Content & Redactie IAM | ʼ10/ʼ11 |Propedeuse | blok 3
Marie Meeusen Sandra Toom Hein Bijvoet Theo Ploeg
Inhoud Inleiding
pagina 2
Algemene zaken • Leerdoelen en criteria • Lesprogramma van week tot week • De stenen tafels van Content & Redactie • Overzicht bijeenkomsten en deliverables • Urenverantwoording + voorbeeldtabel • Gefaseerd werken + voorbeeldtabel • Schematisch einddocument • Je artikelen gebundeld op papier (overzicht) • Feedbackformulier
pagina 3 pagina 4 pagina 5 pagina 6 pagina 7 pagina 8 pagina 8 pagina 9 pagina 10 pagina 11
Opdracht I - Ankeilers • Theorie en voorbeelden
pagina 12 pagina 13
Opdracht II - Interview • Theorie • Voorbeeldartikel
pagina 14 pagina 15 pagina 17
Opdracht III - Nieuws- achtergrondartikel • Theorie • Fase 1 - brainstorm • Fase 2 – brainstorm • Fase 3 – eerste versie • Fase 4&5 – eindversie en puntjes op de i • Voor de fijnproevers – de topische structuur
pagina 18 pagina 19 pagina 20 pagina 21 pagina 22 pagina 23 pagina 24
`
Opdracht IV - Recensie • Theorie • Handleiding recensie schrijven • Voorbeeldartikel
pagina 26 pagina 27 pagina 28 pagina 30
Opdracht V - Blogentry • Theorie en voorbeeld
pagina 31 pagina 32
Opdracht VI - Column • Theorie • Achtergrondinformatie ter verbetering van je column • Voorbeeldcolumn
pagina 33 pagina 34 pagina 35 pagina 38
Opdracht VII - Vakevaluatie • Uitleg opdracht
pagina 39 pagina 40
Tips & tricks voor de meest gangbare teksten • a. Algemeen • b. Werkwijze • c. Opbouw • d. Zinsconstructie • e. Vocabulaire/idioom • f. Redigeren • g. Interpunctie in citaten, titels en ironie • h. Afkortingen en getallen • i. Cursief, vet, kapitalen en andere fontzaken
pagina 41 pagina 42 pagina 42 pagina 42 pagina 43 pagina 43 pagina 43 pagina 43 pagina 44 pagina 44
Content & Redactie ’10/’11
1
Inleiding
De strijd met de kwelgeest Taal is het belangrijkste communicatiemiddel dat de mens ter beschikking heeft. Ook in onze beeldcultuur, zélfs in de wereld van interactieve media is taal een onontbeerlijk gereedschap om je boodschap bij de ontvanger te krijgen. Wanneer je correct en doeltreffend communiceert met baas, personeel, opdrachtgever of consument, versterkt dat je concurrentiepositie aanzienlijk. Taallenigheid is een onderschatte sleutel naar succes. Niet voor niets zei Voltaire al: ‘Taal is de mens gegeven om zijn gedachten te vermommen.’ Om dat adagium op doeltreffende (en ethische!) manier toe te passen, moet je wel met tenminste je moerstaal overweg kunnen. Ook in geschrift! Oei, het vermaledijde woord is gevallen: geschrift. Jazeker, je gaat een blok lang werken aan je geschreven Nederlands. Lastig? Ja! Vervelend? Nee! Noodzakelijk? Beslist! Om je vertrouwd te maken met het schrijven van heldere teksten is het vak Content & Redactie in het leven geroepen. We helpen je je angst voor het witte scherm te overwinnen. Daarnaast leer je je gedachten te ordenen en die op doeltreffende wijze om te toveren in hapklare informatie voor de ontvanger van je boodschap. Zoals gebruikelijk bij IAM vertalen we de leerdoelen in een speels programma. Daarbij spelen de andere disciplines van de studie in de kantlijn mee. We gaan een online krant maken. Meer precies: de krant van de toekomst. Dat doen we met behulp van de blogapplicatie Wordpress. Zo oefen je behalve je schrijfvaardigheid ook je kunsten als IAM-producent. Last but not least, je werkt aan je toekomstvisie. Die toekomstvisie is ondergeschikt aan je schrijfontwikkeling. Maar een reëel beeld van de wereld over, pak ‘em beet, twintig jaar is een doeltreffend wapen voor jou als IAM professional. Een klas vol studenten die achter laptops websites bouwen, lijkt niet waarschijnlijk in 2030. Aan de andere kant is ook een reisbureau gespecialiseerd in ruimtevakanties niet te verwachten. In je eindproduct (de krant) willen we teruglezen dat je hebt nagedacht over wat ons de komende decennia staat te wachten op technologisch, sociaal en maatschappelijk terrein. Denk maar eens terug aan het vak Geschiedenis van Kunst & Media. Je mag overigens best eens lekker over de top gaan en je verbeelding de vrije loop te laten, want ook fantasie is een belangrijk fundament in de interactieve wereld. Vind een gulden middenweg tussen je fantasie en een plausibele toekomstverwachting. In dit naslagwerk vind je alles wat er de komende zes weken van je wordt verwacht. Verder zijn er documenten in opgenomen die je helpen een toegankelijk geschreven krant te maken. Gebruik de tiplijst (achterin het werkboek) als checklist bij het produceren van je artikelen. Als je gedegen aan dit vak werkt, merk je dat het witte scherm zo angstaanjagend niet meer is. Let maar op, je gedachten helder en toegankelijk verwoorden is te leren. Sterker: die voormalige kwelgeest zeurt om jouw ideeën en hersenspinsels. En dan blijkt schrijven nog leuk ook. Veel plezier, succes en sterkte! Sandra Toom, Marie Meeusen, Hein Bijvoet & Theo Ploeg Januari 2011
Content & Redactie ’10/’11
2
algemene zaken
Content & Redactie ’10/’11
3
Vak: Content & Redactie Studiejaar: Periode(s): Aantal studiepunten: Docenten:
Propedeuse Blok 3 3 studiepunten Marie Meeusen, Sandra Toom, Hein Bijvoet en Theo Ploeg
Leerdoelen 1. De student kan de aangeboden schrijfprincipes toepassen. 2. De student ontwikkelt het vermogen om een boodschap helder een duidelijk in tekst aan verschillende doelgroepen over te brengen. 3. De student heeft inzicht in de verschillende IAM-schrijfproducten. 4. De student creëert een visie op de toekomst, gebaseerd op hedendaagse tendensen. Plaats in het leerplan Als IAM-professional ontkom je er niet aan: je boodschap duidelijk overbrengen. Helder en correct formuleren is niet alleen noodzakelijk, maar betekent ook een streepje voor op de concurrentie. Het vak Content & Redactie legt het fundament voor de vele tekstvormen die een IAM-professional hanteert. De schrijfopdrachten staan in het teken van de toekomst en het gezamenlijke project. Zo maakt de student op een frivole manier kennis met een ander belangrijk aspect binnen de opleiding: het helder en duidelijk overbrengen van een boodschap aan verschillende doelgroepen door verschillende media in te zetten en ontwikkeld de student een reëel beeld van de mogelijkheden van interactieve media in de komende jaren. Werkwijze Gedurende het blok werkt een ieder aan een eigen digitale krant van de toekomst. Daarin komen een aantal schrijfgenres terug in de vier hoofdartikelen en kleinere opdrachten. Tevens gaat de student aan de slag met het schrijven over het eindproduct van het gezamenlijke project. Lesstof
· · · ·
Criteria
1. 2. 3. 4. 5.
Opbouw en stijl van verschillende tekstgenres (theorie en opdrachten). Manieren om gedachten en ideeën te ordenen in geschrift. Oefeningen ter ontwikkeling van schrijfvaardigheid, denken in doelgroepen en formuleren van boodschappen voor verschillende media. Oefeningen ter ontwikkeling van een visie op de toekomst van de media en de samenleving in het algemeen. Het eindproduct is compleet en geschreven in correct Nederlands. Het eindproduct is in begrijpelijke taal geschreven en toegankelijk geformuleerd. De student is pro-actief, houdt zich aan deadlines en is aanwezig tijdens de werkgroepen. De deelopdrachten en eindopdracht zijn opgebouwd volgens de structuur als opgegeven in de reader. De artikelen zijn opgebouwd volgens de structuur als opgegeven in de reader.
Toetsing De student levert een krant van de toekomst op volgens de instructies van de docent. Op basis daarvan ontvangt de student een rapport waarin de beoordeling is geformuleerd. Voldaan aan de criteria levert een voldoende op. De volgende punten kunnen de beoordeling verhogen naar ruim voldoende, goed of uitmuntend: 1. Een bovengemiddeld taalgevoel blijkend uit een goede taalbeheersing, rijke woordenschat, idioom en stilistische vaardigheden. 2. Het vermogen en de durf om buiten de gebaande paden te treden zonder het doel uit het oog te verliezen. 3. Originele ideeën omtrent de toekomst van interactieve media en de samenleving in het algemeen, zonder de realiteit uit het oog te verliezen. 4. Een houding waaruit toewijding spreekt. Herkansing is niet mogelijk omdat het een practicum betreft. Aanvulling is alleen dan mogelijk wanneer de student actief aan het programma heeft deelgenomen en een krant heeft ingeleverd. Lesmateriaal Verplicht: Check Je Tekst, Eric Tiggelaar, SDU Uitgevers, ISBN 90-12-10563-3 (of een ander naslagwerk over de Nederlandse taal), werkboek, door opleiding verstrekt. Aanbevolen: Alles met letters, van bijbel tot pindakaaspot.
Content & Redactie ’10/’11
4
Lesprogramma van week tot week Lesweek 1 – Een slimme meid… • Huishoudelijke zaken. • Introductie van het vak. • Relevantie en doel van het vak. • Uitleg opdracht 1. • Werken aan opdracht 1. • Uitleg thuisopdracht: interview. Lesweek 2 – Nieuws reist snel • Doornemen werkboek (vragen). • Mindmap van de toekomst. • Huiswerkbespreking. • Taalspelletje of -oefening. • Theorie en oefenen met nieuwsartikel.
Huiswerk • Afmaken en opsturen opdr. 1&2 (ankeilers/ interview). • Bestuderen reader t/m opdracht 3 (nieuwsverhaal). • Vragen reader formuleren. Huiswerk • Afmaken en opsturen opdr.3 (nieuwsartikel). • Bestuderen opdracht 4. • Ite met jou bestuderen en laten redigeren.
21-27 februari – Reces Lesweek 3 – Recenseren kun je leren • Huiswerkbespreking. • Werkwijze van de schrijver. • Taalspelletje of -oefening. • Theorie over en oefenen met recensie.
Lesweek 4 – creatief schrijven • Huiswerkbespreking. • Theorie en oefenen van creatief schrijven • Taalspelletje of -oefening.
Lesweek 5 – ik heb liever neem mening • Redigeren: hoe? • Laatste oefeningen/spelletjes. • Theorie en oefenen met column. • Peptalk laatste loodjes.
Huiswerk • Afmaken en opsturen opdr. 4 (recensie). • Bestuderen opdracht 5. • Voorgaande opdrachten redigeren.
Huiswerk • Afmaken en opsturen opdr 5 (blogstukje). • Vragen tbv feedback opstellen. • Voorgaande opdrachten redigeren.
Huiswerk • Afmaken en opsturen opd 6 (column). • Alle artikelen redigeren. • Krant zover mogelijk afmaken.
Lesweek 6 – en nu de praktijk • Huiswerkbespreking • Projectopdracht: beschrijven product van het gezamenlijke project. Tentamenweek 7 – Op het matje • inleveren krant en projectopdracht.
NBI: vergeet niet je urenverantwoording bij te houden en in je bundel te verwerken. NBII: elke opdracht die je moet opsturen geldt als avv moment. Twee keer gemist is onvoldoende.
Content & Redactie ‘09/‘10
5
De stenen tafels van Content & Redactie
1. Gij voert opdrachten uit als door de docent opgegeven. 2. Gij beschikt over een deugdelijke spellingcontrole, hanteert die doeltreffend en actief. De zaken die de spellingcontrole niet voor u oplost, beheerst u zelf. 3. Gij voorziet correspondentie altijd van uw voor-, achternaam én klaskleur. 4. Gij hanteert literatuur als aangegeven. 5. Gij overschrijdt geen deadlines. 6. Gij bezoekt alle colleges en volgt die aandachtig met uitzondering van overmacht en noodweer. Dan licht u de docent in per e-mail. 7. Gij licht bij onverwachte vertraging een collega-student in, die de oorzaak van uw oponthoud aan de docent meldt. 8. Gij gebruikt zonder opgaaf van gegronde reden voor studiezaken geen ander account dan uw HvA adres (ook geen lussen of andere zichtbare constructies naar hotseknotsadressen van Hotmail, Gmail etc.). 9. Gij levert tekstdocumenten (mits niet anders opgegeven) altijd aan als .doc. Dus niet als ander tekstdocument of pdf. 10. Uw werk getuigt van toewijding en u toont zich betrokken.
