Consumentenrecht
|
Consumentenrecht
1
D ÉJÀ VU : HONDERDMAAL CONSUMENTENRECHT Het vorige katern was het honderdste in de reeks Ars Aequi katernen die in 1981 van start ging. Het thans voorliggende katern bevat de honderdste rubriek Consumentenrecht (in de eerste jaargang had het consumentenrecht slechts recht op plaatsing in drie in plaats van vier nummers). Om het – eerste – eeuwfeest te vieren, bevat dit katern louter berichten uit de oude doos. Het accent ligt op rechtspraak van lagere rechters en geschillencommissies.
2
D E FORD P INTO
(Katern 46, maart 1993) Iedereen kent het verhaal van de Ford Pinto. Aan het eind van de jaren zeventig hadden de opvolgers van Henry Ford een auto op de markt gebracht die een constructiefout had waardoor zelfs lichte aanrijdingen een fataal gevolg konden hebben. Civilisten kennen het verhaal, omdat het het leerstuk van de punitive damages illustreert. In de Grimshaw zaak kwam de Californische rechter tot de conclusie dat een slachtoffer recht had op vergoeding, bij wege van straf, van $ 125 miljoen. Weliswaar werd dit bedrag in appel teruggebracht tot enkele luttele miljoenen, maar de schrik zat er natuurlijk in. De Ford Pinto-affaire komt ook aan de orde in de inaugurele rede die H.G. van de Bunt op 12 juni jl. uitsprak bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit (H.G. van de Bunt, Organisatiecriminaliteit (inaugurele rede VU), Arnhem: Gouda Quint 1992). Van de Bunt ziet in het handelen van Ford een vorm van organisatiecriminaliteit. Niet door afschrikking met negatieve sancties, maar door verhoging van de sociale responsiviteit kan organisatiemisdaad worden beteugeld (p. 23).
DE
AMOUREUZE CONSUMENT
(Katern 46, maart 1993) Twintig partnervoorstellen in zes maanden – dat is zelfs een Duitse relatiezoeker te veel. Een contractsbeding dat inhoudt dat de klant binnen zes maanden aanspraak heeft op niet meer dan 20 relatievoorstellen en vervolgens slechts ‘passiv auf der Datenbank weiter gespeichert bleibt’ (daarmee vergaat je toch alle lust, zou men denken), brengt dan ook niet mee dat de relatiebemiddelaar na zes maanden het volle honorarium ad DM 4.959 (DM 247,95 per aanbod) in rekening mag brengen. Deze uitspraak van het LG Hamburg 16 oktober 1991 en nog 14 andere uitspraken over relatiebemiddeling zijn, met een inleiding van F. Hänsel, te vinden in Verbraucher und Recht 6/1992, p. 368-383.
|
Ewoud Hondius
3
P R I VA AT R E C H T
– R.F.H. Mertens, Appartementen, Deventer: Kluwer 2006. – J.H.M. van Erp en B. Akkermans, Towards a Unified system of Land Burdens?, Antwerpen/ Oxford: Intersentia 2006.
4
H UWELIJKSLEED ; GET THEM TO THE CHURCH IN TIME (Katern 49, december 1993) Ze was er zo vroeg bij. Op 22 december 1992 zou ze trouwen en al op 5 mei 1992 kocht ze een bruidsjapon. Helaas moest ze op 3 juni berichten dat het huwelijk niet doorging. Ze vroeg daarom aan de verkoopster van de japon, Irma la Douce BV, om de koop tegen betaling van een passende schadevergoeding ongedaan te maken. ‘Verkocht is verkocht’, repliceerde Irma en de kantonrechter met haar. Ook een beroep op onvoorziene omstandigheden in de zin van artikel 6:258 BW mocht eiseres niet baten. Deze omstandigheid komt krachtens de in het verkeer geldende opvattingen – zie artikel 49 BW oud – voor rekening van eiseres, aldus de rechter (Ktg. Zaandam 18 maart 1993, PRG 1993 nr 3891). Meer succes had Mrs Cole. Die had voor de bruiloft van haar zoon bij Advanced Automobiles twee Rolls Royces (Silver Spirit) en twee Mercedessen besteld om het gezelschap naar de kerk en vervolgens naar de receptie te vervoeren. Op de receptie zouden 250 gasten komen en de bruiloft zou £ 30.000 kosten. Helaas: in plaats van de bestelde auto’s meldde zich op de huwelijksdag ten huize van de bruid één niet schoongemaakte auto en deze kwam bovendien te laat. De party moest toen met taxi’s naar de kerk. De moeder van de bruid scheurde haar japon bij het instappen van de minitaxi en de bruid was van een en ander zo ontdaan dat ze tijdens de huwelijksceremonie flauw viel. Ter compensatie van de ‘humiliation’ en de geruïneerde huwelijksceremonie (‘a once-in-a-lifetime-event’) wees de Britse High Court £ 2.500 smartegeld en £ 430 voor de kosten van de taxi’s KATERN 101 5639
001 Privaatrecht.indd 5639
14-11-2006 18:21:06
Consumentenrecht
en de gescheurde japon toe (Cole v Rana, [1993] Current Law 114.)
