Prof. mr E.H. Hondius
Kroniek van het consumentenrecht
eze kroniek beslaat ontwikkelingen op het gebied van het consumentenrecht in de periode van l januari 1998 tot l januari 1999. De vorige kroniek van het consumentenrecht in dit blad dateert van maart 1998.' Net als in voorgaande jaren zal ik voor mijn verslag putten uit de periodieke uitgaven Ars Aequi Katern, Consumer Law Journal,2 Consumer Voice,3 Droit de la Consommation/Consumentenrecht (DCCR), Jaarboek Consumentenrecht, Jahrbuch des Schweizerischen Konsumentenrechts, Journal of Consumer Policy, Revue européenne de droit de la consommation, ReiseRecht aktuell, Sociaal Recht, Tijdschrift voor Consumentenrecht (TvC) en Verbraucher und Recht
HET CONSUMENTENRECHT
In het jaar 1998 stond het bestaansrecht van het consumentenrecht ter discussie: heeft het (nog langer) zin het consumentenrecht als een afzonderlijk rechtsgebied te onderscheiden (nr I)? Het antwoord op deze vraag heeft gevolgen voor de ordening van regelgeving: moet het consumentenrecht worden geïntegreerd in wetboeken van bestuursrecht, burgerlijk recht, procesrecht en strafrecht - of verdient codificatie in een afzonderlijke Wet op de consumenHEEFT, tenbescherming de voorkeur? Deze vraag speelt
°ndanks tanende belangstelling ervoor, wel
niet slechts op nationaal
de hand van een in hoofdzaak privaatrechtelijke benadering. Achtereenvolgens komen aan de orde: productaansprakelijkheid en -veiligheid (nr 4), koop en garantie en algemene voorwaarden (nr 5), reisovereenkomst en vervoer (nr 6), krediet, bank en verzekering (nr 7, reclame en andere handelspraktijken (nr 8), telematica (nr 9), geschillen (nr 10) en grensoverschrijdende conflicten (nr l l ). Afgesloten wordt met een vooruitblik op het volgende millennium (nr 12). In deze kroniek wordt, mede omdat er op deze gebieden vanuit het consumentenperspectief geen spectaculaire ontwikkelingen te melden zijn, niet ingegaan op een aantal bijzondere overeenkomsten zoals lastgeving, opdracht en aanneming van werk. Dat geldt ook voor discriminatie, milieu en privacy. Evenmin zal ik aandacht besteden aan de ontwikkelingen op het gebied van het patiëntenrecht. Anders dan in de meeste andere kronieken worden in deze kroniek ook lagere rechtspraak en uitspraken van geschillencommissies vermeld. Consumentenrecht komt bij ons hoogste rechtscollege verhoudingsgewijs niet zo vaak aan de orde. Deze kroniek beperkt zich in hoofdzaak tot ontwikkelingen in de Europese Unie - ontwikkelingen elders, daargelaten een enkele uitzondering, blijven buiten beschouwing.
niveau, maar ook in de Europese context (nr 2).
, e
gelijk bestaansrecht, mits gewerkt wordt aan
Niet alleen stelt zich de vraag of het consumentenrecht een toekomst heeft,
nieuwe paradigmata. Vooral de verhouding
belangrijker is wellicht de vraag of het reeds op een verleden kan bogen (nr 3).
tUSSen consumentenrecht en
Mededingingsrecht verdient nadere studie. En y
ter zorgt de IT-revolutie voor legio nieuwe
problemen.
12
maart 1999 afl. 10
I. CONSUMENTENRECHT BLIJFT, OOK IN DE VOLGENDE EEUW
Alvorens nader op de inhoud van het consumentenrecht in te gaan, zal ik eerst aandacht besteden aan enkele publikaties over consumentenrecht (éven-
To be or not to be. Bestaat er behoefte aan een consumentenrecht? Het is een kernvraag bij de ontwikkeling van ieder nieuw rechtsgebied, zeker de eerste tweeduizend jaar. Ook het consumentenrecht ontkomt er niet aan dat deze vraag regelmatig wordt opgeworpen. In het verslagjaar waren het de beoefenaren van het consumentenrecht zelf,
eens nr 3). Vervolgens zal ik enige Europese en nationale ontwikkelingen beschrijven. Ik doe dat aan
E.H. Hondius is hoogleraar burgerlijk recht aan de Universiteit Utrecht en medewerker van dit blad.
463
die zich afvroegen of het wel zin heeft om hier het komende millennium mee door te gaan. De positieve beantwoording van deze vraag neemt niet weg dat de paradigmata van het consumentenrecht opnieuw moeten worden doordacht.
Moet het consumentenrecht blijven bestaan? Moet het consumentenrecht blijven bestaan? Er zijn contra-indicaties. Van de twee grote consumentenorganisaties van voorheen legde Konsumenten Kontakt ('de Consumentenbond voor de gewone man m/v') enkele jaren terug het loodje en doet de Consumentenbond het in economische zin evenmin goed. Het Ministerie van Economische Zaken stootte het consumentenwerk goeddeels af. De advocatuur heeft haar belangstelling voor de consumentenbescherming verloren. De losbladige Consumentenrecht/Handleiding voor de praktijk verdween van de markt. Toch moet met consumentenrecht worden doorgegaan, was de unanieme overtuiging van advocatuur, bedrijfsleven, consumentenbeweging, overheid en wetenschap op een symposium dat het Molengraaff Instituut op 6 maart 1998 te Utrecht belegde.4 Wel moet volgens R. Van den Bergh worden gewerkt aan nieuwe paradigmata.
Nieuwe paradigmata Aanzetten voor de ontwikkeling van nieuwe paradigmata voor het consumentenrecht, in min of meer dezelfde richting, zijn te vinden in drie geschriften waarin de dogmatische grondslagen van het consumentenrecht aan de orde komen. Het zijn het Habilitationsschrift van Drexl,5 de Leuvense dissertatie van Straetmans6 en een tijdschriftartikel van Hadfield, Howse en Trebilcock.7 Drexl besteedt allereerst aandacht aan de historische ontwikkeling van de consumentenbescherming in Duitsland. Daarbij onderscheidt hij de klassieke leer waarbij de consument enkel goed moet worden geïnformeerd en de theorie van een sociaal alternatief. Hij wijst op drie nieuwe ontwikkelingen: de Europeanisering, de ecologisering en de ontwikkeling van een risicoloze maatschappij. Op Europees niveau brengt
Merkwaardig genoeg lijkt de introductie van de nieuwe Mededingingswet in 1998 in
het subsidiariteitsbeginsel een afzwakking van het consumentenbeleid mee. Voorts zijn consumentenbelangen zo diffuus, dat één gemeenschappelijke benadering niet juist is (p. 86-88). In het tweede deel van zijn boek verdedigt de auteur een belangrijke plaats voor het mededingingsrecht om de consument een goede positie te waarborgen (p. 212-215). In het derde deel besteedt Drexl aandacht aan de plaats van de consument in de Grondwet. Een belangrijke plaats is hier ingeruimd voor de bekende rechtspraak van het Bundesverfassungsgericht over borgtstellingen van familieleden - de bezwaarde verwanten (p. 279-280). Het vierde en langste deel van zijn studie mondt uit in een eigen theorie van de consumentenbescherming: het criterium van de 'wirtschaftliche Selbstbestimmung' (p. 630-634). Straetmans komt voor een belangrijk deel tot dezelfde conclusies als Drexl. Hij benadrukt het recht van vrije keuze van de consument op de markt, in tegenstelling tot de visie waarbij vanuit het zwaktepostulaat de consument los van de markt in bescherming wordt genomen (p. 196). Hadfield c.s. - het wordt eentonig - denken al niet anders: 'In our view, by attending to the information basis of consumer problems and the information costs and impacts of varying approaches to addressing these problems, consumer protection policy can best respond to the demands of a world of increasingly diverse consumer choice and increasingly complex market structures'.8
Consument en mededinging Drexl en Straetmans besteden beiden aandacht aan de vraag in welke mate de consument van het mededingingsrecht profiteert. Merkwaardig genoeg lijkt de introductie van de nieuwe Mededingingswet in 1998 in ons land aan de aandacht van de consumentenorganisaties te zijn ontsnapt. Als de Nationale Mededingingsautoriteit niet bepaald om werk verlegen zit, is dat niet te danken aan een actief beleid van Consumentenbond en andere organisaties, dit terwijl de mogelijkheden toch ruimschoots aanwezig zijn.9
Wie is consument? Zolang er specifieke regels voor consumententransacties zullen zijn, zal de vraag zich aandienen wie zich daar wel en wie niet op kunnen beroepen. In het verslagjaar besteedde Faber aandacht aan het begrip 'consument' in onder meer verschillende Europese richtlijnen. Op wie rust bijv. de bewijslast dat de transactie onder een richtlijn valt? 'Dies hängt davon ab, ob das jeweilige Regelungssystem den Verbraucherstatus als Grundsatz oder Ausnahme formuliert', concludeert de schrijver.10
ons land aan de aandacht van 2. CODES EN CODES
de consumentenorganisaties te zijn ontsnapt. 464
Twee codes. Allereerst duidt 'code' een wetboek aan. Wij kennen de Code civil, de
Code pénal en sinds kort ook de Code de la consommation. Verdient het aanbeveling het consumentenrecht in een code te codificeren? Daar wordt verschillend over gedacht, op nationaal en Europees niveau. Maar het woord 'code' heeft nog een tweede betekenis: de erecode of gedragscode, waarop ondernemers zich vastleggen. Dit in consumentibus populaire ordeningsmechanisme blijkt aan enige erosie onderhevig. Dat neemt niet weg dat sinds kort ook het millenniumprobleem met een code te lijf wordt gegaan.
