Startnotitie eerste wijzigingen WWB en WIJ per 11-1-2012 Van de Werkgroep WWB/WIJ Westfriesland
1
Hoofdstuk 1. Inleiding Het kabinet heeft het voorstel van “Wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand (WWB) en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren (WIJ) in juni 2011 ingediend bij de Tweede kamer. De wet is gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden” De streefdatum voor invoering van deze wet is 1 januari 2012. Invoering van deze wijzigingswet heeft ingrijpende gevolgen voor het gemeentelijk beleid. Verordeningen en beleidsregels moeten worden aangepast. Dit vraagt de nodige tijd. Landelijk is er een budget beschikbaar gesteld. Het is nog niet bekend hoe hoog dit budget is. Dit wetsvoorstel loopt vooruit op de Wet werken naar vermogen (WWNV), waarvan de invoering is beoogd op 1 januari 2013. De zeven Westfriese gemeenten hebben een stuurgroep Wet werken naar vermogen (WWNV) in het leven geroepen, bestaande uit de 7 Westfriese portefeuillehouders. Onder die stuurgroep is een projectgroep WWNV aangesteld, bestaande uit de 7 Westfriese afdelingshoofden Sociale Zaken. Voor de eerste wijzigingen zijn al twee werkgroepen aan de slag gegaan. 1. De werkgroep herstructurering WSW. Deze werkgroep dient een herstructureringsplan aan te leveren voor 1-1-2012 2. De werkgroep eerste wijzigingen WWB en WIJ per 1-1-2012
Deze startnotitie beperkt zich tot de werkgroep eerste wijzigingen WWB en WIJ per 1-1-2012 . Allereerst zal het wetvoorstel worden toegelicht en daarna worden de te maken acties in beeld gebracht en de gevolgen voor het gemeentelijk beleid. Deze notitie wordt afgesloten met enkele aandachtspunten.
2
Hoofdstuk Hoofdstuk 2. Wetsvoorstel tot wijziging van de WWB en WIJ In dit document vindt u de aanpassingen die het kabinet heeft voorgesteld ten aanzien van de WWB en WIJ. Deze aanpassingen moeten ingaan per 1 januari 2012. Het kabinet heeft dit wetsvoorstel op 17 juni 2011 naar de Tweede Kamer gezonden. Tijdens het Algemeen overleg op 18 juni 2011 is hierover gesproken. Op 5 en 6 oktober jl. is de wetswijziging in de Tweede kamer plenair besproken. Op 11 oktober stemt de Kamer over het Wetsvoorstel en de moties die bij het debat zijn ingediend. Het kabinet wil met deze wet uitdrukking geven dat werk de basis is voor zelfstandigheid. De maatregelen kennen vier verschillende doelstellingen om die zelfstandigheid te bevorderen. 1. WIJ laat teveel ruimte voor afwachtende en vrijblijvende houding jongeren. Eigen verantwoordelijkheid jongere wordt wettelijk verankerd. Jongere wordt verplicht eerst zelf 4 weken naar werk te zoeken, alvorens aanspraak op ondersteuning ontstaat. 2. Activerende karakter versterken door toets op partnerinkomen te vervangen door toets op huishoudinkomen. 3. Verplichtingen van mensen met een uitkering o.g.v. WWB. Tegenover uitkering staan verplichtingen, wordt (a) wettelijke plicht. Vervolgens passen in dat kader de maatregelen als (b) beperking duur verblijf buitenland, (c) afschaffing specifieke ontheffing alleenstaande ouders met kinderen tot 5 jaar. 4. WWB daadwerkelijk te richten op mensen die het nodig hebben. In dat kader passen maatregelen als (a) normering gemeentelijk minimabeleid tot 110%, (b) verordeningsplicht gemeenteraden t.a.v. categoriale bijzondere bijstand voor huishoudens met schoolgaande kinderen en (c) relatie Wsf. Om de doelstellingen te realiseren stelt het kabinet het volgende voor: 1. Aanscherping voorwaarden en sancties voor jongeren 2. Aanscherping gezinsbijstand en huishoudinkomenstoets 3. Tegenprestatie naar vermogen 4. Beperking verblijfsduur in het buitenland 5. Alleenstaande ouders in de WWB 6. Normering inkomensgrens gemeentelijk minimabeleid op 110% 7. Verordeningsplicht participatie van schoolgaande kinderen 8. Inkomen uit studiefinanciering Hieronder volgen per voorstel de veranderingen en de overgangsmaatregelen.
