2010
03
SV n Nieuws De toekomst van de woningmarkt Duimen
Velen weten de Starterslening op waarde te schatten, de koopstarters voorop. Dankzij de gemeenten, VROM en 5 provincies hebben inmiddels 10.000 jonge huishoudens hun eerste koopwoning toch maar mooi op de kop kunnen tikken. Een opsteker ook voor de doorstroming. De vraag naar Startersleningen is nog lang niet opgedroogd. Dit beseft ook de Tweede Kamer, die bij meerderheid een motie van Groen Links ondersteunt voor een tweede ronde VROM Startersfonds van € 30 miljoen. Het besluit daartoe berust een nieuw kabinet. Daar wachten wij dan ook ongeduldig op, en vele koopstarters en gemeenten met ons. Duim met ons mee!
Inhoud Harrie Bosch, wethouder Utrecht: “Het ene noodzakelijke doen, het andere vooral niet laten”
1
pag 2
Hans van Harten, directeur AFWC: “Onze woningmarkt wacht met smart op hervormingen”
pag 4
Lex Smeets, wethouder Heerlen: “Aan Randstedelijk groeidenken hebben we hier niets”
pag 5
Nieuwe deelnemers, personalia, kort & klein nieuws
pag 6
Hervormen, intensiever samenwerken, slim financieren H
oe halen we de aan alle kanten stagnerende woningmarkt uit het slop? Met gerichte hervormingen. Met intensievere samenwerking. Met slimmere financieringsoplossingen. Het een moet gedaan, het andere vooral niet gelaten. Met een ingrijpende beperking van de overheidsuitgaven in het verschiet bieden oude remedies niet het verlangde soelaas. Zoek en vind de doorwaadbare plaatsen. Samen met SVn. “We can’t solve problems by using the same kind of thinking we used when we created them”. Een veel aangehaalde, maar helaas niet al te vaak opgevolgde wijze raad van Albert Einstein. Wellicht een richtinggevende bron van inspiratie voor de snel naderende Deel nemersbijeenkomst van SVn, op 11 oktober in de Passengers Terminal te Amsterdam. Dit altijd graag bezochte podium voor ontmoeting, analyse, uitwisseling, debat en oplossing staat dit keer geheel in het teken van de toekomst van de woningmarkt. Shocking klem Hoe kan het ook anders. Wie de actuele stand van zaken op de woningmarkt goed tot zich door laat dringen, vergaat het lachen. Er beweegt zo ongeveer niets of niemand meer. De woningmarkt zit zogezegd shocking klem tussen de pittige gevolgen van de financiële en economische crisis en een reeks chronische, elkaar versterkende onevenwichtigheden. Hoe komen we uit de misère? Wie de oplossing(en) weet mag het zeggen. SVn heeft
er een aantal in petto. Van huis uit onorthodox, intelligent, beproefd effectief, maatschappelijk verantwoord en dito profijtelijk. Steek dus uw licht op in Amsterdam! In deze editie alvast een voorproefje op onze Deelnemersbijeenkomst. We peilden de woningmarktactualiteit van de regio’s Amsterdam, Utrecht en Parkstad Zuid-Limburg en ontlokten hun visie op de toekomst van de woningmarkt aan de wethouders Harrie Bosch (Utrecht), Lex Smeets (Heerlen) en corporatievoorman Hans van Harten (Amsterdam). Leesstof voor bezielde liefhebbers. Voor u dus. 03 - oktober 2010
Harrie Bosch, woonwethouder van Utrecht
Het ene noodzakelijke doen, het andere vooral niet laten
bouwen we rond 7.000 woningen op locatie Rijnenburg. Niet louter voor de lol; we praten hier over een echt noodzakelijke toevoeging. Planontwikkeling en woningproductie in de benen houden, zoveel is duidelijk. Financiële ondersteuning daarvan inbegrepen.”
