Voorstel aan de Raad
Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel
2 februari 2005
/
3/2005
Onderwerp
de toekomst van de digitale trapvelden Programma / Programmanummer
Samenlevingsopbouw/7210 Portefeuillehouder
G.J.M. van Rumund Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
30 november 2004 Samenvatting
In het najaar van 2000 zijn in Nijmegen een aantal digitale trapvelden ingericht met financiële middelen vanuit het Grotestedenbeleid en vanuit het EFRO-programma Kanaalgebied. De trapvelden konden rekenen op subsidie tot 1 januari 2004. Vervolgens zou een inhoudelijke evaluatie moeten uitwijzen of het zinvol is om door te gaan met deze voorzieningen en zo ja, welke aanpassingen zouden moeten plaatsvinden. Na een langdurig onderhandelingstraject is met relevante partners overeenstemming bereikt van 3 trapvelden, de andere 3 kiezen hier niet voor en ontvangen geen subsidie meer.. In dit voorstel worden evaluatie, inhoudelijke en financiële toekomst besproken.
Voorstel om te besluiten
1. Kennis te nemen van het evaluatie-onderzoek ‘Digitale trapvelden in Nijmegen’; 2. Te besluiten om de activiteiten van drie digitale trapvelden, te weten DTW (Waterkwartier), WWW (Wolfskuil) en Snuffelmuis (Tweede Oude Heselaan) organisatorisch onder te brengen bij de dichtstbijzijnde openwijkschoollocatie, onder voorwaarde dat de huidige trapveldbesturen hun afzonderlijke stichtingen per 31 december 2004 opheffen; 3. De schoolbesturen hiervoor een eenmalige subsidiëring te verstrekken van € 40.000 per trapveld, in ruil waarvoor zij voor vijf jaar het beheer van de trapvelden conform de voorwaarden in paragraaf 7 van dit voorstel overnemen; 4. In te stemmen met de voorwaarden aan betrokken partijen zoals geformuleerd in paragraaf 7; 5. Te besluiten om als financiële dekking te gebruiken een bedrag van € 160.000, zijnde een deel van het bedrag dat eenmalig beschikbaar is gesteld uit het amendement ’Pas op de plaats (gewijzigd)’, aangenomen in de Raad van 12 november 2003. Van dit bedrag wordt € 120.000 verstrekt als eenmalige subsidie aan de schoolbesturen, een bedrag van € 40.000 is bestemd ter bestrijding van de kosten die de trapvelden in 2004 hebben gemaakt; 6. Te besluiten om de trapvelden die niet instemmen met het aanhaken bij de openwijkschool in hun omgeving en niet instemmen met het opheffen van de eigen stichting op uiterlijk de genoemde datum, niet voor subsidie in aanmerking te laten komen. 7. In te stemmen met bijgevoegde begrotingswijziging.
Opgesteld door, telefoonnummer
003rvs.doc
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
Dit voorstel richt zich op de zes zogenaamde ‘Van Boxtel en EFRO-trapvelden’ in Hatert, Willemskwartier, Waterkwartier, Meijhorst, Tweede Oude Heselaan en Wolfskuil. Het voorstel behelst een evaluatie van de uitvoering en een voorstel voor de toekomst. Overigens zijn in de loop der jaren nog een aantal andere ‘trapveldachtige’ voorzieningen in het leven geroepen. Zo zijn er vanuit de wijkaanpak in enkele wijken trapvelden ingericht. Een aantal hobbywerkplaatsen hebben computers aangeschaft, bibliotheken en scholen beschikken soms over dergelijke faciliteiten. Deze trapveldachtige activiteiten vallen buiten het bereik van dit voorstel. 2
Doelstelling
Destijds, bij de inwerkingtreding van de digitale trapvelden, zijn drie inhoudelijke doelstellingen geformuleerd: 1. verkleining van de digitale kloof; 2. vergroting van de perspectieven op de arbeidsmarkt; 3. vergroting van de sociale cohesie in de wijk; In 2003 heeft de afdeling Onderzoek en Statistiek een onderzoek gehouden, gericht op de vraag in hoeverre de beleidsdoelen in de praktijk zijn gerealiseerd. Naast de bovenstaande inhoudelijke doelstellingen is aan twee andere vragen aandacht besteed: 4. de inbedding van het trapveld binnen de lokale sociale infrastructuur; 5. het organisatorisch kader van de trapvelden. Het onderzoek ‘Digitale trapvelden in Nijmegen’ is bij dit voorstel gevoegd. Voor een compleet en genuanceerd beeld van alle conclusies is het belangrijk om dit onderzoek te lezen. Hier geven wij slechts een korte samenvatting van belangrijke bevindingen per doelstelling. 1. Verkleining van de digitale kloof Er zijn 1500 cursisten bereikt, dus mensen die bij een trapveld een cursus gevolgd hebben. Dat is ongeveer 20 % van het aantal ‘digibeten’1 in Nijmegen. Daarnaast waren er vrije inloopuren. Van de bezoekers en cursisten bleek 93 % thuis een pc te hebben, maar 40 % heeft moeite met het gebruik. Van alle cursisten en inlopers is 95 % uiterst tevreden. 2. Vergroting van de perspectieven op de arbeidsmarkt 64 % van de cursisten bij trapvelden bestaat uit niet-werkenden. Tweederde van deze groep zijn ‘huisvrouwen’ en AOW’ers, die geen baan zoeken. De overige groep geeft in meerderheid aan geen pc nodig te hebben in hun zoektocht naar een baan. 1
Uit het onderzoek ‘Mediagebruik onder Nijmegenaren’ (afdeling Onderzoek en Statistiek, maart 2002) blijkt dat 76 % van de Nijmeegse bevolking in 2001 een pc had en 65 % gebruik maakte van internet. Bij laagopgeleiden zijn deze percentages respectievelijk 58 % en 38 %. Zo’n 7000 Nijmegenaren worden in dat onderzoek ingedeeld als ‘digibeten’, personen die geen pc of internet gebruiken en dat in de toekomst zeker niet zullen doen.
003rvs.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
3 Er zijn vrijwel geen mensen doorverwezen vanuit uitkeringsinstanties (slechts 28 personen). Bij die personen doet de uitkeringsinstantie niet of nauwelijks aan trajectmatige evaluatie van de vorderingen. Wat werkgelegenheid betreft bestaat het belangrijkste effect uit de inzet van gesubsidieerde arbeid (in totaal 18 I/D-banen). 3. Vergroting van de sociale cohesie in de wijk Er zijn een aantal positieve effecten op de sociale cohesie. Er wordt voor jongeren een verantwoord alternatief geboden voor ‘doelloos rondhangen’. Met name in trapveld Willemskwartier bereikt men veel allochtonen. De trapvelden hebben een intermediaire rol gekregen in digitale contacten tussen organisaties die in wijken actief zijn. 4. Inbedding van het trapveld binnen de sociale infrastructuur in de wijk Vier van de zes trapvelden borduurden voort op een laagdrempelige ICT-ontwikkeling in de wijk (Waterkwartier, Meijhorst, Hatert, Willemskwartier). In twee wijken (Wolfskuil en Tweede Oude Heselaan) was de voorziening inhoudelijk nieuw, maar sloot deze wel goed aan bij de openwijkschoolontwikkeling op die plaatsen. Een en ander brengt met zich mee dat de trapvelden overal konden rekenen op drijvende krachten uit bewonersorganisaties en basisscholen; de voorzieningen zijn dus goed ingebed in de wijk. Samenwerking met andere organisaties, zoals Wijkwerk, ROC, Marant, SWON, Tandem en wijkgebonden allochtone vrouwengroepen is tot stand gekomen, zij het niet in alle gevallen even intensief. De beoogde samenwerking met de sociale dienst is tegengevallen. 5. Organisatorisch kader van de trapvelden Alle trapvelden kennen een bestuur bestaande uit vrijwilligers. Daarnaast zijn er per trapveld twee à drie I/D’ers. Technische ondersteuning en docenten werden geleverd door het Facilitair Centrum (bestuurlijk verbonden met Marant). Tenslotte was er vanuit de reguliere budgetsubsidie begeleiding door Tandem op wijkniveau.
3
Argumenten
De doelstellingen zijn gedeeltelijk gerealiseerd De vraag of de doelstellingen rondom de trapvelden gehaald zijn, levert op grond van de boven gegeven samenvatting een gemengd beeld op. Kijkend naar de inhoudelijke doelstellingen (1 t/m 3) blijkt dat de eerste enigszins gehaald is, de tweede nauwelijks en de derde redelijk. De inbedding in wijken is over het algemeen goed gelukt. Er is een grote inzet van vrijwilligers en een goede inbedding in bestaande sociale wijkkaders. Anderzijds kan het gebruik van de trapvelden als cursuslokalen door andere instellingen veel beter. Verder merkt de onderzoeker op dat de keerzijde van het werken met veel vrijwilligers een gebrek aan professionele deskundigheid is. Ook hadden de trapvelden met ieder hun eigen besturen teveel autonomie; men komt op essentiële punten onvoldoende tot stedelijke afspraken.
003rvs.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
4 De onderzoeker constateert tenslotte dat een gemeentelijke beleidsvisie op de rol van ICT bij sociale cohesie van belang is bij het verder ontwikkelen van de trapvelden. Ons College is van mening dat de resultaten van het onderzoek voldoende aanknopingspunten bieden om de activiteiten zoals die nu in de trapvelden plaatsvinden, nog enige tijd te waarborgen. Gelet op de resultaten van de evaluatie en de aanbevelingen in het onderzoek vinden wij een zelfstandig doorgaan van de digitale trapvelden geen optie. Daarom hebben wij in overleg met de partners, dus de digitale trapveldbesturen en de schoolbesturen, een traject in gang gezet met als einddoel het onderbrengen van de activiteiten van de trapvelden bij de openwijkscholen. Daarvoor hebben we onderstaande argumenten. Er zijn onvoldoende structurele financiële gemeentelijke middelen om met de huidige subsidiering en aansturing van de trapvelden door te gaan De subsidiëring van de trapveldbesturen kost op jaarbasis ongeveer tussen € 13.000 en € 20.000 per trapveld2. Voor deze kosten is structureel in de gemeentebegroting geen dekking aanwezig. Wel is er een incidenteel bedrag beschikbaar op grond van het genoemde raadsamendement. Overheveling trapvelden naar schoolbesturen levert win-win situatie op De afgelopen periode hebben wij gezocht naar een partner om de financiële lasten van de trapvelden mede te dragen. De schoolbesturen zijn de meest optimale partner omdat: - de digitale trapvelden vrijwel allemaal gevestigd zijn in of vlakbij de open wijk scholen - de open wijk scholen en ook de schoolbesturen belang hebben bij het voortbestaan van de digitale trapvelden - er mogelijk efficiencywinst kan worden gerealiseerd op open wijk schoolniveau door nauwe samenwerking c.q. afstemming tussen school en trapveld (optimale benutting van de faciliteit) - door de open wijk school aansturing de digitale trapvelden goed geïntegreerd worden in het open wijk school programma - de schoolbesturen bereid zijn op grond van een incidenteel bedrag, voor een middellange periode (5 jaar) de toekomst van de trapvelden te garanderen. - De schoolbesturen accoord gaan met de voorwaarde om de trapvelden toegankelijk te laten zijn voor wijkbewoners Verder geldt voor de trapvelden dat: • zij organisatorisch beter worden ingebed en minder afhankelijk zijn van vrijwilligers. • het aanbod meer inhoudelijke samenhang zal vertonen met dat van andere organisaties. • er meer sprake zijn van sturing op resultaten en op eenduidige registratie. • er meer verschillende doelgroepen worden bereikt en de werving vanzelfsprekender verloopt. Via de nieuwe constructie kunnen ID-banen behouden blijven
2
Dit bedrag is lager dan wat de trapvelden de afgelopen jaren kregen. Dat komt doordat uit de EFRO-regeling een erg royaal bedrag per trapveld beschikbaar was. Bovendien werden de inkomsten van de trapvelden bij EFRO niet meegenomen.
003rvs.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
5 De ID-banen zijn een sterk punt van de trapvelden omdat hierdoor arbeidsparticipatie gestimuleerd wordt en de kosten beperkt blijven. De gemeente garandeert voor 5 jaar de facilitering van de huidige ID-banen.
4
Financiën
In november 2003 heeft uw Raad het amendement ‘Pas op de plaats (gewijzigd)’ vastgesteld. Daarin creërde u de financiële ruimte om een eenmalige bijdrage aan het voortbestaan van de trapvelden mogelijk te maken. Wij hebben een bedrag nodig van € 160.000; de door uw Raad gereserveerde post biedt daarvoor ruimte. Ieder schoolbestuur ontvangt per trapveld een eenmalig bedrag van € 40.000 om te voorzien in (een groot deel van) de kosten van vervanging van apparatuur en huisvesting. Het vrijgemaakte raadsbudget biedt hiertoe ruimte. Daarnaast zijn de schoolbesturen vrij om openwijkschoolmiddelen (waaronder de jaarlijkse gemeentelijke subsidie van € 600.000) als aanvullende financiering in te zetten voor de trapvelden. Een bedrag van € 40.000 uit dit raadsbudget wordt ingezet ter bestrijding van de kosten die de trapvelden in 2004 gemaakt hebben. Dit bedrag komt boven op een bedrag van € 30.000 dat wij eerder hebben vrijgemaakt bij het voorstel waarin de besteding van de middelen voor sociale integratie en veiligheid over 2004 wordt geregeld (besluitvorming hierover heeft reeds in het najaar van 2003 plaatsgevonden). Verder zijn wij op dit moment bezig met de afrekening van de EFRO- en Van Boxtelsubsidiemiddelen per trapveld. Rond de jaarwisseling stellen wij deze afrekening in ons College vast. Voor de goede orde: de afrekening is een separaat traject dat niet in het voorliggende voorstel wordt betrokken. Zoals het er nu naar uitziet, hebben de meeste trapvelden geld overgehouden en zijn er geen trapvelden die de voorgaande subsidieperiode met een tekort afsluiten. Trapvelden moeten het overgehouden geld van de afgelopen jaren aan de gemeente cq EFRO/Rijk terugbetalen. 5
Juridische aspecten
De stichtingen digitale trapvelden zijn privaatrechtelijke rechtspersonen en als zodanig zelfstandige organisaties. Uit de statuten van deze stichtingen blijkt dat de betrokken besturen, zonder dat er voor deze casus relevante beperkingen zijn opgelegd, de stichtingen kunnen besturen en vertegenwoordigen. Dit betekent dat alle betrokken besturen zelfstandig kunnen beslissen tot het ontbinden van hun stichting, mits dit besluit met algemene stemmen genomen wordt. Bij het ontbinden van de stichtingen worden volgens de statuten de bestuurders de vereffenaars. Deze vereffenaars vereffenen het vermogen van de stichting. De statuten van een aantal stichtingen geven aan dat de vereffenaars een eventueel batig saldo zoveel mogelijk dienen te besteden overeenkomstig het doel van de stichting. Bij de overige statuten wordt aangegeven dat de vereffenaars bepalen aan wie het batig saldo wordt uitgekeerd. Als de besturen willen meewerken aan ontbinding en overdracht van de bezittingen dan is er geen probleem, vooropgesteld dat de vereffenaars de bezittingen niet te gelde dienen te maken in verband met openstaande schulden. Wij hebben geen signalen dat er schulden zijn.
