Inhoud #5
32
22
14
36
14 Dossier: Duurzaam controleren valt nog niet mee De subsidiestromen voor duurzaam bouwen en stedelijke vernieuwing zijn fors. Hoe zit het met de controle op de besteding van deze stimuleringsgelden?
22 Een schuilhut van 120 vierkante meter Na een rechterlijke uitspraak verschijnt er in Bergeijk een schuilhut voor struisvogels van acht meter hoog. De gemeente staat machteloos.
32 Met z n allen tegelijk de Betuweroute bekijken Dertien handhavers kijken live vanuit een helikopter naar de aanleg van de Betuwelijn. Maar wel met z’n allen voor de beeldbuis op de grond.
36 Floriade is te groot voor n gemeente Haarlemmermeer doet z’n best om de Floriade behoorlijk te controleren. „Het is echter de vraag of de gemeente alleen verantwoordelijkheid kan dragen voor zo’n grootschalig evenement.”
En verder Journaal Fraude met scheepsafval Horecacontrole in Enkhuizen Gedeputeerde Ada Wildekamp
4 10 12 20
Specialist: Edgar Zonneveld Functioneel OM van start Recidivist op de knieën Wat willen we van ’Den Haag’?
25 26 28 34
Alles wordt gegast Jurisprudentie Beschermd: de otter Len Munnik
39 40 43 44
Colofon Hoofdredacteur Paul van Nunen Redactieraad Jo Gerardu, Koen Kolodziej, Gert Langenbarg, Paul van Nunen, Hans de Ruiter Redactie Nicoline Elsink, Pieter van den Hoek, Hans Oosterhof, Maya Penning, Redactie-adres Postbus 270, 2700 AG Zoetermeer tel 079-3601234, fax 079-3601230 e-mail:
[email protected] Commissie van advies Voorzitter: Paul de Zeeuw, Anton
Taks, Jolanda Roelofs (VROM), Jan-Willem Bekkers (Apeldoorn), Willem Brouwer (AID), Arie de Wit (NPI), Rob te Wierik (SEPH Twente), Freerk Jan Medendorp (politie IJsseland), Annemiek Jetten (Hoogheemraadschap van West-Brabant), Jaap Rus (RIZA), Wilma Speller-Boone, Ton de Lange (Justitie) Advertenties Tariefkaart op aanvraag. tel. 079-3601232, fax 079-3601230 e-mail:
[email protected] Abonnementen €40,- per jaar (6 nummers), incl. 6% BTW Ambtenaren en bestuurders die van overheidswege betrokken zijn bij de uitvoering en handhaving ontvangen HandHaving op aanvraag kosteloos.
Aanvragen, adreswijzigingen en opzeggingen uitsluitend schriftelijk of per e-mail richten aan Ministerie van VROM, blad HandHaving, IPC 120, T.a.v. de heer P. Lispet, Postbus 20951, 2500 EZ Den Haag, fax 0703391568, e-mail:
[email protected] Productie Format Bladenmakers, Zoetermeer Vormgeving Zuiderlicht, Maastricht Druk ACI Offsetdrukkerij, Amsterdam De in dit blad weergegeven meningen weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de opvattingen van de bewindslieden van VROM. ISSN 1381-8767
3
HandHaving 2002 #5
Uitgever Ministerie van VROM
Journaal
En dan gaat het toch een keer mis. Een lekkende ketelwagen in Amersfoort. De gele maanmannetjes op het spooremplacement illustreerden dat het acrylnitril gevaarlijk is voor mens en milieu. Omwonenden moesten binnen blijven en het treinverkeer werd stilgelegd. Zeven mensen meldden zich met ademhalingsproblemen in het ziekenhuis. Op de foto spoelen de controleurs hun pakken schoon. Daarnaast staat een politieman in gebruikelijke outfit. Of dat in dit geval ook een verstandige uitrusting is, wagen we te betwijfelen. Foto: Peter Boer/Hollandse Hoogte
Uw vertrouwde HandHaving, maar toch anders. Voortaan is HandHaving geheel in kleur. Dat lijkt misschien vreemd in deze tijd van versobering en pas op de plaats, maar een blad geheel in kleur is in deze opzet nauwelijks duurder dan de uitgave die u gewend was. Daar komt bij dat het aantal kleurenadvertenties gestaag groeit. De stap naar kleur maakt het bovendien mogelijk het blad logischer in te delen. Zo vindt u het ’gele’ katern HH-Journaal niet meer in het midden, maar als Journaal voorin het blad. Tevens is de vormgeving aangepast aan de nieuwe mogelijkheden. De toevoeging van kleur geeft de kans meer illustratieve rubrieken in te voeren. Een voorbeeld daarvan is de rubriek ’Specialist’, waarin een vakgenoot in het zonnetje wordt gezet. Daarnaast trekt HandHaving voortaan onder de noemer ’Hoe is het toch met...’ een lijn tussen verleden en heden. In de restyling is gepoogd uw vakblad vooral overzichtelijker, rustiger en toegankelijker te maken. Handhaven en toezicht houden is immers vaak al ingewikkeld genoeg. Ik hoor graag wat u van de metamorfose vindt, maar dat niet alleen. HandHaving wil een platform zijn voor meningen over het vak: wat doen we goed, waar gaan we de mist in? En vooral hoe kan het beter? Ingezonden brieven, mails met uw visie, suggesties aangaande de inhoud van HandHaving, het is allemaal van harte welkom via
[email protected] of onze Postbus 270, 2700 AG in Zoetermeer. 4
Paul van Nunen, hoofdredacteur
Sluw mengen scheepsafval wordt moeilijk De kans op een tweede TCR-affaire is nu zo klein mogelijk. Volgens Klaas Alblas, senior-beleidsmedewerker bij de provincie Zuid-Holland, wordt het voor bedrijven die scheepsafval verwerken zeer moeilijk om slinks van het gevaarlijke afval af te komen. In Nederland zijn er vier grote havenontvangstinstallaties (HOI’s). Deze bedrijven konden indertijd makkelijk geld verdienen door bijvoorbeeld vervuilde olie uit de chemische industrie te mengen met het water waarmee scheepstanks werden gewassen. Omdat het gevaarlijke afval werd gemengd met grote hoeveelheden waswater bleef de concentratie aan gevaarlijke stoffen beneden de lozingseisen en kon het gevaarlijke afval al dan niet via de waterzuivering worden geloosd. Dat is veel goedkoper dan de olie aan een vuilverbrandingsbedrijf aanbieden, terwijl wel het volle pond werd ontvangen van het bedrijf dat het afval aanbood. En omdat de HOI’s moeite hebben om het hoofd financieel boven water te houden, is de verleiding tot malafide handelen groot. Voortaan mogen HOI’s, en ook andere afvalverwerkende bedrijven, alleen nog maar mengen als dit in hun vergunning staat. Daarvoor is het belangrijk dat er een goede afstemming komt tussen de provincie die vergunningen op grond van de Wet milieubeheer afgeeft aan de inrichting en Rijkswaterstaat die verantwoordelijk is voor de vergunningen op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewater. Alblas: „Vroeger was een afvalverwerkend
bedrijf soms een soort ’black box’ voor de toezichthouder. De provincie controleerde vooral wat de inrichting in ging en Rijkswaterstaat controleerde wat er uit kwam. Er was geen zicht op wat er precies binnen de inrichting weggemengd werd.” Voortaan moeten specialisten van verschillende diensten met elkaar samenwerken bij de controle van een HOI. De afvalverwerkende bedrijven moeten op hun beurt precies opschrijven welke afvalstoffen binnenkomen, waar ze worden opgeslagen, wie er monsters neemt en hoe alles wordt verwerkt. De exploitanten van de HOI’s waren niet blij met deze administratieve eisen, maar werken inmiddels wel volgens de nieuwe methode. De nieuwe regels vloeien voort uit het rapport ’De verwerking verantwoord’. Alblas was lid van de werkgroep van betrokken instanties die de adviezen opstelde. Hij vertelt dat het vier jaar heeft geduurd voordat de aanbevelingen er lagen. Die tijd bleek nodig om twee ministeries, het IPO en het bedrijfsleven op één lijn te krijgen. Ook de inspraakprocedure vergde een jaar. De aanbevelingen worden landelijk ingevoerd en deze herfst tijdens vijf bijeenkomsten aan de handhavers, vergunningverleners en betrokken bedrijven uitgelegd.
Slibellende
Commentaar: Mijn achtertuin
De juridische strijd tussen MilieuTech beheer, de voormalige exploitanten van de slibverwerkende fabriek STVM, en de waterschappen Regge en Dinkel en Groot Salland duurt voort. De waterschappen moeten 19 miljoen euro schadevergoeding betalen aan de voormalige eigenaren van de slibfabriek, maar nemen geen genoegen met deze nederlaag. Elke juridische mogelijkheid wordt door de waterschappen aangegrepen om het ongelijk van STVM te bewijzen. De rechtbank van Almelo heeft nu bepaald dat de waterschappen door mogen procederen tegen eerdere uitspraken.
Not in my backyard (NIMBY) of op zijn Hollands niet in mijn achtertuin (NIMA) kennen we allemaal. Niet in mijn tuin, liever bij de buren. Maar als het op handhaving uitdraait is de kans op een WANIEBIDEBU het grootst: waarom niet eerst bij de buren. Buren: de smeerolie van de bestuursrechtspraak. Zo wil de gemeente Amersfoort een meneer in Hoogland dwingen een tuinmuur van 1,80 bij 3 meter af te breken. De muur is een samenstel van betonnen plantenbakken en had in de jaren zeventig niet misstaan als speels parkelement’ van de Berlijnse muur. De verontwaardigde Hooglander, die naar de Raad van State is gestapt, vindt dat de gemeente met twee maten meet. Amersfoort is vergeven van de illegale, veel te hoge, te brede en domweg lelijke erfafscheidingen waar zelden tegen opgetreden werd. Maar dat is voorbij. De Utrechtse gemeente heeft begin dit jaar een nieuwe, strenge handhavingsnota het licht doen zien. Er zijn maar liefst tien aanschrijvingen de deur uit, meldde de gemeentewoordvoerder trots tijdens de rechtszaak. Het feit dat de Hooglander een van de eerste dwangsommen aan zijn broek heeft is pure botte pech. ªTja, in uw geval hebben de buren geklaagd en dan kan de gemeente niet met haar armen over elkaar blijven zitten , merkte de bestuursrechter op. ªMaar die duizend andere te hoge en te brede muren dan , opperde de met bewijsfoto’s wapperende Hooglander. ªWe moeten toch ergens beginnen , mompelde een andere gemeenteambtenaar achter in de zaal. De Hooglander kan zijn noodlot niet verdragen. Het feit dat er voorlopig her en der in Amersfoort te hoge muren hem brutaal blijven aanstaren, terwijl hij binnenkort de sloophamer op zijn bloedig gemetselde meesterwerk moet laten neerdalen, is onverteerbaar. En helemaal onverdraaglijk zal tijdens het gehak het gniffelend geschuif van de vitrage van de buren zijn. Dit alomtegenwoordige polderlandse dilemma is terug te voeren op een bekende vorm van de relatieve deprivatie, ofwel een zintuigelijke stoornis. Hoe beter het met mensen gaat, hoe zwaarder schijnbaar ondergeschikt verlies gaat wegen. Na Enschede zijn we allemaal voor strenge handhaving maar gemeentebestuur: kunt u eerst bij mijn buurman beginnen, niet bij die aardige vent, maar wel bij die vervelende zeurkous uiteraard!
Foute jagers De AID wist vorige maand drie jagers op heterdaad te betrappen bij het jagen op wilde eenden vlakbij een zogenaamde eendenput en voederplaats. De jagers hadden een jachtakte, maar die zijn ze nu kwijt. Tegen het trio uit Baarle Hertog werd proces-verbaal opgemaakt en de jachtgeweren werden in beslag genomen. De AID constateerde dat op de plaats waar de jagers schietend werden aangetroffen, regelmatig vele kilo’s tarwekorrels werden gevoerd. De jacht op wilde eenden is op 15 augustus jl. geopend. Volgens de Flora en Faunawet (waarin o.a. de artikelen uit de Jachtwet zijn opgenomen) is het niet toegestaan de jacht te beoefenen binnen een straal van 200 meter van een plaats waar voer wordt verstrekt met het oogmerk wild te lokken.
Jan van Ommen, journalist
5
HandHaving 2002 #5
HandHaving 2002 #5
Metamorfose
Brandblussers weer buiten
Opslag ammoniumnitraat moet veiliger
In juli 1992 vertelde Simon Huisman, hoofd regionaal milieubureau van de gemeentepolitie Groningen, in HandHaving dat de bereden brigade voor het eerst werd ingezet bij de bedrijfscontrole van 114 boerderijen in de omgeving van de stad. De praktijk had ons geleerd dat wij met onze surveillanceauto s op een aantal plaatsen, zoals de boerderijen, gewoon niet kwamen. Toen werd het idee geboren daarvoor ruiters in te zetten. De boeren, die tot dat moment nooit enige controle van gemeente of politie hadden gehad, keken in eerste instantie vreemd op. De combinatie boerenstand-bereden politie werkte echter goed. Men kende elkaar al van de veemarkt, schreef dit blad 10 jaar geleden. Het Projectbureau Politiële Handhaving Milieuregelgeving gaf zelfs subsidie voor de aanschaf van een paardentrailer. Simon Huisman werkt niet meer bij het milieubureau en door reorganisaties is er in de stad Groningen van de regiosamenwerking ook niet veel meer over. Maar de paarden zijn niet vergeten.
Na twee acties van de Politie Twente en diverse Twentse gemeenten zijn de brandblussers op de onbemande tankstations weer bereikbaar als er zich calamiteiten voordoen. Vorig jaar bleken bij 56 van de 85 onbemande stations de brandblussers s nachts achter slot en grendel te staan vanwege angst voor vandalisme.
De veiligheidssituatie bij groothandels en distributiebedrijven van ammoniumnitraat is in een aantal gevallen ontoereikend. Met name de opslag en brandveiligheid moet beter. De VROM-Inspectie komt tot die conclusie na een inventarisatie van bedrijven die ammoniumnitraat en ammoniumnitraathoudende meststoffen maken en opslaan.
Michael van Velsen van de afdeling Milieu van het korps Groningen vertelt dat tien collega’s van de bereden politie binnenkort zelfs op cursus gaan. „Want naast de grijze wetgeving gaan we ook toezicht doen op de groene wetten. Onze ruiters moeten daarom alles weten over de nieuwe Flora en Faunawet.” De paarden stappen al regelmatig rond op de kwelders bij de Waddenzee. Na de cursus zullen ze veel vaker op moeilijk bereikbare plaatsen in het vrije veld komen, meent Van Velsen. „Ze gaan dit toezicht nadrukkelijk ondersteunen. Het mooie is natuurlijk ook dat je met een paard ergens stilletjes op af kunt stappen.” En die 114 zeer moeilijk bereikbare boerderijen? „Ach, ik denk dat het indertijd een pr-praatje is geweest, mede vanwege de subsidiegelden. Ze zullen met die beesten weleens op het platteland gesurveilleerd hebben, maar bij een echte bedrijfscontrole op milieuwetgeving werkten we ook toen al vaak samen met AID en provincie. Reken maar dat ze de auto pakten.”
Aanleiding voor de controle op de beschikbaarheid van brandblussers was een brandje op een tankstation in Rijssen oktober vorig jaar. Direct blussen was toen onmogelijk omdat de brandblussers opgeborgen zaten. Na een inventarisatie door de Seph Twente blijkt 65% van de exploitanten de brandblusapparatuur op te bergen als ze zelf niet aanwezig zijn. De aanwezigheid van blusmiddelen is tijdens onbemande uren echter ook een wettelijke plicht. Bovendien zijn er technische voorzieningen maar waardoor de blussers wel buiten kunnen staan. Een waarschuwingsbrief van de betrokken gemeenten heeft veel effect. Na de brief controleert de politie alle 85 tankstations en bij 83 verkooppunten is alles in orde. De twee volhouders krijgen een proces-verbaal.
