16. De wet op de eerlijke handelspraktijken en bescherming van de consument. __________________________________________________________ Voorstelling van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument. Deze voorstelling heeft niet de ambitie om de wet in haar geheel uit te leggen en ook niet om ze op uitvoerige wijze voor te stellen. Het betreft slechts een beknopt overzicht van de inhoud van de wetgeving. De inhoud ervan is geenszins volledig en derhalve is het aangewezen om zich voor uitvoerige en nauwkeurige informatie en definities te beroepen op de wettekst. 16.1 Finaliteiten van de wet De wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument heeft een dubbele doelstelling. Enerzijds beoogt zij het waarborgen van eerlijkheid in de mededinging en in de handelsrelaties, anderzijds wil ze de bescherming van de consument waarborgen en erop toezien dat hij voldoende en adequate informatie krijgt. Deze dubbele doelstelling laat zijn sporen na in elk van de wetsbepalingen. Om de hele draagwijdte en betekenis van deze wetgeving te begrijpen moet men bij het interpreteren ervan rekening houden met die dubbele bekommernis van de wetgever. Elk artikel kan worden geïnterpreteerd in het licht van die dubbele doelstelling. 16.2. Prijsaanduiding Deze materie wordt in hoofdzaak geregeld door de artikels 2 tot 6 van deze wet en door het koninklijk besluit van 12 juni 1996 betreffende de prijsaanduiding van producten en diensten en de bestelbon. De basisregels zijn dat de prijzen schriftelijk, leesbaar, goed zichtbaar en ondubbelzinnig moeten worden aangeduid. Die prijzen moeten minstens in euro worden aangeduid. Als het om producten gaat is het gemakkelijk om de prijs aan te duiden. Er kunnen wel problemen ontstaan voor de aanduiding van de prijs van de diensten. Wat dat betreft, onderscheidt de wetgeving twee typen van diensten: de homogene diensten en de niet-homogene diensten. De eerste zijn die waarvan de kenmerken en modaliteiten identiek of gelijkaardig zijn, met name los van het moment of van de plaats van uitvoering, van de dienstverstrekker of van de persoon waarvoor ze 1
bestemd zijn (vb.: schoorsteenvegen, reinigen van een kostuum, ontwikkelen van een film,...). In die veronderstelling moet de verkoper een tarief aanduiden of ter beschikking stellen van de consument, waarbij al de verschillende diensten die hij aanbiedt met de overeenstemmende prijzen worden voorgesteld. Voor sommige beroepen bestaan er gereglementeerde tariefmodellen (horeca, bankiers, kappers, fotografen). De tweede, de niet-homogene diensten, zijn die welke specifieke kenmerken vertonen, vandaar dat het onmogelijk is om een tarief aan te duiden. (vb: herstelling van een beschadigde auto, plaatsen van een dak, installatie van een veranda,...). Voor dat type van dienst kan de consument altijd vragen dat de verkoper een bestek opmaakt. Dat bestek moet voldoende gedetailleerd zijn zodat de consument kan vergelijken. 16.3. De handelspromoties (aangekondigd met prijsverminderingen) Elke verkoper mag zijn prijzen verminderen (of verhogen) als hij dat wenst (behalve de gereglementeerde prijzen). Maar indien hij zijn prijsverminderingen wil aankondigen, moet hij voldoen aan bepaalde voorwaarden inzake inhoud en vorm. Er dient te worden opgemerkt dat de verkoop met verlies verboden is behalve voor producten die in opruiming of in uitverkoop worden verkocht. 16.4.De aankondigingen van prijsverminderingen Als een verkoper prijsverminderingen wil aankondigen door het gebruik van een bedrag of een kortingspercentage, kan hij dat slechts doen op één van de vier manieren die in artikel 5 van de wet van 14 juli 1991 worden opgesomd. Geen enkele toelating is noodzakelijk om prijsverminderingen aan te kondigen. Die aankondigingen van prijsverminderingen mogen ten hoogste één maand duren. De referentieprijs moet zijn toegepast gedurende een volledige periode van één maand. Die aankondigingen van prijsverminderingen mogen niet plaatshebben gedurende de sperperiode (zie "opruimingen of solden"). De wetgeving laat enkel verwijzing naar zijn eigen prijs toe. Derhalve mag men niet een prijsvermindering suggereren t.o.v. een door een leverancier aanbevolen prijs of t.o.v. de door de concurrentie toegepaste prijs.
