Inhoud 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Algemene inleiding 1.1. Aanleiding 1.2. Pilot De Cultuur Loper 1.3. De drie vervolgpilots 1.4. Betrokkenheid onderwijs, cultuursector en overheden
1 1 4 5
Uitgangspunten en probleemstelling 2.1. Uitgangspunten 2.2. Probleemstelling
6 7
De Cultuur Loper: de weg naar duurzame cultuureducatie 3.1. Introductie 3.2. Wat is De Cultuur Loper? 3.3. Wat willen we bereiken? 3.4. Hoe werkt De Cultuur Loper? 3.5. Het begin 3.6. Ontwikkelfases en partners Bijlage Brochure De Cultuur Loper Bijlage Personaverhalen vanuit de drie domeinen
8 9 10 10 12 13 28 29
Doelgroepinformatie 4.1. Primaire doelgroepen 4.2. Stakeholders en lokale overheden 4.3. Deelnemende gemeenten en ‘voorloperscholen’ 4.4. Beoogde uitrol naar overige scholen en gemeenten
15 15 16 18
Provinciaal programma 5.1. Voorbeeldprogramma 5.2. Stappenplan en tijdpad
19 24
Toelichting op de financiering; begroting en dekkingsplan 6.1. Toelichting op de financiering 6.2. Begroting en dekkingsplan 2013-2016
25 26
Monitoring en evaluatie 7.1. Werkwijze en partners 7.2. Plan van aanpak en tijdpad
27 27
2
1
Algemene inleiding
1.1 Aanleiding De provincie Noord-Brabant heeft in de beleidsperioden 2005-2008 en 20092012 fors geïnvesteerd in cultuureducatie. Samen met rijk en gemeenten is in die jaren vooral de lokale culturele infrastructuur versterkt. Op 31 december 2012 eindigt het Programma Cultuurparticipatie 2009-2012, waarmee middels het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP) de cultuureducatie een vaste plaats heeft verworven in primair en voortgezet onderwijs. In deze periode is veel bereikt op het terrein van de randvoorwaarden. Wat beter kan, binnen zowel het onderwijs als de culturele instellingen, is de inhoudelijke kant. Daarom wordt het Programma Cultuurparticipatie in 2013 het Programma Cultuureducatie met Kwaliteit. De ingezette koers richting infrastructuur zal in 2013-2016 doorgetrokken worden, maar deels ook verlegd: naar inhoudelijke kwaliteit.
1.2 Pilot De Cultuur Loper Met een intentieverklaring aan het ministerie van OCW heeft de provincie Noord-Brabant aangegeven de uitgangspunten van het Programma Cultuureducatie met Kwaliteit 2013-2016 te onderschrijven. Al in 2012 zijn onderdelen van het Programma Cultuurparticipatie aangepast als voorbereiding op het rijksbeleid in de komende periode. Zo startte Kunstbalie een pilot Cultuureducatie met Kwaliteit. De pilot richtte zich op doorlopende leerlijnen en de daarmee samenhangende cultuureducatie in het primair onderwijs. Tevens kwam er meer aandacht voor een intensievere samenwerking van scholen met de lokale culturele omgeving. De pilot leverde een eerste format op: ‘De Cultuur Loper’, een praktisch, provincie-breed instrument waarmee de doelen van Cultuureducatie met Kwaliteit verwezenlijkt kunnen worden. Het Fonds voor Cultuurparticipatie heeft ermee ingestemd middelen te besteden aan de daadwerkelijke ontwikkeling van De Cultuur Loper. Samen met een aantal lokale betrokkenen en experts vanuit het onderwijs en de cultuursector is de eerste fase van start gegaan.
3
1.3 De drie vervolgpilots Het format voor De Cultuur Loper werd uitgewerkt tijdens de eerste maanden van 2012. Een groep experts uit het onderwijs en de culturele sector kreeg vervolgens tijdens een aantal bijeenkomsten drie praktijkvoorbeelden voorgelegd. Op hoofdlijnen bepaalde deze expertgroep hoe De Cultuur Loper eruit moet zien, op welke manieren het instrument kan worden ingezet en hoe de praktijkvoorbeelden najaar 2012 gestalte zouden. Centraal stond de gedachte dat een volwaardig cultuureducatieprogramma berust op de samenwerking tussen drie domeinen: school, culturele omgeving en de ‘grote wereld’ van kunst en cultuur. In oktober werd met het oog op de verbinding tussen primair en voortgezet onderwijs een expertgroep gestart voor het voortgezet onderwijs. Een groep van negen scholen, twee centra voor de kunsten en vier marktplaatsen cultuureducatie, verspreid over de provincie, voerden de drie vervolgpilots uit in september-november 2012. De uitgangspunten werden getoetst en aangepast aan problemen en vragen die er in de praktijk bleken te rijzen. In december 2012 werden de vervolgpilots geëvalueerd, inclusief de financiële haalbaarheid en de tijdinvestering die nodig is om het programma verder te ontwikkelen en te komen tot daadwerkelijke uitvoering in 20132016. De vervolgpilots bevestigen dat De Cultuur Loper een belangrijke bijdrage kan leveren op diverse terreinen: • het benoemen van de culturele bagage van een leerling: de kerncompetenties per leerjaar; • de meerwaarde van de drie domeinen: welke activiteiten passen bij welk domein en wat is hun specifieke meerwaarde voor de kerncompetenties; • de rol en deskundigheid van de leerkracht: waar richt hij zich op, rekening houdend met de visie van de school en met aandacht voor: o de breedte van cultuureducatie o de keuze van activiteiten gedurende de schoolloopbaan o de positie van de school binnen wijk, buurt en samenleving o thema van en samenhang tussen de activiteiten.
4
1.4 Betrokkenheid onderwijs, cultuursector en overheden Diverse betrokkenen zijn op verschillende manieren geïnformeerd: • Regulier overleg en studiedagen van marktplaatsen cultuureducatie. o de stuurgroepen van de marktplaatsen, met daarin de directies van scholen, cultuursector en lokale overheden; o de lokale onderwijsnetwerken (ICC‘ers) en culturele aanbieders (educatief medewerkers). • Regulier overleg met het bestuur van de vereniging van directeuren van de centra voor de kunsten in Noord-Brabant (DOKe), en de daaropvolgende ledenbijeenkomsten. • De ‘regiobijeenkomst zuid’ over Cultuur in de Spiegel (maart 2012). De theorie en de doorgaande leerlijnen stonden hierbij centraal. • Drie expertbijeenkomsten over De Cultuur Loper (mei-juni 2012). Scholen (directies en ICC‘ers), erfgoedinstellingen, centra voor de kunsten, kunstproducenten en marktplaatsen namen deel. • Drie vervolgpilots voor onderwijs, cultuursector en marktplaatsen voor toetsing van De Cultuur Loper in de praktijk (september-november 2012). • De regionale onderwijsconferenties Cultuureducatie met Kwaliteit (14 en 21 november 2012), voor onderwijs (gemiddeld 50 procent van de aanwezigen), cultuursector en overheden. • Schriftelijke informatie over de beleidsontwikkelingen aan lokale overheden in februari, juli en september, en tweemaal in november 2012. • Twee bijeenkomsten voor bestuurlijk/ambtelijk overleg, waarvan eenmaal met de gedeputeerde Cultuur en Samenleving van de provincie NoordBrabant (10 en 26 oktober 2012).
5
2
Uitgangspunten en probleemstelling 2.1 Uitgangspunten De verschillende cultuureducatieprogramma’s van de voorbije jaren leverden veel winst op: • Scholen zetten cultuureducatie prominenter op de agenda en zijn actiever op dit terrein. • Noord-Brabant kent vele ICC-trainers en gecertificeerde ICC’ers. • Meer culturele instellingen zijn zich bewust van het belang van cultuureducatie, van hun rol in het onderwijs, en zijn actief als aanbieder. • De cultuureducatieve infrastructuur van Noord-Brabant is sterk: de ontwikkeling van marktplaatsen heeft enorm bijgedragen aan de vorming van lokale/regionale netwerken van ICC‘ers, educatief medewerkers en scholen met culturele instellingen, en aan de relatie tussen overheden, onderwijs en cultuursector. • Scholen voeren steeds meer cultuureducatieve projecten uit voor en met leerlingen. Ondanks deze successen blijft het zaak de vinger aan de pols te houden. Van belang is dat de regie weer in handen van de scholen komt, maar ook is duidelijk dat het onderwijsveld behoefte heeft aan hulp bij de concrete invulling van het curriculum cultuureducatie.
