11 tijdschrift van het openbaar ministerie jaargang 14 nummer 11 november 2008
‘Ondermijn je gezag niet’ Jacob Kohnstamm waarschuwt tegen prijsgeven persoonsgegevens
Spoorzoeken binnen NFI verleden tijd De Rollatorzaak (Alles afwegende)
2
HOEK VAN JAN
OPPORTUUN tijdschrift voor het openbaar ministerie jaargang 14 nummer 11 november 2008 Opportuun is het personeels- en relatiemagazine van het Openbaar Ministerie. Het blad wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het blad verschijnt twaalf keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud van het blad. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan.
Speurneus Bestaat hij nog? Oom agent met een neus voor de oplossing van het misdrijf dat op zijn pad komt? Zo iemand die zintuigelijk de waarheid vindt? De speurneus? Ik denk het wel. Mevrouw was in hoger beroep gegaan. Maar ze had geen ‘grieven’ opgegeven. Ook kwam ze niet op de zitting om alsnog uitleg te geven over de reden van haar beroep. Dus moest ze nietontvankelijk worden verklaard. Meer woorden hoefden er niet aan vuil gemaakt te worden. Dat was echter buiten de voorzitter van het Hof gerekend. Gelukkig maar. Droog citeerde hij uit de aangifte. Het slachtoffer had geld tegoed van mevrouw. Hij ging naar haar woning en belde aan. Vergeefs, er werd niet open gedaan. Wel ging ‘zonder blikken of blozen’ ineens het raam op de verdieping open. Het slachtofffer verhaalde hoe hij omhoog keek en een emmer uit het raam zag verschijnen. Hij zag ook dat de emmer werd omgekeerd. Ook nam hij waar dat er vervolgens ‘vloeistof’ uit
de emmer viel. Het ontlokte de raadsheer de opmerking dat dit het moment was geweest om te gaan rennen. Maar rennen deed het slachtoffer niet. Hij zag de vloeistof vallen en voelde hoe hij nat werd. Vervolgens kreeg hij een branderig gevoel op zijn hoofd en in zijn ogen en rook hij dat het urine was. Smerig. Inderdaad. Maar het opvallendste was nog een stuk uit het relaas van de politieman die ter plaatse was gegaan. Deze bromsnor had de emmer zien liggen. Hij had er ook aan geroken. En iets ‘bevonden’ wat de vraag opriep hoe intiem hij eigenlijk met de urinegooister was. Volgens zijn proces-verbaal had hij namelijk geroken dat in de emmer urine had gezeten ‘welke afkomstig was van de verdachte’. Twijfelachtig, zeker. Maar wat een speurneus! Jan Hoekman
Abonnementenadministratie Wijzigingen? Stuur de adreswikkel met de aangebrachte wijzigingen naar het redactieadres, of mail de wijzigingen, onder vermelding van het nummer op de adreswikkel, naar
[email protected]. Redactieadres Afdeling Communicatie, ParketGeneraal, kamer 5.19, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Telefoon: 070 – 3399840. Eindredactie Pieter Vermaas, 070 – 3399840 of
[email protected]. Vaste medewerkers Thea van der Geest, Jan-Willem Grimbergen, Mary Hallebeek, Jan Hoekman, Willem Hoogendoorn, Petra Sprado. Aan dit nummer werkten verder mee Miranda van Ark, Martine Boheur, Dickey Gardenier, Brigit Haan, Olga Hoekstra, Julia Horzinek, Lodewijk van Zwieten. Foto omslag Mark Kohn Ontwerp Fabrique, Delft Druk Zijlstra Drukwerk, Rijswijk Oplage: 7.750
Inhoud
OPPORTUUN · 11 / 2008
‘Blijf uit mijn privéleven’ Jacob Kohnstamm, pag 10-12
November 2008
rubrieken
06 De Rollatorzaak
20 Singapore
Een ludieke zaak, die doelbewuste rollator-botsing in het verzorgingstehuis? Nee, want het slachtoffer brak zijn heup. ‘En bovendien,’ zegt officier Kiki Plugge in de rubriek Alles Afwegende, ‘waarom zouden ouderen niet vervolgd hoeven te worden?’
Nieuwe technologie stond centraal op een onlangs gehouden mondiale aanklagersconferentie in Singapore. Een sfeerverslag van Lodewijk van Zwieten, die er rapporteerde, met visitekaartjes strooide en traditioneel gesneden maatpakken op de kop tikte.
10 Jacob Kohnstamm Laat je niet verlokken om te snel persoonsgegevens prijs te geven, waarschuwt de voorzitter van het College Bescherming Persoonsgegevens, Jacob Kohnstamm. ‘Want daarmee ondermijn je het gezag waarmee je bent bekleed.’
