1
Inleiding
De Raad van Vlist heeft in haar vergadering van 27 juni een aantal richtinggevende kaders vastgesteld voor de verdere uitwerking van het Wmo-beleid. In de notitie zijn een aantal specifieke uitgangspunten voor het Wmo-loket geformuleerd. Deze worden in deze nota verder aangevuld en uitgewerkt. De ontwikkeling van het Wmo-loket gebeurt in nauwe samenhang met die van het dienstverleningsbeleid. De openingsdatum voor het WMO-loket is 1 januari 2007. In de uitgangspuntennotitie is gekozen voor een groeimodel. Dit betekent concreet dat de aandacht en het aanbod in het Wmo-loket met name gericht zal zijn op de individuele voorzieningen. Wanneer dat goed loopt zal het productenassortiment worden uitgebreid. De basis van de verdere ontwikkeling zal ook liggen in het 4 jarig beleidsplan wat vanaf 1 januari 2008 geïmplementeerd zal worden.
2
Gemeentelijke uitgangspunten
De raad van de gemeente Vlist heeft in de al eerder vastgestelde kaders bepaald dat de gemeente het Wmo-loket onder haar eigen verantwoordelijkheid zal realiseren. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten vastgesteld: De breedte van het loket: Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning, inclusief de toegang tot individuele voorzieningen. Vanaf 1 januari 2007 starten met de opgelegde verplichtingen, de individuele voorzieningen (huishoudelijke verzorging en Wvg). In de periode 2008-2012 het loket verder uitbreiden met de behoefte die er is, dit zal mede bepaald worden aan de hand van het opstellen van het 4-jarig beleidsplan. De diepte van het loket: Informatieverstrekking en indicaties van eenvoudige aanvragen. De doelgroep van het loket: Alle inwoners van de gemeente (= doelgroep WMO) De verschijningsvorm Diensten zowel fysiek, telefonisch als digitaal (website en email) aanbieden. Fysiek één loket inrichten en verder de mogelijkheid voor huisbezoeken aanbieden. Door het loket fysiek op één plek te positioneren bespaar je veel kosten van lokatie huren, werkplek inrichten en ICT. Bovendien bied je betere service op maat, door het verrichten van huisbezoeken bij burgers die zelf niet mobiel (meer) zijn. De locatie Het gemeentekantoor in Stolwijk. Eventuele samenwerkingspartners Het Service Informatie Punt betrekken bij het loket. Tevens zal er een samenwerking zijn met het CIZ, dit gezien de AWBZ-aanvragen. Daarnaast bekijken of je kunt samenwerken met andere K5-gemeenten in het kader van kennisuitwisseling en automatisering. Op termijn wellicht een samenwerking met aanbieders van diensten, te denken valt hierbij aan woningbouwcorporatie, maatschappelijk werk, MEE en organisaties voor vrijwillige hulpverlening.
2
3
Functies van het Wmo-loket
Het Wmo-loket moet de procedure voor de inwoners aanzienlijk vereenvoudigen om het inwoners beter mogelijk te maken met behulp van vrijwilligers en betaalde voorzieningen langer in de vertrouwde (sociale) omgeving te kunnen blijven wonen. Hiervoor zou het Wmo-loket in de volgende functies moeten voorzien: Informatiefunctie: Informatie over regelingen Wmo en AWBZ, en vergoedingen binnen ziektenkostenverzekering; Informatie over de keuzemogelijkheden binnen het aanbod; Toeleidingsfunctie: Hulp bij formuleren van de eigen vraag; Hulp bij het samenstellen van het voorzieningenpakket; Indicatiestelling; Aanvragen van het voorzieningenpakket; Toekennen van voorzieningen; Informatie over verdere procedures, wachtlijsten etc. Schematisch zou de situatie er zo uit gaan zien: Gewenste situatie: Problemen bij zelfstandig wonen
Wmo-loket Vraagverheldering Indicatiestelling Pakketsamenstelling Toekenning
Met vrijwillige en betaalde voorzieningen zelfstandig blijven wonen
Wmo-aanbod
3
4
Doelgroep en bereikbaarheid