5
‘U HEEFT RECHT OP EEN PRACHTIG GESCHENK FAMILIE R OOZEN’
wél moet doen? ‘Over het door de bank in de toekomst te voeren beleid kan de Commissie geen uitspraak doen, daar zij daartoe op grond van haar reglement niet bevoegd is’. (Geschillencommissie bankzaken 21 maart 1994, Uitsprakenblad december 1994, p. 53.)
(Katern 50, maart 1994) Bovenstaande woorden trof de familie Roozen aan in een verzameling reclamemateriaal. Uit deze verzameling trok de familie de conclusie dat zij recht op een Renault ter waarde van f 20.000 had. Hof den Bosch 18 mei 1993, TvC 1994, p. 45 deelde deze conclusie. Het betoog van de verzender dat het hier slechts om een sweepstake zou gaan, werd door het hof verworpen. Voorwaar een prachtig geschenk familie Roozen.
6
DE
HIPPOFIELE CONSUMENT
(Katern 52, september 1994) Iedere onder vigeur van het oude BW grootgebrachte jurist herinnert zich de serie koeien en paarden, die zich via de Hoge Raad wisten te vereeuwigen: verse koe, koe Antje I en II, kribbeslijper, Artist de Laboureur, enz. De afschaffing van de regeling van de verborgen gebreken heeft een einde gemaakt aan de noodzaak om zich hiermee bezig te houden. Voor het consumentenrecht resteert de vraag of een geleverd rijpaard voldoet aan de te stellen verwachtingen. Dat is duidelijk niet het geval als het binnen drie maanden naar de slacht moet. Volgens Ktg. Zaandam 7 april 1994, TvC 1994, p. 223 brengt de aankoop van een paard altijd risico’s met zich mee. Heeft de verkoper een garantie gegeven, dan is hij aansprakelijk voor de ontstane schade.
7
P INNEN
EN PRIVACY
(Katern 54, maart 1995) Schoenen kopen is zoals ieder weet geen eenvoudige zaak. Eindelijk was het mevrouw gelukt. Alleen nog even pinnen. Maar helaas: dat lukt niet. Onvoldoende saldo, zegt het pin-apparaat. ‘U hebt nog f 53,97 op uw rekening staan, mevrouw’, zegt de winkelier behulpzaam. Als mevrouw thuis dat laatste aan haar man vertelt, ontsteekt deze in toorn. Dus nu weet iedereen wat er op onze rekening staat, bijt hij zijn vrouw toe. Dat is in strijd met de privacywet! Dat vindt de Geschillencommissie bankzaken ook. Nu de bank het bestedingsbedrag aan een derde kenbaar maakt zonder dat zij haar rekeninghouders op voorhand hierover heeft ingelicht, is zij tot een immateriële schadevergoeding van f 250 gehouden. Wat de bank dan 5640
8
OVERDRAAGBAARHEID VAN SPAARZEGELS
(Katern 56, september 1995) Wie heeft er niet in de keukenla een reeks spaarkaarten liggen. Als ze vol zijn, geeft de bloemist je een ruiker kado of kun je een 21-delig theeservies bestellen (vergelijkbare winkelwaarde: de helft). Maar waar u vermoedelijk nog nooit over hebt nagedacht, is de vraag of deze spaarkaarten overdraagbaar zijn. R. Zwitser wel. In NJB 1995, p. 581-587 analyseert hij een drietal constructies die aan overdraagbaarheid ten grondslag kunnen worden gelegd: cessie, openbaar aanbod en – beste koop: – derdenbeding. Het merkwaardige is dat het geen studeerkamervraag blijkt. Op 20 mei 1994, rolnr 6797/89 veroordeelde de Rb. Rotterdam aardolieboer Mobil om Kerkhof f 17.000 te betalen, zijnde de tegenwaarde van 6.800 volgeplakte spaarkaarten. Vermoedelijk had Kerkhof de zegels niet allemaal zelf gespaard, want dan had hij 850.000 liter benzine moeten tanken. Ook elektronisch sparen kan problemen opleveren, van merkenrechtelijke en privacy aard, maar daarover meer in een volgend Katern. (R. Zwitser, Derdenbeding en de overdracht van spaarzegels, NJB 1995, p. 581-587.)