14 Chemisch profilen Een NFI-database linkt inbeslaggenomen amfetamine aan illegale productielaboratoria. “Chemisch profilen” is een modern wapen van NFI en het Korps Landelijke Politiediensten.
25 It’s a SIN Spoorzoeken binnen het NFI? Hoeft niet meer. Met een Sporen Identificatie Nummer (SIN) is elk stuk van overtuiging door het hele pand en de opsporingsketen te volgen. Het track and trace systeem in beeld.
02 Hoek van Jan ‘Speurneus’ 04 KortOM 09 WaarOM ‘Beheer conservatoir beslag’ 13 Lijn 2 ‘Niet prettig‘ 17 Handig met GPS ‘GPS Help‘ 23 Nationale ombudsman ‘Weekendarrangement‘ 24 Personalia 28 Evenementenkalender 28 OMgeslagen 29 Ut recht ‘Net echt’
18 Parketsecretaris in de woestijn
30 Verkeer
Ze reisde, fotografeerde, en haar foto’s sieren nu het nieuwe OM-gebouw in Lelystad. Negen vragen aan parketsecretaris Anke Kruijsdijk. ‘Ik werd zo rustig van de woestijn.’
32 AchterOM
3
4
KORTom
Uitrol Wet OM-Afdoening
NFI vraagt om R&Dprogramma
Vanaf 1 februari 2009 krijgen bestuurders onder invloed door heel Nederland te maken met de strafbeschikking. Bovendien lopen zij het risico om voor maximaal 6 maanden hun rijbevoegdheid kwijt te raken.
NFI, politie en OM willen een meerjarenprogramma op het gebied van Research & Development.
Nu wordt alleen in de arrondissementen Amsterdam en Den Bosch de strafbeschikking uitgevaardigd voor enkele artikel 8WVW-feiten (‘rijden onder invloed’) en is de geldboete de enige sanctie. Vanaf 1 februari kan een OBM (ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen) worden opgelegd door de officier van justitie, na het horen van de te bestraffen persoon.
De arrondissementen die al langer met GPS werken komen als eerste aan de beurt. De planning staat op OMtranet: Organisatie > Projecten/ Commissies > OM-afdoening. Tot medio oktober zijn 2061 strafbeschikkingen uitgevaardigd en 38 verzetten ingediend. Een aantal zaken waarin verzet werd gedaan is in Amsterdam en Den Bosch al op zitting geweest. In alle gevallen leidde dit tot een veroordeling en vernietiging van de strafbeschikking. Vanaf 1 januari 2009 kunnen ook gemeentes een strafbeschikking uitvaardigen. De vier grote steden (Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam) krijgen als eerste deze mogelijkheid.
Niet-humane biologische sporen, letseldatering, biologisch sporenonderzoek, bemonsteringsoptimalisatie bij explosieven, bloedspoorpatroononderzoek, chemisch profilen van drugs: op tal van gebieden doet het NFI aan research en development. Het afgelopen decennium is het NFI weliswaar gegroeid: van 238 naar 500 medewerkers; van een budget van 15 miljoen naar 58 miljoen; en van onderzoek naar vijftigduizend “stukken van
Jolien Kuitert naar Eurojust Officier van justitie Jolien Kuitert is plaatsvervangend Nationaal Lid van Eurojust geworden. Kuitert maakte deze overstap, op 1 oktober, op verzoek van het College van procureursgeneraal. Het College achtte de versterking van de Nederlandse
desk van Eurojust noodzakelijk vanwege de intensivering van de internationale politiële en justitiële samenwerking. Eurojust bevordert de grensoverschrijdende justitiële samenwerking tussen EU-lidstaten, bijvoorbeeld op het terrein van rechtshulpverzoeken.
Kuitert blijft coördinerend contactpunt voor het Europees Justitieel Netwerk (Zie ook www.eurojust.europa.eu). De functie van coördinerend officier van justitie voor de West en Suriname wordt door Rein Peters (Parket-Generaal) vervuld.
overtuiging” naar ruim tachtigduizend SVO’s. Toch kan het NFI niet elke ontwikkeling bijbenen. Tijdens het 7 oktober gehouden NFI-congres “Innovaties in forensische dienstverlening” kreeg NFI-directeur “externe relaties” Kees Möhring bijval van zijn opdrachtgevers van politie en OM voor zijn oproep tot het maken van keuzes. ‘Wij als NFI hebben veel innovatiekracht, en de politie heel veel ideeën. Daarom pleiten we voor een meerjarenprogramma. Het NFI wil een platform waarin de strafrechtpartners aangeven welke behoeften er leven; dan bieden wij de deskundigheid.’