003rvs.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
6
De stichtingen die opgaan in de openwijkscholen (het betreft Waterkwartier, Snuffelmuis en WiekenWijkWeb) zullen naar verwachting meewerken aan het ontbinden van de stichting en de overdracht van hun bezittingen. Drie stichtingen willen zelfstandig doorgaan. Indien ontbinding van de stichtingen en overdracht van de bezittingen niet op vrijwillige basis plaatsvindt, kan de gemeente op basis van de Algemene Subsidieverordening 2000 en 2002 een vergoeding voor het opgebouwde vermogen eisen. Bij het vaststellen van de hoogte van deze vergoeding zal de waarde van de vermogensbestanddelen op de dag dat de vergoeding verschuldigd wordt, bepalend zijn. Tevens zou de gemeente zich kunnen wenden tot de rechtbank en als belanghebbende verzoeken de stichtingen te ontbinden. Als de rechter overgaat tot ontbinding van de stichtingen dan benoemt de rechter de vereffenaars. De vereffenaars zullen met het resterende vermogen van de stichtingen de schuldeisers proberen te voldoen (hiertoe behoort ook de gemeente aangezien de gemeente op basis van de Algemene Subsidieverordening een vergoeding voor de vermogensvorming zal opeisen). 6
Communicatie
7
Uitvoering
Over dit voorstel wordt op de normale wijze gecommuniceerd. Betrokken trapvelden en schoolbesturen worden met een beschikking op de hoogte gebracht van het besluit.
Voor ons was het belangrijk dat zowel schoolbesturen als trapveldbesturen de wenselijkheid van de samenwerking onderschreven. Het afgelopen jaar hebben wij daarom grotendeels besteed aan overleg met trapveldbesturen en schoolbesturen. Na een aantal maanden van verkennende gesprekken, hebben wij eind juni onder leiding van een onafhankelijk voorzitter op een gezamenlijke bijeenkomst van alle partijen besloten om als betrokkenen een intentieverklaring te ondertekenen. Uiteindelijk is deze door de gemeente, door vier van de zes trapvelden en door alledrie de betrokken schoolbesturen ondertekend. De tekst van de intentieverklaring is als bijlage bijgevoegd. Nadat we op die manier duidelijkheid hadden gekregen over ieders positie, hebben wij onderhandeld met de schoolbesturen over de eenmalige ‘bruidsschat’ om de trapvelden een aantal jaren in stand te houden. Die gesprekken zijn eind oktober met succes afgerond. Tegelijkertijd hebben schoolbesturen bilateraal contact opgenomen met de trapveldbesturen om voor iedere locatie maatwerkafspraken te maken. In drie van de vier gevallen (Clic is hierop een uitzondering) zijn die gesprekken succesvol verlopen. Indien uw Raad instemt met het voorstel, gaat de nieuwe situatie direct na het raadsbesluit van start. De trapvelden die hebben afgehaakt, zijn de Muus in het Willemskwartier en HIC in Hatert. Zij willen op eigen kracht verder en aanvaarden als consequentie dat dan geen gemeentelijke ondersteuning meer plaatsvindt. Het derde trapveld, CLIC, heeft in een laat stadium (brief van 12 november jl) besloten om eveneens af te haken. We hebben Clic een aantal malen uitstel verleend om tot een besluit te komen en onze deadline naar achter op geschoven. Ook van de laatst geboden mogelijkheid heeft men geen gebruik gemaakt. Deze drie trapvelden
003rvs.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
7 vallen buiten de hier gepresenteerde beleidsmatige en financiële oplossing en ook buiten de ondersteuningsmogelijkheden. In de paragrafen ‘financiën’ en ‘juridische aspecten’ gaven wij al aan dat het vermogen van deze stichtingen zoals dat straks blijkt uit de afrekening, moet worden terugbetaald. De aangeschafte hard- en software zullen wij bij de zelfstandig verder gaande stichtingen niet terugvorderen, omdat de trapvelden al sinds april 2003 geen nieuwe investeringen meer mochten doen. De apparatuur die er staat, is dus al enige jaren oud en vertegenwoordigt daarom geen grote waarde. Gezien de plaatsen waar de trapvelden zich bevinden, betekent ons voorstel dat de stichting Rosascholen een trapveld onder haar hoede krijgt, te weten CKC (openwijkschool de Aquamarijn). Stichting Josephscholen krijgt één trapveld onder haar hoede, te weten WiekenWijkWeb (openwijkschool de Wieken). Stopozog krijgt eveneens één trapveld, de Snuffelmuis bij de Michiel de Ruyterschool. 7.2 Voorwaarden Het onderbrengen van de trapveldactiviteiten bij de openwijkscholen is aan een aantal voorwaarden gebonden. Deze geven wij hier weer. Partijen worden hierover geïnformeerd met een beschikking. Verder stelt de gemeente een modelovereenkomst op voor de school- en trapveldbesturen. Inbreng gemeente De gemeente verplicht zich tot het verstrekken van een eenmalige subsidie. Wij stellen voor deze te bepalen op een bedrag van € 40.000 per trapveld. Verder heeft de gemeente gegarandeerd dat de I/D’ers die nu via Wijkwerk bij de trapvelden werken, dit werk als I/D’er vanuit de A-status kunnen blijven doen. Daarmee zijn er voor de trapvelden geen personele kosten. Voorwaarden voor trapvelden Aan de besturen van de digitale trapvelden leggen wij twee voorwaarden op: 1. bij de overdracht naar de schoolbesturen dragen zij al de stichtingsbezittingen, waaronder alle computers, printers en software, om niet over aan de schoolbesturen; 2. zij heffen de stichtingen uiterlijk per 31 december 2004 op en vormen zich om tot een ‘activiteitencommissie’ of iets vergelijkbaars, zodat de inzet van vrijwilligers bij de trapvelden gewaarborgd blijft. Voorwaarden voor schoolbesturen Aan de eenmalige subsidie voor de schoolbesturen verbinden wij de volgende voorwaarden: 1. schoolbesturen nemen de aansturing en het beheer van de digitale trapvelden gedurende 5 jaar voor hun rekening; 2. schoolbesturen betrekken bij ieder trapveld de vrijwilligers in de wijk actief in bijvoorbeeld een activiteitencommissie; 3. schoolbesturen overleggen met de huidige besturen van de trapvelden over een passende verdeling van gebruikers over de voorziening en over de openingstijden;
003rvs.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
8 4. schoolbesturen leggen jaarlijks verantwoording af over de activiteiten op de trapveldjes in het werkplan Open Wijk Scholen, waarin ook het verslag over de voorgaande periode is opgenomen.
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Secretaris,
mevr. dr. G. ter Horst
ir. H.K.W. Bekkers
Bijlage(n): 1. onderzoek ‘Digitale trapvelden in Nijmegen’ (juni 2003); 2. intentieverklaring zoals in juli/augustus 2004 door partners ondertekend. Bijlage(n):
003rvs.doc
2.
Raadsvergadering Stadsbegroting 195/2003
17 november 2003 2004 -2007
Inclusief de bijlagen Voortgangsrapportage
Grote Projecten (196/2003),
Uitvoeringsprogramma stedelijke vernieuwing (197/2003), Belastingverordeningen en Verdelingsvoorstel Subsidies (199/2003) Amendement: 1e indiener:
(198/2003)
Pas op de Plaats (gewijzigd) H. van Xanten (WO)
De raadvan de gemeente Nijmegen bijeen op 12 en 13 november 2003, Kennis genomen hebbende van: De Begroting 2004-2007 Gehoord hebbende: De beraadslagingen in eerste termijn Overwegende dat: De jaarschijf 2004 niet of nauwelijk ruimte heeft om tegenvallers op te vangen; Op de (gesubsidieerde) arbeidsmarkt problemen zijn ontstaan die maatregelen wenselijk maken
Besluit: 1. De ruimte voor tegenvallers in 2004 te vergroten door: 1. Beslispunt 2.1 (Strategische Communicatie; 70.000 euro) te schrappen 2. Beslispunt 3.1 als volgt te wijzigen: aan het Programma Arbeidsmarkt 250.000 euro toe te voegen in 2004 en dit bedrag te putten uit de Sociale Behoedzaamheidsreserve; 3. Beslispunt 5.1 (zesde wijkmanager; 110.000 euro) te schrappen; 4. De bedragen die hierdoor vrijvallen (430.000 euro) deels te reserveren voor de digitale trapveldjes in 2004 en het restant toe te voegen aan de de ruimte voor tegenvallers in 2004; 5. Het restant Raadsbudget 2003 (ruim 3 ton) over te hevelen naar 2004 en toe te voegen aan de ruimte voor tegenvallers in 2004.2. Beslispunt 11 toe te voegen en als volgt vast te stellen: 11.1 Een Sociale Behoedzaamheidsreserve in te stellen voor het jaar 2004; 11.2 Deze te voeden door: 1. Alle subsidies in het Verdelingsvoorstel Subsidies in 2004 met 1 % te verlagen voor zover deze maatregel niet ingrijpt in lopende contracten; 2. Het loonkostendeel in alle Programma's in 2004 met 1% te verminderen; 11.3 Aanspraak op een uitkering uit deze Behoedzaamheidsreserve kunnen gesubsidieerde instellingen maken teneinde gesubsidieerde arbeidsplaatsen bij hun instelling te handhaven in 2004, zulks ter beoordeling aan het college dat verantwoording af/egt over de besteding van deze middelen bij de Rekening 2004. En gaat over tot de orde van de dag. Beslispunt 1.1 Voor: GL, PvdA, SP, CDA, WO, SLN, VSP Tegen: D66, NN Beslispunt 1.1 aanvaard
Beslispunt 1.2 Voor: Tegen:
PvdA, CDA, WO, VSP, D66 GL, SP, SLN, NN
Beslispunt 1.2 aanvaard Beslispunt 1.3 Voor: GL, PvdA, CDA, WO, SLN, VSP, D66 Tegen: SP, NN Beslispunt 1.3 aanvaard
Beslispunt 1.4. Voor: GL (van Eck, Ali, Roorda), PvdA, SP, CDA, WD, SLN, D66 Tegen: GL (5), VSP, NN Beslispunt 1.4 aanvaard Beslispunt 1.5. Voor: PvdA (Breukers), CDA, WO, SLN (Teunissen), VSP, D66 Tegen: GL, PvdA (7), SP, SLN (2), NN Beslispunt 1.5 afgewezen
Dit is slecht het gedeelte van het gehele amendement. Mocht u het gehele amendement willen lezen, dan kunt u onderstaande routing op www.niimeaen.nl volgen: htt
..en.nl/bestuuror
anisatie/Bestuur/Gemeenteraad/ver
.en/besluitenlïsten2
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN
O & S Nijmegen juni 2003
Inhoudsopgave 1
Achtergrond
3
1.1 Wat zijn digitale trapvelden? 1.2 Digitale kloof / digitale tweedeling 1.3 De eerste periode van de digitale trapvelden (in Nederland)
3 4 7
2
9
Digitale trapvelden in Nijmegen
2.1 De digitale kloof in Nijmegen 2.2 Digitale trapvelden in aanpakwijken
9 10
3
13
Probleemstelling en onderzoeksopzet
3.1 Inleiding 3.2 De probleemstelling 3.3 Onderzoeksopzet
13 14 14
4
Het functioneren van de digitale trapvelden in Nijmegen
17
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Inleiding Ontstaan en inbedding sociale infrastructuur Organisatie Toekomstperspectieven Bereik en resultaten digitale ontwikkeling Perspectieven arbeidsmarkt Bevordering sociale cohesie Conclusies
17 17 18 20 21 23 24 24
4.8.1 4.8.2 4.8.3 4.8.4
24 24 25 27
Inleiding Voortgangsrapportage Oordeel projectmanagement Zijn de doelstellingen bereikt?