Nota Bene: niet voldoen aan bovenstaande geboden kan de eindbeoordeling negatief beïnvloeden
Content & Redactie ’10/’11
6
Bijeenkomsten en deliverables Content & Redactie college/opdracht 1 college 1 Nieuwsflitsen & Interview
2 college 2 nieuwsartikel
3 college 3 recensie
4 college 4 creatief schrijven
5 college 5 column
6 college 6 eindproduct project beschrijven
titel/bestandsnaam/info
datum/deadline
wat
Een slimme meid
week van 7/02
werkgroep
01kleurachternaamvoornaa vier nachten na de mtussenvoegsel* werkgroep, 20.30 uur 02kleurachternaamvoornaa mtussenvoegsel*
deadline
Nieuws reist snel
werkgroep
week van 14/02
03kleurachternaamvoornaa zeven nachten na de mtussenvoegsel* werkgroep, 20.30 uur
deadline
Recenseren kun je leren
werkgroep
week van 28/02
04kleurachternaamvoornaa vier nachten na de mtussenvoegsel* werkgroep, 20.30 uur
deadline
Nee, dat bedoel ik juist niet! week van 07/03
werkgroep
05kleurachternaamvoornaa vier nachten na de mtussenvoegsel* werkgroep, 20.30 uur
deadline
ik heb liever een mening
werkgroep
week van 14/03
06kleurachternaamvoornaa vier nachten na de mtussenvoegsel* werkgroep, 20.30 uur
deadline
En nu de praktijk
week van 21/03
werkgroep
projectopdracht
inleveren met je krant deadline
7 opleveren krant Volgens voorwaarden in op bureau van je docent deze reader (doos met klaskleur) 8 herkansing
week van 28/03
individueel
vrijdag 01/04 voor 12.00 deadline uur wordt nog bekend gemaakt
bericht van docent
* voorbeeld bestandstitel: 01groen.vorst.joke.vander > exact zo: dus met de punten, maar geen underscores, spaties, hoofdletters of andere fratsen ** weer onvoldoende betekent vak volgend jaar opnieuw volgen NB: degenen die een voldoende of hoger scoren sluiten Content & Redactie af bij nummer 7, onvoldoendes gaan door naar nummer 8. grijs: verplichte bijeenkomsten op school.
Urenverantwoording Zeikerds zijn we niet, wij schrijvers. We zetten de meter niet aan bij het eerste potje brainstormen. Maar er moet wel brood op de plank. En als het even kan ook een plakkie kaas. Dus we moeten wel onze uren een beetje in de gaten houden. En de klant heeft ook recht op verantwoording van ons gage. Dus we houden onze werktijd netjes bij in een tabel. Maak een dergelijk iets als hieronder en houd dat consciëntieus bij. In je bundel voeg je je urenverantwoording toe. Gespreid over zeven weken is voor de opdrachten die op stapel staan, 34 uur begroot. Daarvan gaan er 10 op aan de werkgroepen. Buiten die sessies om is er dus nog 24 uur over om de klus te klaren. Gemiddeld vier uur per week. Moet kunnen. Zeker omdat wij schrijvers geen zeikerds zijn. Hieronder een voorbeeld van hoe je het zóú kunnen doen. Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Fase 5
Totaal
nieuwsflitsen
¾ uur
nvt
1 uur
½ uur
¼ uur
2 ½ uur
interview
¾ uur
1 uur
1 ½ uur
¾ uur
½ uur
4 ½ uur
Nieuwsverhaal
½ uur
¾ uur
1 ½ uur
1 ¼ uur
¼ uur
4 ¼ uur
recensie
1 uur
1 uur
½ uur
½ uur
¼ uur
3 ¼ uur
Blogentry
½ uur
¾ uur
¾ uur
¼ uur
¼ uur
2 ½ uur
Column
¾ uur
½ uur
¾ uur
¼ uur
¼ uur
2 ½ uur
Bevindingen (evaluatie) Redigeren alle artikelen Inleiding, inhoudsopgave Opmaken, printen, inbinden
¼ uur
¼ uur
1 uur
¼ uur
nihil
2 ¼ uur
nvt
nvt
nvt
1 ½ uur
½ uur
2 uur
¼ uur
¼ uur
1 uur
nvt
nihil
1 ½ uur
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
1 uur 26 ¼ uur
Gefaseerd werken Het komt in deze reader herhaaldelijk naar voren: een artikel schrijf je niet in één keer achter elkaar. Daaraan werk je in fases. Een goed stuk vormt zich namelijk juist dan wanneer je níét achter je bureau zit. Daarom is het zaak tussen de verschillende wordingsstadia periodes van ontspanning in te bouwen. Je ideeën verdienen het niet om afgeraffeld te worden. Hieronder staat in een tabel hoe je je opdrachten kunt uitvoeren. Natuurlijk vraagt niemand van je om exact dit format te volgen, maar als leidraad is het een handig hulpmiddel. Want ten overvloede: een uurtje voor de deadline beginnen is een halsmisdrijf. Dat getuigt van minachting voor een ieder die je verhaal onder ogen krijgt, jezelf incluis. Ergo: gefaseerd werken is het ELFDE GEBOD! Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Fase 5
Wanneer
asap na college dag na college
volgende dag
volgende dag
later die dag
Wat
brainstorm
schema vullen
versie 1
eindversie
puntjes op i
Tijd
± 30 minuten
± 30 minuten
± 2 uur
± 45 minuten
± 15 minuten
Content & Redactie ’10/’11
8
The Then Minimaal acht nieuwsflitsen, bestaand uit één kopzin, gevolgd door een korte lead. Voorbeelden: Ankeilers op de bon Studenten IAM verzinnen voor het twintigste jaar ankeilers. Inmiddels zijn ze bijna op. Van overheidswege is bepaald dat studenten er vanaf volgend jaar nog maar vijf in plaats van acht mogen verzinnen. Pappenheimer top De pappenheimer staat er lekker bij dit jaar. Maar boeren in de pieperpolder klagen over een schromelijk tekort aan robots om de pieperdure knollen te oogsten.
Hoofdredactie: Thijn Bijploro Today’s honest eternal news january 1 2029
Interview met jezelf
Natuurlijk heeft die ene studiegenoot het helemaal gemaakt over twintig jaar. Reden genoeg om jouw krant op te sieren met een interview met hem of haar. Aanleiding van het artikel beschrijf je op je homepage in veertig woorden. Het hele interview beslaat 400 tot 500 woorden.
Nieuwsartikel
Op je homepage staat de lead van een nieuwsartikel. Kom direct to the point (de vijf w’s) en vergeet daarbij niet te prikkelen verder te lezen. Gebruik maximaal veertig woorden, gevolgd door ‘lees meer’. Het achterliggende stuk bevat tussen de 400 en 500 woorden.
Recensie
Maken ze nog films in Holly- of Bollywood of is het allemaal virtual experience in 2030? Bestaat de romancier nog, komen er nog games op de markt en staan er nog artiesten op de planken? Kortom, schrijf een recensie. 400 tot 500 woorden
Column Een vrije opdracht Ga loos! Zijn er helemaal geen restricties? Jawel! Je kijkt vanuit de dag dat jouw krant verschijnt terug naar het heden. Wat is er veranderd? Was vroeger alles beter of is de wereld er juist mooier op geworden? Neem een ferm standpunt in, maar verlies je niet in schelden of lyriek. Wees subtiel. Het beste is een anekdote te beschrijven. Daaraan hang je een overtuiging op. Durf je
Een mooi blogje maakt je krant rond. Het is een beschrijving van het moment dat je ontwaakt tot je van huis vertrekt om naar je werk te gaan. Daarin komt de lezer tenminste vier dingen te weten: hoe je huis er uitziet, hoe je gezinssamenstelling is, in wat voor omgeving je woont en wat voor werk je doet. Dat alles over twintig jaar natuurlijk. Je hebt maar honderd woorden. Een uitdaging aan je creativiteit!
--Weer: niets nieuws onder de zon, middagtemperaturen van 12.00 tot 18.00 uur, tegenwind--
Je artikelen gebundeld op papier Gedurende het blok publiceer je je krant bij Wordpress. In de laatste werkgroep lever je je geredigeerde artikelen, je eerste versies en je schema’s in een overzichtelijke bundel aan. Je doet dat op de manier zoals hieronder beschreven. NB: en dus zonder overleg met je docent niet anders! Uiteraard voorzie je je papieren versie van een voorwoord of inleiding en een inhoudsopgave en wat je verder relevant vindt. Zorg er verder voor dat het er verzorgd en verleidelijk uitziet.
Interview schema
Inleiding, en inhoudsopgave
vakevaluatie en urenverantwoording
Interview versie 1
Interview versie 2
deze 2 pagina’s gespiegeld
nieuwsartikel schema
nieuwsartikel versie 1
nieuwsartikel versie 2
deze 2 pagina’s gespiegeld
recensie schema
recensie versie 1
recensie versie 2
deze 2 pagina’s gespiegeld
column schema
column versie 1
column versie 2
deze 2 pagina’s gespiegeld
Content & Redactie ’10/’11
10
Feedback & beoordeling Hieronder een beoordelingsformulier zoals je dat aan het eind van het vak opgestuurd of overhandigd krijgt. Gebruik het als checklist. NB: wellicht ziet het uiteindelijke beoordelingsformulier er iets anders uit, maar de criteria veranderen niet. Feedback en beoordeling Content & Redactie ’10/’11 Naam: Klas: Wanneer je aan de criteria onder categorie a hebt voldaan, heb je minimaal een 5,5. Als je aan één van die criteria niet voldoet, zijn de overige categorieën niet ingevuld. Je dient je werk dan te herstellen volgens instructies van de docent. a. basiscriteria het eindproduct is compleet, verzorgd en geschreven in correct Nederlands
ja
nee
het eindproduct is ingeleverd zoals opgegeven in de reader
ja
nee
het eindproduct is begrijpelijk geschreven en toegankelijk geformuleerd
ja
nee
de informatie in de krant is relevant en geeft blijk van visie op de toekomst
ja
nee
maximaal één avv gemist, werkgroepen gevolgd en de houding was pro-actief
ja
nee
de artikelen zijn opgebouwd volgens de structuur als opgegeven in de reader
ja
nee
b. taalvaardigheid Per artikel krijg je een half punt (bovenop de 5,5) wanneer je bovengemiddeld presteert in alledrie de punten hieronder benoemd.
opbouw/zinsconstructie/vocabulaire interview
nieuwsverhaal
recensie
column
c. intellectualiteit & creativiteit Ook voor de onderstaande begrippen geldt dat je per artikel een half punt kunt sprokkelen als je jezelf er bovengemiddeld in toont.