OPPORTUUN · 11 / 2008
5
CSI aan de Amstel
Tom voor vertrekkende René Craemer
Miami, New York, maar ook aan de Weesperzijde in Amsterdam kan een echte crime scene worden ingericht.Vanaf 2005 is hier de opleiding Forensisch Onderzoek van start gegaan.
Het Functioneel Parket staat op de kaart. Die lof kreeg René Craemer toegezwaaid bij zijn afscheid als hoofdofficier FP.
Begin maart 2007 zijn wij, de zogenoemde “Posthumusofficieren”, gestart met de opleiding voor buitenstaanders. Het was dan ook geheel in de geest van het rapport van onze “naamdrager”dat voor onze eerste reünie in maart 2008 het forensisch onderzoek als thema werd gekozen. Dankzij de gastvrijheid van de directeur van de Hogeschool Amsterdam, Hans Alta, kreeg onze groep officieren de kans om de realiteit van de zittingszaal en het parket in te ruilen voor het “echte handwerk”: een practicum dactyloscopie. Hierbij kwamen de papillairlijnen, hoofdtypen vingerafdrukken, referentiepunten en typica aan de orde. Vervolgens hebben we zelf mogen poederen met magnetisch poeder, special black en ook afdrukken mogen maken met ninhydrine op papier. Ofwel voor een paar uur waren wij de technische recherche. Het was een leuke en leerzame
middag in Amsterdam dankzij de Hogeschool zijn wij even dichterbij het werk van de recherche gekomen en onze laatste vingerafdrukken hebben we tevreden op de wijnglazen achtergelaten. Het contact met de Hogeschool krijgt een vervolg. In januari 2009 zullen wij een bijdrage leveren aan een oefenrechtbank. Daarbij zal worden geprobeerd om de toekomstige forensische experts een indruk te geven van een getuigedeskundigeverhoor. De Hogeschool Amsterdam is geïnteresseerd in de rol van deskundigen forensisch onderzoek op de zitting. Mocht er bij jouw parket of jouw onderzoek deskundigen worden gehoord over de forensische opsporing dan zouden studenten van de Hogeschool daar graag een keer bij aanwezig willen zijn. Zou je het ons willen laten weten? Dan kunnen wij de Hogeschool tijdig informeren. Ook bestaat er interesse voor stageplekken forensische opsporing. Tekst: Martine Boheur (
[email protected]) en Mieke Grüschke (
[email protected])
10 oktober 2008 was de externe afscheidsreceptie van René Craemer in Pulchristudio in Den Haag. Voorafgaand aan de afscheidsreceptie vond er een minicongres plaats over de invloed van het Functioneel Parket (FP) op de kwaliteit en kwantiteit van de functionele opsporing en vervolging. Het minicongres begon met twee inleidingen. Eén van Bert Wijbenga, hoofdcommissaris politie Flevoland en portefeuillehouder Milieu van de Raad van Hoofdcommissarissen. En één van Jan Hermans, directeur FIOD-ECD. Beiden schetsten hoe het de afgelopen jaren is gegaan bij het FP en spraken lovende woorden over het werk dat Craemer verzet heeft. Het FP staat inmiddels op de kaart, concludeerde Wijbenga. De kwaliteit en capaciteit in milieuzaken is toegenomen en er worden steeds zwaardere straffen gegeven. Maar volgens Wijbenga is het FP er nog niet en heeft de nieuwe hoofdofficier Albert van Wijk nog werk te doen. Zo zou de hoofdcommissaris graag zien dat zware milieuovertredingen tot gevangenisstraffen leiden.
De FIOD-ECD merkt de invloed van het FP zeker, zei Jan Hermans, de afgelopen jaren zijn de aantallen zaken met 20% gedaald, een bewust beleid van het FP en de FIOD-ECD om te kiezen voor zwaardere zaken. Door de komst van het FP is er meer specialistische kennis en deskundigheid. Hermans heeft zorgen over de kwetsbaarheid van de medewerkers, we werken met een kleine kwetsbare groep. Gespreksleider Lex Michiels leidde de discussie met de forumleden (Han Moraal, Theo Hofstee, Mischa Wladimiroff en Harry Paul) en met de mensen in de zaal. Gesproken is onder andere over de omgevingsdiensten van de politie, de toekomst van het FP, bestuurlijke afdoening, aanpak milieucriminaliteit en gespecialiseerde rechtbanken. Na het minicongres werd er onder het genot van een hapje en een drankje stilgestaan bij het vertrek van de hoofdofficier. Harm Brouwer sprak René Craemer toe en overhandigde hem het TOM-beeldje. Een beeld speciaal gemaakt voor mensen die veel voor het OM hebben betekend. Tekst: Esther Schreur
6
ALLES AFWEGENDE
‘Waarom zouden ouderen niet vervolgd hoeven worden?’ Officier Kiki Plugge over de ‘Rollatorzaak’
In de media werd de strafzaak, waarin een zeventigjarige vrouw een medebewoner uit de inrichting waarin zij verbleef omver reed met haar rollator, ludiek belicht. De lichtzinnige toon, waarin het beeld werd geschetst van een “schattige bejaarde” die met een bijzonder koddig “wapen” haar plaaggeest een hak zette, vindt Haagse officier Kiki Plugge niet terecht.