HandHaving 2002 #5
Nadere inlichtingen: Rob te Wierik, Seph Twente, tel. 038-4252400.
6
Vorig jaar ontplofte in de Franse stad Toulouse een fabriek waar ammonium-nitraat werd geproduceerd. Gevolg: dertig doden. Na dat ongeluk onderzocht de VROM Inspectie de veiligheid van vier Nederlandse fabrieken die deze stof in grote hoeveelheden produceren: Hydro Agri in Sluiskil, Zuid Chemie in Sas van Gent, DSM Agro in Geleen en DSM Agro in IJmuiden. Deze bedrijven beschikken over een actuele vergunning en werken voldoende veilig. Een ongeval zoals in Toulouse is vrijwel uitgesloten. De typen kunstmest die deze fabrieken maken, zijn minder gevaarlijk dan het materiaal dat tot de ontploffing heeft geleid. Ontoereikend Op basis van het onderzoek schat VROM dat circa 170 bedrijven in Nederland ammoniumnitraat behandelen, opslaan en/of gebruiken. En juist bij die distributie en opslagbedrijven blijkt de veiligheid niet optimaal te zijn. Het risico van een ongeluk is op zich minder groot dan bij de producenten. Dat neemt niet weg dat de Inspectie heeft ingegrepen bij enkele bedrijven waar de opslag en brandbestrijding ontoereikend was. Ook hebben de toezichthouders onvoldoende kennis van de gevaren van kunstmest en ammoniumnitraat.
Een deel van de op de Nederlandse markt verhandelde ammoniumnitraat (bevattende producten) komt uit het buitenland. Vanwege gebrekkige of soms geheel ontbrekende gevarenbeschrijving op de etiketten kan het voorkomen dat partijen ten onrechte minder streng behandeld worden. Verwarring Ook de verschillende wettelijke regels die op ammoniumnitraat (-producten) van toepassing zijn, leiden tot verwarring en werken onderschatting van de risico’s in de hand. De Inspectie pleit daarom voor actualisatie en harmonisatie van regelgeving op Europees niveau. De branchevereniging van kunstmestbedrijven gaat de opleiding en voorlichting over het veilig omgaan met meststoffen opnieuw opzetten. Het rapport is aangeboden aan de Tweede Kamer. Nadere inlichtingen: Ministerie van VROM, tel. 070-3395358/3393970
Cijfers en Trends De VROM-Inspectie heeft vorig jaar bij 44 gemeenten het gemeentelijke bouw- en woningtoezicht doorgelicht. Het gemiddelde oordeel is ’matig’. Het verlenen van bouwvergunningen komt er het beste af, het toezicht op het bouwen of slopen zelf functioneert minder. Vergeleken met resultaten van voorgaande jaren ziet de Inspectie geen aantoonbare vooruitgang in de kwaliteit van dit toezicht in het bouw- en woningtoezicht. De top 5 van de beoordeelde onderdelen is: 1 Verlenen bouwvergunningen/-meldingen 2 Administratieve organisatie 3 Verlenen sloopvergunningen en -meldingen 4 Handhaving bouwen/slopen zon der of in afwijking vergunningen 5 Handhaving kwaliteit bestaande woningvoorraad bron: Inspectie Bouwregelgeving Landelijke rapportage 2001
7
HandHaving 2002 #5
Hoe gaat het toch met... de paarden in Groningen
Opslag ammoniumnitraat moet veiliger De ontploffing van een kunstmestfabriek in Toulouse kostte dertig levens. (Foto: ANP)
Controle op antifouling werpt vruchten af De afgelopen maanden zijn duizenden boten gecontroleerd op antifouling.
Achterhoek publiceert namen overtreders Vijftien van de zeventien bij de regio Achterhoek aangesloten gemeenten hebben meegedaan aan een veiligheidsproject. Ook politie, provincie Gelderland en de brandweer werkten mee. Voor het eerst in deze regio zijn de handhavingsgevens van de bezochte bedrijven met naam en toenaam in de publiciteit gebracht. Bestuurders van de aangesloten gemeenten schrokken aanvankelijk terug voor het openbaar maken van de handhavinggegevens. Zij wilden geen bedrijven aan de schandpaal nagelen. Vooruitlopend op nieuwe wetgeving is die informatie echter toch bekend gemaakt. „Met levendige reportages op TV Gelderland tot gevolg”, vertelt Hans Huls, projectleider en medewerker afdeling milieu van de gemeente Doetinchem. Uniform Centraal in het onderzoek stond de naleving van veiligheidsvoorschriften binnen inrichtingen. De handhavingspartners hebben vooraf afspraken gemaakt over een uniforme uitvoering. De aanschrijving van bedrijven verliep volgens de ’tweetrapsraket’ (niet meer dan twee brieven), het op de hoogte stellen van het Openbaar
Ministerie van overtreding van kernbepalingen (het niet naleven van voorschriften met een potentieel risico voor externe milieuveiligheid), het gebruik van standaardbrieven en de instelling van een helpdesk. Toezichthouders en handhavers volgden vooraf een tweedaagse cursus over externe veiligheid en de veiligheidsvoorschriften. Kernbepaling Bij vijftig bedrijven werden 151 overtredingen geconstateerd. Bij 50 overtredingen ging het om een kernbepaling, zoals het niet voldoen van LPG-installaties aan de CPR-richtlijn; geen brandblussers aanwezig bij vuurwerkopslag en slechte brandwering bij de opslag van gevaarlijke stoffen. Bij deze 50 missers waren 28 bedrijven betrokken. Overigens hadden de handhavers
zelf ook moeite zich aan een afspraak te houden. Ondanks de ’informatieplicht’, vastgelegd in het bestuursconvenant, is in totaal 29 keer een overtreding van een kernbepaling niet doorgegeven aan het Openbaar Ministerie. Brandveiligheid Het realiseren van veilige situaties kan niet zonder de inbreng van de brandweer, zo leert de ervaring in de Achterhoek. De brandweer gaat immers over de gebruiksvergunningen en de daarin geregelde brandveiligheid. Tot op heden is de brandweer niet betrokken bij (bestuurlijke) handhavingsoverleggen. Verder zal de handhaving in de regio Achterhoek een stap vooruit doen met de oprichting van het (toegezegde) milieuteam bij de politie. Dan is er bij de politie een aanspreekpunt voor overtredingen, die nu vaak niet worden doorgegeven. Nadere inlichtingen: Hans Huls, gemeente Doetinchem, tel. 0134-377422
HandHaving 2002 #5
Controle op antifouling werpt vruchten af Elf handhavingsorganisaties hebben dit jaar nadrukkelijk gecontroleerd of pleziervaartuigen waren geverfd met antifouling. Er is in 108 plaatsen en op ruim 350 locaties gecontroleerd. De controles veroorzaakten commotie in de watersport. Inmiddels biedt het gros van de watersportwinkels echter geen antifouling meer aan.
8
Antifouling is een koperhoudende verf voor schepen: ideaal tegen algengroei en heel slecht voor het
milieu. Daarom is dit type verf alleen nog toegestaan voor de beroeps- en marinevaart. KLPD, VROM-Inspectie,
waterbeheerders en politiekorpsen besteden dit jaar in hun reguliere controles extra aandacht besteed aan antifouling. Op die manier zijn duizenden boten gecontroleerd. De verkooppunten zijn apart onder de loep genomen. Twee watersportwinkels kregen een proces-verbaal omdat ze bij
Kort een tweede controle nog antifouling op voorraad hadden. De verkoop aan particulieren werd minimaal toen de verffabrikanten zelf de antifouling omruilden voor kopervrije producten. Eén verffabrikant probeerde een persbericht van VROM via een kort geding te herroepen. Het bedrijf kreeg ongelijk: VROM mocht volgens de rechter zeggen dat antifouling verboden is. 35 watersporters werden betrapt bij het aanbrengen van de schadelijke verf. Het Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen in Edam combineerde de controle met naleving van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Indien de bootbezitter met de Wvo ook in de fout ging en weigerde de antifouling weg te halen, werd een dwangsom verbeurd van €1500,-. De dwangsom werd pas ingetrokken als de antifouling was verwijderd. Tien schippers werden op deze wijze aangepakt. Veel watersporters gebruiken inmiddels veiliger producten, al is ook geconstateerd dat bootbezitters met een ligplaats in zout water hardnekkig willen vasthouden aan koperhoudende verf. Zij vertrouwen de alternatieve verf voor zout water niet en halen de antifouling desnoods zelf in Duitsland of België. Daar is het legaal te koop. Nadere inlichtingen: Marcel Bovenkerk, VROM-Inspectie Zuid, tel. 040-2652911. Foto: Format
Verboden airco s terug naar China Circa 150 huishoudelijke airconditioners voorzien van het verboden koudemiddel van type HCFK R22 zijn teruggestuurd naar China. In dat land waren de apparaten gemaakt. De airco s maakten deel uit van een grote partij van 3000 exemplaren. Het merendeel daarvan had inmiddels zijn weg gevonden naar de consument. Nico Peeters van de VROM-Inspectie Zuid trof de apparaten aan tijdens een controle van een importbedrijf in Noord-Brabant. „Het type koudemiddel stond in de bijgesloten handleiding van de airco’s. Er kon dus geen misverstand over bestaan.” Op grond van Europese regels is het sinds 1 januari 2001 verboden met HCFK gevulde mobiele apparaten op de markt te brengen. Net als de al jaren verboden CFK’s tasten HCFK’s de ozonlaag aan. De kans op huidkanker neemt daardoor aanzienlijk toe. Tegen de importeur is procesverbaal opgemaakt. Nadere inlichtingen: Nico Peeters, VROM Inspectie Zuid, tel. 040-2652911, fax 0402460902
De integrale Tweede Fase Opleiding Milieukunde (TOM) viert donderdag 14 november haar tweede lustrum. Master’s of Envirionmental Science en andere belangstellenden kunnen zich op
[email protected] aanmelden voor het symposium Richting geven aan een duurzame samenleving. Autoproducent Ford is met de Amerikaanse justitie een schikking overeengekomen over het opruimen van 77.000 kubieke meter verontreinigde grond en industrieel afval. Ford heeft in de jaren vijftig en zestig een nationaal park in de staat Ohio gebruikt als stortplaats. Met het financieel aansprakelijk stellen van Ford, bespaart de Amerikaanse overheid 30 miljoen dollar. Het Van Hall Instituut Business Center houdt een themadag over ’Sanering van ongerioleerd buitengebied. De stand van zaken in NoordNederland’. Informatie: tel. 0582846160. De verplichte openbaarheid van gemeentelijke gedoogbeschikkingen leidt niet tot bekendheid bij burgers, zeggen de Kamerleden Oscar van der Ham (D66) en Wijnand Duyvendak (GL). Hun motie roept de regering op overheden te verplichten (gedoog)-beschikkingen actief openbaar te maken via internet.
9
HandHaving 2002 #5
Achterhoek publiceert namen overtreders Henk Wubbels, milieuwethouder van Doetinchem, gaf het startsein aan het veiligheidsproject door in een gaspak te kruipen.
Creatief met bilgewater en afgewerkte olie
HandHaving 2002 #5
Een informant tipte de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van VROM over mogelijke subsidiefraude bij de inzameling en afgifte van scheepsafvalstoffen. Binnenvaartschippers, inzamelaars en verwerkers zouden eendrachtig samenwerken bij het vervalsen van formulieren en zo meer subsidie opstrijken. Ook werden bilgewater en afgewerkte olie gemengd en verkocht als huisbrandolie. Die fraude is niet bewezen, het gerommel met afval wel.
10
Het onderzoek kreeg de naam FRASA mee: ’fraude scheepsafvalstoffen’. Sinds 1993 kunnen binnenvaartschippers bilgewater en afgewerkte olie vrijwel gratis afgeven aan vaste inzamelaars of bij vaste inzamelpunten. Zo wordt het lozen van de afvalstoffen op het oppervlaktewater voorkomen. De inzamelaars declareren de ingenomen afvalstoffen met zogeheten S-formulieren bij de Stichting scheepsafvalstoffen bin-
nenvaart (SAB). Op basis van deze administratie keert de Stichting SAB subsidie uit voor elke liter apart gehouden bilgewater en afgewerkte olie. De inzamelaars brengen de afvalstoffen vervolgens naar een vergunde verwerker. De informant vertelde de Centrale Inlichtingen Eenheid (CIE, de inlichtingentak van de VROMIinlichtingen en Opsporingsdienst (VROM-IOD) dat inzamelaar J. in
Zwijndrecht structureel meer bilgewater bij Stichting SAB declareerde dan het bedrijf feitelijk innam. Vervolgens zou J. de afvalstoffen afleveren bij een verwerker zonder vergunning. Een goedkope manier om van de afvalstoffen af te komen. Afwijkingen Het FRASA-opsporingsteam stond onder aanvoering van Rob van den Bos en Hans van den Bos (geen familie), rechercheurs bij de VROMIOD. Rob van den Bos: „Naar aanleiding van de informatie werd een voorbereidend onderzoek gestart. De in- en uitgaande afvalstoffen van J. werden geanalyseerd met behulp van gegevens van het Landelijk
Meldpunt Afvalstoffen en vergeleken met gemiddelden, onder meer met soortgelijk bedrijf D., ook in Zwijndrecht. Zo kwam aan het licht dat J. in een jaar tijd tweemaal zoveel bilgewater inzamelde als twee jaar geleden. De hoeveelheden weken sterk af van landelijke gemiddelden. Zowel J. als D. leverden sinds een jaar de scheepsafvalstoffen af bij inzamelaar I. in Gendt, nabij Nijmegen. De administratie van bedrijf I. toonde aan dat de transporten van J. en D. vrijwel altijd dezelfde dag en in dezelfde hoeveelheid werden afgegeven aan het bedrijf W. in Roosendaal.” Bij het team rees het vermoeden dat de weg die formulieren aflegden wel eens een heel andere zou kunnen zijn dan die van de fysieke afvaltransporten. De omweg naar Gendt werd slechts op papier gemaakt om W. in de luwte te houden. Dat bedrijf heeft namelijk geen vergunning voor het bewerken van scheepsafvalstoffen. Observatie De verdenkingen waren genoeg aanleiding voor het starten van een strafrechtelijk onderzoek en het inzetten van bijzondere opsporingmethoden. Observatie van de transporten wees uit dat steeds dezelfde chauffeur en vrachtauto naar I. in Gendt reed. Maar de vrachtauto stond daar te kort om te kunnen lossen. En enkele keren werd het traject naar het oosten niet afgelegd maar zette de wagen rechtstreeks koers naar W. in Roosendaal. Tijdens de transporten naar Gendt wijzigde de samenstelling en gewicht van de afvalstoffen niet. Met andere woorden: er werd niet gelost. Het strafbare feit, afgifte aan een niet-vergunninghouder en valsheid in geschrifte, lijkt daarmee voldoende bewezen. Het bewijzen van fraude met S-formulieren bezorgde het opsporings-
team aardig wat hoofdbrekens. Een dertigtal binnenvaarschippers met een opvallende hoge afgifte van afgewerkte olie en bilgewater, werd benaderd. Hun voorraadadministratie stemde grotendeels overeen met de gemeten voorraad. Slechts in één geval (bedrijf J.) was op het S-formulier de afgifte van afgewerkte olie vermeld terwijl dit niet was gebeurd. De SAB-fraude, administratief meer inzamelen en declareren dan in werkelijkheid plaatsvindt, heeft het opsporingsteam niet hard kunnen maken. De informatie van de tipgever kon niet worden bevestigd. „Maar kan ook niet worden ontkend”, stelt rechercheur Rob van den Bos. Dat de bedrijven J. en D. de afvalstoffen bij eindverwerker ATM afleverden tegen hogere kosten dan de variabele bedragen die zij van SAB ontvingen, bracht het team tot een andere invalshoek. Hielden de bedrijven illegale inzamelingen wellicht buiten de voorraadadministratie? Dan zou SAB-fraude aantrekkelijk zijn. Maar ook daar zijn geen harde bewijzen
Samenwerking Aan het onderzoek werkten mee de VROM-IOD, de Milieugroep van de KLPD, Politie Zuid-Holland-Zuid, Politie Midden- en West-Brabant, Politie Gelderland Midden, de VROMInspectie en de provincie ZuidHolland. Het strafrechtelijk onderzoek begon onder leiding van een milieuofficier van het arrondissement Dordrecht. Vervolgens werd het onderzoek drie keer overgedragen aan andere officieren, die telkens ingewerkt moesten worden. Twee dagen voor de doorzoekingen bij verdachte ondernemingen, blies de officier die actie af. Gevolg: vier maanden vertraging van het onderzoek.