diepgang/originaliteit/visie interview
nieuwsverhaal
recensie
column
d. professionaliteit & gedrevenheid De snelle rekenaar heeft het gezien… als je overal een half puntje sprokkelt, kom je uit op een 9,5. En dat laatste halve puntje dan? Dat verdien je wanneer ook onderstaande zaken in orde zijn. deadlines gehaald/betrokkenheid/look&feel krant/volwaardige blogentry en nieuwsflitsen
Opmerkingen van de docent
Eindbeoordeling:
Content & Redactie ’10/’11
11
opdracht I ankeilers
Content & Redactie ’10/’11
12
Ankeilers Eerst maar eens de pennen scherpen. Je krant verdient een lijstje hot news items, nieuwsflitsen, ook wel ankeilers genoemd. Daar publiceren we er een stuk of wat van op de homepage. Leuk, maar hoe ga je te werk? Niet zo ingewikkeld. Een ankeiler is niets meer dan een kopzin en een mininieuwsberichtje eronder. Een speelse en nuttige opdracht. Je leert in een paar zinnen een complete boodschap over te brengen, door direct tot de kern door te dringen. Handig trouwens, zo bouw je vast wat onderwerpen op waar je mogelijk voor de rest van je krant iets aan hebt. Karakteristieken van de ankeiler: - nieuwswaarde (recente gebeurtenis) - pakkende kopzin - direct tot de kern van de zaak komen - prikkelend geschreven - ballast overboord - informatie duidelijk, maar wel uitnodigend om meer te weten - makkelijk te lezen en te onthouden - geen onnodige woorden - ‘creatieve’ constructies Checklist voor auteur en secondant: - is het werk foutloos geschreven? - Is er sprake van nieuwswaarde? - is de informatie duidelijk? - is de eerste zin pakkend? - nodigt het tekstje uit meer aan de weet te komen? - andere zaken? Andere geschriften met een vergelijkbare structuur: - korte promotionele teksten (copywriting) - headlines - e-mails - titels van de meeste geschriften - verwijsteksten (bijvoorbeeld op websites) Opdracht: Maak voor je krant minimaal (meer mag dus ook) acht nieuwsflitsen, bestaand uit een kopzin en een korte uitwerking (twee, drie of vier zinnen). Voorbeelden: 1. Directeur HvA Theo Ploeg op non-actief Het college van bestuur heeft Ploeg de wacht aangezegd. Ploeg zou tijdens zijn werkgroepen Mediakritiek hebben opgeroepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Ploeg was niet bereikbaar voor commentaar. Het gerucht gaat dat hij zich in zijn VRT (virtual reality tub) schuilhoudt. 2. Acht atheïsten standrechtelijk geëxecuteerd In een boerenstal in Wogmeer, een gehucht onder de rook van Spierdijk is gisteren een atheïstische schuilkerk opgerold. Acht wetenschappers waren in diep gebed tot Charles Darwin, toen ze werden verrast door de ARS (Atheïsten Razzia Service). De lijken zijn ter plekke verwerkt tot brandstof. 3. Hein Bijvoet junior sleept achtste Wimbledon titel in de wacht In een zonovergoten Londen is Bijvoet gehuldigd door Prinses Diana, de vorig jaar geïncarneerde moeder der Britten. Bijvoet pakte het record van ‘Pistol’ Pete Sampras af, die in het jaar 2000 tot zeven titels kwam. Vader Bijvoet nam er nog maar eentje op de tribune.
Content & Redactie ’10/’11
13
Het interview met je studiegenoot - theorie Jij bent natuurlijk een gigantische hotshot in de (interactieve) media over twintig jaar. Maar ook je medestudenten zijn zonder uitzondering maatschappelijk zeer geslaagd. Daar wil ik als lezer meer van weten. Dus vooruit met de geit, neem je klasgenoot een interview af. Het betreft een zogenaamd question-quote (qq) interview. Na een korte inleiding waarin de relevantie van het interview duidelijk wordt, volgt een vraag (question) van de interviewer en daaronder staat het antwoord (quote) van de geïnterviewde. Lijkt makkelijk en qua schrijfvorm is het dat ook. Je kunt namelijk vrij dicht bij spreektaal blijven, het zijn immers quotes en die moeten een beetje lezen alsof je ze hoort. Maar let op! Het aantal woorden dat je hebt, staat niet toe dat je maar wat uit je nek kletst over hoe rijk en beroemd je geïnterviewde wel niet is. Nee, we willen exact weten wat hem/haar bezighoudt en waarméé hij/zij zich bezighoudt. Verder willen we een blik in de toekomst kunnen werpen door de dingen die jij opschrijft. En dat alles vergt gepuzzel, want een boek mag het niet worden. Doe weer een brainstorm. Handig is om dat in de vragende vorm te doen. Zo heb je straks een stuk of veertig vragen aan je partner over de toekomst. Uiteraard bestaat je eindartikel niet uit veertig vragen met antwoorden, maar daarover verderop meer. Cluster de vragen die je hebt geformuleerd in (sub)onderwerpen. Kijk vervolgens goed naar wat relevant en boeiend is om te vragen en later over te schrijven. Na het interview zet je de belangrijkste zaken over in een schema, waarin je misschien alvast een paar vragen hebt geformuleerd. Waak voor teveel vragen. Een stuk of zes of zeven is toereikend. Je kunt namelijk meer beantwoorden dan de vraag alleen. Voorbeeld: Was u altijd al zo’n racist? ‘Ik zou niet weten waarom ik een racist zou zijn? Ik ben wetenschapper en aldus lijkt het mij mijn plicht wereldkundig te maken dat ik ontdekt heb dat het ene mensenras verhoudingsgewijs minder intelligent is dan het andere………………..’ De vraag is eigenlijk niet beantwoord. De wetenschapper kan nog eindeloos doorneuzelen over zijn bevindingen. O ja, let ook even op de opmaak en de manier waarop de aanhalingstekens zijn geplaatst (zie daarvoor ook punt g van de tiplijst achterin deze reader). NB: je hoeft je bij deze schrijfvorm niet te bekommeren om een bepaalde volgorde. Hoewel, chronologisch kán echt niet. Natuurlijk open je met een vraag die aansluit bij de relevantie van het artikel. Bestudeer de volgende pagina en het voorbeeldartikel nauwkeurig voordat je begint.
Content & Redactie ’10/’11
15
Karakteristieken* - robuust - mening klinkt hard door - rechtdoor - spreektaal(achtig) - niet chronologisch - anekdotes - visie - uitleg - geen open deuren Checklist voor auteur en secondant: - heeft het werk een kop? - voldoet het werk aan de opgegeven lengte (400 tot 500 woorden)? - is het werk foutloos geschreven (is ook de interpunctie van citaten correct gedaan)? - is er helder en toegankelijk geschreven? - is er een (reëel) toekomstbeeld neergezet? - zijn er vragen opgeworpen die niet zijn beantwoord? - is duidelijk waar de persoon in kwestie mee bezig is? - leert de lezer de geïnterviewde (een beetje) kennen? Andere geschriften met een vergelijkbare structuur: - ondernemingsplan - delen van een briefing - delen van een debriefing - notulen - agenda - delen van grotere geschriften als een rapportage, scriptie, progressieverslag etc. Opbouw
spetterende kopzin (citaat of typerende beschrijving) lead: relevantie + kort sfeerverslag start quotes: aanleiding interview meer achtergrondinformatie duik in een donkergrijs verleden diepe zieleroerselen & drijfveren toekomstvisie uitsmijter: krachtige uitspraak NB: bovenstaande blokken lopen niet per se synchroon met de vragen
* Natuurlijk zijn er andere karakteristieken denkbaar en natuurlijk vind je artikelen die niet aan alle karakteristieken voldoen. Voor deze opdracht zijn dit de meest in het oog springende eigenschappen.
Content & Redactie ’10/’11
16
‘Paris Hilton levensgevaarlijke megalomane’ Auteur van De ondergang van de bovenkamer spreekt zich uit Op het bankje voor de oude hoeve zit hij. Wilde grijze krullen, vurige blik. Nerveus schuif ik aan bij de auteur van De ondergang van de bovenkamer. Een gesprek met Hein Bijvoet is boeiend, maar vermoeiend. Meneer Bijvoet…. ‘Gelieve geen eerbied te veinzen op mijn erf, jongmens. Hein voor jou dus.’ In De ondergang van de bovenkamer schrijft u -excuus- je over het failliet van het intellect door artificiële intelligentie. Vanwaar die conclusie? ‘Het boek behandelt de vergaring van eruditie. De van nature geestelijk inferieure nouveau riche, die zich in kleinoden als ferrari en gucci hult, laat zich injecteren met bizarre kennis. Hele bibliotheken schuiven ze via de hersenstam de bovenkamer in. Decennialang volstond de Quote 500 en de pronte voorgevel van ’t vrouwtje om op de afterparty van De Stoppers goede sier te maken. Prachtige façades voor een leeg huis. Prima, niemand had last van deze enclave van armen met geld.’ Theo Ploeg noemt u/jou een sikkeneurige charlatan. ‘Iemand die op zijn zestigste achter undergroundbandjes aanhobbelt, is een groot denker. Hij verdient ons aller instemmend knikken.’ Je hebt een leven lang gestudeerd. The rich and famous tikken een paar miljoentjes neer bij de AIkliniek en halen je links en rechts in. Is het ordinaire kinnesinne? ‘Voor naijver verwijs ik je juist naar de neo-intelligentsia. De één koopt het gedachtegoed van Albert Einstein voor tienmiljoen, de volgende Niels Bohr erbij voor het dubbele, een derde jaagt Stephen Hawkins de nek in. Drie halen, twee betalen. Vroeger sneden de patjepeeërs op over hun vrouwelijke of zakelijke intuïtie, niet meer dan een alibi voor hun gebrek aan wijsheid. Want vergist u niet meneertje, eruditie is geen synoniem voor wijsheid.’ Is AI niet óók een zegen voor de wereld, iedereen die alle talen spreekt? ‘Als iedereen elkaar verstaat, verstaat zich niemand meer. Een Toren van Babel, zeg ik. Chaos en wanorde, dood en verderf.’ Paris Hilton liet zich onlangs voor anderhalfmiljard aan kennis toedienen. Gevaarlijk? ‘Wijsheid is het destillaat van kennis die jaren heeft gerijpt. Een leven lang observatie, de oude boer wiens eksteroog hem inseint dat het seizoen omslaat. Paris Hilton heeft geen eksteroog. Een imbeciel met overschot aan kennis. Er is geen bezinksel, geen verband tussen die miljoenen weetjes. Dat leidt tot megalomanie en het gepeupel zal haar volgen.’ Bent u altijd zo cynisch geweest? Scheer je weg, jij vlerk. Je interrumpeert me telkenmale juist als ik het zwijgen aanvang. Hein Bijvoet
Content & Redactie ’10/’11
17
opdracht III nieuws- achtergrondartikel
Content & Redactie ’10/’11 18
Het nieuws- achtergrondartikel - theorie Het nieuwsartikel kent een strak format. Altijd is een recente gebeurtenis de aanleiding voor het verhaal. Die gebeurtenis staat centraal en je valt dan ook met de deur in huis. In de opening (lead) staan de zogenaamde vijf w’s beschreven: wie, wat, waar, wanneer en waarom (en soms ook hoe). Direct to the point dus. Langzaam ontvouwt je verhaal zich, waarbij het steeds iets verder van de kern verwijderd raakt. Het is als een steen die je in een vijver gooit. De waterrimpeling golft zich van de kern vandaan en verzwakt met elke cirkel tot er geen verband meer zichtbaar is met het ‘epicentrum’. Zo creëer je een verhaal dat als het ware oprolbaar is. Je kunt van onder af passages of alinea’s wegstrepen, terwijl een heldere verhaallijn blijft bestaan. Karakteristieken van het nieuws -achtergrondartikel*: - pakkende kopzin - de vijf w’s - oprolbaarheid (steen in vijver) - zakelijk/feitelijk geschreven - de suggestie van objectiviteit - bronvermeldingen (in het artikel zelf) - geen herkenbare conclusie of uitsmijter Checklist voor auteur en secondant: - heeft het werk een kop? - voldoet het werk aan de opgegeven lengte (400 tot 500 woorden)? - is het werk foutloos geschreven? - is het artikel oprolbaar? - is er helder en toegankelijk geschreven? - is er een (reëel) toekomstbeeld neergezet? - zijn er geen vragen opgeworpen die niet zijn beantwoord? - andere zaken? Andere geschriften met een vergelijkbare structuur: - zakelijk rapport - briefing - debriefing - persbericht - marketingplan Opbouw:
Een spetterende kopzin lead: de 5 w’s, de relevantie en/of het bestaansrecht van het artikel details over de gebeurtenis. Hoe, hoeveel, wat was de reden etc. hoor (een bron), meer details, meer op de achtergrond ingaan (technische uitleg) of meer achtergrondinformatie meer over het onderwerp/tendensen een aanschurkend onderwerp of een uitdieping van het thema Eventueel terugkomen op de gebeurtenis (een additioneel ‘weetje’) NB: op de volgende pagina’s de wording van een nieuws- achtergrondartikel. * Natuurlijk zijn er andere karakteristieken denkbaar en natuurlijk vind je artikelen die niet aan alle karakteristieken voldoen. Voor deze opdracht zijn dit de meest in het oog springende eigenschappen. Content & Redactie ’10/’11
19
Fase 1 – brainstorm Leuk, al die informatie over een nieuwsartikel. Maar ik heb nog nooit zoʼn verhaal geschreven en aan de informatie op de vorige pagina heb ik niet genoeg. Hoe moet ik in hemelsnaam beginnen? Een begrijpelijk euvel. Daarom op deze en volgende paginaʼs een duw in de rug en een overzicht van de wording van een nieuwsartikel. Wie? Het kan alleen, maar beste is sparren. Dus met twee of meer mensen (medestudenten, vrienden, familie). Wat? Brainstorm op onderwerpen – zoveel mogelijk opties. Waar? Trein, bus, fiets, terras, kroeg, kantine, hei, bos, strand. Wanneer? Asap na het ontvangen van de opdracht of het voorbereidend college. Waarom? Alleen door een lijst van ʻtopicsʼ te maken, kun je bepalen welk onderwerp je goed ligt en waarover je voldoende informatie kunt verzamelen of verzinnen. Hoe? Te beginnen in je hoofd en pratend met je sparringpartner. Altijd een kladblok bij de hand voor invallen. Later overzetten op pc. Eerste associaties ook al noteren. Resultaat: 1. HvA failliet – Wanbeleid directeur Theo Ploeg - Ploeg smeet met geld - nam investeerders mee naar menʼs clubs - verrijkte zichzelf met exorbitante bedragen uit de collegegelden - vergreep zich aan studenten 2. Schuilkerk ontdekt in Wognum - Acht atheïsten standrechtelijk geëxecuteerd - AOA (Atheïsten Opsporings Apparaat) detecteerde een defecte chip in de hersenstam in de buurt van Alkmaar - er werd gepredikt uit Darwinʼs Origin of Species 3. DreamPalice sluit deuren – bijna iedereen heeft een VRT (virtual reality tub) - virtueel leven doet iedereen thuis in de VRT (een kleine ruimte in huis) - …………………………………………………………………………………. 4. Brand in gebouw Europese Moslim Alliantie (EMA) in Amsterdam - aanslag door wie? Onderzoek loopt - voormalig Amstel Hotel zit nu regering van deelstaat Europa - joodse veiligheidsdienst - islamitische politie & ordedienst - al eerder brand (opgeëist door nationalisten) 5. Weer ongeluk met hoovertube - …………………………… 6. Ceo Holographics Europe René Prinz : ʻIn najaar spacebody versie 23 verkrijgbaar.ʼ - ................................................. - ................................................. 7. Kabinet Van Bommel II doet monarchie vallen - privileges koningshuis vorig jaar al opgeheven - geen plaats meer voor erfopvolging - koning Willem IV opgenomen in psychiatrische kliniek