6
2.2 Probleemstelling In 2010 en 2012 heeft KPC Groep de Monitor Cultuureducatie NoordBrabant in primair en voortgezet onderwijs uitgevoerd. Deze monitor was onderdeel van het Programma Cultuurparticipatie 2009-2012. De twee onderzoeken werden afgestemd op de landelijke monitoronderzoeken in die beleidsperiode. De Monitor PO van 2012, de expertise van de provinciale instellingen en de uitkomsten van de expertgroep en de Cultuur Loper-pilots leverden de probleemstellingen op: • De activiteiten op de scholen zijn vaak kortdurend en op zichzelf staand: ze vormen nog geen samenhangend geheel. • Scholen ontwikkelen in toenemende mate een visie en/of beleidsplan, ook schriftelijk, maar de kerndoelen zijn (nog) niet voldoende leidend bij het maken van keuzes: het blijkt lastig de schoolvisie te vertalen naar een concreet samenhangend cultuureducatieprogramma. • ICC‘ers ontbreekt het vaak aan uren en draagvlak bij directie en team om hun taak op een juiste manier uit te voeren: praktische handvatten en betere randvoorwaarden zijn nodig. • Scholen ‘leunen’ nog (te) vaak op de coördinerende intermediair (de marktplaats) in plaats van zelf structurele samenwerking te zoeken met culturele instellingen. • Scholen (ICC’ers) hebben vaak geen zicht op de randvoorwaarden die de Rijksoverheid stelt als het gaat om zaken als kerndoelen en beschikbare financiën. Ook op de inhoudelijke bijdrage die de activiteiten leveren aan de ontwikkeling van de leerling is weinig zicht. • Culturele instellingen ontwikkelen het aanbod vaak op basis van de eigen vakinhoudelijke expertise; de kerndoelen van het primair onderwijs zijn dan niet of onvoldoende leidend.
7
3
De Cultuur Loper: de weg naar duurzame cultuureducatie
3.1 Introductie Zoals in 2.1 beschreven kent de provincie Noord-Brabant een sterke culturele infrastructuur. Het is belangrijk om door te pakken en een volgende, verdiepende slag te maken: scholen een handvat bieden voor een samenhangende opbouw van hun cultuureducatieprogramma, met aandacht voor de doorlopende leerlijnen. Net als bij andere vakken kunnen leerlingen dan tijdens hun schoolloopbaan een samenhangende groei doormaken. Samenhang lijkt het toverwoord te zijn, maar scholen vinden die slag, zo blijkt, lastig te maken. De Cultuur Loper moet in deze behoefte gaan voorzien. Tijdens het voortraject bleek dat er een behoefte is de culturele competenties voor leerlingen te benoemen en de daarbij passende culturele activiteiten te waarderen. Ook de legitimatie van cultuureducatie (creativiteitsontwikkeling, 21st century skills) en de randvoorwaarden (financiën, tijd, status) werden genoemd als aandachtspunten waarop ondersteuning gewenst was. Er werd gesignaleerd dat scholen te weinig kennis en vaardigheden in het team hebben om een evenwichtig programma samen te stellen. Hoe vertaal je de schoolvisie naar een cultuureducatieprogramma? En hoe breng je samenhang aan tussen verschillende activiteiten? Ook culturele instellingen hebben behoefte aan kennis en vaardigheden, om op hun beurt het aanbod beter af te stemmen op de behoefte van het onderwijs. Hoe maak je de leerdoelen van een activiteit inzichtelijk voor de school? Hoe kun je op een constructieve manier het gesprek aangaan met leerkrachten? De Cultuur Loper zal een instrument worden dat voor alle betrokken partijen in een gemeenschappelijke taal duidelijkheid schept over de definiëring van cultuureducatie, de verschillende activiteiten die er deel van uitmaken en de benodigde vaardigheden.
8
3.2 Wat is De Cultuur Loper?
De Cultuur Loper is een interactief online instrument dat scholen in staat stelt om vanuit de eigen identiteit een cultuureducatieprogramma te formuleren waarin zowel de breedte als de verschillende aspecten van het leergebied aan bod komen. Het onderwijs, en dus ook cultuureducatie, krijgt vorm vanuit de eigen visie. Het probleem is nu echter vaak dat scholen ad hoc met cultuureducatie omgaan; er is weinig overzicht van waar leerlingen staan in hun kunstzinnige oriëntatie, vooral op de langere termijn. De Cultuur Loper wil een meerjarig, samenhangend antwoord bieden met een online instrument en door middel van scholing. Centraal uitgangspunt is dat een school langs verschillende routes kan werken aan het samenstellen van een programma. Daarnaast biedt De Cultuur Loper feitelijke informatie over diverse randvoorwaarden zoals legitimatie en financiering, en een ‘bronnenboek’ voor landelijk ontwikkelde doorgaande leerlijnen en methodes.
9
3.3 Wat willen we bereiken? •
•
•
• •
Scholen inspireren en in staat stellen om zelfstandig en vanuit de eigen identiteit een meerjarig, samenhangend cultuureducatieprogramma met doorlopende leerlijnen te formuleren en uit te voeren. Culturele instellingen en scholen verbinden door het ontwikkelen van een gemeenschappelijke referentiekader (classificatie/metadatering van vraag en aanbod: een codesysteem dat alle partijen op dezelfde manier gebruiken). Professionaliseren van medewerkers binnen het onderwijs en culturele instellingen voor het formuleren van doelen die aansluiten bij de ontwikkeling van leerlingen en bij het cultuureducatieprogramma (kennis, vaardigheden, inspiratie). Culturele instellingen en kunstproducenten faciliteren voor het (op maat) ontwikkelen van activiteiten en producten voor scholen. Scholen in staat stellen het onderwijsrendement te evalueren voor de individuele leerling.
3.4 Hoe werkt De Cultuur Loper? Concreet is De Cultuur Loper een online instrument waarmee scholen een praktijkgericht activiteitenprogramma voor cultuureducatie kunnen samenstellen. Na een assessment komt de school terecht bij een van de vier voorbeeldprogramma’s.
Figuur 3.4 Assessment
10
Die onderscheiden zich in de wijze waarop samenhang en opbouw gecreëerd worden. De vier basisroutes hebben ieder hun eigen sterke punten en aandachtspunten. De school spiegelt de eigen visie aan de basisroutes en stelt via een interactief stappenplan een ideaal programma samen. Onder dit programma ligt een basis van culturele kennis en competenties die leerlingen op het primair onderwijs moeten opdoen, bezien vanuit de breedte van cultuureducatie (de drie domeinen: in huis, samen met de lokale omgeving en uit de grote wereld).
Daarna bekijkt de school welke concrete stappen moeten worden ondernomen om het ideale programma uit te voeren. Doordat de activiteiten zijn gecodeerd kunnen scholen en culturele instellingen inventariseren of hun medewerkers de benodigde competenties voor de gewenste activiteiten bezitten. Een scholingstraject kan eventueel ontbrekende kennis en vaardigheden van beide doelgroepen vergroten. Daarnaast kan men via De Cultuur Loper verbinding zoeken met het lokale culturele aanbod. Een intermediair, veelal de marktplaats, kan hierbij ook assisteren. Dit alles vormt het startpunt van een op maat gemaakt, samenhangend cultuureducatieprogramma met concrete activiteiten. Het programma geeft duidelijk aan welke activiteiten wanneer worden ondernomen, maar biedt ook ruimte om in te spelen op actueel aanbod of thema’s waar scholen mee werken. Een volgende stap van De Cultuur Loper is de persoonlijke online omgeving. De vraag naar culturele activiteiten vanuit de scholen wordt automatisch en doorlopend verbonden met het aanbod van de culturele sector. 11
Het is hierbij van belang vraag en aanbod op een goede manier te metadateren. Daarnaast kunnen gebruikers via een online community ervaringen delen en elkaar helpen bij de uitvoering van het cultuureducatieprogramma.