voor gevonden. Hans van den Bos wijst op de maas in de SAB-regeling. „Een check is niet mogelijk. Spelen ontdoener en inzamelaar onder één hoedje dan kom je er niet tussen. In dit soort subsidiesystemen moet de wetgever een tegengesteld belang inbouwen tussen de schakels. Dan houden de partijen elkaar wel in de gaten.” Er blijven voldoende overtredingen over om inzamelaars J. en D. voor de rechter te brengen. Zo haalden beide bedrijven afval bij bedrijven op het vasteland op. Van scheepssloperijen tot zuiveringslib, terwijl zij uitsluitend scheepsafvalstoffen mogen inzamelen. Vergunningverlener provincie Zuid-Holland had hier alerter op moeten reageren. Ook de provincie Gelderland beloofde beter op te letten. Onomstotelijk is vastgelegd dat beide bedrijven ingezamelde afvalstoffen niet gescheiden houden. Binnenschippers hielden afgewerkte olie en bilgewater netjes apart, maar de slangen van de bilgeboten van J. en D. zogen beide afvalstoffen naar een en dezelfde opslagruimte. De bovenste laag van deze vloeistof, een drijflaag olie, werd ’afgeroomd’ (dus bewerkt), afgevoerd naar W. en verkocht als stookolie aan tuinders. Bepaald pijnlijk is het feit dat zowel de beleidsafdeling van VROM als SAB op de hoogte waren van dit afromen. Rob van den Bos: „Aannemelijk is dat daarbij luchtverontreiniging is ontstaan. De effecten zijn moeilijk meetbaar. Weer een bewijs hoe lastig de milieurelevantie is van dit soort overtredingen.” Wel aantoonbaar is het wederrechtelijk verkregen voordeel: € 72.493,- voor J, € 48.315,- voor D, € 8.091,- voor I. en € 209.062,- voor W. Tekst: Nicoline Elsink Foto’s: Ben Balster
11
HandHaving 2002 #5
Rob van den Bos en Hans van den Bos, rechercheurs VROM-IOD brachten een deel van de keten ontdoeners-inzamelaars-verwerkers van scheepsafvalstoffen in kaart.
Onze taak is vooral ellende voorkomen.
HandHaving 2002 #5
Sinds vorig jaar controleert de gemeente Enkhuizen onaangekondigd en bij voorkeur s nachts de veiligheid in horecabedrijven. Eenzelfde strategie wordt met succes toegepast in de bouw. Het eerste jaar gaf voldoende reden om dit toezicht op het nachtleven te continueren, naast het reguliere controleprogramma tijdens kantooruren. Een avondje stappen aan het IJsselmeer. Er is in Enkhuizen een pool geformeerd van ongeveer tien toezichthouders, afkomstig van Brandweer, Bouw- en Woningtoezicht, Milieu en Algemeen juridische zaken. In wisselende samenstelling, met dus telkens andere accenten, controleren ze ’s avonds en ’s nachts de Stadsherberg, de Bierelier, de Beachclub, het Keldertje, de Lange Jan en de vele andere cafés. Zijn de nooduitgangen vrij; hangen er geen brandgevaarlijke decoraties; is er noodverlichting; zijn de blusmiddelen goed bereikbaar; worden de sluitingstijden nageleefd; kloppen de bezoekersaantallen; is het geluidsniveau niet te hoog; ligt er afval rond de bedrijven; worden er geen glazen mee naar buiten genomen; is de bedrijfsleider aanwezig; zijn ramen en deuren gesloten? Soms gaan er ook geluidsmeters mee.
12
Rondes maken Zaterdagavond, elf uur, de haven van Enkhuizen. Het is tropisch warm. Het havenstadje maakt zich op voor
een zomerse uitgaansavond. Of zeg maar nacht, want in Enkhuizen kun je tot in de kleine uurtjes terecht. Op hun gemak slenteren Hans de Vries en Gert van der Kruk van de gemeente het stationsplein op. „We kijken altijd even of er hangjongeren rondzwerven.” Bij het passeren van een drukbezet caféterras zegt De Vries, van de productgroep Stedelijke Ontwikkeling: „Dit moet om twaalf uur weg zijn. Dus dan lopen we weer even langs. Ze weten nu trouwens in bijna alle bedrijven dat we weer bezig zijn, want de portiers staan mobiel met elkaar in verbinding.” Kroegen en discotheken die laat sluiten moeten vanaf elf uur een portier annex toezichthouder aan de deur hebben. Een uur voor sluitingstijd mag er niet meer worden geschonken; twee uur daarvoor mag er geen publiek meer naar binnen. De Vries: „Een keer heb ik tot het einde toe gecontroleerd en ik ben toen wel geschrokken van hoe die jongeren er aan toe waren. En van
de grote agressie die er hing.” Urinoir Veel overtredingen constateert het team over het algemeen echter niet en al helemaal geen zaken die nopen tot ingrijpende maatregelen zoals sluiting. Groepschef Sijm van de politie: „Er worden jaarlijks misschien vijf processen-verbaal opgemaakt voor overtreding van de sluitingstijd; onze taak is in dit geval toch om zoveel mogelijk ellende te voorkomen. Dat lukt aardig.” De ondernemers zijn ook tevreden, mede omdat ze een belangrijke stem hebben gehad in het proefproject Veilig Uitgaan, dat in samenwerking met de gemeente van de grond kwam. De belangrijkste uitgaansstraat heeft nu paaltjes die voorkomen dat er ’s nachts met auto’s wordt gescheurd, de verlichting is verbeterd en om de hoek is een taxistrook aangelegd. De talrijke nissen en steegjes in het centrum worden in het weekend afgesloten, zodat wildplassers elders hun heil moeten zoeken. In het ’frissoir’ pal tegenover de discotheek bijvoorbeeld, een hypermodern urinoir met spoeling. Overlast De gemeente is inmiddels wel
Ook in de bouw Enkhuizen hanteert hetzelfde type controles in de bouw. Dat is bijzonder, want uit onderzoek van de VROMInspectie blijkt dat de gemeentelijke controle op bouwplaatsen nihil is. Van der Kurk: ªE n keer per maand bespreken we de lijst van lopende projecten en adviezen en prikken we een reeks controles. We gaan onaangekondigd naar de bouwplaats en controleren of de aannemers bouwen volgens dat advies, de milieuvergunning en de overige regels. Regelmatig worden fouten geconstateerd: verkeerd glas, sponningen die niet deugen of muren die niet aansluiten op het plafond. ªTijdens de bouw kun je die zaken nog zien en zijn ze relatief makkelijk te verhelpen. Later wordt dat problematischer, zowel voor ons als voor de bouwers. De aannemers in de omgeving weten inmiddels dat de gemeente minimaal twee keer en bij grotere projecten minimaal vier keer komt kijken. Dan bellen ze: als jullie binnenkort weer komen, schiet me even aan, want ik heb nog een paar vragen. Voordeel voor de bouwvakkers is dat een controle het toezicht op brandveiligheid, constructieveiligheid en milieu omvat. ªWij worden niet tegen elkaar uitgespeeld en de aannemer heeft in n keer alle instanties gehad.
sluiten. Hij weigert dat omdat zijn omzet juist in die vroege uurtjes tot stand komt. De Vries: „Maar als hij dan als enige nog open is, leidt dat tot een enorme toeloop en onaanvaardbare overlast van de leefomgeving.” De Vries en Van der Kruk lopen wel even naar de snackbar om de man er op te wijzen dat de nu nog smetteloze stoep aan het einde van de avond niet weer een stortplaats moet zijn, zoals eerder gesignaleerd. „Als ik u was, zou ik daar nu alvast twee afvalbakken bij zetten”, oppert De Vries. „Zal ik doen”, bromt de man. Enkhuizen telt ruim tachtig horecabedrijven op 17.000 inwoners. ’s Zomers verdubbelt dat aantal, door de toestroom van toeristen. Toch gaat het niet goed met de branche, laten diverse cafébazen weten. Volgens een discotheekeigenaar komt dat door concurrentievervalsing. „Er worden in deze streek megaparties en schuurfeesten georganiseerd. Daar houden ze zich niet aan de regels en ze zitten vol. Hier wordt intussen extra streng gecontroleerd.” De Vries hoort de grief aan en noteert enkele gegevens inzake tijdelijke evenementen buiten het stadje. „Dat trekken we wel na.” Glaasje water Van de overkant van de straat klinkt luid de muziek uit een café. „Dit kan niet. Die deur moet dicht.” Vanwege de hitte stond hij open, legt de bedrijfsleider uit. En dicht gaat de deur, hoewel binnen tropische temperaturen heersen, waar overigens
niemand onder schijnt te lijden. De Vries: „We proberen alles met praten op te lossen. Maar men krijgt wel altijd een schriftelijke weergave van het besprokene. Bij een volgende overtreding treden we dan wel op.” Aan de lopende band krijgen De Vries en Van der Kruk consumpties aangeboden. In een discotheek nemen ze een glaasje water. De eigenaar merkt fijntjes op: „Kijk, ik heb zelfs recyclebare glazen van polycarbonaat. Goed voor het milieu, maar ook voor de veiligheid.” Vooralsnog gaan de onaangekondigde controles door, want alle betrokkenen zijn overtuigd van het gunstige effect op de naleving. Ook gemeentelijke inrichtingen ontsnappen niet aan de aandacht. Een buurthuis is zelfs gesloten omdat de bedrijfsleider constant niet aanwezig was. Inmiddels is het echt nacht geworden. Het terras is inderdaad verdwenen, maar plotseling lichten boven de skyline van Enkhuizen laserstralen op. „Daar hadden ze toch juist geen vergunning voor gekregen?”, vraagt Van der Kurk aan De Vries. De mannen mogen nog niet naar huis. Nadere inlichtingen: Hans de Vries, Openbare Orde en Veiligheid gemeente Enkhuizen, tel. 0228-360234 en Gert van der Kruk, brandweer Enkhuizen, tel. 0228-32 23 68. Tekst: Joost Swanborn Foto’s: Jenny Ellen, ANP
13
HandHaving 2002 #5
Integraal nachtbraken in Enkhuizen
verwikkeld in een rechtszaak met een snackbaruitbater die vanwege de nieuwe regels om twee uur moet
Dossier: Duurzaam bouwen
Op de beeldententoonstelling Den Haag sculptuur 2002 toont de Zweedse kunstenaar Peter Johansson een kerk van hout en PUR. Duurzaam met een chemische touch.
Rekenschap afleggen valt nog niet mee
14
Voor duurzaam bouwen, in de woningwereld dubo genoemd, breekt een nieuwe fase aan. Na jaren van verplichte vrijwilligheid, vastgelegd in convenanten, wordt duurzaam bouwen onderdeel van het normale woonbeleid en van de reguliere bouwregelgeving. Duurzaam bouwen krijgt nog wel een fikse duw in de rug van een nog op te bouwen netwerk van regionale dubo-consulenten, mede betaald door de rijksoverheid. In de afgelopen jaren is wel veel kennis verzameld, maar de verspreiding daarvan kan beter. Dat constateert NOVEM, de uitvoerder van stimuleringsregelingen, in de laatste monitoring voortgangsrapportage duurzaam bouwen. De consulent gaat gemeenten helpen bij het opzetten van een beleid voor duurzaam bouwen. Deze consulenten trekken op met de klimaatadviseurs. Ook dat is het gevolg van een keuze. Duurzaam bouwen wordt nadrukkelijker ingezet voor het behalen van de doelstellingen in het Klimaatverdrag. Immers, hoe energiezuiniger de woning, hoe lager de uitstoot van broeikasgassen. Behalve de stimuleringsregelingen op rijksniveau zijn er tal van financiële potjes bij provincies en gemeenten.
Zoveel dat uitgevers er brood in zien de regelingen te bundelen en als boek of cd-rom op de markt te brengen. Een taak van de regionale consulenten zal ook zijn de gemeenten wegwijs te maken in alle mogelijkheden. Voorbeeldprojecten Tastbaar resultaat van het stimuleringsbeleid zijn de Voorbeeldprojecten. In totaal vijftig projecten laten voor woningbouw en utiliteitsbouw zien wat de mogelijkheden zijn van milieuvriendelijk en energiezuinig bouwen. En dat duurzaam bouwen vaak heel gewoon is en niet altijd tot lemen muren en grasdaken hoeft te leiden. Voor de Voorbeeldprojecten was 18,7 miljoen gulden beschikbaar. In opdracht van VROM toetsten de Stichting Experimenten Volkshuisvesting en NOVEM of de plannen in aanmerking kwamen voor subsidie. Externe adviseurs bezochten de voorbeeldprojecten tijdens de bouwfase. Het meest beroemde voorbeeldproject is Biezelanden in Dordrecht. Inmiddels is het onderwerp van een onderzoek van de VROM-Inspectie, want er ging veel mis in Dordrecht. Recent lieten wanhopige bewoners hun bouwvallige huizen aan de toenmalige staatssecretaris Remkes zien.
Uitgerekend bij dit project werd al in een vroeg stadium geld teruggevorderd omdat het niet aan de randvoorwaarden voldeed. Harry Boschloo, coördinator Duurzaam Bouwen bij VROM: „Het subsidieverzoek is indertijd voor een deel afgewezen omdat de uitvoering kwalitatief onder de maat was. Dat gebeurde voordat de bouw begon. Biezelanden is heel betreurenswaardig. Duurzaam bouwen is ten onrechte in slecht daglicht komen te staan. Houtskeletbouw is op zichzelf een goede bouwwijze.” Free riders Boschloo vertelt dat in het algemeen de rijksoverheid let op zogeheten ’free riders’, instellingen en bedrijven die toch al van plan waren (bijvoorbeeld) een energiezuinige machine aan te schaffen of een bepaald project uit te voeren en daarvoor handig gebruik maken van stimuleringsregelingen. Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO) worden uitgevoerd om deze free riders er uit te filteren. Dergelijke onderzoeken zijn ook uitgevoerd naar subsidiemisbruik, bijvoorbeeld huursubsidie en milieusubsidies in de afvalwereld. Boschloo: „Eerlijk is eerlijk, je kunt gerommel met subsidies nooit honderd procent uitsluiten. Ten tijde van de voorbeeldprojecten is om die reden wel eens geld teruggevorderd of een bedrag niet toegekend.” Maatlat Een tweede subsidiemogelijkheid in de beginfase was de Tijdelijke
>>
15
HandHaving 2002 #5
HandHaving 2002 #5
Gerecycelde en duurzame materialen, energiezuinig, minder afval. Duurzaam bouwen is net even anders dan de gebruikelijke woningbouw. Na tien jaar stimuleringsregelingen is Nederland verrijkt met een serie spraakmakende Voorbeeldprojecten, met Maatlatten, Leidraden, convenanten en Nationale pakketten. Maar worden de huizen wel zo milieuvriendelijk gebouwd als toegezegd? Of ligt de PUR-spuit onder handbereik? En wie houdt zicht op de juiste besteding van de subsidie?