2
16.4.1.Uitverkopen Een verkoop onder die benaming of onder een gelijkwaardige benaming is toegelaten als een bepaalde omstandigheid de versnelde afzet van een voorraad of van een assortiment van producten noodzakelijk maakt. Artikel 46 geeft een limitatieve opsomming van de gevallen waarin een dergelijke verkoop mag plaatshebben (vb.: stopzetten van de activiteiten, sluiting van een verkooppunt, herstelwerkzaamheden die meer dan 20 werkdagen duren,...). Een uitverkoop is beperkt tot 5 maanden maximum. Gedurende die verkoop is de verkoper ertoe verplicht om zijn verkoopprijzen te verminderen en mag hij met verlies verkopen. Voor dat type van verkoop zijn administratieve procedures voorzien die misbruiken moeten tegengaan.
16.4.2 Opruimingen of solden Twee keer per jaar, kan een verkoper een verkoop onder deze benaming of onder een gelijkwaardige benaming organiseren. Het betreft een verkoop die wordt toegepast met het oog op de seizoenopruiming van het assortiment van de verkoper wat geschiedt door versnelde afzet en tegen verminderde prijs van de producten. De twee soldenperiodes zijn bepaald door de wet. De eerste periode begint op 3 januari en eindigt op 31 januari en de tweede periode loopt van 1 juli tot 31 juli. Vóór de aanvang van de solden, is er een sperperiode (van 15 november tot 2 januari en van 15 mei tot 30 juni). Gedurende deze periode is elke aankondiging van prijsvermindering verboden in de sectoren van de kleding, schoenen, lederwaren en fijne lederwaren. Die sperperioden moeten o.a. toelaten om vast te stellen, dat in de soldenperiodes, de prijs van de gesoldeerde producten werkelijk verlaagd werd. Let op ! volgens de laatste berichten zou de sperperiode ingekort worden tot 3 weken in plaats van 6 weken.
3
16.4.3.Waardebonnen De wet laat een verkoper toe om gratis waardebonnen te verspreiden. Het betreft een regime in afwijking van de regels betreffende de aankondigingen van prijsverminderingen. Die documenten mogen slechts verspreid worden als zij een bepaald aantal vermeldingen bevatten die bestemd zijn om de consument te informeren over de voorwaarden van het aanbod (zie artikel 64): de geldwaarde die zij vertegenwoordigen, de producten en diensten die tegen verminderde prijs kunnen worden gekocht, de identiteit van de uitgevers van de bonnen, alsmede de geldigheidsduur ervan. Die bonnen zijn niet geldig gedurende de sperperioden. 16.5.De hoeveelheidsaanduidingen Deze materie wordt in hoofdzaak geregeld door de artikels 7 tot 12 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument. De basisregels zijn dat de aangeduide hoeveelheden, leesbaar, goed zichtbaar en ondubbelzinnig moeten worden aangeduid op ieder geconditioneerd product. De hoeveelheid moet uitgedrukt worden in wettelijke meeteenheden. De verplichting om de nominale hoeveelheid aan te duiden rust steeds op het vulbedrijf of op de conditioneerder. Indien de geconditioneerde producten geïmporteerd worden rust de verantwoordelijkheid om de nominale hoeveelheid aan te duiden op de invoerder.
16.6.Gezamenlijke aanbiedingen De definitie van gezamenlijk aanbod wordt toegelicht in artikel 54. Er is sprake van gezamenlijk aanbod als één of ander voordeel gebonden is aan de verkrijging van een ander product of van een andere dienst. De wet voert als algemeen principe het verbod van die aanbiedingen in en enkel de limitatief in de wet opgesomde gezamenlijke aanbiedingen zijn toegelaten.