Fase 2 – schema Het onderwerp is bepaald. Het was duidelijk welk onderwerp het meeste losmaakte. Nu start de puzzel: het bundelen van je gedachten. Dat doe je door tekstblokken met steekwoorden en korte omschrijvingen te vullen. Dat invullen gaat niet in één keer. Je zult merken dat je wat moet schuiven van de ene naar de andere alinea. Dat is passen en meten en nadenken geblazen. Maar het is beslist noodzakelijk. Je kunt beter met wat woorden heen en eer schuiven dan met strofes, waardoor je hele passages moet herschrijven. Ergo: laat je niet verleiden deze fase over te slaan, het kost je uiteindelijk veel meer tijd. Of erger: een onvoldoende! Resultaat: Kop: aanslag(?)regeringsgebouw Lead (wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe): Wat: brand Wanneer: gisterenavond Waar: regeringsgebouw (voormalige Amstel Hotel) Europese Moslim Alliantie (EMA) Wie: slachtoffers Waarom: aanslag niet uitgesloten volgens politie Alinea 1 (het ‘hoe’ meer specifiek): Vijf knallen Uitslaande brand Evacuatie buurt Middernacht: brand meester Alinea 2 (het ‘waarom’ meer specifiek): Ordedienst sluit aanslag niet uit Detonatiemechanisme gevonden? Alinea 3 (speculaties, meningen, verklaringen): EMA: joodse veiligheidsdienst dader Represailles onvermijdelijk Alinea 4 (uitleg, achtergrond): 2020 EMA regering > conflicten moslims – joden Ordedienst ingesteld om partijen uit elkaar te houden Manschappen uit andere hoofdsteden voor hulp Alinea 5 (historisch – verband met het nieuws): Eerder brand bij EMA Nationalisten eisten aanslag op Burgemeester hield boel bij elkaar Alinea 6 (historisch – niet per se een verband met het nieuws): Eerder brand bij EMA Nationalisten eisten aanslag op Burgemeester hield boel bij elkaar
Content & Redactie ’10/’11
21
Fase 3 – eerste versie Het schema is gevuld, de weerslag van je gedachten. Gelijkertijd is het de structuur van je artikel. Dat staat nu stevig in de steigers. Eigenlijk hoef je alleen nog maar zinnen te smeden van de zaken die je in het schema hebt genoteerd. Maar ja, da’s makkelijker gezegd dan gedaan. Een toegankelijke zin maken is een kunst apart. Noeste arbeid, mag je er gerust aan toevoegen. In één keer lukt het beslist niet. Daarom is fase III nog niet de laatste. Leg de boel weg en ontspan. Ga rennen langs het strand, mediteer een stukje, vang een visje of laat de hond uit. Kortom, kauw er een tijdje op of als je tijd hebt, slaap er een nachtje over. Het resultaat: Gisteravond heeft er brand gewoed op de bovenste etage van het regeringsgebouw van de Europese Moslim Alliantie (EMA) in Amsterdam, het voormalige Amstel Hotel. De Islamitische Politiedienst spreekt van een terroristische aanslag. Ordedienst Blackwater sluit dat niet uit, maar verwacht pas vanmiddag uitsluitsel. Voor zover bekend Er vielen geen slachtoffers. Getuigen hoorden even na negenen vijf harde knallen in het voormalige Amstel Hotel. Even daarna stond de bovenste verdieping van het gebouw in vuur en vlam. De hele buurt werd geëvacueerd omdat de vlammen zouden kunnen overslaan naar panden in de onmiddellijke omgeving. Volgens de woordvoerder van de Islamitische Brandweer Centrale is dat niet gebeurd omdat het niet noemenswaardig woei. Om 24.00 uur gaf de brandweer het sein brand meester. Blackwater, de andere grote Ordedienst in de Europese hoofdstad gebiedsdeel Holland, heeft nog te weinig zicht op de situatie om conclusies te trekken. ‘De EMA heeft pas vanochtend toegang gegeven tot het gebouw. Gezien de recente ontwikkelingen sluiten wij een aanslag echter niet uit,’ aldus woordvoerder Erik Hufkens. Er gaat een gerucht als zou er een detonatiemechanisme zijn gevonden. Hufkens ontkent, noch bevestigt dit. Erka Yildrim, voorzitter van de EMA in Amsterdam, is niet van plan het onderzoek van Blackwater af te wachten. ‘Het is mij duidelijk. Het is een oorlogsverklaring van de joodse veiligheidsdienst. Represailles zijn onvermijdelijk.’ Na deze verklaring spoedde Yildrim zich naar een urgent beraad op geheime locatie. Sinds 2020, waarin de EMA een eigen onafhankelijke regering in diverse gebiedsdelen van Europa installeerde, lopen de conflicten tussen joden en moslims hoog op. Blackwater, ingehuurd door de Nationalistische Regering Holland, heeft onder meer de taak om conflicten tussen de twee groepen te vermijden. Blackwater laat manschappen overkomen uit de andere Europese hoofdsteden Brussel, Parijs en Keulen om de veiligheid van de joodse gemeenschap te garanderen. In maart 2015 kocht de EMA het Amstel Hotel in Amsterdam met financiële middelen van een anonieme geldschieter uit Dubai. Sindsdien heeft het eind negentiende eeuw gebouwde pand een opmerkelijke gedaanteverwisseling ondergaan. Met name de drie grote minaretten aan weerzijden van het gebouw zijn een doorn in het oog van de joodse gemeenschap die zich heeft gevestigd aan de andere zijde van de Amstel. Het is niet de eerste brand in het regeringsgebouw van de EMA. Eind vorig jaar brandde de serre van het gebouw aan de Amstel uit. Toen eisten de Nationalisten de aanslag op. Een conflict werd toen in de kiem gesmoord door slim optreden van Burgemeester Tjibbe Boukhari, die de boel zogezegd bij elkaar hield.
Content & Redactie ’10/’11
22
Fase 4 & 5 - eindversie en puntjes op de i Nu is het nog een kwestie van schaven en polijsten. Ook nu geldt weer dat het minder lijkt dan het is. Je moet je eigen werk kritisch onder ogen durven komen en bereid zijn nog een keer na te denken over je formuleringen. Meestal kan er links en rechts nog wel wat uit aan stoplappen en partikels. Schrijven is immers schrappen. Verder staan wat afrondende zaken op de agenda: kop en tussenkopjes, datum, naam en dat soort zaken. Gebeurd? Dan volgt het sluitstuk, fase 5. Leg je artikel nog één keer weg en pak na weer een periode van ontspanning de tiplijst (achterin deze reader) erbij als checklist. Alle puntjes op de i? Opsturen. Resultaat:
Brand bij EMA waarschijnlijk aanslag Gisteravond heeft er brand gewoed op de bovenste etage van het regeringsgebouw van de Europese Moslim Alliantie (EMA) in Amsterdam. De Islamitische Politiedienst spreekt van een terroristische aanslag. Ordedienst Blackwater sluit dat niet uit, maar verwacht pas vanmiddag een bevestiging. Er vielen voor zover bekend geen slachtoffers. Getuigen hoorden even na negenen vijf harde knallen in het voormalige Amstel Hotel. Even daarna stond de bovenste verdieping van het gebouw in lichterlaaie. De buurt werd geëvacueerd omdat de vlammen dreigden over te slaan naar de omliggende panden. Volgens de woordvoerder van de Islamitische Brandweer Centrale was dat zeker gebeurd wanneer de straffe wind van vanmiddag niet was gaan liggen. Tegen middernacht gaf de brandweer het sein brand meester. Aanslag Blackwater, de andere grote Ordedienst in de Europese hoofdstad gebiedsdeel Holland, heeft nog te weinig zicht op de situatie om conclusies te trekken. ‘De EMA heeft pas vanochtend toegang gegeven tot het gebouw. Gezien de recente ontwikkelingen sluiten wij een aanslag echter niet uit,’ laat woordvoerder Erik Hufkens weten. Het gerucht als zou er een detonatiemechanisme zijn gevonden, wil Hufkens ontkennen, noch bevestigen. Oorlogsverklaring Erka Yildrim, voorzitter van de EMA in Amsterdam, is niet van plan het onderzoek van Blackwater af te wachten. ‘Het is klip en klaar. Het is een oorlogsverklaring van de joodse veiligheidsdienst. Represailles lijken onvermijdelijk.’ Na deze verklaring haastte Yildrim zich naar een spoedberaad op geheime locatie. Veiligheid Sinds 2020, waarin de EMA een eigen onafhankelijke regering in diverse gebiedsdelen van Europa installeerde, lopen de gemoederen tussen joden en moslims hoog op. Blackwater, ingehuurd door de Nationalistische Regering Holland, heeft onder meer de taak om conflicten tussen de twee groepen te vermijden. Blackwater laat manschappen overkomen uit de andere Europese hoofdsteden Brussel, Parijs en Keulen om de veiligheid van de joodse gemeenschap te garanderen. Minaretten In maart 2015 kocht de EMA het voormalige Amstel Hotel in Amsterdam met financiële middelen van een anonieme geldschieter uit Dubai. Sindsdien heeft het eind negentiende eeuw gebouwde pand een opmerkelijke gedaanteverwisseling ondergaan. Vooral de drie grote minaretten aan weerzijden van het gebouw zijn een doorn in het oog van de joodse gemeenschap. Deze vestigde zich begin jaren tien gedwongen aan de overzijde van de Amstel. Nationalisten Het is niet de eerste brand in het regeringsgebouw van de EMA. Eind vorig jaar brandde de serre van het gebouw aan de Amstel uit. Destijds eisten de Nationalisten de aanslag op. Een conflict werd toen in de kiem gesmoord door adequaat optreden van Burgemeester Tjibbe Boukhari, die de boel zogezegd bij elkaar hield. Theo Ploeg
Content & Redactie ’10/’11
23
Voor de fijnproevers – de topische structuur Zij die zichzelf willen uitdagen, reiken we een zogenaamde topische structuur aan. Dit is een alternatieve leidraad om een nieuwsverhaal op te bouwen. Buitengewoon interessant voor de liefhebbers. Je begrijpt dat wij docenten het waarderen wanneer je voor deze vorm kiest. Wanneer je de topische variant correct en zichtbaar met toewijding hebt toegepast, wordt dat uiteraard in je beoordeling verwerkt. Het principe ‘het belangrijkste eerst’ is afgeleid van de predigitale opmaakpraktijk van kranten. De opmaker zette de schaar in nieuwsberichten die niet pasten, en hij knipte liever de onderkant er af dan de bovenkant. Ook nu journalisten tevoren exact weten hoeveel ruimte ze hebben, is die constructie allerminst aan slijtage onderhevig. Dat komt doordat ontvangers (lezers) inmiddels verwachten dat nieuwsberichten volgens deze systematiek zijn opgebouwd. Het is veel spannender om een nieuwsbericht te lezen dat een narratieve structuur hanteert: een boeiend verhaal. Toch verklappen de meeste nieuwsberichten meteen de clou. In de tijd van informatieoverlast is het ook wel zo handig: we kunnen koppen snellen, bovenste alinea's lezen en verder 'zappen' naar het volgende bericht. Voordat we overgaan op de topische variant eerst nog even wat achtergrond over de vijf W’s. Een nieuwsbericht opent dus niet voor niets met de kern van het verhaal. Veel tekstboeken adviseren om tenminste vier van de vijf W's van Cicero (wie, wat, waar, wanneer, waarom en soms hoe) in de lead van een nieuwsverhaal te behandelen. Dit is een eenvoudige vuistregel, die meestal werkt maar soms ook tot voorspelbare en saaie berichten leidt. Niet het nieuws overheerst immers, maar details als de locatie (waar) van een opening. Terwijl de komst van een celebrity misschien wel veel belangrijker is. Hier stappen we in de topische analyse. Topos is Grieks voor plaats, en de topische analyse houdt zich bezig met de vraag: op welke plaats moet welk feit komen? Daartoe selecteer je de basisuitspraak. Dat is het allerbelangrijkste feit in een zinnetje vervat. Die basisuitspraak onderwerp je aan zogenaamde topische vragen. Het antwoord op die vraag is een uitspraak, die ook weer topische vragen oproept. Welke vraag je als eerste stelt, hangt af van het (subjectieve) belang dat je daaraan hecht. Bijvoorbeeld: basisuitspraak: PvdA en CDA gaan samen regeren. topische vraag: onder welke omstandigheden niet? uitspraak: De kamerfracties moeten akkoord gaan. Alle structuren dienen om een onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken. Maar de topische structuur doet dit in het bijzonder. In de topische structuur staat het belangrijkste eerst. De volgorde van de cognities wordt bepaald door hun belang. Het maken van een topische structuur gaat als volgt. Uit de informatie selecteren we de belangrijkste cognitie. Deze verwoorden we in een zo kort mogelijk, volledig zinnetje. (Een zin is volledig als hij minstens een onderwerp heeft en een persoonsvorm.) Een basisuitspraak is dus niet geformuleerd als de gemiddelde krantenkop (Meer bussen in Epe), maar als een zin; Er komen meer bussen in Epe. Belangrijk is ook om zoveel mogelijk informatie, die door een vraag aan dit zinnetje toch wel beantwoord zou worden, uit de basisuitspraak weg te halen. In dit voorbeeld levert de vraag: waar komen meer bussen? het antwoord: Er komen meer bussen in Epe op. Dus de goede basisuitspraak is: Er komen meer bussen. Nu gaan we in volgorde van urgentie, vragen aan de basisuitspraak stellen. • Waar komen meer bussen? • Wanneer komen er meer bussen? • Hoe komt het dat er meer bussen komen? • Waarom komen er meer bussen? • Onder welke voorwaarden komen er meer bussen? • Met welke gevolgen komen er meer bussen? • Hoeveel meer bussen komen er? • Onder welke voorwaarden komen er toch niet meer bussen?