HandHaving 2002 #5
regeling stimulering duurzaam bouwen. Voldeden de huizen aan voorwaarden van de Dubo-maatlat (o.a. energiebesparing, waterbesparing, materiaalgebruik en binnenmilieu), dan kon de subsidie per gebouw oplopen tot maximaal tweeduizend gulden. De tijdelijke regeling is in 1999 beëindigd. Erik Kool, medewerker van de VROM-Inspectie Oost: „In het Tweede Plan van Aanpak duurzaam bouwen (1995) stond een duidelijke doelstelling. In 2000 moest 80% van de nieuwbouw volgens de Dubo-maatlat worden gerealiseerd.” De toenmalige Inspectie Volkshuisvesting hield de voortgang van duurzaam bouwen nauwkeurig bij. Na de integratie van de Inspectie Volkshuisvesting in de VROM-Inspectie behoort dit meer beleidsmatige werk niet meer tot de kerntaken. De laatste monitoring van de Inspectie Volkshuisvesting is over het jaar 1998. Gegevens van latere jaren zijn er niet.
16
Gemengde gevoelens Kool kijkt met gemengde gevoelens terug op de Tijdelijke regeling. „Ik heb zo’n mijn twijfels over de toegevoegde waarde. Ik heb het idee dat vooral woningcorporaties werden gesubsidieerd voor werkzaamheden die zij vaak toch al van plan waren uit te voeren.” De controle op het gebruik van bouwmaterialen was ook niet helemaal waterdicht, om het eufemistisch te zeggen. Was het hout van de kozijnen wel zo duurzaam of werd er toch
In de zonne-energiewijk Nieuwland in Amersfoort staat een energiebalanswoning die per saldo evenveel energie gebruikt als produceert.
hout toegepast dat niet aan de milieunorm voldeed? En werden de kieren niet dichtgespoten met het bepaald niet duurzame PUR-schuim? Niemand wil hardop zeggen in hoe-
Rekenkamer kraakt ISV De beleidsbrief Duurzaam bouwen van april 2002 legt uit hoe duurzaam bouwen, na tien jaar demonstraties, voorbeelden en experimenten onderdeel wordt van het gewone woonbeleid en bouw- en regelgeving. En daarmee ook van de initiatieven tot stedelijke vernieuwing van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) en het Innovatieprogramma van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (IPSV). Nieuwe plannen met accenten op energiebesparing, milieueffecten van materialen en gezondheid komen in aanmerking voor subsidie. Ter voorkoming van het free rider-effect luidt een van de randvoorwaarden dat het project nog niet gestart mag zijn. In 2001 zijn 477 aanvragen ingediend waarvan 62 projecten uit 33 gemeenten zijn beloond . De Algemene Rekenkamer velt een hard oordeel over deze stimulering van de integrale milieukwaliteit op lokaal niveau. Uitgaven uit het ISV bestempelt de Rekenkamer als niet (allemaal) rechtmatig. Dit wordt overigens bestreden door het ministerie van VROM.
verre de materialen waarvoor subsidie werd verleend ook echt in de woning werden gebruikt. Coördinator duurzaam bouwen Ingeborg Absil in Rotterdam vertelt dat er af en toe op een bouwplaats werd gekeken. Bij die steekproeven was gemiddeld tachtig procent van de gebruikte bouwmaterialen in orde. „Die controles waren nooit aanleiding het terugstorten van de subsidies te eisen.” Kool durft niet te garanderen dat het geld altijd conform de aanvraag is besteed. „Aan de andere kant, in die begintijd waren de gedreven voorlopers wel zeer gemotiveerd om de juiste materialen te gebruiken.” Dwingender De VROM-Inspectie licht in haar integrale controle van gemeentes ook bouwvergunningen door. „Het enige meetpunt op het gebied van duurzaamheid is de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) van minimaal 1,0,” zegt Kool. De resultaten van de controles tot nu toe geven aan dat gemeentelijke inspanningen om de EPC te behalen achterblijven.” Als het Bouwbesluit – zoals het plan is – meer prestatienormen bevat, valt er ook meer te controleren en zal de Inspectie dwingender kunnen optreden. Kool: „We gaan sowieso meer ter plekke kijken. Niet alleen naar de mate van duurzaamheid, maar ook naar de kwaliteit van de opgeleverde nieuwbouwwoningen. Want daar mankeert ook het een ander aan.” Kool is overigens niet ontevreden
Bewoners van de ecologische woonwijk Eva Lanxmeer hadden inspraak bij ontwerp, realisatie en beheer.
over de resultaten in Overijssel en Gelderland. „In deze regio maakte het bureau Dubouw gemeenten warm voor dubo. Mede dankzij die stimulerende rol verleent een gemeente als Apeldoorn bouwvergunningen met een zeer hoog dubogehalte. Helaas is het bureau opgeheven. In feite was het een voorloper van de regionale consulenten.” Bouwbesluit De prestatie-eisen in het Bouwbesluit zijn modern beleid. Het is aan de bouwer hoe aan de eis te voldoen. Zonnecellen, warmtepomp, hoogwaardig isolatieglas, als de woning maar voldoet aan de EPC 1,0. Deze norm wordt niet aangescherpt, hoewel nieuwbouw met een lagere EPC tot de mogelijkheden behoort. De overheid verwacht weinig rendement van het verlagen van de EPC. Wel is er
een stimuleringsregeling voor energiezuinige nieuwbouw met een EPC lager dan 0,9. De wijze waarop deze moet worden aangevraagd bij de NOVEM is zeer uitvoerig en gedetailleerd. Zo moet de aanvrager verklaren niet eerder subsidie te hebben ontvangen. Verder moet de aanvrager verklaren energiemaat-regelen te hebben waaruit blijkt dat de woning conform de bouwvergunning getoetste EPC-berekening is gerealiseerd. De EPC voor nieuwe utiliteitsbouw wordt wel per 1 januari 2003 aangescherpt.
er een stralingsprestatienorm in komt is nog onzeker. Onderzoek naar een materiaalgebonden milieuprofiel voor gebouwen loopt nog. Welke bouwmaterialen wel of niet mogen, zal er niet in komen te staan. Met uitzondering natuurlijk van stoffen die verboden zijn, zoals asbest en andere milieugevaarlijke stoffen. De overheid wil geen goed/fout-kwalificatie geven over materialen. Het voordeel daarvan is in ieder geval dat de toepassing van de juiste materialen niet gecontroleerd hoeft te worden.
Hoofdstuk milieu Het hoofdstuk milieu van het Bouwbesluit is nu nog leeg. Vanaf 2004 worden minimum prestatie-eisen voor gezond en duurzaam bouwen opgenomen. Een prestatienorm voor waterverbruik zit daar niet bij en of
Risicopremie op klimaatbeleid De verplichting van Nederland om de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen heeft een nieuwe ronde voor energiebesparing ingeluid. En een nieuw stelstel van energiepremieregelingen. De doelstelling in de Uitvoeringsnota Klimaatbeleid voor de gebouwde omgeving is het verminderen van uitstoot van broeikasgassen met drie miljoen ton per jaar in 2010 In totaal is 7 miljoen euro uitgetrokken voor het opzetten van het gemeentelijke klimaatbeleid Gemeenten die de adviezen van de consulenten duurzaam bouwen opvolgen kunnen een beroep doen
op de nieuwe subsidieregeling. Fiscaal Energiebedrijven adverteren volop met premies bij de aanschaf van zonneboilers en andere energiezuinige
maatregelen. Dat zij betrokken zijn bij de energiepremieregeling is niet voor niets. Zij kunnen de premies die ze uitkeren aan particulieren in mindering brengen op de eigen belastingheffing. Via de energiepremie wordt een deel van de ecotax weer teruggesluisd naar de burger. De energiepremie is een uitwerking van de fiscale maatregel Regulerende Energie Belasting. Het team energiepremie van de Belastingdienst con- >>
17
HandHaving 2002 #5
Ecosolar in Goes was een van de voorbeeldprojecten Duurzaam bouwen.
troleert de regeling. De nieuwe bewindslieden buigen zich over de vraag welke apparaten in de toekomst voor subsidie in aanmerking komen, omdat de regeling veel geld kost. De Algemene Rekenkamer ziet
Ecologische woningen in De Rietlanden liggen aan een geluidsbelaste locatie. De woonfuncties liggen zoveel mogelijk aan de stille waterzijde.
’belangrijk fouten en onzekerheden’ in het klimaatbeleid van VROM, EZ en Financiën. De zeer hoge uitvoeringskosten van de Energie Premieregeling zijn niet onderbouwd met berekeningen op basis van de werke-
Redt dubo het zonder stimulering?
HandHaving 2002 #5
In de beginfase van duurzaam bouwen pleitten sommige voorstanders voor stimuleringsregelingen waarbij de premie per woning kon oplopen tot ˜30.000,-. Die geluiden lijken achterhaald. Maar redt duurzaam bouwen het zonder extra aandacht en stimulans? In Rotterdam zakte de productie van duurzaam gebouwde huizen in toen de gemeente vanaf 1998 de milieupremie per duurzaam gebouwd huis verlaagde. Overigens gebeurde dat in de veronderstelling dat duurzaam bouwen in dat jaar wel algemeen geaccepteerd zou zijn. Recent onderzoek van het onderzoekinstituut OTB wijst uit dat woningcorporaties dubo niet vanzelfsprekend vinden. De hoge kosten van milieuvriendelijk en energiezuinig bouwen zijn de voornaamste drempels. Subsidies zouden helpen om duurzaamheid in de bouwpraktijk breed toe te passen. Niet alle woningcorporaties denken er zo over. In Emmen renoveerde woningbouwcorporatie Wooncom een grote woonwijk op duurzame wijze. Subsidies en financieringsregelingen zijn geen beslissende factor, is daar de conclusie. Energiepremies helpen wel de drempel te overwinnen.
18
Het Wereld Natuur Fonds presenteerde in 1999 energiezuinige woningen met een EPC van 0,75. Deze zogenoemde Pandawoningen zijn gebouwd zonder extra subsidie. Bijdragen aanvragen nam te veel tijd in beslag. Wel is veel meer aandacht besteed aan voorlichting aan bewoners. Want als na alle stimulering, subsidie en verantwoording de woning er staat, hangt het milieurendement vooral af van het gedrag van de bewoners. En menselijk gedrag is een onzekere factor. Minder gemotiveerde bewoners vergeten het licht uit te doen of letten niet op de binnentemperatuur. Wordt de lokale ruimteverwarming vervangen door een complete installatie in alle kamers, dan zullen bewoners waarschijnlijk meer ruimtes verwarmen en langer douchen. Voorlichting is belangrijk. Dat betekent dus niet alleen de gebruiksaanwijzing leveren bij de nieuwe cv-installatie maar ook informatie over hoe de verwarming te gebruiken. En nog altijd geldt: gordijnen s avonds dicht.
lijke kosten. De minister van Financiën krijgt het advies de energiebedrijven inzage te vragen in de gegevens over inning van de Regulerende Energiebelasting (’ecotax’). De energiebedrijven moeten ook meer inzicht geven in het terugsluizen van de bedragen naar de huishoudens. De bevindingen van de Rekenkamer gaven het vorige kabinet aanleiding een onderzoek in te stellen naar de bijdrage van de fiscale maatregelen aan de reductie van broeikasgassen. Ook de Belastingdienst houdt de vinger aan de pols. Miranda Snel, projectleider van het Bureau Belastingen en Milieu van de Belastingdienst: „Laat ik het zo zeggen: de vergroening van de belastingwetgeving brengt voor ons nieuwe risicogebieden in beeld. Dat geldt ook voor de energiemarkt. Dat wordt een vrije, internationale markt en zo’n premieregeling is dan een factor in de onderlinge concurrentie. En een risicofactor voor ons. We zullen goed moeten controleren of we krijgen waar we recht op hebben.”
(advertentie)
Advertentie_1/2 RMGD + bon
Digitale inlichtingen: www.ipsv.nl www.dubo-centrum.nl www.minvrom.nl www.energiepremie.nl www.novem.nl www.co2servicepunt.nl Tekst: Nicoline Elsink Foto’s: Henriëtte Guest, Joost Brouwers, Marco Bakker
19
HandHaving 2002 #5
Woonzorgcentrum De Reijshoeve in Tilburg gebruikt zonnepanelen voor waterverwarming.
Milieugedeputeerde Wildekamp: ªNiet elkaars verantwoordelijkheid overnemen, wel gezamenlijk sluiten van het handhavingsnet.
Centraliseren is niet de oplossing
HandHaving 2002 #5
Handhaving komt meestal onvoldoende aan bod in milieuwetgeving, stelt de provinciebestuurder. De omvang van problemen neemt daardoor eerder toe dan af. Het Bouwstoffenbesluit en de vervuildegrondproblematiek zijn natuurlijk bekende voorbeelden. Ingewikkeld, slecht uitvoerbaar en dus slecht handhaafbaar.