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN Achtergrond
1
Achtergrond
1.1
Wat zijn digitale trapvelden? Digitale trapvelden zijn laagdrempelige voorzieningen op het gebied van informatie en communicatietechnologie (ICT), gelegen in zogenaamde stedelijke aandachtsgebieden en bedoeld voor mensen die op de een of andere wijze de aansluiting op de elektronische snelweg gemist hebben – of deze dreigen te gaan missen in de nabije toekomst – zonder dat ze zelfstandig in staat geacht worden die achterstand in te lopen. In het tweede paarse kabinet heeft de toenmalige verantwoordelijke minister voor het grote stedenbeleid (GSB) bijna tien miljoen euro vrijgemaakt voor de opzet van digitale trapvelden in dertig steden. Daarbij zou het moeten gaan om een soort kruisbestuiving tussen de verschillende aspecten van het grote stedenbeleid: achterstandsbestrijding, kansenontwikkeling (op wijkniveau), integratie (van met name allochtone burgers) en participatiebevordering. Door de specifieke invalshoek van informatie en communicatietechnologie zou het grote stedenbeleid wellicht een nieuwe en extra impuls kunnen krijgen. Op langere termijn – vooropgezet dat de overheid steeds meer terreinen van haar eigen dienstverlening digitaliseert – zou het bovendien noodzakelijk zijn dat alle burgers aan weten te sluiten op de elektronische snelweg, omdat ze anders verstoken blijven van informatie en participatiekanalen. Aan de digitale trapvelden zijn de volgende algemene doelen gesteld: 1. Verkleining van de digitale kloof. De maatschappelijke zelfredzaamheid van de deelnemers wordt vergroot middels de ontwikkeling van elementaire ICT vaardigheden. Mensen met een digitale achterstand worden in de gelegenheid gesteld (een deel van) die achterstand in te lopen. 2. Verbetering van de arbeidsmarktpositie. De deelnemers kunnen hun kansen op de arbeidsmarkt verhogen wanneer zij zich noodzakelijke ICT vaardigheden eigen maken. 3. Versterking van de sociale cohesie. Door de centraal in wijken gelegen trapvelden worden contacten tussen verschillende groepen wijkbewoners bevorderd. Verschillende mensen – denk aan etnische diversiteit en leeftijdsverschillen – kunnen elkaar ontmoeten. ICT toepassingen kunnen daarbij wellicht een meerwaarde vormen. De term trapveld is gekozen omdat deze refereert aan een plek in de wijk waar men samenkomt om te oefenen, te leren en te experimenteren. Voetbalkenners weten dat hierbij met name gedacht is aan het gegeven dat nationale voetbalhelden hun glansrijke carrières in veel gevallen lieten aanvangen door een balletje te trappen op een trapveld(je) in de buurt waar ze opgroeiden. Een nadeel van de gekozen benaming is evenwel dat vooral ouderen de term trapveld teveel met jeugd zouden kunnen associëren en er dan vervolgens van zouden kunnen uitgaan dat de voorziening niet voor hen bedoeld is. In het najaar van 2000 heeft een groot aantal steden op basis van zelf ingediende plannen een startsubsidie ontvangen (van de minister) voor een periode van drie jaar. Het perspectief was (en is) om in die drie jaar levensvatbaarheid aan te tonen.
3
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN
Digitale kloof / digitale tweedeling In hoog tempo wordt (ook) Nederland een kennissamenleving. De opkomst en ontwikkeling van informatie en communicatietechnologie zorgt voor fundamentele veranderingen in zowel economische als sociale verhoudingen. -Het aandeel van de bevolking van achttien jaar en ouder dat thuis kan internetten steeg van 21% in 1998 naar 59% in 2001. -In dezelfde periode steeg het pc bezit van 58% naar 72% en het bezit van een mobiele telefoon van 32% naar 84%. -Het aantal personen dat thuis elektronisch winkelt is gegroeid van 2% van de bevolking in 1998 naar 11% in 2000.1
1998 2001
winkelen
telefoon
3D-kolom 3 pc bezit
90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
thuis i.
1.2
Internet biedt allerlei maatschappelijke organisaties nieuwe mogelijkheden voor onder meer ledenwerving en advertentiecampagnes. Musea en podia kunnen door hun webpresentatie nieuw publiek trekken. Etc. In Nijmegen zaten in 1997 nog maar 13.000 volwassen mensen thuis te internetten, in 2001 waren dat er al 64.000. In dezelfde periode deed zich bij dat internetten een interessante verschuiving voor, namelijk van hobby en ontspanning (de twee voornaamste bezigheden in 1997) naar communicatie via e-mail en correspondentie.2 Echter, door de eeuwen heen is gebleken dat het bezit van informatie niet gelijk over alle bevolkingsgroepen verdeeld is. Hierbij is een tweetal opmerkingen relevant: -Er zijn altijd voorlopers en achterblijvers. Sommige mensen – denk aan: hoger opgeleiden, jongeren en degenen met hoge inkomens – blijken op kop te gaan wanneer het erom gaat zich nieuwe informatietechnologie eigen te maken. Terwijl anderen – vaak lager opgeleiden, ouderen en arme mensen – meer tijd en moeite hebben om zich aan de nieuwe informatie aan te passen.3 1
2 3
4
Zie Jaarboek ICT en samenleving 2003; uitgave van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Zie Mediagebruik onder Nijmegenaren. (Onderzoek & Statistiek; 2002) “…als de omvorming van mediale informatiesystemen naar sociale systemen zal toenemen, zullen de segmenten van de bevolking met een hogere sociaaleconomische status zich die informatiesystemen eerder en sneller toeëigenen dan de bevolkingssegmenten met een lagere sociaal-economische
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN Achtergrond
-Toch blijkt er, na verloop van tijd, sprake te zijn van een tendens waarbij de achterblijvers steeds een zekere mate van hun informatieachterstand inhalen. De zogenaamde early adaptors bereiken namelijk op een bepaald moment een verzadigingspunt. Precies dan kunnen de achterblijvers, die inmiddels ook in grote getale de nieuwe informatiemedia zijn gaan gebruiken, een beetje aansluiten. Jammer (voor hen) is alleen dat de voorlopers naar alle waarschijnlijkheid weer opnieuw voorlopers zijn geworden met betrekking tot weer nieuwe technologische toepassingen. De informatieontwikkeling staat nooit stil; daarom zal er steeds opnieuw sprake zijn van achterstandsreproductie. Zo formuleert hoogleraar toegepaste communicatiewetenschap Jan van Dijk kritiek op een al te optimistische veronderstelling dat de digitale achterblijvers hun achterstand wel zullen inhalen.4 Van Dijk stelt dat de zogenaamde snelle categorieën steeds opnieuw beginnen met een nieuwe innovatieronde, terwijl de ‘langzamen’ dan nog bezig zijn vooruit te komen met betrekking tot een innovatie uit de vorige periode. Men is het er doorgaans over eens dat de informatiekloof ten gevolge van de hedendaagse ICT diepgaander van aard is dan bij eerdere informatieontwikkelingen. De moderne informatie en communicatietechnologie is niet alleen meer dan ooit in de breedte verspreid, dat wil zeggen: te maken hebbend met alle takken van samenleven; ook in de diepte (op bewustzijnsniveau) lijkt ICT pregnanter door te dringen dan eerdere informatieontwikkelingen. Denk bijvoorbeeld aan het gegeven dat moderne informatie steeds minder aan tijd en plaats gebonden is. Het zojuist aangehaalde Jaarboek ICT en samenleving concludeert dat onder pc bezitters en mensen met toegang tot internet bepaalde groepen nog steeds zijn ondervertegenwoordigd: personen in huishoudens met een laag inkomen, (alleenstaande) vrouwen, 65plussers, mensen met een laag opleidingsniveau en allochtonen. De verschillen tussen jongeren en ouderen blijken zelfs tussen 1998 en 2001 groter geworden te zijn. Verder blijken allochtone jongeren een achterstand te hebben ten opzichte van hun autochtone leeftijdgenoten. Volgens het jaarboek hangen de nieuwe ongelijkheden in de informatiesamenleving ook samen met het moment waarop de Nederlanders een pc hebben aangeschaft. Wie dat al vroeg deed houdt een voorsprong bij het gebruik. Tenslotte blijkt ICT weliswaar bij te dragen aan een gemiddelde stijging van de kwaliteit van de arbeid, maar wordt wél de ongelijkheid tussen mensen met en mensen zonder aantrekkelijke arbeidsmarktpositie versterkt. Welnu, de overheid wil absoluut iets doen aan het probleem dat de samenleving aan de ene kant meer en meer afhankelijk wordt van (nieuwe) kennis en informatie, terwijl aan de andere kant negatieve gevolgen voor eventuele achterblijvers ingrijpend en problematisch kunnen zijn. Het zou niet zo moeten zijn dat groepen, die zich al in een achterstandspositie bevinden, ook de aansluiting met de informatiemaatschappij gaan missen en daardoor hun achterstand nog groter zien worden dan die er al is. Mede daarom zijn digitale trapvelden in het leven geroepen.
4
status, zodat de kenniskloof tussen beide segmenten eerder toe dan afneemt.” (geciteerd uit: Mass media flow and differential growth in knowledge van Tichenor, Donohue & Olien; 1970) Zie De digitale kloof wordt dieper; van ongelijkheid in bezit naar ongelijkheid in vaardigheden en gebruik van ICT. Den Haag / Amsterdam, april 2003.
5
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN
Wanneer men spreekt van een digitale kloof of (het gevaar van) een digitale tweedeling is wél een zekere precisering op zijn plaats. Er is namelijk sprake van een complexe problematiek. Algemene termen als kloof en tweedeling kunnen daarbij te grofmazig van aard zijn. In het algemeen kan men stellen dat de aansluiting op de elektronische snelweg afhangt van een zestal factoren. Deze zijn: -financiën (heeft men de middelen om de noodzakelijke apparatuur aan te schaffen?), -kennis en vaardigheden (is men in staat de apparatuur te bedienen?), -psychologie (is men onbevreesd om met de apparatuur om te gaan?), -gepercipieerd nut (ziet men de noodzaak en de voordelen van de nieuwe technologie?), -gebruiksvriendelijkheid (is de apparatuur gemakkelijk te bedienen?), -sociale omgeving (zijn er personen in de directe nabijheid die kunnen motiveren dan wel assisteren?). Met betrekking tot zaken als achterstand, kloof en tweedeling moeten we van de mogelijkheid uitgaan dat er per factor verschillende verschillen tussen informatiegebruikers kunnen optreden. Stel dat iemand wel een pc bezit en ook een aansluiting voor internet heeft, maar niet in staat is om de apparatuur daadwerkelijk te bedienen. Dan is die persoon formeel wel aangesloten op de elektronische snelweg, maar feitelijk is hij of zij digibeet.5 Omgekeerd zijn er hoger opgeleiden die op zich geen moeite hebben om in technische zin met de nieuwe technologie om te gaan, maar er het nut niet van inzien en er dus geen of nauwelijks gebruik van maken. De zojuist al genoemde geleerde Van Dijk stelt6 dat de digitale tweedeling zeer serieus genomen moet worden en met name te maken heeft met vaardigheden en feitelijk gebruik. Mentale angsten zijn te overwinnen, terwijl het bezit van pc en de aansluiting op internet onder kansarmen zullen toenemen, volgens Van Dijk. Het gevaar is alleen dat de zogenaamde achterblijvers, indien ze een pc hebben, deze vervolgens gebruiken voor alleen hobby en ontspanning. Enerzijds omdat ze de vaardigheden missen om geavanceerd gebruik mogelijk te maken, anderzijds omdat ze doorgaans niet in een (werk)omgeving zitten waar geavanceerde toepassingen gestimuleerd worden. Een andere onderzoeker, Jan Steyaert, gaat uit van een drietal digitale vaardigheden: instrumentele (hoe werkt de computer?), structurele (hoe ga ik om met informatie?) en strategische (hoe pas ik de informatie toe binnen de eigen situatie, in mijn eigen belang?) vaardigheden.7 In het laatste onderzoeksverslag dat Van Dijk publiceerde wordt een Amerikaanse studie aangehaald met betrekking tot pc gebruik en werkomgeving. Daaruit blijkt dat in 2000 (in de Verenigde Staten) met name in de hogere beroepsgroepen – denk aan: managers, hoogwaardige technici e.d. – ruimte bestond voor de toepassing van hoogwaardige digitale technologie.
5
6
7
6
Analoog aan de (klassieke) analfabeet is de digibeet iemand die niet weet om te gaan met de moderne informatie en communicatiemiddelen. Zie Widening information gaps and policies of prevention (1997), Netwerken, het zenuwstelsel van onze maatschappij (2001), De digitale tweedeling (2002) en De digitale kloof wordt dieper; van ongelijkheid in bezit naar ongelijkheid in vaardigheden en gebruik van ICT (2003). Zie Jan Steyaert: Digitale vaardigheden. Den Haag, 2000.
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN Achtergrond
In het kader van de moderne netwerksamenleving, zo stelt Van Dijk, is de digitale tweedeling een groot probleem, aangezien centrale maatschappelijke waarden nauw zullen gaan samenvallen met de mate waarin men digitaal meetelt. Als dat digitale meetellen van doorslaggevend belang is voor de feitelijke invloed van mensen (op bestuur en leefomgeving), ja dan vormen de digibeten daadwerkelijk een achtergebleven groep. Met andere woorden – om het voorafgaande samen te vatten – :bij het dichten van de digitale kloof is het zaak om uiterst gedifferentieerd te werk te gaan. Als iedereen een pc thuis heeft staan wil dat nog niet zeggen dat de kloof gedicht is. Van doorslaggevend belang zal zijn: de mate waarin mensen daadwerkelijk vaardig zijn om gebruik te maken van de moderne informatie en communicatietechnologie. Dát is de uitdaging voor de digitale trapvelden. Kunnen zij ervoor zorgen dat de kansarmen op ICT gebied digitaal gaan meetellen?
1.3
De eerste periode van de digitale trapvelden (in Nederland) Inmiddels zijn er in heel het land ruim tweehonderd digitale trapvelden operatief.8 TNO heeft samen met het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn gezorgd voor een inhoudelijke en kritische onderbouwing. Terwijl de landelijke projectorganisatie gebruik heeft kunnen maken van een eerste effectmeting (aan de hand van een monitor digitale trapvelden). Volgens TNO blijken de trapvelden omringd te zijn met zeer hoge verwachtingen. Het initiatief slaat aan, in de buurt van de trapvelden zindert het van de activiteiten. Alleen al qua aantallen mensen die bereikt worden mag het project geslaagd genoemd worden. Daar staat echter wél tegenover dat er weinig harde gegevens zijn over de feitelijke effecten, afgaande op de vraag in welke mate men de vooraf gestelde doelen – het verkleinen van de digitale kloof, het verbeteren van de arbeidsmarktpositie en het bevorderen van sociale cohesie – weet te bereiken. TNO concludeert dat de doelstellingen, zeker wanneer men ze alledrie tegelijk wil realiseren, te ambitieus zijn. Maar de slaagkansen van de trapvelden blijken wél toe te nemen wanneer ze méér zijn dan alleen maar een ICT voorziening. Men spreekt dan van ‘inbedding’ binnen een reeds bestaande sociale infrastructuur. De monitor digitale trapvelden 2002 somt de volgende resultaten (na twee jaar functioneren) op: -In totaal doen 29 gemeenten mee aan het project. Daarbij gaat het om 234 verschillende digitale trapvelden.9 Gemiddeld blijken er per plek tien computers te staan. Qua huisvesting is de situatie zodanig dat de trapvelden in de meeste gevallen te vinden zijn in een wijkcentrum of (in iets mindere mate) in een bibliotheek of basisschool.