Content & Redactie ’10/’11
24
Soms behoeft een antwoord op een van deze vragen nadere uitweiding. In de structuur maken we van zo'n antwoord een uitspraak, die we dan opnieuw gaan bevragen. Bijvoorbeeld: • • • •
Er komen meer bussen als er subsidie komt. Van wie komt de subsidie? Wanneer komt de subsidie? Onder welke voorwaarden komt de subsidie?
Zo ontstaat er een getrapte structuur (boom), van boven naar beneden en van links naar rechts aflopend qua belang. En dus in de volgorde van de alinea's, die in de topische structuur steeds minder belangrijk worden. Het verhaal gaat als een nachtkaars uit; de topische structuur is dan ook niet geschikt voor verhalen of beschouwingen, maar alleen voor nieuwsverhalen.
Content & Redactie ’10/’11
25
opdracht IV recensie
Content & Redactie ’10/’11
26
De recensie De vierde opdracht alweer. Een pittige, zo leert de ervaring. Een recensie is niet alleen om te informeren, maar ministens net zo belangrijk is je lezer te amuseren en eventueel te enthousiasmeren. Dat vergt inlevingsvermogen. Het artikel op de volgende pagina’s is een handleiding die je op weg helpt en die je in moeilijke fasen in het wordingsproces bijstaat. Hieronder de inmiddels welbekende lijstjes. Karakteristieken van de recensie*: - pakkende kopzin - sfeerplaatje - feiten kloppen - meeslepend - helder en toegankelijk - streng doch rechtvaardig/kritisch - mening mag/moet doorklinken - in tegenwoordige tijd geschreven Checklist voor auteur en secondant: - heeft het werk een kop? - voldoet het werk aan de opgegeven lengte (400 tot 500 woorden)? - is het werk foutloos geschreven? - is het werk in de tegenwoordige tijd geschreven? - is het verhaal meeslepend, wil je zelf de ervaring ondergaan? - is er helder en toegankelijk geschreven? - is er een (reëel) toekomstbeeld neergezet? - zijn er vragen opgeworpen die niet zijn beantwoord? - andere zaken? Andere geschriften met een vergelijkbare structuur: - uiteenzetting van een klacht - sommige persberichten - sommige speeches - veel proza en literatuur Opbouw:
een spetterende kopzin lead: sfeerplaatje/anekdote/citaat + gegevens/aanleiding. achtergrondinformatie sfeer mening met voorbeelden spetterende uitsmijter/conclusie * Natuurlijk zijn er andere karakteristieken denkbaar en natuurlijk vind je artikelen die niet aan alle karakteristieken voldoen. Voor deze opdracht zijn dit de meest in het oog springende eigenschappen.
Content & Redactie ’10/’11 27
Handleiding recensie schrijven Het schrijven van een recensie is een makkie. Kijk maar op internet. Het schrijven van een góéde recensie is andere koek. Dat is namelijk een vak apart en verre van eenvoudig. Nu is het schrijven van een recensie van een liveconcert dat plaatsvindt in 2030 iets bijzonders. Je kunt er immers niet lijfelijk bij aanwezig zijn. Het is de of vraag muzikanten en bands* die momenteel de dienst uitmaken over twintig jaar nog steeds actief zijn. Ruim baan dus voor je eigen fantasie. Want trekken we in 2030 nog steeds massaal naar concertzalen of festivals in de polder? De meeste regels, tips en trucs voor het schrijven van een goede recensie blijven echter toepasbaar. Doe er je voordeel mee. Recensie versus sfeerverslag Een recensie is iets anders dan een sfeerverslag. Bij een recensie staat een kritische mening centraal. Een sfeerverslag is vooral beschrijvend van aard en is niet kritisch. Meningen komen overigens wel voor in sfeerverslagen. Ze worden dan opgetekend uit de mond van bezoekers van het concert of evenement. Wat de schrijver van het verslag er van vindt, blijft onzichtbaar. Algemene aspecten Een recensie schrijf je niet voor jezelf, maar voor je lezers. Vraag je dus af wie die lezer is. Kortom: Voor welk medium schrijf je de recensie? Wat is de doelgroep van het medium? Wie is mijn lezer? Wat wil ik mijn lezer vertellen? Wat weer mijn lezer en wat niet? Welke eisen stelt het medium aan mijn recensie? (lengte, opmaak, stijl, etc.) Voorwerk Normaal gesproken bereid je je als recensent goed voor op het bijwonen van een concert. Je moet immers weten waarover (of over wie) je schrijft. Dus verdiep je je in het verleden van een artiest. Wat zijn de feiten (geschiedenis, optredens, albums, etc.)? Nog interessanter: wat zijn de roddels (relaties, drugsproblemen, etc.)? Normaal gesproken ga je op zoek naar iets unieks. Iets waarover nog niet is geschreven en waarvan je hoopt dat andere recensenten het niet ontdekken. Welke informatie wel en welke niet interessant is, hangt in hoge mate af van je lezer. Een concert in 2028 valt uiteraard niet op deze manier voor te bereiden. Aan jou de taak om de feiten en de roddels zélf te construeren, maar wel zo dat het voorstelbaar is. Vergeet ook niet dat de cultuur in twintig jaar tijd veranderd is. Je zult die verandering zelf moeten invullen. Stel eventueel een fictieve biografie op van de (fictieve) artiest. Concertbezoek Ook dat zit er zonder tijdmachine niet in. Normaal gesproken is dit het advies aan recensenten: “Sper je oren én ogen wijd open. Zorg dat niets je ontgaat. Neem bij voorkeur een klein boekje en pen mee om notities te maken. Het gaat niet alleen om wat er op het podium gebeurt, ook randverschijnselen zijn essentieel. Hoe reageert het publiek? Hoe is de organisatie van het concert? Gaan er dingen mis? Is er een doel? Een boodschap die overgebracht wordt? Slaagt men daarin? Waarom wel, waarom niet? Natuurlijk: het draait om het optreden zelf. Blijf gedurende het hele concert kritisch, ook al ben je fan. Ben je geen fan? Zet vooroordelen opzij. Onthoud wat er goed is, wat er slecht is. Let op aparte poses, bewegingen, hoe de band communiceert met het publiek. Welke instrumenten, welke nummers, wijkt de uitvoering af van de cd? Blijf bij voorkeur tot het einde: de toegift kan het best of juist het slechtst zijn.” Het moge duidelijk zijn: je zult het optreden zelf moeten construeren. Doe dat doordacht en met oog voor detail. Details zijn de krenten in de pap voor een recensent. Zo kun je er voor zorgen dat jouw recensie afwijkt van die in andere media (een concert van Prince in Ahoy wordt door zo’n zeven kranten, vijf tijdschriften en tientallen internetmagazines gerecenseerd). Content & Redactie ’10/’11 Aan het werk! Een goede recensie is meer dan alleen je mening over wat je hebt gezien, gehoord en ervaren. Het medium is immers ook onderdeel van de boodschap (vrij naar McLuhan). Je verhaal zelf is dus net zo belangrijk als je mening. Vergeet daarnaast niet ook iets te zeggen over de artiest zelf en over de sfeer tijdens het concert. Gebruik deze indeling:
28
25% mening: over het concert, de muzikanten, de nummers, de kwaliteit, etc. 25% sfeer: hoe vinden de bezoekers het, is er interactie, hoe is de zaal, etc. 25% achtergrond: wat is het voor band, wat maken ze voor muziek/kunst, wat hebben ze al gedaan, etc. 25% verdelen over de vorige drie naar eigen inzicht. Knoop daarom de volgende regels/tips in je oren: • Schrijf beknopt, wissel veel korte zinnen af met een aantal lange. • Schrijf actief (vermijd lijdende vorm) en persoonlijk. • Pas op voor een overdaad aan abstracties en mooischrijverij. • Niet te veel werkwoorden (zullen moeten kunnen worden gelezen...). • Schrijf in de tegenwoordige tijd. Stel je voor dat je een miniverhaal schrijft waarin je kort en bondig je mening weergeeft. Zeg iets maar één keer! Indeling: Kop: kort, uitnodigend, prikkelend en samenvattend Korte intro: paar regels om aandacht lezer te trekken Middendeel: de saaiere kost met de beschrijving waar het eigenlijk om gaat Afsluiting: de conclusie maakt het verhaal rond, liefst door terug te grijpen naar de intro Belangrijkste: verkondig geen onzin én boei de lezer!