Het lijkt op het eerste gezicht een nietnoemenswaardige geding, de strafzaak van de zeventigjarige dame die vorig jaar november met haar rollator iemand in het ziekenhuis reed... Een ludieke zaak wellicht, waarover de media in een kortje op een achterafpagina een koddig berichtje maakten. En waar menig lezer zich met een glimlach over heeft gebogen. Maar waar toch een serieuze ondertoon aan zit, stelt Haagse officier Kiki Plugge die de zaak in juni op zitting kreeg. Wat was er aan hand? Een bejaarde bewoonster van een verzorgingstehuis in Zuid-Holland lag al enige tijd in de clinch met psychiatrisch patiënt die in dezelfde inrichting verbleef. Het conflict tussen beide bewoners liep begin november vorig jaar echter zo hoog op, dat er fysiek geweld aan te pas kwam. Na een ongelukkige ontmoeting bij de lift, waar het slachtoffer
volgens de verdachte de liftdeur tegen haar had aangesmeten, kwamen de twee elkaar later diezelfde dag opnieuw tegen, iets wat onvermijdbaar is aangezien beiden in hetzelfde tehuis woonden. De bejaarde verdachte besloot dat haar huisgenoot de consequenties van zijn eerdere gedrag nu maar eens goed moest voelen. Letterlijk. ‘Ze was echt van plan om hem te grazen te nemen’, vertelt Plugge over het incident. ‘Ze liep op hem af en duwde hem om met haar rollator. Dat pakte stevig uit.’ De bejaarde dame ramde haar “opponent” op een dusdanige manier, dat de man zwaar lichamelijk letsel opliep. Hij brak zijn heup en het herstel duurde driekwart jaar. Van haar handelen had ze aanvankelijk geen spijt. Een getuige betrapte de dame erop dat ze het niet kon laten te zeggen dat het slachtoffer “zijn straf had gehad” toen deze eenmaal op de grond lag.
Ex-verpleegkundige Voor de instelling was overduidelijk de maat vol. De leiding liet het er niet bij zitten en besloot de bewoonster aan te geven bij de politie. Plugge: ‘Ze namen het hoog op.’ Ook het Openbaar Ministerie nam de vrouw haar handelen zeer kwalijk. ‘De verdachte zat in de inrichting omdat ze lichamelijk zwak was, maar geestelijk was ze helemaal in orde, in tegenstelling tot haar medebewoners. Dat waren psychiatrische patiënten. Het slachtoffer bijvoorbeeld was een lichamelijk én geestelijk zwakke man. Met mevrouw was geestelijk niets mis en ze koos er bewust voor om iemand omver te rijden. Bij psychiatrische patiënten is daar nog een excuus voor, bij haar niet. Daarbij is mevrouw een ex-verpleegkundige en daarom al zou je van haar ook net iets meer kunnen verwachten dan van >
Foto: Onno Kummer
OPPORTUUN · 11 / 2008
7
8
ALLES AFWEGENDE
‘Het medelijden met ouderen is een beetje weg. En terecht ook’ > een “normale” burger’, aldus Plugge. Het botste dus tussen beide bewoners en dat het conflict in november 2007 uitliep op een letterlijke botsing was een moedwillige beslissing van de verdachte, zo bleek. De bejaarde dame reed niet alleen recht op de man in, ook was zij volgens getuigen tevreden met de uitkomst. Op zitting probeerde mevrouw haar moedwillige aanval eerst nog te ontkennen en te verdraaien. Later gaf ze toe dat ze het conflict beter had moeten aanpakken.
Sigaretten De dagvaarding loog er hoe dan ook niet om. Aan mevrouw werd primair het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel tenlastegelegd en subsidiair werd ze vervolgd voor mishandeling, zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbende. De eis: een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes weken. Voor het primair tenlastegelegde vroeg Plugge op zitting vrijspraak. De opzet op het toebrengen van zwaar letsel achtte ze niet bewezen. De rechtbank volgde haar oordeel en sprak inderdaad vrij van het primaire. Voor het subsidiaire volgde een veroordeling; mevrouw moest een boete betalen van 25 euro. Zo op het oog een geringe straf maar voor de verdachte, die in de inrichting rond moest komen van enkel zakgeld en dat – onder meer – gebruikte voor sigaretten, een geldbedrag dat er behoorlijk inhakte. ‘Wat voor een normaal persoon een maandsalaris is, is voor haar die vijfentwintig euro.’ Plugge denkt dat de rechtbank met deze straf aanduidt dat ook zij het incident hoog opnam. De rechter stelde zelf in het vonnis dat van verdachte verwacht kon worden dat zij het conflict met de medebewoner op een niet-gewelddadige manier zou oplossen,
te meer omdat zij een gepensioneerd verpleegkundige was. ‘De rechter vond het een kwalijk feit.’