Naar één wet op de consumentenbescherming Op 30 juli 1998 is in Italië een Algemene wet op de bescherming van de rechten van consumenten en consumentenorganisaties tot stand gekomen.' ' Na een opsomming van de rechten van de consument (art. l ) en een omschrijving van consument en consumentenorganisatie (art. 2) kent artikel 3 van deze wet aan consumentenorganisaties een actiebevoegdheid toe. Artikel 4 stelt een Nationale consumentenraad in en artikel 5 bepaalt aan welke criteria een consumentenorganisatie dient te voldoen teneinde van de artikel 3 en 4 gebruik te kunnen maken. Italië staat met deze wet in Europa niet alleen. Ook andere lidstaten hebben wel dergelijke wetgeving. Dat geldt onder andere voor Finland, Frankrijk en Spanje, terwijl ook voor België een Wetboek van het consumentenrecht is ontworpen. 's het wel verstandig om consumentenrecht in één wet(boek) samen te binden? Een voordeel hiervan is dat de toegankelijkheid van deze regels groter zal zijn, dat het consumentenrecht gemakkelijker is te vinden. Maar er zijn ook tegenargumenten. Zo het) ik zelf veeleer opname van het (privaatrechtelijk) consumentenrecht in het Burgerlijk Wetboek, zoals in Nederland het geval is. verdedigd. Een voordeel daarvan is dat bescherming van de zwakke partij niet langer uitzondering, maar regel is.
Naar een Europese wet op de consumentenbescherming Dezelfde discussie speelt ook op Europees niveau. Moet er een Europees wetboek va consumentenrecht komen? Ja, is het antwoord van Jean Calais-Auloy in zijn slotbeschouwing op een congres dat in 1997 m Lille aan dit thema was gewijd. De congi"65' bijdragen zijn in 1998 in boekvorm gepub1'' ceerd onder redactie van F. Osman.' Eerder dat jaar vond te Brussel een congres ^ plaats waar de gedachten hierover meer een liepen: vóór een codificatie van Europees consumentenrecht pleit Ulrich Dr° nig,15 tégen uw kroniekschrijver,16 onder meer met het argument dat indien de co sumentenbescherming in een burgerlijk boek wordt opgenomen, de bescherming van de zwakke partij daarmee tot drage beginsel van zo'n wetboek wordt.
NJB 12 maart 1999
ΙΟ
Exit Codes of practice? Olt
werden zij voor een wondermiddel gehouden: de codes of practice waarin Britse ondernemers zich via hun organisaties - en met medewerking van de Britse autoriteiten ~ vastlegden op hun gedrag tegenover consumenten. Maar sinds kort lijken de Britten h| erin teleurgesteld. Voorgesteld is al om een harde kern van bepalingen op te stellen e iedere code zou dienen te bevatten. eze kern zou moeten worden vastgesteld door een onafhankelijk orgaan. Ondernemers die de nieuwe code onderschrijven, z °uden het uitsluitend recht moeten krijgen Zlc h door middel van een logo van hun minder consumentvriendelijke collegae te 18 onderscheiden.
Een code voor het millennium? at
de code als regelingsinstrument nog niet geheel verdwenen is, blijkt uit de Britse aanPak van het millenniumprobleem. 'We the undersigned are committed to continuity of business and to resolving Year 2000 problems. We therefore make this public P'edge', zo begint de Pledge 2000, die ondernemers momenteel internationaal onderschrijven in de strijd tegen het millenniumprobleem. Begin februari 1999 wordt een dergelijk initiatief ook in Nederland gestart. Dat is verrassend, want in de Nederlandse samenleving zijn dergelijke initiatieven niet dlk gezaaid. Het is dan ook nog de vraag of Nederlandse ondernemers er warm voor Zul| en lopen.
3
· CONSUMENTENRECHT BESCHREVEN et consumentenrecht mocht zich ook in 8 verheugen in een gezonde belangstelg van de doctrine. Buiten de reeds verm elde studies van Drexl en Straetmans valt vvijzen op een tweetal verzamelwerken en °P een reeks nationale publikaties.
Jaarboek en Law Group an de verzamelwerken noem ik het Jaarconsumentenrecht 1998. Het Jaarboek kronieken van de ontwikkelingen in ^ c°nsumentenrecht in 1997 en excerpten an ein dscripties. De kronieken betreffen c nsurne ° ntenrecht algemeen, Europees cons ^mentenrecht, algemene voorwaarden, °P van onroerende zaken en timeshare, 0 Ρ van roerende zaken, productenaans ^ gelijkheid, Warenwet en productveilig' ' °Pdracht, patiënt en recht, geneesmide enrec ht, reisovereenkomst, krediet en Sc , ulds anering, bankovereenkomst, verzekerj ^ g- consument en elektronische snelweg, eed e'Spral
PiramidesPel· De 'i voor het merendeel medewer-
NJB 12
maart 1999 afl. 10
kers en oud-medewerkers van de Universiteiten Maastricht en Utrecht.19 Een tweede algemene publikatie is de bundel adviezen van de European Consumer Law Group over de periode 1986-1997, welke is verschenen bij het Centre de Droit de la Consommation}0
CONSUMENTENRECHT
Nationale publikaties Ook uit het buitenland noem ik enige publikaties. In België verscheen een vervolgstudie op de voorstellen van de Studiecommissie tot hervorming van het consumentenrecht.21 Over Chinees consumentenrecht kwam een studie van Meunier-Bihl tot stand.22 In Duitsland zagen publikaties over chartervluchten,23 credit cards,24 koop25 en schuldsanering26 het licht. In Frankrijk verscheen vorig jaar een historische studie naar de bescherming van de chaland - een ouderwets woord voor 'klant' - in het Toulouse van de 17e en 18e eeuw. Het is een van de weinige historische onderzoeken op het gebied van het consumentenrecht. Dat is logisch, want de meeste schrijvers stellen dat het consumentenrecht een uitvinding is van de 20e eeuw. Dat er ook veel eerder van een consumentenbescherming avant la lettre sprake was, blijkt uit deze studie.27 In Nederland verscheen behalve het Jaarboek een aantal publikaties op deelgebieden van het consumentenrecht: zo over borgtocht,28 productveiligheid29 en schuldsanering.30 Behalve de Amsterdamse dissertatie van Vroom-Cramer waren er ook Utrechtse proefschriften van Jacobs31 en Loos,32 welke nog in de vorige Kroniek konden worden genoemd. Over het consumentenrecht in Centraal en Oost-Europa handelt een studie van het Centre de Droit de la Consommation}3 In Oostenrijk verschenen twee handboeken over consumentenrecht. Het boek van Jesser, Kiendl en Schwarzenegger34 bestaat uit hoofdstukken over het Konsumentenschutzgesetz, het Maklergesetz, het Bauträgervertragsgesetz en het Teilnutzungsgesetz. Naast een commentaar op deze wetgeving bevat het boek ook de desbetreffende wetsteksten. Daarnaast is er een boek van Kosesnik, Lehofer en Mayer.35
4. PRODUCTENAANSPRAKELIJKHEID EN -VEILIGHEID Eindelijk heeft ook Frankrijk de richtlijn productenaansprakelijkheid geïmplementeerd. Daaraan voorafgaande had de rechtspraak al op de richtlijn geanticipeerd. Ook in Nederland heeft de richtlijn invloed buiten het eigenlijke werkingssfeer. Over mogelijke uitbreiding van de werkingssfeer bestaat op Europees niveau nog geen overeenstemming. Waar wel overeenstemming over bestaat, is dat de Exota-affaire thans eindelijk is beëindigd. Wat nog niet is beëindigd, is het Spaanse olijfolieschandaal. Maar daar werd ten minste wel een belangrijke uit-
Prof. mr E.H. Honilius
spraak over gedaan. Terwijl de productenaansprakelijkheid steeds aller aandacht trekt, is dat met de in feite veel belangrijker productveiligheid niet het geval. Onbekend maakt onbemind, maar wellicht zal de dissertatie van Vroom-Cramer hier verandering in brengen.
