K/1 Qescand archief
2 7 JAN. 2015
Gemeente Delft
Raadsvoorstel Aan de gemeenteraad Van Datum Pfh. Steller tel.nr. e-mail Programma Registratie nr. Stuk Onderwerp
college van B&W 14-10-2014 A.H. Hekker, R. de Prez S. Vanderstappen, O. Lemmen S. Vanderstappen tel. 06.52738709, O. Lemmen 06.52739444
[email protected].
[email protected] Zorg, onderwijs, wijken en veiligheid 1724121 GR14-513 I : Verordeningen jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning
Gevraagde beslissing: 1. vaststellen Verordening jeugdhulp gemeente Delft 2015; 2. intrekken Verordening maatschappelijke ondersteuning Delft 2013; vaststellen verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2015. Samenvatting Met ingang van 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor alle jeugdhulp en de zorg die vanuit de AWBZ overkomt naar de Wmo. Om deze taak verantwoord te borgen stelt de gemeente een verordening vast voor de jeugdhulp en vernieuwt de Wmo-verordening. Dit voorstel omvat de besluitvorming van deze verordeningen. 1. Aanleiding Voor u liggen de verordeningen "Jeugdhulp" en "Wet maatschappelijke ondersteuning" 2015. Deze verordeningen komen voort uit de nieuwe wetten Jeugd en Wmo die per 01/01/2015 ingaan. Beide wetten maken deel uit van de bestuurlijke en financiële decentralisatie van de jeugdzorg en delen van de AWBZ naar de gemeenten. 2. Bevoegdheid Het vaststellen van verordeningen behoort tot de bevoegdheid van de raad. Deze verordeningen bevatten artikelen die statisch van aard zijn, feitelijk voortvloeien uit algemene beginselen en niet snel zullen veranderen. De (mogelijk) aan verandering onderhevige onderwerpen zijn slechts in hoofdlijnen/kaders vastgelegd in de verordening. Daarmee schept de raad wel kaders, maar blijft de wendbaarheid behouden. Een voorbeeld hiervan zijn de bepalingen inzake het persoonsgebonden budget (pgb): de raad legt de hoofdlijnen (bv. hoogte) vast in de verordening, vervolgens vult het college bepaalde nadere regels in evenals concrete bedragen.
StukGR14-5131
pag.2.
3. Historie / relatie met eerdere besluiten/ proces Sinds 2007 werkt de Wmo reeds met een gemeentelijke verordening. De nieuwe verordening verschilt met de vorige, in de zin dat zij de domeinen van zorg niet meer concreet benoemt. Waar de Wmo-verordening 2013 diverse resultaatgebieden uitwerkt, als 'een schoon huis', 'zich kunnen verplaatsen', 'medemensen ontmoeten' etc, beperkt de nieuwe Wmo zich tot de 2 kerndoelen: zelfredzaamheid en participatie. De compensatieplicht van de vorige Wmo is minder stellig maar niet helemaal weg: de gemeente dient vanaf 2015 een maatwerkvoorziening te verstrekken 'ter compensatie' van de beperkingen van de cliënt voor zover er geen andere oplossingen 'voorliggen'. De jeugdverordening 2015 is geheel nieuw. Met de nieuwe wet wordt een omslag gemaakt van een stelsel gebaseerd op een wettelijk recht op zorg (aanspraak) naar een stelsel op basis van een voorzieningenplicht voor gemeenten. Het wettelijke recht op jeugdzorg en individuele aanspraken op jeugdzorg worden hierbij vervangen door een voorzieningenplicht waarvan de aard en omvang in beginsel door de gemeente wordt bepaald (maatwerk). Het doel van het jeugdzorgstelsel blijft echter onverminderd overeind: jeugdigen en ouders krijgen waar nodig tijdig bij hun situatie passende hulp, met als beoogd doel ervoor te zorgen de eigen kracht van de jongere en het zorgend en probleemoplossend vermogen van het gezin te versterken. De nadruk ligt in beide verordeningen op een zorgvuldige doorloop van het proces van toegang tot verstrekking. Zij richten zich nauwelijks op de inhoud van deze verstrekking, ervan uitgaande dat dit altijd maatwerk is. In de verordeningen is het proces van toegang op een juridische en abstracte wijze in enkel de basisvereisten verwoord, passend bij haar gebruiksdoel. Echter, bij de totstandkoming van de artikelen in de verordeningen is telkens bekeken of deze in lijn zijn met de Delftse Sociale Visie. Een meer uitgebreide omschrijving van het proces van toegang tot verstrekking is te vinden in de nota 'Toegankelijke hulp en zorg voor jong en oud in Delft' (door de raad vastgesteld 25 sept 2014). Beide verordeningen zijn gebaseerd op de modellen van de VNG, die na de kamerbehandeling zijn ontwikkeld met gemeenten en cliëntenorganisaties. De Delftse Wmo-verordening is in samenspraak met de H4-gemeenten tot stand gekomen. Over de jeugdverordening heeft overleg plaatsgevonden voor afstemming tussen de gemeente in Haaglanden. Waar dat kan, sluiten beide Delftse verordeningen op elkaar aan, qua doelstellingen, inhoud en structuur. Een aantal bepalingen zijn specifiek per verordening. 4. Wat willen we bereiken? (Beoogd effect) Met de andere aanpak in de toegang maken we de beweging van: • loketten voor verschillende doelgroepen naar één toegang in 2017; • aanbod naar de vraag van de burger centraal; • een individuele benadering naar een systeembenadering, als het gaat om ondersteuning en als het gaat om inzet van wat de burger en zijn omgeving kan doen (één gezin één plan);
StukGR14-513l • • •
pag.3.
