COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA
114.002802
Hoge Naarderweg 78 HUI 1217 AH Hilversum HUI Postbus 1426 lllll 1200 BK Hilversum lllll
[email protected] lllll www.cvdm.nl HUI T 035 773 77 00 I I F 035 773 77 99 lllll
22 MEI 2014 Gemeente Koggenland T.a.v. het bestuur Postbus 21 1633 ZGAVENHORN
Datum
Onderwerp
20 mei 2014
Advies Stichting Radio S Televisie West-Friesland en Stichting Streekomroep West-Friesland
Uw kenmerk
Ons kenmerk
Contactpersoon
Doorkiesnummer
622799/627275
mr. Jan Blonk
+31 (0)35 773 77 00
Geacht bestuur,
Bij besluit van 11 januari 2011 heeft het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) Stichting Radio 6\ Televisie West-Friesland aangewezen als lokale publieke media-instelling voor de gemeenten Andijk, Drechterland, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Stede Broec en Wervershoof. Bij deze aanwijzing heeft het advies van uw gemeenteraad van 12 oktober 2009 een belangrijke rol gespeeld. Deze aanwijzing is ingegaan op 16 november 2009 en eindigt op 15 november 2014. Stichting Radio S Televisie West-Friesland heeft ons bij brief van 13 mei 2014 laten weten dat zij in aanmerking wenst te komen voor aanwijzing als lokale publieke media-instelling in een aansluitende periode. Een aanvraag tot aanwijzing van 29 april 2014 hebben wij ook ontvangen van Stichting Streekomroep West-Friesland. Alvorens wij een beslissing nemen over deze aanvragen, dient de gemeenteraad ons op grond van artikel 2.61, derde lid, van de Mediawet 2008 te adviseren over de vraag of de instellingen voldoen aan de eisen die deze wet stelt. Ten behoeve van deze advisering brengen wij het volgende onder uw aandacht. Artikel 2.61, tweede lid, van de Mediawet 2008 formuleert de volgende eisen: Voor aanwijzing komen slechts in aanmerking instellingen die: a. rechtspersoon naar Nederlands recht met volledige rechtsbevoegdheid zijn; b. zich volgens de statuten uitsluitend of hoofdzakelijk ten doel stellen het op regionaal respectievelijk lokaal niveau uitvoeren van de publieke mediaopdracht door het verzorgen van media-aanbod dat gericht is op de bevrediging van maatschappelijke behoeften die in een provincie, een gemeente of een deel van de provincie waarop de instelling zich richt leven, en het verrichten van alle activiteiten die nodig zijn om daarmee een publieke taak te vervullen; en c. volgens de statuten een orgaan hebben dat het beleid voor het media-aanbod bepaalt en dat representatief is voor de belangrijkste in de desbetreffende provincie of gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen.
lllll
minimi
COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA
Aan de hand van de bijgevoegde Toelichting advies gemeenteraad bij aanvraag aanwijzing
als lokale publieke media-instelling en de door de instellingen overgelegde gegevens, die u tevens bijgaand aantreft, dient uw gemeenteraad een gemotiveerd advies uit te brengen over de aanvragen. Nu er sprake is van meerdere aanvragen tot aanwijzing als lokale publieke media-instelling voor uw gemeente wijzen wij met nadruk op het gestelde onder 7. in de bovengenoemde toelichting. Artikel 6, tweede lid, van de Mediaregeling 2008, bepaalt dat de gemeenteraad binnen achttien weken advies uitbrengt. Wij verzoeken u deze termijn niet te overschrijden. Indien er zich wijzigingen voordoen die van invloed zijn op de aanwijzingsprocedure of op de advisering door uw gemeenteraad, dan stellen wij u daarvan op de hoogte. Het raadsbesluit, samen met het raadsvoorstel en de eventuele notulen van de raadsvergadering, zien wij graag binnen de daartoe gestelde termijn tegemoet. Wij verzoeken u binnen twee weken de ontvangst van deze brief schriftelijk of telefonisch te bevestigen en daarbij tevens te vermelden wie de behandelend ambtenaar is. Mochten er nog vragen zijn dan kunt u contact met ons opnemen via bovenstaand telefoonnummer. Een afschrift van deze brief gaat naar de besturen van Stichting Radio S Televisie WestFriesland en Stichting Streekomroep West-Friesland. Hoogachtend, COjyļMJS^ARļAAT VOOR DE MEDIA,
Geert van Meerveld afdelingsmanager Onderzoek c* Toegang
-2-
Ľ . V.Q. M . Nr.: Ingekomen
Commissariaat voor de Media Postbus 1426 1200 BK HILVERSUM
1
i m
2014
ľââlšT
Hoorn, 29 april 2014
Afd.: Medew,: Bijlage:
Cc.: Afgedaan;
Geachte mevrouw, mijnheer,
Hierbij sturen wij u de aanvraag voor aanwijzing Lokale Publieke M ediainstelling voor de gemeenten: Drechterland, Koggenland, M edemblik, Opmeer en Stede Broec. Deze aanvraag is het resultaat van de samenwerking tussen de lokale omroepen Hoorn en Enkhuizen, samen met een aantal initiatiefnemers in M edemblik, om te komen tot een echte publieke lokale omroep voor alle gemeentes in de regio West/Friesland, conform de landelijke ontwikkelingen aangestuurd door de OLON. Bij deze aanvraag vindt u: Statuten Stichting Streekomroep WestFriesland Uittreksel inschrijving Kamer van Koophandel Overzicht leden Programma Beleidsbepalend Orgaan Handboek voor medewerkers met hierin o.a. het Huishoudelijk Reglement en het Redactiestatuut Wij hopen hiermee een volledige aanvraag te hebben gedaan. M ochten er omissies zijn dan vernemen wij dit graag van u, zodat wij dit zo spoedig mogelijk kunnen corrigeren.
Stichting Streekomroep WestFriesland
(bijlage A) AANVRAAG AANWIJZING L O K A L E P U B L I E K E INSTELLING
MEDIA-
Statutaire naam:
ÍÛ^!ç...r..ECi'.^ì(^A. Station-call: Correspondentieadres:
İ..&Z.9. ÛK. Studioadres:
(~}.tr.0..bZf.
tí.te&.C.ã
RLŚ&C
í.é.ZZ
Afiu H.wSjO.
Ù..ZZ.ÿ...r. 2r.ź.Q.2.Qj..
Telefoonnummer. Faxnummer E-mailadres:
.1^ W.^....Sfc^^Loy»^^
Internetadres:
d.nl
Contactpersoon: Telefoonnummer.
QZ.Z^.T....1Sĵ,.Z^.^..Q.
(tijdens kantooruren)
Voor de gemeėnte(n): .... Deze aanvraag gaat vergezeld van:
C^V)o e e r ,
St*-cfe-
Qrocc
ļÇ uittreksel inschrijving bij de Kamer van Koophandel ^samenstelling programmabeleidbepalend orgaan (bijlage B) jjţ notarieel vastgestelde statuten 0 voorstel tot statutenwijziging Ą redactiestatuut huishoudelijk reglement ū overeenkomst(en)
Datum:
..Z.9..r...9..\rf.-..Z9İ^\
Handtekening voorzitter.
6
Versie: okt 2010
miliumiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifIIIII i C
D
M
BiiP?^r D o c nr.:
^
O V E R Z I C H T V A N D E L E D E N VAN H E T PRDGRAMMABELEIDBEPALEND ORGAAN
o
a
R
D
E
M E D , A
(bijlage B) (PBO)
Het PBO van de Stichting Radio S Televisie West-Friesland is samengesteld uit de navolgende personen die de onderstaande maatschappelijke stromingen vertegenwoordigen. Voorzitter:
Mevrouw Maŗja Cool Hauwert 35 1691 E B Hauwert
1. maatschappelijke zorg en welzijn: mevrouw Marja Cool, Hauwert 35, 1691 E B , Hauwert. Organisatie De Wering, Muiderwaard 432, 1824 X T , Alkmaar voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening met als werkgebied Noord Holland, waaronder dus ook de regio West Friesland. 2. kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag: mevrouw Renee Kroeb -Mennes, Eiland 3,1601 KZ, Enkhuizen. Organisatie NCRV te Hilversum afdeling programmazaken betreffende levensbeschouwing en theologie. 3. onderwijs en educatie: de heer Piet Hartog, woonachtig te Zwaag directeur van de Praktijkschool Westfriesland, A.M.G. Schmidtweg 1, 1613 MA, Grootebroek locatie Stede Broec 4. werkgevers: de heer Piet Schouten, Westerblokker 14, 1696 A G , Oosterblokker organisatie de W B G , de Westfriese Bedrijvengroep, Postbus 30, 1620 AA, Hoorn 5. werknemers: de heer Jan Mol, Turfhoek 11, 1671 EA, Medemblik organisatie NVJ, Nederlandse Vereniging van Journalisten, Johannes Vermeerstraat 22, 1071 DR Amsterdam 6. sport en recreatie: de heer Ronald Blik, Lelielaan 19, 1616 E R , Hoogkarspel organisatie Handbalvereniging SEW, het woud 6a, Nibbixwoud als vertegenwoordiger van de Westfriese sportverenigingen. 7. etnische en culturele minderheden: mevrouw Diana de Haan,organisatie Stichting Vluchtelingenwerk Noord-West Holland afdeling West-Friesland Postbus 346, 1740 AH, Schagen
Voor cultuur en kunst is sinds 1-4-2014 een vacature.
fâljiag© D O C
-
n r
haortblj
-(/)
(bijlage B) D V E R Z I C H T VAN DE L E D E N VAN H E T PROGRAMMABELEID B E P A L E N D ORGAAN
(PBO)
Voorzitter: Adres:
Tel. nr.
lïž.W..çt^flJ..çvn.k.ãsïfźsx,..
O.Z^...Z.íSļí^.
Stroming
:
Naam en adresgegevens
Organisatie/instelling en adresgegevens
Maatschappelijke zorg en welzijn
Cultuur en kunst
Kerkgenootschappen en ge nootschappen op geestelijke grondslag
iClĥ P^ H/DoşLassŗeJ
Werknemers
Werkgevers
Onderwijs en educatie
Sport en recreatie
fĉì.1
SíU"
Hoorn
Etnische en culturele minderheden
Op /nee^-
f^./e' WC-
7
/ík
Uey^tC^
Versie; okt 2010
Uittreksel Handelsregister Kamer van Koophandel f Ö i l i ì ĉ I Ç f ©
heortbij
Doc. nr.