Enfin: la responsabilité du fait des produits Bij wet van 19 mei 199836 heeft ook Frankrijk als laatste lidstaat van de Europese Unie de richtlijn productenaansprakelijkheid geïmplementeerd. Jarenlang was Frankrijk het enige land dat dwars lag. Dat had te maken met de affaire van het met HIV geïnfecteerde bloed. De indertijd betrokken bewindslieden, Laurent Fabius, Edmond Hervé en Georgina Dufoix, zijn vorig jaar voorgeleid aan het Cour de justice de la République.37
Productenaansprakelijkheid: richtlijnconforme uitleg Nauwelijks drie weken voor de afkondiging van de Franse wet tot implementatie van de richtlijn productenaansprakelijkheid heeft de Cour de cassation een belangrijk arrest over dit leerstuk gewezen. In het licht van de richtlijn legde het cassatiehof de Code civil zo uit, dat 'tout producteur est responsable des dommages causés par un défaut de son produit, tant à l'égard des victimes immédiates que des victimes par ricochet, sans qu'il y ait lieu de distinguer selon qu'elles ont la qualité de parties contractantes ou de tiers'.38 Wat in deze woorden besloten ligt, valt na te lezen bij G. Viney.39 Toch werpt het arrest ook bij Viney vragen op. Ook in Nederland wordt de wet richtlijnconform uitgelegd, voor zaken waarop de richtlijn - via het Nederlandse BW - nog niet van toepassing is. Op die grond wordt degeen die een navulcapsule in het verkeer heeft gebracht, als producent aangemerkt."10
465
Ooit werden zij voor een wondermiddel gehouden: de codes of practice waarin Britse ondernemers zich via hun organisaties - en met medewerking van de Britse autoriteiten - vastlegden op hun gedrag tegenover consumenten. Maar sinds kort lijken de Britten hierin teleurgesteld.
Productenaansprakelijkheid: de toekomst van de richtlijn Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de productenaansprakelijkheid worden in kaart gebracht in TvC 1998, p. 303-321. N. Frenk belicht de voorgenomen wijziging van de Europese richtlijn productenaansprakelijkheid.41 F.W. Grosheide bespreekt de aansprakelijkheid voor informatieproducten)42 en A.J.C. Zwinkels brengt verslag uit van de ervaringen van de Consumentenbond met rechterlijke acties: Oostenrijkse witte wijn, Guhl haarshampoo, Felix kattenvoer, het Dalkon schildje, de defecte hartkleppen, borstimplantaten en eetlustremmende pillen.43
Exit Exota Met productenaansprakelijkheid had het al lang niet meer te maken, maar dat was ooit wel de aanleiding.44 In een televisie-uitzending van 18 januari 1971 liet de toenmalige VARA-ombudsman Marcel van Dam zien hoe gemakkelijk een flesje Exota-limonade kon ontploffen. Het ging om een trucage, die wel als gevolg had dat Exota op de fles ging. In 1996 veroordeelde het Hof Amsterdam de VARA tot vergoeding van een bedrag van ca f 7,7 miljoen. Maar aan wie moest de VARA dat bedrag vergoeden: aan de bezitters van de fabriek of aan wijlen J.K. Leutscher, die de vordering voor f l had gekocht? Op 26 juni 1998, ruim 27 jaar na dato, wees de Hoge Raad de vordering van Leutscher af. Exit de Exota-affaire.45
Olijfolieschandaal: eindelijk gerechtigheid In 1981 werd Spanje getroffen door het schandaal van de gecontamineerde olijfolie ('colza'). Ruim 20 000 personen liepen min of meer ernstig letsel op, in 335 gevallen met dodelijke afloop. Het schandaal stond
466
aan de wieg van de Ley genera/ para la defense de los consumidories γ usuarios. Het leidde in 1984 tot een strafprocedure tegen de veroorzakers, die in 1992 ook voor het Spaanse hooggerechtshof is gekomen. De strafvervolging resulteerde in gevangenisstraffen variërend van 4 tot 30 jaar. Voorts was er een civiele vordering tot schadevergoeding gericht tegen de ambtenaren die voor het schandaal verantwoordelijk worden geacht. Ook deze procedure heeft in een veroordeling geresulteerd. Opmerkelijk aan deze uitspraak is dat zij niet slechts geldt voor procespartijen, maar tevens voor 2 000 slachtoffers die niet hebben geprocedeerd. Het Tribunal supremo baseert dit op artikel 20 van de Ley genera/, dat aan consumentenorganisaties de bevoegdheid geeft om 'los intereses generales de los consumidores y usuarios' te behartigen.46
Productinformatie over levensmiddelen: een kluwen van recht Op welke wijze dient een fabrikant zijn levensmiddelen te etiketteren? Daarover bestaat een groot aantal voorschriften. Regels, die de auteur van een recent Amsterdams proefschrift toetst aan de grondrechten en het EG-recht, waarna zij ingaat op het overheidsbeleid, op richtlijn 79/1 12/EEG, op het aspect van de gezondheid en op dat van de kwaliteit (wat mag worden aangeduid als 'biologisch'). Schrijfster concludeert dat diverse voorschriften in strijd komen met het EVRM-grondrecht van uitingsvrijheid. Haar slotconclusie luidt: '[Het levensmiddelenrecht] zal dan ook altijd wel een kluwen blijven van EG- en nationaal recht, horizontale en verticale regelgeving'.47
5. KOOP, GARANTIES EN ALGEMENE VOORWAARDEN De koop is en blijft de meest karakteristieke consumententransactie. Daarom is het van groot gewicht dat deze overeenkomst mogelijk op Europees niveau wordt geharmoniseerd. De meest voorkomende complicatie is bij koop de non-conformiteit. Uit de rijke jurisprudentie zijn het vermelden waard de koop van een non-conforme hond en de onderbreking van electrische stroom die leidde tot de non-conformiteit van enige karpers. Ten slotte is er ook over algemene voorwaarden weer het een en ander te melden. In 1997 wees de Hoge Raad een arrest over het begrip 'kernbeding'. Daarin wordt dit begrip richtlijnconform uitgelegd. In 1998 werd het vervolgarrest gewezen. Nederland is binnenkort wellicht het enige Europese land dat nog geen uitvoering heeft gegeven aan de richtlijn oneerlijke contractsbedingen.
Richtlijn consumentenkoop: paspoort voor gemeenschappelijke markt 'Parliament gives consumers a passport to
the Single Market'. Zo luidt de kop van een persbericht van het Bureau Européen des Unions de Consommateurs (BEUC) over het besluit van het Europees Parlement inzake het richtlijnvoorstel consumentenkoop en garanties.48 BEUC juicht in het bijzonder het amendement toe, dat de consument de bevoegdheid geeft om met gebrekkige goederen die hij in het buitenland heeft gekocht te klagen bij de vertegenwoordiger van de verkoper in zijn eigen land. BEUC is ook tevreden met handhaving van de omkering van de bewijslast en - anders dan de Nederlandse CCA49 - met de toepassing mede op tweedehands goederen. BEUC acht het ten slotte goed dat de consument de keuze heeft tussen reparatie en vervanging. Ongelukkig is BEUC met de eis van ingebrekestelling door de consument binnen een maand.
De non-conforme hond: geen vergoeding van schade Huberts koopt van Brok-van den Hout een puppie van het merk Basset. Na vier maanden wordt bij de hond heupdysplasie geconstateerd. Dat is een erfelijke afwijking. De rechtbank overweegt dat de hond niet aan de overeenkomst beantwoordt en wijst de gevorderde schade van een heupoperatie ad f 3250 toe. De Hoge Raad acht dit onjuist: 'Het gaat te dezen om een vordering tot schadevergoeding. Daarop zijn, voorzover hier van belang, artikelen 6:74 lid l en 75 BW van toepassing. Hieruit volgt dat Brok niet tot schadevergoeding gehouden is, indien de tekortkoming haar niet kan worden toegerekend'. De Raad komt niet toe aan een ander cassatiemiddel: dat Huberts de hond na constatering van het gebrek, tegen teruggave van de koopsom ad f 900, had moeten teruggeven.50
Stroom uitspraken over stroomonderbreking Op 23 juni 1997 werd de provincie Utrecht getroffen door een stroomonderbreking· Dat leidde tot een stroom klachten bij de Geschillencommissie openbare nutsbedrijven. De Geschillencommissie wijst de klachten in beginsel toe, maar toetst wel of steeds van voldoende causaal verband sprake is. Aansprakelijkheid werd toegewe zen voor vervanging van dode koi-karpei"s en van orchideeën, en voor medicijnen vo zieke koi-karpers. Afgewezen, wegens hè ontbreken van causaal verband, werd aansprakelijkheid voor een defecte video-reco der en een gasfornuis.51
Clausule in lottovoorwaarden niet onredelijk bezwarend Ik meldde het al in het vorige jaarverslagEen consument loopt een prijs in de l°£ mis. De sportvereniging waarbij hij zijn to mulier heeft ingeleverd, heeft nagelaten ' aan de lotto te sturen. Is de clausule die aanspraak van de lotto-organisator uitsl een onredelijk bezwarend beding? Volgen niet a»" het Hof 's-Gravenhage is deze vraag
NJB 12 maart 1999
- '°
De meent voorkomende co
mplicatie is bij koop de nonconformiteit. Uit de rijke jurisprudentie zijn het
vermelden waard de koop van e
en non-conforme hond en de
onderbreking van electrische s
troom die leidde tot de non-
conformiteit van enige karpers.
