1. Aanleiding Door het parkeren nadrukkelijk te toetsen en de juiste parkeernorm zo vroeg mogelijk in het planproces te bepalen wordt parkeeroverlast voorkomen en wordt de verkeersveiligheid verbeterd. Indien een ontwikkelaar namelijk te weinig parkeerplaatsen realiseert op eigen terrein, gaan er ook mensen in de omgeving parkeren met mogelijk parkeeroverlast en verkeersonveilige situaties tot gevolg. Eind 2012 heeft het CROW nieuwe parkeerkencijfers gepubliceerd. De ‘oude’ cijfers dateren van 2004 en hebben als basis gediend voor onze parkeernormen uit de parkeernota 2005-2010. De nieuwe landelijke richtlijnen zijn voor de gemeente Amstelveen aanleiding de nu geldende normen te actualiseren. Hoewel de opzet van de nieuwe CROW parkeerkencijfers vergelijkbaar is met die van de oude, is er wel het een en ander veranderd. Hieronder een beknopt overzicht: -
Aan de bestaande indeling in gebieden is een categorie toegevoegd: het buitengebied. Er worden meer woningsoorten en functies onderscheiden. De kencijfers zelf zijn geactualiseerd in hun waarde waarbij soms ook de eenheden zijn aangepast.
Daarnaast heeft deze nota heeft als doel om de toepassing van de parkeernormen inzichtelijker te maken, zodat het voor burgers, bedrijven en ontwikkelaars duidelijk is welke normen gehanteerd worden bij een aanvraag en om er uiteindelijk voor te zorgen dat er voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn zodat parkeerproblemen vanaf het begin van het planproces worden voorkomen. Op basis van de vastgestelde parkeernormen en de bijbehorende toepassingsregels dient er voor aanvragers duidelijkheid te zijn omtrent het vereiste aantal te realiseren parkeerplaatsen. In hoofdstuk 2 worden de uitgangspunten geformuleerd die gehanteerd worden bij het bepalen van de parkeernorm. Hoofdstuk 3 geeft een toelichting over het gebruik van de parkeernorm en hoofdstuk 4 geeft het juridisch kader weer.
2. Uitgangspunten Bij het toepassen van de parkeernorm worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. Elke initiatiefnemer van (bouw)plannen dient zorg te dragen voor het realiseren van voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein. 2. Een bouwinitiatief of wijziging van functie van een locatie mag geen parkeerproblemen en verkeersveiligheidsproblemen in de openbare ruimte veroorzaken of vergroten.
3. De Nota parkeernormen is van toepassing op ruimtelijke plannen voor nieuwbouw, verbouw, uitbreiding of wijziging van functie(s) voor zover zij van invloed zijn op het parkeren. 4. Een initiatiefnemer kan een gemotiveerd voorstel indienen om af te wijken van de vastgestelde parkeernorm, onderbouwd door een goed mobiliteits- en bereikbaarheidsplan en een goed verhaal waarom met minder parkeerplaatsen kan worden volstaan en hoe overlast voorkomen wordt. Burgemeester en wethouders kunnen op basis hiervan gemotiveerd afwijken van de parkeernorm. 5. De parkeernormen in deze nota gelden voor nieuwe aanvragen vanaf 1 januari 2016 2015. De oude parkeernormen uit de parkeernormennota 2005-2010 komen vanaf die datum te vervallen, tenzij hiernaar nog in oude bestemmingsplannen wordt verwezen. 6. Indien in het voortraject normen zijn vastgesteld in het programma van eisen wordt aan deze normen vastgehouden. 7. De parkeernormen in deze nota zijn richtinggevend voor het opnemen van specifieke normen in bestemmingsplannen.
3. Toepassing parkeernorm 3.1 Parkeernormen Er bestaat geen landelijk voorgeschreven wettelijke normering voor parkeerplaatsen. Wel zijn er richtlijnen voor het toepassen van parkeernormen opgesteld door het Kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte (CROW). Amstelveen baseert zijn parkeernormen op deze landelijke richtlijn (CROW-publicatie 317 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' van oktober 2012), net als veel andere gemeenten. De normen zijn gebaseerd op veel praktijkonderzoek en zijn de meest actuele en onderbouwde normen die voorhanden zijn. Toch kiest Amstelveen ervoor de normen niet één op één over te nemen, maar de hoeveelheid categorieën en functies te beperken om het normenkader overzichtelijk te houden en voor een aantal functies praktijkdiscussies te verminderen. De Amstelveense parkeernormen zijn opgenomen in bijlage 1. Daar waar parkeernormen in bestemmingsplannen zijn opgenomen, prevaleren deze boven de normen uit deze Nota Parkeernormen. De normen uit deze Nota Parkeernormen zijn richtinggevend voor het opnemen van specifieke normen in bestemmingsplannen. 3.2 Gebiedsindeling Amstelveen Het CROW gaat in haar richtlijnen uit van gebiedsindelingen. Allereerst wordt gekeken naar de stedelijkheidsgraad en vervolgens kan er binnen een gemeente ook nog onderscheid worden gemaakt naar verschillende stedelijkheidsgraden. 3.2.1 Stedelijkheidsgraad Het CBS heeft een typologie van stedelijkheidsgraad per gemeente geïntroduceerd. Onder stedelijkheidsgraad wordt het aantal adressen per km2 verstaan. Er zijn vijf verschillende stedelijkheidsgraden onderscheiden. De stedelijkheidsgraad is van invloed op de aantrekkelijkheid van het gebruik van andere vervoerwijzen dan de auto en daarmee op de parkeervraag. In een (zeer sterk) stedelijke gemeente is bijvoorbeeld het openbaar vervoer beter geregeld dan in een niet stedelijke gemeente en is het eenvoudiger de fiets te gebruiken voor allerlei activiteiten. Hieruit volgt dat de behoefte
aan een auto en dus aan parkeerplaatsen in een niet stedelijke gemeente hoger is dan in stedelijke gemeenten. Per 1 januari 2009 kende de Gemeente Amstelveen een adressendichtheid van 2.031 adressen per km2. Deze adressendichtheid wordt gekwalificeerd als ‘sterk stedelijk’. Dit is niet gewijzigd ten opzichte van de parkeernota 2005-2010. 3.2.2 Gebiedsindeling Voor de parkeerkencijfers maakt het CROW naast een onderscheid in stedelijkheidsgraad ook een onderscheid in vier verschillende zones: centrum, schil centrum, rest bebouwde kom en buitengebied. Omdat Amstelveen niet zo typisch is ingedeeld in bovenstaande zones wordt voor Amstelveen geen onderscheid gemaakt naar verschillende zones. 3.3 Toepassen parkeernorm In deze paragraaf wordt aangegeven welke stappen moeten worden doorlopen voor het beoordelen en bepalen van de parkeernorm. ·
·
·
·
Voor het bepalen van de parkeereis dient het aantal benodigde parkeerplaatsen vastgesteld te worden. Uitgangspunt hierbij is dat de parkeereis op eigen terrein wordt opgelost, waarbij ook rekening wordt gehouden met het dubbelgebruik van de betreffende parkeerplaatsen. Dit gebeurt op basis van de aanwezigheidspercentages (zie bijlage 3). Voor het oplossen van de benodigde parkeerplaatsen op eigen terrein kan ook gedacht worden aan het realiseren van een parkeerkelder of een parkeerdek. Bij parkeerplaatsen op eigen terrein gelden specifieke rekenregels over hoe eigen opritten en garages meetellen in de berekening van het aantal parkeerplaatsen. Deze staan in bijlage 2. Indien realisatie van de benodigde parkeerplaatsen op eigen terrein niet mogelijk blijkt, dient de initiatiefnemer met een voorstel te komen hoe de parkeerbehoefte opgelost kan worden in de openbare ruimte. Het voorstel moet voldoen aan de maatvoerings- en bereikbaarheidseisen uit bijlage 5 en mag niet op stedenbouwkundige of verkeerskundige bezwaren stuiten. De gemeente beoordeelt dit laatste. De aanleg van een parkeerplaats gebeurt door de gemeente zelf. De kosten voor de aanleg zijn voor de aanvrager. Wanneer aannemelijk wordt gemaakt dat dit redelijkerwijs ook niet mogelijk is, dan wordt zonder besluit van B&W vrijstelling verleend van de parkeereis bij kleine uitbreidingen en/of aanpassingen van bestaande functies die tot een extra parkeereis van maximaal 2 parkeerplaatsen leiden. Bij afwijken van de parkeereis met meer dan 2 parkeerplaatsen geschiedt dit altijd bij expliciet besluit van burgemeester en wethouders, door middel van een motivatie en onderbouwing. Afwijken van de parkeereis kan bestuurlijk wenselijk zijn om nietverkeerskundige redenen. Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen een omgevingsvergunning op grond van parkeren.