KvK-nummer 60655836 Pagina 1 (van 2) Rechtspersoon RSIN Rechtsvorm Statutaire naam Statutaire zetel Bezoekadres Telefoonnummer Eerste inschrijving handelsregister Datum akte van oprichting Activiteiten
854001979 Stichting Stichting Streekomroep WestFriesland Medemblik Grote Beer 5 A, 1622ES Hoorn 0630201085 12052014 12^052014 SBIcode: 6010 Radioomroepen SBIcode: 6020 Televisieomroepen Het verzorgen van mediaaanbod voor de gemeenten Drechterland, Stede Broec, Medemblik, Opmeer en Koggenland en het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn
Bestuurders Naam Geboortedatum en plaats Datum in functie Titel Bevoegdheid Naam Geboortedatum en plaats Datum in functie Titel Bevoegdheid Naam Geboortedatum en plaats Datum in functie Titel Bevoegdheid Naam Geboortedatum en plaats Datum in functie Titel Naam Bevoegdheid
Waarmertel KVK
Besseling, Johannes Petrus Nicolaas 23031993, Stede Broec 12052014 (datum registratie: 12052014) algemeen bestuurslid Gezamenlijk bevoegd (met andere bestuurders), zie statuten) Kip Pijper, Natasja Danielle 15051979, NoorderKoggenland 12052014 (datum registratie: 12052014) Penningmeester Gezamenlijk bevoegd (met andere bestuurder(s), zie statuten) Poppelier, Gerardus Cornells Maria 09071951, Amsterdam 12052014 (datum registratie: 12052014) Secretaris Gezamenlijk bevoegd (met andere bestuurder(s), zie statuten) Bronsgeest, Jacoba Klaske Hendrika 04041948, Maasbracht 12052014 (datum registratie: 12052014) Voorzitter Gezamenlijk bevoegd (met andere bestuurder(s), zie statuten) Overdijk, Rolf Ernst Philip
Een gewaarmerkt uittreksel Is een officieel bewijs van Inschrijving In het Handelsregister. Een papleren gewaarmerkt uittreksel Is ondertekend, voorzien van een microtekst en uv-logo gedrukt op 'optisch dood' papier.
Uittreksel Handelsregister Kamer van Koophandel
KvK-nummer 60655836 Pagina 2 (van 2) Geboortedatum en -plaats Datum in functie Titel Bevoegdheid
12-10-1953, Amsterdam 12-05-2014 (datum registratie: 12-05-2014) algemeen bestuurslid Gezamenlijk bevoegd (met andere bestuurder(s), zie statuten) Uittreksel is vervaardigd op 12-05-2014 om 15.01 uur. Voor uittreksel
mw. Hankie van Baasbank, Raad van Bestuur
Waarmerk KvK
Een gewaarmerkt uittreksel Is een officieel bewlfs van Inschrijving in het Handelsregister. Een papleren gewaarmerkt uittreksel Is ondertekend, voorzien van een microtekst en uv-logo gedrukt op 'optisch dood' papier.
?"B í
ĩ
8
JT« ŕ »
a t53
hoort biį
Doe. niĥ n 2a.
re OPRICHTING zaaknummer: 2733821 AO Op twaalf mei tweeduizend veertien verschenen voor mij, mr. Adrianus Wilhelmus Maria Overtoom, notaris te Benningbroek: 1. de heer Arie Nicolaas van Geest, geboren te Naaldwijk op vier januari negentienhonderd zevenenveertig, houder van rijbewijs nummer 4915424002, geldig tot twaalf december tweeduizend zestien, wonende Herenkamer 21, — 1602 KX Enkhuizen, gehuwd; 2. de heer Jan Abraham de Jong, geboren te Enkhuizen op negenentwintig september negentienhonderd achtenveertig, houder van Nederlandse identiteitskaart nummer I GD2RBDD3, geldig tot vijfentwintig september tweeduizend zeventien, wonende Jan Gooskaai 47, 1602 G C Enkhuizen, ongehuwd en niet geregistreerd als partner; De verschenen personen verklaarden op te richten een stichting en voor deze stichting vast te stellen de navolgende STATUTEN Artikel 1 - Naam en vestigingsplaats 1. De stichting draagt de naam: Stichting Streekomroep West-Friesland. 2. De stichting is gevestigd in de gemeente Medemblik. Artikel 2 - Doel 1. het verzorgen van media-aanbod bestemd voor de gemeenten Drechterland, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Stede Broec, hierna te noemen de — gemeenten; 2. het op lokaal niveau uitvoeren van de publieke mediaopdracht door het verzorgen van media-aanbod dat gericht is op de bevrediging van maatschappelijke behoeften die in de gemeenten waarop de stichting zich richt leven, en het verrichten van alle activiteiten die nodig zijn om daarmee een — publieke taak te vervullen; : :—; 3. de stichting gebruikt haar zendtijd geheel voor een media-aanbod dat in het — bijzonder betrekking heeft op de gemeenten; —; 4. de stichting tracht dit doel en al hetgeen daarmee in de ruimste zin verband — houdt te verwezenlijken door het aanwenden van alle geoorloofde middelen, — welke voor de verwezenlijking van het doel van de stichting bevorderlijk zijn. — Artikel 3 - Vermogen : — 1. De geldmiddelen van de stichting bestaan uit de bijdragen van de : begunstigers, uit de eventuele uitgifte van een programmablad, uit eventuele — verkrijging ingevolge erfstellingen, legaten en schenkingen en tenslotte uit eventuele,overige geoorloofde baten. — 2. De stichting is niet dienstbaar aan het maken van winst door derden. 3. De stichting mag geen uitkeringen doen aan een oprichter of aan een bestuurder. —-—: Artikel 4 - Begunstigers 1. Begunstigers zijn zij die zich bereid verklaard hebben de stichting financieel te steunen met een door het bestuur vast te stellen minimum bijdrage.^ 2. Het bestuur beslist omtrent de toelating van begunstigers. — 3. De rechten en plichten van een begunstiger kunnen te allen tijde wederzijds — door opzegging worden beëindigd. : : — 4. De begunstigers zijn gehouden tot het betalen van de bijdrage, die door het bestuur is vastgesteld. — —
2
Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die een verschillende —— bijdrage betalen. 5. Begunstigers hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke — hun bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd. Artikel 5 - Bestuur: samenstelling, benoeming, ontslag 1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie leden. 2. De bestuurders worden door het bestuur benoemd. De voorzitter, secretaris en penningmeester worden in functie benoemd. Zij vormen het dagelijks bestuur. 3. Bij het ontstaan van een (of meer) vacature(s) in het bestuur, zullen de overblijvende bestuursleden (of zal het enig overblijvende bestuurslid) zo spoedig mogelijk na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolgen». 4. Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enige — overblijvende bestuurslid niettemin een wettig bestuur. Bij huishoudelijk reglement worden nadere regels gesteld ten aanzien van de bevoegdheden — van het bestuur, indien dit bestaat uit één bestuurslid. 5. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel het recht op vergoeding van de door hen gemaakte kosten. Bij huishoudelijk reglement worden nadere regels gesteld ten aanzien van de vergoeding van gemaakte kosten 6. Ten hoogste de helft van het aantal bestuurders mag met een andere bestuurder een familieband hebben. Onder familieband wordt verstaan bloedof aanverwantschap tot en met de vierde graad en de hoedanigheid van echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel. Artikel 6 - Bestuur: taken en bevoegdheden 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Elke bestuurder is tegenover de stichting gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. 2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van — alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten — en verplichtingen van de stichting kunnen worden g e k e n d . — 3. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. Artikel 7 - Bestuur: vertegenwoordiging 1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting. 2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan twee gezamenlijk handelende bestuurders, van wie ten minste één moet zijn de voorzitter, de secretaris of de penningmeester, dan wel de bestuurder die, blijkens inschrijving in het handelsregister, als waarnemer een van deze functies vervult. 3. De in beide vorige leden van dit artikel opgenomen bevoegdheid van het bestuur en bestuurders tot vertegenwoordiging van de stichting bestaat ook — indien tussen de stichting en één of meer bestuurders een tegenstrijdig belang bestaat. : :
4.
Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van incidentele dan wel doorlopende volmacht aan één of meer bestuurders en/of aan anderen, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. — Artikel 8 - Bestuur: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming 1. Iedere bestuurder is bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te — roe pen. 2. a. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt schriftelijk, met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet — meegerekend, onder opgave van de dag, het aanvangstijdstip en de plaats van de vergadering alsmede van de te behandelen onderwerpen — (agenda). b. De bestuurder die voor dit doel een adres aan de stichting bekend heeft — gemaakt kan tot de vergaderingen van het bestuur worden opgeroepen — door een langs elektronische weg aan dat adres toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht. 3. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden op de plaats te bepalen door degene die de vergadering bijeenroept. 4. Indien werd gehandeld in strijd met enige bepaling van de twee vorige leden — kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits alle bestuurders ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijņ. — 5. Een bestuurder kan aan een andere bestuurder schriftelijk volmacht verlenen om zich ter vergadering te doen vertegenwoordigen. Een elektronisch vastgelegde volmacht geldt als een schriftelijke volmacht. Een bestuurder kan slechts één medebestuurder ter vergadering vertegenwoordigen. 6. I n de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder één stem. Voorzover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden de besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerder heid — van de uitgebrachte stemmen. — Bij staking van ştemmen iś de stem van de voorzitter doorslaggevend. Artikel 9 - Leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming buiten vergadering — — 1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding. 2. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in — de vergaderingen worden gehouden. — — 3. Het door de voorzitter in de vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is b e s l i s s e n d . — — — — Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd : — gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. 4. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden door de daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon. : — De notulen worden -nadat zij zijn vastgesteld- door de voorzitter en de secretaris ondertekend. ; —— — 5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders zich schriftelijk vóór het voorstel hebben verklaard. Onder een schriftelijke verklaring wordt mede begrepen een langs — elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, aan het :
4
adres dat het bestuur voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle bestuurders — bekend heeft gemaakt. Artikel 10 - Reglementen 1. Het bestuur kan een of meer reglementen vaststellen waarin wordt opgenomen al hetgeen naar zijn oordeel regeling of nadere regeling behoeft. Een reglement wordt schriftelijk vastgelegd. Het bestuur kan elk reglement wijzigen en ook intrekken. 2. Bepalingen opgenomen in een reglement die strijdig zijn met de wet of met — deze statuten, zijn onverbindend. Artikel 11 - Programmabeleidbepalend orgaan 1. De stichting kent een programmabeleidbepalend orgaan. Deze heeft tot taak: a. het bepalen van het beleid voor het media-aanbod; b. toetsing van de in het programmabeleid verwoorde uitgangspunten; c. het geven van adviezen, gevraagd en ongevraagd, aan de algemene vergadering van dit orgaan en het bestuur van de stichting; — d. het opstellen van een jaarlijkse rapportage aangaande het gevoerde en — gerealiseerde programmabeleid. 2. Het programmabeleidbepalende orgaan wordt voor de eerste maal bij deze — akte benoemd. Het aantal leden wordt door het programmabeleidbepalende orgaan, met in — achtneming van lid 3 vastgesteld. 3. Het programmabeleidbepalende orgaan dient zodanig te zijn samengesteld, — dat het representatief is voor de in de gemeenten voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. In het — bestuur is minstens een vertegenwoordiger uit de stroming "etnische en culturele minderheden" opgenomen. Minimaal vijf leden vertegenwoordigen — een stroming. Bij huishoudelijk reglement worden nadere regelen aangaande de samenstelling van het programmabeleidbepalende orgaan gegeven. 4. Het programmabeleidbepalende orgaan wijst uit haar midden een voorzitter en secretaris aan. Zij kan voor elk hunner een vervanger aanwijzen. 5. De vergaderingen van het programmabeleidbepalende orgaan worden bijgewoond door een vertegenwoordiger van het bestuur. Deze heeft een adviserende stem. 6. De leden van het programmabeleidbepalende orgaan worden door het programmabeleidbepalende orgaan benoemd uit een of meer voordrachten, — behoudens het bepaalde in lid 7. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur, leden van de programmaraad als bij huishoudelijk reglement aan te wijzen — organisaties of groepen van organisaties. 7. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de programmaraad, genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde — van de leden van het programmabeleidbepalende orgaan tegenwoordig is. 8. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit het programmabeleidbepalende orgaan overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de programmaraad vrij in de keus. 9. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit — die voordrachten. 10. Voordrachten en benoemingen geschieden onverminderd het bepaalde in lid 3.