Content & Redactie ’10/’11
29
Zo vader zo zoon: familie Doherty zuipt, vloekt en tiert Een hoer is ze, tiert Pete Doherty in de microfoon. Nee, het zestienjarige model Mary Green kan geen goed meer doen bij de popster. Nadat ze Pete vorige maand in bed betrapte met talkshowpresentatrice Elvira de Montaigne, pakte de struise Amerikaanse haar biezen. Gisteravond genoot het publiek er, in een uitverkocht Theater van de Vrede, met volle teugen van. Leedvermaak, dáár gaat het bij Doherty immers om. Niet om z’n muziek. Ach, we weten inmiddels niet beter. Het leven van Pete Doherty – dit jaar vijftig geworden – hangt van excessen aan elkaar. Negen maal bezocht hij een afkickkliniek, drie maal werd gevreesd voor zijn leven. Zijn affaires met Kate Moss, Amy Winehouse en Katje Schuurman zijn legendarisch. Tijdens zijn korte verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis in Wenen, leek het de goede kant op te gaan. Het album – Doherty and Friends, met onder andere bijdragen van de stokoude Bob Dylan en zijn toenmalige scharrel Schuurman – dat hij er maakte, is zonder twijfel zijn beste. Interessant detail: z’n zoon Jesus is er als tienjarig jongetje op te horen. Vanavond flankeert Jesus (21) zijn vader op het mooiste podium van Europa. Al tijdens het openingsnummer – Don’t Look Back Into The Sun van The Libertines – moet z’n gitaar het ontgelden. ‘Fucking magnificant shit!’, brult Jesus in de microfoon en slaat het ding stuk. Zo vader, zo zoon. Even later heeft Amy Winhouse, z’n moeder met wie Pete een kortstondige affaire had in 2007, het gedaan. Jesus klokt een halve fles wodka weg, waggelt naar voren en schreeuwt: ‘Mijn moeder is een fucking hoer!’ Het publiek klapt zo hard het kan. Hier is het voor gekomen. Jammer, want dronken of niet, vader en zoon spelen het alweer twintig jaar oude oeuvre van The Libertines en Babyshambles met ongekende passie en urgentie. In een tijd waarin akoestische en analoog versterkte instrumenten vrijwel onzichtbaar zijn geworden, tonen vader en zoon Doherty zich als gepassioneerde kruisvaarders voor de rock ’n roll. Niet dat het iets uithaalt. Tijdens de explosieve versie van Neil Youngs Rocking In The Free World lazert Pete omver. Jesus is woest op zijn vader, slaat z’n vijfde gitaar in gruzelementen en valt bij het overeind helpen van Pete zelf op de grond. Minutenlang liggen ze - onder een aanhoudend en daverend applaus - vredig naast elkaar. Vanuit de persruimte is zijn gekreun duidelijk te horen: ‘Wanneer sterf je nou eens, gore klootzak.’ Pijnlijk, maar ook ongelooflijk mooi. Lange leve rock ’n roll! Lang leve de familie Dohetry! Gezien: The Ultimate Doherty Experience 28 januari 2030 Theater van de Vrede, Maastricht Twintigduizend bezoekers Zeven miljoen kijkers live-uitzending via NL-Pop Theo Ploeg
Content & Redactie ’10/’11
30
opdracht V blogentry
Content & Redactie ’10/’11
31
Blogentry - theorie Een tussenopdracht om de homepage van je blog kleur te geven. Een zogenaamde blogentry, in de wandelgang ook wel blogje. Een miniatuur sfeerverslag waarin je met weinig woorden veel zegt. Je tovert als het ware met een piepklein stukje tekst een hele wereld op het netvlies van de lezer. Jóuw wereld over twintig jaar. Dat kan door suggestief te schrijven. Sfeermaken. Een schilderijtje van letters. Niet exact benoemen wat je over wil brengen, maar om de hete brij heen schrijven. Dat is de kunst. De concrete opdracht luidt: Beschrijf in maximaal honderd woorden (platte tekst) hoe jouw doordeweekse ochtend er over twintig jaar uitziet. Dat wil zeggen, je verhaal behelst de tijd tussen het moment van wakker worden tot het moment dat je op je werk arriveert. In je tekst kan de lezer ten minste vier zaken ontdekken: 1. hoe je woning er uitziet 2. hoe je gezinssamenstelling is 3. In wat voor omgeving je leeft 4. Wat voor werk je doet Checklist voor auteur en secondant: - heeft het werk een kop? - voldoet het werk aan de opgegeven lengte (maximaal 100 woorden)? - is het werk foutloos geschreven? - zijn de vier zaken uit de opdracht duidelijk geworden? - is er suggestief geschreven? - is er een sfeerplaatje ontstaan? - zijn er vragen opgeworpen die niet zijn beantwoord? - andere zaken? Andere geschriften met een vergelijkbare aanpak: - advertentietekst - sommige poëzie - sfeerverhaal - mood description - sommige columns Onderstaand stukje is een voorbeeld. Wie weet helpt het je op weg.
Toekomstmuziek Het grind knarst. Een kus op mijn wang. Hein junior vlijt zich naast mij. Tikt op mijn knie. ‘Rijp op de wei vanmorgen, ouwe.’ ‘Ik zag het, jongen. Toch zwemmen er al eendjes in de vliet.’ ‘Hoe doet de kleine man ‘t?’ ‘Hij leest de stripjes in de krant al.’* Een tureluur splijt de hemel. De fiere eik ruist. Geur van cake dwarrelt langs. Weg is ‘ie, mama knuffelen. In de voormalige koeienstal wacht een holografische opera. Hij de beelden, ik de muziek. Tijd genoeg. Bij boer Jacobs loeit een koe. * Welke cinefiel herkent dit citaat?
Content & Redactie ’10/’11
32
opdracht VI column
Content & Redactie ’10/’11
33
De column - theorie Een vrije opdracht. De column. Zeer geschikt voor de literatoren onder ons die zich gevangen voelen in het keurslijf van schema’s. Het devies is dan ook: ga maar eens schaamteloos over de top. Dus open een leeg Word document en kliederen maar! Ja ja, dat zou leuk zijn, maar helaas, als je lukraak begint wordt het he-le-maal niks. Ook hier een brainstorm vooraf. Juist een column verdraagt geen willekeur. Er is nagedacht over de opbouw, de tone of voice, elk woord is gewogen. En jawel, dan is de opdracht óók nog eens voorgeschreven: Waan jezelf in 2030. Er is veel veranderd. Vroeger, ja vroeger, toen was alles veel………….. Aan jou om de puntjes in te vullen. Daarvoor heb je 300 tot 350 woorden. Veel is dat niet. Zeker niet omdat we weer een blik in de wereld van 2030 willen werpen. Daarom luidt het advies: beperk je tot een scène, een anekdote, een sfeertekening. Jouw hele wereld incluis je gedachtegoed aan mij uit de doeken doen, lukt toch niet in 350 woorden. Nog een advies: schelden doet geen pijn en door je woede openlijk te ventileren, maak je alleen jezelf maar belachelijk. Want wat is er kolderieker dan iemand die door woede uit zijn plaat gaat. Bij het uiten van ongenoegen, beter je te bedienen van ironie, sarcasme en minachting voor je onderwerp. Op de volgende pagina’s tref je meer achtergrondinformatie en voorbeelden om de opdracht tot een succes te maken. Bestudeer die aandachtig (met marker in de aanslag) en doe er je voordeel mee. Karakteristieken* - power - subjectiviteit vereist - een afwijkende mening - ironie - humor - feiten hoeven niet te kloppen - suggestief - metaforen, beeldspraak en vergelijkingen - sprekend idioom en vocabulaire Checklist voor auteur en secondant: - heeft het werk een kop? - voldoet het werk aan de opgegeven lengte (300 tot 350 woorden)? - is het werk foutloos geschreven? - Is er een reëel toekomstbeeld beschreven? - is er suggestief geschreven? - is er een sfeerplaatje ontstaan? - zijn er vragen opgeworpen die niet zijn beantwoord? - andere zaken? Andere geschriften met een vergelijkbare aanpak: - advertentietekst - sommige poëzie - betoog - mood description - veel proza en literatuur Opbouw:
spetterende kopzin Vrije, maar overwogen opbouw
* Natuurlijk zijn er andere karakteristieken denkbaar en natuurlijk vind je artikelen die niet aan alle karakteristieken voldoen. Voor deze opdracht zijn dit de meest in het oog springende eigenschappen.
Content & Redactie ’10/’11
34
Achtergrondinformatie ter verbetering van je column Een column bevat altijd een duidelijk standpunt, meestal een origineel standpunt. Een goede column heeft ook een ʻtwistʻ - iets wat de lezer doet lachen. Of ontroert, of zijn of haar meningen op zijn kop zet. Vaak hanteren columnschrijvers een cirkelstructuur: het begin en einde haken in elkaar. Een tekst wordt nog sterker als de eerste alinea een haakje bevat; een punt dat de aandacht van de lezer grijpt en dat nog niet meteen wordt opgelost. Heb je zoʼn haakje gebruikt, zorg dan dat het in de conclusie wel wordt ingelost. Zoʼn haakje kan een opmerkelijk detail zijn, een sterke stelling, een beroemd citaat, een grappige anekdote, een opmerkelijke statistiek, een vraag of een sterke overdrijving. Zie bijvoorbeeld onderstaand betoog van Pieter Hilhorst; het haakje is hier ʻbejaarde vrouwtjes handhaven veiligheidʼ. Zouden ze nog bestaan, de dames in de metro van Madrid die met een breiwerk toezicht houden op de perrons? In zijn boek Lof der Dwang schrijft Herman Vuijsje over deze heldinnen van de veiligheid. Zij hebben volgens hem van hun zwakte hun kracht gemaakt. Juist omdat de dames fysiek niet in staat zijn om raddraaiers in hun nekvel te grijpen, weten zij omstanders te mobiliseren om zich te bemoeien met reizigers die zich niet weten te gedragen. Hun aanwezigheid werkt ontwapenend. Nu is het boek van Vuijsje al oud en ik kan me niet voorstellen dat die dames het nog steeds in hun eentje redden in de metro van Madrid. Toch zet zijn voorbeeld ook nu nog aan het denken. De afgelopen jaren staat verbaal en fysiek geweld tegen chauffeurs en conducteurs in het openbaar vervoer hoog op de politieke agenda. In het busvervoer is het aantal incidenten in 2008 met 33% gestegen. In Amsterdam is het met 27% gedaald en in de metro zelfs met 55%, maar nog steeds gaat het om heel veel incidenten. Er is zelfs een heuse Taskforce opgericht om het oproer in het openbaar vervoer de kop in te drukken. De Taskforce zoekt zijn heil in een harde aanpak. Zo wordt er gepleit voor vervoersverboden, schadeclaims, meer toezicht, speciale opsporingsambtenaren, betere samenwerking met de politie, betere registratie, taakstraffen en het voor een weekend opsluiten van raddraaiers in een politiecel. Pas aan het einde van de lijst komt ook de zachte kant aan bod. Dan wordt gepleit voor agressiecursussen. Toch kunnen sommige conducteurs en chauffeurs zoʼn cursus goed gebruiken. Ik heb eens meegemaakt dat een tramconducteur zo opgefokt raakte dat hij zelf begon te vechten met een reiziger. Eerst met een jongen en toen die de tram had weten te verlaten met zijn vriendin. Het was geen prettig gezicht. Het ene korte lontje probeerde het andere korte lontje te corrigeren. Dat kan alleen maar exploderen. Een vriend die buschauffeur is bij Connexxion heeft me verteld dat sinds de privatisering er juist op deze cursussen wordt beknibbeld. Dat is dom en kortzichtig. Nu wil ik niet beweren dat al die incidenten de schuld zijn van een gebrek aan vaardigheden van de medewerkers, integendeel. Er lopen veel idioten rond in bussen, trams en metroʼs. En zeker als ze onder invloed zijn van drank en drugs zijn ze nauwelijks voor rede vatbaar. Toch denk ik dat we wel iets kunnen leren van de dames uit Madrid. Het is beter om niet de confrontatie op te zoeken, maar de angel uit het conflict te trekken. De Taskforce zoekt zijn heil daarentegen meer in een geharnast optreden dan in een ontwapend optreden. Ik besef terdege dat een geharnast optreden geregeld nodig is. Maar ik zou zeggen: geharnast als het moet, ontwapend als het kan. En zeker als je omstanders weet te mobiliseren kan het veel vaker dan je denkt. Dat is de les van de dames uit de metro van Madrid.
Een column kan ook grappig zijn. Maar hoe moet je grappig schrijven? Humor is de aanvaardbare afwijking van het normale. Wijk je teveel af, dan verzand je in absurdisme; blijf je te dicht bij de werkelijkheid, dan wordt het hooguit een milde pastiche. Lachen is een lichte schrikreactie; vandaar dat humor zo vaak speelt met het taboe. Bij kinderen is dat vaak onderbroekenlol (plas en poep, bij volwassenen gaat het vaak over seks en vooral alles wat afwijkt van wat hoort).
