1.2. De uitvoeringstermijn is voorzien in verschiuende fasen

RWZI Brasschaat Deell: Bijzondere Administratieve Bepalingen

Artikel 28 - AAV - UITVOERlNGSTERMIJNEN ArtikeI 28 § 1 - AAV Bevel tot nitvoering en leiding van de werken 1.2. De uitvoeringstermijn is voorzien in verschiUende fasen Hoewel de voorziene werken moeten uitgevoerd worden in verschillende fasen, zal tijdens de uitvoering de zuivering van afvalwater ongestoord moeten kunnen doorgaan. De fasering van het algemeen typebestek die een indeling in fasen PI, P2 en P3 voorziet, blijft aangehouden. De totale uitvoeringstermijn bedraagt 730 kalenderdagen en wordt opgesplitst in de bindende deeltermijnen opgenomen in onderstaande tahel:

Tabel 1. 2.1: fasering in kalenderdagen

De aannemer is eveneens gebonden aan het naleven van een planning en bijhorende timing bij het uitvoeren der werken cfr. art. 28 § 2 van de Bijzondere Administratieve Bepalingen op straffe van de, in onderhavig artikel opgenomen, boetes. Opmerkingen en spedfieke termijnen III

Iii

Iii

III

Voor het indienstnemen van onderdelen voor einde PI, dient rekening gehouden met de nodige tijd voor de installatie en operationele testen van de automatisatie door Aquafin. De nv Aquafin en haar eigen dienst Operaties kunnen behalve de werken beschreven in dit bestek, gelijktijdig andere werkenlaten uitvoeren door derden of door eigen personee!. Deze omstandigheden kunnen in geen enkel geval ingeroepen worden door de aannemer ter bedinging van termijnsverlenging of meerprijs, ook niet indien een door de aannemer geplande uitvoeringsmethode en/of timing hierdoor onmogelijk wordt, alsook niet ter verantwoording van het niet naleven van de opgelegde timing of andere bestekseisen. Deelfase Pl(A-2) omvat 240 kalenderdagen. Voor wat betreft de werken aan het beluchtingsbekken en aanpalende constructies dient er mee rekening gehouden te worden dat voor bepaalde onderdelen in verhouding meer elektromechanische werken t.O.v. de bouwkundige werken dienen uitgevoerd te worden. Daarom volgende termijnsopsplitsing: o

Mechanische zuivering; selector en blowerlokaal: 180 kd voor bouwkundige werkzaamheden en 60 kd voor elektromechanische installatie

o

Beluchtingsbekken: 200 kd voor bouwkundige werkzaamheden en 40 kd voor elektromechanische installatie

Voor de uitdienstname van de bestaande beluchting dient de nieuwe beluchting in

~ Grontmij

BB~I_ADM_204666_a.doc

pagina 21

RWZ/ Brasschaat Dee/ /: Bijzondere Administratieve Bepa/ingen

bedrijfte zijn aan geldende effluentnormering. Beide installaties dienen bijgevolg tijdeIijk parallel gevoed en bedreven te worden. e

iii

e

fiI

In bouwfase B-2 dient onmiddellijk aansluitend op fase B-1, waarin 2 resterende oxidatiebedden en tussenbezinktank werden opgebroken, voorrang gegeven te worden op de realisatie van de vloeistofdichte verharding t.h.v. de toekomstige locatie van de defosfatatietank. Het in bedrijfstellen van de te verplaatsen defosfatatietank dient te gebeuren binnen de 20 kalenderdagen. In bouwfase D dient aansluitend op de afbraak van de bestaande effluentventuri voorrang gegeven te worden op de realisatie van de definitieve aansluiting van de nieuwe effluentventuri naar de biofor installatie. Deze werkzaamheden dienen te gebeuren binnen een termijn van uiterlijk 20 kalenderdagen. Binnen de 14 dagen na de start der werken dient de aannemer een gedetailleerde planning voor te leggen van aIle werken over aIle fasen. Hierbij dient per constructie onderscheid gemaakt te worden tussen de bouwkundige werken, de montage van de mechanica + instrumentatie en de werken elektriciteit. Het plan met de aanduiding van de werfrnstallaties, opslagruimtes en -zones en de nodige toegangswegen zoals vermeld onder artikel 30 § 1 - AAV dienen te worden voorgelegd ten laatste 14 dagen na aanvang der werken.

Onderstaande tekst is van toepassing op bouwfase A, B, C en D met telkens vervat PI, P2 en P3 voor de respectievelijke werken die in betreffende fase dienen uitgevoerd te worden volgens onderstaande fasering. '"

De waterdichtheidskeuringen van de bouwkundige constructies moeten uitgevoerd worden binnen een termijn van 80 % van de Pl-x (resp. PI-A of PI-B), v66r aanvulling van de constructies en nadat aIle doorvoerconstructies gemonteerd zijn. Deze termijn is bindend. De gebruikelijke boetes en middelen van verweerconform artikel 48 - AAV zijn van toepassing op deze termijn.

Aanvullende boetes voor het niet respecteren van de opgelegde timing '"

De influentvoeding van de rwzi mag maximaal 6 uur uit dienst genomen worden in DWA omstandigheden. De eindbeslissing wordt door Aquafin genomen na ontvangst aanvraagformulier procesvergunning.

..

De aannemer dient de gespecifieerde autonome noodgroepen te voorzien. Voor de omschakelingen op deze groepen of op de uiteindeIijke installatie geld een maximale uitbedrijfname (omschakeltijd) van elektrische voeding van 3 uur. Verder dient deze periode tevens gezien te worden als maximum interventietijd om bij uitval van betreffende noodgroepen de nodige maatregelen te treffen voor heropstart.

41!

<11

Indien voorvernoemde tijden door de aanneming overschreden worden, zal een boete van 750,- EURO per uur worden aangerekend vermeerderd met aIle integrale bijkomende kosten (milieuboetes, proceskosten, e.d.) die de nv Aquafrn kan krijgen bij het in werking treden van de overstorten waarbij er ongezuiverd rioolwater terechtkomt in de openbare waterwegen. Verder blijven aIle boetes geldig zoals opgenomen in de Aig. Adm. Bep. art. 48 AAV: Middelen van optreden.