9
E EN
SCHADELIJKE MAALTIJD
(Katern 56, september 1995) Twee artsen gaan gezellig uit lunchen in een twee sterren restaurant te Kruiningen. Helaas blijkt op de kwaliteit van het eten – één oester wordt teruggestuurd – en de wijn – twee halve flesjes moeten worden geretourneerd – wel wat af te dingen. Niet op de prijs van de lunch à raison van f 721,25. Nadat zij dit bedrag op tafel hebben gelegd, wil het medisch tweetal het etablissement verlaten. Daar komt evenwel de uitbater op hen af en met enige goedgemikte slagen wordt een van het duo tegen de grond gemept. Een dubbelzijdig subduraal hematoom en doofheid aan één oor zijn het gevolg. De rechtbank wijst de vordering tot schadevergoeding van de arts toe. Hof en Hoge Raad tonen echter begrip voor het verweer van de restaurateur dat hij niet had begrepen dat het geld op tafel lag en komen onbegrijpelijk tot een afwijzing. Eigenrichting tegen de consument loont. (HR 31 maart 1995, NJ 1997, 592 (CJHB) inzake Taams/Boudeling).
KATERN 101
001 Privaatrecht.indd 5640
14-11-2006 18:21:07
Consumentenrecht
|
DE
BEDROGEN RESTAURATEUR
(Katern 56, september 1995)
12
TRAVELS
WITH MY
A UNT
(Katern 58, maart 1996) Het zou de droomreis van hun leven worden, maar het werd een nachtmerrie. Een 33-jarige vrouw en haar 21-jarige nicht boekten een vakantiereis naar Tunesië. Aldaar werden zij seksueel lastiggevallen door kelners van hun hotel. Hun vordering tegen de reisorganisator tot vergoeding van immateriële schade werd door de Britse rechter toegewezen: tante kreeg £ 2.200, nicht £ 900 (The Guardian 2 augustus 1995).
13
|
In het gerenommeerde familierestaurant van Boudeling vervoegen zich op 31 oktober 1984 voor het noenmaal twee gasten, die zich gedurende de daaropvolgende drieëneenhalf uur uitermate ergerlijk gedragen. Zo geven zij een volkomen goede oester terug. Ook twee wijnen vinden geen genade in de mond van de heren, één niet dan nadat deze vrijwel geheel is geconsumeerd. Als ze zo te zien zonder te betalen willen vertrekken, moet de restauranthouder hen er wel van weerhouden het restaurant te verlaten. Dat het handgemeen dat daarbij ontstaat schade toebrengt aan een van de twee bezoekers is vervelend maar niet aan de restauranthouder toe te rekenen. Terecht denken hof en HR daar net zo over. (HR 31 maart 1995, NJ 1997, 592 (CJHB) inzake Taams/Boudeling).
may be very different’ (p. 125). (Ruxley Electronics And Constructions Ltd. v Forsyth, [1995] 3 Weekly Law Reports 118).