Doelgroep In de concept-Wmo wettekst is de doelgroep van de individuele Wmo-verstrekkingen als volgt geformuleerd: Mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en mensen met een psychosociaal probleem Voor het Wmo-loket definiëren we de doelgroep niet op grond van de aard van de beperkingen die mensen hebben, maar op grond van het doel van de Wmo. Bovendien maken we een onderscheid tussen de informatiefunctie en de toeleidingsfunctie: Voor de informatiefunctie van het Wmo-loket is de doelgroep: Inwoners van de gemeente Vlist die behoefte hebben aan informatie over voorzieningen op het gebied van wonen, zorg en welzijn en inwoners die geholpen kunnen worden met deze producten. De gehele bevolking van de gemeente Vlist kan gebruik maken van de beschikbare informatie. Het gaat daarbij om actieve en passieve informatieverstrekking. Bij de passieve informatieverstrekking gaat het om het organiseren van een toegankelijk en actueel informatiesysteem voor de gehele bevolking. Inwoners die informatie zoeken, moeten goede informatie kunnen vinden. Bij de actieve informatievertrekking gaat het om het gericht benaderen en informeren van de Wmo-doelgroep. Beide communicatievormen worden door het Wmo-loket gehanteerd. Voor de toeleidingsfunctie is de doelgroep: Inwoners van de gemeente Vlist die gezien hun persoonlijke situatie en een combinatie van persoonlijke kenmerken van de lichamelijke en psychische situatie, de huishoudvorm, de fysieke omgeving of sociale omgeving voorzieningen op het gebied van wonen, zorg en welzijn nodig hebben om zoveel mogelijk zelfstandig te blijven wonen en functioneren. Het betreft hier inwoners die aanspraak willen maken op individuele voorzieningen. Bereikbaarheid Aangezien de doelgroep van het Wmo-loket juist gekenmerkt wordt door beperkingen is de bereikbaarheid en toegankelijkheid van het Wmo-loket van groot belang. In een gemeente met verschillende kernen, doet de vraag zich extra voor hoe de bereikbaarheid kan worden gewaarborgd. Bereikbaarheid kan op verschillende manieren worden bereikt: 1. Schriftelijk 2. Telefonisch 3. Elektronisch 4. Persoonlijk Schriftelijk en Telefonisch De ervaring met de Wvg leert dat het eerste contact met een aanvrager vaak telefonisch tot stand komt. Mensen bellen voor informatie over de mogelijkheden die de Wvg hen biedt of over hoe ze een aanvraag in gang kunnen zetten. Binnen het project dienstverlening moet gewerkt worden aan een goed gebruik van het telefonisch contact voor de intake. Door tijdens een telefonisch contact de juiste vragen te stellen kunnen potentiële aanvragers worden geïnformeerd of het indienen van een aanvraag zinvol is.
4
Een aanvraag kan ook schriftelijk worden ingediend, een dergelijke aanvraag kan direct in behandeling worden genomen of er kan telefonisch of persoonlijk meer informatie worden verzameld als dit nodig is. Elektronisch Steeds meer mensen weten via het internet hun weg te vinden en verwachten ook van de gemeente steeds meer digitale dienstverlening. Omdat het Wmo-loket nieuw ontwikkeld wordt, kan bij de ontwikkeling van de informatiesystemen voor de loketmedewerkers direct worden ingespeeld op het beschikbaar maken van (delen van) dezelfde informatie voor het publiek via de website. Persoonlijk Huisbezoeken Bij veel aanvragen zal een huisbezoek aan de cliënt nodig zijn. Een huisbezoek kan niet alleen nodig zijn omdat een cliënt fysiek niet in staat is naar het Wmo-loket toe te komen, ook maken sommige voorzieningen een huisbezoek noodzakelijk. Voordeel van huisbezoeken is dat er bij de loketmedewerker een goed beeld ontstaat over de thuissituatie en een goede indicatie op maat afgegeven kan worden. Loketbezoek Een groep mensen stelt het ook op prijs om fysiek een medewerker te spreken. De frontoffice zoals we die in de gemeente nu al kennen kan hier voor worden uitgebouwd. Dit past ook bij de ontwikkeling van het dienstverleningsconcept van de frontoffice. Toeleiding naar Wmo-voorzieningen In het bovenstaande wordt er van uitgegaan dat wanneer het Wmo-loket bereikbaar is, de doelgroep het loket ook zal weten te vinden. Dit is niet altijd het geval. Goede communicatie is van groot belang om er voor te zorgen dat inwoners het Wmo-loket weten te vinden. Passief informatie beschikbaar stellen over de mogelijkheden van het Wmo-loket is echter niet voldoende. Juist mensen die niet zelf weet hebben van mogelijkheden zullen actief moeten worden toegeleid naar het Wmo-loket. Dit betekent een actieve betrokkenheid bij de toeleiding van bijvoorbeeld: eerstelijns hulpverlening, patiënten/consumentenorganisaties en ouderenwerk.