Doorgaans is een specifieke berekening nodig. Hieronder volgt een nadere toelichting: · Bij verandering van functie wordt de daadwerkelijke parkeereis bepaald door de parkeerbehoefte van te slopen of te herbestemmen functies in mindering te brengen op de parkeerbehoefte van de nieuwe functies. · Voor de verschillende functies bestaan verschillende parkeernormen. Indien
·
· · ·
een bouwplan voorziet in de combinatie van meerdere functies zal aan de hand van de aantallen m2 bvo per functie (of op basis van de andere grootheden) moeten worden berekend op welke wijze in de totale parkeerbehoefte kan worden voorzien. Bij ondergeschikte functie geldt voor de berekening de hoofdfunctie. Bij één voorziening kan sprake zijn van meerdere hoofdfuncties. Dit vraagt om maatwerk. Er vindt bij het ontwikkelen van meerdere verschillende functies een toets plaats voor dubbelgebruik op een maatgevend moment op basis van de aanwezigheidspercentages. Alle parkeerplaatsen dienen onafhankelijk van elkaar te bereiken te zijn. Bestaande parkeerplaatsen die als gevolg van het bouwplan verdwijnen, moeten worden gecompenseerd en worden dus opgeteld bij de parkeereis. Bij de berekening van het aantal parkeerplaatsen wordt aan het eind van de berekening het aantal parkeerplaatsen afgerond op hele aantallen.
3.4 Halen en brengen van kinderen bij kinderopvang en basisschool Met name bij basisscholen en kinderdagverblijven kan in de straat een onwenselijke verkeerssituatie ontstaan bij het halen en brengen van kinderen, als het ontwerp van de buitenruimte hier onvoldoende rekening mee houdt. Daarom geldt naast de normale parkeereis (voor personeel) de eis tot het voorzien in een maatregel voor het halen en brengen van kinderen. Op deze locatie kunnen ouders dan buiten de rijbaan hun auto neerzetten om hun kind op te halen of weg te brengen, zonder hinder voor het overige verkeer te veroorzaken. Het creëren van goede voorzieningen voor halen en brengen is van essentieel belang voor de verkeersveiligheid bij scholen. Deze voorziening dient op eigen terrein gesitueerd te worden. Indien dit niet mogelijk blijkt, verdient een oplossing waarbij rekening gehouden wordt met dubbelgebruik de voorkeur. 3.5 Fietsparkeren Het spreekt vanzelf dat bij het realiseren van woningen en bedrijven/instellingen ook ruimte wordt gerealiseerd voor het stallen van fietsen. Voor overige functies gebeurt dat echter in de praktijk lang niet altijd. Voor bezoekers van appartementengebouwen, winkels, sportvoorzieningen, medische instellingen, kantoren met baliefunctie, en dergelijke, is het belangrijk om goede voorzieningen voor het stallen van fietsen aan te bieden. Het aantal plekken moet voldoen aan de vraag op een druk moment. In bijlage 5 zijn fietsparkeernormen voor het aantal bezoekersplekken bij verschillende bestemmingen opgenomen. Deze zijn eveneens gebaseerd op CROW-publicatie 317.
4. Juridisch kader Om een goede parkeersituatie te realiseren, is het noodzakelijk om bij elk initiatief te kunnen toetsen op basis van parkeren. Paragraaf 4.1 gaat nader in op de juridische grondslag van deze toets. 4.1 Juridische grondslag parkeertoets Artikel 8 van de Woningwet is voor de gemeenteraad de juridische grondslag voor het vaststellen van de Bouwverordening. In artikel 9 van de Woningwet is bepaald dat wanneer in de Bouwverordening bepalingen zijn opgenomen die ook in het
bestemmingsplan staan, het bestemmingsplan voorrang geniet. Dit geldt ook voor de in het bestemmingsplan opgenomen parkeernormen. In de Amstelveense bouwverordening gaat artikel 2.5.30 over parkeernormen. Sinds een wetswijziging die per 29 november 2014 in werking trad (kortgezegd de Reparatiewet; BZK 2014 Stb. 2014, 458) mogen stedenbouwkundige voorschriften, waaronder regels over de benodigde parkeerruimte, niet meer in de bouwverordening worden neergelegd. Voor bestaande bestemmingsplannen is artikel 2.5.30 van de bouwverordening nog tot 1 juli 2018 van toepassing. Voor bestemmingsplannen die na 29 november 2014 worden vastgesteld vervalt artikel 2.5.30 bouwverordening direct en moet de parkeerregeling in het bestemmingsplan worden opgenomen. In Amstelveen is ervoor gekozen om dit te regelen door de parkeernormen en toepassingsregels uit deze Nota Parkeernormen als bijlage bij de bestemmingsregels te voegen. De bestemmingsplannen moeten op 1 juli 2018 aangepast zijn in die zin dat de parkeernormen integraal onderdeel uitmaken van het ruimtelijke toetsingskader. Vanuit efficiency is gekozen om niet alle bestemmingsplannen opnieuw vast te stellen, maar één parapluplan te maken voor het hele grondgebied van Amstelveen. Het parapluplan geldt als toetsingskader voor de parkeernormen. Medio 2018 zal naar verwachting de Omgevingswet in werking treden, de parkeernormen worden dan een onderdeel van het omgevingsplan, dat de opvolger is van het bestemmingsplan. 4.2 Hardheidsclausule Na vaststelling van de Nota parkeernormen zijn de hierin beschreven parkeernormen en werkwijze van toepassing op alle toekomstige plannen en projecten. Uitzondering hierop vormen de locaties of gebieden waarvoor in het bestemmingsplan al parkeernormen opgenomen zijn. De nieuwe parkeernormen worden dan van kracht vanaf het moment dat het paraplubestemmingsplan in werking treedt. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de Nota parkeernormen indien strikte toepassing van de nota leidt tot een bijzondere hardheid die niet door dringende redenen/noodzaak wordt gerechtvaardigd. De dringende redenen om van deze hardheidsclausule gebruik te maken moeten gemotiveerd worden aangetoond door de aanvrager. De gemeente beoordeelt de redelijkheid van deze motivering.