afzonderlijk aanbod door verschillende organisaties naar op elkaar afgestemde ondersteuning, door het gezin als dat kan of door een coach van een sociaal team; inzet van zwaardere vormen van ondersteuning naar lichtere c.q. juiste vormen van ondersteuning; Van professionele inzet naar een combinatie van informele en professionele inzet. De grens van vrijwilligers inzet ligt bij persoonlijke verzorging en integraliteit.
5. Wat gaan we daarvoor doen? (Oplossingsrichtingen / kanttekeningen) Met de invoering van de decentralisaties kiest de gemeente Delft voor een andere aanpak in de toegang. Een aanpak die (nog meer) de eigen kracht aanspreekt, die uitgaat van integrale en samenhangende ondersteuning, ontschot regelingen en financiën inzet, dichtbij de burger. Een aanpak die de vraag centraal stelt, gericht is op het snel organiseren van de benodigde ondersteuning op de verschillende leefdomeinen en werkt met één gezin één plan. Toelichting op enkele artikelen uit de verordeningen Regels voor het persoonsgebonden budget (PGB) Binnen de grenzen van beide wetten, hebben gemeenten beleidsruimte tav het instrument pgb. De hoofdlijnen zijn in beide verordeningen vastgelegd in de artikelen over de besluitvorming en regels voor het pgb. Artikelen zijn o.a. gewijd aan de hoogte van het pgb, het pgb voor informele hulp en het tegengaan van oneigenlijk gebruik.
C//'enfoncferstei7n/'ng
De verordening jeugdhulp gemeente Delft 2015 kent geen artikel over cliëntondersteuning. Dit komt doordat cliëntondersteuning verankerd is in de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en van toepassing is op alle inwoners en sociaal domein breed waardoor het opnemen in de jeugdwet overbodig is. Clientondersteuning wordt als algemene voorziening gerealiseerd en is kosteloos en onafhankelijk. Het omvat informatie en advies over vraagstukken van jeugdhulp en ondersteuning bij het verkrijgen van die hulp. Ook uitgebreide vraagverheldering alsmede kortdurende en kort cyclische ondersteuning bij het maken van keuzes op diverse levensterreinen maken daarvan deel uit. Cliëntondersteuning is tevens beschikbaar voor aanvragers van een persoonsgebonden budget en voor mantelzorgers met het oog op verlichting van hun draaglast. Eigen bijdrage van de cliënt aan de voorziening (Wmo) Ten aanzien van het ondenwerp eigen bijdrage maakt de wet onderscheid tussen een algemene voorziening en een maatwerkvoorziening: • Delft kiest voor laagdrempelige algemene voorzieningen teneinde de gang naar (duurdere) maatwerkvoorzieningen te beperken. Logisch gevolg is dan ook om geen al te hoge financiële drempel op te werpen in de vorm van een eigen bijdrage. Voor bepaalde algemene voorzieningen is het echter wel gebruikelijk dat klanten per afgenomen dienst betalen, bv. de nachtopvang of activiteiten in het wijkcentrum. De richtlijn is: laagdrempelig wat pleit voor een minimale cliëntbijdrage, waar het college vervolgens uitzonderingen op kan maken.
Stuk GR14-513 1 •
•
pag.4.