5
5
Integrale indicatiestelling en intake
Wanneer een directe afhandeling niet mogelijk is wordt de afhandeling indirect. Geschat wordt dat dit voor zo’n 40% van de hulpvragen het geval zal zijn. Dit betekent dat inwoners niet direct kunnen beschikken over de gevraagde Wmo-voorziening(en), maar afhankelijk van de complexiteit in een later stadium geïnformeerd zullen worden over de voortgang en de mogelijke verstrekkingen. Als voorbeeld kan gedacht worden aan de noodzaak tot onafhankelijk medisch onderzoek, dure woningaanpassingen en vervoersvoorzieningen, thuiszorg en dergelijke. Dit is echter een groeimodel, waarbij het de bedoeling is dat uiteindelijk 60% van de aanvragen bij het Wmo-loket afgehandeld kan worden. Na de indicatiestelling wordt een beschikking opgemaakt waarin staat aangegeven: welke Wmo-voorzieningen waarom deze Wmo-voorzieningen welke voorwaarden aan de voorziening zijn verbonden hoelang de indicatie van kracht is welke eigen bijdragen verschuldigd zijn gebruik van PGB, voucher of in natura (vermelden welke aanbieder product gaat leveren) Wanneer de beschikking aan de cliënt is verstrekt komen de leveranciers die de Wmovoorzieningen moeten leveren in beeld. Bij een eenvoudige hulpvraag kan bij wijze van spreken met één handeling (telefoon, email, fax) worden volstaan om de gewenste voorziening geleverd te krijgen. Bij gecompliceerde hulpvragen wordt het ingewikkelder. Om te voorkomen dat de cliënt na toekenning bij allerlei leveranciers moet gaan ‘shoppen’ moeten er nadere afspraken gemaakt worden over het integraal regelen van de Wmo-voorzieningen aan de cliënt. Een deel van de Wmo-voorzieningen leidt tot langdurig contact tussen aanbieders en inwoners. In de loop van de tijd kan de situatie van de cliënt veranderen, de gezondheidsklachten en de behoefte aan ondersteuning zal in een deel van de gevallen verergeren. Het cliëntgericht overleg biedt aanbieders ook de mogelijkheid tot signalering als er een nieuwe indicatie nodig is. Loket 2007 In 2007 is het zo dat binnen het WMO-loket enkel de eenvoudige aanvragen huishoudelijk verzorging direct kunnen worden afgehandeld. Dit zijn aanvragen waarbij de indicatie afgegeven kan worden door het gebruik van beslisbomen. De beslisbomen kunnen gebruikt worden door de loketmedewerkers. De complexe aanvragen huishoudelijke verzorging zullen voor een indicatie opgestuurd worden naar het CIZ. De “oude” Wvg-verstrekkingen worden nog door het CIZ geïndiceerd. Enkel die aanvragen waarvoor geen indicatie nodig is, worden in het loket afgehandeld (bijv. aanvraag handbewogen duw-wandelwagen voor een 85-jarige). Interne controle Alle indicaties worden de eerste drie maanden getoetst. De directe indicaties worden achteraf getoetst, waarbij positieve indicaties niet worden teruggedraaid. Als er fouten bij de directe indicatiestelling blijken te worden gemaakt, worden er acties ondernomen om deze fouten in de toekomst te voorkomen. Alle indirecte indicaties worden voor het afgeven van een beschikking getoetst.
6
6
Informatiehuishouding
Om ervoor te zorgen dat inwoners de juiste voorzieningen krijgen is goede informatie absoluut noodzakelijk: informatie over de beperkingen van de cliënt zelf, over indicatiecriteria, over het aanbod aan zorg, over de beschikbaarheid van dat aanbod, kortom informatie over het hele zorgtoewijzingsproces. Als deze informatiestromen op orde zijn, is het opzetten van een Wmoloket, fysiek, virtueel of telefonisch, aanzienlijk eenvoudiger. Het streven is dan ook om de informatie binnen het Wmo-loket zoveel mogelijk te digitaliseren. Om het Wmo-loket goed in te richten zou ze idealiter moeten beschikken over een informatiehuishouding met een aantal componenten over de cliënt met een zorgbehoefte, begeleidt door het proces van zorgtoewijzing: Aanbod-database / Sociale kaart waarin aanbod kan worden gezocht op functie en onderling kan worden vergeleken; Cliëntvolgsysteem /elektronisch dossier; Indicatiebeslisboom; Aanvraagmodule waarin verzamelde informatie wordt gebruikt en benodigde aanvullende informatie wordt verzameld om aanvraagformulieren in te vullen voor de diverse aanbieders. Deze module moet dus niet elk aanvraagformulier doorlopen en telkens dezelfde informatie over de cliënt vragen. Ook moeten de kosten voor de cliënt hierin worden berekend. Bij voorkeur worden formulieren digitaal verzonden naar aanbieders. Door de informatiestromen te ontwerpen vanuit het proces dat de cliënt moet doorlopen en door bovendien in plaats van de cliënt, zijn informatie door het proces te sturen, kan de cliënt veel sneller duidelijkheid en de daadwerkelijke zorg geboden worden.