Bijlage 1. Parkeernormen Wonen Type Woning groot >140m² Woning middel 100m²-140m² Woning klein < 100m² Kamerverhuur, zelfstandig Kamerverhuur, studenten Aanleunwoning & serviceflat
Eenheid Per woning Per woning Per woning Per kamer Per kamer Per woning
Parkeernorm 2,0 1,7 1,4 0,7 0,3 1,1
Werken Type Kantoorfunctie Bedrijfsfunctie (arbeidsintensief) Bedrijfsfunctie (arbeidsextensief)
Eenheid Per 100m² bvo Per 100m² bvo Per 100m² bvo
Parkeernorm 2,0 2,0 1,0
Winkelen Type Supermarkt/groothandel Overige detailhandel
Eenheid Per 100m² bvo Per 100m² bvo
Parkeernorm 6,0 3,0
Sport, cultuur en ontspanning Type Bibliotheek/Museum Bioscoop/Theater Casino Bowlingcentrum Biljart-/snookercentrum Dans/fitnessstudio/Sportschool Wellnesscentrum/ Sauna Sporthal/sportzaal/squashhal Tennishal Zwembad Sportveld Stadion Golfbaan (18 holes) Indoorspeeltuin Volkstuin
Eenheid Per 100m² bvo Per 100m² bvo Per 100m² bvo Per bowlingbaan Per tafel Per 100m² bvo Per 100m² bvo Per 100m² bvo Per 100m² bvo Per 100m² bassin Per hectare netto terrein Per zitplaats Per 18 holes, 60ha Per 100m² bvo Per 10 tuinen
Parkeernorm 1,0 10 6,5 2,8 1,4 5,5 8,0 2,7 0,5 13 20 0,1 100 5,0 1,4
Horeca en recreatie Type Camping/bungalowpark Hotel Café/ bar/cafetaria/restaurant
Eenheid Per standplaats Per kamer Per 100m² bvo
Parkeernorm 1,4 0,7 6,0
Gezondheidszorg en sociale voorzieningen Type Eenheid Apotheek Per apotheek Per behandelkamer * Gezondheidscentrum· Ziekenhuis Per 100m² bvo Crematorium/begraafplaats Per (deels) gelijktijdige plechtigheid Religiegebouw Per zitplaats Verpleeg- en verzorgingstehuis Per kamer ·
Parkeernorm 3,2 2,0 1,7 30 0,2 0,6
Gezondheidscentrum: huisartsenpraktijk, fysiotherapiepraktijk, consultatiebureau, tandartspraktijk
Onderwijs Type Kinderdagverblijf Basisonderwijs Middelbaar onderwijs Hoger onderwijs Avondonderwijs
Eenheid Per 100m² bvo Per leslokaal Per 100 leerlingen Per 100 studenten Per 10 studenten
Parkeernorm 1,2 0,8 4,5 12 6,0
Bijlage 2. Parkeren op eigen erf parkeervoorziening enkele oprit zonder garage lange oprit zonder garage of carport dubbele oprit zonder garage garage zonder oprit (bij woning) garagebox (niet bij woning) garage met enkele oprit garage met lange oprit garage met dubbele oprit
theoretisch aantal 1 2
berekeningsaantal 0,8 1,0
2
1,7
1
0,4
1 2 3 3
0,5 1,0 1,3 1,8
opmerking oprit min. 5,0 m. diep
oprit min. 5,0 m. breed en diep
oprit min. 5,0 m. diep oprit min. 5,0 m. breed en diep
middag
zondag
avond
zaterdag
middag
zaterdag
nacht
werkdag
avond
werkdag
middag
werkdag
ochtend
werkdag
Bijlage 3. Aanwezigheidspercentages
woningen bewoners
50%
50%
90%
100% 60%
80%
70%
woningen bezoekers
10%
20%
80%
0%
60%
100%
70%
kantoor/bedrijven
100%
100%
5%
0%
0%
0%
0%
commerciële dienstverlening
100%
100%
5%
0%
0%
0%
0%
detailhandel
30%
60%
10%
0%
100%
0%
0% *
grootschalige detailhandel
30%
60%
70%
0%
100%
0%
0% *
supermarkt
30%
60%
40%
0%
100%
40%
75%
sportfuncties binnen
50%
50%
100%
0%
100%
100%
75%
sportfuncties buiten
25%
25%
50%
0%
100%
25%
100%
bioscoop/theater/podium/enzovoort
5%
25%
90%
0%
40%
100%
40%
sociaal medisch: arts/maatschap/
100%
75%
10%
0%
10%
10%
10%
50%
50%
100%
25%
100%
100%
100%
ziekenhuis patiënten inclusief bezoekers 60%
100%
60%
5%
60%
60%
60%
ziekenhuis medewerkers
75%
100%
40%
25%
40%
40%
40%
dagonderwijs
100%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
avondonderwijs
0%
0%
100%
0%
0%
0%
0%
therapeut/consultatiebureau verpleeg-/verzorgingstehuis/ aanleunwoning/verzorgingsflat
Elke functie of voorziening heeft een karakteristiek mobiliteitspatroon. Praktijkervaring heeft bovenstaande aanwezigheidspercentages opgeleverd. Deze dienen voor het berekenen van dubbelgebruik van parkeerruimte. Hoe wordt dit berekend? Bijvoorbeeld bij combinatie van kantoren en appartementen (woningen): · afzonderlijke parkeereis per functie bepalen; · bij vervallen functies aantal op te heffen parkeerplekken bepalen en deze van de parkeereis af trekken. · per dagdeel met behulp van aanwezigheidspercentages berekenen welk deel van deze parkeereis daadwerkelijk wordt danwel werd gebruikt; · per dagdeel het benodigd aantal parkeerplaatsen optellen; · het hoogste aantal is maatgevend en levert de totale parkeereis op. *
Voor winkelcentra of winkels die op zondagmiddag open zijn, geldt een aanwezigheidspercentage van 75% op de zondagmiddag.
