Gescand archief datum
Gemeente Delft
'
9
^
Raadsvoorstel Aan de gemeenteraad Van Datum Pfh. Steller tel.nr. e-mail Programma Registratie nr. Stuk
Onderwerp
college van B&W 25-05-2010 L.P. Vokurka Y. Kievit 015-260 26 96
[email protected] Belastingen 1080322 GR10-273 I
: 2e wijziging van de legesverordening Delft 2010
Gevraagde beslissing: 1. de 2e wijziging op de legesverordening Delft 2010 vast te stellen.
Samenvatting De 2e wijziging op Legesverordening Delft 2010 wordt aangeboden vanwege nieuwe wet- en regelgeving: - de WABO, die naar verwachting op 1 juli 2010 in werking zal treden; - de Crisis-en Herstelwet is 31 maart 2010 in werking getreden; - de Algemene plaatselijke verordening (APV) voor Delft is 1 januari 2010 in werking getreden. - de Horeca Exploitatieverordening voor Delft is 21 december 2009 in werking getreden. Deze nieuwe wet- en regelgeving vraagt om een aanpassing van de legesverordening. Voor het overgrote deel van de wijzigingen is sprake van slechts een technische wijziging. 1. Aanleiding Ter vaststelling wordt de raad aangeboden de 2e wijziging op de Legesverordening Delft 2010. Tegelijk wordt ter kennisneming aangeboden de 1 e wijziging op het Besluit reguliere tarieven 2010 zoals vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders. De 2e wijziging op Legesverordening Delft 2010 wordt aangeboden vanwege de hierboven genoemde nieuwe wet- en regelgeving De Wabo introduceert de omgevingsvergunning die in de plaats komt van een reeks vergunningen, ontheffingen of toestemmingen op het gebied van ruimte, bouwen, milieu, natuur en monumenten voor het realiseren van een fysiek project. De VNG heeft via een modelverordening en een uitgebreide toelichting handvaten aangereikt om de huidige legesverordening aan te passen aan de omgevingsvergunning. Gekozen is om zoveel mogelijk aansluiting te zoeken bij deze modelverordening en bij de reeds vastgestelde tarieven voor 2010. Een overzicht van de wijzigingen is opgenomen in de bijlage "Tarieventabel Legesverordening Delft 2010 - Conversietabel".
S
m
Stuk GR 10-273 I
pag. 2.
Op grond van de Crisis- en herstelwet kan de gemeenteraad op verzoek een projectuitvoeringsbesluit vaststellen voor de uitvoering van bepaalde projecten. Dit projectuitvoeringsbesluit vervangt bestaande vergunningen, ontheffingen en dergelijke. Om leges te kunnen heffen voor het projectuitvoeringsbesluit is een wijziging van de legesverordening nodig. In het kader van deregulering en vermindering van administratieve lasten zijn in de APV een aantal vergunningplichten omgezet in een meldingsplicht. De legesverordening is hierop aangepast. De in hoofdstuk 18.11 genoemde artikelen zijn aangepast aan de in werking getreden Horeca Exploitatieverordening voor Delft. 2. Bevoegdheid Op grond van artikel 216 van de Gemeentewet besluit de raad tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting door het vaststellen van een belastingverordening. 3. Historie / relatie met eerdere besluiten/ proces In de raadsvergadering van 5 november 2009 is de legesverordening Delft 2010 vastgesteld (registratienummer BVF 1022011 BBV 1022010). Een eerste wijziging is vastgesteld op 17 december 2009 (registratienummer BVF 1040064 BBV 1040063) 4. Wat willen we bereiken? (Beoogd effect) Met de 2e wijziging op de legesverordening Delft 2010 wordt beoogd de legesverordening in overeenstemming te brengen met de wijzigingen als gevolg van de gewijzigde wet- en regelgeving. 5. Wat gaan we daarvoor doen? (Oplossingsrichtingen / kanttekeningen) Aanpassen van de tekst van de Legesverordening 2010 en de tarieventabel behorend bij de Legesverordening 2010. 6. Wat mag het kosten? (Financiële paragraaf) De aanpassing verloopt kostenneutraal. 7. Communicatie De 2e wijziging van de legesverordening Delft 2010 wordt bekendgemaakt via Delft op Zondag. Het besluit treedt 1 dag na bekendmaking in werking. Het besluit zal ter inzage worden gelegd aan de publieksbalie van het stadskantoor en is te raadplegen op internet via www.gemeentedelft.info onder 'producten en diensten/belastingen'.
StukGR10-273l 8.
pag. 3.
