Consumentenrecht en handelspraktijken: Informatie aan de consument Informatie ( Art. 10 WMPC ) Regel m.b.t. taal, etikettering, gebruiksaanwijzingen en garantiebewijzen = Art. 10 WMPC zegt dat de vereisten die dwingend zijn voorgeschreven m.b.t. etikettering, gebruiksaanwijzingen en garantie bewijzen moeten gebeuren in een voor de gemiddelde consument begrijpelijke taal. Historische achtergrond van regel in art. 10 WMPC: Voor totstandkoming van de WMPC was de regel veel strenger :”… in de taal van het taalgebied waar de goederen of diensten worden aangeboden”. Hof van justitie: Deze regel is een inperking van het vrije verkeer. Reden: Omdat goederen op de markt brengen in Vlaanderen bijkomende kosten met zich meebrengt. Er is ook niet voldaan aan de vereiste van de proportionaliteit -‐> Het volstaat dat het wordt opgenomen in een voor de consument begrijpelijke taal. Bijv: Yoghurt a la grecque in Vlaanderen -‐> Op het potje staat “ Maid in Spain”. Dit is niet de taal van het taalgebied, dus in strijd met WMPC! MAAR Europees HvJ: Vandaag is dit niet meer het geval, in strijd met vrij verkeer, want men gaat ervan uit dat de gemiddelde consument deze zin verstaat. -‐ Begrijpelijke taal impliceert ook dat er mag gebruik gemaakt worden van symbolen en pictogrammen op de goederen.
à Algemene informatieplicht ( Art. 4 WMPC ) -‐
Voorwerp van de informatie: Art. 4 vereist dat de onderneming de consument gaat informeren op duidelijke wijze over de belangrijkste kenmerken van het product en over de verkoopsvoorwaarden. Art. 4 bevat eigenlijk een precontractuele informatieverplichting = Nuttige informatie verstrekken voor de totstandkoming van het product. à Belangrijkste kenmerken van het product? = De onderneming mag uitgaan van de gemiddelde consument en mag vertrekken van een normaal gebruik van het product. Pas op: -‐ De consument moet niet eerst vragen voor informatie. De onderneming moet op zijn eigen initiatief de informatie verstrekken. Als de consument nog meer informatie vraagt moet de onderneming het geven. -‐ De onderneming mag dus uitgaan van een normaal gebruik van het goed tenzij de
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
104
consument gemeld heeft dat hij het goed bijzonder zal gebruiken. à Informatie over verkoopvoorwaarden = Contractsvoorwaarden = Algemene voorwaarden Er moet dus informatie verstrekt worden over het bestaan van de algemene voorwaarden. Maar de rechtspraak legt bijkomende verplichting ( Dit is een meerwaarde op het gemeen recht )op: Omstandigheden van het geval kunnen met zich meebrengen dat de onderneming uitleg moet geven over een beding in de contractsvoorwaarden. Hij moet dan de juridische draagwijdte van het beding uitleggen. + Twee voorbeelden i.v.m. “Omstandigheden van het geval”: VB1: Zie leer onrechtmatige bedingen. -‐ Koppel besteld een keuken en samen met verkoper beslissen om de keuken te leveren en te laten plaatsen 2 jaar later. Dag na ontstaan van de overeenkomt wil het koppel de overeenkomst verbreken. Als vergoeding moet ze een prijs betalen van 30% van de prijs van de keuken. -‐ Hof van beroep Gent: Deze vergoeding creëert een kennelijk onevenwicht tussen de partijen. Maar eigenlijk moet men niet kijken of het beding een kennelijk onevenwicht met zich meebrengt want het koppel had geen uitleg gekregen over de vergoeding in het verbrekingsbeding. Dit was nochtans vereist gezien de omstandigheden. Hierdoor beslist het Hof dat het beding geen deel uitmaakt van het contract. VB 2: Een persoon koopt een wagen. -‐ Uit de gesprekken tussen de consument en de verkoper blijkt duidelijk dat het essentieel is dat de consument financiering verkrijgt. De consument gaat naar de bank en de bank beslist dat hij geen krediet krijgt. De consument gaat terug naar de verkoper met het slechte nieuws. De verkoper toont dan het contract waarin staat dat het al dan niet verkrijgen van financiering geen opschortende voorwaarde is dus de consument is gebonden door het contract. Ook staat in het contract dat als de consument de verbintenis tot betaling niet