P R I VA AT R E C H T
10
C&A ZET CONSUMENT IN ZIJN ( OVER -)
HEMD
11
E EN
NIEUWE
FORSYTH S AGA
(Katern 59, juni 1996)
(Katern 57, december 1995) Stephen Forsyth wilde altijd al een eigen zwembad hebben en toen hij er de middelen voor had gaf hij opdracht er voor £ 17.797 een aan te leggen in zijn tuin. Met als specificatie dat het zwembad een maximale diepte zou hebben van 2,25 meter. Abusievelijk kreeg het zwembad een maximale diepte van 1,80 meter. Helaas bleek de enige methode om het zwembad de vereiste diepte te geven volledige afbraak van het reeds gebouwde gevolgd door de bouw van een nieuw zwembad. Dat grapje zou maar liefst £ 21.560 gaan kosten en dat is precies wat Forsyth aan schadevergoeding van de aannemer vorderde. De rechter in eerste aanleg wees Forsyth’s vordering af: hij oordeelde dat 1,80 meter volkomen veilig was met het oog op duiken en dat de waarde van het zwembad niet minder was dan die van een dieper bad. Wel kende de rechter Forsyth als een soort quanti minoris een vergoeding van £ 2.500 toe. Het Court of Appeal wees de vordering van Forsyth volledig toe: contract is contract, oftwel ‘contract is contract’ zoals men in het Engels zegt. In het House of Lords verkeerde Forsyths overwinning in het tegendeel: de Lords gingen mee met de rechter in eerste aanleg. Zoals Lord Jauncey of Tullichettle (zo heet hij echt) het uitdrukte: ‘... if I contracted for the erection of a folly in my garden which shortly thereafter suffered a total collapse it would be irrelevant to the determination of my loss to argue that the erection of such a folly which contributed nothing to the value of my house was a crazy thing to do. (...) However where the contractual objective has been achieved to a substantial extent the position
De laatste TvC, 1996/2, bevat een uitspraak van het kantongerecht te Zwolle over een consument die f 1.000 immateriële schadevergoeding eist van een Zwolse kledingzaak. Aldaar had hij een overhemd gekocht – en afgerekend. Op dat laatste komt het op aan, want toen de consument de detectiepoort bij de winkeluitgang passeerde, ging het elektronisch alarm af. Aldus publiekelijk te kijk gezet, vorderde hij f 1.000 aan immateriële schadevergoeding. De kantonrechter wees de vordering toe, zij het tot een aanmerkelijk lager bedrag: f 125.
14
UNTERHEMDEN
(Katern 59, juni 1996) Behalve overhemden kunnen ook onderhemden tot irritatie leiden, vooral indien zij voor een tenue de ville moeten doorgaan. Uit een uitspraak van het AG Düsseldorf d.d. 19 september 1995, ReiseRecht aktuell 1996, p. 45, citeer ik: ‘Als erheblichen Mangel sieht das Gericht allerdings den von der Beklagten nicht bestrittenen Umstand an, daß sich in dem Hotel überwiegend sogenannte BilligTouristen aus Rußland, Polen, Ägypten und Israel aufhielten, welche sich insbesondere während der Mahlzeiten entsprechend verhielten. Wenn diese Gäste abends am Tisch in Unterhemden saßen und das Essen in sich hineinschlangen, dann wird dadurch das Ambiente, welches der Reisegast bei der Buchung in einem 5-Sterne-Hotel erwarten kann, ganz wesentlich gestört. Es kann nicht verkannt werden, daß dadurch der gesamte Erho-
KATERN 101 5641
001 Privaatrecht.indd 5641
14-11-2006 18:21:08
Consumentenrecht
lungswert einer Reise beeinträchtigt wird, was zur Folge hat, daß insoweit der Klägerin ein Minderungsanspruch zuzubilligen ist’.
15
R OOKGORDIJN
ROND ROOKVERBOD
breking onbruikbaar was. De toerist vertikte dit. Terecht, aldus LG Frankfurt am Main 7 november 1996, ReiseRecht aktuell 1997, p. 52: toeristen zijn geen dieren of zuigelingen, die nog niet in de gelegenheid zijn om aan hun persoonlijkheid uitdrukking te geven.
(Katern 60, september 1996) De Reclamecode voor Tabaksprodukten bevat strikte regels tegen tabaksreclame. Met de naleving daarvan is het echter niet zo best gesteld. Als het aan de Reclame Code Commissie ligt, blijft dat zo. Camel mag rustig doorgaan met reclame maken voor de jaarlijkse Camel Trophy prestatietocht. En wie mocht menen dat de man die na het kanoën een sigaret opsteekt in strijd komt met het verbod om verband te leggen tussen roken en sport, heeft het volgens de Reclame Code Commissie ook al mis. Immers ‘De foto biedt (...) geen aanknopingspunt voor klagers stelling dat de man de kano-sport beoefent aangezien een aan sportbeoefening inherent spel- en/of wedstrijd-element ontbreekt’. Dit valt te lezen in het overzicht ‘Reclame in vogelvlucht’ door E. Venekatte in TvC 1996, p. 179-190. Kortom: tijd voor een Europese richtlijn die orde op zaken stelt.