Content & Redactie ’10/’11
35
In geschreven humor speelt de ʻtwistʼ, de omdraaiing een belangrijke rol. Opeens verloopt het verhaal anders dan je verwachtte, en dat levert een lach op. Zeker als het onderwerp van het verhaal al een zekere spanning opriep. Het is belangrijk bij komische teksten de lezer ruimte te geven langzaam in een vrolijke stemming te komen. Waarschijnlijk kan een mop je nu niet aan het lachen maken, omdat de stemming daarvoor ontbreekt; je leest deze syllabus terwijl je liever iets anders deed. Maar een stuk tekst in een medium dat mensen vrijwillig lezen en waar ze een bepaald verwachtingspatroon bij hebben, kan de lezer langzaam meenemen naar de bevrijdende lach. Humor in tekst is dus vooral een kwestie van timing. Neem bijvoorbeeld de volgende column van Nico Dijkshoorn, in De Pers: ʻVoormalig K3-lid Kathleen Aerts heeft een boek geschreven over haar leven. Daarin vertelt ze openhartig over haar tijd bij meidengroep K3.ʼ Het werd een keer tijd. Tot nu toe had je geen idee. Je was aangewezen op je eigen fantasie. Ik koos mijn favoriete K3-zangeres puur op gevoel. Dat wisselde nogal eens, net zoals bij Agnetha en AnnaFrid van Abba. Dan vond je de ene kont weer net wat lekkerder dan de andere, en verdomd, had die blonde in de volgende clip opeens weer hele stoute lipjes die ʻmoney, money, moneyʼ zongen. Zo bleef je bezig. Dat had ik ook bij K3. Die met dat zwarte haar, dat was volgens mij een dondersteen. Een sujet dat het leven nam zoals het kwam. Die roodharige dacht volgens mij veel na over filosofie. Die was soms wat stil in het busje op weg naar alweer een schoolplein vol geile vaders. Zo zag ik haar voor me, nadenkend over Schopenhauer terwijl ze haar lolitakousjes over de kuiten rolde. Aerts vond ik tot nu altijd de minste van K3. Ik kreeg geen hoogte van haar. Ik zag de vrouw achter de gulle lach niet. Bij die andere twee meisjes las je het in de ogen, het leven naast K3. ʼs Middags stonden ze ergens in een studio, met vlechtjes in het haar, een hopfalderie dansje te doen, met de vuistjes ritmisch in de lucht. Afrika tot in Amerika zongen ze, maar drie uur later lagen ze onder een enorme Kongo-neger met hun vuistjes op zijn rug te roffelen. Die twee meisjes doorzag ik. Aerts bleef een mysterie. Nu komt er een boek. Een openhartig boek. Met onthullingen. Over de kinderprogrammareus Studio 100 bijvoorbeeld. Samson en Gert, de hele beerput gaat open. Die hond van het duo, Samson, blijkt in het echt een heel normale stem te hebben. Vrij zacht. Dus niet steeds dat domme geschreeuw. ʻHeeee Gertje, dat mag toch niet Gertje!ʼ Misschien zal Aerts onthullen dat zij kinderen haat. ʻDan zag ik ze zitten op de eerste rij, met die domme smoelen, als we Heyah Mama zongen, een liedje over de moeder van Angolese vrijheidsstrijder Heyah Makibe, en dan wilde ik wel zoutzuur in hun gezichtjes werpen. Daar ben ik eerlijk in. Toen wist ik: misschien moet ik stoppen.ʼ Een tragisch leven zal Aerts beschrijven. Een intellectueel die zich ieder weekend samen met twee andere volwassen vrouwen in piepkleine jurkjes hees, om met de geschoren okseltjes richting zaal Ya Ya Yippeete zingen. Overigens een door Aerts geschreven lied over de onderdrukking van Indianen. In deze column zien we een opbouw in ʻheftigheidʼ: lolitakousjes in alinea 2, onder een enorme Kongo-neger in alinea 3, zoutzuur in kindergezichtjes in alinea 5. De hele column draait bovendien om de onvermijdelijke conclusie heen: dat een boek van een K3 zangeres nooit veel om het lijf kan hebben. De twist is hier gevonden in de omdraaing; de kans dat Aerts een tragisch leven zal beschrijven is natuurlijk niet zo groot. De betekenis van de liedjes overdrijft Dijkshoorn opzettelijk. Slapstick, een visuele vorm van humor, werkt in geschreven tekst vrijwel nooit. Toch loont het wel om zo visueel mogelijk te schrijven. Maar dat loont vrijwel altijd. Veel grappiger werkt het om een spel te beginnen met het verwachtingspatroon van de lezer. Dat is bijvoorbeeld de truc van parodiërende teksten. Lezers weten hoe een gemiddelde gebruiksaanwijzing geschreven is; parodieer dit en het wordt komisch. Vijf tips om humoristisch te schrijven: Content & Redactie ’10/’11
36
• Wees belachelijk. De leukste grappen gaan ten koste van jezelf. Begrijp dingen niet die iedereen snapt, maak grappen over vreemde fysieke eigenschappen van jezelf, of over benarde situaties waarin je terecht komt. • Schrijf specifiek. Voeg eigenschappen toe die de situatie verlevendigen, en beschrijf de omgeving zo specifiek mogelijk. Neem dit stukje over een sollicitatiegesprek bij een HBO-instelling: Wel een wonder dat ik aangenomen ben. Je kunt wel merken dat de arbeidsmarkt krapper wordt. Ten eerste was ik te laat. Ten tweede had ik de avond voor het sollicitatiegesprek wilde seks beleefd, maar me zodanig verslapen dat er geen tijd meer was geweest de snikkel te wassen. De airconditioning van het Instituut was abso-luut niet opgewassen tegen mijn stinkende roede. En ten derde zat er een nare vlek van een onderweg bij een benzinestation gekocht broodje kip-kerrie op mijn pyjamajas. En ten vierde zat ik niet rustig, want ik had de baby met haar speen en een voordeelgids van de Praxis (ze kan nog niet lezen, maar er staan ook plaatjes in) op het invalidentoilet achtergelaten, en ik vroeg me steeds af of ik haar hoorde of dat er een piep in de airco zat. Ten vijfde ging de mobiel steeds af omdat mijn moeder, mijn vriendin, mijn vader en weer mijn vriendin wilden weten of ik de baan had, of ik op tijd was gekomen, wat ik ging verdienen en dat ze de baby niet kon vinden. • Gebruik timing: kom pas op het aller- allerlaatste moment met de clou, of kom juist op een heel onverwacht moment door. Maar vermijd de logische timing. Humor is verrassing, een milde schrikreactie. • Schrap het melige gedoe. In je eerste versie staan vast een paar grappige regels. Maar als ze ondersneeuwen in grappig bedoelde regels, dan verlies je de bereidheid van de lezer om te lachen. Eerst vrij schrijven, dan kritisch beoordelen, schrappen en weer toevoegen. • Gebruik een lezerspanel. Laat bijvoorbeeld je partner een tekst lezen en houd bij wanneer hij zij moet lachen. (Gebeurt dit niet, zoek een andere partner en begin opnieuw.)
Content & Redactie ’10/’11
37
Oké dan, nog één voorbeeld dat voldoet aan de zaken die in de opdracht staan vermeld. Keurig teruggeblikt vanuit de verre toekomst naar het heden, dat dus beschreven is als verleden, want het is immers toekomst. Volg je ’t nog? Aan de slag dan.
Gitaarspelen? Kan iedereen! Altijd al Eddie van Halen willen zijn? Geen probleem. Voor een miljoen of vijf is zijn kennis de jouwe. Of je er iets mee kunt? Zeker, alle solo’s die Eddie tijdens zijn leven heeft gespeeld, vloeien uit je vingers. Mooi, dat zeker. Maar creatief? Niet echt. Het was een zware avond in Paradiso. Kid van Brengen, de miljardair die zich onlangs liet inspuiten met de kennis van gitaarvirtuoos Eddie van Halen, bracht de ene na de andere klassieker ten gehore. Foutloos, uiteraard. Het publiek? Futloze veertigers en vijftigers die Van Brengen vanuit het pluche lagen aan te staren. Kid zelf gaapte meerdere malen opzichtig. Tja, vermoeiend om zittend en met de benen hoog een klein half uur te tokkelen. Interessant concert, zoals de Krant voor het Middelmatige Volk vanochtend kopte? Geschiedverkrachtig komt dichter in de buurt. Afgelopen week bezocht ik -als zestiger een vreemde eend in de bijt- het illegale poppodium X. Ook daar stond het repertoire van Van Halen op het programma. Ditmaal mét zang, drums en bas. Het groepje twintigers worstelde zich met moeite door het materiaal heen. Niet gemakkelijk te spelen. Natuurlijk. De passie, het spelplezier en de rock’n’roll-show maakten alles goed. Rock zoals het hoort te klinken, inclusief fouten en falende apparatuur. Tja, de illustere Hein Bijvoet beschrijft het uitstekend in zijn bestseller De Ondergang van de Bovenkamer. Echte creativiteit is niet te koop. Moeten we terug naar 2008 toen bandjes als Arctic Monkeys en The Sugarettes zonder Artificial Intelligence de sterren van de hemel speelden? Nee, dat ook weer niet. Niets mis met vooruitgang. Althans, zolang er sprake is van kwaliteit. Gitaarspelen? Kan iedereen. Goed gitaarspelen? Dát vraagt om creativiteit. Het bewijs? Vrijdagavond in X. Zoals gewoonlijk sta ik links vooraan. Spreek me aan, drinken we een illegaal biertje aan de bar. Op mijn kosten, dat spreekt. Theo Ploeg
Content & Redactie ’10/’11
38
opdracht VII vakevaluatie
Content & Redactie ’10/’11
39
De evaluatie – de opdracht Ook docenten aan IAM kunnen niet zonder feedback. Daarom tot slot nog een evaluatieopdracht. Al moet je natuurlijk ook hier correct en toegankelijk schrijven, we verwachten geen ingewikkelde schema’s, maar een to the point documentje met je ervaringen. Het is maar wat je kwijt wil. Dat kan dus ook heel goed één voorval of een mening over één zaak zijn. Je standpunt is van geen invloed op je beoordeling, maar dient wel in correct Nederlands te zijn geschreven. Wees dus secuur, maar vooral eerlijk. Om je gedachten op gang te brengen, hieronder wat zaken die je erbij zou kunnen slepen. Maar ben nou niet zo suf om dit lijstje minutieus te volgen. -
Wat waren je verwachtingen vooraf? Heb je wat opgestoken van het vak? Zo ja, wat? Zo nee, hoe komt dat? Wat vond je van het lesprogramma? Wat vond je van de docent? Waren de opdrachten te moeilijk of te makkelijk en waarom? Was er een ontwikkeling in je interesse? Kijk je nu anders tegen schrijven aan dan vooraf? Heb je wat aan het werkboek gehad. Heb je gedisciplineerd gewerkt of alles op het laatste moment?
Nou ja, je ziet, er is voldoende stof om over te schrijven. Schrijf je frustraties van je af, deel je eyeopeners met ons en schroom niet om adviezen aan te reiken ter verbetering van het vak. Leef je uit. Gebruik niet meer dan 250 woorden voor deze evaluatie. Ten overvloede: dit stukje wordt niet beoordeeld op structuur en toegankelijkheid, maar wel op spelling en grammatica. O, en vergeet geen kopzin, svp!
Content & Redactie ’10/’11
40
Projectopdracht Tijdens het gezamenlijke project heb je reeds diverse schrijfproducten opgeleverd: een debriefing, conceptrapport, geschreven content voor je demo, prototype en eindproduct. Wat nog ontbreekt? De aandacht in de pers. Daar ga jij voor zorgen. Dat ontbrekende nieuwsbericht, die lovende recensie, fijn interview of diepgaander achtergrondverhaal? Dat schrijf jij. Niet allemaal. Ééntje, naar keuze. Meer informatie volgt en een uitgebreide briefing volgen in de vijfde werkgroep. In de zesde, en laatste, ga je aan de slag.
