitkeringsgerechtigden, WAO, WW en Wwb en voor deze klanten gemakkelijk bereikbaar is. Om die reden is gekozen voor een werkplek in het bedrijfsverzamelgebouw. Hoewel de arbeidsadviseur in dienst is van het CWI, het UWV of de gemeente, functioneert deze inhoudelijk onder de verantwoordelijkheid van een stuurgroep, gevormd door vertegenwoordigers van de uitvoeringsorganisaties, aangevuld met een vertegenwoordiger uit de klantenraad, in Nijmegen een vertegenwoordiger van een organisatie die deelneemt aan het klantgroepenoverleg. Uw raad hecht sterk aan de onafhankelijkheid van het advies en het optreden van de ombudsfunctionaris reïntegratie. Door deze te laten functioneren onder de verantwoordelijkheid van de stuurgroep arbeidsadviseur is ons inziens deze onafhankelijkheid het best gewaarborgd. De functie arbeidsadviseur bevindt zich nog in de aanloopfase. Mede omdat de voor Nijmegen beschikbare formatie, 1,4 fte, nog slechts voor 0,8 fte is ingevuld, is er tot dusver weinig ruchtbaarheid gegeven aan zijn bestaan. Desalniettemin zijn er maandelijks zo’n 100 klantencontacten. Verwacht wordt dat bij een volledige bezetting en na een publiciteitscampagne het aantal klantencontacten flink zal toenemen. Wij stellen voor om voor de ombudsfunctie reïntegratie 1 formatieplaats ter beschikking te stellen en hoewel er geen aanleiding is te veronderstellen dat de groep Wwb-gerechtigden niet volledig zou kunnen worden bediend, willen wij bewaken dat voor de omvang van deze formatie de dienstverlening ten goede komt aan Wwb-gerechtigden of nietuitkeringsgerechtigden, die voor hun ondersteuning bij hun arbeidsreïntegratie zijn aangewezen op de gemeente, boven op het aandeel dat al in de landelijk ter beschikking gestelde formatie was voorzien. Zoals hierboven gememoreerd heeft uw raad ook besloten tot het bieden van de mogelijkheid van een tweede mening, indien een klant het niet eens is met een aangeboden voorziening.
In de uitvoeringsrichtlijn die hiervoor is ontworpen, krijgt de klant de mogelijkheid deze tweede mening te vragen, op het moment dat de klantmanager het trajectplan in concept heeft afgerond en de klant het niet eens is met de inhoud van het voorgestelde plan. Indien eerder de arbeidsadviseur een advies heeft gegeven dat niet wordt gevolgd, zal de klant zich waarschijnlijk in eerste instantie richten tot het loket van de arbeidsadviseur. In opdracht van uw raad is na een aanbestedingsprocedure een aantal instellingen geselecteerd, bij wie de tweede mening kan worden gevraagd. Om zicht te houden op het aantal gevraagde tweede meningen, maar ook om zicht te krijgen op mogelijke knelpunten in de uitvoering van het reïntegratiebeleid, stellen wij voor het vragen van een tweede mening procedureel te laten verlopen via de arbeidsadviseur. De klant bepaalt of hij zich in het meningsverschil laat bijstaan door de arbeidsadviseur, de ombudsfunctie reïntegratie, of een tweede mening vraagt. In het laatste geval ziet de arbeidsadviseur of de ombudsfunctie af van een inhoudelijke beoordeling van het meningsverschil. De vertegenwoordigers van het UWV en het CWI in de stuurgroep arbeidsadviseur zijn het eens met de inhoud van het voorstel. Het voorstel is besproken in het klantgroepenoverleg. De klantgroepen zijn van mening dat de functie van arbeidsadviseur en de ombudsfunctie reïntegratie van elkaar verschillen. De arbeidsadviseur adviseert, de ombudsfunctionaris kan bemiddelen. Om de onafhankelijkheid van de laatste functie te waarborgen pleiten zij voor het onderbrengen van de functie bij de sociaal raadslieden. Daarnaast zou voor sommige klanten de Mariënbeurs voor Werk en Inkomen een te hoge drempel vormen om hulp te zoeken in conflictsituaties. Ook het Comité Beter Idee vindt dat ombudsfunctie reïntegratie samen met de ombudsvrouw ID