e
orde. Het gaat hier immers om de kern " de prestatie en dus is geen sprake van al gemene voorwaarden in de zin van artikel 6:231 e.v.» De Hoge Raad js het daar njet
Va
me
« eens. Mede in het licht van de EuroPese richtlijn oneerlijke contractsbedingen m °et het begrip 'kernbeding' zo beperkt ^ogelijk worden opgevat.53 De zaak wordt er Wezen naar een aanpalend hof om alsnog te on derzoeken of de reglementsbepaling °nredelijk bezwarend is. In het verslagjaar *erd de uitslag van dit onderzoek bekend: de clausule is niet onredelijk bezwarend.5"1 *Paanse algemene voorwaarden in Europees gareel ^°g even, en Nederland is het enige land dat 'in wetgeving niet in overeenstemming heeft gebr acht met de richtlijn oneerlijke con^«sbedingen. Inmiddels heeft Spanje dat el gedaan: bij wet van 14 april 1998, nr 89. v or wie het Spaans niet machtig is, is er een "idelijk Duitstalig commentaar verschenen. yen Punt van kritiek: ook Spanje - na het ere nigd Koninkrijk- kent thans een dubbele r e el S 'ng inzake algemene voorwaarden.55
6
- REIZEN EN VERVOER
°ulevard of broken dreams. De droomreis ar de 'voorkust, Ibiza of Terschelling blijkt nie re' Steeds een succes. In hoeverre kan de IS rganisator ? voor het vakantieleed aanworden gesteld? Deze vraag leidt t0t letterli k i duizenden rechtszaken. in beeld nu y ) hiervan is te vinden in het overzicht dat m ' ditmaal geheel aan ui tse en het Europese recht is gewijd. Pe gestrande reiziger: '"solventiegarantie dekt Verblijfkosten lïak neer ^6 a^nerner van een Pakketreis te n '^ met net faillissement van een ' wordt hii beschermd door de iin pakketreizen. Althans: hij krijgt
1
maart 1999 afl. 10
geld om naar het land van vertrek terug te reizen. Maar hoe staat het met de hotelkosten in de vakantiebestemming? Een Oostenrijks gezin dat met de reisorganisator Karthago-Reisen naar Kreta was gereisd, kreeg een dag voor terugkeer te horen dat Karthago insolvabel was. Ingevolge de richtlijn pakketreizen, zoals in Oostenrijk geïmplementeerd, bracht mee dat de kosten van de terugreis door verzekering waren gedekt. Maar het gezin moest ook nog eens alle hotelovernachtingen betalen. Weliswaar had het de reisorganisator hiervoor al betaald, maar deze had dit bedrag niet aan het hotel doorbetaald. Eind goed, al goed: het Europese Hof van Justitie oordeelt dat ook de dubbel betaalde hotelkosten onder artikel 7 van de richtlijn vallen.56 Het eigen strand van de reiziger: een tree te ver Elke dag bezoekt de pakkettoerist het eigen strand van zijn hotel op Kreta. Ook de laatste dag van zijn tweeweekse vakantie begeeft hij zich naar het strand. Helaas: de laatste tree van de strandtrap ontbreekt. Die tree ontbrak reeds de volle twee weken. Eerder heeft de toerist daar geen last van gehad. Nu wel. Hij loopt letsel op. Weliswaar is de reisorganisator in beginsel aansprakelijk, maar hier is volgens het Landgericht Frankfurt sprake van zo'n grote mate van eigen schuld, dat geen plaats is voor schadeloosstelling.57 Reisannulering wegens dreigende onlusten op vakantiebestemming In het Duitse reisrecht ('Reiserecht') neemt het Landgericht Frankfurt een belangrijke plaats in. In Frankfurt zetelen de meeste Duitse reisorganisatoren. De president van dat Landgericht, althans van de kamer die de reiszaken beoordeelt, is dus iemand met gezag. De voormalige president, dr Otto Tempel, heeft zich afgelopen jaar beziggehouden met een vraagstuk dat ook in ons land wel eens speelt. Een week voor de geplande reisdatum breken op de plaats van bestemming onlusten uit. Is de reiziger niettemin gehouden de reissom te betalen? In Duitsland is daar al heel wat over geprocedeerd. Die rechtspraak is veel te terughoudend met het toelaten van annuleringen, schrijft Tempel.58 Levenswijsheid uit het oosten In Duitsland wordt door heel wat reizigers geprocedeerd. Dat levert vaak opmerkelijke levenswijsheden op. Een kleine bloemlezing: 'Der unbefangene Reiseteilnehmer wird die Erklärung, das Hotelzimmer verfüge über Bad oder Dusche so verstehen, daß er dort auch warm baden oder duschen kann, (...)'.59 En naar aanleiding van de omschrijving van een hotel in een reisbrochure 'Wer gerne bis in die frühen Morgenstunden tanzt, trinkt und feiert, ist hier an der richtigen Urlaubsadresse':
CONSUMENTENRECHT 'Bei dieser Beschreibung mußte ein vernünftiger Reisender erkennen, daß die Anlage für Ruhe suchende Urlauber ungeeignet ist'.60
7. KREDIET, BANK EN VERZEKERING Het bankrecht blijft een geliefd terrein voor richtlijnen. Een klassieke casus in het consumentenrecht betreft de drie-partijen verhouding. De financiële dienstverlening aan consumenten blijft een bron van fricties. Dat geldt zeker voor grensoverschrijdende boekingen. Maar ook de optiehandel en de gewone verzekeringsovereenkomst zijn jaarlijks goed voor heel wat klachten. Voor de consument die het allemaal niet meer aan kan ten slotte is er binnenkort eindelijk een wettelijke schuldsanering. Geld op afstand en over de grens In 1998 werd een ontwerp voor een richtlijn financiële dienstverlening op afstand gepubliceerd. Over grensoverschrijdende betalingen verscheen een interessante Zwitserse dissertatie.61 Auto defect: ook financier aansprakelijk Jans koopt bij de plaatselijke dealer een tweedehands Alfa Romeo. Na enige tijd treedt aan het licht dat de auto total loss is geweest. Ons recht biedt Jans diverse mogelijkheden (dwaling, ontbinding) om van de overeenkomst met de dealer af te komen. Maar kan hij ook af van de financieringsovereenkomst met de bank? Wel als er tussen dealer en bank een nauwe band bestaat, beslist de Hoge Raad.62 Dit in afwijking van de tot dusver heersende leer,63 die beide relaties gescheiden wil zien behandeld. Het arrest van de Hoge Raad moet worden toegejuicht, ook als het in deze materie wellicht nog geen volledige klaarheid brengt. Bank moet op de kleintjes letten Wie is zijns broeders hoeder? Sinds 5 januari 1998 luidt het antwoord: de bank. Op 25 augustus 1972 overlijdt vader. Moeder geeft een algemene volmacht om het vermogen van de twee meisjes te beheren. De gevolmachtigde doet met het vermogen speculatieve beleggingen. Dat resulteert in een vermogensverlies van ruim f 500 000. Had de bank bij wie de beleggingsrekening loopt, moeten ingrijpen? Nee, volgens de rechtbank. Ja volgens Hof en Hoge Raad: de maatschappelijke functie van banken brengt een bijzondere zorgplicht mee, zowel jegens haar cliënten uit hoofde van overeenkomst, als ten opzichte van derden op grond van de maatschappelijke zorgvuldigheid. Een dergelijke zorgplicht is tevens neergelegd in artikel 2 van de Algemene Bankvoorwaarden. In dit geval had de bank de moeder moeten waar-
467
schuwen, dat de door de gevolmachtigde gegeven opdrachten strijdig waren met het uitgangspunt dat het vermogen van minderjarigen niet op speculatieve wijze behoort te worden belegd.64
Optiehandel Ook de optiehandel kon in het verslagjaar niet ontsnappen aan de nieuwe controlezucht van de rechter. Optie-transacties bieden de mogelijkheid om snel rijk te worden. En snel arm. Iemand met een vermogen van ruim f 12 000 had via de Rabobank Sprundel zulke bedragen ingezet, dat toen de beurs even niet mee zat een negatief saldo van ruim een half miljoen het resultaat was. De bank heeft de verplichting om toe te zien dat tussen vermogen en inzet geen al te grote discrepanties ontstaan. Volgens Rechtbank en Hof had de bank daar voldoende op toegezien. De Hoge Raad oordeelt daar anders over: de bank is als professionele dienstverlener bij het uitvoeren van optietransacties van haar particuliere cliënten tot een bijzondere zorgplicht gehouden.65