Medelijden Het lijkt een tendens dat ouderen zich - vaker dan vroeger - moeten verantwoorden voor de rechter. Plugge heeft zelf wel een idee hoe dit kan. ‘Ouderen worden steeds langer verantwoordelijk gehouden want ze worden minder snel oud. Mensen van tachtig reizen bijvoorbeeld tegenwoordig nog. Ze nemen veel actiever , als volwaardige burgers, deel aan de maatschappij. Ouderen worden daarom ook als zodanig behandeld. Het medelijden is een beetje weg... En terecht ook.’ Bijkomend probleem bij dit soort zaken, waarin het Openbaar Ministerie ouderen ter verantwoording roept en soms stevig aanpakt, is de onterechte beeldvorming die – onder meer door de media – wordt opgeroepen. Hoewel ouderen steeds langer en steeds vaker nog als volwaardig burgers meedraaien in de samenleving, worden ze bij dit soort incidenten nog te vaak weggezet als “zielig” of “hulpeloos”. Maar, zo stelt Plugge, dat maakt de feiten er niet minder ernstig om. ‘Deze zaken worden net zo opgepakt als andere zaken. Met vervolging wil je immers toch hetzelfde doel bereiken? Het signaal afgegeven dat dit gedrag niet door de beugel kan.’ Het lijkt wel ludiek, een oudere dame van zeventig die uit een misplaatst gevoel van vergelding met een rollator op iemand inrijdt, maar, zo stelt Plugge, als je de zeventigjarige vrouw in het verhaal vervangt door een stevige kerel en de rollator door een stok, wordt het bericht ineens een stuk minder “geinig”. ‘Je kunt je wel afvragen waarom het Openbaar Ministerie ouderen zou moeten ver-
volgen, maar je kunt het net zo goed omdraaien. Waarom eigenlijk niet?’ Hoe het afliep met de verdachte en haar slachtoffer? Beiden wonen, voor zover bij Plugge bekend, nog altijd samen in dezelfde inrichting in Zuid-Holland. Het schijnt dat ze hun conflict inmiddels hebben bijgelegd... Tekst: Olga Hoekstra
WAAROM?
OPPORTUUN · 11 / 2008
Beheer conservatoir beslag In Opportuun-nummer 9 is gesproken over gemakkelijker beslagleggen. Maar als je (conservatoir) beslag hebt gelegd, vraagt dat om vervolgstappen en beheer daarvan. Die taken staan voor de afdeling beslagbeheer van het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (BOOM) centraal. Maar hoe werkt dat allemaal?
Wat is conservatoir beslag? De officier van justitie kan onder omstandigheden het recht tot verhaal van een geldboete of ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel veiligstellen door voorwerpen of vermogensbestanddelen in conservatoir beslag te nemen.
Wat doet beslagbeheer? Beslagbeheer heeft een afhandelende, adviserende en coördinerende rol met betrekking tot het conservatoir beslag. Hoofddoelen van beslagbeheer zijn het risico van waardedaling zoveel mogelijk tegengaan en bewaarkosten beperken. Enerzijds door het aanbieden van een zekerheidstelling, op grond van artikel 118a Sv, waardoor de beslagene de gelegenheid krijgt weer over het voorwerp te beschikken. Denk daarbij aan voertuigen, boten, audio-apparatuur, etc. Bij het aanbieden van een zekerheidstelling controleert beslagbeheer of er een strafrechtelijke financieel onderzoek (SFO) loopt om te voorkomen dat een dergelijk onderzoek wordt doorkruist. Daarbij biedt beslagbeheer in beginsel geen zekerheidstelling aan wanneer een verdenking van witwassen bestaat. Dit om te voorkomen dat kan worden verweten dat het OM faciliteert in witwaspraktijken. Anderzijds door een machtiging vervreemding op grond van artikel 117 Sv aan Domeinen aan te bieden. Daarna worden de voorwerpen op een openbare veiling verkocht. Daarom is een snelle beslissing van beslagbeheer noodzakelijk. De opbrengst van de voorwerpen wordt op de bankrekening van het BOOM gestort, waarover vervolgens ook renteopbrengsten bijgeschreven worden. De opbrengst conservatoir beslag komt hierdoor uiteindelijk hoger te liggen.