20
Professionaliseren De ideeën over het professionaliseren van de handhaving schoten in de Haagse politiek ook alle kanten op. ’In de provincie’ is het bijna niet meer te volgen. „Van regionale milieudiensten tot verregaande vormen van centraliseren. Naar mijn overtuiging zijn dat geen oplossingen voor het tekort aan handhaving.” Ook bij de belangrijke rol van regisseur die de provincie is toebedacht, plaatst Wildekamp kanttekeningen. Verzaakt bijvoorbeeld een gemeente de milieuhandhavingstaak, dan mag de provincie desnoods door middel van een aanwijzing dwingend voorschrijven hoe er gehandeld moet worden. Wildekamp voelt weinig voor het verschuiven van bevoegdheden. „Ik wil voor elkaar krijgen dat het handhavingsnet zich sluit dankzij goede samenwerking. Voor mij is dat de les van de vuurwerkramp in Enschede. Er zijn veel regels strijdig met elkaar, veel toezichthoudende instanties die
van elkaar niet weten wat ze doen. Als die samenwerking er lokaal niet is, dan kan de provincie als middenbestuur, als regisseur, haar steentje bijdragen.” Weerstand Elkaars verantwoordelijkheid overnemen strookt ook helemaal niet met de manier waarop de zaken in Noord-Holland zijn geregeld, meent de gedeputeerde. „In mijn ogen betekent de regiefunctie voorkomen dat de handhavingspartners ieder hun eigen ’ding’ blijven doen. Goed, indertijd bij het afsluiten van de bestuursovereenkomsten was een zekere weerstand te overwinnen. We hebben nogal wat milieuwethouders moeten overtuigen. Maar de samenwerking verloopt nu redelijk.” Dat daar negen afzonderlijke bestuursovereenkomsten voor werden afgesloten, stuitte in Den Haag op onbegrip. De negatieve uitleg die de Haagse politiek er aan gaf, irriteert Wildekamp nog steeds. „Juist door aan te haken bij bestaande overlegvormen is de samenwerking op natuurlijke wijze ontstaan.” De structuur staat er nu, maar het kan natuurlijk altijd beter, vervolgt de gedeputeerde. „Daarom hebben we besloten een tweede stuurgroep in te stellen in aanvulling op het bestaande bestuurlijk overleg. De nieuwe stuur-
groep is kleiner en minder divers van samenstelling en kan daardoor de activiteiten in de regio’s directer aansturen. Gemeenten blijven nog te veel in het eigen kringetje, binnen de bebouwde kom, hangen.” Gezicht De lokale bestuurders mogen dan wat afwachtend zijn, op de werkvloer weten de mensen elkaar wel steeds beter te vinden. Succes meet je aan de praktijk, vat Wildekamp kernachtig samen. „Zo’n ontruiming in Den Helder (zie ook pagina 28, red.) bewijst dat samenwerking vruchten begint af te werpen. Zonder Seph was zo’n langdurige actie niet of ieder geval veel moeilijker tot stand gekomen.” Ook de resultaten van de in juni gehouden milieuestafette mogen er zijn: 375 (ernstige) overtredingen en 66 processen-verbaal aangemeld bij het Openbaar Ministerie. Naar 82 overtredingen wordt een strafrechtelijk onderzoek in gesteld. Ook zonder milieuestafette is de ’aanvoer’ van processen-verbaal behoorlijk. „Al onze handhavingsmedewerkers zijn BOA’s en zijn volledig opsporingsbevoegd”, verklaart Wildekamp de aantallen. Is het OM wel blij met dat werk? Wildekamp: „We houden ons aan onze afspraken uit 1999 en aan de kernbepalingen.” Minstens twee arrondissementen (Amsterdam en Alkmaar) hebben actieve milieuofficieren in dienst. En er draaien twee interregionale milieuteams die zich fulltime bezighouden met opsporing van middel-
zware en zware milieudelicten. Ook dat zorgt voor werk op de plank. Hoe jammer is het als het OM vervolgens veel zaken afdoet met een schikking. Wildekamp: „Ook hierin laat ik ieder in zijn eigen verantwoordelijkheid. Het klopt dat onze eigen Statenleden er wel eens moeite mee hebben. Dan moet ik de schikking komen uitleggen terwijl het natuurlijk een zaak is van het OM. De relatie met de milieuofficieren is gelukkig zodanig dat zij het in een besloten commissie komen toelichten.” Gedogen In eigen huis heeft de milieugedeputeerde een punt gemaakt van het terugdringen van gedoogbeschikkingen. „Het kwam nogal eens voor dat we zelf niet op tijd waren met procedures. Het aantal gedoogbeschikkingen schommelde in de jaren negentig nog rond de 25, 30. Nu is dat minder dan 15. Waarvan een deel is te wijten aan overmacht en overgangsituaties. Er is altijd wel een reden waarom je zou gedogen”, merkt de gedeputeerde op. „Dat wil nog niet zeggen dat je het moet doen.” Vergeleken met andere provincies verleent Noord-Holland weinig
Vergunningen op Maat. Pragmatisch stelt de milieugedeputeerde: „Daar waar nodig zijn de vergunningen gedetailleerd, daar waar de bedrijven er aan toe zijn zijn ze op hoofdlijnen. We verlenen altíjd vergunningen op maat.” Dat de provincie zich waagt aan experimenten blijkt uit de koepelvergunning voor Corus, toen nog Hoogovens geheten. De provincie wilde in de vergunning een plafond opnemen voor de totale NOx-emissies van de Cokes-fabriek. Dat leverde een juridische strijd op met de Milieufederatie Noord-Holland. De Raad van State gaf de laatste uiteindelijk gelijk. Veiligheid In het onlangs vastgestelde ontwerpProvinciaal milieubeleidsplan 20022006 neemt het provinciaal bestuur zich voor de risico’s van 150 grote bedrijven te inventariseren. Het ene na het andere veiligheidsrapport druppelt nu binnen. Het totaaloverzicht van bedrijven die niet kunnen voldoen aan de risiconormen ontbreekt nog. Veel aandacht gaat momenteel uit naar zwavelzuurfabriek PVS
Chemicals in Amterdam-Noord. Het bedrijf ligt in een woonwijk en voldoet niet aan de norm voor het groepsrisico. De kans op een ongeluk is weliswaar klein, maar de effecten zijn groot als het toch mis mocht gaan. In het ergste geval trekt een gifwolk over de wijk. In de (nieuwe) milieuvergunning worden daarom extra maatregelen voorgeschreven als het koelen van de zwaveldioxide. Voor de omwonenden is een voorlichtingsavond gehouden. Wildekamp is op dat soort bijeenkomsten meestal van de partij. „Voor het eerst wordt echt helder gemaakt hoe het zit met de veiligheid. De normen zijn heel lastig uit te leggen. Dat is eigenlijk een communicatieprobleem. We laten daarom geen bestuurders aan het woord maar communicatiedeskundigen.” Nadere inlichtingen: Ada Wildekamp, provincie Noord-Holland, tel. 023-5144148, fax 023-5144112,
[email protected] Tekst: Nicoline Elsink Foto’s: Marco Bakker
21
HandHaving 2002 #5
Milieugedeputeerde Ada Wildekamp (PvdA) van Noord-Holland stuurt een beleidsmedewerker altijd naar het halfjaarlijks algemeen overleg milieuwethandhaving van de Tweede Kamer. ªIk wil weten wat daar speelt, wat men verzint aan oplossingen van problemen. Dan kan ik het via mijn eigen kanalen eventueel bijsturen.
De schuilhut voor struisvogels (rechts) in aanbouw.
HandHaving 2002 #5
Hoe ziet een schuilhut er precies uit? Details in een bestemmingsplan kunnen van grote invloed zijn op het wel of niet verlenen van een bouwvergunning. En op eindeloze juridische procedures. De Brabantse gemeente Bergeijk weet er alles van. Een schuilhut voor struisvogels mag daar 120 vierkante meter groot zijn, plus 8 meter hoog
22
Het enige dat wethouder Jan Verhoeven nu nog kan doen, is wachten op de struisvogels. Als blijkt dat de schuilhut met een inpandige garage en een zolder in het buurtschap Riethoven niet door deze beesten wordt gebruikt als schuilplaats kan de gemeente Bergeijk optreden. Tot die tijd moet de gemeente machteloos toekijken hoe agrariër Frank Hoeks een struisvogelhouderij realiseert, inclusief een schuilhut met de kenmerken van een landhuis. Bergeijk heeft nagelaten op tijd een goed doortimmerd bestemmingsplan te maken en staat nu met lege handen. Hoe het allemaal zo ver heeft kunnen komen, vertelt wethouder Verhoeven van ruimtelijke ordening in zijn tijdelijk onderkomen – de gemeente zit tot maart volgend jaar in een tijdelijk gemeentehuis op het industrieterrein. De zware eikenhouten meubels van de wethouder staan misplaatst in zijn piepkleine kantoortje, waarin zelfs een raam ontbreekt. Nauwgezet loopt Verhoeven de hele procedure door, vanaf de
aanvraag die struisvogelhouder Frank Hoeks in 1997 deed voor een bouwvergunning voor een ’inloopruimte annex schuilgelegenheid’ (ook wel: schuilhut), tot aan de uitspraak van de rechtbank in Den Bosch op 7 maart van dit jaar. Daar kreeg de gemeente van de rechter het deksel op de neus. Milieuvergunning In 1997 weigert de gemeente in eerste instantie de bouwvergunningaanvraag van agrariër Hoeks. Allereerst omdat er geen bedrijfseconomische noodzaak is om uit te breiden. Ten tweede omdat de schuilhut te groot is: meer dan de toegestane honderd vierkante meter. En ten derde omdat hij in strijd is met het bestemmingsplan dat zegt dat stallen thuishoren op een agrarisch bouwblok. Op 10 maart 1999 besliste de rechter echter anders. Die is gevoelig voor het argument van de boer dat hij opfokvogels gescheiden moet houden van legvogels. De gemeente is hier ten onrechte niet op ingegaan, zo
luidt het oordeel. Daarop bindt de gemeente in. Op 23 oktober 2000 geven B en W de struisvogelhouder op een aantal punten gelijk en besluiten dat de aanvraag voor een bouwvergunning wordt aangehouden totdat een milieuvergunning is verleend. Die milieuvergunning komt er een half jaar later: er blijkt geen weigeringsgrond te vinden. De aanvraag voor de bouwvergunning weigert de gemeente in december 2001 opnieuw. Te lang gewacht In het voorjaar van 2002 volgen twee nieuwe rechterlijke uitspraken. Op 6 maart maakt de Raad van State de milieuvergunning onherroepelijk, na bezwaren van omwonenden. Een dag later oordeelt de rechtbank in Den Bosch dat Hoeks, nu de milieuvergunning is afgegeven, de facto een bouwvergunning heeft. Verhoeven: „Hoeks zegt dat het een schuilhut is, wij blijven zeggen dat het om een stal gaat. Een schuilhut met twee verdiepingen, dat is een stal.” De VROM-Inspectie, gealarmeerd door een buurtbewoner neemt in deze zaak een dubbele houding aan. Enerzijds steunt zij de gemeente
Lappendeken Verhoeven, sinds maart van dit jaar wethouder in Bergeijk, beaamt dat de problemen voor een deel zijn veroorzaakt door het bestemmingsplan. „Als het bestemmingsplan van 1976 een betere omschrijving had gekend, dan hadden we dit kunnen voorkomen.” Inmiddels ligt er een nieuw bestemmingsplan voor dit gebied. Maar daarmee zijn niet per se alle ruimtelijke perikelen van deze aard voorbij. Voorlopig heeft de gemeente Bergeijk, die sinds de herindeling in 1996 bestaat uit zeven kernen, nog te kampen met een lappendeken van 176 bestem-
mingsplannen. En dan was het plan uit 1976 nog niet eens het oudste. Dat dateert, zo informeert Verhoeven ter plekke bij zijn ambtenaar, uit 1973. „Oh nee, toch niet”, verbetert hij zichzelf met de telefoonhoorn tegen zijn oor, „uit 1971.” De wethouder heeft van de schuilhutaffaire veel geleerd, zo geeft hij aan. Een belangrijke les is dat bestemmingsplannen geen spoor van twijfel mogen openlaten over de intenties van een gemeentebestuur. „Het doel dat je hebt met je bestemmingsplan moet je niet alleen goed verwoorden in de artikelen, maar ook zeer exact in de toelichting”, benadrukt hij. De komende vijf jaar wil Verhoeven alle bestemmingsplannen van de kern Bergeijk herzien. Dan komt de rest aan de beurt. Nooit meer mag een bestemmingsplan ouder worden dan tien jaar. „Dat kost een vermogen, maar wanneer je geen actuele bestemmingsplannen hebt, kost het nog veel meer aan juridische procedures én aan frustraties bij de burger. Dat zeg ik uit ervaring. Ik ben al sinds twintig jaar raadslid en sinds drie jaar statenlid.” Maar ondanks de vingertik van de rechter houdt hij vast aan het gelijk van de gemeente – het hoger beroep bij de Raad van State loopt immers nog. „En als blijkt dat de eigenaar de schuilhut als woning gebruikt, leggen we meteen een dwangsom op.”
Nadere inlichtingen: Jan Verhoeven, gemeente Bergeijk, tel. 0497-551455; Joep van den Brink, VROM-Inspectie Zuid, tel. 040-2652911.
Tekst: Harry Perrée Foto (rechts): Vincent van den Hoogen
23
HandHaving 2002 #5
Nu is het wachten op de struisvogels
Bergeijk in haar verzet tegen de riante struisvogelvilla. „Hier wordt kennelijk onder valse voorwendsels iets gebouwd”, meent Joep van den Brink van de VROM-Inspectie, regio Zuid. Een schuilhut die zo luxe is uitgevoerd, met spouwmuren en isolatie, dat staat naar zijn idee op gespannen voet met de eenvoudige schuilhut die het bestemmingsplan beoogde mogelijk te maken. Anderzijds vindt de Inspectie dat de gemeente zichzelf de problemen op de hals heeft gehaald. Ze heeft veel te lang gewacht met het aanpassen van het bestemmingsplan Riethoven uit 1976. Voor de omwonenden is het zuur dat ze geen bezwaar kunnen maken tegen de ’schuilhut’ omdat er door de gemeente geen bouwvergunning is afgegeven. De rechter heeft immers bepaald dat Hoeks zijn gang kan gaan.
Specialist
Praktijkcursus Eural Sinds begin mei 2002 is de Eural in Nederland van kracht, zij vervangt het Besluit Aanwijzing Gevaarlijk Afval (BAGA) en de bijbehorende regelingen (RAGA en RAAGA).Voor het werken met de gewijzigde regelgeving verzorgt De Straat Milieu-adviseurs, in samenwerking met het ministerie van VROM, een praktijkcursus: ‘Regeling Europese afvalstoffenlijst (Eural)’. De cursus is praktisch van opzet en duurt een dag. Na afloop van de cursus bent u vertrouwd met de achtergrond, inhoud, structuur, werking en consequenties van de Eural. Voor wie is deze cursus bestemd? De cursus is ontwikkeld voor ontdoeners, vervoerders, inzamelaars, be- en verwerkers, medewerkers van provincies, gemeenten, toezichthoudende instanties, branche-organisaties en andere intermediairs.
Deelnamekosten Individuele deelname kost € 363,- p.p.. Over deze deelnamekosten is geen BTW verschuldigd. De cursus verzorgen wij zowel op het kantoor van De Straat Milieu-adviseurs te Delft, als op verzoek, in-company. StraETS een praktisch en handig hulpmiddel Het Eural Transponeringssysteem StraETS is ontwikkeld als hulpmiddel bij de transponering (omzetting) van de oude naar de nieuwe afvalstoffencodes. Het kan ook worden gebruikt om de Euralcodes en -omschrijvingen van afvalstoffen op te zoeken. Het programma is voor € 295,- (ex. BTW) bij ons verkrijgbaar. Inschrijven of meer weten? Voor meer informatie en voor inschrijving of een aanvraag van een demonstratie van StraETS kunt u contact opnemen met Annet Sluer (015 251 64 71) of Hans Neele (015 251 63 70). Inschrijven voor de cursus kan ook via onze website: www.destraat.nl/eural
(advertentie)
Advertentie_1/2 Mibacu
Werkkring: Milieudienst Amsterdam Credo: Ten strijde tegen de wegwerpcultuur! Succes: De Uitmarkt gebruikt nu polycarbonaat bekers. Dat eeuwige tapijt van verpulverd plastic na afloop is verdwenen. Teleurstelling: In het kader van productgerichte milieuzorg werkte ik met een reisorganisatie aan plannen voor duurzaam toerisme. In de krant las ik dat hetzelfde bedrijf voor 25 euro vluchten naar Barcelona wil aanbieden. Zo worden mensen dus gestimuleerd milieu-onvriendelijk te vliegen. Ik voelde me behoorlijk in de zeik gezet . Werkt momenteel aan: Een controletraject van fastfood-ketens in Amsterdam, waarbij we centrale afspraken gaan maken over afvalpreventie. Motivatie: Dat je de afvalberg daadwerkelijk ziet krimpen als je het ontstaan van afval voorkomt. Dat is beter dan achteraf scheidingsmaatregelen opleggen. 24
25
HandHaving 2002 #5
HandHaving 2002 #5
Edgar Zonneveld, specialist afvalpreventie
Rein Peters wordt de eerste hoofdofficier van het Functioneel Landelijke Parket.