~ Grontmij

BB_LADM_2046663·do C pagina 22


Artikel 28§ 2. ~ AAV GELIJKTIJDIG UIT TE VOEREN OPDRACHTEN

l.ALGEMEEN De aannemer wordt erop gewezen dat de werken uit te voeren zijn op een bestaande en in bedrijfzijnde installatie. Enkel kortstondige stilstanden (maximaaI6 u) bij droogweer en na overleg met Operaties mogen plaatsvinden. Indien deze stiistandtijden niet kunnen worden aangehouden dienen de nodige maatregelen getroffen te worden: autogene noodgroepen, werfborden, tijdeIijk pompen, ed.. De continue werking van de RWZI dient ten allen tijden gegarandeerd te worden, waarbij de huidige procesvoering de vereiste is. De werken mogen de bedrijfsvoering niet hinderen. Vooropgestelde effluentnormering dien! ten allen tijden gegarandeerd te blijven. (dr. art. 12 van KB 8/01/01996) Gedurende deelfase A wordt het influentdebiet met het bestaande influentgemaal opgepompt en verdeeid mits de bestaande debietsverdeling over DWA en RWA straat. In deelfase B zal een discontinu influentdebiet verwerkt worden ais DWA-aanvoer van 192 lis (160 lis continue) over de nieuwe installatie en een continue influentdebiet ais RWA-aanvoer van 234 lis over de bestaande RWA-straat. In deelfase C zal een continu influentdebiet verwerkt worden als DWA-aanvoer van 160 lis over de nieuwe installatie en een continue influentdebiet ais RWA-aanvoer van 234 lis bestaande over de bestaande RWA-straat. In fase D wordt een totaal debiet van 394 lis biologisch verwerkt over de nieuwe installatie. Voor de continuIteit van de bedrijfsvoering zijn diverse tijdeIijke maatregelen noodzakelijk. De aannemer dient deze maatregelen te coordineren en tijdig de uitvoering van de voorziene maatregelen voor te stellen aan Aquafin ofhaar gemachtigde. De renovatiewerken kunnen in onderstaande 4 hoofdfasen worden opgesplitst en bevatten in hoofdzaak volgende werken:
Bouwfase A: Afbraak 1 oxidatiebed. Vernieuwen/ aanpassen bestaande hoogspanning. Opbouw van nieuwe beluchting verdeelconstructie, influentpompkeider en LSI HS-gebouw.

,.

Bouwfase B: Afbraak overige oxidatiebedden en tussenbezinktank. Opbouw nieuwe NBT 3 en effluentventuri

~

Bouwfase C: Aanpassingswerken bestaande NBT (NET 1)

fj)

Bouwfase D: Aanpassingswerken bestaande RET (NET 2). Afbraak van bestaande mechanische zuivering en effluentventuri.

Verdere detaillering van betreffende bouwfasen voIgt in onderstaande beschrijving en is schematisch aangeduid op de faseringsplannen. Tussen de verschillende bouwfase A + B + C + D, die ais constructiefasen PI volgens Aquafm terminologie kunnen genoemd worden, dienen de verschillende testfasen P2 en P3 voorzien te worden teneinde de gerealiseerde instaIlatieonderdeIen uitvoerig te testen voor vrijgave. De bestaande hoogspanning van het DWAI RWA-gedeeite wordt volledig vervangen door nieuwe cellen geplaatst ter hoogte van de nieuwe instaIlatieonderdeIen. De bestaande hoogspanningsinstallatie van het SWA-gedeelte dienen aangepast te worden volgens geldende reglementering. Hiervoor zullen tijdelijke autonome mobiele aggregaten voorzien worden. Deze werkenzullen voornamelijk plaatsvinden in fase A, aangezien in deze fase al een gedeelte van de nieuwe installatie dient opgestart te worden.

~ Grontmij

BB_I_ADM_204666~a.doc

pagina 23

RWZI Brasschaat Deell: Bijzondere Administratieve BepaJingen

Tijdens de verbouwingswerken aan het sanitaire gedeelte van het dienstgebouw dient een tijdelijke container ter vervanging voorzien te worden. Uitrusting en voorzieningen volgens technische bepalingen in onderhavig bijzonder bestek. Deze werkzaamheden zuIlen aangevat worden in de Iaatste fase (D). Onderstaande planning houd rekening met de continuIteit van de procesvoering van de rioolwaterzuiveringsinstaIlatie en dient strikt aangehouden te worden dpor de aanneming.

I BOUWfASEA: Bouwfase A omvat de maximale preconfiguratie van de nieuwe installatie zodat kan overgegaan worden tot een tijdelijke bedrijfsvoering. Tijdens deze tijdelijke bedrijfsvoering kunnen de overige aanpassingen, opbraakwerken en de resterende te bouwen onderdelen uitgevoerd worden. De fase bestaat uit een constructiefase (P 1 Aquafin-terminologie) en een testfase in proper water en in bedrijfsomstandigheden (P2 respectievelijk P3 Aquafin-terminologie).

Pl- Bouwfase A-I: Hnidige procesvoering van bestaande instaltatie met 2 oxidatiehedden i.p. v. 3. Volgende werken zijn in deze fase voorzien:

Voorhereidende werken:
411

Verleggen van het trace van de tijdelijke slibrecirculatie leiding ND 250 volgens planaanduiding. Afbraak gehypassed gedeelte van tijdelijke slibrecirculatieleiding ND 250.

Bouwkundige werken:
PI - Bonwfase A-2: Huidige procesvoering van hestaande instaltatie met 2 oxidatiehed:" den Lp. v. 3. Volgende werken zijn in deze fase voorzien:

Bouwkundige werken:
..f Grontmij

BB_I_ADM_204666_a.doc pagina24

RWZI Bra.sschaat Deell: Bijz()ndere Administratieve Bepalingen

Leidingen: de procesleidingen die reeds aan nieuwe constructies kunnen worden aangesloten worden zoveel mogelijk aangelegd. Ret betreft hier o.a. volgende leidingen: II.'
411

II It

.. 'II>

..
e
De persleidingen van de nieuwe influentpompen naar de nieuwe roosterinstallatie. De aanzuigleiding slibrecirculatie bestaande NBT op tijdelijk te plaatsen slibrecirculatiepompen. De (bovengrondse) persleiding vanaf de tijdelijke slibrecirculatiepomp naar het nieuw slibretourgemaal aan de beluchting (in dienst te nemen op het einde van fase A2) De procesleiding tussen beluchting en verdeelconstructie ND 1300. De procesleiding tussen verdeelconstructie en bestaande NBT (opening te boren in bestaande put tegen NBT terwijl deze in bedrijf is). Leiding te leggen onder het in bedrijfte blijven beluchtingsleidingwerk (tijdelijke beluchting). Persleiding van nieuwe slibrecirculatiepompen naar selector ND 250 De spuislibleidingen vanuit de nieuwe verdeelconstructie en slibrecirculatiegemaal naar de nieuw te plaatsen spuislibpompen. 2 X ND 150 De persleiding van de nieuw geplaatste spuislibpompen naar de nieuw te plaatsen indiktafel ND125 De slibafvoerleiding van de nieuw te plaatsen slibpomp onder indiktafel naar de slibopvangcontainers ND125 (tijdelijke aansluiting) Gedeelte terreinriolering t.h.v. persleiding influentpompen De aanzuig- en persleidingwerk van de bedrijfswaterinstallaties cfr. techniesche bepalingen

Elektromechanische werken: .. Volledige uitrusting influentpompput. Minstens 1+1 pompen dienen in gebruik te zijn voordat naar de volgende bouwfase kan worden overgegaan. til Volledige uitrusting nieuw roosterinstallatie (fijnrooster, grofrooster, roostergoedpers, kanaalschuif, schotbalken,... ) lI> Volledige uitrusting van het nieuwe beluchtingsbekken, selector en blowerlokaal (blowers, voortstuwers, mixers, afsluiters, schotbalken, overstortschuiven, ... ) $ Volledige uitrusting van het nieuwe slibrecirculatievijzelgemaal.