8
9
Zie Portretten van de digitale trapvelden, een tussenstand na het eerste jaar (2001), Bouwstenen voor een digitaal trapveld (TNO rapport, 2002) en Monitor digitale trapvelden (2002). Niet al deze trapvelden worden trouwens gefinancierd vanuit het landelijke kader. Per stad zijn er steeds één of meer plekken waarbij de betrokkenen andere inkomsten genereren.
7
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN
-Qua bezoeken blijkt het te gaan om gemiddeld 3.000 bezoeken die per trapveld (per jaar) in de zogenaamde open uren worden afgelegd. Aan de cursussen hebben gemiddeld per trapveld circa 175 personen (per jaar) deelgenomen.10 -De eerste doelstelling (verkleining digitale kloof / leren omgaan met ICT) is voor verreweg de meeste trapvelden de belangrijkste. Over het algemeen zijn de initiatiefnemers van mening dat deze doelstelling redelijkerwijs gehaald wordt. De andere doelstellingen (versterken arbeidsmarktpositie / bevordering sociale cohesie) blijken achter te lopen. Met name wat betreft de verbetering van de arbeidsmarktpositie is men niet optimistisch gestemd. -De digitale trapvelden draaien in overwegende mate op het werk van vrijwilligers. Bijna driekwart van de medewerkers bestaat uit dergelijke vrijwilligers. Daarnaast zijn overal één of meer personen werkzaam in het kader van een gesubsidieerde arbeidsplaats. -De belangrijkste successen zijn het bereiken van specifieke doelgroepen (die normaal moeilijk bereikt worden), het wegnemen van computervrees bij de betrokkenen en het enthousiasme bij bewoners en wijkinstellingen. -Maar er zijn ook knelpunten; namelijk financiën, onvoldoende vrijwilligers en beperkte professionele begeleiding. In dit verband blijkt het opvallend te zijn dat bij ongeveer eenderde van alle digitale trapvelden niet is nagedacht over de toekomst na afloop van het project (eind 2003). Op een rijtje gezet zouden we de volgende slaagkansen en valkuilen voor de digitale trapvelden kunnen noemen11: Tabel 1: slaagkansen en valkuilen digitale trapvelden (in Nederland)
Slaagkansen Het trapveld is geworteld in de bestaande sociale infrastructuur op wijkniveau. De verschillende partners dragen samen de verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen van het trapveld. Enthousiasme bij de actieve medewerkers. Evenwicht tussen stedelijke aansturing en lokale autonomie. Heldere en realiseerbare doelstellingen (maar niet teveel tegelijkertijd). Evenwichtige combinatie kansen en achterstandsbeleid.
10
Valkuilen Het trapveld staat los van andere sociale verbanden in de wijk. De verantwoordelijkheid blijkt (in de praktijk) teveel een zaak van alleen een kleine groep vrijwilligers te zijn. Gebrek aan professionaliteit. Teveel centralisme of teveel decentralisme. Teveel (en dus uiteindelijk niet realiseerbare) doelstellingen tegelijkertijd. Te eenzijdige nadruk op (alleen) achterstandsbeleid.
Overal zien we dit onderscheid: enerzijds open inloop (bijvoorbeeld om te internetten of om een brief te schrijven), anderzijds gerichte cursusdeelname. 11 Deze compilatie van slaagkansen en valkuilen is gebaseerd op een samenvatting van diverse landelijke evaluaties met betrekking tot de eerste periode van de digitale trapvelden.
8
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN Digitale trapvelden in Nijmegen
2
Digitale trapvelden in Nijmegen
2.1
De digitale kloof in Nijmegen In 2002 heeft Onderzoek & Statistiek het mediagebruik van de Nijmeegse burgers in kaart gebracht (zie voetnoot 2). Daarbij is gebleken dat Nijmegen redelijk positief scoort ten opzichte van het landelijke gemiddelde, althans qua pc bezit en internetaansluiting. Landelijk is het pc bezit tussen 1998 en 2001 gestegen van 58% naar 72% van de volwassen bevolking, in Nijmegen van 59% naar 76%. Het aantal internetaansluitingen is landelijk in dezelfde periode gestegen van 21% naar 59% van de huishoudens, in Nijmegen van 28% naar 65%. In Nijmegen blijken de meeste mensen die internetten dat thuis of op hun werk te doen. Internetvoorzieningen elders – zoals Open Huis, internetcafé en bibliotheek – blijken niet erg geliefd te zijn.12 Door Onderzoek & Statistiek is een onderscheid gemaakt tussen digifielen (degenen die steeds meer bekend raken met pc gebruik en internet), transdigitalen (degenen die ICT nog niet gebruiken maar wellicht binnen afzienbare tijd aansluiting zullen weten te vinden) en digibeten (degenen die geen affiniteit hebben of willen met ICT en daardoor aan de zijkant van de digitale ontwikkeling staan). Vergelijken we de aantallen die bij de drie onderscheiden groepen horen, dan zien we in Nijmegen de volgende ontwikkeling tussen 1997 en 2001: Tabel 2: verdeling digifielen, transdigitalen en digibeten in Nijmegen (betrekking hebbend op personen die achttien jaar of ouder zijn)13
Digifielen Transdigitalen Digibeten Rest14 Totaal
1997 26.000 30.000 19.000 45.000 120.000
2001 72.000 16.000 7.000 26.000 121.000
12
Dit is een interessant gegeven. Het blijkt – zie bijvoorbeeld de monitor digitale trapvelden – dat veel mensen die buitenshuis internetten dat het liefst doen in een bepaalde sociale context, dat wil zeggen: onder elkaar en gelieerd aan andere activiteiten of voorzieningen. 13 Het is niet mogelijk om onderstaande cijfers op wijkniveau uit te splitsen. De getallen zijn gebaseerd op een steekproef en die was te klein om op wijkniveau betrouwbaar te zijn. 14 De rest heeft betrekking op mensen die zichzelf niet wisten of weten in te delen.
9
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN
80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0
1997 2001 rest
digibeet
transdig.
digifiel
3D-kolom 3
“Het beeld van de digifiel wordt nog steeds bepaald door personen jonger dan 45 jaar, personen met een middelbare of hogere opleiding of met een gemiddeld of hoog inkomen. Maar sedert 1997 maken steeds meer personen met een laag inkomen én een lage opleiding deel uit van deze groep. Het profiel van de transdigitalen werd in 1997 vooral bepaald door personen jonger dan 45 jaar met een middelbare of hogere opleiding. Vier jaar later is dat iets minder het geval en zijn het vooral personen met een lage opleiding die naar verhouding meer tot deze groep behoren. Aan het profiel van de digibeten is sinds 1997 weinig veranderd. Nog steeds wordt het beeld voornamelijk bepaald door ouderen (ouder dan 65 jaar), merendeels vrouwen of personen met een lage opleiding. Degenen met een laag inkomen én een lage opleiding zijn eveneens sterk vertegenwoordigd in deze groep.” (Mediagebruik onder Nijmegenaren)
2.2
Digitale trapvelden in aanpakwijken De gemeente Nijmegen heeft besloten15 om de digitale trapvelden op te starten in wijken die op basis van statistische gemiddelden behoren tot de meest kansarme wijken in de stad. Voorwaarde was wél dat in die wijken al bewonersgroepen actief zijn – die de trapvelden als het ware kunnen voorzien van een actief kader van vrijwilligers – en dat (in ieder geval op termijn) de mogelijkheid bestaat aan te sluiten bij een open wijkschool. Met name de voorziening open wijkschool geldt als belangwekkend in verband met integrale wijkontwikkeling. Aldus zijn er digitale trapvelden gevestigd in Meijhorst, Hatert, Willemskwartier, Waterkwartier, Biezen en Wolfskuil.16 De stedelijke projectorganisatie17 – aanvankelijk aangestuurd vanuit de toenmalige gemeentelijke directie Wijkaanpak en Leefbaarheid (DWL) – heeft vanaf het begin ambitieuze doelstellingen geformuleerd. Niet alleen zouden de drie inmiddels bekende doelstellingen (verkleining digitale kloof, verbetering arbeidsmarktpositie en verhoging sociale cohesie) gerealiseerd moeten worden, ook breder zou er sprake kunnen zijn van maatschappelijke vernieuwing. Een groot aantal instellingen zou in ontschotte verbanden met elkaar gaan samenwerken. Bedrijven zouden de trapvelden gaan 15
Zie Digitale trapvelden in Nijmegen; plan van aanpak (juni 2000) en Digitale trapvelden Kanaalgebied Nijmegen (oktober 2000). 16 Inmiddels zijn er ook trapvelden in de Benedenstad en in de Kolpingbuurt. Maar deze zijn niet meegenomen in de evaluatie. 17 Deze projectorganisatie heeft trouwens alleen in de aanvangsperiode van de Nijmeegse digitale trapvelden bestaan.
10
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN Digitale trapvelden in Nijmegen
sponsoren. Met verzorgingscentra zou samengewerkt worden. En supermarkten zouden klantenkaarten ten behoeve van de trapvelden gaan verkopen, teneinde een uiterst gevarieerd publiek te winnen.18 De trapvelden moeten een mix zien te bereiken tussen specifieke wijkgebonden aspecten enerzijds en stedelijke relaties anderzijds. Schematisch: Wijkgebonden ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦
Een geschikte ligging. Een toegankelijke accommodatie. Ingebed binnen een reeds bestaande sociale infrastructuur. Aansluitend bij al bestaande ICT perspectieven op wijkniveau. De aanwezigheid van doelgroepen. Denk aan: allochtonen, ouderen, vrouwen, werklozen, jongeren en kinderen. Mogelijke liaisons met verenigingen en bedrijven.
Stedelijk ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦
Samenwerking met de Sociale Dienst, in verband met de doorverwijzing van cliënten die uitstromen naar een opleiding of betaald werk. Faciliteiten via het Facilitair Centrum voor Onderwijs in Nijmegen e.o. Dit centrum kan zorgen voor technische ondersteuning: met betrekking tot dienstverlening, service, beheer, onderhoud en reparatie. Samenwerking met het Centrum voor Baan en Beroep, teneinde werklozen op te leiden tot ICT medewerker. Afstemming met de digitale voorzieningen van de bibliotheek. Samenwerking met het Regionaal Opleiding Centrum. Het ROC kan zowel voor docenten zorgen alsook kan het cursisten in het kader van sociale activeringtrajecten leveren. Samenwerking met Technica 10, een speciaal voor meisjes bedoelde vorm van techniekonderwijs. Afstemming met de digitale voorzieningen die de verschillende hobbywerkplaatsen te bieden hebben. Samenwerking met Stichting Wijkwerk. In verband met werkgeverschap voor en begeleiding van personen die gesubsidieerde arbeid op wijkniveau verrichten.
Ideaal gesproken is het digitale trapveld dus zowel fysiek (midden in de wijk gelegen) als inhoudelijk (zich tussen meerdere organisaties en instellingen bewegend) een centrale, laagdrempelige ICT voorziening.
18
Het hoge ambitieniveau, zo wordt achteraf gesteld, was ingegeven door de inschatting dat de digitale kloof ernstig was én de utopie dat deze kloof serieus verminderd zou kunnen worden middels vergaande doelstellingen en plannen.
11
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN
12
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN Probleemstelling en onderzoeksopzet
3
Probleemstelling en onderzoeksopzet
3.1
Inleiding De zes digitale trapvelden dienen geëvalueerd te worden om te kunnen bepalen in welke mate de door de subsidiegever19 geformuleerde doelstellingen gerealiseerd zijn. Die doelstellingen zijn: verkleining van de digitale kloof, verbetering van de arbeidsmarktpositie en versterking van de sociale cohesie. In Nijmegen wordt momenteel vanuit de gemeentelijke afdeling Samenlevingsopbouw, Werk & Inkomen (SAWI) beleid ontwikkeld met betrekking tot de digitale trapvelden. Vandaar dat deze afdeling aan Onderzoek & Statistiek gevraagd heeft om de evaluatie uit te voeren. Uitgaande van reeds verricht landelijk onderzoek naar het functioneren van de digitale trapvelden kunnen we vooraf melden dat een effectmeting met betrekking tot de drie genoemde doelstellingen strikt genomen tamelijk moeilijk is. Met name blijkt uit het genoemde landelijke onderzoek dat reële effecten niet altijd in meetbare termen uit te drukken zijn. Om een voorbeeld te noemen: in welke mate vermindert de digitale kloof als gevolg van deelname aan een van de digitale trapvelden? Stel dat iemand elementaire computervaardigheden leert, dan is hij of zij weliswaar vooruitgekomen, maar is dan ook aangetoond dat de digitale kloof vermindert? Eigenlijk niet, wanneer we bijvoorbeeld aannemen dat het gemiddelde niveau (elders) ook gestegen is en wellicht zelfs méér gestegen is dan de vooruitgang in het geval van ons voorbeeld. Kortom: een doelstelling als ‘vermindering van de digitale kloof’ zou eigenlijk verder geoperationaliseerd moeten worden in hanteerbare kleine ontwikkelingen. Dat geldt ook voor de andere twee doelstellingen. Landelijk onderzoek toont aan dat met name op de gebieden arbeidsmarkt en sociale cohesie weinig concrete vooruitgang te melden is. Maar dat komt voor een groot deel doordat de gegeven doelen te grofmazig zijn om kleine stapjes in het vizier te kunnen krijgen. In het algemeen kunnen we stellen dat een aanduiding als digitale kloof een bijna onoverbrugbaar verschil op het oog heeft. In de praktijk van (digitale) wijkontwikkeling blijkt echter dat men al heel tevreden is wanneer de achterblijvers een bepaalde drempel overgaan – dat wil zeggen: minimaal vertrouwd raken met de pc en internettoepassingen – waardoor zij op zijn minst qua uitgangspositie niet meer huizenhoog hoeven op te kijken naar het hele ICT gebeuren. Vanuit deze nuancering zullen we trachten de probleemstelling zodanig te concretiseren dat reële ontwikkelingen zichtbaar gemaakt kunnen worden.