11. Bij het ontstaan van een (of meer) vacature(s) in het programmabeleidbepalende orgaan, zullen de overblijvende leden (of zal het enig overblijvende lid) binnen zes maanden na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolgers(s). 12. Mocht(en) in het programmabeleidbepalende orgaan om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende leden, of vormt het enige overblijvende lid niettemin een wettig programmabeleidbepalende orgaan. Artikel 12 - Einde lidmaatschap programmabeleidbepalend orgaan 1. Het lidmaatschap van het programmabeleidbepalende orgaan eindigt: a. indien het lid van de programmaraad heeft opgehouden vertegenwoordiger te zijn van een stroming; b. door bedanken. 2. Elk lid van het programmabeleidbepalende orgaan treedt uiterlijk drie jaar na — zijn benoeming af, volgens een door het programmabeleidbepalende orgaan te maken rooster van aftreding. 3. De aftredende is terstond herbenoembaar voor ten hoogste éénmaal de maximale benoemingstermijn. Artikel 13 - Programmastaf - hoofdredacteur 1. De stichting kent een programmastaf, bestaande uit een door het bestuur te — bepalen aantal medewerkers onder wie een hoofdredacteur, belast met de — leiding van de programmastaf. : Een programmastatuut, taakomschrijving van de programmastaf ęn nadere — regelen terzake van de verhouding tussen hoofdredacteur, programmastaf en andere organen van de stichting worden vastgelegd door de programmaraad, nadat deze de daarbij belanghebbenden daarover geraadpleegd heeft. Het door het programmabeleidbepalende orgaan vastgelegde programmastatuut behoeft instemming van hoofdredacteur en programmastaf. 2. De hoofdredacteur wordt door het programmabeleidbepalende orgaan aangesteld. : : * De hoofdredacteur kan uitsluitend op voordracht van het bestuur door het programmabeleidbepalende orgaan worden ontslagen; zodanig besluit dient — tevoren eveneens aan overleg met de programmastaf te worden onderworpen, indien het ontslag op journalistieke gronden wordt verleend. 3. Het bestuur kan de hoofdredacteur in de uitoefening van zijn functie voor onbepaalde tijd schorsen. — :—— — — De schorsing vervalt indien niet binnen een maand na het schorsingsbesluit — het in het tweede lid van dit artikel bedoelde overleg een aanvang heeft genomen. : ' -— -~ 4. . De overige leden van de programmastaf worden op voorstel van de hoofdredacteur en/of overige leden van de programmastaf benoemd door het bestuur, volgens door de programmaraad nader vast te stellen regelen. : — Ontslag wordt hen verleend door het bestuur na overleg met de ^ hoofdredacteur, programmastaf en het programmabeleidbepalende orgaan.— Wil het ontslag op. journalistieke gronden verleend kunnen worden, dan — behoeft het de voorafgaande instemming van de;hoofdredacteur en de programmastaf. — — — : — 5. Voor de inhoud van alle uitzendingen en voor alle werkzaamheden is de hoofdredacteur verantwoordelijk en jegens het programmabeleidbepalende — orgaan verantwoording verschuldigd. : :
6
Artikel 14 - Commissies en werkgroepen 1. Het bestuur kan commissies en werkgroepen instellen. 2. Bij reglement worden taak en werkwijze van commissies en werkgroepen vastgelegd. Artikel 15 - Jaarverslag - rapportage programmabeleidbepalend orgaan rekening en verantwoording 1. Het stichtingsjaar tevens boekjaar loopt van één januari tot en met éénendertig december. 2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting zodanig — aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. 3. Het bestuur stelt binnen zes maanden na afloop van het stichtingsjaar zijn jaarverslag op en de penningmeester doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. De jaarrekening wordt opgesteld conform de eisen die het Commissariaat voor de Media stelt en die zijn opgenomen in het Handboek Financiële Verantwoording Publieke Lokale Media-instellingen. 4. Het programmabeleidbepalende orgaan stelt binnen zes maanden na afloop — van het stichtingsjaar jaarlijkse rapportage aangaande het gevoerde en gerealiseerde programmabeleid, zoals vernoemd in artikel 11, lid 1 onder d, — vast. 5. De jaarstukken worden door het bestuur vastgesteld. 6. Na vaststelling kan door een ieder kennis worden genomen van het jaarverslag, de rapportage van het programmabeleidbepalende orgaan en de jaarstukken. 7. Het bestuur is verplicht bescheiden bedoeld in lid 3 en 4 tien jaar lang te bewaren. Artikel 16 - Statutenwijziging 1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen. 2. Het besluit tot statutenwijziging kan slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste tweederde van de uitgebrachte stemmen in een — vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Zijn in de vergadering waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde is — het vereiste aantal bestuurders niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan — na die vergadering een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan drie en niet later dan zes weken na de eerste vergadering. In de nieuwe vergadering kan het besluit tot statutenwijziging worden genomen met een meerderheid van ten minste tweederde van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders. — -——-— — ; -— 3. Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging — zal worden gedaan, dient dit steeds te worden vermeld. Tevens dient bij de — oproeping een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, te worden gevoegd. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee weken. 4. Een statutenwijziging treedt iń werking op het door het bestuur bepaalde tijdstip, maar niet eerder dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaaktBestuurders die bevoegd zijn tot vertegenwoordiging van de stichting zijn tevens bevoegd deze akte te doen verlijden.— — Het bestuur kan een of meer bestuurders en/of anderen, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, machtigen de akte van statutenwijziging te.doen verlijden. :
:
:
Een verleende machtiging sluit, tenzij daarin anders is vermeld, de bevoegdheid in tot het verlenen van opdracht aan de notaris. Artikel 17 - Fusie; splitsing; omzetting Op een besluit van het bestuur tot fusie of splitsing in de zin van Titel 7 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en op een besluit van het bestuur tot omzetting van de stichting in een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 2:18 Burgerlijk Wetboek, is het — bepaalde in de leden 2 en 3 van het vorige artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, onverminderd de eisen van de wet. Artikel 18 - Ontbinding en vereffening 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het besluit tot ontbinding is het bepaalde in artikel 16, leden 2 en 3 zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. 2. Het bestuur stelt bij zijn besluit tot ontbinding de bestemming vast van een eventueel batig saldo. I n ieder geval komt een eventueel batig saldo toe aan — een Algemeen Nut Beogende I nstelling met een soortgelijke doelstelling als —dat van de stichting of aan een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke doelstelling heeft als dat van de stichting. 3. De vereffening geschiedt door de bestuurders, tenzij bij het besluit tot ontbinding een of meer andere vereffenaars zijn benoemd. Artikel 19 - Slotbepaling In alle gevallen, waarin deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur. — Slotverklaring — Tenslotte is dÔor de oprichters verklaard: 1. Het aantal bestuurders is vastgesteld op vijf. : Benoemd zijn tot bestuurder in de achter hun naam vermelde functie: 1. mevrouw Jacoba Klaske Hendrika Bronsgeest, geboren te Maasbracht op vier april negentienhonderd achtenveertig, wonende Zuiderplantsoen 29, 1621 MA Hoorn, voorzitter; 2. mevrouw Natasja Daniëlle Pijper, geboren te Noorder-Koggenland op vijftien mei negentienhonderd negenenzeventig, wonende Baljuwstraat 61, 1671 KT Medemblik, penningmeester; ' —— 3. de heer Gerardus Cornells Maria Poppelier, geboren te Amsterdam op — negen juli negentienhonderd, eenenvijftig, wonende Lobeliastraat 2 3 , , — — 1616 XH Hoogkarspel, secretaris; ———— 4. de heer Johannes Petrus Nicolaas Besseling, geboren te Stede Broec op drieëntwintig maart, negentienhonderd drieën negentig, wonende Bourgondiëweg 22,1611 W J Boyenkarspel, algemeen bestuurslid; — 5,. de heer Rolf Ernst Philip Overdijk, geboren te Amsterdam op twaalf — oktober nęgentienhonderd drieënvijftig, wonende Koriander 30, 1689 NZ Zwaag, algemeen bestuurslid.:— — 2. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op eenendertig december — - - — ~ veertien. — ~ 3. . Het adres van de stichting is: Grote Beer 5 A, 1622 E S Hoorn.— Aangehechte Stukken * Aan deze akte zijn geen annexen gehecht. Slot— ' ^ — — ; — : De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend en hun identiteit is door mij, notaris, aan de hand van de hiervoor vermelde documenten vastgesteld, —^ D E Z E A K T E is opgemaakt te Benningbroek op de datum aan het begin van deze akte vermeld. ; — ?