Verdere procedure
Bijlagen: • Toelichting behorend bij Titel 2 (dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning) • Tarieventabel Legesverordening Delft 2010 - Conversietabel Hoogachtend, Het college van burgemeester en wethouders van Delft, mr. drs. G.A.A. Verkerk
.burgemeester,
mr. drs. H.G.L.M. Camps
.secretaris.
Raadsbesluit Datum Registratie nr. Stuk Onderwerp
24-06-2010 1080322 GR10-273 II : 2e wijziging van de legesverordening Delft 2010
De raad van de gemeente Delft; Gelezen het voorstel van het college van 25-05-2010; BESLUIT: vast te stellen de tweede wijziging van de: Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010 (Legesverordening Delft 2010) Artikel 1 In artikel 4 van de Legesverordening gemeente Delft 2010 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende: 5. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van de besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet. Artikel 2 In artikel 8 van de Legesverordening gemeente Delft 2010 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van lid f door een puntkomma, een nieuw lid g en een nieuw lid h toegevoegd, luidende: g. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) worden verhaald; h. het oprichten of veranderen, of het veranderen van de werking, of het in werking hebben van een (milieu)inrichting of mijnbouwwerk (art. 2.1,lid1 onder e Wabo). Artikel3 De inhoudsopgave van de tarieventabel behorende bij de Legesverordening gemeente Delft 2010 wordt als volgt gewijzigd: A. Na "Inhoudsopgave" wordt ingevoegd: Titel 1 Algemene dienstverlening. B. Hoofdstuk 5 komt te luiden: 5.13 Informatie, inzage stukken bestaand bouwwerk of bestemmingsplan 5.15 Huisnummering
Stuk GR10-273 II
pag. 2.
C. 17.1 komt te luiden: Vervallen per 01-07-2010. D. Na "18.20 Titel 2 Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk
Vergunning seksinrichting/escortbedrijf wordt ingevoegd: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning 1 Begripsomschrijvingen 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag 3 Omgevingsvergunning 4 Vermindering 5 Teruggaaf 6 Intrekking omgevingsvergunning 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten 9 Sloopmelding 10 In deze titel niet benoemde beschikking
Artikel 4 De tarieventabel behorende bij de Legesverordening gemeente Delft 2010 wordt als volgt gewijzigd: A. Na de tekst onder het kopje "Algemeen" wordt ingevoegd: Titel 1 Algemene dienstverlening B. Hoofdstuk 5, met uitzondering van 5.13 en 5.15, van de tarieventabel behorende bij de Legesverordening gemeente Delft 2010 vervalt. C. In hoofdstuk 17 komen de tarieven van 17.1 tot en met 17.2 te vervallen. D. Hoofdstuk 18.11 wordt als volgt gewijzigd: 18.11
18.11.1.1
18.11.1.2
Horeca Exploitatieverordening voor Delft Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: Exploitatievergunning horecabedrijf een vergunning als bedoeld in artikel 2 , eerste lid, van de Horeca Exploitatieverordening voor Delft, indien de sluitingstijden worden vastgesteld conform het bepaalde in artikel 11, derde en vijfde lid van deze verordening € een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Horeca Exploitatieverordening voor Delft, indien de sluitingstijden worden vastgesteld conform het bepaalde in artikel 11, eerste lid van deze verordening €
1.405,00
301,00
Stuk GR10-273 II 18.11.1.3
18.11.2 18.11.2.1 18.11.2.2 18.11.2.3
18.11.3
pag. 3. wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Horeca Exploitatieverordening voor Delft, mits de wijziging • niet in strijd is met het bepaalde in artikel 8 van de Horeca Exploitatieverordening voor Delft; • betrekking heeft op een uitbreiding van het aantal dagen, tot een maximum van vier, waarvoor conform artikel 11, derde lid, van de Horeca Exploitatieverordening voor Delft, geen sluitingstijd geldt; • betrekking heeft op een wijziging van de dag of dagen waarvoor conform artikel 11, derde lid van de Horeca Exploitatieverordening voor Delft, geen sluitingstijdstip geldt Vergunning terras bij horecabedrijf een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste en vijfde lid, van de Horeca Exploitatieverordening voor Delft voor franse gevelterrassen en seizoensterrassen, vervallen een wijziging van een de vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste en vijfde lid, van de Horeca Exploitatieverordening voor Delft, mits deze wijziging het verminderen van het aantal m2 betreft dan wel het verkorten van de periode Ontheffing sluitingsuur horecabedrijf een ontheffing als bedoeld in artikel 12, eerste lid van de Horeca Exploitatieverordening voor Delft
€
217,00
€
193,00
€
69,45
€
21,40
E. Hoofdstuk 18.17 wordt als volgt gewijzigd: - In 18.17 aanhef na "het in behandeling nemen van een" wordt ingevoegd: melding dan wel een. - In 18.17.2 wordt "€ 65,80" vervangen door: € 0,00; - In 18.17.5.1 vervalt "klein" en wordt "(art. 2.2.2 APV)" vervangen door: (art. 2:18, eerste lid, en art. 2:17, tweede lid, APV); - In 18.17.5.2 wordt "(art. 2.2.2 APV)" vervangen door: (art. 2:18, eerste lid, en art. 2:17, eerste lid, APV); - In 18.17.10 wordt "(art. 5.2.1 APV)" vervangen door: (art. 5:11 APV); - De tarieven van 18.17.11 tot en met 18.17.12 vervallen. F. Na hoofdstuk 18 van de tarieventabel behorende bij de Legesverordening gemeente Delft 2010 wordt titel 2 Dienstverlening vallend onderde fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning toegevoegd, luidende:
Stuk GR 10-273 II
pag. 4.