3.5 Hoe gaan we beginnen? De Cultuur Loper is er primair voor de scholen. Haalbaarheid is dus van groot belang. De Cultuur Loper moet concreet en praktisch zijn, werken met haalbare stappen, realistisch zijn qua omvang (tijd en geld), aansluiten op actuele ontwikkelingen en inhoudelijke kennis en vaardigheden bieden. Omdat De Cultuur Loper gefaseerd en in samenspraak met de partners wordt vormgegeven, zal de hele periode 2013-2016 nodig zijn om de beoogde doelen te bereiken.
In eerste instantie richt De Cultuur Loper zich op een aantal scholen (ca. 90) die aangegeven hebben ambitieus te zijn in hun wensen voor cultuureducatie: de ‘voorloperscholen’. De voorloperscholen dienen in hun omgeving twee scholen te hebben die actief ‘over hun schouder’ meekijken: de ‘volgerscholen’ (in totaal ca. 180) volgen het proces en de gemaakte keuzes, om vervolgens zelf met De Cultuur Loper aan de slag te kunnen gaan. Het concrete activiteitenprogramma van de voorloperschool kan als voorbeeld dienen. 12
De uiteindelijke programma’s van zowel de voorlopers als de volgers worden online gezet zodat ze toegankelijk zijn voor alle andere scholen die cultuureducatie in hun curriculum willen verankeren. Kunstbalie en Erfgoed Brabant nemen de dienstverlening aan deze scholen op in hun flankerend beleid. Iedere gemeente die heeft aangegeven te willen deelnemen aan het Programma Cultuureducatie met Kwaliteit benoemt een lokale intermediair, vaak de marktplaats cultuureducatie, om het proces te begeleiden. In het voorlopertraject worden de intermediairs begeleid en gecoacht door (inhoudelijke) consulenten kunsteducatie van Kunstbalie en een consulent erfgoededucatie van Erfgoed Brabant, die ook gesprekken voeren met de voorloperscholen. Na het voorlopertraject zijn de intermediairs in staat zelf de volgerscholen te begeleiden.
3.6 Ontwikkelfases en partners
Tussen januari en juni 2013 wordt de eerste versie van de online Cultuur Loper ontwikkeld, samen met culturele instellingen, het onderwijs en experts. Naast Kunstbalie en Erfgoed Brabant zijn ELM Concepts (Matthijs Leendertse) en 21st century skills (Frank van den Oetelaar) hier actief bij betrokken. Momenteel zijn gesprekken gaande met een drietal applicatieontwikkelaars voor de technische bouw en vormgeving.
We onderscheiden drie fases in het ontwikkelproces:
intelligentie
concretisering activering
Persoonlijke profielen, WLYZVVUSPQRLWYVÄLSLU aanbevelingssystemen en aanbevelingssystemen community docenten community
Vraagarticulatie, vraag particulierenactiviteiten en scholing matchen met lokale omgeving
Kennis, assessment en inspiratie best practices herkenning
deadlines
jan ‘13
sept ‘14
dec ‘15
13
1. Activeringsfase: een eerste versie van het online instrument wordt gebouwd. Deze versie richt zich sterk op activering van scholen en culturele instellingen. Een belangrijk aspect is het bieden van kennis, van overheidseisen tot en met inhoudelijke informatie over het belang van cultuureducatie. Een en ander op een visueel aantrekkelijke en interactieve manier. Daarnaast moeten scholen kunnen vaststellen hoe cultuureducatie past binnen hun onderwijsvisie en inspirerende voorbeeldprogramma’s vinden van scholen met een soortgelijke signatuur. 2. Concretiseringsfase: het instrument wordt uitgebouwd: scholen moeten ermee hun vraag naar culturele educatieve activiteiten en producten concreet kunnen omschrijven. Deze vraag wordt vervolgens gekoppeld aan het aanbod van culturele instellingen. 3. Intelligentiefase: het instrument biedt ruimte aan persoonlijke profielen van scholen en culturele instellingen, en beschikt over aanbevelingssystemen. Daarnaast komt er een community waar betrokkenen vragen, ervaringen en best practices kunnen delen. Overige partners • Voor het benoemen van culturele competenties: Edu-art Gelderland (‘C-zicht’) • Voor het inzichtelijk maken van leeropbrengsten per individuele leerling: collega-instellingen (B5, Kunst Centraal, Edu-art, nieuwe landelijke kennisinstituut amateurkunst en cultuureducatie) en andere landelijke initiatieven (zoals de Touchscreen-tafel van de Cultuurwerkplaats Rotterdam). • In verband met de doorlopende leerlijnen: 5 grote steden in Brabant en landelijk ontwikkeld aanbod.
14
4
Doelgroepinformatie
4.1 Primaire doelgroepen De doelgroepen waarop het programma zich richt: • Scholen voor primair onderwijs: het bevorderen van de deskundigheid van directeur, ICC‘er en team, gericht op de competenties van leerlingen, maar ook op die van de leerkracht, met de nadruk op de aard van de activiteiten, en aansluitend bij de schoolvisie. • Schoolbesturen: worden lokaal geïnformeerd door overheden en cultuursector (o.a. marktplaatsen); waar nodig helpen de provinciale instellingen bij het verkrijgen van commitment van de schoolbesturen. • Lokale culturele sector: de ontwikkeling en uitvoering van activiteiten die aansluiten bij de visie van de school en bijdragen aan de kerndoelen; scholing/coaching van educatief medewerkers om met de school constructief het gesprek aan te gaan. • Marktplaatsen cultuureducatie: ondersteuning bij de advisering van scholen en aanbieders, met speciale aandacht voor samenhang tussen culturele activiteiten en overige vakken, en een langetermijnopbouw van het cultuureducatieprogramma. • Kunstproducenten: de ontwikkeling van bovenlokaal aanbod dat aansluit bij de visie van de school en bijdraagt aan het behalen van de kerndoelen binnen het derde domein, ‘de grote wereld’ van kunst en cultuur.
4.2 Stakeholders en lokale overheden In nauwe samenwerking en afstemming met de provincie Noord-Brabant, Erfgoed Brabant en Kunstbalie is de aanvraag in het kader van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit tot stand gekomen. De provinciale bijdrage bestaat uit gelabeld budget binnen de begrotingen van Erfgoed Brabant en Kunstbalie en sluit aan bij de beleidskaders. De gemeenten in Noord-Brabant die de uitgangspunten van Cultuureducatie met Kwaliteit onderschrijven, hebben een intentieverklaring afgegeven om lokaal budget vrij te maken hiervoor. Coördinatie, ontwikkeling en uitvoering van de betreffende activiteiten legt de gemeente neer bij de lokale intermediair: de marktplaats cultuureducatie, het centrum voor de kunsten of een andere organisatie met de benodigde knowhow. Verdere uitwerking en concretisering zijn de taken van de lokale partners, passend bij de mogelijkheden en/of beperkingen van iedere regio. Gaandeweg de beleidsperiode ontwikkelt iedere school een samenhangend cultuureducatieprogramma in nauwe samenwerking met de culturele omgeving.
15
De partners kunnen zo maatwerk leveren. Het concrete pakket aan activiteiten binnen het schoolcurriculum zal het eindresultaat zijn van bovengenoemd proces, met behulp van De Cultuur Loper.
4.3 Deelnemende gemeenten en voorloperscholen Noord-Brabant telt 62 gemeenten die zelf geen rechtstreekse relatie met het FCP onderhouden. Voor deelname aan Cultuureducatie met Kwaliteit zijn zij aangewezen op Kunstbalie als centrale aanvrager mits zij aan een aantal voorwaarden voldoen. De gemeente: • onderschrijft de doelstellingen van de regeling; • bestemt een bedrag van € 0,55 per inwoner als basis voor provinciale matching, indien gewenst binnen lokaal beschikbaar budget; • draagt verantwoordelijkheid voor afstemming met schoolbesturen en directies; • overlegt tijdig een lijst met de gegevens van de voorloperscholen, volgerscholen, de lokale culturele instellingen en hun educatief medewerkers; • verklaart dat de vrijgemaakte gelden niet afkomstig zijn uit de reguliere onderwijsbekostiging en/of verbonden zijn met de ‘Impuls brede scholen, sport en cultuur’; • overlegt op termijn een activiteitenplan per deelnemende school, waarvoor De Cultuur Loper het raamwerk is; • overlegt een verklaring dat de voorloperscholen hun opgedane expertise delen met de volgerscholen. De voorloperscholen voldoen aan een aantal criteria. De school: • heeft nadrukkelijk de ambitie om cultuureducatie te verdiepen en structureel te verankeren in het curriculum; • beschikt over een gecertificeerd ICC‘er; • beschikt over formatie voor ICC‘er en team ten behoeve van genoemde verdieping; • is bereid een duurzame relatie aan te gaan met één of meer lokale culturele instellingen; • reserveert jaarlijks voor cultuureducatie een bedrag van € 10,90 per leerling in de ‘prestatiebox primair onderwijs’; • zal de resultaten van het proces beschikbaar stellen aan volgerscholen.