Deense aanval op valuteringsclausules - voorlopig mislukt De clausule is ook bij ons bekend.66 Wie op 26 juni bij zijn bank een betalingsopdracht ad f 1000 geeft en tegelijk f 1000 inlegt, staat althans bij sommige banken - twee dagen rood: de betaling wordt per gisteren gevaluteerd, de inleg per morgen. Talloze cliënten hebben zich reeds aan deze bancaire gewoonte geërgerd. In Denemarken is een poging om deze gewoonte in kort geding te verbieden onlangs mislukt. In appel had het er nog op geleken: het S00-och Handelsret had op 30 juni 1994 met 3 tegen 2 in het voordeel van de bank beslist. De hoogste rechter stelde de bank echter unaniem in het gelijk. Hoewel het hooggerechtshof vond dat de valuteringsregel tot onbillijke resultaten kon leiden, meende het dat een verbod zodanige consequenties voor de financiële wereld kon hebben, dat een kort geding hiervoor niet de juiste procedure was.67
Pin pin pin pin Terwijl in Nederland de Geschillencommissie bankzaken bij diefstal of verlies van bankpas en pin de cliënt meestal in het ongelijk stelt, lijkt de Duitse rechtspraak consumentvriendelijker. Vorig jaar besliste het Amtsgericht Wildeshausen, dat het bewaren van de bankpas in een met een gordijn afgeschermd deel van een winkelruimte niet onzorgvuldig is en dat het feit dat de dief binnen 30-45 minuten in eenmaal de juiste pincode intoetst niet meebrengt dat cliënt zijn zorgplicht heeft geschonden. Het is technisch mogelijk om de pincode te ontcijferen, aldus de rechter. Weliswaar kost het hiervoor benodigde apparaat enige honderdduizenden marken, maar de Duitse rechter trekt hieruit de verrassende conclusie 'daß sich eine solche Investition nach etwa 100 Straftaten
468
mit einer Schadenssumme von ca. DM 1000 (...) amortisieren würde'. Het Amtsgericht acht het evenmin onzorgvuldig dat cliënt de bankpas aan zijn echtgenote ter beschikking had gesteld: 'Es ist durchaus üblich, daß Eheleute gemeinschaftlich ein Konto - auch wenn es nicht als gemeinschaftliches angelegt bzw. bezeichnet ist - verwenden, ,..'.68
Bezwaarde verwanten: colportagerichtlijn niet van toepassing als vader bedrijfsmatig handelt In deze kronieken heb ik al eerder melding gemaakt van de ellende waarin echtgenoten, zoons en dochters zich storten als zij zich borg stellen voor de terugbetaling van een bankkrediet aan hun partner of ouder. Heeft de bankemployé zich naar het ouderlijk huis begeven, dan is er met de Colportagewet wellicht iets aan te doen. Heeft de bankemployé de kandidaat-borg wel gewezen op de afkoelingsperiode van de wet? In het Dietzinger-arrest heeft het Europese Hof van Justitie thans bepaald dat een borgtocht niet binnen de werkingssfeer van de richtlijn valt, wanneer zekerheid is gesteld voor de terugbetaling van de schuld van een ander die bedrijfs- of beroepsmatig handelt.69 Over de betekenis van grondrechten in deze handelt een interessante rede van Canaris.70
Papegaaien zijn geen inboedel Vijf in de schuur gehouden papegaaien worden ontvreemd. Deze diefstal valt niet onder de inboedeldekking, zo bepaalde de Raad van Toezicht op het Schadeverzekeringsbedrijf. Dat valt te lezen in het overzicht van in 1997 gewezen uitspraken, samengesteld door Rinkes.71
Ringetje kwijt: zand erover Behalve de Raad van Toezicht houdt ook de gewone rechter toezicht op het verzekeringsbedrijf, en vooral ook op de verzekeringnemers. Mevrouw verliest op het strand haar ring ter waarde van f 53 900. Valt het verlies onder de polis? Het Haagse hof meent van wel, maar dit arrest wordt door de Hoge Raad vernietigd:72 het hof heeft ten onrechte niet aangegeven waarom zoeken naar de ring in het zand zinloos zou zijn. Waarom heeft mevrouw geen uitgebreide zoektocht ingesteld, met hulp van anderen en van een metaaldetector?
voerd. Over de Nederlandse wet wordt verschillend gedacht. Uitgesproken negatief zijn Kortmann en Van Hees.75 Positief is Huls.76 In elk geval heeft de nieuwe wet al meteen tot een spectaculaire daling van het aantal faillissementen geleid.77
8. RECLAME EN ANDERE HANDELSPRAKTIJKEN Vergelijkende reclame mag, in Europa, als de richtlijn vergelijkende reclame is geïmplementeerd. En in Duitsland bij wege van anticiperende interpretatie op de richtlijn. Het piramidespel, de sweepstake en de namaak van merkartikelen zijn voorbeelden van activiteiten die veel wetgevers graag aan banden zouden willen leggen.
Vergelijkende reclame mag voortaan, in Duitsland 'Billige Composite Rackets (Graphite-Fiberglas) muten wir Ihnen nicht zu', adverteerde een Duitse verkoper van kwaliteitsrackets. De advertentie was duidelijk tegen een Amerikaanse leverancier van goedkope rackets gericht en deze begon dan ook meteen een inbreukprocedure. Die wordt ook gehonoreerd, maar niet dan nadat het Bundesgerichtshof vergelijkende reclame in beginsel voor geoorloofd verklaart.78 Daarbij dient wel te worden voldaan aan de voorwaarden gesteld in de Europese richtlijn 97/55 van 6 oktober 1997, PbEG L290 inzake vergelijkende reclame, ofschoon deze nog niet in Duitsland is geïmplementeerd - en ook nog niet geïmplementeerd behoefde te zijn. Een mooi voorbeeld van anticiperende interpretatie.
Piramidespel: geen kansspel dwang Een piramidespel is geen kansspel in de zin van de Wet op de Kansspelen. Zo oordeelt de Rechtbank Breda in een zaak waarin in verband met een strafrechtelijk onderzoek van het parket te Dendermonde tegen de Belgische organisatie T.M. Evenmin is sprake van oplichting. Wel is sprake van dwang in de zin van artikel 284 Sr. Belangstellenden werden namelijk door een knokploeg zoda nig geïntimideerd dat ze wel moesten tekenen: HR 6 januari 1998, N/ 1998, 607.
Sweepstakes à la française Wet schuldsanering in werking Per l december 1998 is in werking getreden de Wet schuldsanering natuurlijke personen.73 De wet beoogt Ongelukkige, maar eerlijke' debiteuren een nieuwe kans te geven. Indien het niet tot een minnelijke regeling komt, moet de debiteur gedurende 3 à 5 jaar zijn inkomen dat de beslagvrije voet te boven gaat, aanwenden voor het saneringsplan. Na de schuldsanering resteert slechts een natuurlijke verbintenis. Ook België en Duitsland74 hebben, per l januari 1999, een wet op de schuldsanering inge-
Ze zijn bekend: de brieven als 'mevrouw Bussink, morgen komt de postbode u een brief brengen en dan maakt u kans op de hoofdprijs van liefst f 23 miljoen'. Hoe de consument tegen dit soort - veelal loze ~~ verkooppraatjes te beschermen? In verse lende rechtsstelsels is geopteerd voor de °P lossing om aan de consument het genoerfl bedrag toe te wijzen. In Frankrijk geschie dit tot dusver op basis van onrechtmatig6 daad. Maar in een arrest van l l februari I99879 heeft de Cour de cassation geopteer voor de overeenkomst als grondslag.
NJB 12 maart 1999 efl-'°
Chinese strijd tegen namaak merkartikelen Hai heeft in China bekendheid verorven door in Bejing van winkel tot winkel te gaan om namaak merkartikelen te kopen en vervolgens van de winkeliers schadevergoeding te vragen. Op grond van artikel 49 Van de Consumer's Rights and Interestes ProAction Act heeft hij daar recht op. De actie an Wang Hai is onderwerp van een juridiSCne beschouwing, die een beeld werpt op Chinees consumentenrecht. Allereerst is er J·6 vraag of Wang Hai wel consument is: hij °°pt de goederen immers niet voor eigen gebruik. Vervolgens betwijfelen de auteurs ° Wang Hai wel conform de goede zeden ha ndelt. Dan besteden zij aandacht aan de vraag Of verkoop van namaakmerkartikelen onder het genoemde wetsartikel valt.81 w
'· DE CONSUMENT OP DE ELECTRONISCHE SNELWEG £ l?97 publiceerde het Tijdschrift voor orisumentenrecht een themanummer over 6 consument op de electronische snelweg. o snel gaan de ontwikkelingen, dat reeds eind 1998 een update nodig bleek. Tegener de zegeningen van internet en e-mail n eni ge inconveniënten: het overspoeld r ° den met spam is er een van.