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1.1 aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; 2.1.1.2 bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voorzover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; 2.1.1.3 sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; 2.1.1.4 Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 2.1.1.5 Het college van burgemeester en wethouders kan de bij aanvraag opgegeven aanleg-, bouw- of sloopkosten ambtshalve aanpassen, indien de opgegeven kosten kennelijk niet overeenstemmen met de werkelijke kosten zoals genoemd in art 2.1.1.1 t/m 2.1.1.3. 2.1.2 In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
Stuk GR 10-273 II 2.1.3
pag. 5.
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag 2.2 Niet van toepassing Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning 2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. 2.3.1 2.3.1.1 2.3.1.1.1 2.3.1.1.2 2.3.1.1.3 2.3.1.1.4 2.3.1.1.5
2.3A.2
Bouwactiviteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen: vermeerderd met: van de bouwkosten; indien de bouwkosten €1.000.000 tot €5.000.000 bedragen: vermeerderd met: van de bouwkosten; indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 20.000.000 bedragen: vermeerderd met: van de bouwkosten; indien de bouwkosten €20.000.000 tot €50.000.000 bedragen: vermeerderd met: van de bouwkosten; indien de bouwkosten € 50.000.000 of meer bedragen: vermeerderd met: van de bouwkosten, met een maximum van: Extra welstandstoets Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:
€
0,00 2,50 %
€
1.500,00 2,35 %
€
11.500,00 2,15 %
€
51.500,00 1,95 %
€ €
376.500,00 1,30% 2.326.500,00
€
275,00
Stuk GR 10-273 II
2.3.1.3
2.3.1.4
2.3A.5 2.3.2 2.3.2A 2.3.2.2
2.3.2.3
2.3.3
2.3.3.1 2.3.3.2 2.3.3.3 2.3.3.4
pag. 6.
Verplicht advies agrarische commissie Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1, bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
€
Achteraf ingediende aanvraag Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.6.1 en 2.3.7A bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit of sloopactiviteit: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
275,00
15%
Beoordeling aanvullende gegevens Niet van toepassing Aanlegactiviteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, ter bescherming van de archeologische waarden, bedraagt het tarief: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, met betrekking op sloopwerkzaamheden, bedraagt het tarief: Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
€
484,00
€
484,00
€
484,00
€
275,00;
€
489,00;
€
7.130,00;
€
489,00;
Stuk GR10-273 II 2.3.3.5 2.3.3.6
2.3.3.7
2.3.3.8 2.3.4
2.3.4.1 2.3.4.2 2.3.4.3 2.3.4.4 2.3.4.5 2.3.4.6
2.3.4.7
2.3.4.8
pag. 7.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
€
489,00;
€
489,00;
€
489,00;
€
489,00.
€
275,00;
€
489,00;
€
7.130,00;
€
489,00;
€
489,00;
€
489,00;
€
489,00;
€
489,00.
StukGR10-273ll 2.3.5
2.3.5.1 2.3.5.2 2.3.5.3 2.3.5.4 2.3.6 2.3.6.1
2.3.6.1.1 2.3.6.1.2 2.3.6.2
2.3.7 2.3.7.1
pag. 8.
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: voor inrichtingen met een oppervlak van 0 tot 500 m2: vermeerderd per m2 met voor inrichtingen met een oppervlak van 500 tot 2.000 m2: vermeerderd per m2 met voor inrichtingen met een oppervlak van 2.000 tot 5.000 m2: vermeerderd per m2 met voor inrichtingen met een oppervlak boven 5.000 m2: vermeerderd per m2 met Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening 2009 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: voor het slopen van een monument: van de sloopkosten, met een minimum van en een maximum van Niet van toepassing Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: van de sloopkosten, met een minimum van en een maximum van Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:
€ € € € € € € €
364,00; 1,80 993,00; 0,67 1.833,00; 0,23 2.663,00; 0,06
€ €
1,5%; 143,00; 150.000,00.