16
De volgende gemeenten hebben de intentieverklaring getekend:
! !"#""$%"&&& !"#""$%"&'((& !"#""$%"&+(%"$& !"#""$%"&./#"0"$& !"#""$%"&2"34"5& !"#""$%"&!"570/89:;"05/& !"#""$%"&';(%"0<;=>& !"#""$%"&:/"07;=>& !"#""$%"&@"03";=>& !"#""$%"&B%%"$9C"D0& !"#""$%"&EF57"0G"03"& !"#""$%"&I//("$7FF5& !"#""$%"&I"D("5& !"#""$%"&.J4;=$7"5& !"#""$%"&+F5GD03& !"#""$%"&K/D70;J4"#& !"#""$%"&!"#"0%9@F>"5& !"#""$%"&!;5L"9I;="$& !"#""$%"&E"D(7"$& !"#""$%"&M/$3"$& !"#""$%"&'/(%"04/D%& !"#""$%"&@"0$4"L"& !"#""$%"&.%N&'"7"$0/7"& !"#""$%"&(%N&:;J4;"5(3"(%"5& !"#""$%"&C//$&/8&OF$7& !"#""$%"&2D34%& !"#""$%"&@"03"$&/8&O//#& !"#""$%"&KFF5<;=>& !"#""$%"&P7"$& !"#""$%"&OD$7"0%& !"#""$%"&@/Q%"5& && &R/%FF5S&
'()*+"$& ,-+%-."+"&/$0%"++/$1"$& )& ,& ,& 1& 1& 6& 1& ?& 1& 6& A& ,& 6& ?& ,& 1& 6& 1& 6& 1& 6& ,& 6& ,& 6& 1& 1& -& ,& 6& && 22&
*& -& 1& 6& 6& ?,& )& A& ?& ?H& -& ,& *& *& )& )& *& 1& ,& ,& 13 3 3 0 1 12 0 22 4 3 169
!
17
4.4 Beoogde uitrol naar overige scholen en gemeenten
Het schema laat zien dat gaandeweg de beleidsperiode meer scholen gebruik kunnen maken van de opbrengsten van de voorlopers. Hoe groot deze ‘uitrol’ wordt en in hoeverre die past binnen het huidige programma óf een autonoom flankerend beleid, hangt af van het proces en de snelheid waarmee de lokale intermediairs op eigen kracht scholen kunnen ondersteunen.
18
5
Provinciaal programma 5.1 Voorbeeldprogramma
Voorloperschool: Basisschool De Vlonder. Focus op cultuureducatie: de school hecht veel waarde aan de breedte van cultuureducatie; men werkt voornamelijk vakoverstijgend (thematisch). Mijn naam is Stefan van Loon en ik geef sinds 2008 les op Basisschool de Vlonder. Ik ben al drie jaar de Interne Cultuur Coördinator. Een belangrijke reden voor mij om de rol van ICC’er uit te oefenen is dat ik ervan overtuigd ben dat creatieve activiteiten zoals dans en zang een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van kinderen. Hoewel we veel doen aan kunst en expressie op onze school merken we dat het lastig is om echt zicht te krijgen op de opbrengsten. Daarnaast lukt het ons ook niet echt om aansluiting te vinden bij het externe aanbod van de culturele instellingen in onze gemeente. Nadat ik meer informatie had gekregen over De Cultuur Loper, heb ik mijn school aangemeld om cultuureducatie op De Vlonder naar een hoger plan te tillen. Ik heb mezelf meteen aangemeld voor de cursus Focus op Kunst en Educatie, om beter boven de stof te leren staan.
19
De cursus gaf me verschillende handreikingen over hoe we samen met leerlingen kunnen kijken en luisteren naar kunst (receptie), praten over kunst (reflectie) en actief aan de slag kunnen gaan met kunstonderwijs. En wat al die dingen betekenen voor de culturele ontwikkeling van leerlingen. Hierdoor heb ik meer inzicht gekregen in hoe cultuureducatie vorm krijgt. Na het lezen van de informatie deed ik een online assessment: aan de hand van een aantal vragen kon ik analyseren hoe cultuureducatie past bij de onderwijskundige opvatting van mijn school. Dit hielp enorm om meer zicht te krijgen op onze huidige activiteiten en op de relatie tussen cultuureducatie en de bredere context van mijn school. De Vlonder werkt bijvoorbeeld veel met thematisch onderwijs en wil graag verschillende kunstdisciplines aan bod laten komen. We gebruiken een aantal methodes, zoals Alles in Een, die aan de hand van thema’s verschillende vakken combineren. Expressie vakken horen daar ook bij. Hoewel we heel blij zijn met deze methodes vinden we wel dat de vakken diepgaander en structurelere aandacht behoeven. Om hieraan handen en voeten te geven heb ik een afspraak gemaakt met de coach van De Cultuur Loper. Samen hebben we mede op basis van het assessment een ideaal programma voor cultuureducatie opgesteld. We hebben geprobeerd alle competenties en vaardigheden die leerlingen in hun basisschoolperiode moeten doorlopen, te verwerken in een samenhangend programma voor de verschillende groepen. Per groep zijn soorten activiteiten benoemd. Bijvoorbeeld: tot en met groep 4 geven we vooral aandacht aan expressie; vanaf groep 5 komt er steeds meer nadruk te liggen op reflectieve vaardigheden. Nadat we het programma hebben opgesteld, zijn we de discussie aangegaan: wat is er nodig om dit waar te kunnen maken? We kwamen er al snel achter dat vooral de vaardigheden van de leerkrachten wel een boost konden gebruiken en dat daarvoor scholing nodig is. Daarnaast concludeerden we dat het bij sommige activiteiten beter is om externe docenten in te huren. Samen met de marktplaatshouder, die ons helpt met het vinden van het juiste culturele aanbod voor het programma, zijn activiteiten uitgezocht waarmee de school concreet aan de slag kon. Hieronder noem ik een aantal voorbeelden van activiteiten.
20
Activiteit 1 De marktplaatshouder wees ons op een interactieve lichtkunstinstallatie voor op school. Het was heel interessant om dergelijke kunst daadwerkelijk binnen de school te hebben en het paste perfect bij het thema ‘interactie’ waar groep 5 op dat moment mee bezig was. De leerlingen hadden nog nooit zoiets gezien en vonden de wisselwerking tussen hen en het kunstwerk erg leuk. De (mediakunst)docent van het plaatselijke centrum voor de kunsten ging met de leerlingen aan de slag om een eigen interactief ontwerp te maken, met tot slot een presentatiemiddag van alle ontwerpen voor de andere klassen en de ouders van de groepen 5. Iedereen stond versteld van de kunstzinnige en technische resultaten. De voornaamste leerdoelen van dit project waren onderzoekend vermogen (leerdoel 4) en reflectief vermogen (leerdoel 5).
CUBLU: INTERACTIEVE LICHTKUNST In deze activiteit verkennen leerlingen zelfstandig een interactief lichtkunstwerk dat in de school is geplaatst. Na de verkenning volgt een reflectieve bijeenkomst tussen leraar en de kinderen waarin wordt gevraagd naar hoe de kinderen het kunstwerk konden beinvloeden en andersom. Daarna ontwerpen leerlingen met een docent mediakunst van het Centrum voor de Kunsten een eigen interactief kunstwerk en presenteren deze aan elkaar en aan hun ouders. Het thema interactie wordt dit blok ook verkend vanuit biologie en techniek. De gymleraar werkt het thema ook uit in een workshop beweging.