8
Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte en een toelichting daarop aan — de verschenen personen hebben zij verklaard tijdig voor het passeren daarvan — kennis te hebben genomen. De verschenen personen hebben vervolgens verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen en met de inhoud in te stemmen. Onmiddellijk daarna is de akte beperkt voorgelezen en door de verschenen personen en daarna door mij, notaris, ondertekend. (Volgt ondertekening) U I T G E G E V E N VOOR A F S C H R I F T :
7:
9)
Uittreksel Handelsregister Kamer van Koophandel ^ B
e
Doc. nr.: ŗ
KvK-nummer 41235379
Pagina 1 (van 2) Rechtspersoon RSIN Rechtsvorm Statutaire naam Statutaire zetel Datum akte van oprichting Datum akte laatste statutenwijziging Activiteiten
806831133 Stichting Stichting Radio Ä Televisie West-Friesland (RTW) Stede-Broec 25-05-1988 29-10-2009 SBI-code: 6010 - Radio-omroepen SBI-code: 6020 - Televisie-omroepen
Vestiging Vestígingsnummer Naam Bezoekadres Postadres Telefoonnummer Faxnummer Internetadres E-mailadres Datum vestiging Activiteiten
000020845294 Stichting Radio Ä Televisie West-Friesland (RTW) Transportweg 1,1619BG Andijk Postbus 4004,1620HA Hoorn Nh 0229237777 0229245666 www.mix724.nl
[email protected] 01-06-2005 (datum registratie: 09-08-2010) SBI-code: 6010 - Radio-omroepen SBI-code: 6020 - Televisie-omroepen Omroeporganisatie; studio en redactieruimte
Bestuurders Naam Geboortedatum en -plaats Datum in functie Titel Bevoegdheid Naam Geboortedatum en -plaats Datum in functie Titel Bevoegdheid Naam Geboortedatum en -plaats Datum in functie
Waarmerk •s ķ
Kwast, Marcel 30-04-1969, Enkhuizen 31-08-2008 Bestuurslid Gezamenlijk bevoegd (met andere bestuurder®, zie statuten) Maret, Robert jan Rudolf 06-04-1971, Medemblik 31-08-2008 Penningmeester Gezamenlijk bevoegd (met andere bestuurder®, zie statuten) Terpstra, Gerke 27-06-1959, Sneek 09-03-2010
D l t u i t t r e k s e l
l s
gewaarmerkt met een digitale handtekening en Is een officieel bewijs van inschrijving in het Handelsregister. In Adobe kunt u de handtekening bovenin het scherm controleren. Meer informatie hierover vindt u op www.lcvk.nl/egd. Oe Kamer van Koophandel adviseert dit uittreksel alleen digitaai te gebruiken zodat de integriteit van het document gewaarborgd en de ondertekening verifieerbaar blijft.
hoortb,i
4 Ą - — ~
Uittreksel Handelsregister Kamer van Koophandel
ES»
KvK-nummer 41235379
Pagina 2 (van 2) Voorzitter Alleen/zelfstandig bevoegd
Titel Bevoegdheid Naam Geboortedatum en -plaats Datum in functie Bevoegdheid Naam Geboortedatum en -plaats Datum in functie Bevoegdheid
Zuidhoff, Nicolaas Jacob 14-11-1970, Haskerland 01-10-2013 (datum registratie: 12-11-2013) Gezamenlijk bevoegd (met andere bestuurders), zie statuten) Mol, Johannes Clemens Maria 17-05-1948, Wervershoof 01-10-2013 (datum registratie: 12-11-2013) Gezamenlijk bevoegd (met andere bestuurder®, zie statuten)
Uittreksel is vervaardigd op 09-05-2014 om 12.50 uur.
Waarm6rk iļ i, ^
D i t u i t t ľ e k s e l
l s
gewaarmerkt met een digitale handtekening en is een officieel bewijs van inschrijving In het Handelsregister. In Adobe kunt u de handtekening bovenin het scherm controleren. Meer informatie hierover vindt u op www.kvk.nl/egd. De Kamer van Koophandel adviseert dit uittreksel alleen digitaal te gebruiken zodat de Integriteit van het document gewaarborgd en de ondertekening verifieerbaar blijft.
Bijlage hoort*») Doc. nr. 14) N
STATUTENWIJZIGING STICHTING 3522272/mm Op negenentwintig oktober tweeduizend negen verschenen voor mij, Michael Joseph Moeskops, notaris gevestigd te Hoorn: 1. de heer Pierre Maria Gemma Paulus Janssens, wonende te 1621 BZ Hoorn, Grote Oost — 110, geboren te Venlo op twaalf mei negentienhonderd veertig, houder van Nederlands — rijbewijs met nummer 4775150507; 2. de heer Gerhardus Johannes Jozef Gerritsen, wonende te 1607 BC Hem, Veilingstraat 3, — geboren te Hoogkarspel op eenendertig december negentienhonderd zestig, houder van — Nederlandsrijbewijsmet nummer 4177800000; 3. de heer Robert Jan Rudolf Maret, wonende te 1619 XT Andijk, Meander 36, geboren te — Medemblik op zes april negentienhonderd eenenzeventig, houder van Nederlands rijbewijs met nummer 3171711374, te dezen handelend in hun hoedanigheid van respectievelijk voorzitter, secretaris en penningmeester van de stichting: Stichtln2 Radio/Televisie West-Friesland (R.T.W.). statutair gevestigd te Stede Broec, feitelijk adres: Oosterblokker 53, 1696 BB Oosterblokker, ~ ingeschreven in het handelsregister onder nummer 41235379, hierna te noemen: de stichting. ~ zulks ter uitvoering van het hierna te melden besluit van het bestuur van de stichting. De comparanten, handelend als gemeld, verklaarden: de stichting is opgericht bij akte op vijfentwintig maart negentienhonderd achtentachtig — verleden voor notaris N.J. van Duin te Hoorn, bij welke akte tevens de statuten van de stichting werden vastgesteld; de statuten van de stichting zijn: algeheel gewijzigd bij akte op elf oktober negentienhonderd negentig verleden voor — genoemde notaris Van Duin; gedeeltelijk gewijzigd bij akte op vijfentwintig februari negentienhonderd vierennegentig verleden voor notaris mr. E. Postmus te Hoorn; gedeeltelijk gewijzigd bij akte op negen juni negentienhonderd achtennegentig verleden voor notaris mr. H.C. Willemsen te Heerhugowaard; nadien zijn de statuten van de stichting niet meer gewijzigd; in de vergadering van het bestuur van de stichting de dato tweeëntwintig oktober tweeduizend negen heeft het bestuur van de stichting besloten tot een algehele wijziging — van de statuten, waarvan blijkt uit het aan deze akte gehechte exemplaar van de notulen — van die vergadering; terzake van deze vergadering is voldaan aan de vereisten inzake oproeping, quorum en besluitvorming; op grond van het gestelde in artikel lid van de vigerende statuten van de stichting zijn zij vertegenwoordigingsbevoegd. De comparanten, handelend als gemeld, verklaarden dat ter uitvoering van het bestuursbesluit de statuten van de stichting met ingang van heden luiden als volgt: Naam Artikel 1 De stichting draagt de naam: Stichting Radio A Televisie West-Friesland fRTW)
Zetel Artikel 2 De stichting heeft haar zetel in Drechterland en functioneert als lokale media-instelling zoals — bedoeld in artikel 2.61 van de Mediawet 2008. Artikel 3 De stichting stelt zich uitsluitend of hoofdzakelijk ten doel het op lokaal niveau uitvoeren van de publieke media-opdracht door het verzorgen van media-aanbod dat gericht is op de bevrediging van maatschappelijke behoeften die in een gemeente leven en het verrichten van ~ alle activiteiten die nodig zijn om daarmee een publieke taak te vervullen. Het media-aanbod is bestemd voor het de gemeenten: Andijk, Drechterland, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Stede Broec en Wervershoof. (hierna: de gemeenten). Begunstigers 1. Begunstigers zijn zij die zich bereid verklaard hebben de stichtingfinancieelte steunen — met een door het bestuur vast te stellen minimum bijdrage. 2. Het bestuur beslist omtrent de toelating van begunstigers. 3. De rechten en plichten van een begunstiger kunnen te allen tijde wederzijds door opzegging worden beëindigd. 4. De begunstigers zijn gehouden tot het betalen van de bijdrage, die door het bestuur is vastgesteld. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die een verschillende — 5.
Begunstigers hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd. Geldmiddelen Artikel 5 1. De geldmiddelen van de stichting bestaan uit de bijdragen van de begunstigers, uit eventuele uitgifte van een programmablad, uit de eventuele verkrijging in gevolge erfstellingen, legaten en schenkingen en ten slotte uit overige geoorloofde baten. 2. De stichting is niet dienstbaar aan het maken van winst door derden. Bestuur Artikel 6 1. Het bestuur bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste negen personen, waarvan er één bindend ter benoeming wordt voorgedragen door het programmabeleidbepalend orgaan — (PBO). Het aantal leden wordt door het bestuur vastgesteld. 2. De voorzitter, secretaris en penningmeester worden in functie benoemd. 3. Bij huishoudelijk reglement worden nader regelen aangaande de bestuurssamenstelling — genoemd. 4. De bestuurders worden door het bestuur benoemd uit één of meer voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 5. Behoudens het in lid 1 van dit artikel bepaalde zijn tot het opmaken van zulk een voordracht bevoegd zowel het bestuur als leden van het bestuur. 5. Aan elke voordracht, met uitzondering van de voordracht van het PBO, kan het bindend ~ karakter worden ontnomen door een met tenminste twee/derde van de uitgebrachte
N
6.
O
T
A
R
I
S
S
E
N
stemmen genomen besluit van het bestuur, genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de bestuursleden tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit het bestuur overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is het bestuur vrij in de ~
7.
Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt die benoeming uit die voordrachten. 8. Bij het onstaan van één (of meer) vacature(s) in het bestuur, zullen de overblijvende bestuursleden (of zal het enig overblijvend bestuurslid) zo spoedig mogelijk na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van één (of meer) opvolger(s). 9. Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook één (of meer) leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enig overgebleven bestuurslid niettemin een wettig bestuur. 10. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op een vergoeding van de door hen gemaakte kosten. Einde bestuurslidmaatschap 1. Het bestuurslidmaatschap eindigt: a. door het schriftelijk bedanken door het bestuurslid; b. door het overlijden van een bestuurslid; c. door het verlies van het vrije beheer van het bestuurslid over zijn vermogen; d. door ontslag van het bestuurslid door de overige bestuursleden; e. aan het einde van de zittingsperiode volgens het rooster van aftreden; f. door ontslag door de Rechtbank op grond van het bepaalde artikel 298 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 2. Een bestuursbesluit tot ontslag van een bestuurslid kan slechts rechtsgeldig worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal op dat moment — zitting hebbende bestuursleden in een vergadering, waarvoor een zodanig voorstel op de — agenda is geplaatst. Het betrokken bestuurslid krijgt voordat de stemming over het ontslag wordt gehouden de gelegenheid zijn standpunt in deze vergadering uiteen te zetten en te verdedigen, doch neemt niet deel aan de stemming over het ontslag zelf en ook wordt hij voor deze stemming niet gezien als zitting hebbend bestuurslid, zoals hij voor de berekening van het gestelde quorum niet wordt meegerekend. Bestuursvergaderingen en besluitvorming in het bestuur Artikel 8 1. Ieder kalender kwartaal wordt ten minst één vergadering gehouden. 2. Vergaderingen zullen voorst telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien één der andere bestuursleden daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave der te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de vereiste formaliteiten.
3.
4. 5.
De oproeping tot de vergadering geschiedt behoudens het in lid 2 bepaalde door de voorzitter tenminste vijf dagen tevoren, de dag der oproeping en die der vergadering niet meegerekend, door middel van oproepingsbrieven dan wel via een elektronische oproep ~ via e-mail, SMS of ander persoonlijk contact. De oproep vermeldt, behalve plaatse en tijdstip van de vergadering, de te behandelen
Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, — mits met algemene stemmen, ook als zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen. 6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf een voorzitter aan. 7. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één van de andere aanwezigen. De notulen worden vastgesteld in de eerstvolgende ~ vergadering. De concept notulen worden kort na de vergadering ter controle aangeboden aan de aanwezige bestuursleden. 8. Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen in een meerderheid van het aantal in functie zijnde bestuursleden bij de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurslid kan zich door een medebestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter der vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden. 9. Het bestuur kan ook buiten een vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, of dan wel via een elektronische oproep via e-mail, — SMS of ander persoonlijk contact hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit — wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd. 10. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voorzover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen. ~ Onder volstrekte meerderheid van stemmen wordt in deze statuten verstaan het behalen — van meer dan de helft van de geldig uitgebrachte stemmen. 11. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden dit voor de stemming — verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ondertekende gesloten briefjes. 12. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht 13. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter. ~ Bestuurstaak en vertegenwoordiging Artikel 9 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. 2. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door andere organen van de stichting.
N
3.
O
T
A
R
I
S
S
E
N
Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen vervreemden of — bezwaren van registergoederen. 4. Het bestuur is niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de stichting zich — als borg of hoofdelijke medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt. 5. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter alleen of door twee andere bestuursleden. Dagelijks bestuur Artikel 10 1. Het dagelijks bestuur wordt gevormd door de voorzitter, secretaris en de penningmeester — of één van diens vervangers. 2. Het dagelijks bestuur is belast met de behartiging van de dagelijkse gang van zaken alsmede de voorbereiding en uitvoering van bestuursbesluiten. Rooster van aftreden Artikel 11 1. Bestuursleden hebben zitting voor een periode van drie jaren. Elk jaar treedt een evenredig deel van de bestuursleden af volgens rooster. Een volgens rooster aftreden bestuurslid is terstond herbenoembaar doch ten hoogste tweemaal de maximale benoemingstermijn. 2. Herbenoeming betekent niet zonder meer herbenoeming in de functie welke de betrokkene voor zijn aftreden in het bestuur vervulde. 3. Bij uitbreiding van het aantal bestuursleden wordt bij de benoeming van het nieuwe bestuurslid tevens zijn plaas op het rooster van aftreden vastgesteld. Programmaraad Artikel 12 1. De stichting kent een programmaraad (het programmabeleidbepalend orgaan, hierna: het PBO). Het PBO bepaalt met uitzondering van ieder ander orgaan het beleid voor het media-aanbod en is representatief voor de belangrijkste in de gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. Het PBO stelt een, — aan het Commissariaat voor de Media te overleggen, jaarlijkse rapportage op aangaande — het gevoerde en gerealiseerde media-aanbodbeleid. 2. Het PBO dient een brede vertegenwoordiging van het maatschappelijk leven binnen de — gemeenten te vormen en bestaat uit ten minste vijf leden, doch zal deze niet een zodanige omvang hebben dat een goed functioneren wordt belemmerd. 3. Het PBO is representatief voor de belangrijkste in de gemeenten voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen en beschikt als geheel over voldoende kennis van de informatiebehoeften van bevolkings- en leeftijdsgroepen van verschillende omvang en samenstelling. De vertegenwoordiging van het PBO bevat ten minste de volgende maatschappelijke stromingen: Cultuur, Sport, Zorg en Welzijn, Onderwijs, Bedrijfsleven, Werknemers, Geestelijke stromingen en etnische groeperingen maar kan desgewenst worden uitgebreid met vertegenwoordigers uit aanvullende stromingen die noodzakelijk zijn om haar taken — uit te voeren. Naast leden die een maatschappelijke stroming vertegenwoordigen bestaat de mogelijkheid
dat onafhankelijke leden zitting hebben in het PBO. Het aantal onafhankelijke leden mag niet meer dan een vierde van het totaal aantal leden van het PBO bedragen. 4. Het PBO wijst uit haar midden een voorzitter een secretaris aan. Zij kan voor elk hunner ~ een vervanger aanwijzen. 5. De vergaderingen van het PBO worden bijgewoond door een vertegenwoordiger van het bestuur. Het bestuurslid heeft een adviserende stem. 6. Om er op toe te kunnen zien dat het door hem vastgestelde programmabeleid ook wordt ~ uitgevoerd, dient het PBO ten minste drie keer per jaar bijeen te komen. Ten behoeve van de jaarlijkse rapportage dienen van deze vergaderingen notulen te worden gemaakt om aan het Commissariaat ter beschikking te worden gesteld. 7. Een vacature in het PBO dient, met uitzondering van die voor etnische en culturele minderheden, binnen zes maanden te zijn vervuld. 8. Ter bevestiging van de positie die het PBO inneemt binnen de lokale publieke media instelling, dient het PBO jaarlijks te rapporteren over zijn werkzaamheden en zijn betrokkenheid bij het programmabeleid. Programma of Redactiestatuut Artikel 13 1. De stichting kent een programmastatuut, ook wel redactiestatuut genoemd dat door het — bestuur wordt vastgesteld. Dit redactiestatuut beschrijft hoe taken en verantwoordelijkheden van medewerkers binnen de stichting functioneren. Dit redactiestatuut wordt als bekend verondersteld bij elke medewerker. 2. Het bestuur kan een medewerker aanwijzen die eindverantwoordelijk is voor de door de — omroep gemaakte media producties. De functienaam hiervoor is: eindredacteur. Zonder — een dergelijke aanwijzing is het bestuur belast met de taken van de eindredacteur. De benoeming van de functie van eindredacteur geschiedt schriftelijk. Alle overige programma redacteuren worden van deze benoeming in kennis gesteld. De eindredacteur kan uitsluitend op voordracht van het dagelijks bestuur worden ontslagen; zodanig besluit dient tevoren eveneens aan overleg met de overige programmamakers te worden onderworpen, indien het ontslag op journalistieke gronden — 3.
Het dagelijks bestuur kan de eindredacteur in de uitoefening van zijn taak voor onbepaalde tijd schorsen. Deze schorsing vervalt indien niet binnen een maand na dit besluit de overige programma redacteuren gelegenheid is geboden tot overleg. 4. De overige programma redacteuren worden op voorstel van de eindredacteur en/of de overige leden van de programma redacteuren benoemd door het dagelijks bestuur, volgens regelen nader vast te stellen door het bestuur. Ontslag wordt hen verleend door het dagelijks bestuur, na overleg met de eindredacteur en de programma redacteuren. Wil het ontslag op journalistieke gronden genomen kunnen worden, dan behoeft het de voorgaande instemming van de hoofdredacteur en de programma redacteuren. 5. Voor de inhoud van alle media producties en alle werkzaamheden is de eindredacteur verantwoordelijk en jegens het bestuur verantwoording schuldig. Commissies en werkgroepen Artikel 141. Het bestuur kan commissies en werkgroepen jo^pe^r o n instellen. \
N
O
T
A
R
S
S
E
N
2. Bij reglement worden taak en werkwijze van commissies en werkgroepen vastgelegd. Begroting Jaarverslag en Verantwoording Artikel 15 1. Het stichtingsjaar tevens boekjaar loopt van één januari tot en met eenendertig december ~ van ieder jaar. 2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting zodanig aantekening te houden dat daaruit te allen tijden haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. — 3. Het bestuur stelt binnen zes maanden na afloop van het stichtingsjaar zijn jaarverslag op en de penningmeester doet, onder overlegging van een balans en een status van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen jaar gevoerde bestuur. 4. De jaarstukken worden door het bestuur vastgesteld. 5. Van het jaarverslag maakt de jaarlijkse rapportage aangaande het gevoerde en gerealiseerde programmabeleid, deel uit. 6. Na vaststelling kan door eenieder kennis worden genomen van het jaarverslag en van de — jaarstukkea 7. Het bestuur is verplicht bescheiden bedoeld in lid 3 vijfjaar lang te bewaren, tenzij een — wettelijke maatregel een langere periode eist. 8. De door het bestuur opgestelde begroting en jaarrekening dienen jaarlijks gecontroleerd te worden door een deskundige. Na goedkeuring wordt de penningmeester décharge verleend. Statutenwijziging Artikel 16 1. In de statuten van de stichting kan geen verandering worden aangebracht dan door een besluit van het bestuur, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. 2. Zij die de oproeping tot een vergadering van het bestuur ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel tot hun beschikking hebben. Bovendien wordt een afschrift als — hiervoor is bedoeld aan alle leden van het bestuur toegezonden. 3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten miste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste twee/derde van het voltallig bestuur, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat, aanwezig of vertegenwoordigd is. Is niet twee/derde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal bestuursleden, kan worden besloten, mits met ten minste twee/derde van de uitgebrachte — stemmen. 4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd. Ontbinding Artikel 171. De stichting kan worden ontbonden door een besluit van het bestuur. Het bepaalde in de — leden 1,2 en 3 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing. 2. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting.