nakomt hij een schadevergoeding moet betalen van 30% van de wagen. -‐ Rechtbank: In deze omstandigheden had de onderneming de cons. zijn aandacht moeten vestigen op het beding over de opschortende voorwaarde. Het miskennen van de precontractuele informatieverplichting is een fout die gaat aanleiding geven tot een schadevergoeding voor schade geleden door de consument. Aangezien die schade voor de consument bestaat in het betalen van de vergoeding van 30% zal de onderneming als sanctie ook die 30% moeten betalen. Beide heffen elkaar op. Dit is dus een andere uitspraak dan in voorbeeld 1. Ennio Di Rosa 2012-‐2013
105
* Art. 4 legt niet de verplichting op aan de onderneming om de consument informatie te verschaffen over de rechten en plichten van de consument die door de wet worden bepaald. ( Dit kan wel voortvloeien uit een ander artikel van de WMPC. ) -‐> Hof van beroep te Brussel: -‐ Een koppel boekt vliegtuigtickets. Vervolgens checken ze in en krijgen ze een vliegtuigticket waarop staat dat de bepalingen van het verdrag van Warschau van toepassing zijn. Dit verdrag stelt dat bij verlies van bagage de aansprakelijkheid van de vliegtuigmaatschappij beperkt zal worden tot een bepaald bedrag. Het koppel verliest hun bagage. Ze gebruiken als argument dat de beperking van de aansprakelijkheid aan hen niet kan worden tegengeworpen omdat niet voldaan is aan art. 4 WMPC. -‐ HvJ: Volgt dit argument niet want het gaat hier om aansprakelijkheidsbeperking die vervat ligt in een verdrag. Een verdrag is net als een wet en is dus verbindend en iedereen wordt geacht de wet te kennen. à Hongaarse zaak telecomwetgeving (nota’s)
-‐
Omvang van de informatieplicht: § De door de consument uitgedrukte behoefte informatie, kan dus meer zijn dan de “gemiddelde consument” = expliciet gevraagd door de cons.
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
106
§
-‐
-‐
-‐ -‐
Het door de consument medegedeelde of redelijk voorzienbare gebruik.
Tijdstip waarop informatie verstrekt moet worden: = Voorafgaand aan het sluiten van het contract. Er is geen specifieke sanctie! = Dus moet men terugvallen op het gemeenrecht. De meest nuttige sanctie zal hier Wijze waarop informatie verstrekt moet worden: Art. 4 schrijft dit niet voor dus het kan op om het even welke wijze -‐> Schriftelijk, elektronisch, mondeling ( hierbij wel opletten voor de bewijslast !!! ),… Schuldenaar van de informatie: De onderneming die met de consument contracteert. Sanctionering: Geen specifieke sanctie voorzien daarom toepassing van het gemeen recht: -‐ Schadevergoeding -‐ Bindende kracht
àVerhouding artikelen 4 en 10 WMPC -‐ -‐
Artikel 4 bepaalt welke informatie verstrekt moet worden. Artikel 10 bepaalt in welke taal bepaalde door artikel 4voorgeschreven informatie verstrekt moet worden.
Consumentenrecht: Prijsaanduiding en prijsverminderingen à Verplichting tot prijsaanduiding Toepassingsgebied: -‐
-‐
-‐
Enkel voor ondernemingen: NIET voor particulieren! bv: Particulier verkoopt zijn fiets op e-‐bay. Enkel in hun verhouding met consumenten, dus ter bescherming van consumenten: = NIET voor professionelen! Indien ten dele voor consumenten en ten dele voor professionelen dan zijn de regelen wel van toepassing. Je moet kijken naar hetgeen in werkelijk gebeurt, en niet naar wat er in het aanbod werd vermeld.
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
107
-‐ -‐ -‐
-‐
Goederen Diensten: Art. 5 WMPC geldt enkel voor homogene diensten! Art. 6 WMPC geldt voor alle diensten ( dus ook voor niet-‐homogene diensten )! Een bestek is bindend voor een onderneming. Dus achteraf mag men geen hogere factuur opsturen. Bestek kan op 2 manieren opgemaakt worden: * Schilder zegt dat living schilderen voor 2000 euro = zoveel. * Ofwel: verf kost 500 euro, en dan nog eens 35euro per uur, maar je weet natuurlijk niet hoveel uur de man zal schilderen Te koop aanbieden: -‐> Ook hanteren bij reclame: Art. 8 WMPC -‐> Van zodra reclame gewag maakt van een prijs moet dit via de voorwaarden van art. 5 en 6 WMPC. -‐> Art. 5 WMPC geldt niet bij openbare verkoop!