4
Bij wijze van voorbeeld worden hier enkele gezamenlijke aanbiedingen aangehaald die toegelaten zijn:
producten die een geheel vormen (vb: een brilmontuur en de brillenglazen) het gratis aanbieden bij de aankoop van een hoofdproduct van de verpakking van het product (vb. : een glas) het gratis aanbieden bij de aankoop van een hoofdproduct van een reclamevoorwerp het gratis aanbieden bij de aankoop van een hoofdproduct van deelnemingstitels aan toegestane tombola's; klantenkaarten (vb.: 10% op de som van 10 verrichte aankopen, geldig op de elfde aankoop) de kortingzegels (aangezien zij nagenoeg als geld kunnen worden beschouwd, is de uitgifte van die zegels onderworpen aan strikte regels en de uitgevers moeten waarborgen bieden teneinde de terugbetaling aan de bezitters te verzekeren).
16.7.De reclame De wet geeft een zeer brede definitie van reclame (zie artikel 22). Zijn m.n. verboden in het Belgisch recht:
de misleidende reclame (met betrekking tot de prijs, de oorsprong van de producten of diensten, de verkoper, de eigenschap van een product, de wijze van fabricage,...); afbrekende reclame ten aanzien van een andere verkoper; bedrieglijke reclame; reclame die verwarring kan doen ontstaan met een andere verkoper, zijn producten, zijn diensten of zijn activiteit; ...
Vergelijkende reclame wordt, onder welbepaalde voorwaarden toegelaten (zie artikels 22, 23 en 23 bis ).
5
16.8.Bepaalde handelspraktijken 16.8.1.Openbare verkopen Over het algemeen moeten de openbare verkopen, die onderworpen zijn aan die wetgeving, plaatsvinden in de lokalen die hiervoor uitsluitend zijn bestemd en mogen ze slechts betrekking hebben op gebruikte producten. De wetgever verbiedt de verkoop van nieuwe producten via de openbare verkoop. Hij staat aan een verkoper, die overgaat tot een uitverkoop en die de regels die inherent zijn aan dat type van verkoop respecteert echter wel toe, mits bepaalde administratieve formaliteiten, om zijn nieuwe producten van de hand te doen via openbare verkopen. Verkopen aan de consument buiten de onderneming van de verkoper De wet beoogt hierbij:
de verkopen ten huize van de consument of van een andere consument, alsook op de arbeidsplaats van de consument (vb.: leurhandel, home-parties,...) N.B. : dit verkooptype is eveneens onderworpen aan de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten; de verkopen tijdens een door of voor de verkoper georganiseerde excursie; de verkopen op salons, beurzen of tentoonstellingen, op voorwaarde dat de betaling niet contant gebeurt en de prijs hoger is dan 213,19 EUR (vb.: aankoop van een wagen op het autosalon).
De wet bepaalt dat die verkopen het voorwerp moeten uitmaken van een geschreven overeenkomst en legt bepaalde verplichte vermeldingen op die erin moeten voorkomen. Eén van die vermeldingen is de opname van een verzakingsbeding dat de consument toelaat om van zijn aankoop af te zien gedurende 7 werkdagen na het afsluiten van de genoemde overeenkomst. 16.8.2.Verkopen op afstand De definitie van dat verkooptype wordt gegeven in artikel 77 van de wet. Hierin worden met name de postorderverkoop en tele-aankoop beoogd. De wetgeving bepaalt dat bij de tekoopaanbieding van producten via deze methode, de consument moet worden geïnformeerd over verschillende elementen (identiteit van de verkoper, prijs, hoeveelheid, betalingswijze, geldigheidsduur van het aanbod, leveringstermijn, bedenktermijn,....).
6
Ten laatste op het moment van de levering van het product moet de consument een document ontvangen waarin opnieuw sommige verplichte vermeldingen zijn opgenomen, waaronder de tekst van het verzakingsbeding, dat bepaalt dat de consument kan afzien van zijn aankoop binnen 7 werkdagen te rekenen van de dag die volgt op die van de levering van het product..