Foto’s: Ton Poortvliet
Starterslening gecontinueerd Tegelijk poogt de Domstad dapper de doorstroming op gang te houden. Wethouder Bosch: “Met de Startersleningen zijn we tot dusver erg succesvol geweest. We zitten nu ruim boven de 700 verstrekte leningen. Pure ‘smeerolie’ om huurwoningen en huurkamers vrij te krijgen. Daar is hier grote behoefte aan. Onlangs hebben we 2 25 miljoen vrijgemaakt om de komende drie jaar nog weer 850 koopstarters te financieren. De regeling wordt breed gedragen, werpt merkbaar vruchten af en is nauwelijks een langdurige belasting van de gemeentelijke begroting. We springen er behoedzaam mee om: de leningen gaan bij de juiste doelgroep, de maxima zijn bescheiden. We delen dus geen hoofdprijzen uit. Verder hebben we baat bij de Startersregeling van de Provincie Utrecht, voor mensen die vanuit de regio naar de stad komen.”
“Voor krachtwijken, krimpregio’s en binnenstedelijk bouwen moet afdoende rijksgeld blijven.”
De druk op de Utrechtse woningmarkt – van huis uit toch al pittig – is er de afgelopen twee jaar niet minder op geworden. De woningprijzen zijn onverminderd hoog. De wachttijd voor een sociale huurwoning beloopt nu 7 jaar. De woningproductie is gehalveerd tot ruim 1.500 huizen per jaar. Toch is de Domstad niet verloren. Woonwethouder Harrie Bos (PvdA) maakt ons deelgenoot van zijn lijstje gewenste woningmarktmaatregelen en de achterliggende overwegingen. 2
“W
e bouwen tenminste nog! Sociale huurwoningen, studentenwoningen en betaalbare koopwoningen. Leegstand kennen we niet. Sommige wijken zijn weliswaar minder gewild, maar komt er een woning vrij dan reageren toch telkens enkele tientallen mensen,” zegt woonwethouder Harrie Bosch van Utrecht redelijk monter. “Maar tekenen van echt herstel zie ik nog te weinig: nieuwe projecten komen maar mondjesmaat los. In buitenstad Leidsche Rijn zijn we nu ruim over de helft: nog zo’n 12.000 van de uiteindelijk 30.000 te bouwen woningen te gaan. Vanaf op z’n vroegst 2014
Gewenste maatregelen De Starterslening is geen structurele oplossing voor de woningmarkt. Er is beduidend meer nodig, meent Bosch. Overigens zonder dat het bestel geheel en al overhoop hoeft. Zijn lijstje met gewenste maatregelen is naar eigen zeggen ‘niet zo ingewikkeld en al helemaal niet hoogdravend’: “Versobering van de renteaftrek tot 500.000 euro hypotheek. Normale annuïteitenaftrek, maximaal 30 jaar, geen aflossingsvrije hypotheken. Dan houd je een fatsoenlijke regeling in stand die doet waarvoor zij ooit bedoeld was: mensen de stap naar de koopmarkt vergemakkelijken, niet mensen rijker maken. De huurtoeslag zie ik liefst onaangeroerd of hooguit beperkt versoberd. Mensen met een laag inkomen moeten fatsoenlijk kunnen wonen, zonder dat zij een onevenredig groot inkomensdeel aan wonen kwijt zijn. Een vorm van woonbelasting zal de nadelen van scheefwonen moeten afvlakken als 03 - oktober 2010
Hans van Harten, directeur Amsterdamse Federatie van Wonin
Doodsteek? “In algemene zin moet er afdoende rijksgeld blijven voor krachtwijken, voor krimpregio’s en voor bouwen in bestaand stedelijk gebied. Als je het ene noodzakelijke doet en het andere noodzakelijke vooral niet laat, krijg je een woningmarkt die aanmerkelijk soepeler zal functioneren dan nu het geval is,” vervolgt Bosch. “Utrecht geeft terecht extra aandacht aan haar moeilijkste stadsgebieden: Kanaleneiland, Overvecht, Ondiep, Zuilen, Hoograven. De corporaties steken jaarlijks 2 20 miljoen extra in die wijken; gemeente en rijk ook nog eens zo tegen de 2 10 miljoen. Overal liggen nu goede wijkactieprogramma’s klaar voor uitvoering, met de belofte om het zeker tien jaar vol te houden. In de relatie tussen burgers en overheid is het de doodsteek als de wijkaanpak stopt en/of als het de corporaties volstrekt onmogelijk wordt gemaakt om in de krachtwijken te blijven investeren. Ik ben er alles behalve gerust op.” Voorkant, achterkant De even peperdure als moeizame binnenstedelijke ontwikkeling behoeft slimme financiële arrangementen, meent Bosch, anders loopt de boel spaak. “Hier ligt een uitdagende taak voor SVn, samen met banken en pensioenfondsen. De insteek luidt: komen tot een betere balans tussen publieke investeringen aan de voorkant en latere private waardevermeerdering aan de achterkant. Beide in enigerlei mate met elkaar zien te verdisconteren. Dat zou mij een lief ding waard zijn”.