1. Aanscherping voorwaarden en sancties voor jongeren Wat verandert er: - Jongere wordt verplicht eerst zelf 4 weken naar werk te zoeken, alvorens aanspraak op ondersteuning ontstaat. Melden bij het UWV. - Recht op werkleeraanbod wordt vervangen door een aanspraak op ondersteuning.
3
-
-
Na 4 weken aanvraag voor ondersteuning en uitkering indienen bij het UWV. College toetst of betrokkene zich aantoonbaar heeft ingespannen om werk te vinden. College stelt bovendien vast of er mogelijkheden zijn binnen regulier onderwijs. Jongere moet bij aanvraag documenten overleggen. Na het in behandeling nemen van de aanvraag kan het college een voorschot toekennen. Mocht er recht op uitkering bestaan, dan gaat het recht in op de dag dat de jongere zich bij het UWV heeft gemeld. Samenwerking -> richtlijn voor samenwerking in de regio? (SZW, VNG en Onderwijs) Na onvoldoende inspanningen volgt een nieuwe periode van 4 weken zonder ondersteuning of uitkering; weer aanvraag indienen na deze periode; college toetst; dan pas wordt beoordeeld of er recht bestaat op uitkering. Bij onvoldoende inspanningen van de jongere -> kan college uitkering verlagen. College evalueert plan van aanpak periodiek en stelt het zo nodig bij. Jongere kan college aanspreken op verantwoordelijk van begeleiden naar arbeidsmarkt. Jongeren dienen de mogelijkheden van scholing te onderzoeken en dit prevaleert boven het recht op bijstand. Er is dus een apart regime voor jongeren tot 27 jaar en dit wordt opgenomen in de WWB.
Overgangsmaatregelen - Alle door het college genomen besluiten o.g.v. de WIJ gelden als door het college genomen besluiten o.g.v. de WWB zoals die geldt vanaf 1 januari 2012; - Dat geldt ook voor een werkleeraanbod dat eerder is ingegaan.; - Binnen 6 maanden na 1 januari 2012 brengt het college de besluiten in overeenstemming met de WWB(voor zover de besluiten afwijken van de WWB);
huishoudinkomentoets 2. Aanscherping gezinsbijstand en huishou dinkomentoets Wat verandert - Nu: alleen gehuwden of samenwonenden kunnen alle algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan delen. Wordt: hiervan is ook sprake bij degenen die bloed- en aanverwanten zijn in de eerste graad en die bij elkaar wonen in dezelfde woning. - Zakelijk relaties zoals onderhuurschap, kostgangerschap of andere woonvormen en bloed - en aanverwanten in de tweede graad vallen niet
4
-
-
-
-
-
-
onder reikwijdte van dit wetsvoorstel. Reden: naarmate de zakelijkheid toeneemt, vermindert de financiële verstrengeling. Bloed- en aanverwanten in de eerste graad die in dezelfde woning het hoofdverblijf hebben worden ook aangemerkt als eenheid en krijgen recht op de bijstandsnorm van 100% van het netto referentieminimumloon. Definitie gezin: (a) gehuwden tezamen, (b) de gehuwden met hun minderjarige en meerderjarige kinderen, (c) de alleenstaande ouder met zijn/haar minderjarige en meerderjarige kinderen en (d) de alleenstaande met zijn/haar meerderjarige kinderen die in dezelfde woning hun hoofdverblijf hebben. Stiefkinderen en aangetrouwde kinderen zijn ook meerderjarige kinderen. Gezinsleden kunnen niet ieder voor zich een individuele bijstandsuitkering aanvragen; het gezin als zelfstandig subject moet dit gezamenlijk doen. Uitzondering: een meerderjarig bloed- of aanverwant in de 1ste graad die studeert en wiens in aanmerking te nemen inkomen (incl. ontvangen studiefinanciering) niet meer bedraagt dan 80% van het netto minimumloon (incl. vakantietoeslag). College krijgt mogelijkheid uitzondering te maken wanneer er sprake is van een zorgbehoevend gezinslid. Iemand is zorgbehoevend wanneer (a) hij beschikt over een geldig indicatiebesluit o.g.v. de AWBZ voor 10 of meer uren zorg per week en (b) deze zorg voor minstens dat aantal uren door een ander gezinslid wordt verleend en (c) jonger dan 65 jaar is. => zorgbehoevend lid heeft zelfstandig recht op bijstand, overige gezinsleden blijven aangemerkt als gezin. Evt. inkomens en vermogensbestanddelen overige gezinsleden hebben geen invloed op recht op bijstand van zorgbehoevende. Een zorgbehoevend gezinslid van 65 jaar en ouder ontvangt inkomen via de AOW. In AOW wordt de gezinsdefinitie van de WWB niet geïntroduceerd. Bij de bijstandsverlening wordt volledig rekening gehouden met alle inkomens- en vermogensbestanddelen van de bloed en aanverwanten in de 1ste graad Inkomsten uit arbeid en WW- en AO-regelingen van minderjarige kinderen worden bij de bijstandsverlening in aanmerking genomen. Inkomsten voor kinderen tot 16 jaar worden volledig vrijgelaten. Inkomensgrenzen voor 16 en 17 jarige is dubbele AKW. Uitzondering huishoudinkomenstoets voor mensen met een Wajonguitkering (oude en nieuwe Wajong). WIJ en WWB worden samengevoegd waardoor het gezin als eenheid gezamenlijk een aanvraag doet. Voor jongeren tot 27 jaar geldt een apart regime. (inkomstenvrijlatingen en premies behoren niet tot het gemeentelijk re-integratie instrumentarium en jongeren komen niet in aanmerking voor participatieplaatsen als bedoeld in artikel 10a).