19
In alle gevallen betreft het subsidie die indertijd voor een periode van drie jaar (tot en met 2003) verstrekt werd door de minister van grote stedenbeleid en integratie. In vijf gevallen (alle trapvelden minus dat in Meijhorst) is er aanvullende subsidie verleend vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. De EFRO subsidie richt zich (dus) uitsluitend op het zogenaamde Kanaalgebied in Nijmegen en is speciaal bedoeld voor projecten die de werkgelegenheid van kansarme groepen (in kansarme wijken) kunnen doen stijgen.
13
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN
3.2
De probleemstelling Op basis van de in de voorgaande hoofdstukken weergegeven argumentatie kan men het mogelijke succes van de digitale trapvelden afmeten aan de hand van de volgende zes deelvragen: In verband met de inbedding binnen de lokale sociale infrastructuur 1. Is het gelukt om lokaal specifiek – dat wil zeggen per afzonderlijk trapveld in een gegeven wijkkader – aan te sluiten bij de bestaande sociale infrastructuur? In verband met het organisatorisch kader 2. Is er sprake van een goedlopende organisatie? 3. Zijn er ideeën dan wel plannen voor de periode na 2003 (wanneer de bestaande subsidiestromen ophouden)? Zijn er knelpunten en lukt het om deze te overwinnen? In verband met de drie centrale inhoudelijke doelstellingen 4. Is het gelukt om een substantieel deel van de wijkbewoners te bereiken met cursussen op ICT gebied?20 Kan men bij de cursusdeelnemers een toename van computer en internetvaardigheden vaststellen? Zijn de deelnemers tevreden over de voorziening? 5. Kan men inderdaad spreken van meer en betere kansen op de arbeidsmarkt (als gevolg van de aangeleerde ICT vaardigheden)?21 6. Op welke wijze vormen de digitale trapvelden een toevoeging met betrekking tot de sociale contacten en ontmoetingen in de wijk?
3.3
Onderzoeksopzet Het feitelijke onderzoek heeft uit vier elementen bestaan: -Via de registratie van de digitale trapvelden (en die van het stedelijke projectmanagement) zijn gegevens binnengekomen over aantallen bezoekers en soorten cursussen. -Met bestuursleden van de trapvelden zijn interviews gehouden.22 Hierbij is vooral gevraagd naar voortgang en toekomst (van de trapvelden). Tevens is uitvoerig gesproken met het stedelijke projectmanagement en is gebruik gemaakt van de periodieke voortgangsrapportage digitale trapvelden (in Nijmegen). 20
Hierbij is door de projectorganisatie vooraf een aantal minimale aantallen genoemd. In totaal zouden minimaal 400 à 500 personen bereikt moeten worden, evenredig verdeeld over een viertal categorieën: wijkbewoners – allochtonen, vrouwen en ouderen – jongeren – leerlingen uit het basisonderwijs. 21 Hierbij heeft de gemeentelijke Sociale Dienst de verwachting uitgesproken dat minimaal 150 cliënten in het kader van uitstroomtrajecten naar werk verwezen worden naar de digitale trapvelden in de stad. Gemiddeld zou het dus gaan om 25 personen per trapveld. Daarnaast heeft het Regionaal Opleiding Centrum (ROC) vooraf aangeboden per trapveld gemiddeld 20 personen te begeleiden in verband met taalonderwijs en sociale activering. 22 Meestal betrof dit één of twee personen, in een enkel geval was het voltallige bestuur aanwezig bij het interview.
14
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN Probleemstelling en onderzoeksopzet
-Via een schriftelijke enquête onder (volwassen) cursisten is nagegaan in welke mate de betrokkenen gebruik hebben gemaakt van de digitale trapvelden en in welke mate zij zich digitaal ontwikkeld hebben. Naast algemene gegevens (leeftijd, beroep, uitkering e.d.) over de cursisten is aldus informatie vergaard over: het al of niet hebben van een pc in de thuissituatie, het feitelijke gebruik van de computer, de mate waarin men ICT gebruikt om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten e.d. -Via literatuurstudie is inzicht ontwikkeld met betrekking tot de maatschappelijke consequenties van digitalisering. Omtrent de representativiteit van de uit het onderzoek verkregen gegevens moeten we vooraf twee opmerkingen plaatsen. -De gegevensadministratie van de digitale trapvelden is niet op orde. Het is daarom uiterst moeilijk (gebleken) om een betrouwbaar overzicht te presenteren van de aantallen mensen die gebruik maken / hebben gemaakt van de digitale trapvelden in Nijmegen. We zullen hier in het volgende hoofdstuk op terugkomen. -De enquête is ingevuld door 150 cursisten. Als we uitgaan (zie verder) van een totaal aantal cursisten dat tussen de 1.500 en 2.000 ligt, dan is een steekproefgrootte van 150 weliswaar aan de lage kant, maar zeker niet onbetrouwbaar. We mogen de gegeven uitkomsten als volgt beschouwen: de kans dat ze op toeval berusten is maximaal 10%, de kans dat de gegeven uitkomsten overeenkomen met de werkelijke cijfers is ongeveer 90%.
15
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN Het functioneren van de digitale trapvelden in Nijmegen
4
Het functioneren van de digitale trapvelden in Nijmegen
4.1
Inleiding In het vorige hoofdstuk hebben we een zestal perspectieven geschetst om de Nijmeegse digitale trapvelden te evalueren. Tevens hebben we gewaarschuwd voor al te hoge verwachtingen. Daarom zullen we in het onderstaande trachten om het functioneren van de trapvelden zoveel mogelijk feitelijk en basaal te schetsen. Daarbij komen achtereenvolgens aan de orde: -ontstaan en inbedding binnen de lokale sociale infrastructuur (par. 4.2), -organisatie (par. 4.3), -toekomstperspectieven (par. 4.4) -bereik en resultaten met betrekking tot de digitale ontwikkeling (par. 4.5), -perspectieven arbeidsmarkt (par. 4.6), -bevordering sociale cohesie (par. 4.7), -conclusies (par. 4.8).
4.2
Ontstaan en inbedding sociale infrastructuur Voor zeker vier van de zes trapvelden geldt dat ze zijn ingebed in een bestaande sociale infrastructuur op wijkniveau.23 In deze vier gevallen was er al sprake van laagdrempelige ICT ontwikkeling op wijkniveau. De digitale trapvelden sloten in feite aan bij die ontwikkeling. In de twee andere gevallen (Tweede Oude Heselaan en Wolfskuil) was er minder of geen sprake van een dergelijke bestaande infrastructuur.24 -In het Waterkwartier was de zogenaamde Computer Klas Club een al geruime tijd actieve digitale voorziening voor wijkbewoners. Met name de bewonersorganisatie Stichting Toekomst Oud West (STOUW) was hierbij de drijvende kracht. -In Meijhorst werden computercursussen verzorgd door de Stichting Anders Actieven Dukenburg (STAAD) en de bewonersorganisatie Stichting Opbouw Lindenholt – Dukenburg (SOLID). -In Hatert bestond er een zogenaamde Kerngroep Open Wijkschool. Vanuit deze kerngroep waren er al – met betrekking tot digitale voorzieningen – relaties met het lokale welzijnswerk, het Ouder Kind Centrum en een aantal allochtone vrouwengroepen. -In het Willemskwartier was de bewonersorganisatie Op Weg al doende om een computervoorziening voor wijkbewoners in het leven te roepen.
23 24
Zie ‘Digitale trapvelden in Nijmegen, plan van aanpak’ (juni 2000). Overigens valt hierbij ook een ander argument te hanteren. Oorspronkelijk was er slechts één trapveld gepland in Nijmegen West, en wel in Waterkwartier. Met name daar was er al de nodige digitale infrastructuur. Pas later verrezen er digitale initiatieven op de twee andere plekken in West.
17
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN
-In Wolfskuil en in de Tweede Oude Heselaan waren er geen van dergelijke initiatieven, maar werd door de stedelijke projectorganisatie besloten om hier toch digitale trapvelden op te starten, en wel rechtstreeks gekoppeld aan de ter plekke te ontwikkelen open wijkscholen.25 Hierbij heeft met name het trapveld in Wolfskuil – gevestigd in basisschool De Wieken – veel aanlooptijd nodig gehad, waardoor men eigenlijk pas vanaf begin 2003 voluit is gaan draaien. Met andere woorden: in principe is daar waar mogelijk aangesloten bij een of meerdere bewonersorganisaties (die al gestart waren met een laagdrempelige computervoorziening voor hun leden). In de wijken Meijhorst, Waterkwartier en Willemskwartier zijn de digitale trapvelden ontstaan en verder ontwikkeld vanuit en met bewonersorganisaties. In Hatert, Tweede Oude Heselaan en Wolfskuil is daarentegen veel uitdrukkelijker gekozen voor het perspectief van de open wijkschool.26 In alle gevallen evenwel bestaan de bezoekers van de digitale trapvelden uit zowel wijkbewoners als schoolgaande kinderen. De drijvende krachten van de trapvelden zijn in ieder geval bewonersorganisaties en basisscholen. Wanneer we de inbedding (binnen de bestaande sociale infrastructuur op wijkniveau) iets breder opvatten, zien we dat er sprake is van een gedifferentieerd patroon. -Met Stichting Wijkwerk (in verband met het werkgeverschap voor werknemers die gesubsidieerde arbeid verrichten) en met het Facilitair Centrum voor Onderwijs (in verband met technische dienstverlening en systeembeheer) bestaan goede relaties. -Met het Regionaal Opleiding Centrum (ROC), met Tandem, met de Stichting Welzijn Ouderen Nijmegen (SWON) en met een aantal allochtone vrouwengroepen wordt samengewerkt wanneer vanuit deze instellingen groepen cursisten geleverd worden. -Daarentegen valt de samenwerking met de Sociale Dienst tegen. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat cursisten aangeleverd zouden worden vanuit uitstroomtrajecten naar werk. In de praktijk blijkt dit niet of nauwelijks voor te komen.27 Ten aanzien van bibliotheekfilialen en hobbywerkplaatsen bestaat een zekere concurrentieverhouding, omdat ook op die plaatsen laagdrempelige computervoorzieningen aanwezig zijn.
4.3
Organisatie In principe zijn alle digitale trapvelden op dezelfde wijze opgezet. -Er is een bestuur, samengesteld uit vrijwilligers die gelieerd zijn aan de organisaties en instellingen die aan de wieg stonden van de digitale activiteiten op wijkniveau. -Dagelijkse werkzaamheden – denk aan: het assisteren bij de cursussen, het verrichten van administratieve arbeid en zaken als beheer en toezicht – worden verricht door twee à drie gesubsidieerde arbeidskrachten. Het betreft personen met een zogenaamde ID (instroom / doorstroom) baan. Zij zijn in dienst van Stichting Wijkwerk. Deze stichting draagt zorg voor een periodieke werkbegeleiding van de werknemers, door middel van functioneringsgesprekken en (eventueel) via een aanbod van cursusmateriaal. De specifieke scholing van de ID medewerkers heeft met name betrekking op het ontwikkelen van digitale en sociale vaardigheden. 25
Dit geschiedde toen de subsidie in het kader van het grote stedenbeleid werd omgezet in Europese subsidiegelden. 26 Dit betekent overigens niet dat het perspectief van de open wijkschool elders niet gehanteerd wordt. Alleen is het daar (dan) minder dominant aanwezig. 27 Zie verderop in dit hoofdstuk.
18
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN Het functioneren van de digitale trapvelden in Nijmegen
-Technische ondersteuning en docenten worden geleverd door het Facilitair Centrum voor Onderwijs. Dit is bestuurlijk verbonden met Marant (de vroegere schooladviesdienst) en is in algemene zin verantwoordelijk voor ICT ontwikkeling op en rond educatieve instellingen. Men zorgt voor beheer en onderhoud, voor cursussen en men doet aan procesbegeleiding. -Tandem tenslotte is op twee wijzen betrokken bij de digitale trapvelden. Op de eerste plaats levert Tandem het stedelijke projectmanagement. Dit draagt zorg voor: financiële administratie, inhoudelijke ondersteuning en rapportage in verband met EFRO subsidies. Op de tweede plaats is er vanuit de wijkgebonden filialen van Tandem lokaalspecifieke steun voor elk van de afzonderlijke trapvelden. Met betrekking tot een drietal aspecten kan men soms een mogelijk probleem ontwaren: -een enkele keer vragen bestuursleden zich af of de gesubsidieerde arbeidskrachten wel voldoende capabel zijn om de trapvelden te runnen; -er kunnen deskundigheidsverschillen optreden tussen professionals (docenten, systeembeheerders e.d.) en vrijwilligers; -doordat elk trapveld autonoom is qua opzet en lokale aansturing is het centraal (stedelijk) niet altijd gemakkelijk om één lijn te trekken als het gaat om zaken die op alle trapvelden betrekking hebben.28 Qua fysieke infrastructuur is er per digitaal trapveld sprake van een ruimte alwaar tien à vijftien computers staan. Meestal staan de tafels in een U vorm tegen de muur. Daarentegen is in Meijhorst en Hatert gekozen voor een schikking waarbij een viertal plekken (met elk vier computers) verspreid over de ruimte te vinden zijn. Daarnaast kent (bijna) elk trapveld een ruimte waar het bestuur kan vergaderen en de werknemers hun administratieve werkzaamheden kunnen verrichten. Het aanbod van de digitale trapvelden heeft zich vanaf 2000 tot heden op de volgende wijze ontwikkeld: -Overal is steeds begonnen met verschillende soorten inleidende cursussen. Het betreft dan een algemene beginnerscursus omgaan met de computer, een cursus tekstverwerking, een cursus internetvaardigheden en introductiecursussen Excel, Acces en Power Point. -Na verloop van tijd zijn meer specifieke cursussen ontwikkeld, met name gelieerd aan bepaalde doelgroepen. Denk aan: cursussen speciaal voor leerkrachten in het basisonderwijs, cursussen gericht op een bepaalde allochtone groep, lespakketten voor jongeren, meiden, buurtmoeders, kinderen, ex psychiatrische patiënten e.d. -Naast het cursusaanbod bestaat overal de mogelijkheid om gebruik te maken van vrije inloop, meestal in de middaguren. Bij vrije inloop – waar met name kinderen en jongeren gebruik van maken – staat het eenieder vrij om op zijn of haar eigen wijze gebruik te maken van de mogelijkheden die pc en internet bieden. Restricties zijn er alleen met betrekking tot mogelijke subversieve handelingen via internet. -Speciaal voor basisscholieren is er altijd de mogelijkheid om werkstukken voor school te maken op een van de computers van het trapveld.