€ €
1,5%; 143,00; 150.000,00.
Stuk GR 10-273 II 2.3.7.1.1
2.3.7.1.2
2.3.7.2
2.3.7.3
2.3.8
2.3.9
pag. 9.
in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, van de sloopkosten, met een minimum van: en een maximum van:
€
€ €
484,00; 1,5%; 143,00; 150.000,00.
Asbesthoudende materialen Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1.2 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is: voor een doorlopende asbestsloopvergunning als bedoeld in 2.3.7.1.1 en 2.3.7.1.2, uitsluitend ten behoeve van toegelaten instellingen in de zin van artikel 70 van de Woningwet en voor asbestgecertificeerde bedrijven, bedraagt het tarief:
€
163,00;
€
245,00.
Aanleggen of veranderen weg Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:8 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
€
484,00.
Uitweg/inrit Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
€
65,80.
2.3.10
Kappen Niet van toepassing
2.3.11
Opslag van roerende zaken Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
StukGR10-273ll 2.3.11.1 2.3.11.2
pag. 10.
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j , van de Wabo: indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
2.3.12
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 Niet van toepassing.
2.3.13
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet Niet van toepassing.
2.3.14
Andere activiteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: als het een gemeentelijke verordening betreft als het een provinciale of waterschapsverordening betreft
2.3.14.1
2.3.14.2
2.3.14.2.1 2.3.14.2.2 2.3.15
2.3.15.1
2.3.15.2
Omgevingsvergunning in twee fasen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
€
484,00;
€
108,00.
€
108,00;
€ € €
108,00; 108,00; 108,00.
Stuk GR10-273 II 2.3.16
2.3.16.1 2.3.16.2 2.3.17
2.3.18 2.3.18.1
2.3.18.1.1 2.3.18.1.2
pag. 11.
Beoordeling bodemrapport Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
€ €
275,00; 275,00.
Advies Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:
€
275,00.
€
108,00.
€
275,00.
Verklaring van geen bedenkingen Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
Hoofdstuk 4 Vermindering 2.4.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. 2.4.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt: 2.4.2.1 bij 5 tot 10 activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges; 2.4.2.2 bij 10 tot 15 activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges; 2.4.2.3 bij 15 of meer activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
1% 2% 4%
Stuk GR10-273 II
pag. 12.
Hoofdstuk 5 Teruggaaf 2.5.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-of sloopactiviteiten Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3,2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 2.5.1.1 indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; 2.5.1.2 indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 3 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; 2.5.1.3 indien de aanvraag wordt ingetrokken na 6 weken en binnen 5 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. 2.5.2
2.5.3 2.5.3.1
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voorbouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voorbouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
75%
55%
35%
25%
50%
Stuk GR 10-273 II 2.5.3.2
pag. 13.
Een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, of 2.3.7 waarbij de beschikking, onherroepelijk en zonder mogelijkheid van herziening van dit besluit, is vernietigd bij rechterlijke uitspraak, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
2.5.4
Minimumbedrag voor teruggaaf Een bedrag minder dan € 84,50 wordt niet teruggegeven.
2.5.5
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.3, 2.3.4, 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning 2.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:
75%
€
118,00
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project 2.7 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: de voor de oorspronkelijke bouwactiviteit geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in hoofdstuk 3 onder 2.3.1, met en minimum van: €
163,00
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten 2.8.1 Onverminderd de kosten die krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) worden verhaald, bedraagt het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een € aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening 2.8.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening € 2.8.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek betreffende de gebruiksbepalingen volgens het functielimiteringssysteem €
1.110,00 275,00 163,00
Stuk GR10-273 II
pag. 14.
Hoofdstuk 9 Sloopmelding 2.9 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking 2.10 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
0,00
489,00
Artikel 5 1. Deze wijziging treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking, met dien verstande dat de onderdelen die ingevolge deze verordening worden gewijzigd van toepassing blijven op de belastbare feiten: a. die zich hebben voorgedaan voor bedoeld tijdstip; b. waarop de wettelijke voorschriften zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953), nog moeten worden toegepast. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2010. 3. Met uitzondering van artikel 1 treedt deze wijziging in afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, in werking op het tijdstip waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden. De datum waarop dit tijdstip valt is tevens de datum van ingang van de heffing voor deze wijziging. 4. In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt de wijziging genoemd in artikel 1 in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 31 maart 2010. Dit is tevens de datum van ingang van de heffing voor deze wijziging. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 juni 2010.
.burgemeester.
mrydf^ H.G.LM. Camps .griffier.
R.H. van Luyk