de afdeling beslagbeheer op openstaande vorderingen bij diverse instanties, zoals bijvoorbeeld bij het CJIB. Daarnaast adviseert deze afdeling. Er worden regelmatig diverse vraagstukken voorgelegd. Zoals vragen over de mogelijkheid tot zekerheidstelling en directe vervreemdingen, tot verzoeken tot begeleiding van de verkoop van beslagen onroerende registergoederen. De afwikkeling en verdere contacten met de betrokken notaris wordt regelmatig door de officier van justitie aan beslagbeheer overgedragen. Verder coördineert beslagbeheer grote beslagacties waarbij veel verschillende ketenpartners worden ingeschakeld. Primair om de kwaliteit van het beslag te bewaken, d.m.v. taxaties ter plaatse, in combinatie met juiste transporten. In samenwerking met de opsporingsdiensten wordt gestreefd naar hoogwaardig beslag, versnelde afwikkeling ter plaatse en de juiste bewaring van zaken. Secundair ontlast beslagbeheer de opsporingsdiensten van de complexiteit rondom beslag en wordt zicht op zaken gecreëerd.
Wat gaat beslagbeheer nog meer doen? Op 6 december 2007 is een EU-raadsbesluit aangenomen betreffende de samenwerking van de nationale bureaus (contactpoints). Het BOOM is aangewezen om de inrichting van dit contactpoint in Nederland uit te voeren. Beslagbeheer speelt daarin een rol voor het beheer van internationaal beslag. Dat is het beslag dat op verzoek van het buitenland in Nederland is gelegd. Maar ook buitenlands beslag dat op verzoek van Nederland in het buitenland is gelegd. Ook dat beslag vraagt om doeltreffend beheer.
Naast de zaaksofficier van justitie, heeft het BOOM in alle gevallen de bevoegdheid te besluiten tot opheffing van het beslag. Voordat één van beiden tot opheffing besluit, wordt overleg gepleegd.
Wat zijn de ambities?
Voordat tot teruggave of opheffing van conservatoir beslag wordt overgegaan, toetst
Meer informatie: de afdeling beslagbeheer, 058-234 1174 en
[email protected]
Vanuit beslagbeheer bestaat de wens dat het effectieve beheer dat binnen conservatoir beslag is gerealiseerd, ook op strafrechtelijk beslag toegepast gaat worden.
9
10
BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS
‘Ondermijn je gezag niet’ Privacywaakhond Jacob Kohnstamm OM’ers moeten zich niet laten verlokken om te snel persoonlijke informatie van verdachten prijs te geven, zegt Jacob Kohnstamm. ‘Want daarmee ondermijn je het gezag waarmee je bent bekleed.’ Interview met een privacywaakhond.
Dat de Opportuun-interviewer een Wikipedia-overzicht van zijn politieke en maatschappelijke historie heeft opgediept, stoort hem geheel niet. Waarom zóu hij, reageert de immer aimabel (‘Schijnt het zonlicht zo niet vervelend in je ogen?’) overkomende Jacob Kohnstamm. Iedereen mag weten dat Amsterdammer Kohnstamm (Wassenaar, 14 november 1949) onder meer vier jaar advocaat was, vijftien jaar parlementariër en vier jaar staatssecretaris van Binnenlandse Zaken. ‘Ik ben 25 jaar in het openbaar bestuur actief geweest, dus dan is dit het effect. Mensen moeten bij beroepspolitici kunnen nagaan wat je gedaan hebt en wat je gezegd hebt.’ Als schijn niet bedriegt, heeft Kohnstamm - sinds 1 augustus 2004 voorzitter van het College bescherming persoonsgegevens - ook niets te verbergen. Maar hoort hij de kreet “ik heb toch niks te verbergen”, dan komen de nekharen van de privacywaakhond recht overeind. ‘Dat hoorde ik vanmorgen op de radio ook weer iemand zeggen. Tegen mensen die mij dat zeggen antwoord ik meestal: het spijt me dat u zo’n bloedsaai leven heeft. Waarom ik dat zeg? Iedereen heeft toch wel iets -al zijn het maar je gedachten - te verbergen? Hoeveel condooms koop ik per week, welke boeken leen ik in de bibliotheek, en tal van dat soort vragen. Ook ik heb enerzijds niks te verbergen - en ondertussen heb ik een pri-
véleven waar iedereen uit moet blijven.’