A
Bij het besluit tot ontbinding kan echter ook een andere bestemming aan het batig saldo — Huishoudelijk reglement Artikel 181. Het bestuur stelt een huishoudelijk reglement vast. 2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de Wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met deze statuten. 3. Het bestuur is te allen tijden bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen. 4. Op de vaststelling, wijziging of opheffing van het reglement is het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van artikel 16 van overeenkomstige toepassing. Slotbepaling In alle gevallen, waarin deze statuten niet voorzien beslist het bestuur. SLOT Waarvan akte, in minuut opgemaakt is verleden te Hoorn op de datum in het hoofd van deze — akte gemeld. De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend. De zakelijke inhoud van de akte is aan hen opgegeven en toegelicht. De verschenen personen hebben verklaard van de inhoud van deze — akte te hebben kennis genomen en met beperkte voorlezing daarvan in te stemmen. De identiteit van de bij deze akte betrokken verschenen personen is, voor zover nodig, door mij, ~ notaris, aan de hand van de hiervoor gemelde en daartoe bestemde documenten vastgesteld. — Vervolgens is deze akte beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de verschenen personen en vervolgens door mij, notaris. (Volgt ondertekening) UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT:
S'
Nr.:
Ingekomen
F M 103.9
S
Commissariaat voor de Media t.a.v. de heer J.Blonk Postbus 1426 1200 B K Hilversum
107.4
Z i g g o tv k a n a a l 31
ĥ MEI
1
2014
«iQWW!ffl»^M'»' « - ' r ma i
i
Į
Afgedaan;
Andijk, 13 mei 2014
Onderwerp: Herinnering inzake aanvraag aanwijzing lokale publieke mediainstelling Uw schrijven d.d. 06 maart 2014 Uw kenmerk 622799623381
Geachte heer Blonk, Naar aanleiding van uw verzoek sturen wij u hierbij de gevraagde gegevens inzake de aanvraag aanwijzing lokale publieke media-instelling voor Stichting Radio/Televisie West-Friesland.
Wij gaan er vanuit u hiermede voldoende te hebben ingelicht.
Met vriendelijke groeten KLINKT GEW OON
BETER
MIX Gerke Terpstra Voorzitter
Stichting Radio en Televisie West-Friesland
P o s t b u s 4 0 0 4 , I62GHA H o o r n TeL (0229) 23 77 77
[email protected] www.mix72'l.nl
.
K.v.K. 4 1 2 3 5 3 7 9
B T W nr.: NI .30(38.31.207.R01 BAN: NL83 RABO 0320.758500 BIC: R A R O N I 2U
O p al onze leveringen
e
n
d i e n s t e n zijn d e a l g e m e n e voorwaarden van k r a c h t
Minimi in ii 11 nu nu i MINIMI in nu i li mi 11 li ui 11 ii ii
COMMISSARIAAT VODR DE MEDI A
(bijlage A) AANVRAAG AANWI JZI NG INSTELLING Statutaire naam:
H \ 4 r . ^ k ^
Statbn-call:
....^ļ.Ź.Ęr&i. ..feŞLS&à
Correspondentieadres:
LOKALE
P U B LI E K E
MEDI A-
Hf^.fľí
Studìoadres:
ľĩ^^.^.^^....S
Telefoonnummer:
QŽ}.^~...33.^.Ŗ^.Şr.
Faxnummer.
(įZZïì..~.
E-malladres:
.^fë(^.ÌÛ.^Ž^.:..^k
Internetadres:
^..r^..5^...T....bI^^^^
Contactpersoon:
. . ^ r . . ^ ľ . . ^ : .h ... ?.^.^ĩľ
Telefoonnummer
.O.^...r..7rT.?.^^if?.^.T^.
Voor de gemeénte(n):
.
..^r^^ÁŬÁ.
(tijdens kantooruren)
Jtíā:S^Ř^^
Deze aanvraag gaat vergezeld van:
^ T & O e g C o E c ^
b ^ C ^ Ĉ - U k ^
•^uittreksel inschrijving bij de Kamer van Koophandel yć samenstelling programmabeleidbepalend orgaan (bijlage B) ^
notarieel vastgestelde statuten D voorstel tot statutenwijziging
^redactiestatuut
y
Nv/? (^Q^Q^^TĨ
f V ^ / ^ X ^ V "
İŨ h uish oudelijk reglement J 0 overeenkomsten)
Datum
...\1-Ž..z2?.}h....
Handtekening voorzitter
3 Ŵ^SCrzA Versie: okt 2010
i
1
COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA
Toelichting advies gemeenteraad bij aanvraag aanwijzing als lokale publieke media-instelling 1. Algemeen De wetgever heeft gekozen voor een systeem waarbij per gemeente, voor de termijn van vijfjaar, één lokale publieke media-instelling kan worden aangewezen. De media-instelling dient hiertoe een aanvraag in te dienen bij het Commissariaat voor de Media. Een al bestaande instelling dient dit te doen zes maanden voor afloop van de aanwijzingstermijn van vijfjaar. De aan te wijzen mediainstelling wordt geacht lokaal gebonden informatie te verschaffen en te fungeren als communicatiemogelijkheid voor mensen uit de desbetreffende lokale gemeenschap. Met name omdat er slechts ruimte is voor één lokale media-instelling is het van groot belang dat deze representatief is voor de gehele gemeenschap. Deze representativiteit moet tot uitdrukking komen in de samenstelling van het orgaan dat het programmabeleid van de media-instelling bepaalt. Dit orgaan, het zogeheten programmabeleidbepalende orgaan (pbo), kan het algemeen bestuur van de media-instelling zijn, maar door de meeste media-instellingen is voor het bepalen van het media-aanbodbeleid een afzonderlijk orgaan in het leven geroepen. In beide gevallen dient dit pbo zodanig te zijn samengesteld dat het representatief is voor de belangrijkste in de gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. Naar aanleiding van het voorstel Wet dualisering gemeentelijke medebewindbevoegdheden heeft de Raad van State geadviseerd, dat de gemeenteraad, als het representatieve orgaan van de gemeente, het aangewezen orgaan is en blijft om te adviseren over de representativiteit van de lokale mediainstelling.
2. De adviesaanvraag Het Commissariaat streeft ernaar binnen vier weken na ontvangst van de complete aanwijzingsaanvraag de raad van de betrokken gemeente(n) te verzoeken een advies uit te brengen over de vraag of de media-instelling voldoet aan de eisen die de Mediawet stelt.
3. Het advies van de gemeenteraad Ingevolge artikel 2.62, eerste lid, van de Mediawet kan het Commissariaat pas een aanwijzingsbesluit nemen als de raad van de desbetreffende gemeente het Commissariaat heeft geadviseerd over de vraag of de instelling voldoet aan de eisen die de Mediawet in artikel 2.61, tweede lid stelt. De gemeenteraad dient derhalve de volgende vragen te beantwoorden: a. is de lokale publieke media-instelling een rechtspersoon naar Nederlands recht met volledige rechtsbevoegdheid? b. stelt de lokale publieke media-instelling zich blijkens haar statuten uitsluitend of hoofdzakelijk ten doel het op lokaal niveau uitvoeren van de publieke mediaopdracht door het verzorgen van mediaaanbod dat gericht is op de bevrediging van maatschappelijke behoeften die in een gemeente leven, en het verrichten van alle activiteiten die nodig zijn om daarmee een publieke taak te vervullen? c. heeft de lokale publieke media-instelling een orgaan dat het beleid voor het media-aanbod bepaalt? d. heeft het orgaan van de lokale publieke media-instelling dat het media-aanbodbeleid bepaalt, het pbo, een zodanige samenstelling dat het representatief is voor de belangrijkste in de gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen? Aan de hand van de stukken die bij de adviesaanvraag aan de gemeente zijn gevoegd, kan de gemeenteraad op de bovengenoemde onderdelen een advies uitbrengen.
Versie: okt. 2010
1
1
COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA
Ad a. een rechtspersoon naar Nederlands recht met volledige rechtsbevoegdheid
Er is sprake van een media-instelling met volledige rechtsbevoegdheid als de statuten van deze instelling zijn opgenomen in een notariële akte en haar rechtsbevoegdheid - de bevoegdheid om subject van vermogensrechten te zijn - niet statutair is beperkt. Alvorens het Commissariaat advies vraagt aan de gemeente heeft het Commissariaat zich er al van vergewist dat aan deze eis wordt voldaan. Met andere woorden: de bij de adviesaanvraag meegezonden statuten voldoen aan deze eis. Ad b. de statutaire doelstelling van de lokale publieke media-instelling_
Indien deze doelstelling ontbreekt in de statuten van de media-instelling dan zal haar aanwijzingsaanvraag niet om advies aan de gemeente worden gezonden. Bovendien zal het Commissariaat aan een andere formulering dan die van artikel 2.61, tweede lid, aanhef en onder b, van de Mediawet zijn goedkeuring onthouden. Met andere woorden: de bij de adviesaanvraag van het Commissariaat meegezonden statuten voldoen aan dit vereiste. Ad c. de lokale publieke media-instelling heeft een pbo
Indien de media-instelling in haar statuten niet heeft bepaald dat er een orgaan is dat, met uitzondering van ieder ander orgaan, het media-aanbodbeleid bepaalt, dan zal haar aanvraag niet om advies aan de gemeente worden gezonden. Met andere woorden: de bij de adviesaanvraag van het Commissariaat meegezonden statuten voldoen aan dit vereiste. Ad d. het pbo is representatief samengesteld
De kern van de gemeentelijke advisering richt zich op de vraag of het orgaan van de media-instelling dat het media-aanbodbeleid bepaalt een zodanige samenstelling heeft dat het representatief is voor de belangrijkste in de gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen.
