Inhoud
Case studies naar de schoolloopbanen van leerlingen van 10-21 jaar door: Jan Terwel, Danielle Van de Koot-Dees en Rosa Rodrigues 23 maart 2012
Door: Jan Terwel en Rosa Rodrigues Funderend Onderwijs, Globe College te Utrecht
Probleemstelling
Veel macro-onderzoeken naar sociale ongelijkheid in het onderwijs (Matthijssen & Sonnemans, 1958; Van Heek, 1968; Bourdieu & Passeron, 1977; Peschar & Wesselingh, 1995 en Jungbluth, 2003). We weten welke mechanismen en factoren een rol spelen in het keuzeproces Plaatsing vo: 50% leerkrachtadvies en 50% schoolonafhankelijke toets (80 % gebruikt hiervoor de Cito-eindtoets).
Eigen schoolloopbanen en motivatie (3 min) Probleemstelling en onderzoeksvraag (5 min) Theoretische achtergrond (5 min) Opzet van het onderzoek (5 min) Kwalitatieve analyse (5 min) DVD (8 min) Analyses a.d.v. cases: Mohammed, Tarik en Nathalie (5 min) Conclusies (5 min) Reflecties (5 min) Vragen
Probleemstelling
Veel kritiek op het Nederlandse onderwijsstelsel (Mulder & Tesser ,1992; Bronneman-Helmers, Herweijer en Vogels, 2002 en Onderwijsraad, 2010). Schoolsysteem blijft in veel onderzoekanalyses buiten beeld, omdat het haast als een natuurgegeven wordt ervaren.
Volkskrant, 6 december 2008
Probleemstelling
Onderzoeksvragen
Theoretisch kader
1.
2. 3.
Hoe verloopt de schoolloopbaan van leerlingen van 10-21 jaar? Hoe wordt dit door hen ervaren ? En wat is de betekenis van ‘resources’ in de ontwikkeling van deze leerlingen?
Weinig micro-onderzoek: welke betekenis geven actoren aan het fenomeen? Hoe spelen factoren en mechanismen een rol in hun leven en ontwikkeling?
Onderzoeken over sociale ongelijkheid in het onderwijs Visie op onderwijs Het Nederlandse onderwijsstelsel Onderzoeken over de overgang van po naar vo Resourcetheorie: hulpbronnentheorie (sociaal, cultureel en economisch kapitaal)
Theoretisch kader Resource-theorie (Foa, 1993)
Theoretisch kader: Conceptueel kader Onderwijspedagogisch: - Dewey (sociaal kapitaal van de gemeenschap)
Al datgene wat in interacties tussen mensen kan worden uitgewisseld: drinkwater, voeding, geld, talent, kennis, ervaring, ideeën en inspiratie.
Figuur 1. Resources: een meervoudig perspectief Bron: Terwel, Rodrigues, Van de Koot- Dees (2011) Gebruikt op 16 jarige leeftijd Gebruikt op 21 jarige leeftijd
Sociale resources
Basale resources
Persoonlijke resources
Sociologisch: - Bourdieu (cultureel en economisch kapitaal) - Coleman (sociaal kapitaal) - Boudon (1e en 2e milieueffecten) - Becker (menselijk kapitaal)
Opzet van het onderzoek
Tijd
Gezondheid Vrienden
239 leerlingen: 10 jaar: databestand Promotieonderzoek Van Dijk 20 leerlingen: 16 jaar: diepteinterviews
School
Leerling
Talent
8 leerlingen: 21 jaar: diepte-interviews
Gezin en familie
Motivatie Geld
5 leerlingen in het boek
Praktijkervaring
Kwantitatieve analyse
DVD over CITO-eindtoets (Hollands Doc: de school draait door)
Cases (16 jaar)
Mohammed: zwijgzaam en onzeker, advies kader/gemengd, 4e klas vmbo Tarik:sociaal en druk, havo
NK
B1
B2
TRA
CITOL
CITO
20
43
50
55
26.75
126
527
Tarik
49
49
52
49
43.75
143
532
Nathalie
39
69
59
61
55.75
150
548
Sylvia
21
28
49
51
24.25
99
530
Yasmina
27
46
60
64
38.25
148
536
GemN=5
31
47
54
56
37.75
133
535
GemN-239
32
47
52
55
34.21
137
kwalitatieve analyse
-
VK Mohammed
Patroonanalyse Incidentmethode 9 patronen 3 incidenten
Nathalie:sociaal en intelligent, vwo Bron: Terwel, Rodrigues en Van de Koot-Dees (2011). Hoofdstuk 4.
Uitspraken:
Kwalitatieve gegevens:patroon
Ik wist niet dat mijn toekomst ervan afhing.
Uitspraken:
Ik had geen besef dat mijn toekomst erop zou volgen. Ik vond het precies het goede moment. Als je twaalf bent, ben je al een puber en dan moet je eigen keuzes leren maken. In groep 8 deed de leraar alles voor je en je moet zelfstandiger leren werken. En dat begint met voor jezelf een keuze te maken. Niet veel eerder dat is te vroeg. Niet later, want dan moet je al keuzes kunnen maken en zelfstandig werken. Ik vond het een goed moment (Tarik, 16 jaar)
Als je twaalf jaar bent, dan weet je heel weinig. Dat is natuurlijk verschillend. Maar de meesten hebben geen idee welke school ze moeten kiezen, zeg maar. Hoe het eraan toe gaat. Er moet een soort basisschool zijn, tot vijftien of zestien. Totdat je normaal kan denken, zeg maar. Als je twaalf bent, dan kan je niet echt een idee hebben van je eigen persoonlijkheden en je eigen interesse. (Mohammed, 16 jaar)
Uitspraken:
Ik vond het wel moeilijk. Ik had zelf waarschijnlijk niet een goede keuze gemaakt. En ik weet dat heel veel andere kinderen het moeilijk hebben gevonden. Ik was op drie scholen gaan kijken en één vond ik echt niet leuk. Wij hebben een lijstje gemaakt met wat ik leuk vond en wat ik niet leuk vond en toen kwam ik op een keuze (Nathalie, 16 jaar).