moet worden ondergebracht bij de sociaal raadslieden. Ons College acht het niet uitgesloten dat sommige klanten de Mariënbeurs als een drempel ervaren om contact te zoeken met de ombudsfunctie reïntegratie, maar wijst erop dat men bijvoorbeeld ook telefonisch contact kan zoeken en er dan specifieke afspraken kunnen worden gemaakt over vervolgcontacten. Vooralsnog meent ons College dat het gaat om uitzonderingssituaties die niet bepalend mogen zijn voor het bepalen van de werkruimte van de ombudsfunctie reïntegratie. De functie heeft tot doel om klanten te ondersteunen bij het voeren van de regie op het eigen traject en moet als het ware "bij de hand" zijn, op het moment dat de behoefte aan hulp ontstaat. Om die reden hecht ons College aan een plaats in de Mariënbeurs, waar de klant in principe zonder afspraak terecht kan. De verschillen in de functies leiden in ons voorstel niet tot het gescheiden onderbrengen. Ons College gaat er vanuit, zoals hierboven al is aangegeven, dat in voorkomende gevallen de arbeidsadviseur en de ombudsfunctie reïntegratie in elkaars verlengde werken. Contactpersoon ID In oktober 2001 heeft uw raad besloten tot het instellen van een contactpersoon ID. De taken van de contactpersoon bestaan uit het geven van voorlichting en advies en het bemiddelen bij conflicten. De functie, 0,6 fte, is pas in augustus 2003 gerealiseerd en heeft om diverse redenen een moeilijke start gekend. Ondanks het feit dat de termijn van 1 jaar met enige maanden is verlengd tot 1 januari 2005, zijn wij van mening dat deze functie zich tot nu toe onvoldoende heeft kunnen ontwikkelen, zodat er nu geen basis is voor een besluit over de definitieve invulling daarvan. Bovendien wil ons College na een goede evaluatie in september 2005 de waarde en effectiviteit van deze functie kunnen wegen in relatie tot
andere voorzieningen. Wel stellen we nu een paar wijzigingen voor, om enige belemmeringen in het functioneren van de contactpersoon weg te nemen. Volgens een opgave van de betrokken functionaris hebben zich in de periode augustus 2003 tot juli 2004 175 klanten bij de contactpersoon gemeld, van wie 146 met klachten die tot het taakgebied van de contactpersoon horen. In 130 gevallen heeft zij een voor de klant en de werkgever een bevredigend resultaat weten te boeken. 12 zaken waren nog in behandeling en in vier gevallen is er geen resultaat bereikt. Het verslag van de contactpersoon ID ligt bij de griffie ter inzage. Als knelpunt geeft de contactpersoon aan dat, omdat zij medewerker is van de afdeling SoZaWe, haar onafhankelijkheid in twijfel kan worden getrokken. Daarnaast hebben sommige van haar klanten problemen met een bezoek aan de Mariënbeurs voor Werk en Inkomen. Deze knelpunten zijn ook geuit door het Comité Beter Idee, dat eerder het initiatief voor deze functie heeft genomen. De benaming contactpersoon ID leidt tot verwarring met betrekking tot de taken, mede omdat in het verleden de term contactpersoon ook werd gebruikt voor de functie van klantmanager. Om aan deze bezwaren tegemoet te komen stellen wij u voor om de benaming contactpersoon ID te veranderen in Ombudsvrouw ID en de functie aan te haken bij de sociaal raadslieden. Qua werksoort past dit beter en bovendien kan op die manier de onafhankelijkheid van haar werk en de bewaking van de kwaliteit van de dienstverlening beter worden gewaarborgd. Ons voorstel is voorgelegd aan het Comité Beter Idee. Het Comité is van mening dat er nu een besluit moet worden genomen over de definitieve invulling van de functie. Volgens het Comité is de meerwaarde van de functie, mede gezien de berichten van ID-werknemers aan het Comité, voldoende aangetoond. In haar reactie wijst het Comité erop dat de functie na een jaar zou worden geëvalueerd door vertegenwoordigers van de gemeente