à Verplichting tot prijsaanduiding ( Art. 5 WMPC ) -‐
-‐
-‐ -‐
Schriftelijk: NIET te eng interpreteren!!!!! Of elektronisch Elektronische prijsaanduiding = Schriftelijke prijsaanduiding Ondubbelzinnig = Bij de gemiddelde consument mag geen twijfel bestaan omtrent de gevraagde/te betalen prijs. + Concretisering van de regelen bij K.B. : Bijv: 2 verschillende prijzen in de winkel voor 1 goed. Dit is een schending van art. 5. Welke prijs is het dan? De consument mag de laagste prijs nemen. Bijv: Verschil van prijs in de rekken en prijs aan de kassa. Dit is een schending van art. 6. Welke prijs is het dan? De consument moet de prijs aangeduid in de rekken betalen. Leesbaar en Goed zichtbaar Toepassingen in de rechtspraak • Reisbrochures: Vroeger hadden de meeste touroperators geen website. Je kon de prijs dus enkel terugvinden in de brochure. Maar in de brochure staat vaak een prijs voor 7 dagen, voor 10 dagen, voor 20 dagen en dan nog een prijs per dag. Kan je vragen aan de consument dat hij zelf de prijs moet berekenen? Hof van Beroep: Dit mag want het is voor de touroperator onmogelijk om
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
108
•
•
alles op te nemen in de brochure MAAR de brochure moet wel vermelden hoe je de prijs moet berekenen. Prijslijst op de toonbank en geen prijsaanduiding in de rekken: Dit is niet voldoende en is dus een inbreuk op art. 5. Reden: Als je de prijs ziet in de winkel kan je nog beslissen of je het al dan niet koopt voor je naar de kassa gaat. Als je de prijs pas ziet aan de kassa zal de iets minder mondige consument niet altijd durven zeggen dat hij het goed toch niet wil kopen. Lege dozen in de etalage: Moet je hier ook de prijs leesbaar en goed zichtbaar aanduiden? De rechtspraak zegt ja, indien de consument ervan kan uitgaan dat de doos vol is.
à Verplichting tot prijsaanduiding ( Art. 6 WMPC ) -‐
Totale prijs of totale tarief: In de prijs moeten volgende kosten worden opgenomen: • BTW • Taksen die via onderneming moeten betaald worden -‐> bv: Recupelbijdrage Dit moet je onderscheiden van taksen die je niet via de onderneming moet betalen -‐> bv: Bij de aankoop van een wagen moet je taksen aan de staat betalen. Deze moeten dus niet in de totale prijs worden opgenomen. • Kosten die verplicht moeten worden bijbetaald: Criterium: Kan de consument op één of andere manier de betaling van die kost vermijden. -‐ Toepassingen in de rechtspraak • Dossierkosten: Bijv: Je boekt een vakantie via de telefoon en tijdens die boeking worden dossierkosten aangerekend. Moet dit opgenomen worden in de totale prijs of moet je dit afzonderlijk factureren? Eerst moet er nagegaan worden of dezelfde reis nog op een andere manier kan geboekt worden zonder dossierkosten. Je kan boeken via de website zonder dossierkosten dus deze moeten niet worden opgenomen in de totale prijs. Ennio Di Rosa 2012-‐2013 109
•
Luchthaventaksen: Moet je deze opnemen in de totale prijs? Ja, want dit zijn kosten die je als reiziger niet kan vermijden.
•
•
•
Taksen ter plaatse betaalbaar: Dit zijn vertrektaksen = Een taks die je moet betalen voor je het land kan verlaten. -‐> Dit is o.a. het geval in Jordanië à Moet je dit opnemen in de totale prijs? = Normaal gezien wel MAAR er is een bijzonder K.B. die zegt dat vertrektaksen niet moeten worden opgenomen in de totale prijs. Het volstaat dat de reisorganisator vermeld dat er zo’n taks is en hoe groot die taks is. Reden van deze bepaling in bijzonder K.B. = Deze taksen wijzigen vaak. -‐> Bijv: Hoe meer toeristen hoe hoger de taksen. Extra kosten bagage bij Ryanair: Als je met Ryanair op reis gaat moet je extra kosten betalen voor bagage die geen handbagage is. Moet dit worden opgenomen in de totale prijs? Neen, want de consument heeft de keuze om al dan niet bagage op te nemen. Betalen met een krediet kaart via website Brussels Airlines kost € 7: Moet dit worden opgenomen in de totale prijs van de vlucht? Neen, want de consument kan ook via e-‐banking betalen zonder extra kost.
•
Taalkampen voor jongeren: Bv: Je reist met de bus naar Frankrijk en daar ga je Frans leren. Er is een prijs voor de lessen + de accommodatie en een afzonderlijke prijs voor het busvervoer en een afzonderlijke prijs voor het cursusmateriaal. = Moeten deze afzonderlijke prijzen w opgenomen in de totale prijs? -‐> Er zijn verschillende busprijzen omdat er 1 vertrekt uit Hasselt, 1 uit Kortrijk en 1 uit Brugge. Het kost meer om van Brugge naar Frankrijk te rijden dan van Kortrijk naar Frankrijk dus daarom zijn die afzonderlijke prijzen toegelaten. -‐> Het cursusmateriaal is hetzelfde als vorig jaar dus je moet niet het materiaal aankopen. Daarom moet ook deze prijs niet worden opgenomen in de totale prijs.
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
110