Snelweg update e electronische snelweg beheerst tegenoordig het leven van althans deze consu!"*nt. Nauwelijks een jaar na het grote hema-nummer van het Tijdschrift voor onsumentenrecht komt dit tijdschrift al me t een updote.82De update bevat bijdragen v er het begrip consument en de electroni,Che snelweg (C.A. Girot), de richtlijn verd°°P op afstand (C.J. Sander en S.E. Bartels), mene voorwaarden van Internet-pro(C. Stuurman, H.W.K. Kaspersen, van Duuren), internet en ipr (S. van er Hof), privacy (J.E.J. Prins, E. Schreuders) ® n 'rusted third porties (R.E. van Esch). Van st genoemde schrijver verscheen voorts en studie over EDI, welke in de eerste P aats van belang is voor het handelsverkeer to ar ch ook voor het consumentenvan belang is.83 |n
°ngevraagde e-mail 1m
jeugd was er de post. Die werd per dag bezorgd. Ongevraagd was er niet. Daar kwam veranderj g m. Tegenwoordig schijnt de helft van de «bestelling ongevraagd te zijn. Zelf heb ik ar "iet veel last van. Het opschrift op de Ur|gy«_L hel ongevraagd drukwerk: nee' Pt Toen kwam de fax. Ook daar kwamen de ' n ev be ° g raagde berichten opzetten. Nu hebI6en We e-mail. Wie 's ochtends de mailbox gt, vindt daar enige tientallen aanbiedinve j Variërer|d van Chinese stalen buizen tot ginder prozaïsche voorwerpen (hoe "i ze op het idee, om dat aan mij te 4
NjB
maart 1999 afl. 10
sturen?). Hoe daar iets tegen te doen? Het Landgericht Traumstein wijst ons de weg.84 Tegen de afzender van de spam mail kan een verbodsactie worden gericht. Eerder had de Duitse rechtspraak al ongevraagde commerciële acties per telefoon en fax verboden. Op dat laatste heeft ook de EU-richtlijn verkoop op afstand betrekking. Commerciële e-mail heeft voor de aangeslotene behalve het nadeel van inbreuk op zijn privéleven het bezwaar dat er tijd en kosten aan verbonden zijn, dat zijn geheugen overbezet kan geraken en dat de lijn wordt geblokkeerd voor belangrijke berichten.
10. GESCHILLEN Nadat de geschillencommissie reeds nationaal was gewogen,85 heeft ook de Europese Unie hiertoe een aanzet gegeven.
Criteria voor geschillencommissie In aansluiting op het Groenboek 'De consument en zijn verhaalsmogelijkheden en de beslechting van consumentengeschillen in de interne markt' (1993) heeft de Europese Commissie op 30 maart 1998 een Aanbeveling betreffende de principes die van toepassing zijn op de organen die verantwoordelijk zijn voor de buitengerechtelijke beslechting van consumentengeschillen86 doen uitgaan. De Aanbeveling beveelt alle geschillencommissies de volgende beginselen te eerbiedigen: het principe van onafhankelijkheid, van doorzichtigheid, van hoor en wederhoor, van doeltreffendheid, van wettigheid en van vrijheid. De meeste van deze beginselen lijken door de Nederlandse geschillencommissies in voldoende mate in acht te worden genomen. Enige aarzeling kan men op dit punt hebben wat betreft de eis dat 'Als het om een bindend besluit gaat, moeten de sancties worden vermeld die toepasselijk zijn als het besluit niet wordt uitgevoerd. Dat geldt eveneens voor de eventueel bestaande beroepsmogelijkheden voor de partij die niet in het gelijk is gesteld'.
Geschillencommissies gaan gewoon door Criteria of niet, de Nederlandse geschillencommissies werken gewoon (hard) door. Het Jaarverslag 1997 van de Stichting Geschillencommissies voor consumentenzaken behelst een selectie van uitspraken van de thans 23 commissies.87 De Geschillencommissie Auto oordeelde dat de koper van een tweedehands auto die liefst 7 keer terug moest naar de garage de overeenkomst mocht ontbinden.88 Een NS-reiziger heeft recht op een rookvrij gedeelte van de restauratie en de wachtruimte.89 En een bruidsjurk met onaanvaardbare kleurverschillen gaf recht op teruggave van 50% van het aankoopbedrag (maar niet op vergoeding van de foto- en videoreportage).90 En ten slotte werd de lage prijzen ondernemer die massief parket voor f 59,95 de vierkante meter
CONSUMENTENRECHT
had aangeboden gehouden aan de prijs, ook toen hij later stelde dat de prijs door een interne fout verkeerd was gesteld91.
II. GRENSOVERSCHRIJDENDE CONSUMENTENKLACHTEN In het verslagjaar kwam de richtlijn grensoverschrijdende collectieve acties tot stand. Op het gebied van individuele grensoverschrijding gebeurde weinig interessants.
Individueel de grens over In de vorige kroniek signaleerde ik de Utrechtse dissertatie van C.A. Joustra over het Duitse, Nederlandse en Zwitserse internationaal privaatrecht op het gebied van consumententransacties. De auteur signaleert een wirwar van regelingen die niet op elkaar aansluiten92. Over hetzelfde onderwerp verschenen in 1998 enkele nieuwe publicaties93. Deze werpen hier geen nieuw licht op.
En collectief ... In het verslagjaar kwam de richtlijn inzake grensoverschrijdende collectieve acties tot stand94. De kwestie was bepaald actueel: kan een Spaanse consumentenorganisatie in Frankrijk een collectieve actie beginnen; kan de Zweedse Consumentenombudsman onder de Italiaanse wet een verbod eisen. De nieuwe richtlijn maakt dit onder voorwaarden inderdaad mogelijk. Daarentegen is de werkingssfeer vooralsnog beperkt tot collectieve acties ter zake van enige met name genoemde Europese richtlijnen. Daaronder bevindt zich niet de richtlijn productenaansprakelijkheid. Aan collectief schadeverhaal zijn we in Europees verband nog niet toe,95
12. TOEKOMST Wat zal de toekomst ons brengen? Nu consumentenrecht voor 90% van Europese herkomst is, dienen we deze vraag in hoofdzaak te beantwoorden aan de hand van het nieuwe Actieprogramma consumentenbeleid 1999-2001 van de Europese Commissie96. Daarnaast dwingt de nieuwe tijd ons tot het nadenken over nieuwe paradigmata van het consumentenrecht. In het bijzonder de verhouding tussen consumentenrecht en mededingingsrecht verdient nadere studie. Ten slotte dienen zich in het kader van het consumentenrecht in het licht van de IT-revolutie nieuwe onderwerpen voor studie aan. Dat geldt in het bijzonder voor de problematische verhouding tussen consument en auteursrecht97.
469
BIBLIOGRAFIE
het internationaal privaatrecht, TvC 1998, p. 424-430. - S.E. Bartels, C.J. Sander, De bedenktijd in - Ewoud Hondius, Consumer Law and Prihet burgerlijk recht, in: BW-krant Jaarboek, vate Law: the Case for Integration, in: WolfKoop!, Deventer: Kluwer 1998, p. 79-98. gang Heusel (red.), Neues europäisches Ver- J. van den Berg, De consument en de tragsrecht und Verbraucherschutz/Regelungskonzepte der Europäischen Union und ihre opmars van de mobiele telefonie, TvC 1998, p. 89-102. Auswirkungen auf die nationalen Zivilrechtsordnungen, Köln: 1999, p. 19-38; tevens gepubli- J.W.H. Blomkwist, Borgtocht, Mon. Nieuw ceerd in Notarius International 1998, BW B78, tweede druk, Deventer: Kluwer 1998, 78 p. p. 107-119. - Th. Bourgoignie et al., Consumentenrecht in - Ewoud Hondius, Condizioni general! del contralto e clausole vessatorie: Verso un beweging, Louvain-la-Neuve 1998. codice civile europeo, in: A. Jannarelli, - Th. Bourgoignie, A.C. Lacoste, F. Maniet, G. Piepoli, N. Scannicchio (red.), Diritto priJ.P.Pritchard, Towards European Harmonisavato europeo 1997 l, Bari: Canuci 1998, tion: Consumer Law and Institutional Strucp. 13-50. tures in Eleven Central and East European - E.H. Hondius en G.J. Rijken (red.) JaarCountries, Louvain-la-Neuve 1998. boek consumentenrecht 1998, Deventer: Klu- Ricardo Cabanas Trejo, Ursula Vestwer 1998,312p. weber, Das neue spanische Gesetz über - N.J.H. Huls, Make My Day. Een rechtssocioAllgemeine Geschäftsbedingungen, Zeitschrift logische herwaardering van faillissementswaarfür die Vergleichende Rechtswissenschaft 1998, den, inaugurele rede Leiden, Deventer: Klup. 454-484. wer 1999. - Claus-Wilhelm Canaris, Grundrechte und - N.J.H. Huls, De Wet op de schuldsanePrivatrecht, Berlin/New York: Walter de ring, TvC I999/I. Gruyter 1999, 98 p. - W.A. Jacobs, ADR en consument Een - Josef Drexl, Die wirtschaftliche Selbsbestimrechtsvergelijkende studie naar de mogelijkhemung des Verbrauchers/Eine Studie zum Privatden van alternatieve geschillenoplossing, (diss. und Wirtschaftsrecht unter Berücksichtigung Utrecht), Deventer: Kluwer 1998, 413 p. gemeinschaftsrechtlicher Bezüge, Tübingen - Helga Jesser, Doris Kiendl, Peter Schwar1998,681 p. zenegger, Das neue Konsumentenschutzgesetz, - European Consumer Law Group, Reports and Options/Rapports et avis I986-I997, Lou- Wien: Universitätsverlag 1997, 444 p. - S.C.J.J. Kortmann, J.J. van Hees, Kroniek vain-la-Neuve: Centre de Droit de la Convan het faillissementsrecht, Ν/β 1998, sommation 1997, 455 p. p. 1461-1462. - R.E. van Esch, Electronic data interchange (EDI) en het vermogensrecht, (diss. Nijmegen), - Dr Kosesnik-Wehrle, Hans-Peter Lehofer, Gottfried Mayer, Konsumentenschutzgesetz, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 1999, 267 Wien: Manz, 476 p. Ρ· - M.B.M. Loos, De energie/everingsovereen- Wolfgang Faber, Elemente verschiedener komsL Algemene voorwaarden voor de levering Verbraucherbegriffe in EG-Richtlinien, zwivan energie aan consumenten, (diss. Utrecht), schenstaatlichen Übereinkommen und natioDeventer: Kluwer 1998, 335 p. nalem Zivil- und Kollisionsrecht, Zeitschrift - P.Mankowski, Strukturfragen des Internafür Europäisches Privatrecht 1998, p. 854-892. - Xavier Favre-Bulle, Les paiements transfron- tionalen Verbrauchervertragsrecht, Recht der Internationalen Wirtschaft \ 998, p. 287-291. tières dans un espace financier européen, (diss. - Paolo Martinello, La loi du 30 juillet 1998 Genève), Basel/Frankfurt: Helbing & Lichtensur la protection du consommateur en Italie, hahn 1998, 575 p. Revue européenne de droit de la consommation - N. Frenk, De toekomst van de richtlijn 1998, p. 220-222. productenaansprakelijkheid, TvC 1998, - Anne Meunier-Bihl, Le droit de la consomp. 305-308. - P.B. Gaasbeek, Mededingingswet, mation en République populaire de Chine, (diss. Montpellier), Louvain-la-Neuve 1997. beschermheer van de consument, TvC 1998, p. 13-21. - Benoît De Nayer, Droit d'auteur et protection des intérêts des consommateurs - C.A. Girot, The légal protection of the end-user of ICT: is consumer law a sufficient dans la société de l'information, Revue européenne de droit de la consommation 1998, solution?, TvC 1998, p. 395-406. - F.W. Grosheide, Aansprakelijkheid voor p. 1-25. - Filali Osman (red.), Vers un Code européen informatie(-producten), TvC 1998, p. 309-315. de la consommation/Codification, uniformisation - Gillian K. Hadfield, Robert Howse, et harmonisation du droit des Etats-membres de Michael J. Trebilcock, Information-Based l'Union européenne, Brussel: Bruylant 1998, Principles for Rethinking Consumer Protec421 p. tion Policy, Journal of Consumer Policy 1998, - J.E.J. Prins, E. Schreuders, Ingrediënten p. 131-169. voor een nieuw privacy-arrangement, TvC - Harald Hess, Manfred Obermüller, Insol1998, p. 431-443. venzplan, Restschuldbefreiung und Verbraucher- Raising standards of consumer care: inso/venz, Heidelberg: 1998. progressing beyond codes of practice, Office - S. van der Hof, De Internet-consument en of Fair Trading, 1998.