,f Grontmij

BB_I_ADM_204666~a.doc

pagina25


Tijdelijke maatregelen Tijdelijk te plaatsen slibrecirculatiepomp met een totale capaciteit van 65 Vs en aan te sluiten op bestaande recirculatieleidingen ($ 200) in bestaande NBT/ RBT. Een pomp in reserve te voorzien op de werf. Tijdelijke maatregel moet in dienst genomen wor~ den bij aanvang van omschakeling fase A naar fase B (P3(A» * Tijdelijk te plaatsen en aansluiten van recirculatiepompen (1+1) effectief geplaatst, met een totale capaciteit van 138 Vs, voor recirculatie van effluent vanuit het uitstroomcompartiment nieuwe beluchting naar de tussenbezinktank. (recirculatie oxidatiebedden). TijdeIijke maatregel moet in dienst genomen worden bij aanvang van omschakeling fase A naar fase B (P3(A».
*

Elektriciteit: Hoogspanning: Tijdens debouwfase A is het noodzakelijk de hoogspanning te vernieuwen, zodat er voldoende vermogen beschikbaar komt voor de tijdelijke (batch)bedrijfsvoering in fase B. De bestaande hoogspanning van het DWAI RWA-gedeelte wordt volledig vervangendoor nieuwe cellen geplaatst ter hoogte van de nieuwe installatieonderdelen. De bestaande hoogspanningsinstallatie van het SWA-gedeelte dienen aangepast te worden volgens geldende reglementering. Hiervoor zullen volgende autonome mobiele aggregaten voorzien worden: o Een aggregaat bestaande uit twee gesynchroniseerde dieselgroepen van 800 kVA elk + een vermogentransformator 1250 kVA / secundaire spanning 3 x 3000 Volt voor de tijdelijke voeding van de propellerpompen (stormweerpompen). o Een aggregaat van 630 kVA / secundaire spanning 3 x 400 V / 230 V voor de voeding van de overige installaties. @

III

Laagspanning: Het algemeen laagspanningsbord (ALSBW1), het laagspanningsbord influentpompen (ALSBW3) en het laagspanningsbord slib (ALSBS1) dienen te worden geplaatst. De nieuwe gedeelten die tijdens bouwfase A worden gebouwd en die in een volgende fase in gebruik zullen worden genomen, dienen aangesloten, getest en elektrisch bedrijfsklaar te worden opgesteld. Het bestaande bord Biofor-installatie (ALSBW2) blijft behouden. De aanwezige metingen en allarmering dienen gecommuniceerd te worden naar het algemeen laagspanningsbord (ALSBW1). De laagspanningsborden zullen gevoed worden door de nieuw te voorziene hoogspanning (HS 2) ondergebracht in het nieuwe te bouwen HS/ LS-Iokaal naast de beluchting. De bestaande laagspanningsborden blijven in dienst, aangezien de bestaande bedrijfsvoering van een aantal onderdelen in deze en een volgende fase nog behouden blijven. Deze borden zullen in ombouwfase gevoed worden door de aggregaat van 630 kVA. Voor wat betreft de batch-werking in een volgende bouwfase B, dienen de tijdelijke slibrecirculatiepompen en de tijdelijke recirculatiepompen oxidatiebedden een tijdelijke voeding te krijgen. Aansluiten van bekabeling HS en keuring van de in dienst te nemen installatieonderdelen door stroom Ieverende maatschappij (Eandis)

Automatisatie: III Installatie van de PLC . De hoofd-PLC kan reeds worden geprogrammeerd en gedeeltelijk in dienst worden genomen. Installatie van een voorlopig programma beluchting waarbij het nieuwe beluchtingsbekken in batch kan worden bedreven.

.f Grontmij

BB_I_ADM_204666_a.doc pagina 26


• •

Plaatsen van een verbindingslijn voor datacommunicatie over het netwerk. Voorzien van alarmering tijdelijke pompinstallaties zoals verder beschreven in de technische bepalingen van onderhavig bestek.

Infrastructuur: ~ De nieuwgebouwde onderdelen dienen toegankelijk te worden gemaakt. De fundering rondom het beluchtingsbekken zal reeds geplaatst worden,' maar de asfaltwerken zelf zullen pas aan het volledige einde van de werken worden uitgevoerd. It Een tijdelijke verharding die de wegrond de nieuwe beluchting verbindt metde bestaande verharding dient voorziente worden.

P2(A): Proper water testen van nienwe constrncties nit rase Pl(A). In deze fase wordt geproefdraaid op de nieuwe installatieonderdelen (proper water) en worden alle testen, zoals in een P2 fase voorzien, maximaal uitgevoerd. In deze fase zal de beluchtingsproef uit gevoerd worden. Daamaast zullen tevens alle overige properwatertesten doorgevoerd worden.

P3(A): Opstarten van nieuwe instaUatieonderdelen in bedriifsomstandigheden. OMSCHAKEUNGSFASE AlB:

Fase AlB omvat de omschakeling van bouwfase A naar bouwfase B en voorziet aIle werken die nodig zijn om de bedrijfsvoering van het station te kunnen garanderen in batchsysteem in een volgende uitvoeringsfase. Na de testen met proper water van het nieuwe beluchtingsbekken wordt het bekken opgestart in batch-werking. Voor de overschakeling naar deze tijdelijke bedrijfsvoering dienen volgende stappen te worden uitgevoerd: ~

*

$

~

(il

e

Enten van de deeIs opgevulde beluchting (reinwater/ effluent beluchtingsproef) met slib afkomstig van een nog door Aquafm te bepalen RWZI. Opstart Batch-bedrijfsvoering. Van zodra het influent toekomt via de nieuwe influentpompput is de ingebruikname van het nieuwe beluchtingsbekken en verdeelconstructie een feit. Door het tijdelijk in bedrijfhouden van de bestaande influentvoeding kan vervolgens parallel gevoed worden aan de nieuwe en debestaande biologische straat. (zie hieronder). In gebruik nemen tijdelijke slibretourpomp van bestaande nabezinktank naar nieuwe beluchting. In gebruik nemen tijdelijke recirculatiepompen van het uitstroomcompartiment nieuwe beluchting naar de tussenbezinktank (vanafhet ogenblik dat er effluent beschikbaar is) RWA-aanvoer dient via de bestaande voedingsleiding (lokaal onderbroken t.h.v. het nieuwe influentpompstation) naar het bestaande influentgemaal gevoed te worden. De bestaande RWA-straat zal tijdens batch-werking n1. in bedrijfblijven.

.f Grontmij

BB_LADM_204666_a.doc pagina 27

RWZI Brasschaat Dee/I: Bijzondere Administratieve Bepalingen

Gedurende de opstart van het batchsysteem wordt de bestaande beluchting (biologische zuivering) stand-by gehouden. Buitendienst stellen van de bestaande installatie kan maar gebeuren na succesvolle proces opstart van de tussentijdse batchbedrijfsvoering. Er zal dus een periode parallel gevoed worden op beide installaties. Zowel de automatisatie als de elektrische voeding van beide installaties dient op dit parallel bedrijf afgestemd te zijn. De hestaande beluchtingstanks zullen worden leeggemaakt en gecleaned door Operaties en nadien vrijgegeven worden voor de aanpassingswerken tot slibbuffer. Tot slot dient in deze fase de inbedrijfname van de nieuwe slibverwerking (indiktafel, PEdoseerinstallatie en bedrijfswaterinstallaties) gerealiseerd te worden.

I BOUWfASE B: Bouwfase B omvat de afbraakwerken van oxidatiebedden II en III en de tussenbezinktank en de bouw van de nieuwe nabezinktank en de nieuwe effluentventuri.

PUB-I): Procesvoering via batch-werking van nienwe belnchtine en besiaande NBTt, RWA via bestaande RWA-straat en efflnentlozing via bestaande efflnentventnri. Volgende werken zijn in deze fase voorzien: Bouwkundige werken: lW Opbraak oxidatiebed II + III. e Opbraak tussenbezinktank. 09 Opbraak verbindingen en leidingen van en naar de tijdelijke beluchting.