16
O PEL
MACHT
MUSIK
(Katern 61, december 1996) Een Opel is een auto om in te rijden. Niet een auto om muziek in te beluisteren. Althans niet als de muziekcassettes in het dashboardkastje worden gepropt. Dan sluit het kastje niet goed en kan er kortsluiting ontstaan. Dit valt te leren uit Rb. Zwolle 6 maart 1996, Praktijkgids 1996 nr. 4623. Deze uitspraak leert ons ook dat Opel zich niet op eigen schuld van de automobilist kan beroepen. De koper van een nieuwe auto hoeft er in beginsel geen rekening mee te houden dat bij niet goed sluiten van een dashboardkastje brand kan ontstaan. De exoneratie in Opels garantie(!)bepalingen doet daar al evenmin aan af, nu artikel 7:17 BW van dwingend recht is.
17 D OMINICAANSE
REPUBLIEK : TOERIS -
TEN MET HALSBAND
(Katern 63, juni 1997) Een bijzondere vorm van klantenbinding houdt men er in de Dominicaanse republiek op na. Een Duitse toerist beklaagde zich erover dat hij bij binnenkomst een groene plastic armband met de naam van het hotel kreeg uitgereikt. Hij diende deze als vol pension gast dag en nacht te dragen. De armband was zo geconstrueerd dat zij na ver5642
18
U IT
DE TREIN GEZET
(Katern 64, september 1997) Het incident deed zich voor op het traject Winsum-Groningen. Een treinreiziger blijkt niet in het bezit van een geldig vervoerbewijs en moet f 18 bijbetalen. Dat weigert hij, waarop de conductrice de trein laat stoppen en de reiziger de trein uitzet. De laatste 7 km moet hij lopen. Het is een van de geschillen waarvoor de Geschillencommissie Openbaar Vervoer een oplossing moest zien te vinden (in casu: f 100 schadevergoeding). Enkele andere gevallen voor deze geschillencommissie: de dienstleider laat een trein abusievelijk niet Schiphol aandoen, waardoor een zakenman zijn vlucht mist; bij aankomst van de laatste trein worden de deuren niet ontgrendeld, waardoor een vrouw door de schuifraampjes (knap!) de trein moet verlaten (in beide gevallen wordt schadevergoeding toegekend). Deze en vele andere voorbeelden van uitspraken van de 22 geschillencommissies zijn te vinden in het Jaarverslag 1996 van de Stichting Geschillencommissies Consumentenklachten (Surinamestraat 24, 2585 GJ Den Haag).
19
S EUIL DE TOLÉRANCE LARGEMENT DÉPASSÉE (Katern 65, december 1997) Hulp aan mensen in nood, slecht weer, ongeoorloofd gebruik van de noodrem... de Franse spoorwegen riepen alle verweren in die ook in ons land bekend zijn. Maar dat verklaarde nog niet dat in de maand november 1993 op het traject Rambouillet-Paris Montparnasse bijna een kwart van alle treinen te laat was of in het geheel niet reed. De spoorwegen zullen er niet blij mee zijn geweest dat eiseressen de hand hadden weten te leggen op een interne notitie. Daarin werd gesteld dat ‘la plus grande partie des retards est générée par des fautes ou des négligences de notre personnel’, met als conclusie: ‘Il ne faut pas s’étonner que le seuil de tolérance de notre clientèle à l’égard de nos insuffisances soit largement dépassé’. Dat vond ook het Cour d’appel Paris, dat bij arrest van 4 oktober 1996, JCP 1997, II, 22811 de Franse spoorwegen veroordeelde tot betaling van schadevergoeding aan een reizigersorganisatie. In hun noot vermel-
KATERN 101
001 Privaatrecht.indd 5642
14-11-2006 18:21:08
Internationaal privaatrecht
|
20
B AGAGE
AAN BOORD
(Katern 77, december 2000)
Internationaal privaatrecht K. Boele-Woelki
E UROPESE
REGELGEVING
Vervanging van de Brussel IIbis Verordening De antwoorden op het in maart 2005 gepubliceerde Groenboek inzake het toepasselijke recht en de rechterlijke bevoegdheid in echtscheidingszaken (zie Katern 95) hebben ruim een jaar later geleid tot het Voorstel voor een Verordening inzake wijziging van de Brussel IIbis Verordening aangaande de bevoegdheid in huwelijkszaken en de invoering van conflictregels op dit terrein (17.7.2006, COM (2006) 399 def ). De inwerkingtreding is voorzien voor 1 maart 2008. Het voorstel, dat de in 2001 inwerking getreden Brussel II Verordening voor de tweede keer zal wijzigen, stelt de partijautonomie van echtgenoten voorop. Voortaan zullen zij niet alleen de bevoegde rechter mogen aanwijzen (forumkeuze) maar ook het toe te passen recht (rechtskeuze). Het laatste is voor de Nederlandse rechtsbeoefenaar niet nieuw. Aan de rechtskeuzemogelijkheden die de WCEchtscheiding ter beschikking stelt (recht van de gemeenschappelijke nationaliteit en lex fori) zal echter worden toegevoegd het recht van de laatste gewo-
|
Een van de genoegens van een vliegreis bestaat voor de meeste luchtreizigers in de grote kans dat de bagage in hetzelfde vliegtuig meereist. Degenen die hun koffer niet bij aankomst terugkrijgen, zijn doorgaans minder tevreden. In het bijzonder als daar hun avondtoilet in is opgeborgen voor het bijwonen van een operavoorstelling. Een Utrechtse touroperator had er zo genoeg van dat zijn operareizigers in reiskleding naar de opera moesten, dat hij aan de KLM een garantie vroeg dat koffers tijdig op de plaats van bestemming arriveren. KLM erkende het probleem: in mei en juni 2000 raakten op 175 duizend KLM passagiers vier duizend koffers zoek. Op grond van de vervoerovereenkomst veroordeelde de president van de Rb. Amsterdam op 1 augustus jl. tot gelijktijdig vervoer, op straffe van een dwangsom van vijf duizend gulden per koffer. De KLM heeft beroep aangetekend. (De Volkskrant 2 augustus 2000).