en het Comité Beter Idee, maar dat er een afwijkende procedure is gevoerd zonder het Comité daarin te kennen. Ons College is van mening dat de functie zich door omstandigheden onvoldoende heeft kunnen ontwikkelen en heeft om die reden afgezien van een inhoudelijke evaluatie, waarmee ook de basis ontbreekt om nu te beslissen over een definitieve invulling. Te zijner tijd moet de beslissing worden genomen, mede in relatie tot de in dit voorstel genoemde overige voorzieningen en het gewenste beleid met betrekking tot gesubsidieerde arbeid. Evaluatie in september In de beleidsplannen in het kader van de Wwb, de bijbehorende verordeningen, de beleidsregels en de voor de uitvoering opgestelde richtlijnen wordt er nadrukkelijk vanuit gegaan, dat bij het inrichten van reïntegratietrajecten wordt aangesloten bij de competenties van de klant en de klantmanager in overleg met de klant inhoud geeft aan de arbeidsverplichting. Daarnaast worden in de contracten met reïntegratiebedrijven of andere instellingen, die bij reïntegratieactiviteiten worden ingeschakeld, vanuit hetzelfde doel voorwaarden gesteld. Indien klantmanagers er in substantiële mate niet in slagen om in een goed overleg met en met instemming van de klant een reïntegratietraject op te zetten, of indien er knelpunten blijken bij de uitvoering van trajecten door reïntegratiebedrijven, moeten er naar aanleiding daarvan op dat vlak maatregelen worden getroffen. Vooralsnog gaat ons college ervan uit dat de klantmanagers en de reïntegratiebedrijven kunnen voldoen aan de
eisen die aan hun werk worden gesteld. Het beroep op aanvullende voorzieningen zal mede worden bepaald door de kwaliteit van het geleverde werk. In uw vergadering van 14 juli 2004 is door ons college gewezen op toen nog de komst van de arbeidsadviseur. Op dat moment was de functie nog niet ingericht en bestond er dus ook geen zicht op of deze functie aan zijn doel zal beantwoorden. Vanuit dezelfde achtergrond, de klant ondersteunen bij het voeren van de regie op de eigen arbeidsreïntegratie, heeft uw raad besloten tot het instellen van de ombudsfunctie reïntegratie en de mogelijkheid van een tweede mening. Naast verschillen hebben al deze voorzieningen ook overeenkomsten en de praktijk zal leren welke voorzieningen adequaat en effectief blijken, mede bepaald in hun onderlinge samenhang. Om die reden stellen wij voor een jaar te experimenteren met de nieuwe voorzieningen en in september na een evaluatie voorstellen te doen voor een definitieve invulling voor na 2005. In die afweging worden ook de bezwaarschriften en klachten betrokken, alsmede de ondersteuning die wordt geboden door onder andere de sociaal raadslieden en belangenorganisaties. Het spreekt voor zich dat de mening van de gebruikers belangrijk is om de waarde van een voorziening te beoordelen. Vanwege de voorlopige invulling van de voorzieningen voor een jaar stellen wij u voor deze voor 2005 te financieren uit astructurele middelen. 4
Financiën
5
Juridische aspecten
6
Communicatie
De kosten van de ombudsfunctie reïntegratie, 1 fte inclusief overhead, worden begroot op € 75.000. De kosten van de ombudsvrouw ID, 0,6 fte inclusief overhead, op € 45.000,Voorgesteld wordt deze te financieren uit de vrijgevallen middelen van de aflopende regeling kinderopvang alleenstaande ouders. In totaal bedraagt het overschot, dat voor de gemeente vrij besteedbaar is, € 288.225,-. Over de besteding van het restant van het overschot zal een voorstel worden gedaan in het kader van de rekening 2004, die in juni aan uw raad wordt voorgelegd. Als pas dan een beslissing genomen zou worden over de financiering van deze functies, zou dit betekenen dat in eerste helft van het jaar deze voorzieningen niet beschikbaar zijn voor de Wwb-gerechtigden en de werknemers met een ID-baan.