470
- Dietrich Reinicke, Klaus Tiedtke, Kaufrecht, zesde druk, Berlin: Luchterhand 1997. - J.G.J. Rinkes, Raad van Toezicht op het Schadeverzekeringsbedrijf: overzicht uitspraken 1997, TvC 1998, p. 181-197. - C.J. Sander, S.E. Bartels, Vraagpunten bij de implementatie van de Europese richtlijn op afstand gesloten overeenkomsten, TvC 1998, p. 407-415. - Ronald Schmid, Rechtsprechung zum Charterflug, Neuwied: Luchterhand 1997. - Stichting Geschillencommissies voor consumentenzaken, Jaarverslag 1997, Den Haag 1998. - Gert Straetmans, Consument en markt onderzoek naar de rechtspositie van de consument op de Europese interne markt/Met de financiële sector als toetssteen, Deurne: Kluwer België 1998, 637 p. (zonder literatuuropgave). - Georg Streit, Kartenzahlung und Verbraucherverschuldung aus rechtlicher Sicht, Berlin 1997. - C. Stuurman, H.W.K. Kaspersen, N.H.A. van Duuren, Een juridisch beeld van de alge' mené voorwaarden van Internet-providers, TvC 1998, p. 416-423. - H.A.G. Temmink, Europees Consumentenrecht, TvC 1998, p. 22-35, 103-113, 198-207,322-341. - O. Tempel, Zur Kündigung von Reiseverträgen wegen terroristischer Anschläge, Neue Juristische Wochenschrift 1998, p. 1827-1831. - Jeanne-Marie Tuffery, Ebauche d'un droit de la consommation/La protection du chaland sur les marchés toulousains aux XVII et XVIIIe siée/es, Paris: LGDJ 1998. - Barbara M. Vroom-Cramer, Productinformatie over levensmiddelen/Etikeaeringsvraagstukken naar Europees en Nederlands recht, (diss. UvA), Lelystad: Vermande 1998. - Feng Xiaoqing, Luo Shuzhi, 'Wang Hai Phenomenenon' and Legal Protection for Consumers in China, Consumer Law Journal 1998, p. 359-367. - A.J.C. Zwinkels, Productveiligheid en -aansprakelijkheid. Ervaringen van de Consume tenbond, TvC 1998, p. 316-321.
1. NJB 1998, p. 517-525. 2. Thans uitgegeven door het Centre de Droit de » Consommation te Louvain-la-Neuve. 3. Voorheen Info-C genaamd. 4. In TvC 1998, p. 170-173 brengt Jac. Rinkes versla? uit. 5. Josef Drexl, Die wirtschaftliche Selbsbestimmung Verbrauchers. Eine Studie zum Privat- und Wirtschaftsrecht unter Berücksichtigung gemeinschaftsrechtlicher Bezüge, Tübingen 1998, 681 p. 6. Gert Straetmans, Consument en markt: onderzo« naar de rechtspositie van de consument op de Europ interne markt/Met de financiële sector als toetssteen. Deurne: Kluwer België 1998, 637 p. (zonder literatuuropgave). 7. Gillian K. Hadfield, Robert Howse, Michael J· bilcock, Information-Based Principles for Rethinw<«^ Consumer Protection Policy, Journal of Consumer 1998, p. 131-169. ; d 8. Hadfield, Howse, Trebilcock, Information-Base
NJB 12 maart 1999 a«·
10
38. Cour de cassation op 28 april 1998, JCP G 1998, II, 10088. 39. G. Viney.JCP 1998, I, 187, p. 2161. 40. Hof Leeuwarden 18 maart 1998, NJ 1998, 867. 41. TvC 1998, p. 305-308. 42. TvC 1998, p. 309-315. 43. TvC 1998, p. 316-321. 44. Dat geldt ook voor HR 2 mei 1997, NJ 1998, 281 (MMM) over de verzekeringsrechtelijke nasleep van de Novilon-affaire. !'· Wet nr 281, Gazzetta Uf/iciale 14 äug. 1998. Z- Pa °lo Martinello, La loi du 30 juillet 1998 sur la 45. NRC Handelsblad 27 juni 1998. P otection du consommateur en Italie, Revue 46. Tribunal Supremo 2 okt. 1997, La Ley 5 nov. 1997, uro f>éenne de droit de la consommation 1998, p. 4, 19; OCU-Compra Maestro No 207, nov. 1997. P- 220-222. 47. Barbara M. Vroom-Cramer, Productinformatie over • "β Th. Bourgoignie et al., Consumentenrecht in levensmiddelenlEtiketteringsvraagstukken naar Europees «Wfcing, Louvain-la-Neuve 1998. en Nederlands recht, (diss. UvA), Lelystad: Vermande 4 · Filali Osman (red.), Vers un Code européen de la 1998, p. 276. ornrnation. Codification, uniformisation et harmonisa48. Proposal for a European Parliament and Council °" du droit des Etats-membres de l'Union européenne, Directive on the sale of consumer goods and associa™us«l: Bruylant 1998, 421 p. ted guarantees, PbEG 1998, C 148/12. 5 ^ · Ulrich Drobnig, Neue rechtliche Konzepte für 49. Verkoop van en waarborgen voor consumptiegoeden eur opäischen Verbraucherschutz, Notarius Internaren, SER-Advies 98/03. 50. HR 9 jan. 1998, RvdW 1998, 18 inzake Brok-van ^""/l 998, p. 98-106. twoud Hondius, Consumer Law and Private Law: den Hout/Huberts. e Case 51. Geschillencommissie Openbare Nutsbedrijven 2 ^ for Integration, in: Wolfgang Heusei (red.), e ues europäisches Vertragsrecht und Verbraucherschutz. maart 1998, TvC 1998, p. 366-379 (G.J. Rijken). 52. Zie omtrent het begrip 'kernbeding' ook Hof den JS*lungslconzepte der Europäischen Union und ihre Aus*' u"gen auf die nationalen Zivilrechtsordnungen, Köln Haag 25 aug. 1998, TvC 1998, p. 4SI (G.J. Rijken). • P· 19-38; tevens gepubliceerd in Notarius Interna53. HR 19 sept. 1997, NJ 1998, 6, TvC 1998, p. (G.J. *°n<"l"8,p. 107-119. Rijken). ''· Hetgeenι >weer van belang kan zijn bij analogische 54. Hof Amsterdam 7 mei 1998, AA 1998, p. 788 (Jac "itbreidiing en bij de in de tekst bij noot l l hierboven Hijma). «Signaleerde bewijslast. 55. Ricardo Cabanas Trejo, Ursula Vestweber, Das · Raising standards of consumer care: progressing neue spanische Gesetz über Allgemeine Geschäftsbedingungen, Zeitschrift für die Vergleichende RechtswissenI „>'ond c°des of practice, Office of Fair Trading 1998. schaft 1998, p. 454-484. re ii Hondius, G.J. Rijken, Jaarboek consumenten56. EG Hof van Justitute 14 mei 1998, zaak C-364/96 '99S. Deventer: Kluwer 1998, 312 p. 2j inzake Karthago-Reisen. In Verbraucher und Recht Oh'. °Pean Consumer Law Group, Reports and 1998, p. 133 begroet M.W. Huff deze uitspraak met ^"ions/Rapports et avis 1986-1997, Louvain-la-Neuve: ntre * de Droit de la Consommation 1997, 455 p. instemming. · n. Bourgoignie et al.. Consumentenrecht in bewe57. LG Frankfurt am Main 2l Juli 1998, ReiseRecht •J*· Louvain-la-Neuve 1998. aktuell 1998, p. 234. 