ne verblijfplaats voorzover één van de echtgenoten daar nog verblijft alsmede het recht van het land waar de echtgenoten tenminste vijf jaar hun gewone verblijfplaats hebben gehad. Voor het geval de echtgenoten niet schriftelijk het toepasselijke recht hebben aangewezen – het schriftelijkheidsvereiste geldt trouwens ook voor de forumkeuze – wordt in de vorm van aan aanknopingsladder voorgesteld het recht toe te passen van de (1) gemeenschappelijke gewone verblijfplaats van de echtgenoten; (2) laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats voorzover een van de echtgenoten daar nog verblijft; (3) gemeenschappelijke nationaliteit of (4) de lex fori. Met name de objectieve aanknoping, die tot toepassing van een ander recht dan de lex fori kan leiden, levert problemen op voor het Verenigd Koninkrijk waar altijd het recht van de aangezochte rechter op een echtscheiding wordt toegepast. Deze lidstaat heeft reeds aangekondigd geen opt-in verklaring voor de geplande Verordening, die Brussel IIbis zal vervangen, af te geven. Het uniforme Europese IPR-regime begint op deze wijze langzamerhand af te brokkelen. Denemarken bleef al buiten de deur, in de verhouding tot het Verenigd Koninkrijk blijft de Brussel IIbis Verordening gelden en tussen de overige lidstaten komt de Brussel IIbis vervangende Verordening daarvoor in de plaats. Dat is bepaald geen situatie om verlangend naar uit te zien. Overigens zal de blokkade van verdere uniformering van het IPR door het Verenigd Koninkrijk waarschijnlijk ook de Rome I Verordening (zie Katern 98) betreffen (de Commissie juridische zaken van het Europese Parlement heeft inmiddels een ‘verzoeningspoging’ in de vorm van een nieuw ontwerp opgesteld, zie Draft Report van 22.8.2006, C6-0441/2005 – 2005/0261 (COD)), alsmede de geplande Verordening inzake onderhoudsverplichtingen (zie Katern 98). Ten slotte dient melding te worden gemaakt van een interessante ontwikkeling. Op instigatie van de Conferentie van commissies voor communautaire en Europese aangelegenheden van de parlementen van de Europese Unie (www.cosac.eu) heeft een aantal nationale parlementen getoetst of het voorstel voor een EG-Verordening over de bevoegde rechter en het toepasselijk recht in echtscheidingszaken voldoet aan de subsidiariteits- en proportionaliteitsvereisten die het EG-Verdrag stelt. Het advies van de Nederlandse Staten-Generaal (www.eerstekamer.nl, mededeling van 26.9.2006) voorbereid door de Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets bevat een negatief oordeel. Hooguit 0,074% van de totale EU-bevolking zou jaarlijks te maken kunnen krijgen met de problematiek die de Commissie in haar toelichting bij het Voorstel schetst. Verder zou niet zijn gebleken dat dit ook daadwerkelijk gebeurt en evenmin dat hierdoor
P R I VA AT R E C H T
den G. Paisant en Ph. Brun diverse andere gelijksoortige uitspraken.
KATERN 101 5643
001 Privaatrecht.indd 5643
14-11-2006 18:21:09