7
7
Financiële raming
Voor een financiële raming van het loket moet onderscheid worden gemaakt tussen invoeringskosten (de investering die voor de daadwerkelijke implementatie van het loket moet worden gemaakt) en de exploitatiekosten (de jaarlijkse begroting van het loket) Eenmalige invoeringskosten Net als de uitvoeringskosten moet bij de raming van invoeringskosten ook voorbehoud worden gemaakt. De precieze kosten worden bij de uitwerking steeds duidelijker. Uitgaven Personeelskosten (2006) 884 uur (incl. overheadkosten) Inhuur derden 366 uur (incl. overheadkosten) Kosten samenwerking ISMH Opleiding Werkruimte/werkplek Automatisering op werkplek Opstellen informatiemateriaal Software ontwikkeling incl. digitaal loket (kosten Wmo-pakket) Omzettingen AWBZ/Wvg naar Wmo (kosten in 2007) Totaal
Inkomsten Personeelskosten conform primitieve begroting 2006 Bijdrages reserves/voorzieningen ste conform 1 burap Besparing van uren door verschuiving van werkzaamheden Bijdrage Rijk 2006 Totaal
Raming Wmo
450 uur (incl. overheadkosten)
8
€ 78.685,00 € 32.652,00 € 5.000,00 € 5.000,00 € 4.000,00 € 4.000,00 PM PM PM € 129.337,00
€
40.795,00
€
32.652,00
€ 40.055,00 € 30.000,00 € 143.502,00
Structurele exploitatiekosten Voor de dekking van de kosten is uitgegaan van de raming van de uitvoeringskosten, zoals die overeen is gekomen tussen de VNG en het ministerie van VWS. Uit het budget van de uitvoeringskosten moeten de kosten voor de toeleiding, indicatie en toewijzing van de huishoudelijke zorg worden gefinancierd en de extra kosten voor de beleidsontwikkeling. Voor het belangrijkste deel behoren deze kosten bij de loketkosten, hier worden de gemeentelijke taken rond de huishoudelijke verzorging uitgevoerd. De kosten en baten van het nieuwe loket zijn ramingen op basis van schattingen van aantallen aanvragen, daarbij is mede gebruik gemaakt van de ervaring bij de Wvg. Nieuwe taken Uitgaven
Totaal Rijksbijdragen via gemeentefonds
Salariskosten Uitvoering (brutoloon) (functie moet nog gewaardeerd worden) Salariskosten beleid (brutoloon) Salariskosten Administratie en archief (brutoloon) Salariskosten financiële administratie (brutoloon) Salariskosten applicatiebeheer (brutoloon) Indicatiekosten derden (bijv. CIZ) Kantoorinrichting/automatisering Communicatiemateriaal Evaluatie
€ 47.000,00 € 30.000,00 Binnen huidig takenpakket € 5.500,00 € 5.000,00 € 40.000,00 € 3.000,00 PM PM
Meicirculaire 2006 m.b.t. uitvoeringskosten Verlaagde bijdrage aan SoZaK5 Huidige Wvg personeelskosten (incl. huisvesting) Huidige CIZ-kosten
€ 72.204,00 PM € 54.000,00 € 40.000,00
9
Bijlage Personele consequenties Algemeen De invoering van de WMO heeft nieuwe functies of uitbreiding van bestaande functies tot gevolg: Wmo-loket Uitvoering Beleid Administratie Financiële administratie Applicatiebeheer Omzetting Wvg/AWBZ
WMO
Benodigde fte per week € 47.000,00 € 30.000,00 Vooralsnog geen uitbreiding van uren noodzakelijk € 5.500,00 € 5.000,00 PM (tijdelijk)
Tot 1 januari 2007 worden de taken inzake de Wvg uitgevoerd door de centrumgemeente Nederlek. Gemeente Vlist betaalt aan Nederlek o.a de personeelskosten door. Nu Vlist per 1 januari 2007 (een groot deel van de) taken weer zelf gaat uitvoeren, betekent dit dat de afrekening vanuit Nederlek naar Vlist naar verwachting lager zal zijn. Dit is o.a. afhankelijk van de keuze voor het automatiseringssysteem. In september zal hierover gesproken worden met Nederlek.