16.8.3.Overeenkomsten op afstand en ongewenste reclame Sinds 1 januari 2006 wordt de consument die financiële instrumenten of financiële diensten op afstand aankoopt, wettelijk beschermd. Deze bescherming is gelijkaardig aan wat in het algemeen reeds geldt voor overeenkomsten op afstand en bestaat uit de verplichting van de verkoper om bepaalde informatie te verstrekken, en uit een verzakingsrecht. In de wet overeenkomsten op afstand met betrekking tot financiële diensten wordt tegelijkertijd in een algemene regeling voorzien voor ongewenste reclame (anders dan per elektronische post). Brochure " Overeenkomsten op afstand met betrekking tot financiële diensten en ongewenste reclame" (pdf-formaat, 374 Kb)
16.9.Daden die strijdig zijn met de eerlijke handelspraktijken Twee bepalingen van de wet (de artikels 93 en 94) verbieden de daden die strijdig zijn met de eerlijke handelsgebruiken. Enerzijds verbiedt artikel 93 elke daad die strijdig is met de eerlijke handelsgebruiken waardoor een verkoper de professionele belangen van een of meerdere verkopers schaadt of kan schaden. Anderzijds verbiedt artikel 94 elke daad die strijdig is met de eerlijke handelsgebruiken waardoor een verkoper de belangen van een of meer consumenten schaadt of kan schaden. Om op basis van die artikels een vordering in te stellen moet er niet noodzakelijk schade zijn, het risico dat er schade onstaat alleen al volstaat. Het is moeilijk om het begrip eerlijke handelsgebruiken te definiëren, de wet geeft geen definitie. Bijgevolg wordt dit begrip overgelaten aan de interpretatie van de Hoven en Rechtbanken. Er dient te worden opgemerkt dat de Minister geen vordering mag instellen op basis van artikel 93 en dat het Bestuur niet bevoegd is om eventuele inbreuken op dat artikel vast te stellen en te sanctioneren. 7
16.10.Vordering tot staking De wet staat verschillende personen toe om een vordering tot staking in te stellen, met name :
de betrokkenen; de minister; een verkoper; de representatieve consumentenorganisaties; ...
Deze vordering die wordt ingesteld en behandeld zoals in kortgeding, laat de rechthebbende toe om aan de rechter te vragen om stopzetting te bevelen van een handeling die een inbreuk vormt op deze wet. Een dergelijke vordering kan eveneens gegrond zijn op artikel 93 of op artikel 94, om die reden is het mogelijk om staking van een handeling te vragen - zelfs als die niet gesanctioneerd of verboden is door een wettekst - als die in strijd is met de eerlijke gebruiken.
16.11.Sancties De wet voorziet in strafbepalingen voor het grootste gedeelte van de inbreuken op de wetsbepalingen.
Voor de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie is de Algemene Directie Controle en Bemiddeling belast met de opsporing en vaststelling van de inbreuken op de wet van 14 juli 1991. De Externe Ijkdienst - Sectie Voorverpakking van de Afdeling Metrologie van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid is in het bijzonder belast met de opsporing en vaststelling van inbreuken op de artikels 7 tot 12 betreffende de hoeveelheidsaanduiding. Wenst u een klacht in te dienen, gelieve dan de volgende rubriek te raadplegen Waar en hoe klacht indienen?
8
16.12.Wat is er gewijzigd op 1 oktober 1999? Waarom? De wet van 25 mei 1999 (Belgisch Staatsblad 23.06.1999) tot wijziging van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en de bescherming van de consument, voerde een aantal nieuwe of gewijzigde bepalingen in, die in werking zijn getreden vanaf 1 oktober 1999. Achter deze wijzigingen schuilt een dubbele doelstelling. Enerzijds, daar waar nodig, de verduidelijkingen en verbeteringen aanbrengen, die na meer dan acht jaar toepassing -en na grondige evaluatie- nodig bleken. Sommige wijzigingen zijn louter formeel, andere wijzigen bepaalde artikels ten gronde. Anderzijds, in de wet, de Europese richtlijnen invoegen inzake de vergelijkende reclame en de op afstand gesloten overeenkomsten. Hierna worden de voornaamste wijzigingen op een rijtje geplaatst. Indien u de wettekst wenst te bekijken kunt u hier de volledige wet in pdfformaat downloaden. Wat? 1. Het begrip 'werkdag' Onder werkdag wordt verstaan: het geheel van alle kalenderdagen, met uitsluiting van zondagen en wettelijke feestdagen. Met andere woorden, vanaf 1 oktober wordt de zaterdag beschouwd als een werkdag . Als een termijn, uitgedrukt in werkdagen, op een zaterdag afloopt, wordt hij evenwel verlengd tot de eerstvolgende werkdag. 2. De vergelijkende reclame Vanaf 1 oktober 1999 is vergelijkende reclame, onder welbepaalde voorwaarden, toegestaan . Vergelijkende reclame is elke vorm van reclame waarbij een concurrent, dan wel door een concurrent aangeboden goederen of diensten, uitdrukkelijk of impliciet worden genoemd. De vergelijking is enkel geoorloofd op voorwaarde dat ze: o niet misleidend is in de zin van artikel 23, 1° tot 5° van de wet; o producten of diensten vergelijkt die in dezelfde behoeften voorzien of voor hetzelfde doel bestemd zijn; o op objectieve wijze één of meer wezenlijke, relevante, controleerbare en representatieve kenmerken van deze producten en diensten, waartoe ook de prijs kan behoren, met elkaar vergelijkt;er niet toe leidt, dat op de markt, verwarring gesticht kan worden tussen de adverteerder en een concurrent of tussen de merken, de handelsnamen, andere 9