Doopceel Op internet ligt het vaak maar één of twee muisklikken uit elkaar: enerzijds onschuldige, relevante feiten over een persoon; anderzijds genante, irrelevante of privacyschendende informatie over of rondom een persoon. Dat merkte Kohnstamm toen hij vorig jaar aan twee medewerkers vroeg: doen jullie eens een legaal onderzoekje op internet naar drie spraakmakende woordvoerders van de huidige coalitiepartijen én mijzelf, en kijk eens wat je boven water tilt. Toen het resultaat werd gepresenteerd, was Kohnstamm verbaasd hoeveel informatie zijn medewerkers via zoekmachines over de “slachtoffers” hadden opgevist. Er ontstond direct een stempel, een patroon een schijnbare logica in de activiteiten en achtergronden van de onderzoekssubjecten. ‘Aan de ene kant kwam er niet heel veel nieuwe informatie over de drie politici naar boven. Zij zouden dus kunnen zeggen: ik heb niets te verbergen. Maar da’s dan wel buiten de waard gerekend. Want op sociale netwerksites als Hyves noteren partners en vooral kinderen ook van alles. Kinderen discussiëren er openhartig over – om maar eens twee dingen te noemen – seksuele gedragingen of alcoholgebruik. Kennelijk zonder te vermoeden dat die informatie voor iedereen is in te zien. Je
zou kunnen zeggen: een beetje puber die níet met alcohol en seksualiteit experimenteert, daarmee is het mis. Maar als je als ouder in een totaal andere context daarmee wordt geconfronteerd, werkt dat heel verstorend voor je functioneren. Dus hebben we onze aanvankelijke plannen om de onderzoeksresultaten tijdens een persconferentie als wake-up call te laten zien, laten varen, want wij vonden het niet netjes om die feiten openbaar te maken. Wat hun kinderen op seksueel gebied uitspoken - dat gaat níémand een flikker aan. En dan heb je direct de essentie van de Wet bescherming persoonsgegevens te pakken: gegevens die in een bepaalde context worden verzameld, moet je daarbuiten niet gebruiken en prijsgeven.’ Stel dat ik voorafgaand aan dit interview uw doopceel compléét gelicht zou hebben. Ook als u deugt, vindt u waarschijnlijk dat mij dat niets aangaat. Voor OM en politie, de geweldsmonopolisten in onze samenleving, is dat natuurlijk anders. Stel dat u als verdachte zou merken dat ik als rechercheur of officier uw doopceel heb gelicht, dan denkt u waarschijnlijk: die vent heeft zijn werk goed gedaan.’ Toch volgt het CBP ook politie en justitie op de voet.
Datamining Zijn grootste zorg betreft de mogelijkheden die vergelijking en koppeling biedt van
OPPORTUUN · 11 / 2008
de informatiestromen uit grote gegevensbestanden in de publieke en private sector, zoals de bestanden van de Rijksdienst voor het wegverkeer, GBA, Kadaster, UWV, SVB, CWI, Belastingdienst, banken, verzekeraars, hypotheekverstrekkers, BKR, luchtvaartmaatschappijen, telecom-aanbieders en makelaars. ‘Profiling en datamining zijn misschien veelbelovend, maar kunnen in de handen van de geweldsmonopolist levensgevaarlijk zijn. Bijvoorbeeld als je speurt naar terroristen - en dat zijn er zó weinig. De kans dat je dan met allerlei zoekslagen onverdachte mensen uit de bulk gegevens vist, is groot. Kijk, als een marktpartij fouten maakt waardoor ik een brief krijg waarin staat: “Geachte mevrouw Kohnstamm, nu u dertig jaar bent geworden, vragen wij u eens na te denken over…”, dan kan ik er misschien om lachen. Maar stel dat politie en justitie tijdens dat profilen fouten maken, dat zij onverdachte mensen in het net vangen en hen met helikopters en ME komen arresteren – dat geeft het vertrouwen in de rechtsstaat een enorme knauw.’ ‘In de VS wordt er door het OM publiekelijk over de ontwikkeling van deze technieken gerapporteerd en gediscussieerd; er worden onafhankelijke audits gedaan over de mogelijkheden en risico’s. In Nederland wordt er totaal over gezwegen. Maar het is essentieel om zoveel als mogelijk is transparant te zijn over hoe dat gaat. Voor Foto: Mark Kohn
11
‘Officieren worden soms getergd. Door het slijk gehaald. Maar je bent wel de staande magistratuur; je moet de strijd voor de réchtbank voeren’ >
12
BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS
> zover ik kan zien, is sprake van een oorverdovende stilte. Dat betekent meestal dat er iets te verbergen is.’