LEERDOELEN 1
5
2
6
3
7
4
8
WAT IS ER NODIG? Interactief lichtkunstwerk, externe mediakunst docent, vaardigheden leerkracht om reflectieve oefening met leerlingen te kunnen uitoefenen.
Voor mijn collega’s van groep 5 was deze activiteit een uitdaging, omdat de begeleider een reflectief gesprek moet aangaan met de leerlingen over interactie. Een aantal leerkrachten gaf aan dat ze zich niet gekwalificeerd voelden om een discussie over een kunstwerk te begeleiden. We hebben om die reden een inspiratiemiddag bezocht over het voeren van een filosofisch gesprek. Het filosofisch gesprek wordt bij kunsteducatie ingezet om te reflecteren op eigen werk en dat van anderen. Een dergelijk gesprek over kunst kan ook de start van een creatief proces zijn. Tijdens de inspiratiebijeenkomst maakten de leerkrachten kennis met de beginselen van het filosoferen over kunst met kinderen in de inspirerende omgeving van het Van Abbe-museum. Ze 21
leerden er vaardigheden om met de leerlingen uitgebreid over kunst te filosoferen. Activiteit 2 Een andere activiteit waar we heel positief over zijn, was Kunst-land. Samen met een kunstenaar en een medewerker van een natuurorganisatie gingen de leerlingen het bos in om met natuurlijke materialen een vergankelijk kunstwerk te maken. We hebben dit opgehangen aan het thema ‘tijd’. Hierbij was het de bedoeling de kinderen reflectieve vaardigheden aan te leren (leerdoel 4), creërend vermogen te stimuleren (leerdoel 2) en met creatieve oefeningen samenwerking te stimuleren (leerdoel 6).
KUNST-LAND De klas gaat met een kunstenaar en iemand van een natuurorganisatie in het landschap aan de slag. De kunstenaar heeft een plek uitgekozen waar we met natuurlijke materialen, zoals bladeren, takken en klei, een kunstwerk gaan maken, geïnspireerd op de omgeving. Door de wind, regen en zon veranderen kunstwerken snel. Het beeld dat we maken zal elke dag iets veranderen en uiteindelijk verdwijnen. Daarom wordt alles gefotografeerd.
LEERDOELEN 1
5
2
6
3
7
4
8
WAT IS ER NODIG? Inzet externe kunstenaar en iemand van een natuurorganisatie. Leraar moet met kinderen kunnen reflecteren op vergankelijkheid en natuur.
Activiteit 3 Het laatste voorbeeld betreft het team. Hoe gaan wij gezamenlijk cultuureducatie een grotere en diepgaandere rol geven in de thematische methodes die we gebruiken? Hiervoor hebben we er een thema uitgepikt en geprobeerd dit te verdiepen vanuit de expressievakken. Het was eigenlijk voor het eerst dat wij als team met elkaar hierover in gesprek gingen en ervaringen en ideeën uitwisselden.
22
PROJECT AFRIKA CREATIEVER De projecten binnen onze methode ‘Alles in Een’ omvatten ook de expressievakken. Wij willen als docententeam de ontwikkeling van de culturele competenties hierin gerichter stimuleren. We hebben een studiemiddag met het team gehouden om te kijken hoe we de leerlingen binnen het project Afrika meer kunnen uitdagen op het gebied van creativiteit en vaardigheid. We hebben besloten om een extra middag te besteden aan de creatieve inbreng van leerlingen en hun vaardigheden in Afrikaanse muziek en dans in te zetten voor de eindpresentatie.
LEERDOELEN 1
5
2
6
3
7
4
8
WAT IS ER NODIG? Docenten hebben kennis en vaardigheden op het gebied van muziek en dans. Docenten herkennen en stimuleren van de creatieve vaardigheden van kinderen
Ook bij deze activiteit was scholing van groot Het hele team volgde een middag de cursus Creativiteitsontwikkeling. Aan de hand van een praktische werkvormen kregen we inzicht in hoe creatieve opdrachten het creatief vermogen van kunnen stimuleren en ontwikkelen.
belang. aantal we met kinderen
We hebben voor alle groepen op onze school inmiddels een concreet activiteitenprogramma samengesteld, zodat de leerlingen over de verschillende jaren heen gestructureerde en samenhangende cultuureducatie krijgen. Doordat we weten welke leerdoelen we nastreven in de verschillende groepen is het makkelijker geworden om met aanbieders van educatieve culturele activiteiten het gesprek aan te gaan. De lokale marktplaats is hierbij een grote hulp. Als u meer wilt weten, kijk dan eens op de site www.kunstbalie.nl.
23
5.2 Stappenplan en tijdpad
De voorloperscholen worden verdeeld in twee groepen: de tweede groep (traject B) volgt hetzelfde programma als groep één (traject A), maar start een half jaar later. De Cultuur Loper-coach die de voorloperscholen begeleidt, is een inhoudelijke consulent kunsteducatie of erfgoed educatie; de betreffende marktplaatshouder volgt het hele traject. Vanaf 2015 worden de volgerscholen begeleid door de lokale intermediairs. Zie online aanvraagformulier voor het uitgewerkte tijdpad.
Start voorloperscholen (45) traject A
Vervolg traject A Start voorloperscholen (45) traject B
24
6
Toelichting op de financiering, begroting en dekkingsplan 6.1 Toelichting op de financiering Voor de periode 2013-2016 kan de provincie Noord-Brabant een aanvraag indienen voor maximaal € 897.410,-- op voorwaarde dat dit bedrag door de provincie wordt gematcht. De provinciale bijdrage bestaat uit twee delen: • Provinciale ‘labeling’ (de helft) uit de begrotingen van o Kunstbalie: € 398.705,-o Erfgoed Brabant: € 50.000,-• Een ‘labeling (de helft) door 30 deelnemende gemeenten uit de begrotingen van o lokale instellingen en/of intermediairs: € 448.705,-De ‘gelabelde’ budgetten van zowel de provinciale als gemeentelijke instellingen zitten ‘vast’ in formatie van betrokken medewerkers die hun activiteiten oormerken voor de regling Cultuureducatie met Kwaliteit. In de uitgewerkte begroting die onderdeel van het aanvraagformulier uitmaakt, is de specifieke verdeling over de verschillende doelen van de regeling terug te vinden. Hierna volgt een compact overzicht van de begroting 2013 – 2016.
25
6.2 Begroting en dekkingsplan 2013-2016
BEGROTING - DEKKINGSPLAN BATEN Subsidie FCP Totaal Subsidie FCP
2013
2014
2015
2016
! !
897.410 897.410
! !
897.410 897.410
! !
897.410 897.410
! !
897.410 897.410
!
448.705
!
448.705
!
448.705
!
448.705
! !
448.705 897.410
! !
448.705 897.410
! !
448.705 897.410
! !
448.705 897.410
Publieksinkomsten Sponsorinkomsten Overige inkomsten Subsidies/bijdragen Totaal Opbrengsten
! ! ! ! !
-
! ! ! ! !
-
! ! ! ! !
-
! ! ! ! !
-
Bijdrage onderwijsinstellingen in contanten Bijdrage onderwijsinstellingen in beschikbaar gestelde arbeid Totaal Opbrengsten inclusief onderwijs
! ! ! !
-
! ! ! !
-
! ! ! !
-
! ! ! !
-
TOTAAL BATEN
!
1.794.820
!
1.794.820
!
1.794.820
!
1.794.820
LASTEN
!
2.013
!
2.014
!
2.015
!
2.016
Coördinatiekosten Totale Coördinatiekosten
! !
92.377 92.377
! !
92.377 92.377
! !
92.377 92.377
! !
92.377 92.377
Activiteitenlasten personeel Activiteitenlasten materieel Totale Activiteitenlasten
! ! !
622.386 1.043.410 1.665.796
! ! !
622.386 1.043.410 1.665.796
! ! !
547.386 1.118.410 1.665.796
! ! !
547.386 1.118.410 1.665.796
Kosten monitoring en evaluatie Totaal Kosten monitoring en evaluatie
! !
36.647 36.647
! !
36.647 36.647
! !
36.647 36.647
! !
36.647 36.647
TOTAAL LASTEN
!
1.794.820
!
1.794.820
!
1.794.820
!
1.794.820
RESULTAAT
!
-
!
-
!
-
!