Toelichting op de benodigde uren: Uitvoering De functie van een Wmo-medewerker is vergelijkbaar met een consulentenfunctie. Op grond van de ervaringscijfers verwachten we 1 fte hiervoor nodig te hebben. Er dient hierbij opgemerkt te worden dat de AWBZ geen concrete cijfers kan overleggen wat de huishoudelijke verzorging betreft, waardoor wij uit moeten gaan van aannames. De voorkeur wordt gegeven aan twee parttimers gelet op de kwetsbaarheid met 1 fulltimer. Deze functie dient nog vastgesteld te worden, maar naar verwachting zal deze functie vastgesteld worden op schaal 8 (€ 47.145,00 per jaar), gelet op het feit dat de indicatie grotendeels zelf zullen worden verricht. De voorkeur gaat uit naar (een) ervaren Wvgconsulent(en). Met de invulling van het Wmo-loket zal de Frontoffice (gedeeltelijk) betrokken worden. In welke mate hangt mede af van het automatiseringssysteem Beleid Inzake het beleid omtrent de verdere ontwikkelingen van de Wmo, dienen de beleidsuren van team Welzijn uitgebreid te worden. Gelet op de ervaringscijfers inzake de Wvg (met daarbij het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer) en het nieuwe beleidsterrein van de huishoudelijke verzorging, wordt verwacht dat een urenuitbreiding van 0,6 fte reëel is. Deze functie kan vooralsnog voor de duur van een jaar opengesteld worden om in deze periode te bekijken welke tijdsinvestering nodig is, dit ook met het oog op het 4-jarig beleidsplan wat per 1 januari 2008 ingaat. Binnen deze uren zal het eerste jaar ook de controle, toetsing en evaluatie plaatsvinden. Administratie De uitvoering van het Wmo-loket bij de gemeente Vlist heeft tot gevolg dat er tevens administratieve werkzaamheden (waaronder de archivering) bijkomen. Op grond van de ervaringscijfers van de Wvg kan gesteld worden dat 8 uur per week noodzakelijk is. Vanwege het vervallen van werkzaamheden bij de huidige medewerker Uitvoering en Ondersteuning kan geconstateerd worden dat een groot deel van deze Wmo-uren opgevangen kunnen worden in de reeds bestaande uren. De praktijk zal moeten uitwijzen of dit voldoende is of dat de functie met een paar uur per week uitgebreid moet worden.
10
Financiële administratie De financiële afwikkeling van de aanvragen is mede afhankelijk van het automatiseringssysteem. Aangezien de gesprekken hierover nog gaande zijn, kan hier momenteel nog geen uitsluitsel over worden gegeven. Het blijft een feit dat deze financiële werkzaamheden uitgevoerd moeten worden en dat hiervoor uren geraamd dienen te worden. Applicatiebeheer De komende periode moet er nog duidelijkheid komen over het aan te schaffen automatiseringssysteem. Dit wordt momenteel besproken binnen de K5 werkgroep. Afhankelijk van de keuzes die hierin gemaakt worden en de mogelijke samenwerking met andere gemeenten kan bekeken worden welke tijdsinvestering nodig is. Scholing Afhankelijk van de ervaring van de Wmo-medewerker zal bekeken moeten worden welke training nog gevolgd zal moeten worden. Bijvoorbeeld een cursus Loketmedewerker WMO is zeker aan te raden (Bestuursacademie € 1.600,00 p.p) De medewerkers van de Frontoffice zullen tevens geschoold moeten worden. Afhankelijk van het feit in welke mate de Frontoffice betrokken wordt bij de Wmo, zal bekeken worden of dit een interne training kan worden of dat er een externe training gevolgd zal moeten worden. Omzetting AWBZ/Wvg naar WMO Voor 1 januari 2008 dienen alle lopende toekenningen die in het kader van de AWBZ en de Wvg zijn afgegeven voor de invoering van de WMO omgezet te worden naar een toekenning in het kader van de Wmo. Een deel hiervan zal “administratief” omgezet kunnen worden, maar een deel zal tevens opnieuw geïndiceerd moeten worden. Op dit moment is niet inzichtelijk hoe groot dit deel is. Wanneer dit bekend is, zal bekeken moeten worden hoe dit opgepakt kan worden. Tijdelijke inhuur of tijdelijke uitbreiding van uren is hiervoor noodzakelijk.
11
This document was created with Win2PDF available at http://www.win2pdf.com. The unregistered version of Win2PDF is for evaluation or non-commercial use only. This page will not be added after purchasing Win2PDF.