Bijlage 4. Parkeren: maatvoering Voor straatparkeren gelden de normen uit de ASVV 2012 (of indien beschikbaar een recentere uitgave). Voor parkeren in garages gelden de normen uit de NEN 2443 en de Ontwerpwijzer Gebouwde Parkeervoorzieningen van het CROW. Amstelveen en Aalsmeer hanteren minimumbreedtematen. Standaardmaten: 90°: haaks parkeren: 2,50 bij 5,00 meter, parkeerwegbreedte van ongeveer 6,0 meter 0°: langsparkeren: 2,00 meter bij 6,00 meter (voor vakken aan het uiteinde van een strook) 2,00 meter bij 5,50 meter (voor tussenvakken) Hoe drukker de weg waarlangs geparkeerd wordt, des te wenselijker is het om de parkeervakken dieper en breder aan te leggen. Schuin parkeren alleen na overleg met de gemeente, 2,50 meter breed. Langsparkeerplaatsen met een wand of kolom aan de bestuurderszijde zijn minimaal 2,50 meter breed. Bij parkeerstroken langs groenstroken moet een uitstapstrook van twee tegels breed worden aangebracht. Aan de maatvoeringeisen uit de NEN 2443 en de minimum breedtematen wordt streng getoetst. Geadviseerd wordt om in een bouwontwerp eerst de garage te ontwerpen en te laten toetsen aan de NEN 2443 en om hierbij rekening te houden met de aanwezigheid van kolommen. De kolomstructuur is immers vaak ook bepalend voor de rest van het ontwerp. De breedtetoeslag is bedoeld om schade te voorkomen. In garages geldt een toeslag van 0,15 meter bij een wand aan één zijde en van 0,35 meter bij een wand aan twee zijden. Bij kolommen geldt de toeslag alleen als deze gesitueerd zijn op minder dan 0,50 meter of meer dan 1,50 meter afstand van de parkeerweg. Het streven moet zijn om de parkeergarage kolomvrij te ontwerpen. Indien dit niet mogelijk is of op zwaarwegende bezwaren stuit, dan moet het uitgangspunt zijn om zo min mogelijk kolommen te maken, de kolommen zo dun mogelijk te maken en bovendien rond in plaats van rechthoekig van vorm. Bovendien moeten kolommen dan zo veel mogelijk aan het einde van de vakken worden gesitueerd. Om schade aan voertuigen te beperken kunnen op de kolommen ter hoogte van de voor- en achterkant van auto’s stootrubbers of dergelijke bevestigd worden.
Bijlage 5. Fietsparkeernormen Kantoren Voorziening Kantoor (personeel) Kantoor met balie (bezoekers)
Eenheid 100m2 balie
Parkeernorm 1.2 5.0
Eenheid 10 leerlingen
Parkeernorm 4.3
Basisschool (medewerkers) Middelbare school (leerlingen) Middelbare school (medewerkers) ROC (leerlingen)
10 leerlingen
5.0 6.2 0.4
100m² bvo
14
100m² bvo
0.4
100m² bvo
12
ROC (medewerkers)
100m² bvo
0.9
Winkelen Voorziening Winkelcentrum Supermarkt Bouwmarkt Tuincentrum
Eenheid 100m² bvo 100m² bvo 100m² bvo 100m² bvo
Parkeernorm 2.7 2.9 0.25 0.4
Horeca Voorziening Fastfood Restaurant (eenvoudig) Restaurant (luxe)
Eenheid locatie 100m² bvo 100m² bvo
Parkeernorm 10 18 4.0
Scholen Voorziening Basisschool (leerlingen)
< 250 leerlingen 250-500 > 500
Gezondheidszorg/ maatschappelijke Voorziening Apotheek (bezoekers) Apotheek (medewerkers) Begraafplaats/ Crematorium Gezondheidscentrum (bezoekers) Gezondheidscentrum (medewerkers) Kerk/ Moskee Ziekenhuis (bezoekers) Ziekenhuis (medewerkers)
voorzieningen Eenheid locatie locatie gelijktijdige plechtigheid 100m² bvo 100m² bvo 100 zitplaatsen 100m² bvo 100m² bvo
Sport, cultuur en ontspanning Voorziening Bibliotheek Bioscoop Fitness Museum Sporthal Sportveld Sportzaal Stadion Stedelijk evenement Theater Zwembad (openlucht) Zwembad (overdekt)
Eenheid 100m² bvo 100m² bvo 100m² bvo 100m² bvo 100m² bvo ha netto terrein 100m² bvo 100 zitplaatsen 100 bezoekers 100 zitplaatsen 100m² bassin 100m² bassin
Overstapplaatsen Voorziening Busstation Carpoolplaats
Eenheid halterende buslijn autoparkeerplaats
Woningen Voorziening Rij- en vrijstaande woning Appartement (met fietsberging) Appartement (zonder fietsberging) Studentenhuis
Eenheid kamer kamer kamer kamer
Parkeernorm 7.0 4.0 5.0 1.3 0.4 40 0.5 0.2
Parkeernorm 3.0 1.4 2.0 0.9 2.5 61 4.0 9.0 32 18 28 20
Parkeernorm 42 0.8
Parkeernorm 1.0 0.75 0.25 1.0
Uitvoeringsprogramma verkeer 2012-2015 Nota Parkeernormen 2016 Vragen en antwoorden commissie RWN
Op 1 december 2015 is in de commissie RWN de Nota Parkeernormen 2016 besproken. Tijdens de commissievergadering zijn diverse vragen gesteld en opmerkingen geplaatst. De meeste van deze vragen heb ik tijdens de vergadering (deels) beantwoord. Wat betreft één vraag van de heer Kortekaas, heb ik aangegeven hier later op terug te komen. Voorafgaand aan de commissievergadering zijn ook enkele vragen gesteld. In deze notitie worden alle vragen beantwoord, zodat de fracties deze kunnen betrekken bij de definitieve besluitvorming over het plan in de gemeenteraad van 16 december 2015. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Vriendelijke groeten Jeroen Brandes Wethouder verkeer en parkeren
Vraag: In de parkeernota 2005-2010 geldt er voor een woning een norm van 1,5 parkeerplaats en is er geen onderscheid tussen goedkoop, midden of duur. In de nieuwe nota wordt hiervan afgeweken en is hier wel een onderscheid in gemaakt. Waarom is dat? Antwoord van het college: In de oude nota wordt nog uitgegaan van een gebiedsindeling centrum, schil en rest bebouwde kom. Voor wonen geldt alleen in het centrumgebied een norm van minimaal 1,5 pp. per woning terwijl de CROW-normen destijds ook lagere normen voor centrumgebieden aandroegen. Buiten het centrumgebied geldt nu ook al een norm van tussen 1,5 en 2,0 parkeerplaats per woning. In de nieuwe nota is juist besloten om geen onderscheid te maken naar verschillende zones. De reden hiervoor is dat in Amstelveen geen sprake is van een traditionele indeling met een historisch centrum, een schilgebied en een rest gebied. Er wordt in de nieuwe nota uitgegaan van één gebied en een parkeernorm op basis van de grootte van een woning. Mensen met een kleine woning hebben immers doorgaans minder auto’s dan mensen met een grote woning. De grootte van een woning is bovendien objectiveerbaar en geeft minder mogelijkheden om misbruik te maken van normen. Een voorbeeld daarvan is: nu kan een woning gebouwd worden onder de noemer seniorenwoning of sociale huurwoning (met bijbehorende lagere norm), terwijl deze later best als vrijesectorwoning doorverkocht kan worden (waar een hoger autobezit bij hoort). De parkeernorm voor woningen varieert in de nieuwe nota overigens ook tussen 1,4 en 2,0 parkeerplaats per woning. De normen worden wat dat betreft per saldo niet hoger of lager. Wel verdwijnt de bandbreedte, eveneens om discussies te voorkomen.
Vraag: Waarom wordt de parkeernota 2005-2010 niet geheel herzien? Antwoord van het college: Inderdaad zijn in de afgelopen jaren diverse losse beleidsstukken geproduceerd om het parkeerbeleid op onderdelen te actualiseren. Grote delen van de oude parkeernota zijn nog wel actueel, maar voor de buitenstaander wordt inderdaad de vindbaarheid van het beleid
[Notitie raadsvragen Nota Parkeernormen 100/F012/ICT
Pagina
2 van 7
langzaamaan onoverzichtelijk. Het college zegt toe in 2016 het parkeerbeleid opnieuw te ordenen en in een nieuw overzichtelijk document samen te brengen. De nota parkeernormen is een voorbeeld van een los beleidsstuk.