03 - oktober 2010
“O nze woningmarkt wacht met sm “In de afgelopen jaren hebben zo’n vijfendertig rapporten over de noodzaak van woningmarkthervormingen het levenslicht gezien. Stuk voor stuk vrijwel eensluidend in hun conclusies en aanbevelingen. Er is nu vooral veel politieke moed nodig om de verlangde maatregelen te nemen, zowel in de huur als in de koop. De woningcorporaties alleen kunnen de woningmarkt niet redden. De boel staat weliswaar nog niet stil, maar wij lopen in sneltreinvaart tegen onze grenzen aan.”
H
ans van Harten, directeur van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC), schetst een weinig opgewekt beeld van de actuele woningmarktsituatie in de regio Amsterdam. Die verkeert naar zijn zeggen in staat van crisis, en wel met een omvang en impact die de stad naar beste herinnering nog niet eerder heeft beleefd. “De rek is er volledig uit. We wachten dan ook met smart op een nieuw kabinet dat snel ernst maakt met hervorming van de woningmarkt.” En daarmee is de toon gezet. Minder beweging Het wel en wee van de Amsterdamse woningmarkt kent geen geheimen voor de AFWC-directeur. Zijn organisatie – 93 jaar oud – behartigt de belangen van negen Amsterdamse corporaties met een gezamenlijk bezit van 200.000 woningen. Goed voor 49 procent van het Amsterdamse woningbestand en een kleine 10 procent van het totale corporatiebezit hier te lande. De AFWC-corporaties bouwen in de regel jaarlijks driekwart van alle nieuwbouwwoningen in de regio Amsterdam: tussen de 3.000 en 3.500 stuks, zowel huur als koop. De AFWC volgt nauwgezet alle bewegingen en trends op deze grote regionale woningmarkt. Helaas beweegt er steeds minder, moet Van Harten tot zijn spijt bekennen.
Foto’s: Ton Poortvliet
mensen in een sociale huurwoning blijven wonen ondanks hun te hoge inkomen. Van mij mogen de huren jaarlijks 1 procent boven de inflatie stijgen. Meer differentiatie naar geboden woonkwaliteit hoort daar eveneens bij. Zo houden we de investeringskracht van de woningcorporaties op peil. Die staat nu onder groeiende druk. Blij moet je daar niet mee zijn, want de woningproductie valt dan nog verder terug en het belemmert corporaties en gemeente om de noodzakelijke investeringen in de krachtwijken te blijven doen.”
“Door het huidige puntenstelsel doet een appartement in Appelscha meer huur dan een appartement in de Amsterdamse binnenstad.”