o
o o
o
onderscheidende kenmerken, producten of diensten, activiteiten en omstandigheden van een concurrent; niet de goede naam schaadt van of zich kleinerend uitlaat over de merken, de handelsnamen en andere onderscheidende kenmerken, producten of diensten, activiteiten of omstandigheden van een concurrent; voor producten met een benaming van oorsprong , in elk geval betrekking heeft op producten met dezelfde benaming ; geen oneerlijk voordeel oplevert ten gevolge van de bekendheid van een merk, handelsnaam of andere onderscheidende kenmerken van een concurrent, dan wel van een oorsprongsbenaming van concurrerende producten; niet producten of diensten voorstelt als een imitatie of namaak van producten of diensten met een beschermd handelsmerk of beschermde handelsnaam .
Elke vergelijking die verwijst naar een speciale aanbieding , moet duidelijk en ondubbelzinnig het einde en het begin , zo de speciale aanbieding nog niet loopt, aangeven van de periode gedurende dewelke de speciale prijs of andere specifieke voorwaarden gelden. Of, in voorkomend geval, vermelden dat de speciale aanbieding loopt zo lang de voorraad strekt of de diensten kunnen geleverd worden. Elke vergelijkende reclame die niet beantwoordt aan bovenstaande criteria blijft verboden . 3. De uitverkopen De duur van de uitverkopen wordt gebracht van 3 naar 5 maanden . Tegelijkertijd wordt het systeem van de verlengingen -wat aanleiding gaf tot administratieve rompslomp- afgeschaft . Voor een handelaar die zijn of haar loopbaan afsluit (pensioen), wordt de termijn vastgelegd op één jaar (nieuw artikel 46.9). Dit moet toelaten onder de gunstigste voorwaarden de voorraad van de hand te doen. Voorwaarde is evenwel dat in de loop van het vorige jaar geen uitverkoop is gehouden overeenkomstig artikels 46.4 (stopzetting) of artikel 46.6 (afschaffing filiaal). Voor verbouwingswerken of opknapbeurten (artikel 46.5) wordt het aantal werkdagen voor werken teruggebracht van 40 naar 20. De andere cumulatieve voorwaarden blijven ongewijzigd. 4. Openbare verkopen In het kader van openbare verkopen wordt artikel 71 van de wet opgeheven. Hierdoor is het voor een handelaar niet meer mogelijk om een openbare verkoop te organiseren in het kader van een uitverkoop. Iedere inrichter moet goed leesbaar zijn naam, voornaam of maatschappelijke benaming, woonplaats of maatschappelijke zetel én zijn inschrijving in het handels- of ambachtenregister vermelden op elke aankondiging, reclame of elk document dat betrekking heeft op de openbare verkoop. 10
5. Overeenkomsten op afstand De nieuwe afdeling 9 van de wet beoogt een wettelijk kader te scheppen voor het geheel van nieuwe, (elektronische) communicatietechnieken, die een indrukwekkende groei meemaken, bovenop de traditionele technieken van de verkoop op afstand (verkoop per briefwisseling, televerkoop, …). De overeenkomsten op afstand hebben tevens niet enkel meer betrekking op producten , maar nu ook op diensten . De financiële diensten blijven echter uitgesloten. Deze worden limitatief opgesomd in artikel 77 § 1, 4° van de wet. Een koninklijk besluit kan in de toekomst deze definitie aanpassen, wijzigen, nader omschrijven of aanvullen. De consument dient op het ogenblik van de tekoopaanbieding ondubbelzinnig, op heldere en begrijpelijke wijze te worden ingelicht over een aantal essentiële gegevens over de verkoper en het product of de dienst: 1. de identiteit van de verkoper en zijn geografisch adres ( geen postbus !); 2. de belangrijkste kenmerken van het product of de dienst; 3. de prijs van het product of de dienst; 4. de leveringskosten, in voorkomend geval; 5. de wijze van betaling, levering of uitvoering van de overeenkomst; 6. het al dan niet bestaan van een verzakingsrecht; 7. de wijze van terugneming en teruggave van het product, met inbegrip van de eventueel daaraan verbonden kosten; 8. de kosten voor het gebruik van de techniek voor communicatie op afstand, wanneer die op een andere grondslag dan het basistarief worden berekend; 9. geldigheidsduur van het aanbod of van de prijs; 10. waar passend, de minimumduur van de overeenkomst, in geval van overeenkomsten voor duurzame of periodieke dienstverlening of productlevering.