Vraag: Waarom is de nota nu pas opgesteld en niet al eind 2012 toen het CROW de nieuwe kengetallen heeft gepubliceerd? Antwoord van het college: De verantwoordelijk wethouder wil gebruik maken van de laatste kengetallen van de CROW. Daarnaast was het lange tijd onduidelijk hoe in de nieuwe Omgevingswet met parkeernormen zou worden omgegaan. Ook was onduidelijk wat de rol van de bouwverordening nog zou zijn. Inmiddels is hier meer duidelijkheid over ontstaan en is ook diverse relevante jurisprudentie verschenen over parkeren, parkeernormen en bestemmingsplannen. Dat geeft ons nu voldoende houvast om dit plan te laten vaststellen en ook in stand te kunnen houden de komende jaren. In de tussentijd zijn de oude parkeernormen (die bandbreedtes aanhielden) zo veel mogelijk ingevuld met de nieuwe CROW-richtlijnen als achtergrondinformatie.
Vraag: Waarom staat in de nota parkeernormen 2016 dat de normen uit de nota al vanaf 1 oktober 2015 gelden? Antwoord van het college: Dit is inderdaad onjuist. De normen uit de nota parkeernormen 2016 gelden vanaf 1 januari 2016 en niet zoals gemeld in de nota vanaf 1 oktober 2015.
Vraag: Welke normen prevaleren? De normen uit de nieuwe nota of de normen uit de bestemmingsplannen? Wat is de reikwijdte van de normen? Antwoord van het college: Parkeernormen moeten vanaf nu onderdeel uitmaken van bestemmingsplannen. De bepalingen in de bouwverordening zijn vanaf 2018 niet meer te gebruiken. In nieuwe bestemmingsplannen worden na vaststelling van de Nota Parkeernormen deze nieuwe normen als integraal onderdeel opgenomen. Deze gelden dan voor alle nieuwbouwen verbouwplannen die worden ingediend/voorbereid. Om niet alle bestemmingsplannen opnieuw te hoeven vaststellen, wordt één paraplubestemmingsplan opgesteld voor heel Amstelveen. Hierdoor worden de normen uit de nieuwe nota ook van toepassing op bestaande bestemmingsplannen. Het parapluplan wordt als bijlage bij het oorspronkelijke bestemmingsplan gevoegd. Totdat dit paraplubestemmingsplan is vastgesteld, prevaleren, daar waar normen zijn opgenomen in het bestemmingsplan, deze normen boven de normen uit de nieuwe nota parkeernomen. Er zal sprake zijn van een korte overgangsfase. De normen gelden niet voor bestaande woningen/voorzieningen. Dat kan ook niet. De bestaande situatie is de bestaande situatie. Bij verbouw/nieuwbouw gelden verrekeningsregels, waarbij de oude norm ofwel (deels) aanwezig is/was op eigen terrein ofwel geacht wordt aanwezig te zijn in het openbaar gebied.
Pagina
3 van 7
Vraag: De parkeernormen zijn gebaseerd op CROW-publicatie 317. Deze zijn vergeleken met de normen uit de gemeente Utrecht. De normen van Utrecht verschillen echter van de normen uit de Amstelveense nota. Waarom is dit? Antwoord van het college: De gemeente Utrecht heeft een andere stedelijkheidsgraad dan Amstelveen. Utrecht is zeer sterk stedelijk, Amstelveen is sterk stedelijk. Daarnaast is er in de gemeente Utrecht sprake van een andere gebiedsindeling met een historisch centrum, schilgebied en restgebied. Utrecht hanteert daarom wel de klassieke gebiedsindeling van het CROW. Daarnaast kan iedere gemeente zelf invulling geven aan de richtlijnen van het CROW. Dit kunnen redenen zijn dat de normen verschillend zijn.
Vraag: Uit de fietsparkeernormen zoals deze in de nota zijn opgenomen blijkt niet dat de gemeente Amstelveen zich inzet voor de fietser, zoals de gemeente zich echter wel presenteert. In het Stadshart zijn bijvoorbeeld te weinig fietsenstallingen. Antwoord van het college: In de huidige situatie zijn er nog helemaal geen fietsparkeernormen vastgesteld. Het realiseren van fietsenstallingen bij voorzieningen kan dan ook niet eenvoudig worden afgedwongen. Daarom hebben wij ervoor gekozen om nu juist wel fietsparkeernormen op te nemen in de Nota Parkeernormen (in bijlage 5). Deze zijn eveneens gebaseerd op kennisen ervaringscijfers van het CROW. De plaatsing van fietsparkeerplaatsen betreft in de meeste gevallen maatwerk en wordt er specifiek naar de locatie gekeken. De normen zoals opgenomen in de Nota Parkeernormen 2016 bieden bij de bepaling van het aantal parkeerplaatsen een handvat. Naar onze mening leent Amstelveen zich niet goed voor het stimuleren van het fietsverkeer naar voorzieningen door juist normen voor autoparkeren extra laag te stellen. Doordat vrijwel overal gratis geparkeerd kan worden, zal men juist eerder uitwijken naar de omgeving, als bij de bestemming niet goed geparkeerd kan worden. Daar zorgt uitwijkgedrag juist voor overlast bij omwonenden of voor onveiligheid door foutparkeren. Wij stimuleren liever het fietsverkeer op een positieve manier, door het aanbieden van goede stallingen, veilige en comfortabele fietsroutes, en zo veel mogelijk een vlotte afwikkeling op kruispunten (denk aan het aanleggen van de rotondes). Tijdens bespreking van het Uitvoeringsprogramma Verkeer 2015-2018 hebben wij overigens toegezegd onderzoek te doen naar het realiseren van extra fietsenstallingen in het Stadshart en bij het busstation.
Vraag: Waarom wordt er niet verwezen naar de CROW-publicatie 317? Antwoord van het college: De CROW-publicatie gaat ten eerste uit van een gebiedsindeling. Amstelveen is niet klassiek ingedeeld waardoor ervoor gekozen is hier van af te zien. Daarnaast wordt er in de CROW-publicatie gewerkt met een minimale en een maximale norm. Om discussies (en misbruik) te voorkomen is er bewust voor gekozen om geen bandbreedtes toe te passen en een gemiddelde norm te gebruiken. We hebben er daarnaast voor gekozen om functies te bundelen/clusteren om het een overzichtelijk normenstelsel te maken, dat ook goed aansluit bij bestemmingsplannen.
Pagina
4 van 7
Zoals bijvoorbeeld bij woningen geen onderscheid gemaakt naar huur/ koop maar naar de grootte van een woning. De grootte ligt namelijk vast. Of een woning huur of koop is niet. Dit kan mogelijk misbruik in de hand werken. Bepaalde categorieën zijn ook weggelaten aangezien de kans dat deze van toepassing zullen zijn in de gemeente Amstelveen relatief klein is. In het geval dat de gemeente toch met een dergelijke ontwikkeling te maken krijgt, kan altijd gemotiveerd alsnog gebruik gemaakt worden van de kengetallen uit de CROW-publicatie.