Voor een maatwerkvoorziening geschiedt de vaststelling van de eigen bijdrage conform een landelijke systematiek. De gemeente kan daar alleen in het voordeel van de cliënt van afwijken, door bepaalde diensten uit te sluiten van de eigen bijdrage of een kortingspercentage toe te passen. Dit moet dan wel in het financieel besluit Wmo (eind 2014) meegenomen worden. De huidige tekst in de verordening Wmo maakt dit mogelijk. De Wmo-verordening sluit eigen bijdrage voor 18- uit, naar analogie met de jeugdwet en veel kosteloze basisvoorzieningen voor 18- .
Familiegroepsplan (Jeugd) De Jeugdwet geeft de mogelijkheid aan jeugdigen en ouders om een familiegroepsplan op te stellen. Het familiegroepsplan is volgens de Jeugdwet een hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanvenvanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren. De wet beoogt dat gezinnen zoveel mogelijk zelf en met steun van hun netwerk problemen voorkómen en aanpakken. De bedoeling is dat ouders en jeugdigen in hun eigen kracht versterkt worden en zo veel mogelijk zelf de regie houden wanneer zij kampen met problemen. Daarom krijgen zij de gelegenheid om bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen eerst zelf een plan op te stellen om de situatie te verbeteren, voordat professionele hulp in het gezin komt. In de verordening zijn artikelen opgenomen (artikel 1, 5 lid 1, 6 lid 1 e) die het opstellen van een familiegroepsplan mogelijk maken. Andere artikelen Voorts bevatten de verordeningen bepalingen inzake kwaliteitsgaranties, herziening & terugvordering, en het betrekken van inwoners bij het beleid. In die zin ligt de klemtoon op een sterkere positie van de cliënt in het totale proces, van beleid tot uitvoering en kwaliteitscontrole. De bepalingen inzake 'herziening & terugvordering' zijn iets zwaarder aangezet dan in de modelverordening, teneinde de mogelijkheden in deze te verruimen. Denk bijvoorbeeld aan het terugvorderen van een onterecht uitbetaald pgb. 6. Wat mag het kosten? (Financiële paragraaf) De verordeningen Jeugd en WMO regelen niet de financiën. De financiële dekking die voortvloeit uit de verordeningen wordt jaarlijks vastgelegd in de gemeentebegroting. Bij de jeugd geldt daarnaast dat er een Regionaal Uitvoeringsprogramma (RUP) door de raad wordt vastgesteld waarin de inhoudelijke en financiële kaders worden vastgesteld en een financiële raming wordt beschreven. 7. Communicatie De verordeningen zijn vooral technisch en juridisch van aard en niet geschikt om naar bewoners over te communiceren. Bij het vaststellen van de nadere regelgeving wordt wel uitvoering gegeven aan communicatie naar de inwoners van Delft.
StukGR14-5131
pag.5.
Inspraak en medezeggenschap In het proces tot vaststelling van beide verordeningen heeft het college advies gevraagd aan de Wmo-raad. Op het moment van aanleveren van de verordeningen aan de Raad was het advies van de Wmo-raad nog niet bekend. Het advies van de Wmo-raad wordt u separaat aangeboden. De concept verordening Jeugd is tevens ter advisering voorgelegd aan de jeugdhulppartners waar periodiek de beleidsontwikkelingen betreffende jeugdhulp besproken worden. Jongeren en ouders die zitting nemen in cliëntenraden van de regionale jeugdhulpinstellingen zijn betrokken bij de totstandkoming van het beleid middels regionale bijeenkomsten met de Haaglanden gemeenten. In 2015 wordt tevens toegewerkt naar het door ontwikkelen van een medezeggenschapsraad gericht op het gemeente brede sociaal domein. 8. Verdere procedure Volgend op de vaststelling van de verordeningen worden apart nadere regels (Jeugd) en beleidsregels (Wmo) vastgesteld. Deze regels worden ter besluitvorming aan het college voorgelegd en vervolgens ter kennisname aan de raad gestuurd. Bijlagen: • Verordening jeugdhulp gemeente Delft 2015 • Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2015 Hoogachtend, Het college van burgemeester en wethouders van Delft, mr. drs. G.A.A. Verkerk
.burgemeester
mr. J. Krul
.secretaris
Raadsbesluit Datum Registratie nr. Stuk Onderwerp
27 november 2014 1724121 GR14-513 II : Vaststellen verordening jeugdhulp gemeente Delft 2015
De raad van de gemeente Delft; Gelezen het voorstel van het college van 14 oktober 2014 BESLUIT: -
de Verordening Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2013 in te trekken en de Verordening Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 vastte stellen. de Verordening Jeugdhulp 2015 gemeente Delft vast te stellen
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 november 2014. / .burgemeester mr. HrsTcAA. Verkerk
.plv.griffier A.P. Oostdijk