28
Met name dit probleem zal later uitvoerig aan de orde worden gesteld.
19
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN
4.4
Toekomstperspectieven Tot nu toe hebben de Nijmeegse digitale trapvelden zich in een aanvangsfase bevonden: vestiging in de wijk, vanuit bestaande bewonersgroepen, gericht op het aanleren van basale computer en internetvaardigheden. De verstrekte subsidie – in het kader van het grote stedenbeleid, aangevuld met EFRO gelden – houdt bovendien in de loop van 2003 op. Hoe verder? Op deze vraag hebben de verschillende besturen de volgende vijf perspectieven geschetst: ♦
Het is niet duidelijk waarom er soms op verschillende plaatsen in de wijk verschillende laagdrempelige pc en internetactiviteiten zijn voor kansarme groepen. Denk aan digitale trapvelden, hobbywerkplaatsen, bibliotheken e.d. Men ervaart een zekere mate van concurrentie. Kan er niet toegewerkt worden naar samenwerking tussen dan wel clustering van al die digitale initiatieven?
♦
Voor de meeste besturen (van digitale trapvelden) ligt het voor de hand om een dergelijke clustering rond de open wijkscholen te laten plaatsvinden. Feitelijk is dit ook al enigszins het geval bij vier van de zes trapvelden. Alleen in Meijhorst en in het Willemskwartier is het perspectief van de open wijkschool minder duidelijk. Al was het alleen maar vanwege het gegeven dat de trapvelden aldaar op enige (fysieke) afstand van de dichtstbijzijnde basisschool te vinden zijn. Naast de open wijkscholen wordt ook het ROC genoemd als een permanente partner in de toekomst. Trapvelden, open wijkscholen en ROC zouden dan gezamenlijk kunnen toewerken naar kennisnetwerken op wijkniveau.
♦
Een betere verdeling van de verschillende digitale trapvelden over de hele stad. Nu is Oud West met drie trapvelden ruim bedeeld. Terwijl voor het hele gebied aan de overkant van het kanaal – Dukenburg en Lindenholt – slechts één enkel veldje dienst doet.
♦
Tot nu toe hebben de trapvelden als het ware een pioniersrol gehad. Voor de komende jaren is het zaak om vanuit de opgebouwde infrastructuur een slag te maken naar vervolgcursussen en vervolgprojecten. Met name met betrekking tot de doelstelling sociale cohesie zijn tal van mogelijkheden denkbaar: een help desk voor de wijk, een digitale wijkkrant, een digitaal mededelingenbord van de wijkagent e.d.
♦
Met betrekking tot de verdere financiering van de digitale trapvelden hopen de besturen op gemeentelijke subsidiegelden voor de periode na de huidige landelijke en Europese financiering. In de Perspectiefnota (mei 2003) zegt het college: “De huidige wijze van financiering van de digitale trapvelden loopt per 1 januari 2004 af. Wij zijn van mening dat volledig gemeentelijke financiering vanaf 2004 om inhoudelijke en financiële redenen niet voor de hand ligt. Wij zoeken daarom naar andere financierings- en sturingspartners. Daarbij denken wij o.a. aan het ROC en open wijkscholen.” Welnu, de besturen van de trapvelden willen weten hoe het precies staat met de zoektocht naar andere financieringspartners.29
29
Zie de reactie van de digitale trapvelden op de Perspectiefnota. (brief 12 mei, Nijmegen)
20
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN Het functioneren van de digitale trapvelden in Nijmegen
Overigens hangt de financiële toekomst van de digitale trapvelden af van de toekomst (van de trapvelden) als zodanig. Is er bijvoorbeeld een onderbouwd gemeentelijk beleid waarin de trapvelden integraal deel uitmaken van een algemeen kennis en achterstandsbeleid? Aan het slot van dit hoofdstuk zullen we op deze vraag terugkomen.
4.5
Bereik en resultaten digitale ontwikkeling In de periode september 2000 tot en met april 2003 heeft Tandem van vijf digitale trapvelden30 (op basis van de gegevens van die trapvelden zelf) geregistreerd hoeveel (verschillende) personen hebben deelgenomen aan cursussen en hoeveel mensen de open inloop hebben bezocht. Tabel 3: cursusdeelnemers en deelnemers open inloop (september 2000 tot en met april 2003) september juli 2001 tot januari 2002 mei 2002 tot september januari 2003 2000 tot en en met tot en met en met 2002 tot en tot en met met juni december april 2002 augustus met april 2003 2001 2001 2002 december 2002 aantal 210 247 172 359 301 347 cursisten aantal 210 457 629 988 1.289 1.636 cursisten cumulatief aantal 11 19 22 25 27 27 cursussen aantal 3 5 5 5 5 5 cursussen doelgroepen bezoeken ca. 320 ca. 775 ca. 20 per tussen 5 tussen 20 tussen 30 vrije inloop
trapveld per week
en 45 per trapveld per week
en 70 per trapveld per week
en 70 per trapveld per week
Eerder is al gewezen op het feit dat de administratie met betrekking tot de bezoekersaantallen niet op orde is. Welnu, bovenstaande getallen zijn daarom enigszins vertekend. In een aantal gevallen bleek bijvoorbeeld niet te achterhalen of inderdaad verschillende bezoekers geteld waren of dat het ging om het aantal bezoeken. De registratie betreffende geslacht, leeftijd en etnische achtergrond van de cursisten bleek helemaal niet betrouwbaar of vaak zelfs helemaal niet gedaan te zijn. Als we desondanks uitgaan van plusminus 1.500 cursisten verdeeld over 5 trapvelden in een periode van ongeveer tweeëneenhalf jaar, dan gaat het dus om circa 300 cursisten per trapveld. Op jaarbasis zou dat neerkomen op ongeveer 120 cursisten. Landelijk blijkt het gemiddelde te zijn: circa 175 cursisten per trapveld op jaarbasis. Dus ligt Nijmegen iets onder het gemiddelde elders in het land. Een deel van die achterstand kan verklaard worden door het feit dat twee trapvelden aanzienlijk later van start zijn gegaan, waardoor er in de beginperiode minder bezoekers geteld konden worden.
30
Meijhorst uitgezonderd, aangezien dit trapveld niet valt onder de Europese subsidieverstrekking (en de inzet van Tandem met name gerelateerd is aan die subsidietak).
21
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN
Als we het eerder genoemde getal met betrekking tot het aantal digibeten in Nijmegen – namelijk 7.000 in 2001 – terughalen, dan komt het aantal van 1.500 bereikte cursisten dus neer op iets meer dan een vijfde deel van de gehele potentiële doelgroep. Gebleken is dat ongeveer de helft van de 1.500 cursisten na het basispakket is doorgegaan met één of meer vervolgcursussen. Op basis van de schriftelijke enquête kunnen we evenwel de (volwassen) groep cursisten verder inkleuren: -Qua leeftijd is 16% jonger dan dertig jaar, bevindt 24% zich in de leeftijdscategorie van dertig tot en met negenenveertig, is 34% vijftig plus en 26% vijfenzestig plus. -Ongeveer 55% bestaat uit vrouwen en dus circa 45% uit mannen. -Ruim 85% van de cursisten is autochtoon en dus heeft circa 15% een andere etnische achtergrond. -Ongeveer 36% geeft aan betaald werk te verrichten. De overige 64% zijn (met name): huisvrouwen, mensen met een AOW uitkering en personen die aangewezen zijn op een bijstandsuitkering. Deze drie categorieën zijn ongeveer gelijk verdeeld. We hebben deze mensen verder ondervraagd over hun bevindingen (met betrekking tot cursusdeelname) en hun eigen ontwikkeling op ICT gebied. Daarbij heeft ruim 85% aangegeven een cursus te hebben gevolgd. De overigen hebben alleen gebruik gemaakt van de vrije inloop. Maar liefst 95% van de respondenten geeft aan uiterst tevreden te zijn over hun ervaringen en bevindingen met betrekking tot de digitale trapvelden. Een greep uit de antwoorden: het is prettig dat het trapveld in de buurt is, de docenten en medewerkers nemen ruimschoots de tijd om het een en ander uit te leggen, de cursusgroep is overzichtelijk, het is niet te duur, eindelijk heb ik geen angst meer voor de computer en kan ik overweg met dat ding. Soorten cursussen Waar hebben de cursisten aan deelgenomen? ♦ Kennismaking met de computer / basisvaardigheden ♦ Vervolgcursus ♦ Cursus internet ♦ Cursus excel
42% 22% 22% 6%
Redenen om deel te nemen Waarom besloten mensen deel te nemen aan een cursus van het digitale ♦ Thuis wel een pc bezitten, maar moeite met het gebruik hebben ♦ Als je wilt meetellen moet je met een pc kunnen omgaan ♦ Om te kunnen internetten ♦ Omdat het nodig is voor het werk
trapveld? 40% 23% 16% 8%
Leerresultaten en gebruik computer Bijna alle cursisten (93%) blijken thuis in het bezit te zijn van een pc. Het oordeel is unaniem: door deelname aan de cursussen van het digitale trapveld voelt men zich beter uitgerust om de pc te bedienen. Slechts 5% geeft aan geen of zeer weinig gebruik te maken van de pc die thuis staat, 60% gebruikt de computer gemiddeld een half uur per dag, terwijl 35% meer dan een uur per dag achter de pc te vinden is.
22
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN Het functioneren van de digitale trapvelden in Nijmegen
Voor welke doeleinden wordt de computer (thuis) gebruikt? ♦ om informatie op te zoeken op internet ♦ om te corresponderen met familie en kennissen ♦ voor zaken die met werk te maken hebben ♦ om te chatten
37% 34% 10% 8%
Indien er (toch) nog problemen zijn met betrekking tot het omgaan met de pc, waar hebben die dan mee te maken? ♦ onduidelijkheid over wat je er allemaal mee kunt 56% ♦ te weinig snappen van internet 22% ♦ moeite met de bediening 21% Aldus mogen we stellen dat voor de meeste mensen het digitale trapveld van grote waarde is om de drempel over te gaan naar feitelijk gebruik van pc en internet. Opvallend is dat de meeste mensen wel een pc thuis hebben, maar dat ze zonder specifiek cursusaanbod niet precies weten wat ze met hun pc kunnen, laat staan dat ze er veel mee doen.
4.6
Perspectieven arbeidsmarkt We zagen al dat 64% van de cursisten bestaat uit niet-werkenden. Ongeveer tweederde van deze groep – de huisvrouwen en degenen met een AOW uitkering – zijn niet bezig om naar betaald werk te zoeken. Voor hen staat deelname aan cursussen van het digitale trapveld dus niet in het teken van een beter perspectief op de arbeidsmarkt. Van degenen die wél geacht worden actief te zoeken naar een betaalde baan – ongeveer een vijfde deel van alle cursisten – zegt circa 60% de pc niet te gebruiken dan wel nodig te hebben met betrekking tot het zoeken naar werk. Degenen die aangeven de pc wél te gebruiken gericht op de arbeidsmarkt doen dat met name op twee manieren: sollicitatiebrieven schrijven en informatie (over vacatures) zoeken op internet. Slechts een klein aantal mensen is door één der uitkeringsinstanties verwezen naar het digitale trapveld. Volgens de gegevens van het stedelijk projectmanagement zou het gaan om in totaal achtentwintig personen. Er is vervolgens evenwel niet of nauwelijks sprake van een gerichte en trajectmatige evaluatie (door de uitkeringsinstantie) met betrekking tot de gemaakte vorderingen. Voorafgaande aan de start van de Nijmeegse digitale trapvelden was er in zekere zin sprake van een deal met Sociale Zaken en Waalwerk met betrekking tot het doorverwijzen van cliënten. Achteraf blijkt echter dat alleen via het project Dukenburg naar werk een redelijk aantal mensen is doorverwezen naar de trapvelden. Het voornaamste werkgelegenheidseffect van de digitale trapvelden is de inzet van gesubsidieerde arbeid. De zes trapvelden blijken in totaal achttien ID medewerkers in dienst te hebben. Verder is er één persoon in dienst met een zogenaamde doorstroombaan en heeft één medewerker een WIW baan.31 Het is echter niet bekend in welke mate de perspectieven van deze mensen op regulier betaald werk daadwerkelijk toenemen. Net zo min is bekend of sinds het operatief zijn van de digitale 31
Zie Voortgangsrapportage Digitale Trapvelden; mei 2003.
23
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN
trapvelden één of meerdere van de gesubsidieerde medewerkers zijn uitgestroomd naar betaald werk.