Vraagstelling
Cases (21 jaar)
Hoe verloopt de schoolloopbaan van leerlingen van 10-21 jaar, hoe wordt dit door hen ervaren en wat is de betekenis van ‘resources’ in de ontwikkeling van deze leerlingen? Conclusies Vraag 1 verloop schoolloopbanen Vraag 2 ervaringen en belevingen Vraag 3 verklaringen
Mohammed: vrienden rolmodellen, voortijdig schoolverlater (ziek)
Tarik:oom rolmodel, hbo.
Nathalie: rijke hulpbronnen, universiteit
Zie hoofdstuk 8: Terwel, Rodrigues en Van de Koot-Dees (2011)
Conclusie Vraag 1 - Talenten die leerlingen op de leeftijd van 10-12 jaar laten zien, lijken goede voorspellers te zijn van het latere schoolsucces. - Sterkte motivatie en een duidelijk doel voor ogen heeft een compenserend effect. - Ouders en leraren zijn belangrijk. - Het stapelen in het onderwijs is nog steeds belangrijk voor leerlingen, die via een omweg hun doel willen bereiken. - Leerlingen hebben te maken met ‘ toeval’ .
Conclusies Vraag 2 Het maken van keuzes op twaalfjarige leeftijd is moeilijk. Leerlingen die zelf hun school hebben gekozen zijn achteraf niet tevreden, omdat zij de consequenties niet konden overzien. Kinderen die wel steun van hun ouders hebben gehad, denken Juist positief over hun schoolkeuze.
-
De steun van ouders hangt samen af met hun opleidingsniveau en kennis van het onderwijs in de Nederlandse samenleving.
-
Conclusies Vraag 3 - Persoonlijke resources zijn afhankelijk van de andere resources. - Resources lijken elkaar te versterken. - Wanneer persoonlijke resources minimaal zijn en er weinig compensatie is vanuit de sociale omgeving, komt een leerling in een neerwaartse spiraal.
Reflecties
Een goede schoolloopbaan is afhankelijk van verschillende hulpbronnen. Matteuseffect lijkt steeds groter te worden gedurende de schoolloopbaan. Biedt ons onderwijsstel genoeg kansen aan leerlingen? Leerlingen afhankelijk van toeval. Opmerkingen van rolmodellen spelen een rol. Hulpbronnenmodel in ontwikkeling.
Literatuur
Vragen
Contact Jan Terwel:
[email protected] Danielle van de Koot-Dees:
[email protected] Rosa Rodrigues:
[email protected]
Het boek kan besteld worden bij Garant. http://www.maklu.be/MakluEnGarant/index.aspx (zoek op Terwel)
Bronneman-Helmers, H.M., Herweijer, & L.J., Vogels, H.M.G. (2002).Voortgezet onderwijs in de jaren negentig. Den Haag: SCP. Ewijk, R. & Sleegers, P. (2010). The Effect of peer socioeconomic status on student achievement: A meta analysis. Educational Research Review, 5 (2), 134-150. Henkens, L.S.J.M. (2007). Aansluiting voortgezet onderwijs op het basisonderwijs. Den Haag: Inspectie van Onderwijs. Inspectie van het Onderwijs ( 2004 ). Doorgaande zorg en begeleiding. Een inventariserend onderzoek naar verschillende aspecten van de overgang van zorgleerlingen van primair naar voortgezet onderwijs in de regio Oss. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs. Inspectie van het Onderwijs ( 2006 ). Eindtoets Basisonderwijs. Een onderzoek naar leerlingen die niet meedoen en /of niet meetellen. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs. Jungbluth, P. (2003). De ongelijke basisschool. Etniciteit, sociaal milieu, sekse, verborgen differentiatie, segregatie, onderwijskansen en schooleffectiviteit. Nijmegen: ITS. Matthijssen, M. A. J. M., & Sonnemans, G.J.M. (1958). Schoolkeuze en schoolsucces bij vhmo en ulo in NoordBrabant. Tilburg: Zwijssen. Ministerie van Onderwijs (2011). Kerncijfers 2006-2011. http://www.onderwijsarbeidsmarkt.nl/publicaties/2011-q2/kerncijfers-ocw-2006-2010/ geraadpleegd op 5 oktober, 2011.
Literatuur
Mulder, L., & Tesser, P. (1992). De schoolkeuzen van allochtone leerlingen. Nijmegen: ITS. Onderwijsraad (2010). Vroeg of laat. Advies over de vroege selectie in het Nederlandse onderwijs. Den Haag: Onderwijsraad. Peschar, J. & Wesselingh, A. (1995). Onderwijssociologie. Groningen bv: Wolters-Noordhoff. Rumberger, R. W. & Palardy, G. J. (2005). Does Segregation Still Matter? The Impact of Student Composition on Academic Achievement in High School. Teachers College Record, 17,(9), 1999-2045. Terwel, J., Rodrigues, R. & Van de Koot-Dees, D (2011). Tussen afkomst en Toekomst. Casestudies naar de schoolloopbanen van leerlingen van 10-21 jaar. Eindrapport Onderzoeksproject ‘Schoolkeuze en Schoolloopbaan’. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. Van Dijk, I. M.A.W. (2002). The Learner as designer: Processes en effects of an experimental programme in mondelling in primary mathematics education. Enschede: Ipskamp de Brueijs (proefschrift).