Leidingen:
Elektromechanische werken: l!I Indienstname slibrecirculatiepompen geplaatst in fase PI (A-2)

Tijdelijke maatregelen 1Il De tijdelijk geplaatste slibrecirculatiepomp 65 lis mag uit dienst genomen worden, inclusief opbraak tijdelijke pers- en zuigleiding.

Pl(B-2): Procesvoering via batch-werking van nienwe beluchiing en bestaande NBTt. RWA via bestaande RWA-sima! en efflnentlozing via bestaande effluentventuri. Volgende werkenzijn in deze fase voorzien: Bouwkundige werken: fll Realisatie van vloeistofdichte verharding ter hoogte van de toekomstige locatie van de defosfatatietank. Deze uitvoering dient strikt aan te sluiten op de afbraak van de oxidatiebedden (B-1) zodat de verplaatsing, heraansluiting en inbedrijfname van de defosfatatietank kan gerealiseerd worden binnen de 20 kalenderdagen.

. : Grontmij


RWZI Brasschaat Deell: Bij:zondere Administratieve Bepalingen

111 l!I

111

Plaatsen van vloerplaat van te verplaatsen defosfatatietank. Bouwen nieuwe nabezinktank NBT 3. Bouwen nieuwe effluentventuri.

Leidingen: de procesleidingen die reeds aan nieuwe constructies kunnen worden aangesloten worden zoveel mogelijk aangelegd. Bet betreft bier o.a volgende leidingen: . ., 111

.. III It

111 \!II

III

III

111

De procesleiding tussen nieuwe verdeelconstructie en nieuweNBT3 ND 1000. De procesleidingen tussen nieuwe NBT3 en nieuwe effluentventuri ND 800. De procesleiding tussen NBT 3 en slibrecirculatievijzelgemaal m.i.v. debietrneetput ND600. Afvoerleiding van NBT 3 naar de terreinriolering. Afvoerleidingen van beluchting naar de terreinriolering. Afvoerleiding van selector naar de terreinriolering. Afvoerleiding van slibrecirculaiegemaal naar de terreinriolering. De effluentcoIlector tussen nieuwe venturi en bestaande lozing ND 1200 (aanbouwcompartiment SWA-kelder). Doseerleidingwerk defosfatatie naar respectievelijk uistroomcompartiment beluchting en selector. Aanleg resterend deel van de terreiririolering.

Elektromechanische werken: III Verplaatsing en heraansluiting van defosfatatietank (timing: zie hierboven) 111 Volledige uitrusting nieuwe NBT3. Oil VoIledige uitrusting nieuwe effluentventuri.

Tijdelijke maatregelen Tijdelijk te plaatsen en aansluiten van effluentpomp (160 lis) van nieuwe effluentput naar bestaande effluentventuri. Ben pomp in reserve te voorzien op de werf. Tijdelijke maatregel moet in dienst genomen worden bij aanvang van omschakeling fase B naar fase C (P3(B))

Elektriciteit: l!I Laagspanning: De nieuwe gedeelten die tijdens bouwfase B worden gebouwd en die in een volgende fase in gebruik zuIlen worden genomen, dienen aangesloten, getest en elektrisch bedrijfsklaar te worden opgesteld. Aansluiting te gebeuren op het reeds in bouwfase A gebouwde ALSBW1. 111 De bestaande laagspanningsborden blijven in dienst, aangezien de bestaande bedrijfs~ voering van een aantal onderdelen in deze en een volgende fase nog behouden blijven.

Automatisatie: 111 Installatie van een voorlopig programma waarbij de reeds in gebruik genomen nieuwe beluchting in batch kan worden bedreven in combinatie met de nieuwe nabezinktank NBT3 .

..: Grontmij


RWZf Brasschaat Deel f: Bijzondere Administratieve Bepalingen

Infrastructuur: 9 De volledige fundering van de toekomstige verharding kan afgewerkt worden. Top~ laag of de volledige asfaltverharding zal pas op het einde bij de volledige terreinaf~ werking aangelegd worden. 'il Aanleggen van de nieuwe terreinriolering e De aansluiting van straatkolken op nieuwe terreinriolering

P2(B): Proper water testen van nieuwe constructies uit rase Pl(B). Aangezien er binnen de fase Pl(B) reeds verschillende onderdelen kunnen getest worden, is de natte beproeving van bouwfase B (P2(B)) geYntegreerd in fase Pl(B).

P3(B): Opstarten van nieuwe instaHatieonderdelen in bedriifsomstandigheden. OMSCHAKElINGSFASE B/C:

Fase B/C omvat de omschakeling van bouwfase B naar bouwfase C en voorziet aIle werken die nodig zijn om de bedrijfsvoering van het station te kunnen garanderen in een volgende uitvoeringsfase C. Tijdens deze uitvoeringsfase C zal de batch~bedrijfsvoeringzoals in werking in de vorige fase B verlaten worden en zal overgeschakeld worden op en continue bedrijf van de beluchting in combinatie met de nageschakelde nieuwe nabezinktank. Hierbij wordt een con~ tinue influentdebiet van 160 lis verwerkt over deze nieuwe straat. De bestaande NBT kan na succesvolle omschakeling uit dienst genomen worden. Voor de overschakeling naar deze volgende bedrijfsvoering dienen volgende stappen te worden uitgevoerd: 9 411

e

Buiten bedrijf stellen bestaande NBTI In gebruik nemen nieuwe NBT3 Indienstname van in fase Pl(B~2) geplaatste tijdelijke pomp (160 lis) van nieuwe ef~ fluentput naar bestaande effluentventuri

I BOUWFASEC: Bouwfase C omvat de aanpassingswerken aan de bestaande nabezinktank.

PUC): Procesvoering via continue-werking van nieuwe beluchting en nieuwe NBT3 RWA via bestaande RWA-straat en effluentlozing via bestaande effluentventuri. Volgende werken zijn in deze fase voorzien: Bouwkundige werken: • Aanpassingswerken bestaande nabezinktank NETI o Opbreken en opbouwen instroomconstructie o Aanpassingswerken t.h.v. slibrecirculatieput o Bouwen nieuwe effluentput o Afsluiten bestaande koppeling naar DWA~venturi o Aanpassen bestaande natte kelder (sIibrecirculatie) tot droge kelder voor opstel~ ling EM-debietsmeting

VGrontmij

BB_LADM_204666_a.doc pagina 30


Leidingen: <& De procesleiding van bestaande NBTl naar nieuwe effluentventuri • Tijdelijk slibretourpompleiding tussen bestaande NBTl en nieuwe beluchting kan terug weggenomen worden.

Elektromechanische werken: 1I Plaatsen instroomvinnen volgens planaanduiding .. Aanpassing van bestaande rakelbruggen aan gewijzigde instroomconstructie OIl Ontmanteling van beluchtingssysteem in tijdelijke beluchtingstank

Elektriciteit: • Laagspanning: Aansluiten, testen en elektrisch bedrijfsklaar stellen van de aangepaste NBT 1 op ALSBWl. II tijdelijke voeding te voorzien voor tijdelijk verpompen van het effluent van de nieuwe constructie naar de bestaande venturi. <& De bestaande laagspanningsborden blijven in dienst, aangezien de bestaande bedrijfs~ voering van een aantal onderdelen in deze fase nog behouden blijven.

Automatisatie: .. Installatie van een voorlopig programma waarbij de reeds in gebruik genomen nieuwe beluchting kan worden bedreven met de bestaande en de nieuwe nabezinktank.