-
Matching Provincie Indirecte Matching Provincie Matching Gemeente Indirecte Matching Gemeente Totaal Matchingsbijdrage
(max 7,00% van de totale lasten)
(min 2,00% van de totale lasten)
26
7
Monitoring en evaluatie
7.1 Werkwijze en partners De jaarlijkse verantwoording van activiteiten levert informatie op die kan worden verbonden met de te plannen monitor/evaluatie in 2014 en 2016. Ook dient deze te worden verbonden aan de doelen van het instrument De Cultuur Loper waarmee de doelstellingen van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit worden gerealiseerd. In de jaren 2010 en 2012 heeft KPC Groep de Monitor Cultuureducatie Noord-Brabant in primair en voortgezet onderwijs uitgevoerd. Zowel in 2010 als in 2012 leverde een begeleidingscommissie waardevol commentaar bij opzet, uitvoering en rapportage van het monitor-onderzoek. De commissie bestond uit de opdrachtgever – de provincie Noord-Brabant – en afvaardigingen van de provinciale steunfuncties Cubiss (bibliotheken), Erfgoed Brabant (erfgoededucatie) en Kunstbalie (kunst- en cultuureducatie). Een belangrijke rol was in 2012 weggelegd voor de coördinatoren van de marktplaatsen cultuureducatie. Zij vroegen de scholen gericht om medewerking aan het onderzoek. Voortzetting van deze wijze van monitoring en (proces)evaluatie is ook 2013-2016 wenselijk. Door de data van de monitor/evaluatie te vergelijken met die van 2010 en 2012, kunnen ook effecten worden op de langere termijn in kaart worden gebracht.
7.2 Plan van aanpak en tijdpad KPC Groep zal in de opdrachtverlening worden gevraagd een gedetailleerd plan en tijdpad uit te werken dat aan de prestatieafspraken met het Fonds voor Cultuurparticipatie voldoet. Overleg hierover is inmiddels gepland in januari 2013. Een grove schets ziet er als volgt uit: 2013: 2014: 2015: 2016:
voorbereiding, opzet en samenstelling van de monitor/evaluatie 2014 uitvoering, analyse en conclusies monitor/evaluatie 2014 voorbereiding, opzet en samenstelling van de monitor/evaluatie 2016 uitvoering, analyse en conclusies monitor/evaluatie 2016
Uitgebreider informatie over de monitor/evaluatie is te vinden in het Monevaplan dat als bijlage aan deze aanvraag is toegevoegd.
27
Bijlage Brochure De Cultuur Loper Partners De Cultuur Loper wordt ontwikkeld door Kunstbalie in samenwerking met Erfgoed Brabant, centra voor de kunsten, marktplaatsen cultuureducatie en scholen primair onderwijs in Noord Brabant. ELM concepts ondersteunt bij de ontwikkeling van het online concept. Cultuureducatie met Kwaliteit De Cultuur Loper is onderdeel van de aanvraag Cultuureducatie met Kwaliteit, de deelregeling van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Kunstbalie vraagt voor de Provincie Noordgrote Brabantse steden. Rol marktplaatsen cultuureducatie De marktplaatsen cultuureducatie die straks deelnemen aan de regeling worden geschoold om De Cultuur Loper met de scholen te
ontwerp www.fourpack.nl
Brabant de gelden aan, behalve voor de vijf
doorlopen. Informatie Meer informatie over De Cultuur Loper en de aanvraag ‘Cultuureducatie met Kwaliteit’ kunt u vinden op www.kunstbalie.nl Contact Kunstbalie Postbus 606 5000 CA Tilburg T 013 464 82 80
[email protected] #decultuurloper www.kunstbalie.nl
Moti Breda
Wat wil ik als school en hoe kom ik daar?
Hoe helpt de De Cultuur Loper?
Beleid Voor de beleidsperiode 2013-2016 worden scholen vanuit de Rijksoverheid verplicht te
Wat wil ik als school onze leerlingen bieden vanuit cultuureducatie?
Coaching en assessments voor het schoolteam om vanuit de visie een focus op cultuureducatie (inclusief bijbehorende competenties van leerlingen) te formuleren.
werken aan cultuureducatie met kwaliteit. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. De Cultuur Loper De Cultuur Loper is een instrument om scholen te ondersteunen bij het verwezenlijken van de gestelde doelen van Cultuureducatie met Kwaliteit.
Waar sta ik nu?
Een online instrument om het huidige
Deze doelen zijn:
activiteitenprogramma te analyseren aan
doorgaande leerlijnen
de hand van de drie domeinen binnen
\
cultuureducatie: ‘in huis’, ‘met je lokale
\
samenhang tussen activiteiten
netwerk’ en ‘uit de grote wereld’.
\
deskundigheidsbevordering van leerkrachten
\
structurele samenwerking onderwijs met
\
beoordeling van leeropbrengsten
culturele omgeving Wat moet ik doen om mijn doelen te realiseren?
Een coachingstraject om concreet te kunnen werken aan verbeterpunten van het huidige programma: witte vlekken invullen, opbouw naar leeftijd en samenhang tussen activiteiten.
Wat heb ik daar voor nodig?
Inzicht krijgen in de benodigde middelen en randvoorwaarden om de verbeterpunten te realiseren. Veel nadruk op deskundigheidsbevordering (inhoudelijk) van de icc-er en het team.
Wie kan mij daar bij helpen?
Scholing en ondersteuning van het lokale netwerk (marktplaatsen c.e., cvdk, cultuuraanbieders etc.) om met scholen in gesprek te gaan en de hernieuwde vraag uit het onderwijs aan te laten sluiten bij het aanbod.
Hoe meet ik de resultaten?
9LÅLJ[PL]L^LYR]VYTLUVTKLJ\S[\YLSL
De Cultuur Loper bestaat uit: \
online assessments en analyse instrumenten
\
coachings- en scholingstrajecten voor scho-
\
inspirerende voorbeelden uit de praktijk
\
praktische werkvormen voor een cultureel
len, marktplaatsen c.e., centra voor de kun-
ontwikkeling van de leerlingen te kunnen volgen.
sten, cultuuraanbieders en kunstproducenten.
portfolio
28
De Cultuur Loper
Bijlage Personaverhalen vanuit de drie domeinen
Laura van de Meent, lerares op basisschool met haar kinderen in het theater in Breda
DOMEIN 1 IN HUIS
‘Cultuureducatie is belangrijker en leuker dan ik dacht’ In het afgelopen jaar heeft lerares Laura bewuster aandacht geschonken aan cultuureducatie. Wij spraken haar in het theater. Wanneer ben je voor het eerst serieus gaan nadenken over cultuureducatie? “Ik deed natuurlijk al veel aan creativiteit in de klas. Ik vind kunst heel leuk en merk dat kinderen er goed op reageren. Zelf probeer ik met mijn kinderen thuis ook veel te schilderen en te knutselen. Maar op school vond ik het toch altijd ondergeschikt aan de normale vakken zoals taal en rekenen. En daarnaast wist ik ook weinig van cultuur. Dacht ik. Ik had helemaal niet het idee dat veel van de activiteiten die we in de klas deden
De CULTUUR LOPER van KUNSTBALIE
zoals tekenen onder cultuureducatie vielen. Eigenlijk waren we er al mee bezig, maar was ik me er niet zo bewust van”. Hoe kwam je er toe om bewuster met cultuureducatie om te gaan? “Tijdens een intervisie gesprek vertelde een andere leerkracht me dat kinderen in de toekomst steeds creatiever moeten worden om mee te kunnen draaien in de maatschappij. Als je daar op jonge leeftijd niet mee begint wordt het steeds moeilijker om deze belangrijke vaardigheden aan te leren. Ze vertelde ook hoe positief de leerlingen reageerden op kunstonderwijs in klas en gaf wat tips hoe ik vaker aandacht aan kunst en cultuur kon geven in mijn
lessen met de kinderen. Ik ben dat toen gaan proberen”. En wat gebeurde er toen in de klas? “Nou, ik was vooral blij verrast hoe makkelijk je meervoudige intelligenties kan aanspreken. Ik had bijvoorbeeld een jongetje in de klas dat steeds niet uit de verf kwam omdat hij zo verlegen was. Toen we met de kinderen zelf liedjes gingen maken, bloeide hij helemaal op en zong hij het hardst van allemaal. Nou dan breekt je hart toch wel eventjes”. Merk je verandering in je klas nu je meer aandacht besteedt aan cultuureducatie?