Nieuwe strategie Zo is de Amsterdamse nieuwbouwproductie in twee jaar tijd meer dan gehalveerd tot rond 2.000 woningen, waarvan 1.500 gebouwd door de corporaties. Van Harten: “We bouwen nog wel, maar op een erg laag pitje. Door de recente opleveringen zit er een prop van 1.500 onverkochte nieuwbouwwoningen in de markt. Je bedenkt je dus wel twee keer voor je weer een nieuw project opstart. De koopmarkt trekt op dit moment nog helemaal niet aan. Ik praat niet over het kleine nieuwbouwproject in de binnenstad, want daar is altijd wel vraag naar. De markt stagneert in de gebieden buiten de Ring – daar is nauwelijks vraag. Veel projecten worden getemporiseerd of naar achteren geschoven. Ik zie er van komen dat we in de komende tien jaar in bepaalde stadswijken helemaal niet aan de slag zullen gaan. Geen sloop, geen vervangende nieuwbouw, geen ingrijpende renovaties. Voor die wijken moet een nieuwe strategie komen, want je kunt de bewoners natuurlijk niet in de steek laten. Potentiële sloopwoningen weer in onderhoud nemen en wat leefbaarheidsmaatregelen treffen, bijvoorbeeld dat de straten er netjes bijliggen.” Onrendabele top Een groot deel van de huidige misère
3
ngcorporaties
mart op hervormingen”
wijt Van Harten aan de gevolgen van de economische crisis. Maar ook het kabinetsbeleid laat naar zijn zeggen diepe sporen na in Amsterdam. Hij doelt dan hij specifiek op het jarenlange inflatievolgend huurbeleid dat de investeringscapaciteit van de corporaties sterk heeft doen slinken. “Ook zonder economische crisis zouden we dus minder kunnen bouwen. Dit treft stad en corporaties extra omdat we nu minder sociale huurwoningen kunnen terugbouwen. De onrendabele top die wij moeten nemen op de nieuwbouw van een sociale huurwoning beloopt al een ton of meer per woning. Dit verlies moeten we op voorhand afboeken omdat we het niet meer terugverdienen uit de huuropbrengsten. Dekking kunnen we alleen vinden in de verkoop van bestaande huurwoningen, maar dat verloopt erg stroef. Vóór de crisis verkochten we jaarlijks rond 2.500 huurwoningen, nu nog maar de helft. Bovendien is de opbrengst per woning lager omdat de prijzen dalen. We moeten alles uit de kast halen om die huizen nog in redelijke aantallen af te zetten, bijvoorbeeld door de vrijop-naam kosten voor onze rekening nemen.” Moeilijk verhaal “Als corporaties hebben we meer huurinkomsten nodig om het hui-
4
dige boemeltreintje weer op stoom te brengen. Dat vereist een ander woningmarktbeleid, waar we dan ook smachtend naar uitzien,“ vervolgt de AFWC-directeur. “Verslechterde kasstromen, stagnerende verkoop en strikte grenzen aan wat we als corporaties bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw kunnen lenen, maken het lastig tot onmogelijk om nieuwe investeringen te doen. Daarom bezinnen alle corporaties zich op hun eigen projecten. Ze maken af waar ze mee begonnen zijn, maar nieuwe projecten starten alleen als blijkt dat de markt weer aantrekt. In Amsterdam bouwen we altijd gemengd koop en huur. Kun je driekwart van die koopwoningen wegzetten, dan gaat het project wel door. Maar dat lukt dus nu niet of nauwelijks. Een moeilijk verhaal, kortom.” Loze gedachte Recente voorstellen om grote uitverkoop te houden in de corporatiesector – de ideeën variëren van 900.000 tot 2 miljoen sociale huurwoningen in de verkoop brengen – kunnen niet op bijval van Van Harten rekenen. “Voor mij is de omvang van de corporatiesector niet heilig, maar ik geloof er simpelweg niet in. Misschien dat de woningmarkt ergens in de toekomst zulke grote aantallen koopwoningen kan opnemen, maar