Infrastructuur: II

/

PUC): Proper water testen van nieuwe constructies uit fase PHC). FaseP2(B) is gelntegreerd in fase Pl(B).

f3(C)= Opstarten van nienwe instaUatieonderdelen in bedriifsomstandigheden. OMSCHAKELINGSFASE CfD: Fase C/D omvat de omschakeling van bouwfase C naar bouwfase D en voorziet aIle werken die nodig zijn om de bedrijfsvoering van het station te kunnen garanderen in een volgende uitvoeringsfase D. Tijdens deze uitvoeringsfase D zal de nieuwe beluchting, samen met de bestaande en de nieuwe nabezinktank (NBT 1/3) ingebruik worden genomen. De bestaande RWA straat wordt buiten dienst gesteld. Dit betekent dat het volledige influentdebiet (DWA+RWA) moet kunnen opgepompt en verwerkt worden over voorvernoemde installatieonderdelen. Voor de overschakeling naar deze volgende tijdelijke bedrijfsvoering dienen volgende stappen te worden uitgevoerd: 41

@

Uitdienstname van de tijdelijke effiuentpomp (160 1/s) + opbraak persleiding van nieuwe naar bestaande effluentventuri. Voorzien van het influentpompstation op de volledige pompcapaciteit (3941/s)

~ Grontmij

BB_1_ADM_204666_a.doc pagina 31


e
'"

Buiten bedrijf stellen RWA-straat (influentgemaal, RBT en bestaande venturi) In gebruik nemen aangepaste NBTl In gebruik nemen nieuwe effluentventuri

I BOUWfASE 0: Bouwfase D omvat de aanpassingswerken en ombouw van de bestaande regenbezinktank (RBT) naar nabezinktank 2 en aIle resterende werken om het renovatieproject afte ronden en naar nominale bedrijfsvoering over te kunnen gaan. Behmgriike noot (!): Aan het begin van deze fase zal de nieuweeffluentventuri in bedrijf genomen worden. De leiding (2 x GVP 0 500) naar de Biofor zijn op dat ogenblik echter nog niet geplaatst. Deze kunnen pas geplaatst worden op het ogenblik dat de bestaande effluentventuri is afgebroken. Om de periode van de tijdelijke pompinstallatie niet te laten uitlopen dient de opbraak van de bestaande venturi en het plaatsen van de betreffende leiding in het begin van fase D uitgevoerd te worden zodat de Biofor installatie gravitair kan aangesloten worden. De reaIisatie van deze aansluiting moet gebeuren binnen de 20 kalenderdagen na aanvang fase D. PHD): Procesvoering via nieuwe beluchting en nieuwe NBT3 + bestaande NET! en effleuntlozing via nieuwe efflnentveniuri. Volgende werken zijn in deze fase voorzien:

Bouwkundige werken: III Opbraak bestaande effluent venturi (!)
Leidingen: • Trace wijziging van bestaande PIDPA-Ieiding door bestaande influentconstructie iIIl Procesleidingen tussen nieuwe effluentventuri en BIOFOR (1) III AIle resterende procesleidingen kunnen nu aangelegd worden.
Elektromechanische werken: • Omzichtige opbraak van volgende toestellen uit de bestaande RWAI DWA-straat: o motorreductorgroep van bestaande influentvijzels o mechanische roosterinstallatie o roosterafvoerpers

.f Grontmij



@

Plaatsen instroomvinnen volgens planaanduiding Aanpassing van bestaande rakelbruggen'"aan gewijzigde instroomconstructie Installatie van gasomwalsing in buffertank

Elektriciteit: '" Alle resterende aansluiting en keuring noodzakelijk voor definitieve inbedrijfname 1II Aansluiten stormweerstraat (SWA) op nieuw te plaatsen laagspanningsbord «I Opbraak bestaande laagspanningsbord dienst- en pompgebouw 1II Heraansluiten algemene elektriciteit dienst- en pompgebouw

Automatisatie: III Alle resterende programmatie en soft-waretesten noodzakelijk voor defmitieve inbedrijfuame. Infrastructuur: III De overige wegeniswerken en grondwerken worden afgewerkt.

PUP): Proper water testen van nienwe ccmstrncties nit rase PHD). Gezien er binnen de verschillende voorafgaandebouwfasen reeds een aantal testen werden uitgevoerd. Zullen de laatste resterende testen v66r definitieve inbedrijfname worden uit~ gevoerd. Deze zuUen gerntegreerd in fase PleD) worden uitgevoerd.

P3: Testen in bedriifsomstandigheden van totaie instaUatie Voor deze finale testfase wordt een periode van 30 kd voorzien.

. : Grontmij

BB_1_ADM_204666 ~a.doc pagina 33

RWZI Brasschaat - BOUWKUNDE

lie1.2@ BIJZONDERE TECHNISCHE SEPALINGEN ALGEMEEN BESTEK GEBOUWEN

Voorafgaande noot De indeling van onderhavig deel is deze van de Algemene Besteksbepalingen van Aquafm voor Gebouwen van het Algemeen Bestek, met dien verstande dat enkel en aIleen de voorschriften vermeld worden die aangevuld of gewij zigd worden.

Grontmij

BB_ILBK_204666_a.doc pagina 90


DEEl1: VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN EN GRONDWERKEN

15. BOUWPUTTEN EN UITGRAVINGEN 15.1. BOLlwputten en uitgravingen

De grondwerken zullen worden uitgevoerd volgens de beschrijving van Aquafin nv 'Aanvullingen en wijzigingen aan het Standaardbestek 250 voor Wegenbouw; hoofdstuk: IV : Algemene voorbereidende werken en grondwerken' en aangevuld met de bijzondere bepa~ lingen van dit bestek.

16. AANVUlUNGEN ROND BOUWPUT1EN De grondwerken zullen worden uitgevoerd volgens de beschrijving van Aquafin nv 'Aanvullingen en wijzigingen aan het Sta..'1daardbestek 250 voor Wegenbouw; hoofdstuk: IV : Algemene voorbereidende werken en grondwerken' en aangevuld met de bijzondere bepalingen van dit bestek.

.s Grontmij

BB_II_BK_204666_a.doc pagina 91


DEEl2: DRAAGSJRUCTUUR EN {GEVEl)AFWERKING

22.5. Toegangsluik vaal' kruipruimte Materiaal: Ret deksel is van het type, vlaarbij de inleg van de vloerbekleding mogelijk is (luchtdichtty

1*4 Het deksel is van RVS 304 . Het deksel is van een spatwaterdichte uitvoering, waarbij tussen deksel en rand een neopreenring zit waardoor men na het vastzetten van het deksel een geur- en spatwaterdichte afsluiting krijgt. De nodige sleutels voor het aandraaien van de schroeven en het oplichten van het deksel worden meegeleverd. Deksel heeft een vrije doorgang van 700 x 700 bepaald.

mID

tenzij in het bijzonder bestek anders

Gewicht van dit type deksel bedraagt max. 40 kg Breukbelasting: minimum 25 kN/m2

Uitvoering : Ge¥licht 250 kWm2 met inleg De plaatsing dient te gebeuren met de meeste zorg, zodat de plaatsing geen hinder is in de vloerbekleding. De nodige haken voor op te heffen en te openen dienen aanwezig te zijn. Het toegangsluik dient ingepast te worden in het verband der omliggende vloertegels (ef polybeton).