Vraag: Waarom zijn bepaalde categorieën niet opgenomen? Antwoord van het college: Zoals al aangegeven zijn bepaalde functies gebundeld/ geclusterd. Daarnaast zijn een aantal functies, waarvan de verwachting is dat deze in Amstelveen komen klein is, weggelaten. Hierdoor ontstaat een overzichtelijke en beknopte normenlijst. In het geval dat een dergelijke functie toch in Amstelveen verschijnt, wordt gebruik gemaakt van de kengetallen van CROW-publicatie 317. Voor normen die niet in onze Nota staan en ook niet in CROWpublicatie 317 (zoals tennisbanen), kan aanvullend onderzoek worden gedaan. Hiervoor dient maatwerk geleverd te worden.
Vraag: De normen in de Nota Parkeernormen 2016 voor sportvoorzieningen zijn lager in vergelijking met de normen uit de Parkeernota 2005-2010. Dat is erg vreemd gezien de ontwikkelingen op het gebied van sportvoorzieningen en sportstad Amstelveen. Antwoord van het college: Alle normen uit de Nota Parkeernormen 2016 zijn gebaseerd op de kengetallen uit CROWpublicatie 317. Deze kengetallen zijn gebaseerd op de meest recente kennis en ervaring. De gemeente Amstelveen bezit deze kennis niet. Het kan voorkomen dat voor bepaalde functies de norm mogelijk lager al dan niet hoger ligt dan wat de norm volgens aanvragers zou moeten zijn. Van de norm zoals opgenomen in bijlage 1 van de normen parkeernota 2016 kan altijd gemotiveerd afgeweken worden.
Vraag: Hoe zit het met de hardheidsclausule? Wordt die ook in het bestemmingsplan geregeld? En hoe zit het bij scholen? En met gemotiveerd afwijken van de normen? Antwoord van het college: In de Nota Parkeernormen is opgenomen hoe de hardheidsclausule wordt toegepast. Er geldt een vrijstelling voor kleine afwijkingen van de parkeernorm, om kleinschalige en wenselijke ontwikkelingen waar extra parkeren niet inpasbaar is toch mogelijk te maken. De hardheidsclausule wordt onderdeel van de bestemmingsplannen omdat de parkeernormen inclusief toepassingsregels integraal onderdeel worden van de bestemmingsplannen. Gemotiveerd afwijken van de norm is een mogelijkheid die de Nota altijd biedt. De ontwikkelaar/aanvrager dient aannemelijk te maken waarom meer of minder parkeerplaatsen in het betreffende geval wenselijk zijn. Maatwerk is dan ook altijd mogelijk. Over halen en brengen is ook iets opgenomen in de Nota. Het puur aanleggen van veel extra parkeerplaatsen alleen voor tijdens haal- en brengtijden is in het algemeen niet wense-
Pagina
5 van 7
lijk, omdat deze parkeerplaatsen maar gedurende een zeer korte tijdsduur per dag gebruikt worden. Beter is het te streven naar zo veel mogelijk dubbelgebruik van de ruimte. Vraag: Hoe zit het met het bezoekersparkeren? Antwoord van het college: De bezoekersnorm is verdisconteerd in de normen. Bij grote woningen geldt bijvoorbeeld een norm van 2,0, waarvan 0,3 parkeerplaats bedoeld is voor bezoekersparkeren Vraag: Hoe is het parkeren in de voortuinen geregeld? Antwoord van het college: Wij hebben vorig jaar beleidsregels over parkeren in voortuinen vastgesteld. Deze staan los van de Nota Parkeernormen 2016. Als parkeren op eigen oprit (of in een garage) is toegestaan, dan staat in de Nota Parkeernormen wel in hoeverre deze parkeerplaatsen mogen meetellen voor de realisatie van de parkeereis. Als een garage direct aan de openbare weg ligt, dan is het niet toegestaan voor deze garage (op het openbare trottoir of op de weg) te parkeren. Men blokkeert dan immers een uitrit en een handhaver kan niet zien of de parkerende auto van de garage-eigenaar/huurder is.
Vraag: Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de nieuwe parkeernormen van 2016 en de huidige van 2005? Antwoord van het college: De grootste verschillen tussen de normen uit de parkeernormennota 2016 en de oude normen uit de parkeernota 2005 zijn: - Er is geen sprake meer van gebiedsindeling; - Er is geen sprake meer van bandbreedte; - Een groot aantal categorieën zijn geclusterd, waardoor het overzichtelijker is geworden; - De nieuwe normen zijn gebaseerd op de meest actuele en recente ervaringscijfers.
Vraag: Wat zijn de oorzaken dat bij de toetsing van bouwplannen vaak blijkt dat de huidige vastgestelde parkeernormen niet meer hanteerbaar zijn? Antwoord van het college: Momenteel wordt nog gebruikt gemaakt van de parkeernormen uit de parkeernota 2005. Er is sinds 2004 landelijk veel onderzoek verricht naar parkeerkencijfers.
Vraag: Waarom is er gekozen voor één gebiedsindeling, terwijl er in Amstelveen toch gebieden zijn met een hoge parkeerdruk en met een lage parkeerdruk? Maar ook gebieden met enkelvoudige en meervoudige functies. Antwoord van het college: De gebiedsindeling zoals het CROW deze hanteert is niet gebaseerd op gebieden met een hoge parkeerdruk, maar op gemeenten waar sprake is van een historisch centrum met een schil en een buitengebied. In Amstelveen is hier geen sprake van. Er is daarom gekozen voor één gebied. Ook is de gebiedsindeling niet relevant voor het bepalen van een norm
Pagina
6 van 7
voor enkelvoudige en meervoudige functies. Voor gebieden met een meervoudige functie, kan met de nieuwe Nota Parkeernormen ook een goede norm bepaald worden.
Vraag: Wordt er een afkoopbedrag per parkeerplaats gevraagd als er afgeweken moet worden van de parkeernormen? Antwoord van het college: Nee. Er wordt in eerste instantie niet afgeweken van de parkeernorm zoals opgesteld in de Nota Parkeernormen 2016. Indien gemotiveerd wordt toegelicht, kan besloten worden om af te wijken van de parkeernorm. In een dergelijk geval is afkoop niet nodig. We laten ons bovendien dus niet afkopen door bijvoorbeeld vermogende ontwikkelaars die het maken van minder parkeerplaatsen bewust willen afkopen. De omgeving wordt hierdoor namelijk met een probleem opgezadeld.
Vraag: Waarom wordt geen onderscheid gemaakt tussen koop- en huurwoningen? Antwoord van het college: In het bestemmingsplan wordt bij bouwontwikkelingen ook geen onderscheid gemaakt tussen koop- en huurwoningen. Onderscheid maken tussen huur en koop werkt misbruik in de hand. Er wordt bijvoorbeeld onder de noemer sociale huurwoningen gebouwd die een lage parkeernorm hebben en vervolgens worden deze na een tijdje als vrijesectorwoningen verkocht. De grootte van een woning staat vast. Vandaar dat hier het onderscheid in wordt gemaakt.