Functioneel OM bundelt specialisme
26
Het Functioneel OM gaat zich bezighouden met overtredingen waarvan de dader moeilijk is te achterhalen en de opsporing dus lastiger is. Het bestrijkt de criminaliteit op het gebied van milieu, sociale zekerheid, landbouw en financiële integriteit. De voor de hand liggende afkorting ’FOM’ kan Rein Peters, voorheen hoofdadvocaat-generaal in Den Bosch, nu hoofd van het Functioneel Openbaar Ministerie niet bekoren. „Hou het maar op Functioneel OM. Als de wetgeving eenmaal is vastgesteld, wordt het Functioneel Landelijk Parket. Laten we dat ook maar niet helemaal afkorten.” Peters zal de eerste hoofdofficier zijn van dat Functioneel Landelijke Parket. In een stil kantoor aan de Kanonstraat in Den Haag, de voorlopige vestigingsplaats van het Functioneel OM, zijn ICT-verbindingen gelegd en staan de bureaus klaar. Dat het gros van de medewerkers ontbreekt, is niet alleen vanwege vakantietijd. „De eerste mensen komen deze maand binnen. Eind dit jaar volgt de tweede lading. Uiteindelijk zullen hier negentig mensen werken. Volgend jaar staat in het teken van het uitbouwen van het expertisecentrum en de centrale helpdesk, de intake en het draaien van de eerste strafzaken en het overleg met de vakdepartementen over
de jaarplannen van 2004.” BOD „Nee, ik zeg niet dat de arrondissementen nu zaken laten liggen.” Peters weegt zijn woorden op een goudschaaltje. „Het waarom van het Functioneel OM heeft alles te maken met de ontwikkelingen op de vakdepartementen.” Daar zijn twee nieuwe bijzondere opsporingsdiensten gevormd. De SIOD (sociale zekerheid) en VROM-IOD. De andere twee opsporingsdiensten FIOD/ECD (financieel economisch) en AID (landbouw en natuur) bestaan al langer. Peters: „Deze centralisatie vraagt om een eenduidige relatie met het OM.” Taken Behalve praktische aspecten ligt ook een principieel aspect aan het Functioneel OM ten grondslag, namelijk rechtsgelijkheid. „We moeten aan de rechter kunnen verantwoorden waarom we bepaalde zaken voorleggen. Het mag niet zo zijn dat er in de maatschappij ergere dingen gebeuren dan die zaken die wij voor de rechter laten komen. De keuze van de zaken moet niet het sluitstuk zijn, maar aan het begin staan. Zodat we die keuze op basis van goede afwegingen aan de rechter voorleggen.”
Het Functioneel OM heeft een aantal hoofdtaken. De eerste is de expertise centraal organiseren. Dit betekent dat een aantal medewerkers en deeltaken van de huidige vijf expertisecentra in de regio naar Den Haag zullen verhuizen. Deze expertise staat ten dienste van de medewerkers van het Functioneel OM en de officieren van justitie bij de arrondissementen. Peters benadrukt dat de expertise die niet valt onder het Functioneel OM in de arrondissementen blijft. Een tweede hoofdtaak is het in kaart brengen van maatschappelijke fenomenen met een strafrechtelijk tintje. Beleidsmedewerkers van het Functioneel OM stellen daarvoor globale verkenningen op. Peters: „Neem het met hormonen vervuild veevoer. Hoe grootschalig komt dat voor, welke aspecten zitten er aan vast, en hoe is het tegen te gaan? Vooruitlopend op de werkzaamheden op het Haagse kantoor, is Maastricht samen met de AID al bezig met een verkenning naar verontreinigd diermeel.” Jaarplannen Welke maatschappelijke fenomenen in aanmerking komen voor een verkenning, zal in hecht overleg worden besproken met de vakdepartementen. De directeuren-generaal stemmen de keuzes af in hun jaarplannen met procureur-generaal Dato Steenhuis. Wordt het voedselveiligheid en vervuild veevoer? Of moeten we de aandacht van de BOD’s anders richten. De afspraken, waaronder het aantal
strafzaken, worden vastgelegd in handhavingsarrangementen met concrete toezeggingen over aantallen opsporingszaken. Peters: „Overigens kan een verkenning ook leiden tot aanscherpen of wijzigen van wetgeving. En natuurlijk kan de conclusie ook zijn dat het fenomeen wel meevalt en strafrechtelijk optreden niet nodig is. Ook hoeft het niet altijd zo te zijn dat de strafrechtelijke afhandeling bij het Functioneel OM moet komen. De keuze kan ook zijn dat het in de arrondissementen thuishoort.” De beleidscyclus van jaarplannen neemt een jaar in beslag. Een tijdsduur die ten koste kan gaan van de slagvaardigheid. Om die reden wordt in de handhavingsarrangementen rekening gehouden met crisissituaties. Er is ruimte vrijgehouden om snel te reageren op incidenten. Strafzaken De derde hoofdactiviteit is zelf strafzaken draaien. Past een zaak binnen het beleid, jaarplan en handhavingsarrangement, dan garandeert Peters de afhandeling door landelijk bevoegde officieren van Justitie van het Functioneel OM. Zij geven leiding
aan de opsporing, bekijken hoe diep en breed de aanpak moet zijn om tot succesvolle vervolging over te gaan. En dezelfde officier van justitie brengt de zaak aan op de zitting. Peters: „In zo’n centraal aanspreekpunt zit een deel van de winst voor BOD’s. Aan het slijten van zaken komt een einde.” Verschuivingen Het Functioneel OM brengt binnen het OM verschuivingen teweeg. Peters betwijfelt echter of de gemiddelde lezer van HandHaving daar iets van zal merken. Sterker, als het goed gaat móét die er niet zoveel van merken. „De bulk van de milieuzaken blijft in de negentien arrondissementen, bij dezelfde milieuofficier als nu het geval is. Alleen de specialistische opsporing en vervolging die de arrondissementen overstijgt, gaat naar het Functioneel OM. Die grote fraudezaken lagen doorgaans toch al bij de bijzondere opsporingsdiensten.” En wat als de aandacht van het Functioneel OM vooral uitgaat naar de spectaculaire zaken als het witwassen van geld? „Geld versus groen”, vat Peters samen. „Nou zijn de financiële structuren voor het
witwassen van geld vaak een hulpmiddel voor criminaliteit. Maar ik let op die evenredige verdeling van aandacht. En de vakdepartementen zelf. In jaarplannen en handhavingsarrangement staan immers de concrete aantallen.” Nadere inlichtingen: Functioneel Openbaar Ministerie, tel. 070-3023200, fax 070-3023222. Tekst: Nicoline Elsink Foto: Henriëtte Guest
27
HandHaving 2002 #5
HandHaving 2002 #5
Het Functioneel OM werd in april van dit jaar met veel vlagvertoon aangekondigd. Sindsdien is in stilte gewerkt aan een kennis-, beleids- en uitvoerende organisatie die specialistische vormen van organisatiecriminaliteit gaat aanpakken. En aan het leuren met strafzaken komt een einde. Dat is vooral gunstig voor de Bijzondere Opsporingsdiensten.
De ontruiming van het sloopbedrijf in Den Helder begin dit jaar. In het midden Martin Nijssen van de provincie Noord-Holland.
Dit bedrijf was bedreven in het aanvragen van vergunningen die net niet helemaal voldoen aan de eisen.
Recidivist langzaam op de knie n
HandHaving 2002 #5
Een notoire overtreder weet dat bezwaarprocedures jaren kunnen worden opgerekt. En wie de jungle van procedures en regels echt slim benut, kan handhavers ook nog eens tegen elkaar uitspelen. In Den Helder waren ze die kunstjes spuugzat. Alle betrokken handhavers wierpen zich tegelijk op een querulant. Door eendracht en vasthoudendheid begint het succes nu te gloren.
28
Begin dit jaar waren ze twee weken bezig om al het afval van het bedrijf ’Cultuurtechniek Asbestsanering Onderhoudswerken C.H. van der Leede’ af te voeren. Drie percelen vol puin, oud ijzer, hout, asbest, vaten met van alles en nog meer puin. De hele ’voorraad’ werd getaxeerd, gefotografeerd en afgevoerd. Sloper Van der Leede had aan de vooravond van de ontruiming meegedeeld niet te zullen tegenwerken. Dat was in de jaren daarvoor anders
geweest. De sloper en handelaar in allerhande goederen wist plaatselijke politici en de media haarfijn te bespelen. Bovendien was hij niet vies van enig volksvermaak. Zo plaatste hij ten tijde van intensieve controles borden bij zijn bedrijf met teksten als ’Wegens vakantie gesloten voor ambtenaren’. Net niet helemaal Minder ludiek was het thuis bezoeken, fotograferen en bedreigen van
ambtenaren van de gemeente Den Helder. Deze intimidaties motiveerden de handhavers juist om het er niet bij te laten zitten. Het provinciebestuur concludeerde bijvoorbeeld dat er vanwege deze ’attitude’ geen vertrouwen meer bestond in het bedrijf. De jaren daarvoor had de ondernemer diverse malen het voordeel van de twijfel gekregen van gemeente en provincie. Al was dat voordeel soms afgedwongen, vertelt Martin Nijssen, coördinator Handhaving van de provincie Noord-Holland. Van der Leede was namelijk bedreven in het aanvragen van vergunningen die „net niet helemaal” voldeden aan de eisen. „Je wilt als bestuur dan redelijk
Jojo Sloper Van der Leede had ooit een hoveniersbedrijf en kreeg daarvoor in 1980 een hinderwetvergunning van de gemeente. Aanvankelijk trad Den Helder op tegen kleinere overtredingen, vanaf 1990 kwam de provincie in beeld als bevoegd gezag want Van der Leede had meer dan 50 kubieke meter bouw- en sloopafval op zijn terrein aan de Oostoeverweg. De ondernemer sorteerde en verbrandde afval zonder vergunning en de provincie legde na twee jaar controleren en soebatten een dwangsom op. Nijssen: „Het bedrijf werd ook uitgenodigd de benodigde vergunningen aan te vragen. Maar dat deed de ondernemer niet bij ons.” Van der Leede stapte bij de gemeente Den Helder binnen om mee te delen dat zijn opslag- en sorteerwerk de 50 kuub niet zou overschrijden. En dus was de gemeente weer bevoegd gezag. In 1993 kreeg Van der Leede een milieuvergunning voor zijn afvalverwerking op beperkte schaal. Maar de sloper hield zich niet aan de vergunning en niet aan de maximum hoeveelheden. Na bestuursrechtelijk optreden door Den Helder kwam er een nieuwe vergunningaanvraag. De
daarin gevraagde activiteiten waren weer zodanig, dat de provincie op basis van de toenmalige Afvalstoffenwet bevoegd gezag was. De provincie heeft nooit een milieuvergunning verleend, want Van der Leede deed keer op keer een ’net niet’-aanvraag op de post die nimmer ontvankelijk kon worden verklaard. „Eindeloos gejojo”, vat Nijssen de vele brieven, hoorzittingen en procedures tussen 1990 en 1999 samen. Muurtjes Nijssen en Makker ontkennen niet dat begin jaren negentig straffer opgetreden had kunnen worden. Makker: „Den Helder had het niet makkelijk, want de marine kalfde af en er dreigde werkloosheid. De politieke cultuur was toen vooral om bedrijven als het even kon binnen te houden.” Nijssen tekent daarbij eerlijk aan dat menig handhaver niet op querulanten als Van der Leede zat te wachten. „De situatie was toch dat je het niet erg vond als je iets over een muurtje kon gooien omdat je geen bevoegd gezag was. Ieder had genoeg aan het eigen werk.” Makker: „Andersom net zo. Wij zeiden ook: mooi, nu is de provincie weer aan zet.” Branchevereniging In 1999 was het afgelopen met pingpongen, nadat Van der Leede een jaar eerder was veroordeeld tot een geldboete van ƒ25.000,-voor illegale lozingen van oliehoudend water op het riool en het Hoogheemraadschap
Uitwaterende Sluizen ook verdachte lozingen waarnam op het Balgzandkanaal. Het Hoogheemraadschap vroeg Ron Boerman van het CIP (voorloper van de Seph-red) een handhavingsteam samen te stellen. „Uitwaterende Sluizen wilde niet alleen opereren omdat er ook overtredingen van de Wet milieubeheer aan de orde waren. Bovendien, lag er net een bestuursovereenkomst. Dit bedrijf was een goed object om die overeenkomst in de praktijk te testen”, vertelt Carla Hagemeijer, coördinator Seph Kop van NoordHolland en opvolger van Boerman. Daar kwam bij dat de branchevereniging Recycling, Breken en Sorteren (BRBS) een verzoek tot handhaving indiende omdat Van der Leede zich met het mobiel puin breken niet hield aan de afspraken die met deze branche waren gemaakt. Het Seph Kop van Noord-Holland uit Schagen bracht de partijen gemeente, provincie, Hoogheemraadschap, Openbaar Ministerie en politie in juli 1999 bij elkaar. Niemand had nog behoefte de problemen bij een ander over de schutting te gooien, zegt Nijssen. „We hebben afgesproken verder alleen nog gezamenlijk op te trekken.” Opnieuw Na uitgebreid juridisch onderzoek naar de geschiedenis van alle gevoerde procedures, besloot het collectief bij nul te beginnen. Een eerste controle, de ’eerste’ overtredingen constateren enz. In februari 2000 werd een dwangsomprocedure gestart, zonder dat >>
29
HandHaving 2002 #5
blijven en nodigt het bedrijf uit de puntjes op de i te zetten. En vervolgens komt er na heel lange tijd een vergunningaanvraag voor heel andere activiteiten, die ook weer niet helemaal voldoet”, verduidelijkt Fred Makker, hoofd afdeling Milieuhygiëne van de gemeente Den Helder.
maar na de heroverweging in de herfst van dat jaar kon toch de finale worden ingezet. Nijssen: „Een gang naar de Raad van State bleef achterwege en zo konden we op 23 januari van dit jaar de ontruimingsbrief overhandigen.” Vijf dagen later startte de ontruiming. De sloper probeerde nog via de wethouder en via een kort geding een ontruiming te voorkomen. De eerste gaf niet thuis en bij het geding werd de aanvrager niet ontvankelijk verklaard. Ook schermde de ondernemer met loodsen die aan derden, waaronder zijn dochter, verhuurd zouden zijn. Daar had het ontruimingsteam echter al rekening
HandHaving 2002 #5
Puinbreker heel even gedogen
30
Om het nog eenvoudiger te maken werkte Van der Leede met een mobiele puinbreker waarvoor in 2000 door de Provincie een gedoogbeschikking was verstrekt. Martin Nijssen van NoordHolland: ªDat was toen een standaardprocedure conform de Provinciale Milieu Verordening. We konden dat niet weigeren. Lastig was dat we het bedrijf aanpakten terwijl de ondernemer riep: maar ik breek puin met toestemming van de provincie. Dat deed hij overigens niet lang, want de sloper hield zich niet aan de gedoogbeschikking, overtrad het Bouwstoffenbesluit en ging ook door met breken toen de tijdelijke vergunning begin 2001 afliep. Gevolg: een veroordeling door de Alkmaarse recht-
bank, verbeurd verklaren van de in beslag genomen puinbreker en een boete van ˜50.000,-. Dat de puinbreker in beslag zou worden genomen, had Van der Leede niet verwacht. Fred Makker: ªHet was een enorm apparaat en hij dacht blijkbaar dat het zo n vaart niet zou lopen. De Alkmaarse Milieuofficier Pieter Groenhuis had een andere visie. ªIn het weekend zag de politie de breker illegaal aan het werk. Groenhuis gaf meteen toestemming om het apparaat met hulp van groot materieel op te bergen bij Domeinen. Er moesten shovels en rijplaten aan te pas komen. Het heeft 9 uur geduurd voordat we m weg hadden
mee gehouden, alle betrokkenen waren tijdig geïnformeerd. De beschikking omvatte het hele terrein. Het vertrouwen in de hele onderneming was immers opgezegd.” Volhouder Met het totaal opruimen van het bedrijf dachten Makker, Hagemeijer en Nijssen het pleit te hebben beslecht. Van der Leede dacht daar anders over en startte twee maanden later op dezelfde plek het afvalbedrijf ’Bouwstoffencoöperatie’. Den Helder wilde direct optreden, maar heeft het schorsingsverzoek bij de Raad van State afgewacht. Net voor de zomer kreeg Den Helder gelijk en is het bedrijf wederom ontruimd. Toen zijn er ook hekken geplaatst en is de afrastering verzegeld. Het laatste bericht uit de marinestad is dat die hekken en sloten zijn verdwenen. Het boek Van der Leede gaat moeizaam dicht. Nadere inlichtingen: Fred Makker, gemeente Den Helder, tel. 0223-671610, Carla Hagemeijer, Seph gewest kop van Noord-Holland, tel. 0224-210000. Tekst: Hans Oosterhof Foto’s: Marco Bakker
31
HandHaving 2002 #5
betrokken handhavers veel hoop hadden op effect. Tegelijkertijd begon Van der Leede weer vergunningen aan te vragen voor zijn illegale activiteiten. Van mei tot augustus 2000 werd het bedrijf tien keer gecontroleerd en werd de totale dwangsom van 10 keer ƒ15.000,- die door de provincies was opgelegd verbeurd verklaard. Bij Den Helder stond de meter aan verschuldigde dwangsommen inmiddels op ƒ90.000,-. Maart 2001 volgde een bevel tot ontruiming van zowel de gemeente als de provincie van de drie terreinen. Traditiegetrouw maakte Van der Leede bezwaar tegen dit besluit,
De beelden van de Betuwelijn. We doen vandaag een bedrijfscontrole zonder dat het bedrijf dat weet.