op dit moment is het een loze gedachte. We kunnen onze eigen verkoopprogramma’s al nauwelijks slijten. Ook betwijfel ik ernstig of er wel zoveel gegadigden voor de aankoop van een sociale huurwoning zijn. Onze huurders zijn in meerderheid 50-plussers. Die hebben nooit gekocht en zullen die neiging vanwege leeftijd, inkomensperspectief en te verwachten woonlasten ook niet gauw hebben. En krijgen zij de financiering rond? Zo makkelijk krijg je geen hypotheek meer, weet iedereen. Het aandeel corporatiewoningen in Amsterdam is inmiddels al van 57 naar 49 procent gekrompen. Dat proces gaat gestaag door. Daarnaast staan de corporaties pal voor een drietal deugden: goede huisvesting voor de laagste inkomens,
investeringen in uiteenlopende leefbaarheidsaspecten en in maatschappelijk vastgoed. Commerciële partijen zie ik dat zo gauw niet doen en ook niet zo goed. Laten we dus een beetje zuinig zijn op de woningcorporaties en niet in onze ijver het kind met het badwater weggooien.” Rigiditeit eruit Bij hervorming van de woningmarkt moeten de huurprijzen een betere relatie krijgen met de geboden kwaliteit. Dat hebben we heel hard nodig, weet Van Harten. “Volgens het huidige puntenstelsel doet een appartement in downtown Appelscha evenveel huur als een appartement in de binnenstad van Amsterdam. Het appartement in Amsterdam is echter kleiner dan dat in Appelscha, dus minder punten, dus minder huur. De Amsterdamse huren zijn lager dan elders in het land. Sterker, ze zijn het laagste van het land. Geen wonder dat als je hier op jonge leeftijd een huurwoning bemachtigt en je maakt daarna een duizelingwekkende inkomensontwikkeling door, dat je dan meestal lekker blijft zitten waar je zit. Dit verklaart de substantiële 25 procent scheefwonen in de Amsterdams huurwoningvoorraad en eveneens de moeizame doorstroming op onze woningmarkt. Bovendien zouden we het nieuwe puntenstelsel meer moeten regionaliseren. Hoe dan ook, de huidige rigiditeit moet uit het systeem.” Gedeelde zorgen “Ik associeer SVn vooral met Startersleningen, maar daar doe ik haar vermoedelijk te kort mee,” aldus Van Harten. “Corporaties en SVn delen de zorgen over de financierbaarheid van het wonen. Daarin schuilt een startpunt voor samenwerking en slimme financieringsconstructies. Interessant vind ik bijvoorbeeld de gedachte aan gezamenlijke inspanningen om slapende Verenigingen van Eigenaren wakker te schudden en bij de les te houden. AFWC staat open voor een proefproject met SVn.” 03 - oktober 2010
Lex Smeets, woonwethouder van Heerlen
“A an randstedelijk groeidenken hebben we hier niets” “Als de uitdaging maar groot genoeg is, hoef je niemand
“Bevolkingsafname stelt je voor nieuwe inrichtingsvraagstukken en uitdagingen wat betreft de woningmarkt.”
tot samenwerking te motiveren. Iedereen weet dat hij het in zijn eentje niet trekt. Bij mijn beste weten hebben we hier niet eerder alle gemeenten, alle corporaties en alle ontwikkelaars zo snel en zo constructief om de tafel Foto’s: Ton Poortvliet
gehad. Dit heeft ons geholpen de nieuwe opgave te definiëren, te besluiten en te handelen. Doe je dat niet, dan gebeurt er niets en houd je alleen verliezers over.”
D
e Limburgse gemeente Heerlen heeft nu bijna 90.000 inwoners. Een blik op de bevolkingsstatistiek leert het er in 1995 zo tegen de 100.000 moeten zijn geweest. Heerlen is centrumstad van de regio Parkstad, een conglomeraat van acht gemeenten met samen 245.000 inwoners. Nu nog, want de prognose luidt: 200.000 inwoners in het jaar 2020. Welkom in het fenomeen krimpregio, waar ruimte geen last is maar een lust.