In geval van een telefonische communicatie , moet de identiteit van de verkoper en het commerciële oogmerk van de oproep, aan het begin van elk gesprek met de consument, expliciet duidelijk gemaakt worden . Ten laatste bij de levering van het product of de dienst, dienen deze gegevens schriftelijk bevestigd te worden en dient de consument te worden ingelicht over de voorwaarden en de wijze van uitoefening van het recht tot verzaken. De verbruiker beschikt over een termijn van tenminste zeven werkdagen , waarbinnen aan de overeenkomst een einde kan gesteld worden. Hij kan dit recht tot verzaken aan de aankoop uitoefenen, zonder 11
betaling van een boete en zonder opgave van motief. Indien de verkoper niet voldaan heeft aan de informatieverplichtingen van de consument, wordt de verzakingstermijn op 3 maanden gebracht. Tenzij anders overeengekomen, moet de verkoper de bestelling uitvoeren uiterlijk binnen de dertig dagen te rekenen vanaf de dag volgend op die waarop de consument zijn bestelling aan de leverancier heeft toegezonden. De verzending van de producten en van titels die diensten vertegenwoordigen, gebeurt op eigen risico van de verkoper. In geval van gebruik van een instrument voor elektronische overdracht van gelden (betaalkaarten, debet- of kredietkaarten, accreditieve kaarten of kaarten voorzien van een microprocessor) is de consument aansprakelijk voor de gevolgen van verlies, diefstal of bedrieglijk gebruik tot het moment van de aangifte en dit voor een bedrag van maximum 148,74 EUR . Maar opgelet: wanneer de consument zwaar nalatig is, kan een hogere limiet toegepast worden. Is er bedrieglijk opzet, dan is er helemaal geen limiet. Er worden ook een aantal beperkingen ingevoerd voor het gebruik van bepaalde communicatietechnieken . Zo wordt de aanwending van oproepautomaten en fax gekoppeld aan de voorafgaande toestemming van de consument. De andere communicatietechnieken kunnen slechts gebruikt worden indien de verbruiker hiertegen kennelijk geen bezwaar heeft. De modaliteiten worden bij koninklijk besluit vastgelegd. 6. Andere wijzigingen - Verkopen aan de consument op salons, beurzen en tentoonstellingen : Het begrip "contante betaling" in artikel 86, 3° gaf aanleiding tot verschillende juridische interpretaties. Het wordt nu gedefinieerd als "een betaling, ter plaatse, van het totale bedrag". - Misleidende reclame (artikel 23) - invoering nieuw punt 14° : Als misleidende reclame wordt ook beschouwd, reclame die, buiten de gevallen van toegelaten gezamenlijk aanbod, betrekking heeft op een gratis aanbod van producten of diensten of enig ander voordeel, wanneer de vraag deze te verkrijgen niet gescheiden is van enige bestelbon van producten en diensten. Voortaan dient de verkoper te zorgen voor een afzonderlijk document om het geschenk te vragen, los van de bestelbon. - Onwettige verkoopspraktijken : Het verboden systeem van kettingverkopen , oorspronkelijk alleen voorzien voor producten, wordt uitgebreid naar de diensten . 12