4.7
Bevordering sociale cohesie De digitale trapvelden in Nijmegen zijn tot nu toe voornamelijk bezig geweest met de organisatie van basiscursussen. Dat betekent onder andere dat de doelstelling sociale cohesie enigszins is achtergebleven. Desondanks kunnen we voorzichtig spreken van een aantal positieve effecten op de sociale cohesie: ♦
In indirecte zin (met name geldend voor jongeren) als gevolg van het feit dat een positief sociaal en educatief verantwoord alternatief geboden wordt voor het doelloos elders rondhangen. Door middel van het bereiken van bepaalde doelgroepen. We hebben gezien dat bij het totale cursusaanbod sprake is van een vijftal op specifieke doelgroepen gerichte activiteiten. Vooraf werd hierbij het integratieaspect (met betrekking tot allochtonen) van belang gevonden. Inderdaad blijken ook allochtonen – met name Turkse en Marokkaanse groepen – bereikt te worden. Alleen is het hierbij zo dat deze groepen met name naar één bepaald trapveld toe trekken, namelijk daar waar een etnisch verwant persoon deel uitmaakt van de actieve kern van het trapveld. In het algemeen doordat het trapveld op wijkniveau fungeert als medium tussen diverse sociale organisaties en instellingen.
♦
♦
4.8
Conclusies
4.8.1
Inleiding De informatie die tot nu toe aan de orde is geweest borduurde met name voort op gesprekken met bestuursleden van de digitale trapvelden, op een enquête onder 150 cursisten en op verschillende algemene (theoretische) onderzoeksverslagen. Deze informatie is vervolgens voorgelegd aan een drietal betrokkenen bij het stedelijk projectmanagement32 en is vergeleken met de bevindingen die voortvloeien uit de Voortgangsrapportage Digitale Trapvelden van het stedelijk projectmanagement. In deze afsluitende paragraaf gaan we hier verder op in.
4.8.2
Voortgangsrapportage ♦
32
In de periode september 2000 tot en met juni 2001 blijken drie digitale trapvelden operatief te zijn. Er worden cursussen aangeboden, er is open inloop en er zijn speciale pakketten voor basisscholieren. Het werk komt voornamelijk neer op de inzet van vrijwilligers. De lessen worden verzorgd door gekwalificeerde beroepskrachten. ID medewerkers zijn in dienst als lesassistent, administratief medewerker of in de sfeer van beheer en toezicht. Met betrekking tot het aspect sociale cohesie wordt gesproken van het feit dat verschillende doelgroepen gebruik maken van de trapvelden; bovendien zouden bepaalde verenigingen en bewonersgroepen benaderd zijn om blaadjes e.d. te laten verzorgen door de trapvelden. Concreet gaat het hierbij om twee projectmedewerkers van Tandem en één medewerker van het Facilitair Centrum voor Onderwijs in Nijmegen e.o.
24
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN Het functioneren van de digitale trapvelden in Nijmegen
4.8.3
♦
In de volgende periode (juli tot en met december 2001) blijken ook de andere trapvelden operatief te zijn. Bovendien is er een stedelijke website van alle Nijmeegse digitale trapvelden, heeft men deelgenomen aan een landelijke conferentie te Rotterdam en is een Nijmeegse vrijwilliger genomineerd voor de prijs beste vrijwilliger digitale trapvelden. Voor de cursussen bestaan wachtlijsten, wat er op duidt dat de belangstelling groot is. De projectorganisatie constateert een lichte toename van de deelname van allochtone groepen. Alleen is het bereik per trapveld heel verschillend.
♦
Van januari 2002 tot en met april 2003 doen zich weinig nieuwe zaken voor. De trapvelden stabiliseren zich. De financiering vanaf 2004 wordt evenwel een steeds urgenter vraagstuk. Het plan ontstaat om een locale werkconferentie voor te bereiken, teneinde de toekomst van de digitale trapvelden te bespreken. Die conferentie is er nog niet geweest. Er lijkt nu een zekere patstelling te bestaan: de besturen van de digitale trapvelden willen dat de gemeente zich garant stelt voor toekomstige financiering, terwijl de gemeente eigenlijk vindt dat de trapvelden zelf eerst maar eens met duidelijke plannen moeten komen.
♦
Gedurende de hele periode blijkt zich een aantal knelpunten voor te doen: -de administratie (met name met betrekking tot de registratie van deelnemers) blijkt niet op orde; -onduidelijkheid over de (financiële) continuïteit na 2003; -het achterblijven van de doelstelling perspectief op de arbeidsmarkt; -gebrekkige samenwerking met de dienst Sociale Zaken (aangaande de verwijzing van cliënten naar de trapvelden); -de doorstart naar meer gespecialiseerde vervolgcursussen blijkt moeilijk te zijn; -het personeelsbeleid rond de ID medewerkers – denk aan: de werving van nieuwe mensen en de vervanging in het geval van ziekte – verloopt soms stroef; -het ontbreken van een goede balans tussen de autonomie van de trapvelden enerzijds en de stedelijke aansturing anderzijds33, waardoor het niet lukte om bij een aantal essentiële zaken (beleid ten aanzien van ID medewerkers, gezamenlijk benaderen van leveranciers, de voorbereiding van een afsluitende conferentie e.d.) één lijn te trekken.
Oordeel projectmanagement De zojuist gesignaleerde knelpunten zouden in een bepaald patroon geplaatst kunnen en moeten worden. Dat patroon heeft eigenlijk vooral te maken met de afwezigheid van een goede balans tussen de autonomie van de trapvelden en de stedelijke aansturing. De trapvelden worden zoals bekend voornamelijk gerund door vrijwilligers, terwijl de aard van veel noodzakelijke werkzaamheden eigenlijk professionele deskundigheid vereist. Er is steeds een soort competentiestrijd gevoerd tussen de wijkbeheerders aan de ene en stedelijke professionals aan de andere kant. Een voorbeeld: centraal zou men graag zien dat er één duidelijke gegevensverwerking wordt doorgevoerd, maar lokaal (in de wijken) blijkt iedereen het op zijn of haar eigen wijze te doen. Ander voorbeeld: centraal wil men de ID medewerkers scholen, decentraal geven sommige trapvelden aan dat ze hun medewerkers niet kunnen missen. Het projectmanagement is van oordeel dat een op zich juist initiatief niet helemaal goed geland is in de concrete 33
Zie de volgende subparagraaf.
25
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN
uitvoering. Met name heerst achteraf de vraag: waarom is er zoveel autonomie bij de verschillende besturen neergelegd? Er zijn steden (onder andere Arnhem) waar de locale overheid meer regie heeft uitgeoefend en waar aldus een aantal problemen voorkomen kon worden. Het projectmanagement is van mening dat met name de gemeente onvoldoende een integrale visie ontwikkeld heeft op het fenomeen laagdrempelige ICT voorziening. Het heeft ontbroken aan een visionaire blik, waardoor er nauwelijks kaders ontwikkeld zijn. De indruk bestaat dat men eigenlijk de digitale trapvelden alleen in het leven heeft geroepen omdat er landelijke en Europese subsidiegelden voorbij kwamen. Op die basis zijn verschillende trapvelden weliswaar aan de slag kunnen gaan, maar zonder duidelijk inhoudelijk aangestuurd te worden vanuit een integrale gemeentelijke visie. Het projectmanagement van Tandem was niet echt bevoegd om die rol over te nemen. Vanaf het begin rustte er een zware last op de schouders van de wijkvrijwilligers. Enthousiast waren deze mensen wél, maar vaak onvoldoende in staat om alle taken naar behoren uit te voeren. Eigenlijk is er dus een teveel aan lokale autonomie geweest, gekoppeld aan een te geringe stedelijke aansturing. Voor een groot aantal instellingen geldt dat ze aanvankelijk de indruk wekten mee op de trein van de laagdrempelige ICT voorzieningen te willens springen – men verwachtte natuurlijk te kunnen snoepen uit de subsidiepot – terwijl de meeste na verloop van tijd afhaakten.34 Zowel de gemeente alsook veel instellingen lieten dus het werk over aan de lokale besturen van de trapvelden. Die besturen kregen daardoor sluipenderwijs teveel hooi op hun vork. Met als gevolg dat eenieder voornamelijk bezig was met het beheer van de eigen toko en vrijwel niemand het geheel in de gaten hield. Er zijn heel wat kansen gemist om gemeentebreed te komen tot een afgewogen en integrale ICT ontwikkeling. Buiten de digitale trapvelden zelf hebben eigenlijk alleen het basisonderwijs (de open wijkscholen),Tandem en het Facilitair Centrum voor Onderwijs van begin tot einde op de bres gestaan met betrekking tot inhoudelijke ondersteuning en sturing.
34
Initiatieven om de samenwerking op peil te houden wisten niet het gewenste resultaat te bereiken.
26
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN Het functioneren van de digitale trapvelden in Nijmegen
4.8.4
Zijn de doelstellingen bereikt? Als we terugkeren naar de slaagkansen en valkuilen – zie hoofdstuk 1 – kunnen we globaal nagaan wat er terecht is gekomen van de verschillende perspectieven. Tabel 4: terugblik op slaagkansen en valkuilen
Slaagkansen / valkuilen ♦ Worteling in de wijk versus opereren als los verband
♦
Verspreid partnership versus enkele verantwoordelijkheid
♦
Enthousiaste vrijwillige inzet versus professionele deskundigheid Lokale autonomie versus stedelijke aansturing Heldere en realiseerbare doelstellingen
♦ ♦
♦
Achterstandsbeleid versus kansenontwikkeling
Mate van realisatie Eigenlijk is de worteling / inbedding binnen bestaande sociale wijkkaders alom gelukt. Vanaf het begin hebben de verschillende trapvelden nooit louter op zich gestaan. Met name de inzet van vrijwilligers afkomstig uit bewonersgroepen mag hierbij niet onvermeld blijven. Na een aanvankelijke inzet van vele partners is na verloop van tijd gebleken dat uiteindelijk alleen de besturen (aangevuld met onderwijzers vanuit de open wijkscholen, Tandem en medewerkers van het Facilitair Centrum voor Onderwijs) zich in voldoende mate verantwoordelijk voelden voor het reilen en zeilen van de digitale trapvelden. Een precaire balans. Teveel autonomie. Met name de doelstelling: het verminderen van de digitale kloof is aan de orde geweest. Een relatief groot bereik is gerealiseerd. De cursisten hebben minder drempelvrees met betrekking tot het omgaan met pc en internet. De twee andere doelstellingen (perspectieven arbeidsmarkt en sociale cohesie) zijn achtergebleven. Te weinig verbinding met algemeen achterstandsbeleid.
27
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN
Met betrekking tot de zes vragen uit de probleemstelling kunnen we ter afsluiting de volgende suggesties doen: Tabel 5: suggesties
Probleemstelling ♦ Aansluiting bestaande sociale infrastructuur ♦ Organisatie ♦
Toekomst
♦ ♦ ♦
Digitale kloof Perspectieven arbeidsmarkt Bevorderen sociale cohesie
Suggesties Is gerealiseerd. Doorgaan. -Meer ruimte voor inhoudelijke aansturing. -Centrale en eenduidige registratie van deelnemers. -Gemeentebrede visieontwikkeling ten aanzien van laagdrempelige ICT voorzieningen. -Zorgen voor continuïteit via permanente partners (open wijkscholen en ROC) en financiële zekerheid. Doorstart naar vervolgcursussen. Vraagteken. Werk maken van mogelijke projecten.
Terugkerend naar de meer theoretische bespiegelingen in hoofdstuk 1 omtrent het gevaar van een dreigende digitale kloof in de samenleving: in welke mate zijn de digitale trapvelden van belang in verband met het terugdringen van die kloof? Aansluitend bij de probleemstelling van Jan van Dijk: het terugdringen van de digitale kloof vereist tevens een andere wijze van analyseren. Op dit moment heeft bijna driekwart van de Nederlandse bevolking een pc in bezit en heeft bijna tweederde toegang tot internet.35 Dus, zo zou men kunnen redeneren: we zijn aardig op weg om de digitale kloof uit de wereld te helpen. Maar dat is niet helemaal het geval, aldus Van Dijk. Immers: bezit is slechts één van de vier factoren die van invloed zijn op het terugdringen van de digitale kloof. De andere factoren zijn: motivatie, vaardigheden en feitelijk gebruik. Over de digitale trapvelden is Van Dijk dubbel.36 Aan de ene kant is het onmiskenbaar zo dat men veel mensen heeft weten te bereiken en dat deze mensen daardoor digitale vaardigheden bezitten die ze eerst niet hadden. Aan de andere kant zijn de aangeleerde vaardigheden nog teveel gericht geweest op het beheersen van operationele kwaliteiten (hoe ga ik om met de apparatuur); alleen met die kwaliteiten los je de digitale kloof niet op.
35
We herinneren ons dat van de cursisten bij de Nijmeegse digitale trapvelden maar liefst 93% een pc thuis heeft staan. 36 Zie De digitale kloof wordt dieper; van ongelijkheid in bezit naar ongelijkheid in vaardigheden en gebruik van ICT (2003).