4. Het pbo en de representativiteit De representativiteit van het pbo komt tot uitdrukking in de samenstelling van dit orgaan. Hoewel de wetgever het begrip representativiteit niet nader heeft omschreven, kunnen de in artikel 2.61, tweede lid, aanhef en onder c, van de Mediawet genoemde hoofdstromingen worden onderverdeeld in meer concreet aan te duiden sectoren van de samenleving binnen een gemeente. In het pbo kunnen afgevaardigden van instellingen/organisaties zitting hebben die de volgende stromingen vertegenwoordigen: - maatschappelijke zorg en welzijn; - cultuur en kunst; - kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag; - onderwijs en educatie; - werkgevers; - werknemers; - etnische en culturele minderheden; - sport en recreatie; - jongeren; - ouderen; - vrouwen; - agrarische sector. Deze opsomming is vanzelfsprekend niet limitatief. Het is uiteindelijk de gemeenteraad, door middel van zijn advies aan het Commissariaat over de representativiteit van het pbo, die bepaalt welke stromingen voor de lokale gemeenschap van zoveel belang zijn dat zij in ieder geval een stem moeten hebben in het orgaan dat het media-aanbodbeleid van de media-instelling vaststelt. In het kader van het begrip representativiteit gaat het om een weging en niet slechts om het resultaat van een optelsom van de al dan niet vertegenwoordigde stromingen in het pbo. Daarbij merkt het Commissariaat op dat de media-instelling is aanbevolen, alvorens concreet aan te geven welke sectoren in het pbo vertegenwoordigd moeten zijn, in overleg te treden met het gemeentebestuur. Indien het
Versie: okt. 2010
2
COMMISSARIAAT VDOR DE MEDIA
gemeentebestuur van oordeel is dat de statuten een andere opsomming behoeven - het kan zelfs zo zijn dat een van de genoemde stromingen niet voorkomt in de gemeente - dan dient dat in het advies te worden opgenomen. Uiteraard dienen alleen die stromingen/sectoren in de statuten te worden vermeld die ook daadwerkelijk vertegenwoordigd kunnen worden. De media-instelling dient zich statutair de verplichting op te leggen dat de belangrijkste stromingen te allen tijde in het pbo vertegenwoordigd zullen zijn, opdat de representativiteit gegarandeerd is. Hoewel een brede vertegenwoordiging van het maatschappelijke spectrum belangrijk is, moet worden voorkomen dat het pbo een zo grote omvang krijgt dat het niet kan functioneren. Waar mogelijk verdient het aanbeveling dat de media-instelling koepelorganisaties benadert om een afgevaardigde aan te wijzen. Desgewenst kunnen de statuten ruimte bieden om leden op persoonlijke titel in het pbo te benoemen. In dat geval dient de gemeente erop toe te zien dat de leden die een stroming vertegenwoordigen - de representatieve leden - een ruime meerderheid vormen ten opzichte van de leden op persoonlijke titel. a.
de vertegenwoordiging van etnische en culturele minderheden
Met betrekking tot de stroming etnische en culturele minderheden gaat het Commissariaat ervan uit dat deze blijvend wordt opgenomen in de statuten en daardoor in het pbo. Nederland is in de loop van de laatste decennia een multiculturele samenleving geworden, wat zichtbaar hoort te zijn in, onder meer, het media-aanbod van de media-instellingen. Het Commissariaat streeft ernaar dat door middel van de vertegenwoordiging in het pbo de betrokkenheid van etnische en culturele minderheden, met name migranten, bij de lokale mediadiensten wordt bevorderd. Ook een afgevaardigde van Amnesty International of Vluchtelingenwerk kan als vertegenwoordiger van deze stroming zitting nemen in het pbo. Als niet direct een vertegenwoordiger van deze stroming is te vinden, dringt het Commissariaat er bij de media-instelling op aan te blijven zoeken en alert te blijven volgen of er binnen de gemeente(n) ontwikkelingen plaatsvinden met betrekking tot de minderheden. Het gemeentebestuur kan hierbij een initiërende of adviserende rol spelen. b.
meerdere gemeenten of dorpskernen
Indien de aanwijzingsaanvraag betrekking heeft op meerdere gemeenten dan wel op een gemeente die bestaat uit meerdere dorpskernen, dient daarmee bij de samenstelling van het pbo rekening te worden gehouden. Het advies van het Commissariaat aan de media-instelling is in deze gevallen waar mogelijk te kiezen voor afgevaardigden van overkoepelende organisaties en te streven naar een evenwichtige (wellicht: evenredige) verdeling van de pbo-leden naar gemeente en/of dorpskern. Een aanvraag tot toewijzing van zendtijd voor meerdere gemeenten wordt mede beoordeeld aan de hand van de Beleidsregels lokaal publiek media-aanbod voor twee of meer gemeenten. c.
overheidsvertegenwoordiging in het pbo
In verband met de noodzakelijke scheiding tussen overheid en media-instelling is het Commissariaat geen voorstander van de benoeming van gemeenteraadsleden of leden van een commissie als bedoeld in Hoofdstuk V van de Gemeentewet in het pbo. 5. De beoordeling van de representativiteit a.
advies inzake aanwijzingsaanvraag
Het Commissariaat is van mening dat het bij de aanvraag tot aanwijzing als lokale publieke mediainstelling behorende overzicht van de samenstelling van het pbo door de gemeente kritisch onderzocht moet worden. Een overzicht met namen van personen en instellingen die hen hebben afgevaardigd geeft immers geen inzicht in de wijze waarop deze personen zijn benaderd en wat hen is voorgehouden met betrekking tot de werkzaamheden van het pbo. Zoals gezegd gaat het bij het begrip representativiteit niet slechts om het optellen en aftrekken van al dan niet in het pbo vertegenwoordigde stromingen maar om een weging. Het verdient dan ook aanbeveling om, al dan niet steekproefsgewijs, na te gaan of de leden van het pbo zich bewust zijn van hun taak en verantwoordelijkheid. De representativiteit behoeft niet in het geding te komen indien het pbo gedurende een korte periode één vacature heeft. Het oordeel van de gemeente kan daarom positief zijn ondanks een niet volledig bezet pbo.
Versie: okt. 2010
3
COMMISSARIAAT VDCIR DE MEDIA
Aspecten die van belang kunnen zijn bij de beantwoording van de vraag of een lokale media-instelling daadwerkelijk een draagvlak heeft binnen de lokale gemeenschap zijn voorts de oorsprong en het oogmerk van de initiatiefnemers en/of bestuursleden. In het bijzonder als deze personen van buiten de gemeente afkomstig zijn is het van belang te weten waarom zij nu juist in deze gemeente een mediainstelling in het leven willen roepen. In dit geval stelt het Commissariaat de mening van het gemeentebestuur hierover op prijs. b.
tussentijds advies
De gemeenteraad brengt éénmaal in de vijfjaar aan het Commissariaat advies uit over de vraag of de media-instelling naar zijn oordeel nog voldoet aan de in de Mediawet gestelde vereisten (zie hiervoor onder 3.). Als het Commissariaat hierop door de gemeente wordt gewezen, dan wel dit gebrek in de representativiteit uit eigen waarneming constateert, dan kan het Commissariaat de gemeenteraad om een tussentijds advies vragen. Het Commissariaat trekt de aanwijzing namelijk in, indien de mediainstelling niet meer voldoet aan de wettelijke eisen. In het geval dat niet meer voldaan wordt aan de representativiteitseis (zie hiervoor onder 4.), dan stelt het Commissariaat de instelling gedurende vier maanden in de gelegenheid dit gebrek te herstellen. Het Commissariaat acht het in dit kader van groot belang dat in een vroeg stadium gebreken in de representativiteit aan het licht komen. 6. Eén lokale media-instelling voor meerdere gemeenten Artikel 2.64, eerste lid, van de Mediawet bepaalt dat een instelling die de publieke mediaopdracht wil uitvoeren voor meer dan één gemeente, alleen dan wordt aangewezen als lokale media-instelling, indien de desbetreffende gemeenteraden een (gezamenlijk) advies hebben uitgebracht. Uit dit (gezamenlijke) advies moet niet alleen blijken dat de media-instelling naar het oordeel van alle betrokken gemeenteraden al dan niet representatief is voor het meerdere gemeenten omvattende verzorgingsgebied, maar moet tevens uitdrukkelijk naar voren komen dat de betrokken gemeenteraden zich er rekenschap van hebben gegeven dat het gaat om een media-instelling die media-aanbod verzorgt dat bestemd is voor meerdere gemeenten; dat het derhalve een lokale mediainstelling betreft die zij gedurende vijfjaren moeten delen met één of meerdere gemeenten. 7. Meerdere aanwijzingsaanvragen voor een gemeente Indien het Commissariaat aan de gemeenteraad een advies vraagt met betrekking tot de aanwijzingsaanvragen van meer dan één lokale media-instelling die aan de eisen van de Mediawet voldoen, dan bevorderen burgemeester en wethouders ingevolge het bepaalde in artikel 2.63, eerste lid, van deze wet het samengaan van deze instellingen. Indien dit college er niet in slaagt de betrokken instellingen tot samengaan te bewegen, dan dient de gemeenteraad in zijn advies gemotiveerd aan te geven welke instelling zijn voorkeur heeft. Nadat de gemeenteraad zijn advies aan hem heeft uitgebracht, wijst het Commissariaat één media-instelling aan. Het Commissariaat neemt ook onder deze omstandigheden alle factoren in aanmerking die voor het functioneren van die instelling van belang kunnen zijn. Alvorens een besluit te nemen dient het Commissariaat op grond van artikel 4:7 van de Algemene wet bestuursrecht de aanvragers in de gelegenheid te stellen gehoord te worden. Het Commissariaat zal ook de betrokken gemeenteraad uitnodigen voor deze hoorzitting. In gevallen waarbij sprake is van meerdere instellingen die aan de eisen van de Mediawet voldoen en die niet tot samengaan zijn te bewegen geeft het Commissariaat in beginsel de voorkeur aan die instelling die zich met haar omroep en haar media-aanbod het meest op de betrokken gemeente richt: het meest lokale initiatief. Dit vloeit voort uit de bedoeling van de wetgever en de functie van de lokale media-instelling: het verschaffen van lokaal gebonden informatie en het creëren van een extra communicatiemogelijkheid voor de lokale bevolking. Het uitgangspunt van de Mediawet is dat per gemeente één lokale media-instelling wordt aangewezen, die zich met haar programma dan ook richt op die gemeente. Het staat vast dat een lokale media-instelling voor één gemeente adequater kan reageren op actuele gebeurtenissen die belangrijk zijn voor de inwoners van die gemeente dan een lokale media-instelling die zich met haar media-aanbod moet richten op meer dan een gemeente.