Gevolgen voor meldings- en aanvraagprocedures: a) Voor alleenstaanden, alleenstaande ouders van 27 jaar en ouder en gezinnen waarin iedereen gezinsleden 27 jaar en ouder zijn, verandert er
5
niets. Deze groep meldt zich bij het loket van het UWV en wordt bij de melding in de gelegenheid gesteld een aanvraag om bijstand in te dienen. b) Voor alleenstaanden, alleenstaande ouders van 27 jaar en jonger en gezinnen waarin iedereen gezinsleden 27 jaar en jonger zijn, geldt een aangescherpte WIJ-regime. Zij moeten na melding bij het loket van het UWV eerst zelf 4 weken zoeken naar werk en binnen de mogelijkheden van het regulier onderwijs. c) Voor gezinnen waarin een deel ouder is dan 27 jaar en een deel jonger geldt ad a voor gezinsleden ouder dan 27 jaar en ad b voor gezinsleden jonger dan 27 jaar. Overgangsmaatregelen - Voor bloed- en aanverwanten in de 1ste graad, waarvan één of meerdere een uitkering ontvangen o.g.v. WWB en WIJ blijft het recht en/of de hoogte van die uitkering 6 maanden ongewijzigd; - Om hieronder te vallen dient men op de peildatum een uitkering te ontvangen o.g.v. WWB en WIJ en hoofdverblijf te hebben in dezelfde woning;
3. Tegenprestatie naar vermogen Wat verandert - College kan een plicht invoeren om naar vermogen een tegenprestatie te verrichten, ook als die niet direct samenhangt met arbeidsinschakeling. Geen verplichte samenloop met een re-integratietraject. - De nuttige maatschappelijke werkzaamheden mogen acceptatie van arbeid of re-integratie niet in de weg staan. Omvang en duur van de werkzaamheden dienen dus beperkt zijn. - Additionele werkzaamheden mogen niet tot verdringing van regulier werk leiden. - Werkzaamheden moeten door uitkeringsgerechtigde kunnen worden gedaan (passen binnen vermogen bijstandsgerechtigde). - Verschillen met participatieplaats: doel: participatieplaats primair nuttig bij ontwikkeling richting arbeidsmarkt; tegenprestatie niet; duur (tegenprestatie kort; participatieplaats max. 2 jaar; premie: bij participatieplaats premie toekennen aan uitkeringsgerechtigde;bij tegenprestatie niet. - Tegenprestatie kan alleen indien ook aanwezige zorgtaken kunnen worden verricht.
4. Beperking verblijfsduur in het buitenland Wat verandert: - Tot 65 jaar -> 4 weken per kalenderjaar vakantieperiode in het buitenland; - 65 Jaar en ouder -> 8 weken verblijf buitenland (niet beschikbaar voor arbeidsmarkt). - Langer verblijf mag, maar dan geen uitkering. Overgangsmaatregelen
6
-
-
Overgangstermijn van max. 3 maanden voor de uitzonderingsgevallen van 13 weken die worden afgeschaft (mensen met een dubbele ontheffing arbeidsplicht); Overgangstermijn van max. 6 maanden voor uitzonderingsgevallen van 26 weken die worden beperkt (65-plussers met aio).