Omgekeerde wereld Lex Smeets, PvdA-wethouder Ruimte, Wonen en Cultuur van Heerlen, roept het moment – vijf jaar geleden - in herinnering dat de regio Parkstad Zuid-Limburg diep doordrongen was geraakt van het besef dat vergrijzing en structurele afname van de bevolking totaal andere eisen stelt aan bouwen, wonen en gebiedsinrichting dan volgens de oude vertrouwde groeimodellen gebruikelijk was. Ook hier. De wereld op zijn kop. Smeets: “Of we er destijds al niet wat mee aan de late kant waren, laat zich lastig beoordelen. Maar dat het er in onze regio zorgelijk begon uit te zien, was geen punt van discussie. Hoe we de problematiek het beste konden aanpakken was op dat moment ook nog tamelijk duister. Bevolkingsafname stelt je voor nieuwe inrichtingsvraagstukken en andere uitdagingen wat betreft de woningmarkt. Het inwoneraantal loopt terug en tegelijk verandert de samenstelling van de bevolking. Als je het nu hebt over 15 procent 55-plussers, heb je het straks over 30 procent 03 - oktober 2010
van de inwoners die andersoortige woningen nodig hebben.” Bouwplannen geschrapt In 2006 besloot de regio Parkstad tot inventarisatie en diepgaande analyse van de woningmarkt. Hoeveel nieuwbouwplannen lagen er verspreid over de acht gemeenten op de plank? Dat bleken 12.000 woningen te zijn in alle stadia van ontwikkeling, van ideeënschets tot bijna in uitvoering. Smeets: “Oei, dachten we, bij een afnemende bevolking is dat ruimschoots te veel. Aansluitend hebben we een woonvisie opgesteld met daarin alle nieuwe karakteristieken en inzichten, gevolgd door een daarop afgestemde programmering. We kwamen al heel snel tot de ontdekking dat we bepaalde woningcategorieën uit de markt moeten nemen, heel kritisch naar het bestaande woningbestand moeten kijken en aanvullen wat we in de toekomst echt nodig hebben. Er ligt nu een nieuw totaalplaatje van wat we moeten slopen en aanvullen en hoe zich dat verhoudt tot de bouwplannen op de plank en de bouwplannen in uitvoering. In 2006 concludeerden we: tot 2010 kunnen we nog 2.000 woningen bijbouwen, meer behoefte is er niet. Er zijn dus heel wat nieuwbouwplannen geschrapt.” Lange remweg Volgens Smeets verkeert woningmarkt Parkstad nu in een overgangsfase. “De remweg om plannen te stoppen is lang. Het liefst zou je alle tellers op nul willen hebben en van daaruit de nieu-
we koers inzetten. Maar de praktijk is weerbarstig. Plannen in uitvoering kun je nu eenmaal niet even afblazen. Een consequentie van het nieuwe beleid is dat we meer fysieke ruimte gaan krijgen. Hoe gaan we die inrichten? We bundelen en concentreren ‘rood’ en versterken ‘groen en blauw’. We noemen het tenslotte niet voor niets Parkstad. Ruimte krijgen is geen last, ruimte krijgen is een lust! Ook in onze Vogelaarwijk MSP trekken we de groene omgeving naar binnen in de vorm van ‘pocketparkjes’ van 50 bij 50 meter. En op de plek van gesloopte flats maken we moestuintjes in afwachting van het nieuwe winkelcentrum met zorgwoningen bovenop.” Niet zielig “De gemeenten alleen kunnen het probleem van de demografische neergang niet oplossen. Dat kan alleen door intensieve samenwerking van partijen ter plaatse, ondersteund door de provincie en het rijk. Tegelijkertijd staan we open voor de heldere blik en het dito advies van buiten. Dat kan erg zinvol zijn. Zo kijk ik ook naar een instelling als SVn,” aldus Smeets. “Parkstad is hét laboratorium voor de aanpak van bevolkingsdaling en vergrijzing. Aan het Randstedelijke groeidenken en kwantiteitsoordeel over ontwikkelingen elders in het land hebben we hier dus niets. We kunnen er ook niets mee. Wij denken en doen hier in kwaliteit. Krimp heeft negatieve associaties, maar is niet zielig. In de file staan in de Randstad, dát is pas zielig. De ruimte die we in Parkstad hebben laat juist the bright side of life zien!”
5
Kort nieuws 10.000e STARTERSLENING! Op 9 september 2010 beleefde de Starterslening een (voorlopige) mijlpaal met de uitgifte van het 10.000e exemplaar. Memorabel, want met behulp van de lening hebben even zo vele, meest jonge huishoudens in de afgelopen jaren hun eerste koopwoning kunnen verwerven. SVn introduceerde de Starterslening in september 2002. De uitgifte van Startersleningen kreeg in 2007 een extra impuls met de komst van het VROM Startersfonds. Ook de financiële inbreng van vijf provincies is van betekenis. VROM en deze provincies reduceerden substantieel de leningkosten van de gemeenten, en gaven daarmee een aanvullende stimulans om Startersleningen in de markt te zetten. Met de nu bereikte mijlpaal als fraai resultaat.