UITLEG OVER DE CULTUUR LOPER
29
Wat heeft Laura met de kinderen in de klas gedaan?
Dramales uit de methode ‘Moet je doen’.
Liedjes zingen met collega juf uit groep 6.
Handvaardigheids - les gekoppeld aan het thema tijd + tentoonstelling voor ouders.
Gedicht schrijven vanuit opdracht uit de taalmethode. Het maken van een toneelstuk
‘Je ziet hoeveel positieve energie het oproept’ Ik merk dat er een aantal kinderen zijn die zich nu beter kunnen uiten, maar vooral dat het schoolklimaat zo positief is veranderd. We hangen nu overal kunstwerken van de kinderen op en veel ouders komen kijken wat de kinderen hebben gemaakt. De kinderen zijn dan weer heel trots. Ook lukt het met sommige creatieve opdrachten gewoon veel beter om kinderen te laten samenwerken”. Waarom is de rol van de leerkracht zo belangrijk? Kun je niet bijvoorbeeld vakdocenten van buiten af en toe cultuureducatie laten verzorgen? “We werken juist graag met externen, bijvoorbeeld met kunstenaars uit de buurt die met de kinderen gaan schilderen of hun atelier laten zien. Ik zie mezelf ook totaal niet als een cultuurexpert. Mijn rol is meer die van de vertrouwde persoon waarmee de kinderen over hun ervaringen kunnen praten, ook als dat een paar weken later is. Nadat we bijvoorbeeld het COBRA museum hadden bezocht, hadden de kinderen wekenlang nog vragen over wat ze gezien hadden. Ze vragen nu nog wel eens of ik de Appeltjes schilderijen – van Karel
Appel dus – wil laten zien op het interactieve schoolbord. En ik merk gewoon hoe sommige kinderen groeien in sommige creatieve lessen. Omdat ik ze ken kan ik dat ook goed in kaart brengen”. Vond je het moeilijk om lessen te maken rond cultuureducatie? “Het was wel even puzzelen in het begin. Gelukkig is er veel materiaal beschikbaar dat we kunnen gebruiken. Maar waar ik ook achter kwam was dat mijn collega Judith een geweldige zangeres is. Met haar zijn we bijvoorbeeld met de kinderen liedjes gaan maken. En de directeur Anton bleek een ware kunstschilder te zijn. Voor de kinderen was het erg leuk om samen met de directeur schilderijen van fruit te maken. Mijn hele lokaal hangt er nu vol mee”. Heb je nog tips voor andere leerkrachten die meer aan cultuureducatie willen doen? “Probeer het een paar keer en je ziet hoeveel positieve energie het bij de kinderen oproept. Dat heeft mij echt over de streep gehaald. En bedenk dat je het niet allemaal alleen hoeft te doen. Er is buiten school veel materiaal beschikbaar en veel van je collega’s hebben waarschijnlijk vaardigheden waar jij geen weet van hebt. En het is gewoon heel leuk om te doen”.
voor de weeksluiting. Kijken bij repetities van de musical van groep 8. Boekbespreking voor de klas.
Lees ook de verhalen van: Jacqueline die met lokale kunstenaars werkt in de klas Jacqueline werkt in de klas met een lokale muzikant. Deze is in haar klas met de kinderen gitaar gaan spelen en heeft ze geleerd om akkoorden te spelen. Een aantal kinderen zijn met Bas tijdens het jaarlijkse carnaval gaan optreden voor de buurt. Lees het verhaal van Jacqueline op pagina’s 3 en 4.
Stefan die met groep 7 Chinese moderne kunst bekijkt. Stefan behandelt dit blok het thema China met de kinderen. Als onderdeel hiervan is hij naar het Singer Museum in Laren geweest om een tentoonstelling over Chinese moderne kunst te bekijken met de kinderen. Lees zijn reactie en de reacties van de kinderen op pagina 5 en 6.
OP ZOEK NAAR MEER INFORMATIE? ONTDEK DE CULTUUR LOPER OP WWW.KUNSTBALIE.NL
30
DOMEIN 2
ACTIVITEITEN
MET DE BUURT
1
2
3
MUZIEKLES DOOR EEN KUNSTVAKDOCENT
KUNSTVAKDOCENT VERZORGT EEN LES ROND EEN THEMA OP SCHOOL
MAKEN VAN EEN MUURSCHILDERING MET EEN KUNSTENAAR
4
5
6
EEN DANSDAG ONDER BEGELEIDING VAN LOKALE PROFESSIONELE DANSERS
POPPENSPELER MAAKT EEN VOORSTELLING SPECIAAL VOOR DE SCHOOL
BEZOEK AAN DE TENTOONSTELLING VAN DE LOKALE FOTOGRAFIE VERENIGING
7
8
9
KUNSTDOCENT GEEFT EEN VOORBEREIDENDE LES VOOR EEN THEATERBEZOEK
MOZAÏEKLES DOOR EEN OUDER
EEN BEZOEK AAN DE MOLEN DIE AAN DE RIVIER IN HET DORP STAAT
Een dagje mee met juf Jacqueline Jacqueline Heins is al 25 jaar lerares op R.K. basisschool Drie Koningen in Weert. Juf Jacqueline zoals de kinderen haar noemen, maakt regelmatig gebruik van lokale kunstenaars in de klas. Wij mochten een dagje met haar meelopen. Het is een grijze vrijdagochtend als Frans Timmers de klas binnenkomt met een grote gitaar in zijn hand. De kinderen van groep 6 kijken met grote ogen naar Frans. Wat zou de dag hen brengen? Juf Jacqueline vertelt de kinderen dat Frans ze gaat leren hoe je op een gitaar speelt. De hele week hebben kinderen liedjes ingestudeerd, die Frans op de gitaar zal gaan begeleiden. Eerst mogen de kinderen zingen met juf Jacqueline en laten zien wat ze geleerd hebben. Frans heeft een grote grijns op zijn gezicht en bedankt de kinderen voor hun
mooie liedjes. De meeste kinderen hebben Frans al eens gezien omdat hij altijd optreedt op het dorpsplein met Carnaval en Koninginnedag. “Gaat u weer zo mooi gitaar spelen?” vraagt een jongetje genaamd Bas aan hem. Frans zegt dat hij inderdaad voor hen gitaar gaat spelen en vraagt of Bas naar voren wil komen om hem te helpen. Hij wil een simpel akkoord spelen voor de kinderen waarmee ze een liedje kunnen inzetten. Bas mag zijn vinger bovenop de gitaar op een snaar leggen, waarna Frans de eerste akkoorden inzet. De klas wordt muisstil terwijl hij op zijn gitaar speelt. Als Frans vraagt wie hem nog meer willen helpen, gaan alle handen omhoog. Juf Jacqueline staat achterin de klas te kijken hoe het gaat. Toen we haar vroegen waarom ze externe kunstenaars in haar klas bracht, vertelde ze dat ze het belangrijk vindt dat de buurt meer betrokken wordt bij de school. Ze wil kinderen laten zien dat kunst ook lokaal is.
31
Voorbeelden: 1. VOORBEELD Praesent et dolor ac sapien vehicula bibendum. Donec eu ante. Pellentesque quis est eu pede laoreet elementum. Vestibulum ante ipsum primis in faucibus. 2. VOORBEELD Pellentesque habitant morbi tristique senectus et netus et malesuada fames ac turpis egestas. Fusce consequat porttitor arcu. Vestibulum ut nunc. Sed dictum ante vel lacus. 3. VOORBEELD Nunc elit odio, pulvinar at, tristique quis, mattis vel, elit. Phasellus tincidunt suscipit urna. Aliquam pellentesque ante vitae ligula. Phasellus tempus sem nec tellus. 4. VOORBEELD Praesent et dolor ac sapien vehicula bibendum. Donec eu ante. Pellentesque quis est eu pede laoreet elementum. Aliquam pellentesque ante vitae ligula. Atempus sem nec.