5. Alleenstaande ouders in de WWB Wat verandert: - Ontheffing voor een alleenstaande ouder met kind(eren) tot 5 jaar vervalt. - Alleenstaande ouder met een kind tot 12 jaar kan in aanmerking komen voor vrijlating van 12,5% van de netto-arbeidsinkomsten, tot max. €120 per maand, voor max. 3 jaar. - WWB kent meer vrijlatingen; de nieuwe vrijlating vervangt de bestaande vrijlating voor alleenstaande ouders met heffingskortingen. - Nu ook vrijlating van 6 maanden voor 25% (met max. €187 per maand) van inkomsten uit arbeid; deze vrijlating gaat voor de nieuwe vrijlating. - (Nog niet ingevoerde) Wet Vazalo wordt ingetrokken. Overgangsmaatregelen: - Alleenstaande ouder met specifieke ontheffing van de arbeidsplicht behoudt deze voor de duur van die ontheffing, tot max. 6 maanden na 1 januari 2012.
6. Normering inkomensgrens gemeentelijk minimabeleid op 110% Wat verandert: - Bijzondere bijstand kent drie vormen: (1) individuele bijzondere bijstand; (2) categoriale bijzondere bijstand en (3) bijzondere vorm langdurigheidstoeslag. Nu: volledige vrijheid college in welke mate rekening wordt gehouden met de aanwezige financiële draagkracht. Wordt: Inkomensnorm voor categoriale bijzondere bijstand wordt 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm . - Maatregel is gericht op categoriale inkomensondersteuning. Van generiek gemeentelijk inkomensbeleid is sprake indien categoriaal aan mensen inkomensondersteuning wordt verstrekt zonder dat er sprake is van vergoeding van daadwerkelijk gemaakte kosten. Categoriale voorzieningen zijn: (1) langdurigheidstoeslag, (2) Categoriale bijzonder bijstand aan (a) chronisch zieken en gehandicapten, (b) ouderen, (c) mensen met schoolgaande kinderen, (d) de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering, (e) stadspassen en (f) sociaal-culturele voorzieningen. - Gemeentelijke bevoegdheid en verantwoordelijkheid voor inkomensondersteuning voor individueel maatwerk blijft ongewijzigd. Bijvoorbeeld “werkende armen” met een iets hoger inkomen dan 110% van het sociaal minimum blijven in aanmerking komen voor individueel bijzondere bijstand. - Kwijtschelding van lokale belastingen en heffingen vallen niet onder het regiem van de inkomensnormering.
7
Overgangsmaatregelen: Voor de reeds op 31 december 2011 lopende periodieke verstrekkingen categoriale bijzondere bijstand (met name voor opzegging collectieve aanvullende ziektekostenverzekering) geldt een overgangstermijn van 3 maanden.
particcipatie van schoolgaande kin kinderen 7. Verordeningsplicht parti deren Wat verandert: - De gemeenteraad moet een verordening opstellen m.b.t. het verlenen van categoriale bijzondere bijstand voor de kosten van maatschappelijke participatie van ten laste komende kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen; - Ook hier geldt de inkomensnorm van 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm;
8. Inkomen uit studiefinanciering Wat verandert: - Indien aan de studerende aan het hoger onderwijs of aan de deelnemer aan het beroepsonderwijs og.v. de WSF 2000 een toeslag voor een partner of een toeslag voor een eenoudergezin wordt toegekend, zullen deze toeslagen ook in aanmerking worden genomen als inkomen uit studiefinanciering. Overgangsmaatregelen: - Voor degenen die voor 1 januari 2012 algemene bijstand og.v. WWB ontvangen, waarbij rekening is gehouden met inkomen uit studiefinanciering geldt een overgangstermijn van 6 maanden.
8
Hoofdstuk 3 Gevolgen gemeentelijk beleid De wetswijzigingen hebben gevolgen voor het gemeentelijk beleid en de uitvoering hiervan. Verordeningen en beleidsregels moeten worden aangepast. Naast de gevolgen voor het beleid moeten ook de ICT, de documenten, werkinstructies worden aangepast en moeten medewerkers geschoold worden. Verordeningen en beleid 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Aanpassing toeslagenverordening WWB en WIJ Aanpassing re-integratieverordening WWB en re-integratiebeleid WWB Aanpassing afstemmingsverordening Aanpassing handhavingverordening Aanpassing verordening cliëntenparticipatie Aanpassing beleid bijzondere bijstand Aanpassing verordening langdurigheidtoeslag Nieuwe verordening maken voor deelname sociaal-culturele en sportieve activiteiten 9. Nieuwe verordening maken voor categoriale bijzondere bijstand voor schoolgaande kinderen 10. Raadsvoorstel over tegenprestaties moeten worden gemaakt
Procedures Procedures 1. 2. 3. 4. 5.