nvt
Informatie over de taken van de arbeidsadviseur zal worden opgenomen in het nieuw uit te geven rechten en plichtenboekje. Daarnaast wordt een specifieke folder uitgegeven: ”Op weg naar Werk?” In de gesprekken met klanten zal worden gewezen op de voorzieningen die hem bij het voeren van de regie op de eigen arbeidsreïntegratie kunnen ondersteunen. Bij voorleggen van het concepttrajectplan zal specifiek worden gewezen op deze voorzieningen, en de mogelijkheid van een tweede mening. In de algemene informatie over de veranderingen die de invoering van de Wwb met zich meebrengt wordt ook gewezen op de nieuwe voorzieningen en hoe men hiervan gebruik kan maken.
7
Uitvoering
De uitvoering van dit besluit zal worden opgedragen aan het hoofd van de afdeling Werk en Inkomen van de directie Inwoners. Deze zal hiervoor nadere richtlijnen opstellen.
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Secretaris,
mevr. dr. G. ter Horst
ir. H.K.W. Bekkers
Bijlage 1 Beschrijving Arbeidsadviseur, afkomstig van de site van de Landelijke Cliëntenraad Arbeidsadviseur De Arbeidsadviseur? De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft, na advies van de Landelijke Cliëntenraad (LCR), besloten tot invoering van een Arbeidsadviseur per 1 juli 2004. Waarom een arbeidsadviseur? De Landelijke Cliëntenraad streeft naar een daadwerkelijke invulling van de verantwoordelijkheid van de cliënt bij reïntegratie. De cliënt, werkzoekende, die in staat gesteld wordt om zijn eigen reïntegratieplan op te stellen en zijn eigen reïntegratiedienstverlener te kiezen. In het jargon wordt dit vraagsturing van het aanbod door de cliënt genoemd. Als de wetgever de verantwoordelijkheid van de cliënt centraal stelt dan moet de cliënt ook daadwerkelijk in staat worden gesteld om de regie bij het zoeken van werk te voeren. Dat betekent dat cliënten moet kunnen kiezen. Meedenken en meebeslissen over de invulling van hun traject naar arbeid. Zelf een opleidingsinstituut of reïntegratiedienstverleners kunnen kiezen. De cliënt moet in staat worden gesteld om zijn traject naar arbeid te beïnvloeden. Er moet niet over maar met de cliënt worden beslist. Als wordt gesproken over ‘cliënten moeten hun eigen regie bij reïntegratie kunnen voeren’ dan wordt vaak gezegd: Ja, maar niet alle cliënten zijn daartoe in staat. Dit mag geen reden zijn om de cliënt niet de mogelijkheid te geven zijn regie te voeren. Cliënten moeten ondersteuning kunnen krijgen bij de procesgang van werkzoekende naar werknemer. Als mensen behoefte hebben aan de mogelijkheid van onafhankelijk advies en begeleiding, meer informatie over scholingsmogelijkheden, een eigen reïntegratiebudget en de keuzemogelijkheid tussen verschillende reïntegratiebedrijven. Cliënten die aan het werk willen moeten een beroep kunnen doen op ondersteuning, een onafhankelijk adviseur. Gemeente of UWV zijn verantwoordelijk voor de besluitvorming over de uitkering en het toekennen van een reïntegratietraject. In dit kader heeft gemeente of UWV ook een taak om te beoordelen of de cliënt zijn plichten nakomt. Twee zaken moeten nadrukkelijk uit elkaar worden gehouden de verantwoordelijkheid voor de interne procesgang en besluitvorming binnen UWV of gemeente, het casemangement, en de advisering aan de cliënt. Deze taken kunnen niet in een functie verenigd worden omdat je niet tegelijkertijd dienstbaar kan zijn aan de cliënt als adviseur en dienstbaar aan de uitvoeringsorganisatie die moet beoordelen of de cliënt zijn verplichtingen nakomt en besluit over de toekenning van uitkering en reïntegratietraject. Voor wie is de arbeidsadviseur? Iedere werkzoekende (zonder werkgever) die aan het werk wil, kan met vragen over werk bij de arbeidsadviseur terecht. Het kan zijn dat er gespecialiseerde arbeidsadviseurs komen voor een specifieke doelgroep bijvoorbeeld voor Wajongers (jonggehandicapten). Wat kan een arbeidsadviseur voor de cliënt betekenen? De arbeidsadviseur geeft informatie en advies. Het inschakelen van een arbeidsadviseur is geheel vrijwillig en op eigen initiatief; de cliënt bepaalt zelf of hij hierin meerwaarde ziet. Een advies van de arbeidsadviseur hoeft dus ook niet te worden opgevolgd.