Vraag: Waarom wordt er bij winkels niet gekeken naar het verkoop-vloeroppervlakte, dus de winkelruimte die toegankelijk is voor publiek? Magazijn- en kantoorruimten e.d., die bij winkels horen, worden niet meegerekend en vallen dan onder bedrijfsfunctie (arbeidsextensief) Antwoord van het college: De parkeernormen zijn gebaseerd op de CROW-kengetallen uit CROW-publicatie 317. Het CROW gaat uit van bruto vloeroppervlakte. Bij het vaststellen van de norm is door het bovenstaande door het CROW verdisconteerd in de norm.
Vraag: Waarom wordt de parkeernormeenheid voor bioscoop/theater niet per zit-en staanplaats bepaald, maar per 100 m2 bvo? Antwoord van het college: De parkeernormen en de eenheid zijn gebaseerd op de CROW-kengetallen uit CROWpublicatie 317. De gemeente Amstelveen bezit de kennis niet om een dergelijke norm te bepalen en gaat daarom uit van de kennis en ervaring van de CROW.
Pagina
7 van 7
Vraag: Waarom kan schuin parkeren alleen na overleg met de gemeente en wordt dit niet standaard bij eenrichtingsverkeer i.p.v. haaksparkeren (zoals bij de herinrichting van winkelcentrum Westwijk)? Antwoord van het college: Schuin parkeren kan altijd. De diepte van het parkeervak, de wegbreedte en de inrijdhoek hangen alle samen. Hierdoor is de situatie niet standaard en is overleg over onder andere de maatvoering met de gemeente vereist.
B E SL UI TE N LIJ S T OP EN BAR E C OM M ISSI E VER GA D ER IN G
Raadscommissie voor Ruimte, wonen en natuur Datum
1 december 2015
Aanwezig Voorzitter
Frank Berkhout
Griffier
Birgit Kersten
Leden
VVD: D66:
Paul Feenstra, Arjan Gerritsen, Tom Ponjee en Walter Vervenne Floor Gordon en Edwin van der Waal
GroenLinks:
Martin Kortekaas en Tessa van Wijnen
BBA:
Monica Pak en Linda Roos
SP:
Patrick Adriaans
PvdA:
Harry van den Bergh en Nina de Jong
CDA:
Ferry van Groeningen en John van Scheijndel
OCA:
Percy de Robles en Nora Tang
ChristenUnie
Maria Vlaar
Afwezig
Inza Gast
Mede aanwezig Peter Bot, Jeroen Brandes, Herbert Raat en Maaike Veeningen (wethouders)
01. Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Inza Gast is afwezig en wordt vervangen door Frank Berkhout. 02. Spreekrecht burgers Voor het spreekrecht hebben zich vijf insprekers gemeld. De eerste inspreker is de heer Weerman. Hij spreekt in met betrekking tot de weigering van een aanvraag omgevingsvergunning voor het tijdelijk stallen van auto’s ten behoeve van Schipholparkeren (de volledige tekst is als bijlage 1 bijgevoegd). Het onderwerp van de volgende vier insprekers betreft de parkeerproblematiek in Randwijck. De eerste inspreker is de heer Van Alderwegen. Hij brengt de parkeerproblematiek in Randwijck onder de aandacht. En dan met name het niet meenemen van de Berkenrodelaan in het betaald parkeren gebied. (de volledige tekst is als bijlage 2 bijgevoegd). De tweede inspreker is mevrouw Van de Meijde. Zij is aanwezig om verslag te doen van de inventarisatie naar aanleiding van de uitslag van de parkeer enquête in Randwijck (de volledige tekst is als bijlage 3 bijgevoegd). De derde inspreker is mevrouw Peetsold. Ook zij vraagt aandacht voor de enorme parkeeroverlast in Randwijck en dan met name voor de gevaarlijke situaties die ontstaan op de Amsterdamseweg door de vele foutparkeerders. (de volledige tekst is als bijlage 4 bijgevoegd). De laatste inspreker is mevrouw Heerkens zij uit mede haar ongenoegen over de gehouden enquête (de volledige tekst is als bijlage 4 bijgevoegd).
[SLG504207.doc] Besluitvorming/F060
Pagina
3 van 18
zaakt door houtrook. Deze overlast kan bestaan uit allerlei gezondheidsklachten. Zij wil onder andere graag weten van het college of binnen de gemeente Amstelveen aanvullende regelgeving is ten aanzien van hout stook? En of het college bereid is maatregelen te overwegen om bewuster gedrag met betrekking tot hout stook te bewerkstelligen? Wethouder Peter Bot zegt dat er geen actuele handhavingszaken zijn met betrekking tot het stoken van hout. Er zijn zeer sporadisch klachten. Wettelijke eisen met betrekking tot hout stook zijn het college niet bekend en aanvullende regelgeving is er niet. Vooralsnog bestaat er nu geen aanleiding om aanvullende maatregelen te treffen. Bij eventuele burenconflicten hieromtrent zijn de toezichthouders van de gemeente het eerste aanspreekpunt. Daarnaast kan er ook contact worden opgenomen met buurtbemiddeling. Linda Roos heeft een aantal vragen over de bewonersafvaardiging met betrekking tot het Schiphol dossier. Wethouder Maaike Veeningen geeft aan dat er duidelijke onderlinge afstemming plaatsvindt en dat deze afstemming binnen de bewonersgeledingen moeizaam verloopt. Dit is zorgelijk zeker binnen zo’n dossier als het Schiphol dossier. De bewonersvertegenwoordiging moet goed zijn. Ook Ferry van Groeningen heeft vragen over de geluidbelasting van Schiphol. In 2016 zal in de Omgevingsraad Schiphol (ORS) extra aandacht worden besteed aan de geluidsoverlast veroorzaakt door Schiphol. Hij vraagt wat de beleidslijn is van de wethouder in deze discussie in de Omgevingsraad. Wat de gevolgen van deze geluidsbelasting voor Amstelveen Westwijk zullen zijn bij het invoeren van de enige mogelijke hinder beperkende maatregel. En of de wethouder bereid is extra in te zetten op maatregelen voor Amstelveen Westwijk? Wethouder Maaike Veeningen geeft aan dat er de afgelopen periode uitgebreid onderzoek is gedaan naar de hinderbeperking in de Zuidoost hoek. Met uitzondering van één maatregel zijn er daar geen hinder beperkende maatregelen meer mogelijk. Deze maatregel wordt in 2016 concreet uitgewerkt. De bevindingen hiervan worden ter advies aan de ORS aangeboden. Hier wordt dan gekeken naar de wenselijkheid en uitvoerbaarheid. Het uitgangspunt van het college is dat de aanpassing moet leiden tot een vermindering en niet tot een verplaatsing van de geluidshinder. Tot slot zegt zij dat de ontwikkelingen van het Leefbaarheidsfonds nauwlettend gevolgd worden en daar waar mogelijk aanspraak op gemaakt zal worden. 05. Inventarisatie van de bespreekpunten De commissie besluit de agendapunten 6,7, 9 en 10 te bespreken. Agendapunt 8 wordt niet besproken. 06. Nota parkeernormen Amstelveen 2016 Martin Kortekaas zegt dat het goed is dat er parkeernormen zijn. Het fietsparkeren is onder belicht. Er zijn te weinig goede fietsstallingen. Kijk maar eens naar de situatie bij het Stadshart waar op drukke dagen geen plek meer te vinden is bij een van de fietsstallingen. Hij vindt dat de parkeernormen die nu voorliggen moeilijk op waarde zijn in te schatten. Hoe worden deze cijfers van het CROW (kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur) vertaald in de Amstelveense normen? De