Processen, formulieren en documenten moeten worden aangepast Applicatiesystemen moeten worden aangepast Medewerkers moeten worden getraind Klantenbestand moet worden doorgelicht en Klantenbestand moet collectief en individueel worden geïnformeerd en uitkeringen moeten worden omgezet dan wel worden beëindigd.
Enkele aandachtspunten Deze wetswijziging is op 4, 5 en 6 oktober jl. besproken in de Tweede kamer. Er is vooral door de oppositie kritiek op de voorgestelde huishoudtoets Op 11oktober stemt de Kamer over het wetsvoorstel en de moties die bij het debat zijn ingediend. Daarnaast is er door de VNG kritiek geuit over de voorgestelde invoeringsdatum. Deze datum is volgens de VNG niet haalbaar voor sociale diensten. Ook de VNG heeft nog geen modelverordeningen gemaakt. Stimulansz is wel bezig met modelverordeningen. Dit heeft alles wel gevolgen voor het proces richting besluitvorming. De wet is nog niet door de Tweede Kamer en nog niet aangenomen door de Eerste Kamer. Het is een landelijk
9
probleem dat de wet al in zou moeten gaan per 1-1-2012, maar het is niet haalbaar dat de verordeningen vóór die tijd aan de Raad kunnen worden aangeboden. De werkgroep WWB/WIJ heeft de taken verdeeld op het gebied van het beleid en verordeningen. De procedures die moeten worden gewijzigd moeten alle gemeentes zelf doen. Dit zal de nodige tijd en inspanning vergen en de werkgroep sluit niet uit dat extra krachten moeten worden ingehuurd deze klus te klaren. Echter, de werkgroep heeft de krachten gebundeld en zal zo spoedig mogelijk de concept verordeningen en beleidsstukken aanbieden.
10
Bijlage 1: Financiële gevolgen De onderstaande informatie gaat in op de financiële consequenties op landelijk niveau. Hoe een en ander zich precies gaat vertalen naar de gemeente toe, middels onze bijdragen vanuit het ministerie is nu nog niet aan te geven. Zodra dit het geval is kan via de tussentijdse rapportages bijstellingen plaatsvinden van de budgetten. De financiële gevolgen van het wetsvoorstel tot wijziging van de WWB en WIJ kunnen worden opgesplitst in 2 categorieën: 1. De bezuiniging op de uitkeringslast. Soms wordt deze min of meer als doelstelling opgelegd, doordat het bedrag voor gemeenten voor categoriale bijzondere bijstand in het gemeentefonds wordt verminderd. 2. De uitvoeringskosten. Doordat er minder mensen recht op bijstand krijgen, hoeven gemeenten minder burgers te bedienen en ontvangt men minder ter compensatie van de uitvoeringskosten.
Tabel 1: Budgettaire consequenties uitkeringslasten. Bedragen in miljoen euro. Maatregel 1. Aanscherping voorwaarden en sancties voor jongeren 2. Aanscherping gezinsbijstand en huishoudinkomenstoets 3. Tegenprestatie naar vermogen 4. Beperking verblijfsduur in het buitenland 5. Alleenstaande ouders in de WWB 6. Normering inkomensgrens gemeentelijk minimabeleid op 110% 7. Verordeningsplicht participatie van schoolgaande kinderen 8. Inkomen uit studiefinanciering Totaal
2012
2013
2014
2015
0
0
0
0
-27
-54
-54
-54
0
0
0
0
-3
-5
-5
-5
-18
-26
-31
-36
-40
-40
-40
-40
0
0
0
0
0 -88
0 -125
0 -130
0 -135
Tabel 2: Budgettaire consequenties uitvoeringskosten. Bedragen in miljoen euro. Maatregel Uitvoeringskosten WWB
2012 -1,5
2013 -12
2014 -12,5
2015 -13
Onderbouwing: Ad2) Aanscherping gezinsbijstand en huishoudinkomen huishoudinkomenstoets stoets Uitkeringslasten - minder mensen kunnen een beroep doen op de bijstand; - bedrag gezinsnorm lager dan de uitkeringen die het gezin nu ontvangt (uit te keren bedrag lager); - een deel van de populatie zal zelfstandig gaan wonen;
11
-
maatregel raakt ongeveer 18.000 huishoudens; aantal uitkeringen zal dalen met 8.000; o structureel besparing van €54 miljoen;
Uitvoeringskosten - geen structureel nieuwe taken voor de gemeente; - 8.000 minder uitkeringen die minder hoeven te worden verstrekt; o Bezuinig van 11 miljoen op de uitvoeringskosten - in 2012 wordt de besparing op de uitvoeringskosten i.v.m. overgangsrechten geraamd op 5,5 miljoen - in 2012 doorlichting geheel zittend bestand (rekening gehouden met aanpassingen softwaresysteem) o extra kosten van 4,5 miljoen
Beperking Ad 4) Bep erking verblijfsduur buitenland Uitkeringslasten - in 2008 werd de verblijfsduur van 65-plussers voor verblijf in buitenland verhoogd van 13 weken naar 26 weken. Deze maatregel kostte €5 miljoen. Door terugbrengen naar 8 weken wordt er structureel € 5 miljoen bezuinigd.