- Wisselbrieven: Het gebruik van deze handelsdocumenten houdt een zeker gevaar in voor de consument. Hij verbindt zich, door zijn handtekening te plaatsen op de wisselbrief, definitief het aangeduide bedrag te betalen op de vervaldag. De betaling gebeurt echter niet noodzakelijk in de handen van de verkoper. De wisselbrief kan bijvoorbeeld bij een bank beland zijn. Bijgevolg is de consument verplicht het aangeduide bedrag te betalen op de vervaldag, ook al is de verkoper zijn contractuele verplichting niet nagekomen. Dit kan ook het geval zijn bij faling van de verkoper. Naar analogie met de wet op het consumentenkrediet en de wet op de exploitatie van de huwelijksbureaus wordt het verbod op het gebruik van wisselbrieven tot het geheel van de handelsrelaties tussen een verkoper en een consument uitgebreid. 7. Meer info? Voor alle verdere nuttige informatie kunt u terecht bij de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markten Dienst Handelsreglementering North Gate III Koning Albert II - laan 16 1000 Brussel Tel. 02/277.80.04 Fax. 02/277.52.59
13
16.12. Openingsuren,sluitingsdag, zondagsrust en nachtwinkels. 16.12.1.Openingsuren De wet op de avondsluiting schrijft volgende sluitingstijd voor: van 20 u. tot 5 u. van 21 u. tot 5 u. op vrijdagen en werkdagen die aan een wettelijke feestdag voorafgaan. Deze wet is niet van toepassing op: horeca-zaken benzinestations dagbladwinkels tabakswinkels begrafenisondernemingen; bloemenwinkels roomijsverkopers Opgelet: ook op deze wet zijn heel wat uitzonderingen mogelijk. Meer info via www.mineco.fgov.be 4 16.12.2 De wekelijkse rustdag Een wekelijkse rustdag is in principe verplicht Dit wil zeggen een ononderbroken periode van 24 uur. Afwijkingen zijn mogelijk (maximaal 15 maal per jaar); zij dienen aangevraagd te worden bij het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente. Een rustdag is een ononderbroken tijd van 24 uur. Hij begint om 5 uur of om 13 uur. Hij eindigt op hetzelfde tijdstip op de volgende dag. De dag zelf kan vrij gekozen worden. Maar je keuze kan pas ten vroegste 6 maanden later wijzigen. Indien de wekelijkse rustdag niet de zondag is, dan moet hij duidelijk vermeld worden op een bord in de handelszaak. 2
14
16.12.3. Zondagsrust Voor werknemers is arbeid op zondag in principe verboden. Toch zijn op deze regel verschillende uitzonderingen mogelijk: Familieleden die werken in een familiezaak Bepaalde sectoren. een voedingwinkel onder 5 werknemers, tuincentra meubelzaken… Handelszaken in badplaatsen en toeristische centra. De werkgever zelf mag op zondag werken. Het personeel kan niet verplicht worden op zondag te werken. 3 16.12.4.Nachtwinkels Een nachtwinkel mag slechts open zijn tussen 18 u. en 7 u. Het assortiment bestaat hoofdzakelijk uit voedingswaren (inbegrepen alcoholische dranken en tabak) en huishoudelijke artikelen. De verkoopruimte mag slechts een oppervlakte hebben van maximum 150 m². Er mag geen personeel tewerkgesteld worden. De vermelding “nachtwinkel” moet duidelijk aangebracht worden
15
16.12.5. Een kapsalon openhouden. Een handelszaak 7 dagen op 7 open houden, 24 op 24 uur, kan dus zo maar niet. De openingstijden zijn strikt gereglementeerd. Oefening Wanneer mag jij een kapsalon openhouden ? Openingsuren
Sluitingsdag
Zondagsrust
Meer informatie vindt jij op www.mineco.fgov.be 16
Wat is het doel van de wetgeving van 14 juli 1991 ? 1.
2.
Hoe moet jij de prijzen aanduiden in een kapsalon ?
Wat is koppelverkoop ?
17