Versie: okt. 2010
4
COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA
8. Gemeenteraadsbesluit Op grond van artikel 6, tweede lid, van de Mediaregeling ziet het Commissariaat binnen achttien weken na ontvangst van zijn verzoek het collegevoorstel en het raadsbesluit tegemoet. Het Commissariaat stelt er prijs op tevens de notulen van de raadsvergadering en - ingeval de voorbereiding heeft plaatsgevonden in een raadscommissie - de notulen van de commissievergadering te ontvangen. In verband met de vergunningverlening voor een etherfrequentie dringt het Commissariaat er ten zeerste op aan dat de termijn van achttien weken niet wordt overschreden. Op grond van het besluit van het Commissariaat tot aanwijzing als lokale publieke media-instelling verleent het Agentschap Telecom aan die instelling een vergunning voor het gebruik van een etherfrequentie. Deze vergunning verloopt op het moment dat het aanwijzingsbesluit van het Commissariaat verloopt. Indien het Commissariaat nog geen aanwijzingsbesluit voor de aansluitende periode heeft kunnen nemen dan staat het Agentschap Telecom in beginsel niet toe dat gedurende deze overgangsperiode gebruik wordt gemaakt van de desbetreffende etherfrequentie.
9. Bekostigingsplicht Vanaf 2010 hebben gemeenten een zorgplicht voor de bekostiging van de lokale publieke mediainstellingen. Als uitgangspunt kunnen de gemeenten daarbij een bedrag van ten minste ê 1,30 (plus index) per woonruimte hanteren. Als een gemeenteraad positief adviseert over de aanwijzingsaanvraag van de lokale media-instelling maar weigert het met de zorgplicht gemoeide bedrag te begroten, dan kan het Commissariaat zich wenden tot Gedeputeerde Staten van de betreffende provincie. Die kan het bedrag op de begroting van de gemeente een vaste bestemming geven. Het Commissariaat ziet er op toe dat de media-instelling zich houdt aan de Mediawet. Het toezicht richt zich ondermeer op de financiën, de redactionele onafhankelijkheid en de programma's. Een belangrijk financieel toetspunt is of alle inkomsten van de media-instelling worden gebruikt voor de uitvoering van de publieke mediaopdracht. Ook controleert het Commissariaat of de lokale mediainstelling zich niet voor het karretje van (commerciële) derden laat spannen en of voorgenomen nevenactiviteiten voldoen aan de mediawettelijke voorwaarden. In het Handboek Financiële Verantwoording Publieke Lokale Media-instellingen staat welke informatie in dit kader aan het Commissariaat verstrekt moet worden. De financiële controle door de gemeente is van een andere orde. De gemeente verricht een jaarrekeningtechnische toetsing en kijkt naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de besteding van de gelden die in het kader van de gemeentelijke zorgplicht zijn verstrekt. Met andere woorden: is het geld efficiënt en effectief ingezet? Ook gaat de gemeente na of aan de bekostigingsvoorwaarden is voldaan. De gemeente legt de media-instelling geen voorwaarden op die te maken hebben met de vorm of de inhoud van haar media-aanbod. De redactionele autonomie en het onafhankelijk functioneren van de media-instelling moet zijn gewaarborgd. Ook als de gemeente aanvullende subsidies verstrekt of op basis van een overeenkomst als opdrachtgever fungeert, moet de redactionele onafhankelijkheid van de media-instelling zijn gegarandeerd. De media-instelling blijft altijd (eind)verantwoordelijk voor de inhoud van het media-aanbod dat zij uitzendt. De Mediawet 2008 en nadere regelgeving van het Commissariaat kunt u vinden op onze website (www.cvdm.nl). Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact met ons opnemen via telefoonnummer (035) 77 37 700.
Versie: okt. 2010
5
Hoge Naarderweg 78 lllll 1217 AH Hilversum lllll Postbus 1426 lllll 1200 BK Hilversum lllll
[email protected] lllll www.cvdm.nl lllll T 035 773 77 00 lllll F 035 773 77 99 lllll
Stichting Streekomroep West-Friesland T.a.v. het bestuur Postbus 214 1620 AE HOORN
Datum
Onderwerp
15 mei 2014
Aanvraag lokale publieke media-instelling
Uw kenmerk
Ons kenmerk
Contactpersoon
Doorklesnummer
627058/627233
mr. Jan Blonk
+31 (0)35 773 77 00
Geacht bestuur, In uw brief van 29 april 2014 verzoekt u om aanwijzing als lokale publieke media-instelling in de gemeenten Drechterland, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec. Naar aanleiding hiervan delen wij u het volgende mee. Wij hebben heden de gemeentebesturen van Drechterland, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec verzocht om de raad van die gemeente advies uit te laten brengen over de vraag of uw instelling voldoet aan de wettelijke eisen. Met betrekking tot de inhoud van het door de gemeenteraad te geven advies verwijzen wij u kortheidshalve naar bijgaand afschrift van onze brief aan de gemeenten. Volledigheidshalve moet worden opgemerkt dat Stichting Radio à Televisie West-Friesland (RTW) eveneens heeft verzocht om aanwijzing als lokale publieke media-instelling in de gemeenten Drechterland, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec. Ook de aanvraag van Stichting Radio ä Televisie West-Friesland (RTW) is voor advies doorgestuurd naar de gemeentebesturen. Wij verzoeken u het overzicht van het programmabeleidbepalend orgaan (hierna: het pbo) aan te vullen met de adresgegevens van de instellingen/organisaties namens welke de leden A. Ginting en F. van Leerdam zijn afgevaardigd. Voorts willen wij u verzoeken om bij een eventuele statutenwijziging ook de onderstaande zaken aan te passen: De in artikel 2, tweede lid, omschreven doelstelling zou moeten worden aangepast aan de (nieuwe) Mediawet 2008 (zie ook pagina 2 van de Toelichting aanvraag aanwijzing als lokale publieke media-instelling).
Een vergaderfrequentie van minimaal 3 keer per jaar op te nemen voor de programmaraad. Een regeling op te nemen over leden op persoonlijke titel in het pbo, waarbij het aantal leden op persoonlijke titel minder moet zijn dan het aantal leden dat een stroming vertegenwoordigd. Wij maken uit het handelsregister op dat op de adressen van de bestuursleden N.D. Kip 11
Pijperen J.K.H. Bronsgeest tevens de rechtspersonen Budgetcoach Medemblik en Stichting Jazz West-Friesland gevestigd zijn. Wij verzoeken u ons mee te delen wat de relatie van deze rechtspersonen is tot Stichting Streekomroep West-Friesland. De gevraagde aanvullende informatie zien wij zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na dagtekening van dit schrijven, tegemoet. Wanneer er gedurende deze aanvraagprocedure tot aanwijzing als lokale publieke mediainstelling wijzigingen in het (post)adres, de statuten, de samenstelling van het pbo of het bestuur plaatsvinden, dient u ons daarvan direct op de hoogte te stellen. Wij stellen het op prijs als u bij uw reactie het bovengenoemde kenmerk vermeldt. Hoogachtend, COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
Geert van Meerveld afdelingsmanager Onderzoek 6» Toegang
2
22
Hoge Naarderweg 78 lllll 1217 AH Hilversum lllll Postbus 1426 lllll 1200 BK Hilversum lllll
[email protected] lllll www.cvdm.nl lllll T 035 773 77 00 lllll F 035 773 77 99 lllll
Stichting Radio Ä Televisie West-Friesland (RTW) T.a.v. het bestuur Postbus 4004 1620 HA HOORN NH
Datum
Onderwerp
20 mei 2014
Aanvraag lokale publieke media-instelling
Uw kenmerk
Ons kenmerk
Contactpersoon
Doorklesnummer
622799/627235
mr. Jan Blonk
+31 (0)35 773 77 00
Geacht bestuur, In uw brief van 13 mei 2014 verzoekt u om aanwijzing als lokale publieke media-instelling in de gemeenten Drechterland, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec. Naar aanleiding hiervan delen wij u het volgende mee. Wij hebben heden de gemeentebesturen van Drechterland, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec verzocht om de raad van die gemeente advies uit te laten brengen over de vraag of uw instelling voldoet aan de wettelijke eisen. Met betrekking tot de inhoud van het door de gemeenteraad te geven advies verwijzen wij u kortheidshalve naar bijgaand afschrift van onze brief aan de gemeenten. Volledigheidshalve moet worden opgemerkt dat Stichting Streekomroep West-Friesland eveneens heeft verzocht om aanwijzing als lokale publieke media-instelling in de gemeenten Drechterland, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec. Ook de aanvraag van Stichting Streekomroep West-Friesland is voor advies doorgestuurd naar de gemeentebesturen. Ten aanzien van het programmabeleidbepalend orgaan (hierna: het pbo) van uw instelling merken wij op dat er een vacature is voor de stroming "Cultuur en kunst". Wij wijzen u op de statutaire termijn van 6 maanden waarbinnen een vacature in het pbo dient te zijn ingevuld. Voorts merken wij op dat in artikel 3 van de statuten van uw media-instelling onder andere de gemeenten Andijk en Wervershoof staan vermeld. W j verzoeken u bij een statutenwijziging deze gemeenten te verwijderen uit de statuten, omdat deze gemeenten niet meer als zelfstandige gemeente bestaan. Wij maken uit het handelsregister op dat op de adressen van de bestuursleden M. Kwast, R.J.R. Maret, G. Terpstra, N.J. Zuidhoff en J.C.M. Mol tevens de rechtspersonen Infranet Enkhuizen, Marfast B.V., Glashandel Marverre, Stichting Omroepreclame West-Friesland, N'Joy en Jan Mol Producties gevestigd zijn. Wij verzoeken u ons mee te delen wat de relatie van deze rechtspersonen is tot Stichting Radio S Televisie West-Friesland (RTW). 11-2-
Het Commissariaat acht het in strijd met de artikelen 2.88 en 2.141 van de Mediawet 2008 indien een bestuurder of directielid van een lokale publieke media-instelling tevens een functie heeft bij een rechtspersoon waarvan de betreffende media-instelling producten en/of diensten afneemt. Hierbij moet worden gedacht aan technische faciliteiten, reclameacquisitie, reclameexploitatie of het vervaardigen van een teksttelevisieprogramma. De gevraagde aanvullende informatie zien wij zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na dagtekening van dit schrijven, tegemoet. Wanneer er gedurende deze aanvraagprocedure tot aanwijzing als lokale publieke mediainstelling wijzigingen in het (post)adres, de statuten, de samenstelling van het pbo of het bestuur plaatsvinden, dient u ons daarvan direct op de hoogte te stellen. Wij stellen het op prijs als u bij uw reactie het bovengenoemde kenmerk vermeldt.
Hoogachtend, COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
Geert van Meerveld afdelingsmanager Onderzoek 8n Toegang
2
22-2-