Kijkdichtheid dertien, heter daadjes nul
HandHaving 2002 #5
’Daar heb je dat moskeetje.’ Oh maar dan is dit nog de ZuidHollandse kant van Gorinchem. ’Dan krijg je dadelijk het Merwedekanaal.’ Nee hoor wat je nu ziet is de Linge.
32
Het is even zoeken. Dertien Gelderse handhavers turen naar een videoscherm met daarop rechtstreekse beelden vanuit een helikopter. De heli is op weg naar de Betuweroute. Door de beelden te benoemen proberen díe handhavers die bekend zijn met de situatie ter plaatse, alvast uit te maken wat het startpunt is voor de vliegende controle van deze dag. De helikopter neemt het Gelderse deel van dit megaspoorproject onder de loep. Handhavers van politie, waterschap, het Projectbureau Toezicht Betuweroute (PTB, een samenwerkingsverband van gemeenten en provincie Gelderland) en het Arnhemse OM zijn samengekomen om in sneltreinvaart een overzicht te krijgen van de aanleg van het nieuwe spoor. En om zonodig gezamenlijk op te treden. Daarvoor vliegt de helikopter van de KLPD in twee sessies van anderhalf
uur over het traject van tachtig kilometer dat de Betuweroute in Gelderland beslaat. Eerst van Gorinchem naar Tiel en vervolgens, na een tankstop, van de Duitse grens achter Zevenaar weer terug naar Tiel. Dikke gele streep De beelden van de helicam komen in een vergaderzaal in Tiel rechtstreeks op het scherm. „We gaan niet een dag televisiekijken”, zegt Adrie Helmond, om alle misverstanden te voorkomen. Helmond heeft namens de politie Gelderland-Zuid het initiatief voor deze vlucht genomen en de bijeenkomst georganiseerd. „We gaan vandaag een bedrijfscontrole doen, zonder dat het bedrijf het weet.” De handhavers kijken naar een dikke gele streep die dwars door het beeld beweegt: het is het zandtalud waarover straks de Betuwetrein zal sporen. Vanuit de lucht springt het geel van het zand er duidelijk uit, vergeleken met de groene weides aan beide zijden van het spoortalud en de zwartgrijze A15 – De Betuweroute volgt deze snelweg
bijna helemaal – waarover auto’s langzaam door het beeld schuiven. Op sommige delen van de zandroute gebeurt niks, op andere rijden vrachtwagens af en aan en zijn bulldozers in de weer met zand of met grond op één van de talrijke locaties waar bergen grond liggen te wachten totdat ze in een geluidwal verdwijnen. Bouwvakkers Vooral slibdepots, grondopslag en werkterreinen met daarop containers, materieel en opslag, zijn in trek bij de deelnemers van de helicamsessie. „Dat wil ik nog wel even zien”, zegt Philip Hoek van het PTB als een werkterrein met felgekleurde containers het beeld uitglijdt. Het signaal wordt opgepikt door Arjan Stobbe van de KLPD. Die zit in een hoek van de zaal – koptelefoon op, microfoon in de hand – voor een klein beeldschermpje en een radio-ontvanger. Stobbe geeft de wensen van de handhavers in de zaal door aan de piloot en de cameraman aan boord van de helikopter. „Jan, kun je nog even terug, westwaarts. Wil je hier nog even inzoomen?”, vraagt hij de helikopterpiloot. In de zaal zien we aan de beelden dat de helikopter omkeert en rustig nog een rondje vliegt over het werkterrein. Terwijl de camera inzoomt op de containers en de bouwvakkers die daar rondlopen, maakt Hoek een paar aantekeningen in zijn schrijfblok.
Even later valt een grote lichtblauwe vlek op in de hoek van een waterplas. Een verontreiniging? „Het kan ook algenbloei zijn”, weet Han Kramer van het Waterschap Rivierenland. „Maar ook zand dat van die berg is afgespoeld”, meent Hoek. Ook deze plek is een aantekening waard. Net als een ander werkterreintje, waarvan het PTB het bestaan niet wist. Supersnel „Het is interessant om het zo te zien. Ik kan er zo een paar dingen uitpakken, waar we toch even naar moeten gaan kijken”, zegt Hoek na de eerste anderhalf uur. „Alles wat met zeil overdekt is, maakt zichzelf verdacht. Verder kun je vanuit de lucht ook vaak goed zien waar teer, puin of funderingsmateriaal ligt.” Dat zijn de afvalstromen die nu nader onderzocht moeten worden. Voor conclusies is het voorlopig nog te vroeg. „Je kunt vanuit de lucht niet zien of de grond is verontreinigd en of er een vergunning is afgegeven.” Het blijft bij een hand vol onduidelijkheden, live beelden van overtredingen lijken er vandaag niet in te zitten. Stobbe heeft eerder dergelijke helicamsessies begeleid voor de KLPD. „We vallen nu niet achterover van verbazing. We hebben eerder bijvoorbeeld gevlogen boven een industrieterrein. Dan is het veel meer van: hé, wat wordt daar gebouwd? Wat
staat daar?” Stobbe verhaalt van een helicamvlucht boven Nijmegen vorig jaar. „Toen kreeg ik van een toezichthouder het idee ’die komt eigenlijk nooit op het industrieterrein’. Maar zo’n Hoek weet al veel van het werk aan de Betuwelijn. Voor hem is dit aanvullend.” Deze middag, waarbij vooral Hoek en zijn collega Jacco Lievaart het commentaar bij de beelden hebben verzorgd, blijkt inderdaad voor het Projectbureau Toezicht Betuweroute erg handig. Hoek: „Het is een supersnelle controle, het is tijdwinst. Nu, na afloop, kun je je concentreren op de punten waarvan je denkt dat er iets mis is.” Op pad Helmond is tevreden over deze helicamsessie, hoewel eerdere vluchten die de KLPD aan collega-handhavers aanbod, meer concreet materiaal opleverden. „Je realiseert echter via zo’n vlucht ook meer samenwerking.” Waterschap en PTB hebben al meteen de agenda’s getrokken om dezelfde week nog samen op pad te gaan. Maar belangrijker is dat deze twee partijen ook afspreken nog eens samen met Helmond aan tafel te schuiven. Hard nodig, meent de politieagent want de samenwerking tussen politie en het PTB is nog niet optimaal. Helmond: „Het loopt naar mijn idee te hapsnap.” Hij verwacht dat bij de volgende bijeenkomst
iedereen de videoband nog eens heeft bekeken en dat dan duidelijk zal zijn waar sprake was van overtredingen. Nadere inlichtingen: Adrie Helmond en Arjan Stobbe, Politie Gelderland-Zuid, tel. 0344-677442; Dienst Luchtvaartpolitie Schiphol-Oost, tel. 020-5025600. Tekst: Harry Perrée Foto: Capital Photography
33
HandHaving 2002 #5
Drie uur lang kijken dertien Gelderse handhavers mee over de schouder van een helikopterpiloot. Ze zitten niet achter de vliegenier, maar met z n allen voor de beeldbuis op de grond. De helicam registreert de aanleg van de Betuwelijn 80 km vanuit de lucht. Terwijl de camera inzoomt op containers en vlekken in het water, maken de handhavers aantekeningen in hun notitieblokje. Heterdaadjes blijven uit.
Meningen
Wat verwachten we van de nieuwe ministers? de afgelopen tijd – vaak ondersteund door VROM – een aantal handreikingen voor gemeenten uitgegeven. Ook in de komende kabinetsperiode willen wij gemeenten van dergelijke instrumenten voorzien, zodat ze de uitvoering van hun handhavingstaken verder kunnen optimaliseren. De VNG hoopt dat minister en staatssecretaris deze voorlichting blijven steunen.”
HandHaving 2002 #5
Eenvoudiger aub
34
Hans Danen, beleidsmedewerker Ruimtelijke Omgeving van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten: „Verbetering van de handhaving is voor ons een coproductie tussen Rijk en gemeenten. Het Rijk is daarbij verantwoordelijk voor uitvoerbare regelgeving, de gemeenten voor de uitvoering. De VROM-Inspectie vormt als het goed is de schakel tussen uitvoering, beleid en wetgeving. Het rapport over de bouwregelgeving 2001 is daarvan een goed voorbeeld. Daarin wordt geconcludeerd dat het huidige Bouwbesluit te complex is, zodat gemeenten volledige toetsing van bouwplannen aan dit besluit moeilijk waar kunnen maken. Wij onderschrijven dan ook het VROMvoornemen om de bouwregelgeving verder te vereenvoudigen. Ook bij milieu is behoefte aan minder regels. Wij willen graag met minister Kamp overleggen over welke milieuregels écht productief en handhaafbaar zijn. De VNG heeft
Uit het zicht Michel Langendijk van Stichting De Noordzee: „Zeeschepen en milieu, daarop moeten de nieuwe bewindslieden absoluut gaan handhaven. Daar is nog heel veel te bereiken, dat bleek ook uit het Rekenkamerrapport van vorig jaar. Zeeschepen zijn een milieuvervuilende factor die stelselmatig wordt ’vergeten’ in de politieke keuzes. Uit de haven, uit het zicht, er kraait geen haan naar dat er vervuild wordt. Schepen lozen nog altijd olie en afval op zee en spoelen ladingresten uit hun ruimen. De controle van oliejournaals is minimaal en van de schaars uitgedeelde boetes ligt geen reder wakker. Extra lastig is dat dit probleem op het grensvlak tussen V en W en VROM ligt. En nu dreigt ook binnen VROM een onduidelijke situatie, aangezien de minister het handhaven in zijn portefeuille heeft en de staatssecretaris scheepvaart en milieu. Voor de Inspectie Verkeer en
Waterstaat hield handhaven vooral in dat op veiligheid en arbeidsomstandigheden werd gecontroleerd. Er ligt een mooie taak voor VROM om te bepalen wie precies wat gaat controleren. Laat handhavers samenwerken met de waterpolitie, stel voorbeelden door schepen vaker te controleren en harder aan te pakken. Een goed voorbeeld was een handhavingsactie van VROM inzake lekkage van cfk’s in zeeschepen. Een fel onderzoekje naar die lekkages in 2000 heeft heel veel effect gehad. Doe dit vaker.”
Liever selectief Willem Brouwer, directiesecretaris van de Algemene Inspectiedienst in Kerkrade: „Een breedgedragen gevoelen binnen onze organisatie is de vaststelling dat de nieuwe minister de landbouwsector goed kent. Hij is zelf agrarisch ondernemer en dat wordt als een pluspunt ervaren. De vraag is echter wel of de handhaving buiten de kortingsplannen wordt gehouden. En hoe er gekort gaat worden: met de kaasschaaf of selectief. Wat ons betreft selectief, en dan niet op de handhaving natuurlijk. Hoewel je ook daar naar dossiers zou kunnen kijken, je inhoudelijk in de zaak verdiepen, de regels vereenvoudigen en eventueel het aantal handhavers terugdringen. De commissie-Sorgdrager heeft daar al het nodige voorwerk voor gedaan met het mestdossier.”
Toezicht zwembaden Gedeputeerde handhaving Ger Driessen van de provincie Limburg: „Duidelijkheid over de veiligheid van zwembaden. Dat mag de nieuwe ploeg ministers wat mij betreft eerst bij de kop pakken. Onlangs verdronken hier twee meisjes in Mechelen. De wetgever stelt onvoldoende duidelijke eisen aan het toezicht in zwembaden. Het Besluit Hygiëne en Veiligheid Zwem- en Badinrichtingen vereist slechts dat er ’voldoende toezicht’ aanwezig moet zijn, maar geeft niet duidelijk genoeg aan wat dan voldoende is. Datzelfde besluit regelt glashelder aan welke kwaliteitseisen zwemwater moet voldoen, maar is niet eenduidig als het gaat om andere eisen. Toezicht in zwembaden kan ook leiden tot schijnzekerheid, want het zorgt er niet voor dat wie niet kan zwemmen tóch veilig is. Eigen verantwoordelijkheid blijft dus altijd voorop staan. Maar als provincie kun je kwantitatief en kwalitatief voldoende toezicht niet afdwingen als het Rijk geen duidelijke regels maakt. Ik zal daarom op korte termijn aan minister Kamp van VROM vragen om de richtlijnen voor het toezicht scherper te formuleren. Verder hoop ik met de handhavers in onze organisatie op minder en beter handhaafbare regelgeving. Dat betekent: duidelijke afspraken en vanzelfsprekend naleven. Er kan ruimte zijn voor lokale beleidsafwe-
gingen, maar de rode draad moet voor iedereen duidelijk zijn.”
aan vuurwerk. Dat leeft erg in Nederland, maar er bestaat ook nog zoiets als milieuveiligheid.”
Consequent OM Robert-Jan van Hoogstraten, hoofd afdeling Handhaving van de dienst Water en Riolering, Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht: „Voor mij zijn drie zaken belangrijk. Ten eerste het project professionalisering van de handhaving. Dat moet niet alleen een proces van overleg blijven, maar er moet daadwerkelijk worden ingegrepen als het niet van de grond komt. Dus niet wachten tot 2005. Ten tweede moet er worden gewerkt aan een betere afstemming met en tussen bovenregionale partners, zoals het OM. We maken het te vaak mee dat in het ene arrondissement een schikking met korting moet worden aangeboden en in het andere absoluut niet. Ze hebben allemaal een eigen beleid en werkwijze, wat lastig is als je met verschillende arrondissementen te maken hebt. Dat moet beter worden aangestuurd. Hoe maakt niet uit, als het maar consequent is. Een mooie klus voor minister Donner. Ten derde wordt de milieuwetgeving soms zo complex en ingewikkeld dat zij niet meer handhaafbaar is. Het nieuwe Lozingsbesluit glastuinbouw bijvoorbeeld gaat gebukt onder een zo goede afstemming met de branche dat het maar de vraag is of dat nog wel een milieubelang dient. En we moeten stoppen met alles te relateren
Zwerfvuil overdreven Gerard Leeman van milieuadviesbureau Mibacu: „Ik heb weinig vertrouwen in dit kabinet, vooral omdat er alleen maar een staatssecretaris milieu is. Hoe wordt dat grote nieuwe probleem van de wateroverlast aangepakt? We hebben alles volgebouwd, willen snel van het water af, maar wij zitten hier nogal laag en krijgen het op ons dak: het is een Europees en mondiaal probleem. Eigenlijk is het goed wat er nu gebeurt met die weersextremen, want het drukt mensen weer eens met de neus op de feiten dat je niet zomaar kunt aanrommelen met het milieu. Ook moet wettelijk worden vastgelegd dat in milieuvergunningen alle energiemaatregelen die binnen vijf jaar kunnen worden terugverdiend, nu ook daadwerkelijk geëist worden. En ik hoop dat het afgelopen is met dat overdreven gedoe rond zwerfvuil. Er gaat veel te veel geld en energie in die plastic bekers zitten. Maar kijk eens om je heen. Dat is in Nederland toch geen wezenlijk probleem.”