23. OPGAAND BINNENMETSELWERK

23.0. Aigemene bepalingen De verwijzingen naar art. 24.8 dienen vervangen te worden door art. 24.6. Toegestane toleranties: (volgens NEN B24-40 1 te controleren) @ afwijking op de rechtlijnigheid: 11600 • afwijking van loodrechtheid: 4 mID / 2,50 m III afwijking van waterpas: 10 mID /2,50 m.

23.2. Binnenwanden

betonblokken

Voorafgaandelijk wordt de aannemer op volgende werkwijze gewezen: voor het bovengronds metselwerk dient eerst het binnenspouwblad te worden opgetrokken zodat de isolatie en de waterkeringen op een goede mamer kunnen wordenaangebracht. Daarna pas zal het buitenspouwblad worden opgetrokken. Uitvoering: De verwijzing naar artikel22.3 wordt vervangen door artike124.5. Aile muurvlakken welke geen verdere afwerking krijgen, worden als zichtbaar metselwerk uitgevoerd.

Grontmij



23.6.lintelel1

Lintelen in zichtmetselwerk zijn uit te voeren in ter plaatse gestort gewapend beton.

r

23.7. Metalen deuromlijstingen

I

Ret schilderwerk van de deuromlijstingen is volgens 83,4 en inbegrepen in de eenheidsprijs VIDl de deuromlij sting""

cJ

De aannemer moet de deuromlijstingen mee inmetselen ofinbetonneren.

24. GEVElMETSElWERK AfBRAAK BESTAAND GEVElMETSElWERK @

ell

I'»

Omvat het omzichtig opbreken van een gedeelte van het binnenmetselwerk, incl. bepleistering, faience, ...) en afvoer van al het vrijgekomen opbraakmateriaal. Inbegrepen in de prijs zijn het plaatsen van de nodige tijdelijke sturten en het egaliseren van de aansluitende vlakken (vloer, wand en/ofplafond) die worden behouden. Afbraakwerken cfr bijgevoegd artikel van de bijzondere besteksbepalingen voor uitvoeren van betonconstructies. (zie hoger)

NIEUW GEVEI...METSELWERK 24.0. AlGEMENE BEPAUNGEN

Toegestane toleranties: (volgens NBN 24-401 te controleren) e afwijking op de rechtlijnigheid: 11600 '" afwijking van loodrechtheid: 4 rom / 2,50 m e afwijking van waterpas: 10 rom /2,50 m.

24.2. BUITENMETSElWERK IN GRINDBETON GEVElSTENEN

De stenen dragen het BENOR kenmerk en voldoen aan de NBN B21-00 1. 24.2.1. MODUULGEVELSTENEN

Toepassing Gevelmetselwerk blowergebouw, gebouw slibrecirculatiegemaal en RS- en LSlokaal. De soort en module van de toegepaste stenen zijn zo identiek mogelijk aan de gevelstenen van de bestaande gebouwen. De stenen worden voorafgaand ter goedkeuring voorgelegd. BB_"_BK_204666_a.doc pagina 93


DEEl3: OAKEN - RIOlERiNG - METAALSCHRUNWERK - GlASWERK

33.DAKWATERAFVOER 33.1. Aigemeenheden

Alle gebruikte kunststoffen worden in dezelfde grijze kleur uitgevoerd. 33.2. Regenafvoerbuizen

Meting Totale prijs volgens plan zoals opgemaakt door studiebureau. De prijs bevat de aansluiting met de riolering, toeziehtputten, bevestigingen, hulpstukken. De prijs bevat de levering en plaatsing van aile elementen die nodig zijn om de voiledige dakwaterafvoer te kunnen realiseren (inclusief tapbuizen, draad- en bolrooster en spuwers en eventuele goten) vanaf de tapbuizen tot de aansluiting op de riolering 10 em boven het maaiveld of tot de aansluiting op de afvoeren onder art. 60.6. 33.3. Hulpstukken VOOI' regel1afvoer

33.3.1. Tapbuis

Prijs inbegrepen bij 33.2. Regenafvoerbuizen 33.3.2. Draad- en bolroosters

Prijs inbegrepen bij 33.2. Regenafvoerbuizen 33.3.3. Spuwer

Aantal volgens aanduiding op plannen (bij ontstentenis: min. 2 perafzonderlijk dakoppervlak). Prijs inbegrepen bij 33.2. Regenafvoerbuizen.

~ Grontmij



34. DAKOPBOUW

34.1. Aigemeel"lhedell

TV 191 uitgegeven door het WTCB is eveneens van toepassing. AI de hulpstukken nodig voor het rnaken van de dakdoorvoeren, het aanwerken van de dakdichting, etc.. zijn inbegrepen in artikel 34 en de kost dient verdeeld over de verschillende posten.

34.4. Isolatieplatel"l

Materiaal Volumemassa: P = 30 kg/m3 •

34.5. Watel'dichting op betOl1l1el1 dakplaat

Verwijzing naar NBN 46-301 te vervangen door NBN B46-301. Toepassing Volgens plan, inbegrepen de herstellingen tpv de doorvoer voor eventuele dakventilatoren en/of verluchtingen. Meting In m2 gemeten in het horizontaal vlak. De opkanten en aanwerkingen van doorgangen (bv. voor dakextractoren, lichtkoepels, lichtstraten, e.d.) zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van de waterdichting).

34.13. Wil"ldaangedreven dakvel1tilatol'

Toepassing Op de diverse technische gebouwen volgens plannen en meetstaat.

35. RIOLERINGEN EN PUTTEN IN EN ROND GEBOUWEN

35.2. Buizel"l in ongeplastificeerd PVC

De volgende zin vervalt: "De prijs geldt voor de totale post zoals opgemaakt door het studiebureau. De prijs omvat aIle elementen overeenkomstig de plannen van het studiebureau." en wordt vervangen door: "Meting per strekkende meter met aIle nodige toebehoren zoals bochten, T-stukken, spruitstukken, uitzetmoffen, enz. De hulpstukken worden meegerekend volgens hun effectieve lengte."

,f Grontmij



35.2. Ondel'zoekskamers

De verwijzing naar NBN 24-001 wordt vervangen door NBN B24-001.

35.5. Afvoergeulen

De afvoergeulelementen in polyesterbeton dienen niet van een inwendige helling voorzien te zijn.

Toepassing: afvoergoot in inkuiping PE-unit (slibverwerkingsgebouw) De afvoergeul dient aangewerkt te worden in de bestaande betonvloer die zal afgewerkt worden met kunsthars. De goot wordt geplaatst in een omhulling van beton die wordt verankerd d.ll.v. chemische ankers in de bestaande betonvloer.

Opmeting: In de meetstaat is een TP post voorzien. De prijs omvatde levering en plaatsing van de afvoergeul met inbegrip van een afdekrooster (25 ton) en alle nodige aansluitstukken, buizen in PVC voor aansluiting op de bestaande klokputafvoer. Opbraak bestaand klokputje inbegrepen in de prijs.

Voor het beton en de chemische ankers is een afzonderlijke post (VH) in de meetstaat voorzien.

35.6. PVC aansluitput In varlante op de gemetste onderzoekskamers en toezichtsput (art. 35.3. en 35.4.) is het de aannemer toegestaan een voorste1 in te dienen op basis van putten inPVC.