Dat zit anders met afspraken die de cliënt maakt met de casemanager van de sociale dienst of de reïntegratiecoach van UWV. Aan die afspraken moet de cliént zich wel houden. Doet de cliënt dat niet, dan kan dat gevolgen hebben voor de uitkering. De Arbeidsadviseur kan de cliënt bijstaan in het hele proces van vraag tot reïntegratie. Een goede Arbeidsadviseur ondersteunt de cliënt zodanig dat deze in de loop van het traject steeds meer zelfstandig zijn regie kan voeren. De arbeidsadviseur denkt niet voor maar met de cliënt mee. Het is de bedoeling dat de Arbeidsadviseur de cliënt met name in de oriëntatiefase ondersteunt: de cliënt wil zich informeren over en voorbereiden op het reïntegratietraject en daar vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid invulling aan geven. Het analyseren van wensen en mogelijkheden moet leiden tot het opstellen van een eigen reïntegratieplan. De Arbeidsadviseur kan daarbij desgewenst helpen en/of de haalbaarheid ervan beoordelen. De arbeidsadviseur kan cliënten ook informeren en adviseren over de mogelijkheden van een Individuele Reïntegratieovereenkomst (IRO). De Arbeidsadviseur kan de cliënt daarna ook ondersteunen bij het voorbereiden van de bespreking van het plan met de casemanager van UWV of gemeente, de laatste beslist immers over de toekenning ervan. Ook kan de Arbeidsadviseur de cliënt ondersteunen bij de keuze van één of meer reïntegratiedienstverleners en/of opleidingsinstituut, en bij de uitvoering van het reïntegratietraject. Waar stagnatie optreedt in de procesgang binnen gemeente of UWV, is de casemanager of reïntegratiecoach nog steeds aanspreekpunt van de cliënt. De Arbeidsadviseur kan de cliënt adviseren en helpen bij het ‘vlot trekken’ van het proces. Zie ook de folder over de arbeidsadviseur. Casemanager sociale dienst en reïntegratiecoach UWV Casemanager van de sociale dienst of de reïntegratiecoach van UWV en arbeidsadviseur zijn twee gescheiden functies. De casemanager van de sociale dienst of de reïntegratiecoach van de UWV is verantwoordelijk voor de besluitvorming binnen zijn organisatie over het toekennen van reïntegratie instrumenten. Met deze functionarissen moet de cliënt afspraken maken over zijn reïntegratie. De cliënt is verplicht deze afspraken op te volgen op straffe van boetes (korting van de uitkering of intrekken van de uitkering). Waar is de arbeidsadviseur te vinden? De arbeidsadviseur is te vinden in een bedrijfsverzamelgebouw of CWI+locatie en heeft een eigen balie, het Informatie en Adviespunt Arbeidsintegratie. Er wordt gestart op 11 locaties (BVG’s en CWI+ locaties) te weten: Amsterdam Nieuw west, Amsterdam Oost, Apeldoorn, Den Bosch, De Meern, Gouda, Hilversum, Huizen, Nijmegen, Roosendaal en Sittard. In oktober zullen dat er ongeveer 30 zijn, in januari 2005 60. De verdere uitrol wordt daarna vastgesteld. Een jaar na invoering vindt een tussenevaluatie plaats, na nog een jaar een eindevaluatie Als er in uw CWI-vestiging (nog) geen arbeidsadviseur werkzaam is dan kunt u met uw vragen terrecht bij de voor u dichtsbijzijnde arbeidsadviseur.