35
HandHaving 2002 #5
Henk Kamp op VROM, Cees Veerman op LNV, Roelf de Boer op VenW. De nieuwe kernploeg ministers voor wonen, ruimte en milieu is uit de startblokken. De eerste Prinsjesdag achter de kiezen en nu aan het werk. Wat moeten de nieuwe ministers doen of juist nalaten als het om handhaven gaat? Een rondje langs de velden.
De Floriade noopt tot specifiek toezicht. Het is de vraag of alleen een gemeente verantwoordelijkheid kan dragen voor een dergelijk internationaal evenement.
De haken en ogen van een Floriade
HandHaving 2002 #6
De tienjaarlijkse wereldtuinbouwtentoonstelling in de Haarlemmermeer mag dan minder bezoekers trekken dan begroot, het is dit jaar wel het grootste publieksevenement in ons land. In 1995 startten de voorbereidingen. De initiatiefnemers, de Nederlandse Tuinbouw Raad en de Gemeente Haarlemmermeer, vormen een stichting die de organisatie, realisatie en exploitatie van de zes maanden ’feel the art of nature’ op zich nam.
36
Kennis inhuren De organisatie koos voor outsourcing: het risicodragend uitbesteden van grote onderdelen van de tentoonstelling. Die uitbesteding geldt bijvoorbeeld voor de realisatie van het park, de catering en het parkbeheer. Een van de redenen voor deze keuze is dat de initiatiefnemers de eigen, tijdelijke organisatie bewust klein wilden houden. Daarnaast wordt de ervaring en specifieke deskundigheid betrokken waar die al aanwezig is. Dit heeft tot gevolg dat de verschillende partijen voor een belangrijk deel zelf verantwoordelijk zijn voor naleving van de regels. De Floriade 2002 kent een Algemeen Reglement en een Huishoudelijk Reglement waarin verwezen wordt naar de geldende wetten. Dit betekent dat
paviljoenhouders en eigenaren van bouwwerken als dat nodig is een eigen bouw- of gebruiksvergunning hebben. Daarnaast heeft de Floriade een milieuvergunning op hoofdlijnen. Laat wakker De gemeente, de afdeling Vergunningen en Handhaving van de gemeente Haarlemmermeer en de Brandweer toetsen bouwconstructies en veiligheid. Maar de Floriade krijgt niet alleen toezichthouders van Haarlemmermeer over de vloer. Er zijn controles van specifieke onderdelen met bijbehorende instanties als de ArboUnie, de Arbeidsinspectie, de Keuringsdienst van Waren en de VROM-Inspectie die bijvoorbeeld de Legionellapreventie in de gaten houdt. Dat laatste toezicht verliep niet meteen soepel, aldus terreinmanager Ton Aker van de stichting Floriade 2002. „Een aantal instanties werd pas zeer kort voor de opening wakker en kwam toen met voorschriften die niemand tot dat moment had voorzien. In het geval van Legionella waren de competenties voor ons niet duidelijk. En volgens ons ook niet bij de handhavende diensten onderling.” Verantwoording Tot kort voor de opening had de
Floriade-organisatie zitting in een werkgroep Veiligheid, onder voorzitterschap van de gemeente Haarlemmermeer. De handhavende afdelingen waren ook lid van deze werkgroep. De nadruk kwam vlak voor de opening meer te liggen op toezicht en handhaving en daarom stapte de Floriade toen uit dit overleg. De terreinmanager: „Het leek niet logisch operationeel verantwoording af te leggen voor het zelf mede in dit overleg opgestelde beleid.” De gemeente Haarlemmermeer besloot wel het eerder uitgestippelde beleid dwingend op te leggen aan de organisatie. Aker zegt dat mede door de enorme tijdsdruk die omschakeling niet altijd vriendelijk verliep, maar de organisatie noch de gemeente heeft behoefte daar in detail mededelingen over te doen. „Het heeft wel geleid tot situaties waarbij de gemeente en de Floriade, hoewel elkaar partners bij de organisatie, tegenover elkaar stonden.” Geen ervaring Theo Stroobach (dienst Openbare Werken, sector Vergunningverlening en Handhaving) van de gemeente Haarlemmermeer is accountmanager Floriade: „Drieëneenhalf jaar geleden zijn we begonnen. We gingen praten in Zoetermeer waar dit evenement in 1992 was. We hebben ook uitgebreid gesproken met VROM. Daar had men geen ervaring met zo’n grootschalig, tijdelijk bouwproject en uiteindelijk was het advies: zoek het maar uit. Toen hebben wij keuzes gemaakt. De Floriade wil natuurlijk voor een >>
37
HandHaving 2002 #5
Nederland is klein, denk groot, stelt VROM. Maar als het evenement groot is, hoe bescheiden kan dan de handhaving zijn? Aan welke regels moet een tijdelijk spektakel als de Floriade voldoen? Floriade en gemeente Haarlemmermeer willen liever niet zwartepieten, maar als je je eigen feestje moet controleren is dat niet voor iedereen een genoegen. ªHet is misschien wel te groot.
Een van de opmerkelijke, tijdelijke gebouwen van de Floriade.
HandHaving 2002 #5
Demontabel Bijna dagelijks controleren inspecteurs Bouwen en Milieu het terrein en het gebruik, meldt Stroobach. „Er is tot nu toe één keer een dwangsombeschikking de deur uitgegaan op basis van de Wet milieubeheer. Dat betrof de opslag van gasflessen boven de norm. Maar het valt mee met overtredingen. Het is niet erger dan bij een gemiddeld bedrijf.” Haarlemmermeer is inmiddels al met het laatste traject bezig: de sloop en de afbouw. De Floriade sluit 20 oktober en 1 januari 2003 moet het terrein schoon worden opgeleverd. Enkele gebouwen blijven overigens wel staan. „Je hoeft niet voor elk demontabel hokje een sloopvergunning te hebben. We proberen het praktisch en veilig te regelen.”
38
Petten Het toezicht gaat verder dan bouw- en gebruiksvergunningen. Gemeentelijk projectmanager Arnold Huysmans: „Ik geef buiten de gemeentebegroting 40.000 euro
extra uit aan Legionellapreventie. Twee toezichthouders controleren los van elkaar twee keer per dag de installaties op de Floriade.” Dat budget is er niet alleen gekomen om mensen te beschermen, erkent Huysmans. „Eén Legionellabesmetting betekent onmiddellijke sluiting van deze tentoonstelling.” Projectmanager Huysmans is namens de gemeente betrokken bij de financiën, de ruimtelijke ordening, de infrastructuur en het groenbeleid van de Floriade. De constructie dat de initiatiefnemer zichzelf moet corrigeren is hem niet heel goed bevallen. „Ik weet niet of ik een volgende keer weer zou adviseren de projectwethouder zitting te laten nemen in de stichting Floriade. Je blijft dat tweepettenprobleem houden.” In de organisatie zitten vijf mensen op voorspraak van de Tuinbouwraad, en vijf op voorspraak van de gemeente. „Maar het belang van de gemeente en van de Floriade verschilt soms. Een wethouder kan knel komen te zitten.” Niet alleen De schaal van evenementen als de Floriade noopt volgens Huysmans tot een specifieke benadering. „Het is de vraag of een gemeente wel alleen verantwoordelijkheid kan dragen voor zo’n grootschalig, internationaal evenement.” Een gemeente werkt doorgaans met een lokaal handhavingsplan, maar in Haarlemmermeer weten ze inmiddels dat zelfs een nationaal, integraal handhavingsplan verrassingen niet
zou kunnen voorkomen. „Tot nu is alles goed afgelopen, maar we hebben wel problemen gehad met bijvoorbeeld de Immigratiedienst en Buitenlandse Zaken. Buitenlanders waren hier vier, vijf maanden werkzaam aan landenpaviljoens, maar hun visa verliepen. Niemand durfde vervolgens een beslissing te nemen over deze mensen omdat het zo gevoelig lag.” Er ligt ook nog een geschil tussen Haarlemmermeer en de VROMInspectie over het beroemde dak met 19.000 zonnepanelen. De gemeente heeft een permanente vergunning voor het dak afgegeven en vindt dat het daarom niet hoeft te worden gesloopt. VROM zegt dat het een tijdelijk bouwwerk is. Huysmans verhaalt over andere culturen die zich moesten aanpassen aan het Nederlands toezicht. „Dertig Thailanders die hun eigen paviljoen opbouwen, maar die niets begrijpen van leges en onze bouwnormen. Voor wie je alle documenten moet laten vertalen. Dat realiseer je je van tevoren allemaal niet. De reguliere regels zijn niet afgestemd op zulke mondiale projecten.” Nadere inlichtingen: Arnold Huysmans en Theo Stroobach, gemeente Haarlemmermeer, tel. 023-5674400, fax 023-5674305. Tekst: Joost Swanborn Foto’s: Foto Cock, Marco Bakker
Medewerkers van VROM en RIVM meten of er gas in de containers is achtergebleven.
Er wordt te veel gegast Dertig dagen achter elkaar controleerden de VROM-Inspectie en de RIVM intensief op gassingen in de Roterdamse haven. Iedere dag werden er willekeurig tien in de haven aangekomen containers apart gezet en gecontroleerd. De exacte uitkomsten van het onderzoek worden volgende maand bekend gemaakt. Het staat wel vast dat veel producten onnodig wordt gegast. De containers worden voor verscheping ’onder gas’ gezet met bestrijdingsmiddelen als methylbromide en fosforwaterstof. Doel is de lading te vrijwaren van ongedierte. Stringente controles hebben inmiddels geleid tot minder gassingen in eigen land, maar er zijn toenemende problemen met containers die in het buitenland zijn gegast. Regelmatig blijkt het gas bij deze importladingen nog niet te zijn uitgewerkt en dat geeft flinke gezondheidsrisico’s als de container wordt geopend. Reden om dit jaar specifiek onderzoek te doen naar importladingen. Een container die is gegast, moet
zijn voorzien van waarschuwingsstickers en de behandeling moet zijn aangetekend op de papieren. Een aanwijzing vormen ook afgeplakte ventilatieroosters aan de buitenkant. „Vaak worden de stickers achterwege gelaten en plakken ze de ventilatieroosters juist aan de binnenkant af”, is de ervaring van Wim Veldman van de VROM-Inspectie. Hoeveel containers werkelijk gassen bevatten, moet het onderzoek uitwijzen. Veldman heeft wel de indruk dat er heel veel onnodig wordt gegast. „Vaak is niet de lading maar het gebruikte stuwhout, zoals pallets, de reden van een behandeling”, legt
hij uit. Deze werkwijze leidt tot duizenden partijen producten die onnodig worden gegast. Eerder dit jaar kwamen er bijvoorbeeld tientallen containers met computers aan in Rotterdam. „Die waren behandeld met methylbromide en het gas was in de piepschuim verpakking getrokken”, vertelt Veldman. „Zo’n verpakking wordt weggegooid, maar je ziet hetzelfde absorberende effect ook bij ’gebruiksvoorwerpen’ als schuimrubberen kussens en matrassen. De Inspectie heeft tijdens de actie ook behandelde kunststof planten, cdhoesjes, meubelen, cosmetica, toiletpotten, aardewerk, kleding en huisraad aangetroffen. Nadere inlichtingen: Wim Veldman, VROMInspectie Zuid-West, tel 070-3985850. Tekst: Pieter van den Hoek Foto’s: Henriëtte Guest
39
HandHaving 2002 #5
dubbeltje op de eerste rang zitten. En als de isolatienormen niet helemaal worden gehaald, is dat tot daaraan toe. We tornen echter absoluut niet aan veiligheid en constructieve veiligheid.” De stichting werd eerst verplicht een veiligheidsplan in te dienen. Dat is getoetst door milieu- en bouwhandhavers, de politie, de brandweer en de dienst Openbare Werken. Vervolgens zijn er meer dan honderd bouwaanvragen afgehandeld.
Jurisprudentie
Wanneer wordt afval grondstof ?
40
Uitgangspunt voor de Afdeling Bestuursrechtspraak is de Europese definitie van een afvalstof: ’elke stof of elk voorwerp behorende tot de in bijlage I van de Afvalstoffenrichtlijn (75/442/EG) genoemde categorieën waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen’. Vervolgens wordt het bekende ARCO-arrest van het Europese Hof van Justitie (15 juni 2000, AB 2000, 311 m.n. Backes) geciteerd. Het Hof heeft daarin voor recht verklaard, dat de vraag of sprake is van een afvalstof in de zin van de richtlijn moet worden beoordeeld. Bepaalde omstandigheden kunnen aanwijzingen zijn waaruit blijkt dat sprake is van een handeling, een voornemen of een verplichting om zich van een stof te ontdoen: omdat een als brandstof gebruikte stof het residu is van een productieproces van een andere stof; • dat die stof voor geen enkel ander gebruik dan verwijdering in aanmerking kan komen; • dat de stof zich qua samenstelling niet leent voor het gebruik dat ervan wordt gemaakt; • dat voor dat gebruik bijzondere voorzorgsmaatregelen voor het milieu moeten worden getroffen. Met deze uitgangspunten komt de Afdeling Bestuursrechtspraak tot de volgende uitspraken.
B-prepol Atoglas maakt polymethylmethacrylaat-platen van prepol. Daarvoor wordt een overmaat aan prepol aangemaakt, waardoor een hoeveelheid kwalitatief goede prepol (B-prepol) overblijft. De minister van VROM verbood de export naar Indonesië omdat sprake zou zijn van een afvalstof. Volgens de Afdeling Bestuursrechtspraak is B-prepol geschikt voor continu gebruik overeenkomstig de oorspronkelijke bestemming namelijk de productie van polymethylmethacrylaat-platen. B-prepol is een beoogd geproduceerde grondstof, waarvan de productie bewust en direct kan worden aangestuurd door marktoverwegingen. Bijzondere voorzorgsmaatregelen voor het milieu zijn niet nodig. De Afdeling Bestuursrechtspraak concludeert, dat deze omstandigheden voldoende aanwijzing vormen om aan te nemen dat geen sprake is van het zich ontdoen in de zin van de richtlijn. En dus is het geen afvalstof. Brandstof Icopower zamelt bedrijfsafvalstoffen in. Die bestaan uit een mengsel van papier, karton, onbehandeld hout, kunststoffolie, textiel, mogelijk vermengd met een beperkt percentage organische reststoffen (kantineafval) en/of glas, steen en blik. Na een
aantal bewerkingen wordt een deel van dit bedrijfsafvalstoffenmengsel verwerkt tot zogenoemde energiepellets. Dit geperste materiaal wordt gebruikt als brandstof in elektriciteits- en warmtecentrales. De minister van VROM had het Icopower verboden om deze pellets naar Zweden te exporteren. Ten onrechte, aldus de Afdeling Bestuursrechtspraak. In het kader van het ARCO-arrest zijn er aanwijzingen dat de stof geen afvalstof is. De energiepellets worden weliswaar verkregen uit afvalstoffen, maar gezien de strikte acceptatievoorwaarden, de controle, scheiding en de aard van de bewerking en gelet op de calorische waarde, kunnen ze niet worden beschouwd als dezelfde afvalstoffen in een andere gedaante. De minister heeft zijn stelling dat sprake is van afval niet voldoende onderbouwd. Afdeling Bestuursrechtspraak, 20 februari 2002 (B-prepol); Afdeling Bestuursrechtspraak, 3 april 2002 (energiepellets); Tekst: Jan van den Broek
41
HandHaving 2002 #6
HandHaving 2002 #5
Wanneer verliest een stof het karakter van afvalstof ? Deze vraag kreeg de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) in enkele zaken te te beantwoorden. Het ging het om de vraag of B-prepol, en energiepellets (nog) afvalstoffen waren.
HandHaving 2002 #6
42 (advertentie)
(advertentie)