Content & Redactie ’10/’11
41
Tips & tricks voor de meest gangbare teksten Waarde studenten, Alle denkbare tips & tricks om tot een toegankelijk en correct geschreven artikel te komen, gegroepeerd in een overzicht. Het is geen gedetailleerde theorie, daarvoor verwijzen we je naar gespecialiseerde literatuur. Hanteer dit document als een checklist en je zult zien dat je schrijfvertrouwen toeneemt en het witte-scherm-syndroom goeddeels verdwijnt. Succes, Tijl, Theo & Hein a. Algemeen 1. Hoewel nooit je baas, doch immer je knecht: zorg voor en deugdelijke spellingcontrole. 2. Hanteer naslagwerken (Check je Tekst/De Schrijfwijzer/Het Groene Boekje etc.). En natuurlijk dit werkboek. 3. Bepaal van tevoren welke ‘melodie’ en invalshoek bij de doelgroep past. 4. Werk gefaseerd (zie ook werkwijze). 5. Doe degelijke research, maar ook dorpspomponderzoek. Om in de diepte te geraken, moet je eerst door de oppervlakte. NB: googlen volstaat meestal niet. 6. Stel jezelf vragen en laat anderen vragen stellen over het onderwerp. 7. Roep geen vragen op die je niet beantwoordt. 8. Dubbel geen informatie. b. Werkwijze 1. Begin zo snel mogelijk met brainstormen. 2. Schrijf invallen, subonderwerpen, vragen en/of bruikbare woorden direct op. 3. Gun jezelf tijd om je gedachten te ordenen. Doe dat zoveel mogelijk op schrift (aantekeningen). 4. Neem relevante zaken uit je aantekeningen over in een bouwschema. Daarin bundel je gedachten en subonderwerpen. NB: zorg voor oprolbaarheid (zie ook onder Opbouw). 5. Start met het schrijven van een lead (zie ook onder Opbouw). 6. Maak een eerste (ruwe) versie. 7. Herschrijf je eerste versie. 8. Voeg als laatste een kop toe. NB: de kop mag je ook nog na het redigeren toevoegen. 9. Slijpen en polijsten. 10. Redigeren. Ook door anderen laten lezen en feedback geven. 11. Laatste check. Deze altijd vooraf laten gaan door een periode van ontspanning. 12. NB: vergeet je naam niet te vermelden. Gefaseerd aan een stuk werken kost evenveel tijd als kort voor de deadline beginnen. Maar het resultaat is aanzienlijk beter. Bouw tussen de verschillende scheppingsstadia voortdurend intervallen in. Ga naar kroeg, kerk of kantine. Als je tijd hebt, slaap er een nacht over. Je artikel vormt zich in je onderbewuste tijdens de intervallen. (Let wel: ontspannen is iets anders dan geen zin/inspiratie, dus ik stop maar weer.) c. Opbouw 1. Gebruik een schema om je gedachten te bundelen en een volgorde te bepalen van subonderwerpen (zie boven). 2. De invulling van de lead (inleiding) is afhankelijk van het doel van de tekst. Soms een sfeerplaatje. Maar meestal relevantie/bestaansrecht van je stuk, overwegend vertaald in de vijf W’s. Een (verkapte) vraagstelling zit er ook vaak in. 3. Construeer alinea’s van elk ongeveer dezelfde lengte. Gebruik eventueel tussenkopjes. NB: geen tussenkopje tussen lead en de daaropvolgende alinea. 4. Zorg voor samenhang tussen de alinea’s, alsook voor informatie binnen één alinea. 5. Een chronologisch opgebouwde tekst is vaak opsommerig en daardoor saai. 6. De meeste publicaties zijn van onderaf oprolbaar. Een steen in een vijver doorstaat de vergelijking ook. 7. Gebruik citaten, anekdotes, voorbeelden en illustraties ter verluchtiging.
8. Construeer een duidelijk slot. Bijvoorbeeld de sandwichconstructie. 9. Een verhaal moet makkelijk verteerbaar zijn: voorkauwen. d. Zinsconstructie 1. Punten later aanbrengen is lastiger dan korte zinnen samenvoegen. Start een eerste versie daarom altijd volgens het principe ‘één gedachte, één zin’. Bepaal je interpunctie overwogen. 2. Schrijf actieve zinnen, vermijd de lijdende vorm. 3. Gooi ballast overboord. 4. Schrijf niet nodeloos ingewikkeld. Ter illustratie van de punten hierboven: Schrijf niet: ‘In dit artikel zal geprobeerd worden aan te tonen dat criminelen naast hun zwarte kant in principe best een goed hart kunnen hebben.’ Beter is: ‘In dit artikel toon ik aan dat criminelen behalve een zwarte kant, ook een goed hart hebben.’ e. Vocabulaire/idioom 1. Vermijd een overvloed aan adjectieven. Woorden als leuk, enorm, vreselijk, schitterend en lekker zeggen meestal niets. 2. Beter: illustreren door treffende zelfstandige naamwoorden en werkwoorden te gebruiken. Een groot wit gepleisterd huis is een paleis of in ironische zin: een suikertaart. Stoer lopen is paraderen of pauwen. 3. Kortom, ‘don’t tell, show’. Altijd? Neen, er zijn uitzonderingen. Als je iets gruwelijks wilt vertellen werkt ‘tell’ vaak beter dan ‘show’ bijvoorbeeld. Ook in een zakelijke tekst kun je beter niet te veel showen. 4. Stoplappen en partikels in de voddenmand. ‘Toch best wel eens dat je denkt van zo.’ Bah! 5. Vermijd quasi gewichtigheid. Laat pedanterie maar aan Stefan Sanders over. Schrijf niet: ‘De onderhavige kwestie is er één van eminente importantie.’ Beter: ‘Het is een belangrijke zaak.’ 6. Gebruik synoniemen. Dezelfde woorden in één alinea en zeker in één zin, leiden af. f. Redigeren 1. Lees je tekstuele vorderingen op gezette tijden hardop aan jezelf voor. Beter nog is aan anderen voor te lezen. Je haalt zo bananen en stroperige zinnen/passages uit je tekst. 2. Laat je tekst door ter zake kundigen lezen om onwaarheden op te sporen en adviezen ter inhoudelijke verbetering te geven. 3. Laat je tekst door leken lezen ter controle op begrijpelijkheid en toegankelijkheid. 4. Benader je tekst als een leek en/of buitenstaander. Is het boeiend? 5. Bezie elk woord afzonderlijk ter controle. 6. Laatste check… Naam, kop, lay out. Hieronder nog een paar zaken, die in de tiplijst geen plek hebben gekregen, maar wel handig zijn om mee te pikken. g. Interpunctie in citaten, titels en ironie ‘Wanneer je iemand citeert, moet de lezer dat als zodanig herkennen.’ Docent Content & Redactie Hein Bijvoet bespreekt een lastig fenomeen. Bijvoet: ‘Je schrijft een dubbele punt nadat je iemand hebt aangekondigd, voegt een spatie toe, opent de aanhalingstekens en aan het eind van het citaat zet je de punt of de komma binnen de aanhalingstekens.’ ‘Elke alinea sluit je af met aanhalingstekens. Gaat je citaat een volgende alinea verder, dan zet je de aanhalingstekens opnieuw,’ vervolgt Bijvoet zijn relaas. ‘Je ziet dat ik één aanhalingsteken gebruik, maar twee mag ook. Ik kies voor één omdat ik twee gebruik voor een citaat in een citaat.’ Ja ja, een citaat in een citaat...? Bijvoet verduidelijkt: ‘Komt vaak voor hoor. “Een citaat in een citaat, heeft nog nooit iemand geschaad,” zei mijn opa altijd. Veel tijdschriften schrijven een citaat in een citaat cursief. Dat is een prima oplossing,’ lijkt de IAM docent te besluiten. Niets is minder waar.
‘Je ziet vaak titels tussen aanhalingstekens. “Het Parfum” van Patrick Süskind bijvoorbeeld. Dat is nergens voor nodig. Je schrijft de titel al met kapitalen, dus is het duidelijk dat het geen flesje geurwater, maar in dit geval een boek betreft,’ aldus de taaldocent. Eerder schreef Bijvoet dat je punten en komma’s binnen de aanhalingstekens zet, maar is dat wel altijd zo? ‘Goeie vraag,’ antwoordt Bijvoet en vervolgt: ‘Ik vind het een zwaktebod, maar bezondig mezelf er ook vaak aan: aanhalingstekens om ironie te verduidelijken. Je staat met je fiets aan de voet van de Mont Ventoux en merkt eufemistisch op: “Leuk “bergje”.” Je ziet hier dat de aanhalingstekens als uitleg van je ironie links van de punt zijn geplaatst, maar die van het citaat in het citaat erbuiten. Maar goed dat ik daarmee mijn betoog niet afsloot, want dan had je dit gekregen: “Leuk “bergje”.”’ h. Afkortingen en getallen Afkortingen als d.w.z. of n.a.v. of m.v.g. of z.s.m. schrijf je uit. Niet in een kattenbelletje aan een collega, maar wel in een ‘serieuze’ tekst. Afkortingen als namen van bedrijven schrijf je één keer uit met tussen haakjes de afkorting. Daarna volstaat de afkorting. Voor namen geldt meestal: één keer voluit met titel of functie, daarna alleen achternaam. Voorbeeld: Het instituut voor Interactieve Media (IAM) aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) heeft wederom analfabeten aan het schrijven gekregen. IAM-docent Hein Bijvoet noemt het een doorbraak op de HvA. Bijvoet: ‘Het is ongelofelijk! Dit jaar een hele horde leren schrijven. Maar liefst negentig.’ Aha… negentig. Hoe zit het met cijfers en getallen? Cijfers van één tot en met twintig schrijf je uit. Dan wordt het 21 tot en met 29. Dan weer dertig, vervolgens 31 – 39, veertig etc. Honderd, duizend, honderdduizend, miljoen en miljard schrijven we ook uit, evenals tienmiljoen en zeventigmiljard (ondanks dat Word het fout rekent). Hoe zit het met ingewikkelde grote getallen? Het verschilt nogal eens per redactie of uitgave, maar dit is wat je meestal ziet: 843 duizend, 388 miljoen 238 Wanneer je veel verschillende getallen moet schrijven, kies dan voor alleen cijfers. Voorbeeld: ‘van de 23 studenten, hebben er 20 geleerd een toegankelijk artikel te schrijven.’ Andere uitzonderingen zijn opsommingen en data. Die schrijven we ook als cijfers. Voorbeeld: Afgelopen 10 juni zijn tien studenten uit lokaal 10 gestuurd nadat zij in tien minuten tafel 10 hadden gesloopt. Rangtelwoorden schrijven we ook zoveel mogelijk uit. De eerste keer, de tiende van de maand, haar negentigste verjaardag, zijn honderdste medaille etc.
i. Cursief, vet, kapitalen en andere fontzaken Het staat je vrij met je opmaak te goochelen, mits dat goochelen een doel dient. Maar er zijn wel richtlijnen. Hieronder de belangrijkste. Cursief kun je gebruiken voor een buitenlands woord dat niet is ingeburgerd. Schrijf database niet, maar webbased wel cursief. Verder zagen we al dat cursief een handig middel is voor een citaat in een citaat. Ook zie je vaak dat titels van films, boeken, kunstwerken cursief zijn gedrukt. Niet fout, maar ook niet nodig. Soms zie je zelfs titel cursief én tussen aanhalingstekens. Da’s echt Bah! Vet gebruik je in een tekst uitsluitend wanneer je er iets belangrijks uit wilt lichten. Wees er spaarzaam mee. Verder kun je het gebruiken om kopjes van platte tekst te onderscheiden. Datzelfde geldt voor onderlijnen. KAPITALEN. Je ziet ze vaak in kopzinnen boven artikelen van studenten opduiken. Niet doen! Kijk de krant er maar op na: nergens tref je een kopzin in zijn geheel in kapitalen geschreven. Ik zou
hoofdletters dan ook voorbehouden voor noodgevallen. Wanneer je het wel uit zou willen SCHREEUWEN. Fonts. Kies doorgaans voor een helder leesbaar font. Verdana/Arial/Times new roman. Natuurlijk zijn er redenen om Isabelle te kiezen (voor een verjaardagsuitnodiging), Vivaldi (voor een spijskaart) of Wingdings (voor analfabeten). Kortom, als een ‘afwijkend’ font geen meerwaarde biedt, niet doen. Ten slotte Taal is het meest gebruikte menselijke communicatiemiddel. Het is alom en immer aanwezig. Doe daarmee je voordeel. Wees alert op taal en geniet door de lawine van diarree ook van de schoonheid van het woord. Als je dat doet en je verwerkt al dat fraais in geschrift, is schrijven nog vermakelijk ook. En dan hebben wij best wel zoiets van doe gewoon je eigen ding, weet je wel. AAAAAAARH!