28
DIGITALE TRAPVELDEN IN NIJMEGEN Het functioneren van de digitale trapvelden in Nijmegen
29
Intentieverklaring van de gemeente Nijmegen, de besturen van het basisonderwijs Joseph, Rosa en Stopozog, en de stichtingsbesturen van de digitale trapvelden Onderwerp Het onderbrengen van de digitale trapvelden bij openwijkschoollocaties volgens onderstaande formule: 1. de digitale trapvelden WiekenWijkWeb (openwijkschool de Wieken) en de Muus (openwijkschool Groot Nijeveld) gaan naar Joseph 2. de digitale trapvelden CKC (openwijkschool de Aquamarijn), HIC (openwijkschool Hatert) en Clic (openwijkschool Aldenhove/Meiboom) gaan naar Rosa 3. het digitaal trapveld de Snuffelmuis (openwijkschool Michiel de Ruyter) gaat naar Stopozog. Gelet op de drie doelstellingen van het beleid rondom openwijkscholen: 1. het vergroten van de ontwikkelingskansen van kinderen; 2. het vergroten van ouderbetrokkenheid bij de opvoeding van kinderen; 3. het versterken van van de sociale cohesie en het voorzieningenniveau in de wijk. En gelet op de vier doelstellingen van het beleid rondom digitale trapvelden: 1. Verkleining van de digitale kloof 2. sociale activering 3. Vergroting van de sociale cohesie in de wijk 4. Inbedding van het trapveld binnen de sociale infrastructuur in de wijk Spreekt de gemeente Nijmegen de intentie uit: 1. zorg te dragen voor het beschikbaar houden van de ID-ers die op de trapvelden werkzaam zijn door hun dienstverband via Wijkwerk te garanderen in de zogenaamde A-categorie; 2. aan ieder schoolbestuur een eenmalig bedrag mee te geven, omvang nog nader te bepalen, als bruidsschat. Spreken de stichtingsbesturen van de digitale trapvelden de intentie uit: 1. bij de overdracht naar de schoolbesturen al de stichtingsbezittingen, waaronder alle computers, printers en software, om niet over te dragen aan de schoolbesturen; 2. bij de overdracht de stichtingen op te heffen en zich om te vormen tot een ‘activiteitencommissie’ of iets vergelijkbaars, zodat de inzet van vrijwilligers bij de trapvelden gewaarborgd blijft. Spreken de schoolbesturen Joseph, Rosa en Stopozog de intentie uit: 1. een bijdrage te willen leveren aan het voor een aantal jaren instandhouden van de digitale trapvelden; 2. de aansturing en het beheer van de digitale trapvelden voor hun rekening te willen nemen; 3. bij ieder trapveld de vrijwilligers in de wijk actief te betrekken in bijvoorbeeld een activiteitencommissie; 4. te overleggen met de huidige besturen van de trapvelden over een passende verdeling van gebruikers over de voorziening en over de openingstijden. De gemeente Nijmegen,
Naam Organisatie:
wethouder G.J.M. van Rumund
Naam ondertekenaar en handtekening:
Dibb Gemeente Nijmegen Bijsluiter integraal begrotingswijzigings voorstel 040191
Definitief
ALGEMEEN Jaar
2004
Directie
DIW: Inwoners
Steller
Bruijnen, C (N - Samenlevingsopbouw, Werk en Inkomen)
Besluit door
Directie
Omschrijving
Digitale trapvelden.
Concept definitief per
30-09-2004
Kersten, Ben N120, Fin. ond. BBI en Subsidies
Datum besluit
01-10-2004
Kersten, Ben N120, Fin. ond. BBI en Subsidies
Inhoud van besluit
Accoord
Voorstel nr.
I.g.v. amendementen: Bedrijfsvoering accoord Concern accoord Datum verwerkt Evt. verwijzingen
Gemeente Nijmegen
Bijsluiter ConceptDefinitief
Afdrukdatum: 01-10-2004
Pagina 1 van 10
Dibb Gemeente Nijmegen Bijsluiter integraal begrotingswijzigings voorstel 040191
Definitief
FINANCIELE BIJSLUITER per programma I.b.w. nr. Jaar Status Omschrijving
040191 2004 Definitief Digitale trapvelden.
Directie Steller Besluit door
DIW: Inwoners Bruijnen, C (N - Samenlevingsopbouw, Werk en Inkomen) Directie Nr.
Let op ! In deze versie van DIBB worden bij programma's 'totalen' weergegeven zoals die gelden voor de productgroepen die bij de begrotingswijziging betrokken zijn. Budgetten van productgroepen die NIET in de begrotingswijziging betrokken zijn worden NIET meegeteld in deze totalen. In een volgende versie van DIBB zal dit wel het geval zijn.
Programma: 7210 Samenlevingsopbouw (Bedragen x 1000 euro) ----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Lasten 4.306 240 4.546 4.308 4.303 4.303 Programma: 8230 Concernverrekeningen (Bedragen x 1000 euro) ----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Lasten 912 -240 672 -1.828 -2.343 -339 Baten 7.384 0 7.384 5.185 2.710 2.413 -
(Bedragen x 1000 euro)
Integrale begrotingswijziging totaal :
----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Lasten Baten Saldo
Gemeente Nijmegen
Wijziging 0 0 0
Wijziging 0 0 0
Afdrukdatum: 01-10-2004
Wijziging 0 0 0
Wijziging 0 0 0
Pagina 2 van 10
Dibb Gemeente Nijmegen Bijsluiter integraal begrotingswijzigings voorstel 040191
Definitief
FINANCIELE BIJSLUITER per productgroep I.b.w. nr. Jaar Status Omschrijving
040191 2004 Definitief Digitale trapvelden.
Directie Steller Besluit door
DIW: Inwoners Bruijnen, C (N - Samenlevingsopbouw, Werk en Inkomen) Directie
Nr:
Programma 7210 Samenlevingsopbouw Productgroep 630661 Bewonersondersteuning (Bedragen x 1000 euro) ----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Lasten 4.306 240 4.546 4.308 4.303 4.303 -
Gemeente Nijmegen
Afdrukdatum: 01-10-2004
Pagina 3 van 10
Dibb Gemeente Nijmegen Bijsluiter integraal begrotingswijzigings voorstel 040191
Definitief
FINANCIELE BIJSLUITER per productgroep I.b.w. nr. Jaar Status Omschrijving
040191 2004 Definitief Digitale trapvelden.
Directie Steller Besluit door
DIW: Inwoners Bruijnen, C (N - Samenlevingsopbouw, Werk en Inkomen) Directie
Nr:
Programma 8230 Concernverrekeningen Productgroep 685000 Concernposten (Bedragen x 1000 euro) ----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Lasten 912 -240 672 -1.828 -2.343 -339 Productgroep 686000 Gemeentelijke saldo (Bedragen x 1000 euro) ----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Baten 7.384 0 7.384 5.185 2.710 2.413 -
Integrale begrotingswijziging totaal :
(Bedragen x 1000 euro)
----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Lasten Baten Saldo
Gemeente Nijmegen
Wijziging 0 0 0
Wijziging 0 0 0
Afdrukdatum: 01-10-2004
Wijziging 0 0 0
Wijziging 0 0 0
Pagina 4 van 10
Dibb Gemeente Nijmegen Bijsluiter integraal begrotingswijzigings voorstel 040191
Definitief
FINANCIELE BIJSLUITER per product I.b.w. nr. Jaar Status Omschrijving
040191 2004 Definitief Digitale trapvelden.
Directie Steller Besluit door
DIW: Inwoners Bruijnen, C (N - Samenlevingsopbouw, Werk en Inkomen) Directie
Nr:
Let op ! In deze versie van DIBB worden bij producten 'totalen' weergegeven zoals die gelden voor de deelproducten die bij de begrotingswijziging betrokken zijn. Budgetten van deelproducten die NIET in de begrotingswijziging betrokken zijn worden NIET meegeteld in deze totalen. In een volgende versie van DIBB zal dit wel het geval zijn. Programma 7210 Samenlevingsopbouw Productgroep 630661 Bewonersondersteuning Product 306611 Bewonersactiviteiten (Bedragen x 1000 euro) ----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Lasten 0 240 240 0 0 0 -
Gemeente Nijmegen
Afdrukdatum: 01-10-2004
Pagina 5 van 10
Dibb Gemeente Nijmegen Bijsluiter integraal begrotingswijzigings voorstel 040191
Definitief
FINANCIELE BIJSLUITER per product I.b.w. nr. Jaar Status Omschrijving
040191 2004 Definitief Digitale trapvelden.
Directie Steller Besluit door
DIW: Inwoners Bruijnen, C (N - Samenlevingsopbouw, Werk en Inkomen) Directie
Nr:
Let op ! In deze versie van DIBB worden bij producten 'totalen' weergegeven zoals die gelden voor de deelproducten die bij de begrotingswijziging betrokken zijn. Budgetten van deelproducten die NIET in de begrotingswijziging betrokken zijn worden NIET meegeteld in deze totalen. In een volgende versie van DIBB zal dit wel het geval zijn. Programma 8230 Concernverrekeningen Productgroep 685000 Concernposten Product 685100 Concernposten - Stelposten (Bedragen x 1000 euro) ----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Lasten 366 -240 126 -2.138 -3.380 -3.105 Productgroep 686000 Gemeentelijke saldo Product 686030 Gemeentelijke saldo - DIW (Bedragen x 1000 euro) ----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Baten 52.033 240 52.273 51.041 49.277 47.475 Product 686080 Gemeentelijke saldo - DBO - Concern (Bedragen x 1000 euro) ----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Baten -149.738 -240 -149.978 -149.068 - -148.501 - -146.972 -
Integrale begrotingswijziging totaal :
(Bedragen x 1000 euro)
----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Lasten Baten Saldo
Gemeente Nijmegen
Wijziging 0 0 0
Wijziging 0 0 0
Afdrukdatum: 01-10-2004
Wijziging 0 0 0
Wijziging 0 0 0
Pagina 6 van 10
Dibb Gemeente Nijmegen Bijsluiter integraal begrotingswijzigings voorstel 040191
Definitief
FINANCIELE BIJSLUITER per deelproduct I.b.w. nr. Jaar Status Omschrijving
040191 2004 Definitief Digitale trapvelden.
Directie Steller Besluit door
DIW: Inwoners Bruijnen, C (N - Samenlevingsopbouw, Werk en Inkomen) Directie
Nr:
Programma 7210 Samenlevingsopbouw Productgroep 630661 Bewonersondersteuning Product 306611 Bewonersactiviteiten Deelproduct 30661102 Digitale trapvelden (Bedragen x 1000 euro) ----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Lasten 0 240 240 0 0 0 -
Gemeente Nijmegen
Afdrukdatum: 01-10-2004
Pagina 7 van 10
Dibb Gemeente Nijmegen Bijsluiter integraal begrotingswijzigings voorstel 040191
Definitief
FINANCIELE BIJSLUITER per deelproduct I.b.w. nr. Jaar Status Omschrijving
040191 2004 Definitief Digitale trapvelden.
Directie Steller Besluit door
DIW: Inwoners Bruijnen, C (N - Samenlevingsopbouw, Werk en Inkomen) Directie
Nr:
Programma 8230 Concernverrekeningen Productgroep 685000 Concernposten Product 685100 Concernposten - Stelposten Deelproduct 68510001 Concernposten- Stelposten (Bedragen x 1000 euro) ----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Lasten 366 -240 126 -2.138 -3.380 -3.105 Productgroep 686000 Gemeentelijke saldo Product 686030 Gemeentelijke saldo - DIW Deelproduct 68603001 Gemeentelijke saldo - nadelig saldo DIW (Bedragen x 1000 euro) ----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Baten 52.033 240 52.273 51.041 49.277 47.475 Product 686080 Gemeentelijke saldo - DBO - Concern Deelproduct 68608001 Gem.saldo - nadelig saldo DBO-Concern (Bedragen x 1000 euro) ----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Was Wijziging Wordt Baten -149.738 -240 -149.978 -149.068 - -148.501 - -146.972 -
(Bedragen x 1000 euro)
Integrale begrotingswijziging totaal :
----------- Begroting 2004 ---------------------- Begroting 2005 ------------ ---------- Begroting 2006 ------------ ---------- Begroting 2007 ----------Lasten Baten Saldo
Gemeente Nijmegen
Wijziging 0 0 0
Wijziging 0 0 0
Afdrukdatum: 01-10-2004
Wijziging 0 0 0
Wijziging 0 0 0
Pagina 8 van 10
Dibb Gemeente Nijmegen Bijsluiter integraal begrotingswijzigings voorstel 040191
Definitief
FINANCIELE BIJSLUITER per fin. begr.wijziging I.b.w. nr. Jaar Status Omschrijving
040191 2004 Definitief Digitale trapvelden.
Directie Steller Besluit door
DIW: Inwoners Bruijnen, C (N - Samenlevingsopbouw, Werk en Inkomen) Directie
Nr:
Eagle begrotingswijziging 3451 Digitale trapvelden Kost.soort Spec.nr ----------- Begroting 2004 ----------Project Pr.act. Was Wijziging Wordt
Rek. Opdr.
PROGRAMMA 7210 630661 40218 306611 30661102 1001 630661
Totaal lasten Totaal baten
Lasten 0
240.000
240.000
0
240.000
240.000
--- Begroting 2005 --Wijziging Wordt
--- Begroting 2006 --Wijziging Wordt
--- Begroting 2007 --Wijziging Wordt
Totalen voor Eagle begr.wijziging 3451 Digitale trapvelden
Lasten Baten Saldo
----------- Begroting 2004 ----------Was Wijziging Wordt 0 240.000 240.000
--- Begroting 2005 --Wijziging Wordt
--- Begroting 2006 --Wijziging Wordt
--- Begroting 2007 --Wijziging Wordt
Eagle begrotingswijziging 8220 Digitale trapveldjes,diw Kost.soort Spec.nr ----------- Begroting 2004 ----------Project Pr.act. Was Wijziging Wordt
Rek. Opdr.
PROGRAMMA 8230 685000 44990 685100 68510001 5590 685000
Lasten 0
-240.000
-240.000
Totaal lasten Totaal baten 686000 49990 686080 68608001 5880
0
-240.000
-240.000
Baten 0
-240.000
-240.000
686000 49990 686030 68603001 5880
Baten 0
240.000
240.000
0
0
0
686000
Totaal lasten Totaal baten
--- Begroting 2005 --Wijziging Wordt
--- Begroting 2006 --Wijziging Wordt
--- Begroting 2007 --Wijziging Wordt
Totalen voor Eagle begr.wijziging 8220 Digitale trapveldjes,diw
Lasten Baten Saldo
----------- Begroting 2004 ----------Was Wijziging Wordt 0 -240.000 -240.000 0 0 0 0 -240.000 -240.000
--- Begroting 2005 --Wijziging Wordt
--- Begroting 2006 --Wijziging Wordt
--- Begroting 2007 --Wijziging Wordt
--- Begroting 2005 --Wijziging Wordt
--- Begroting 2006 --Wijziging Wordt
--- Begroting 2007 --Wijziging Wordt
Integrale begrotingswijziging totaal :
Lasten Baten Saldo
----------- Begroting 2004 ----------Was Wijziging Wordt 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Gemeente Nijmegen
Afdrukdatum: 01-10-2004
Pagina 9 van 10
Dibb Gemeente Nijmegen Bijsluiter integraal begrotingswijzigings voorstel 040191
Gemeente Nijmegen
Afdrukdatum: 01-10-2004
Definitief
Pagina 10 van 10