Beschrijving Ret lichaam, de koppe1stukken en de bodem zijn van PVC. De PVC-buis die het lichaam van het toestel vormt, wordt op standaardhoogte afgezaagd en door uittrompen van een kraag voorzien, waarin een stuk buis (ophoogstuk) met deze1fde diameter kan gelijmd worden, dit om ophoging tot het gewenste niveau mogelijk te maken. De bodem wordt door spuitgieten vervaardigd en wordt aan het putlichaam gelijmd. De aansluitmoffen met BENOR-merk zijn voorzien van dichtingsringen. In het putlichaam worden aansluitingsgaten uitgefreesd, die door opwarming van een kraag worden voorzien. In deze kraag worden de aansluitmoffen ge1ijmd.

De sifonaansluitingen worden al naar ge1ang de diameter, verwezenlijkt d.mN. een uitwendige sifonschoen met uitneembaar stankscherm of d.m.v. een T-stuk met afdekking. De afdekking van de put wordt bekomen door toepassing van een gietijzeren dekse1 (voetpaddekse1125 kN) met bijhorende (prefab) betonrand. Ret deksel past op de buis,niet

~ Grontmij



op de kraag van de put en verzekert een goede afdiehting. De plaatsing van de put gebeurt op een fundering van mager beton of gestabiliseerd zand van 15 em dik De aanvulling gebeurt laagsgewijs met zand. De PVC-putten maken deel uit van de doorlopende teehnisehe goedkeuring van het BUtgb. Afmetingen Diameter put: 40 em. Opmeting De eenheidsprijs omvat de levering en plaatsing van het aansluitputje met inbegrip van aansluitmoffen, sifonaansluitingen en deksel.

36. BUITENSCHRUNWERK 36.1. Aigemeenheden

NBN B03-001-1 en NBN B03-002-2 Lp.v. NBN 46.011 EN 46003. Aile buitensehrijnwerk heeft dezelfde kleur: RAL 7016

36.2. ALUMINIUM BUITENSCHRIJNWERK

Hang- en sluitwerk Voor het openen van valramen met bovensluiti.l1g wordt een stang meegeleverd. De stang is inbegrepen in de eenheidsprijs van het schrijnwerk. 36.2.2. Ramen en deuren

Voor de opbouw van de deuren (vaste panelen, glaspane1en of combinatie; al dan niet voorzien met rooster) wordt verwezen naar de plannen. Het zinsdeel (of met neutrale siliconenkit) dient gesehrapt te worden. De verwijzing naar NBN 436.01 dient vervangen te worden door NBN P21-101. Toepassing • {I/

Aile deuren volgens planaanduiding. De deur van het Blowerlokaal zal isolerend worden uitgevoerd, rekening houdend met de geldende milieuvergunning waar een geluidsdrukniveau van 35 dB A 's nachts en 45 dB A over dag opgelegd wordt en dit gemeten tel' hoogte van de perceelsgrens.

36.4. Brandwerende metalen deul'en

TOEPASSING : deur in hoogspanningslokaal en deur in laagspanningslokaal

Grontmij

BB_II_BK_204666_a.doc pagina97

RWZI Brasschaat - BOUWKUN/JE

38. GlASWERK

Toepassing A1le glaswerk is van het type dubbel isolerende beglazing zoals beschreven in art. 38.2.1.

38.2 Dubbele begla:dng 38.2.1. Dubbeleisolerende beglazing

De beglazing wordt gedicht met een elastisch dichtingsprofie1 van klasse A volgens STS 38.032.62.1. Dichtingen die gebruikmaken van siliconen worden niet toegelaten. De dubbe1e beglazing moet bovendien onderwerp zijn van een technische goedkeuring (ATG).

~ Grontmij

BB_ILBK_204666_a.doc pagina98

RWZI Brasschaat .. BOUWKUNDE

DEEl4: AfWERKING DER OPPERVlAKKEN

41. GEPROFU..EERDE METAALPLATEN VOOR PLAFONDAFWERKRNG

Toepassing: Diet van toepassing.

44. DEKVLOEREN EN BEDRUFSVlOEREN 44.2. Cemel1tgebonden bedrijfsvloal'

De bepalingen van T.V. 204 van het WTCB zijn hier van toepassing.

44.2.1. Ter plaatse gestorte monolitische betonvloeren

Toepassing Aile technische gebouwen waar de betonvloer deel uitmaakt van de draagvloer of funderingsplaat : @ Blowergebouw Iii Gebouw slibrecirculatiegemaal ~ HS- en LS-gebouw Deze vloeroppervlakken worden gevlinderd (eventueel manueel geschuurd en afgewerkt op Diet bereikbare plaatsen) met een droog of vloeibaar slijtlaagmengsel. Dit dient te geschieden bij droge weersomstandigheden zodaDig dat de vloer egaal kan afgewerkt worden.

44.3. KUl'Isthal'svloer

44.3.1. Kunstharsvloer

Toepassing Kunstharsvloer te voorzien in de inkuiping t.h.v. de PE-uDit in het slibverwerkingsgebouw.

Materiaal Mengsel van gese1ecteerde epoxyharsen, verhardingsrnidde1en, gegradeerde inerte vulstoffen en een kleurpasta. Ret mengsel dient te worden ge1everd als een volledig systeem zonder toevoeging van solventen of andere vulstoffen. Het product vormt na uitharding een gepigmenteerde, lichtreflecterende, naadloze anti-slip vloerafwerking, die eenvoudig te reinigen is.

Uitvoedng De ondergrond dient zodanigte worden voorbehandeld dat een schone, droge, vetvrije en goed samenhangende ondergrond wordt verkregen. Op een betonnen ondergrond moet vooraf het oppervlak stofarm gestraald worden, gefreesd of een combinatie van beide technieken.

.f Grontmij

BB_II_BK_204666_a.doc pagina99


Nieuwe betonvloeren moeten minimaal 28 dagen uitharden en de vochtigheidsgraad mag niet hoger zijn dan 5 %. Op de voorbehandelde ondergrond moeteen primer worden aangebracht. Indien de uitvoerder van oordeel is dat op de betonvloer een vochtscherm dient toegepast, dient dit te zijn inbegrepen in de eenheidsprijs voor het uitvoeren van de kunstharsvloer. De kunstharsvloer wordt op het geprimde oppervlak gegoten en op de juiste laagdikte afgewerkt meteen stalen troffel. Direct na de verdeling van het materiaal moet de vloer goed worden gerold met een nylon naaldroller om de ingesloten lucht te laten ontsnappen en lichte spaanslagen weg te werken. De fijne anti-slipstructuur wordt gerealiseerd met een naaldroller. De kunstharsvloer dient een dikte te bezitten van min. 5 mm. Indien nodig zal in het labo waar de bestaande vloer wordt opgebroken een egalisatielaag aangebracht moeten worden. Hiervoor is een aparte post in de meetstaat voorzien.