Pagina
4 van 18
normen van het CROW zijn al sinds 2012 bekend waarom nu dan opeens het voorliggende voorstel? Binnenkort vindt de evaluatie van de parkeernota plaats en zal deze ook worden herzien. Waarom niet hierop wachten? Waarom is er bij raadsbesluit, bij de categorie wonen, gekozen voor de parkeernorm van 1,5. Tot slot vraagt hij of de parkeernormen niet zo aangepast kunnen worden dat er sneller en meer de keuze wordt gemaakt voor de fiets en de auto kan blijven staan. John van Scheijndel geeft aan dat in het voorstel wordt gesproken over een paraplubestemmingsplan. Er is gesteld dat parkeernormen die zijn gestel in een bestemmingsplan prevaleren. Volgens de behandeld ambtenaar prevaleert het paraplubestemmingsplan boven de bestemmingsplannen. Hoe zit dat nu dan met de parkeernormen? Hoe zit het in het paraplubestemmingsplan met het parkeerbeleid rondom scholen en kinderdagverblijven? Is hier al ervaring bij? Bijvoorbeeld bij de Roelof Venema school. Tot slot vraagt hij hoe hard de hardheidsclausule afwijkingen is en of die ook vastgelegd moeten worden in het bestemmingsplan. Maria Vlaar wil graag weten wanneer er gemotiveerd afgeweken kan worden van de normen. Edwin van der Waal mist in de nota de sport (tennisbanen) en cultuurinstellingen. Bij sportverenigingen is het aantal parkeerplaatsen verminderd. Hij stelt voor om voor wat betreft de sport bij de buurgemeenten te kijken. Hoe hebben zij dit geregeld? Hij zegt het weglaten van de normen jammer te vinden. Bij tennishallen en sporthallen wordt niet meer genormeerd. Het is toch mogelijk om een aantal normen te handhaven. Beter alle normen upgraden dan normen schrappen. Daarnaast vraagt hij waarom bij onderwijs ineens anders wordt gemeten. Nu wordt er per leerling gemeten waarom is dat? Hij vraagt zich ook af waarom nu opeens de normen worden aangepast terwijl deze normen al in 2012 bekend waren. Paul Feenstra vraagt of het per saldo een verruiming is ten opzichte van de bestaande normen. Gelden deze normen voor nieuwe gebieden en wat is de reikwijdte van deze nieuwe norm? Linda Roos vraagt naar de regels met betrekking tot parkeren in de voortuinen. Die heeft zij namelijk niet gevonden in de nota. Telt parkeren op eigen oprit mee als parkeerplaats en is dit wel of niet toegestaan? Hoe wordt hierop gehandhaafd? Wethouder Jeroen Brandes geeft aan dat de parkeernota 2005 gedateerd is. Als verantwoordelijk wethouder wil hij graag de meest recente normen hanteren. De parkeernormen van nu blijven gelden. De nieuwe normen gelden alleen bij nieuwbouw en verbouw. De nieuwe normen gaan in per 1 januari 2016. Fietsnormen zijn ook opgenomen in het CROW advies. De fiets krijgt altijd hoge prioriteit, dit ook in samenwerking met de Stadsregio. Amstelveen is echter ook een forensenstad waar veel mensen met de auto naar hun werk gaan. Het stellen van normen bij scholen en sportverenigingen is altijd lastig. Wanneer ga je daar meten er zijn daar altijd op bepaalde tijdstippen hoge pieken terwijl op andere momenten het aanzienlijk rustiger is. Er worden nu eenduidige normen gehanteerd. Er kan gefundeerd worden afgeweken van de normen daar waar het nodig is. De nieuwe normen zijn nog niet ingevoerd bij de Roelof Venema school hier worden nog de oude normen gehanteerd. Parkeren op een oprit mag. Voor een oprit parkeren mag niet want dan onttrek je een plek aan de openbare weg. De parkeernorm wonen van 1,5 wordt technisch uitgezocht en wordt schriftelijk op teruggekomen.
Pagina
5 van 18
De voorzitter concludeert dat het onderwerp voldoende is besproken en als bespreekstuk kan worden voorgelegd aan de raad ter besluitvorming. 07. Vaststelling Huisvestingsverordening Amstelveen 2016 Wethouder Herbert Raat heeft een mededeling. In de verordening staat abusievelijk bij artikel 2.1.1 punt vier nog vermeld. Dit punt wordt uit de verordening gehaald en een correcte verordening zal voor besluitvorming in de raad aan de raadsleden worden aangeboden. Harry van den Bergh vindt dat het voorliggende stuk veel technische kanten bevat en niet simpel is. Het betreft hier een huisvestingverordening die bestond in de Stadsregio die nu onderdeel van Amstelveen gaat worden. Is deze verordening onderdeel van de woonvisie? Kan de wethouder de wezenlijke verschillen tussen de huisvestingsverordening van de Stadsregio en de huisvestingsverordening die nu door Amstelveen wordt overgenomen, voor zover die er zijn, aangeven? Hij hoort de belangrijke veranderingen graag. De verordening wordt voor één jaar integraal overgenomen zegt Ferry van Groeningen. In het eerste kwartaal van 2016 wordt ingezet op een nieuwe verordening. Hij hoort graag van de wethouder wat zijn inzet is op de nieuwe verordening. In de voorliggende verordening wordt nog niet gesproken over de nieuwe woonvormen zoals bijvoorbeeld die van statushouders. Zo wordt ook de airbnb (accommodaties huren bij lokale verhuurders) niet vermeld. Het is zonde om dit een jaar te laten liggen. Kan de wethouder hier inzicht in geven. Tot slot vraagt hij of de leeftijd voor het in aanmerking komen van een senioren woning, 55 jaar, niet omhoog kan naar 65 jaar. Floor Gordon vindt het ook een lijvig en moeilijk te lezen stuk. Zij sluit zich aan bij de voorgaande sprekers en bij de vraag over de verschillen in de verordening van de Stadsregio en de verordening die nu voorligt. Tom Ponjee geeft aan dat dit een tijdelijke lokale verordening betreft. In de tussentijd gaat er gewerkt worden aan een regionale verordening. Hij wil graag weten hoe het proces, van de nieuwe regionale verordening er uit ziet en hoe de raad hierin gehoord wordt. Nora Tang wil graag weten hoeveel procent van de woningen er nog beschikbaar is voor de eigen bewoners. Ook Linda Roos wil graag weten of het mogelijk is de leeftijd voor de seniorenwoningen te verhogen naar 65 jaar. Wat is het beleid op woningen die worden geweigerd. Waar vallen de woonwagens, onder eigendom van de gemeente, onder. Patrick Adriaans zegt dat goedkope woonruimte schaars is. Zijn belangrijkste vraag is welke kant gaan we als Amstelveen op. En waar is de wethouder naar op zoek in de regionale samenwerking? Martin Kortekaas zegt dat alle gemeenten in de regio deze verordening moeten accorderen. Wat gebeurt er als één van de gemeenten dit niet doet wat heeft dit voor gevolgen voor de woningzoekenden? De verordening is in de Stadregio als vastgesteld. Na een termijn van vier jaar moet de verordening opnieuw worden vastgesteld. Mag dan nu deze verordening alweer worden vastgesteld? Op welke manier