Ze vertelt dat Frans haar had benaderd nadat sommige kinderen op de muziekschool in Weert waar hij werkt, hadden gevraagd of hij niet een keer op school wilde spelen. Ze is toen koffie met hem gaan drinken om even te kijken wat voor vlees ze in de kuip had. Het is erg belangrijk voor haar dat er niet zomaar iemand voor de klas wordt gezet. Ook wilde ze van te voren met Frans afspraken maken over wat zij in de klas kon doen ter voorbereiding. Het is toch belangrijk dat de kinderen ook echt iets leren. Kunst en cultuur hoort nou eenmaal bij de algemene ontwikkeling van kinderen en Jacqueline ziet het als haar taak om hier aan bij te dragen. Frans gaf haar allerlei tips om zijn bezoek voor te bereiden, van het zingen van liedjes die Frans vervolgens kan begeleiden op de gitaar tot het leren neuriën van deuntjes. Aan het einde van zijn gitaarles, vraagt Frans de kinderen om zelf melodietjes te neuriën. Het liefst deuntjes die zo gek mogelijk zijn. Na een wat verlegen start, beginnen alle kinderen de raarste deuntjes te neuriën die Frans vervolgens op zijn gitaar probeert na te spelen. De kinderen liggen dubbel van het lachen, en juf Jacqueline kijkt het allemaal lachend aan achter in de klas. Aan het einde van de les, vertelt ze de kinderen dat ze samen met Frans gaan optreden tijdens carnaval. Ze gaan met elkaar een liedje zingen op het podium. De kinderen die bij Frans gitaarles krijgen op de muziekschool in Weert mogen samen met hem de andere kinderen begeleiden op hun gitaar. Na de les spraken we Jacqueline en vroegen haar wat nou de meerwaarde is van het inzetten van externe kunstenaars als Frans. Ze vertelde dat het haar veel werk uit handen neemt, maar ook dat het zo goed werkt om via mensen uit de buurt kinderen te interesseren voor kunst en cultuur. En het leukste vindt ze dat ze in samenspraak lessen kan maken,waarin de kinderen ook zelf creatief aan de slag kunnen. Dit jaar heeft ze bijvoorbeeld ook al met een lokale beeldhouwster gewerkt, waarna ze met de kinderen met klei aan de slag is gegaan. “Kinderen moeten zich creatief ontwikkelen en kunst leren waarderen. Door kunstenaars de klas in te halen maak je het concreet en echt waardoor kinderen zich sneller ontwikkelen”, aldus Jacqueline.
32
Uit de grote wereld van de kunsten
DOMEIN 3
Kunstwerk van Yue Minjun
“De kinderen hadden nog nooit zoiets gezien en waren er stil van”. Stefan (35) werkt fulltime als leerkracht voor groep 7 op een basisschool in Eindhoven. Hij heeft een brief geschreven aan collega’s over het belang van autonome kunst in zijn cultuurlessen. Beste leerkrachten van Nederland, Lesgeven is echt mijn passie. Ik vind het heel fijn en belangrijk dat ik kinderen kan helpen om zich te ontwikkelen en de wereld te ontdekken. Ik geloof dat creatieve activiteiten zoals dans en zang hier een belangrijke rol in spelen en ik probeer hier dan ook altijd veel aandacht aan te besteden. Om kinderen een bredere kijk op kunst en cultuur te geven, ben ik de laatste jaren met de kinderen naar voorstellingen en musea geweest. In het begin vond ik het best lastig omdat ik zelf ook niet altijd veel
kennis had van wat we zagen. Als we bijvoorbeeld naar het museum gingen om naar schilderijen te kijken, moest ik mezelf ook inlezen en merkte ik dat ik ook leerde door met de leerlingen over de kunst te praten. Het is zo verfrissend om door de ogen van kinderen naar kunst te kijken. Waarom kijkt een meneer in een schilderij zo boos? Of waarom lachen al die Chinese meneren? Mijn rol zie ik als procesbegeleider. Ik praat met de kinderen over wat ze zien, ga de discussie aan en herhaal later in de les vaak nog waar we het over hebben gehad. Ik probeer ook altijd een expert mee te nemen die de kinderen wat kan uitleggen over de inhoud. Het laatste jaar ben ik ook deze culturele uitstapjes aan thema’s te koppelen die we in de klas behandelen zoals het bos, ouder worden of het heelal.
KUNSTAGENDA VOORSTELLING ‘ZING’ IN THEATER ARTEMIS IN EEN CONTAINER OP DE MARKT
BEZOEK AAN DE TENTOONSTELLING IN MUSEUM DE PONT IN TILBURG
BEZOEK AAN DE DANSVOORSTELLING VAN DE STILTE IN DE SPEELZAAL MET AANSLUITENDE WORKSHOPS
BEZOEK AAN HET KINDERMATINEE IN HET CONCERTGEBOUW
33
Kunstwerk van Liu Ye
CHINA Thema in de klas 1. CHINA - HET LAND Praesent et dolor ac sapien vehicula bibendum. Donec eu ante. Pellentesque quis est eu pede laoreet elementum. Vestibulum ante ipsum primis in faucibus. 2. HOE SCHRIJVEN CHINEZEN? Pellentesque habitant morbi tristique senectus et netus et malesuada fames ac turpis egestas. Fusce consequat porttitor arcu. Vestibulum ut nunc. Sed dictum ante vel lacus.
“Ze wilde alleen nog maar die tekeningen maken”. In het begin van dit jaar hadden we China als thema in de klas. Een docent Chinees heeft de kinderen verteld over het Chinese schrift, we hebben veel aandacht besteed aan Chinese sprookjes en het poppentheater en we zijn zelfs in de klas tussen de middag een keer Chinees gaan eten met elkaar. Het Singer Museum in Laren had in die periode een tentoonstelling van moderne Chinese kunst. We hebben hier meteen gebruik van gemaakt en zijn met de kinderen naar de tentoonstelling gegaan. De kinderen vonden het heel leuk en legden meteen de link naar China. Ze herkenden bijvoorbeeld in een schilderij de Chinese vlag en vonden vooral het werk van Liu Ye heel interessant omdat deze schilder sprookjesachtig schildert en Nederlandse elementen zoals Nijntje in sommige schilderijen verwerkte. De kinderen hadden nog nooit zoiets gezien en kwamen de weken daarna steeds met eigen gemaakte tekeningen aanzetten waarin ze zelf probeerden om wat ze gezien hadden af te beelden. Vooral de kleurenexplosie in veel Chinees werk vonden de kinderen geweldig.
Een meisje dat altijd heel precies is was helemaal verliefd op het werk van een Chinese tekenaar die allerlei kleine patroontjes met de hand tekende en dat duizenden keren herhaalde op een canvas. Ze wist helemaal niet dat dit ook mogelijk was en is nu nog steeds bezig om dit soort tekeningen te maken. De reden waarom ik deze brief schrijf is dat ik andere docenten wil laten zien hoe leuk en nuttig het is om kinderen de wereld van de kunsten te laten zien. Het is zo fijn om het reguliere programma te kunnen onderbreken en om nieuwe haakjes te vinden om met je leerlingen de interactie op te zoeken. En de energie die vrij komt wanneer kinderen met totaal nieuwe dingen worden geconfronteerd is simpelweg inspirerend. Ik ben leerkracht geworden om kinderen alles uit zichzelf te laten halen en dit geeft mij een belangrijk instrument in handen om dit ook te bereiken. Kinderen uiten zich meer, doen algemene kennis op en we hebben het samen als groep tijdens een uitje ook gewoon heel leuk. Hiernaast vind je wat tips van hoe ik het heb aangepakt. Hopelijk help ik hier weer iemand anders mee!
3. WAT ETEN CHINEZEN? Nunc elit odio, pulvinar at, tristique quis, mattis vel, elit. Phasellus tincidunt suscipit urna. Aliquam pellentesque ante vitae ligula. Phasellus tempus sem nec tellus. 4. CHINESE KUNST Praesent et dolor ac sapien vehicula bibendum. Donec eu ante. Pellentesque quis est eu pede laoreet elementum. Aliquam pellentesque ante vitae ligula. Atempus sem nec. 5. POPPENTHEATER Vestibulum ante ipsum primis in faucibus orci luctus et ultrices posuere cubilia Curae; Etiam venenatis lorem ipsum wisi ac diam. 6. TAI-CHI LES Nunc elit odio, pulvinar at, tristique quis, mattis vel, elit. Phasellus tincidunt suscipit urna. sem nec tellus.
Groetjes, Stefan
34