Karakteristieken De kunstharsvloer is bestand tegen benzine, minerale olien en vetten, reinigingsmiddelen, verdunde minerale zuren en logen en een aantal koolwaterstoffen. De vloer dient ook makkelijk reinigbaar te zijn, en anderzijds een sterke anti-slip afwerking te bezitten. III

• 1III

• @

@

1III 111\ @

Kleur: Dichtheid: Materiaalverbruik: Verwerkingstemperatuur : Uithardingstijd :

Druksterkte : Buigsterkte : Elasticiteitsmodulus: Slijtweerstand:

RAL 5014 (voor te leggen aan Aquafin) min. 1,6 kg/dm3 10 kg/m2 min. 5°C - max. 35°C voetgangersverkeer na 24u mechanische belasting na 48 u doorgehard na 7 dagen > 80N/mm2 >30N/mm2 > 10.000 N/mm2 <35mg

Meting In m2 ; netto oppervlak, uitsparingen groter dan 0,5 m2 worden afgetrokken. Voorbehandeling ondervloer, primer en eventueel dampschild zijn inbegrepen. De opkanten van de inkuiping h= 20 em dienen samen met de vloer afgewerkt te worden en/of dienen naadloos op de vloer te worden aangesloten en dit aan alle 4 de kanten. Betreffende werken zijn in de eenheidsprijs inbegrepen. In het geval sokkels in de ruimte voorzien zijn en deze eveneens dienen voorzien van een kunstharsvloer, dan dient dit te zijn inbegrepen in de eenheidsprijs en wordt de vloer doorgemeten in m2.

V Grontmij



45. BEVlOERING 45.2 OngeglasulIl'de tegel van fijn vel'glaasd gepel'st gres

Toepassing: dienstgebouw volgens planaanduiding 45.4. PUnten

Meting

Perm.

af Grontmij

BB_ILBK_204666_a.doc pagina 101


DEEl5: SCHRUNWERK EN AANVERWANTE CONSTRUCTIES

53. (UNNENSCHRUt,.WERK 53.1.4 Brandwerende binnendeuren

•

Dubbe1e binnendeur bestaande HS-cabine dienstgebollw

•

Rf60

Meting: per stuk, inclusiefhang en sluitwerk en deurpomp

Grontmij

BB_II_BK~204666~a.doc

pagina 102


DEEl6: SANllAIHE INRICHllNGEN

60. SANITAIRE UlTRUSTING 60.3. Koud- en warmwaterieidingen

Toepassing Verdeling van warm (w) en koud (k) water naar volgende verbruikers : • WC:k .. Douche: k + w II> sanitair (wastafel) : w + k De bestaande wateraansluiting blijft behouden. Nieuwe sanitaire uitrusting wordt hierop aangesloten. Bijkomende leidingen nodig voor deze aansluiting zijn in deze post inbegrepen.

Meting In tegenstelling tot de Algemene Bepalingen geschiedt de meting tegen globale prijs (TP)

60.5

Isolatie

Toepassing aIle blootliggende sanitaire leidingen

Meting In tegenstelling tot de Algemene Bepalingen is de isolatie inbegrepen in de prijs van de koud-en warmwaterleidingen.

60.5

Afvoeren

Meting In tegenstelling tot de Algemene Bepalingen geschiedt de meting tegen globaleprijs (TP)

Speficieke toepassing Tot de afvoeren behoren o.a. wc, douche, wastafel in sanitair.

sf Grontmij



DEEl1: ElEKTRICmTERT EN VERWARMING - VENTllATIE Algemeen De bepalingen betreffende elektriciteit voldoen tevens aan het typebestek Aquafm elektromechanica versie 230.01ITSITBEMIREV. 4.0 De elektriciteit wordt uitgevoerd in volgende gebouwen: " dienstgebouw (sanitair) -7 inbouw in muren 1Il gebouw slibrecirculatie fI HS- en LS-Iokaal (nieuw) " blowerlokaal.

In het gedeelte elektriciteit wordt alles uitgevoerd overeenkomstig de planaanduiding betreffende schakelaars en stopcontacten, verlichting, elektrische verwanning, telefonie, alarmbekabeling en communicatiekabels, ventilatie sanitair, noodverlichting.... De elektriciteit wordt uitgevoerd als globale prijs per gebouw met inbegrip van aIle kablering, doorvoeringen, ....

72 STOPCONTACTEN

Toepassing Volgens aanduidingen op plan. Meting Per stuk. Aantal en inplanting per plan.

73. SINNENVERUCHTING 73.1. Verlkhtingstoestellen

Voor wat betreft de gebruikte verlichtingstoestellen die niet opgenomen zijn in het algemeen bestek van de nv. Aquafm of in dit bijzonder bestek, wordt verwezen naar het bestek 400 deel D.02 van het Ministerie van openbare werken. Meting Per stuk. Aantal en inplanting per plan. 74. ElEKTRKiTEIT 74.1 Selectiviteit

Zowe1 binnen het gedeelte elektriciteit opgenomen in de bouwkundige werken, als ten opzichte van het gedeelte opgenomen in de elektromechanische werken dient een totale selectiviteit te heersen.

.f Grontmij

BB_ILBK_204666~a.doc

pagina 104


Aile genaakbare geleidende delen dienen te worden aangesloten op equipotentiale verbindingen De L.S.-voedingen zijn beveiligd d.m.v. een 4-polige automaat en een 4-polige differentieelschakelaar (300 rnA). Bepalingen overeenkomstig typebestek Elektromechanica van Aquafin (deel Elektriciteit).

74.2.laagsparmingsborden 74.2.2. Laagspanningsbord andere gebouwen (technische lokalen)

In volgende gebouwen wordteen verdeelbord voor de algemene elektriciteit van het respectieve gebouw voorzien. '" blowergebouw 111 LS- en HS-Iokaal
74.3. Aardings- en equipotentiaalinstallatie Binnen de RWZI worden 3aardingen voorzien (inbegrepen in deel elektromechanica). «1/ vermogenaarding III instrumentatieaarding 1Il hoogspanningsaarding. De borden "algemene elektriciteit" van de diverse gebouwen worden aangesloten op de vermogenaarding d.m.v. een aardingsstreng ofPE-geleider in de voedingskabel of via een afzonderlijke PE-geleider. Kabelverbinding opgenomen in typebestek Elektromechanica van Aquafin (deel Elektriciteit). in volgende gebouwen wordt een aardingspin voorzien: '" gebouw slibrecirculatiegemaal in volgende gebouwen wordt een aardingslus voorzien: «1/ blowergebouw 411 HS- en LS lokaal

Meetwijze Totaalprijs

74.4.leidingen en kabels Energiekabels :

sf Grontmij

BB_"_BK_204666_a.doc pagina 105


e

•

e

gedeeltelijk of volledig ondergronds: EVAVB volledig binnen in gebouw geplaatst: IJ opbouw : XVB IJ inbouw: XVB ofVOB in buis gedeeltelijk of volledig buiten geplaatst bovengronds: VFVB

75. ELEKTRISCHE VERWARMING

A Algemeen Elektrische verwarrningstoestellen worden voorzien in dienstgebouw en spuislibpompenlokaal. De toestellen voldoen aan typebestek Aquafm elektromechanica. De toestellen worden aangesloten op het bord "algemene elektriciteit" van het betreffende lokaal.. ..

Dienstgebouw Sanitair : statische wandconvectoren overeenkomstig bepalingen 9.1.2.1 van typebestek elektromechanica. De toestellen dienen afzonderlijk te kunnen ingesteld als vorstbeveiliging. Programmeerbare klokthermostaat te plaatsen in sanitaire ruimte, inbegrepen in eenheidsprijs van de convectoren.

~

Blowerlokaal, gebouw slibrecirculatie en LS- en HS-lokaal : ribbenconvector voor vorstbeveiliging overeenkomstig bepalingen 9.1.2.3 van typebestek elektromechanica.

Meting per stuk. aantal en vermogen volgens weergaveop plannen

"f Grontmij

BB_1I_BK_204666_a.doc pagina 106

1.2. De uitvoeringstermijn is voorzien in verschiuende fasen

Recommend Documents