58. O. Tempel, Zur Kündigung von Reiseverträgen Két> Meunier-Bihl, Le droit de la consommation en Wque populaire de Chine, (diss. Montpellier), Louwegen terroristischer Anschläge, Neue Juristische 'Na-Neuve 1997. Wochenschrift 1998, p. 1827-1831. • Ronald Schmid, Rechtsprechung zum Charterflug, 59. OLG Frankfurt am Main 9 maart 1998, ReiseRecht aktuell 1998, p. 95. ^ "Wied: Luchterhand 1997. eor 60. AG Kleve 1 1 mei 1998, ReiseRecht aktuell 1998, S Streit, Kartenzahlung und VerbraucherverS(..° g us rech Kher s cht Berlin l997 p. 138. 2s n"tricn ° " ' · · 61. Xavier Favre-Bulle, Les paiements transfrontières dr ', Reinicke, Klaus Tiedtke, Kaufrecht, zesde Ber| in: Luchterhand 1997. dans un espace financier européen, (diss. Genève), 24 ' HeSS Manfred Basel/Frankfurt: Helbing & Lichtenhahn 1998, 575 p. Rests ' Obermüller, Insolvenzplan, 62. HR 23 jan. 1998, RvdW 1998, 30C inzake ber | dbe freiung und Verbroucherinsolvenz, HeidelJans/Fiat Credit Nederland. 63. Zoals verwoord door Schoordijk, AA 1984, sorn Jeanne-Marie Tuffery, Ébauche d'un droit de la conp. 275, 277. lo .ation·La protection du chaland sur les marchés touns au 64. HR 9 jan. 1998 RvdW 1998, 13 inzake Mees* XVII et XVIIIe siècles, Paris: LGDJ 1998. 28 °' B| Pierson/Ten Bos. B78 omkwist, Borgtocht, Mon. Nieuw BW . tweede druk, Deventer: Kluwer 1998. 65. HR 26 juni 1998, RvdW 1998, 138 inzake Van de '· Nr Λ L:„ , Tieronder. Klundert/Rabo Sprundel-Sint Willebrord. 3 i e r o n d e r 66. NRC Handelsblad l l april 1998. ac 67. Hjeste ret 8 dec. 1997, Ugeskrift for Retsvaesen kend ' J obs, ADR en consument Een rechtsvergelijStutf e ' ""or de mogelijkheden van alternatieve 1998,204. ?esc, . 'Itenoplossing, (diss. Utrecht), Deventer: Kluwer 68. Amtsgericht Wildeshausen 28 mei 1997, Verbraucher & Recht 1998, 85. si•• M Β3ΜΡ· 69. EG Hof van Justitite 17 maart 1998, zaak Loos, De energieleveringsovereenkomst/a/geDien C-45/96, TvC 1998, p. 230 (H.A.G. Temmink). In Verstim 00iw<""'den voor de levering van energie aan connte n. (diss. Utrecht), Deventer: Kluwer 1998, 335 braucher und Recht 1998, p. 179-182 oefent H. Edelp mann scherpe kritiek uit op deze uitspraak. Ook 33. Th R P.Bydlinski en J. Klauninger, Zeitschrift für Europäisches J-P.Pritchart 8°ignie·A'C La"5«· F· Maniet, Privatrecht 1998, p. 994, zijn zeer kritisch. Zie voorts nier ι '' Towards European Harmonisation: Consult E"*and 'nstitutiona' Structures in Beven Centra/ and de annotaties in Der Betrieb 1998, p. 671 (W. Seidel), Europäische Zeitschrift für Wirtschaftsrecht 1998, p. 252 34. h)Ur°i>eon Countries, Louvain-la-Neuve 1998. ga Jesser, Doris Kiendl, Peter Schwarzeneg(H.W. Micklitz), Zeitschrift für Wirtschaftsrecht (ZIP) 8er 0 neue 1998, p. 554, waarover D. Reinicke en K. Tiedtke, ZIP si«t Konsumentenschutzgesetz, Wien: Univer1998, p. 893 en Th. Pfeiffer, ZIP 1998, p. 1129. TvCannotator Temmink is wat milder, maar uiteindelijk fried M Osesnik-Wehrle, Hans-Peter Lehofer, Gottverwerpt ook hij het resultaat. 475 ayer' Ko"S"mentenschutzgesetz, Wien: Manz, 70. Claus-Wilhelm Canaris, Grundrechte und PrivatΓ 8 389 recht, Berlin/New York: Walter de Gruyter 1999, 37. ίρ ^ " · Semaine Juridique p. 1058. """ ' ! 19-20 juli 1998. 98p.
or Rethinking Consumer Protection Policy, Consumer Policy 1998, p. 131, 164. B · Gaasbeek, Mededingingswet, beschermheer *an de consument, TvC 1998, p. 13-21. Wolfgang Faber, Elemente verschiedener Verraucherbegriffe in EG-Richtlinien, zwischenstaatlichen Einkommen und nationalem Zivil- und Kollisionsrec "t, Zeitschrift für Europäisches Privatrecht 1998, P. 854, 892.
J
12
maart 1999 afl. 10
CONSUMENTENRECHT 71. J.G.J. Rinkes, Raad van Toezicht op het Schadeverzekeringsbedrijf: overzicht uitspraken 1997, TvC 1998, p. 181-197. 72. HR 16 okt. 1998, NJ 1998, 898. 73. Stb. 1998, 445 en 447. 74. Zie Verbraucher und Recht 1998, p. 402-404. 75. S.C.J.J. Kortmann, J.J. van Hees, Kroniek van het faillissementsrecht, NJB 1958, p. 1461-1462, met verwijzingen naar verdere literatuur in eindnoot 4. 76. N.J.H. Huls, Make My Day. Een rechtssociologische herwaardering van fai/lissementswaarden, inaugurele rede Leiden, Deventer: Kluwer 1999 en TvC 1999/1. 77. NRC Handelsblad 27 jan. 1999. 78. Bundesgerichtshof (eerste senaat) 5 febr. 1998, EuZW 1998,474. 79. JCP G 1998,11. 10156. 80. G. Viney.JCP 1998, l, 185, p. 2155, verwerpt deze koerswijziging. Zelf is zij wel geporteerd voor de oplossing als zodanig, maar dan op grond van 'apparence'. 81. Feng Xiaoqing, Luo Shuzhi, 'Wang Hai Phenomenenon' and Legal Protection for Consumers in China, Consumer Law Journal 1998, p. 359-367. 82. TvC 1998/5, p. 391-450. 83. R.E. van Esch, Electronic data interchange (EDI) en het vermogensrecht, (diss. Nijmegen), Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 1999, 267 p. 84. Landgericht Traumstein 14 okt. 1997, 2 HK O 3755/97. 85. W.A. Jacobs, ADR en consument/Een rechtsvergelijkende Studie naar de mogelijkheden van alternatieve geschillenoplossing, (diss. Utrecht), Deventer: Kluwer 1998, p. 53-156. 86. PbEG L 115/31. 87. Stichting Geschillencommissies voor consumentenzaken. Jaarverslag 1997, Den Haag 1998. 88. Jaarverslag 1997, p. 29. 89. Jaarverslag 1997, p. 50. 90. Jaarverslag 1997, p. 73. 91. jaarverslag 1997, p. 86. 92. Carla A. Joustra, De internationale consumentenovereenkomst, (diss. Utrecht), Deventer: Kluwer 1997, 500 p. 93. Zie bijv. P.Mankowski, Strukturfragen des Internationalen Verbrauchervertragsrecht, Recht der Internotionolen Wirtschaft 1998, p. 287-291. 94. Richtlijn 98/27/EG, PbEG 1998, L 166/51. 95. Jérôme Franck en Monique Goyens, Revue européenne de droit de ta consommation 1996, p. 95-108, hebben nog meer bezwaren. Zie voorts de aanmerkingen van C.A. Joustra in TvC 1997, p. 16-26, en van N. Frenk in Consument zonder grenzen, p. 191-200. 96. COM( 1998) 696. 97. Benoît De Nayer, Droit d'auteur et protection des intérêts des consommateurs dans la société de l'information. Revue européenne de droit de la consommation 1998, p. 1-25.
471