Startersregeling Eind mei 2010 was het VROM Startersfonds uitgeput. 176 gemeenten hebben aangegeven dat zij Startersleningen blijven verstrekken zonder bijdrage van VROM. 38 gemeenten hebben de regeling (tijdelijk) stopgezet. 34 gemeenten hebben doorgaan of stoppen nog in beraad.
Duurzaamheidslening In de afgelopen periode hebben 9 gemeenten de Duurzaamheidslening ingevoerd: Barneveld, Deventer, Helmond, Goes, Kampen, Leusden, Oss, Oude IJsselstreek en Renkum. In totaal voeren nu 29 gemeenten en één provincie de Duurzaamheidslening.
Funderingsherstel Bunschoten vordert Naar verwachting voorjaar 2011 zal het funderingsherstel van 89 woningen aan de Nieuwe Schans in Bunschoten zijn voltooid. De uitvoering ging in september 2009 van start. Voor getroffen eigenaren die op eigen kracht geen financiering kunnen krijgen stelt de gemeente via SVn een zachte funderingslening beschikbaar. Tot dusver maken 25 eigenaren daar gebruik van. De helft van hen maakt gebruik van een speciale vangnetlening. De Bunschotense regeling voor funderingsherstel dankt haar succes aan het feit dat alle funderingskosten voor een lening in aanmerking komen, ook het casco kan worden hersteld en energiebesparende maatregelen tot maximaal 2 7.500 kunnen worden meegefinancierd. Om de overlast voor de bewoners tot een minimum te beperken stelt de gemeente tijdens de hersteloperatie wisselwoningen beschikbaar.
Nieuwe deelnemers SVn verwelkomde in de afgelopen periode vijf nieuwe deelnemers. Het zijn de gemeenten Ermelo, Mook en Middelaar, Noordoostpolder, Twenterand en Uithoorn. SVn telt nu 312 deelnemers: 306 gemeenten en 6 provincies.
HELMOND PROLONGEERT STARTERSLENING De gemeente Helmond heeft haar Startersregeling voor minimaal een jaar verlengd en daarvoor 2 8 miljoen uitgetrokken. Dit budget is de komende tijd goed voor 180 tot 240 leningen. Helmond komt hiermee tegemoet aan de grote vraag naar Startersleningen in zowel de gemeente zelf als in de regio. Het nieuwe budget wordt dit keer niet revolverend ingezet; de aflossingen vloeien rechtstreeks terug naar de algemene middelen. Volgens de gemeente heeft de Starterslening vooral in het afgelopen jaar bewezen een prima middel te zijn om voor mensen met een lager inkomen toch een koopwoning mogelijk te maken. Bovendien bleek met deze lening het marktsegment dat in de huidige crisissituatie nog enigszins in trek is, bereikbaar te maken en te houden. Hierdoor werd de woningproductie enigszins gestimuleerd. Tot afgelopen zomer verstrekte Helmond 15 tot 20 leningen per maand. Na twee tussentijdse verhogingen (maximale verwervingskosten en maximale lening) is de Startersregeling ook in trek als promotiemiddel bij het in verkoop brengen van nieuwe bouwprojecten. De lening draagt ook bij aan de migratie naar Helmond toe: bijna eenderde van de verstrekte leningen ging naar huishoudens van buiten de gemeente.
SVn Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken t
(033) 253 94 01
e
[email protected]
i
www.svn.nl
Colofon Uitgave Tekst
SVn oktober 2010
Peter Roosekrans
Fotografie Ton Poortvliet, Marsel Loermans Vormgeving Druk
Volta_ontwerpers, Utrecht
Pronk Promotions, Amersfoort
Personalia Per 1 mei is Godert Walter werkzaam bij SVn als medewerker communicatie. Hij studeerde Grafische Vormgeving en vervolgens Communicatiemanagement in Utrecht. Hiervoor heeft hij vier jaar fulltime in de muziekindustrie gewerkt. Godert is 31 jaar en woont in IJsselstein.
Alle rechten voorbehouden. U mag citeren uit SVn Nieuws, mits u de bron vermeldt.
6
03 - oktober 2010