Ad 5) Alleenstaande ouders in de WWB Uitkeringslasten - door ontheffingsmogelijkheid; aanzuigende werking om in bijstand te komen vervalt nu, dus minder bijstandsuitkeringen; - minder nieuwe instroom; - vrijlating aan arbeid en zorggerelateerde heffingskortingen opgeheven, minder hoge uitkeringslasten; - wel nieuwe vrijlating voor werken in deeltijd voor alleenstaande ouders met kinderen tot 12 jaar, enerzijds hogere uitkeringslasten, anderzijds positief effect op uitstroom -> heft elkaar op; - intrekken van de Wet Vazalo, besparing van 13 miljoen euro in 2012, structureel 16 miljoen o oplopend van 5 miljoen in 2012 naar 20 miljoen structureel Uitvoeringskosten - daling aantal alleenstaande ouders in de bijstand o 2 miljoen minder
Ad 6) Normering inkomensgrens gemeentelijk minimabeleid op 110% Uitkeringslasten - 40 miljoen minder ten laste van het gemeentefonds, is een netto bedrag, besparing in mindering op het budget voor bijzondere bijstand in het gemeentefonds.
12
Bijlage 2: Overgangsmaatregelen 1. Aanscherping voorwaarden en sancties voor jongeren - Alle door het college genomen besluiten o.g.v. de WIJ gelden als door het college genomen besluiten o.g.v. de WWB zoals die geldt vanaf 1 januari 2012; - Dat geldt ook voor een werkleeraanbod dat eerder is ingegaan.; - Binnen 6 maanden na 1 januari 2012 brengt het college de besluiten in overeenstemming met de WWB(voor zover de besluiten afwijken van de WWB); 2. Aanscherping gezinsbijstand en huishoudinkomenstoets - Voor bloed- en aanverwanten in de 1ste graad, waarvan één of meerdere een uitkering ontvangen o.g.v. WWB en WIJ blijft het recht en/of de hoogte van die uitkering 6 maanden ongewijzigd; - Om hieronder te vallen dient men op de peildatum een uitkering te ontvangen o.g.v. WWB en WIJ en hoofdverblijf te hebben in dezelfde woning; 4. Beperking verblijfsduur in het buitenland - Overgangstermijn van max. 3 maanden voor de uitzonderingsgevallen van 13 weken die worden afgeschaft(mensen met een dubbele ontheffing arbeidsplicht); - Overgangstermijn van max. 6 maanden voor uitzonderingsgevallen van 26 weken die worden beperkt(65-plussers met aio); 5. Alleenstaande ouders in de WWB - Alleenstaande ouder met specifieke ontheffing van de arbeidsplicht behoudt deze voor de duur van die ontheffing, tot max. 6 maanden na 1 januari 2012. 6. Normering inkomensgrens gemeentelijk minimabeleid op 110% - Voor de reeds op 31 december 2011 lopende periodieke verstrekkingen categoriale bijzondere bijstand (met name voor opzegging collectieve aanvullende ziektekostenverzekering) geldt een overgangstermijn van 3 maanden. 7. Inkomen uit studiefinanciering - Voor degenen die voor 1 januari 2012 algemene bijstand o.g.v. WWB ontvangen, waarbij rekening is gehouden met inkomen uit studiefinanciering geldt een overgangstermijn van 6 maanden.
13