Schuilplaats ‘Privacy is de schuilplaats van het kwaad’ - nog zo’n dooddoener waar Kohnstamm van gruwt. Maar even zeer ergert hij zich eraan als mensen die voor nieuwe bevoegdheden voor politie en justitie pleiten, het verwijt krijgen dat zij “weloverwogen de rechtsstaat verkwanselen en een totalitaire staat nastreven.” Privacybescherming stáát niet op gespannen voet met veiligheid, meent hij. ‘En het beeld dat het College bescherming persoonsgegevens strijdt met politie en OM is onzin. In negen van de tien gevallen gaan privacy en veiligheid hand in hand met elkaar. Totale veiligheid zonder privacy is niet mogelijk. In landen waarin men privacy heeft opgeofferd aan veiligheid, heerst onvrijheid en machtsmisbruik.’ Wat moeten OM’ers, medewerkers van politie of gemeente, die denken te weten dat een persoon fraudeert of kinderen seksueel lastig valt, terwijl ze die informatie niet mogen doorspelen? ‘Het is de wetgever die in dergelijke gevallen heeft bepaald wat mag en wat niet mag. Er zijn allerlei manieren om de politieke discussie aan te gaan over verruiming van informatieverstrekking. Maar medewerkers van OM of politie moeten niet zelf buiten hun boekje gaan. Dan ondermijnen zij uiteindelijk het gezag waarmee ze zijn bekleed.’ Wanneer overschrijden OM’ers een grens? Volgens Kohnstamm wordt dat in belangrijke mate door de context van het geval bepaald. Neem de inzet van DNA als grootschalig opsporingsmiddel. Verwacht van het CBP niet te horen dat dat “altijd” of “nooit” mag. ‘De ingewikkeldheid zit hem in de vrijwilligheid. Als alle 58-jarige Amsterdamse mannen wordt gevraagd mee te werken aan een dergelijk privacy aantastend middel, is dat een grote groep. Maar als het gaat om alle 48-jarige mannen in een bepaald postcodegebied in Ermelo, dan is de vrijwilligheid om deel te nemen veel kwestieuzer. Dat mensen niet verplicht zijn om aan hun eigen veroordeling mee te werken, komt dan onder druk.’
Hooligans Overschreed het Rotterdamse parket misschien de grens in 2005? Bij het opsporingsonderzoek naar de tientallen hooli-
gans die na de wedstrijd Feyenoord-Ajax de politie belaagden en verwondden, kwamen de verdachten niet in beeld. Daarom werd besloten om met behulp van telefoongegevens alle mensen die rond het tijdstip van de rellen via de dichtstbijzijnde telefoonmast hadden gebeld, een sms-je te sturen waarin hen gevraagd werd contact met de politie op te nemen als men meer over de rellen wist. Was dat wel proportioneel? Telefoonpaalgegevens, die met een ander doel werden vastgelegd, nu voor de ópsporing gebruiken? Aanvankelijk dacht Kohnstamm van niet, erkent hij. ‘Maar uit het onderzoek dat het CBP verrichtte concludeerden we dat politie en justitie binnen de grenzen waren gebleven. Immers, men had eerst uitvoering met “gewone” opsporingsmiddelen geprobeerd verdachten te achterhalen. Daarnaast ging het om een ernstig misdrijf dat velen had geschokt. In Rotterdam is toen consciëntieus een afweging gemaakt. Het CBP concludeerde dat onder déze omstandigheden niet onrechtmatig bevoegdheden waren toegepast.’
Tapkamers ‘Dat oordeel was anders na ons onderzoek hoe in tapkamers wordt omgegaan met geheimhoudergesprekken. Het Wetboek van strafvordering en interne instructies schrijven voor dat deze gesprekken zo spoedig mogelijk, op de dag van ontvangst van het daartoe gegeven bevel, worden vernietigd. Uit ons onderzoek bleek dat in meer dan driekwart van de gevallen de gesprekken niet binnen een dag na het bevel werden gewist, en in één van de twee onderzochte tapkamers bleken, in strijd met de regels, schriftelijke uitwerkingen gemaakt.’ ‘In goed overleg met het College van PG’s hebben we in november 2007 ons rapport overhandigd aan PG Han Moraal. We hadden op dat moment -anders dan sinds begin 2008 - op dit terrein nog niet de bevoegdheid om het OM te beboeten of een last onder dwangsom (zeg maar een voorwaardelijke boete) te geven. Het College van PG’s heeft daarop laten weten alles op alles te zetten om dit te verbeteren. Drie weken later ging het OM nat in de Hells Angels-zaak. Inmiddels heeft het College van PG’s besloten dat tapkamers een systeem van nummerherkenning krijgen. Precies wat het CBP in 2003 al adviseerde. Nou ja, beter laat dan nooit.’
Voorlichting Wat mag een (pers)officier of -AG over een verdachte zeggen, als de verdachte of zijn raadsman zélf meer of minder uitgebreid de media hebben gezocht? In de Aanwijzing Voorlichting Opsporing en Vervolging staat dat belangen van maatschappij (openheid) moeten worden gewogen tegen het privacybelang van de verdachte en het belang van een goed verloop van strafrechtelijke opsporing en vervolging. ‘Tijdens het maken van de Aanwijzing kruisten we de degens met het College van PG’s. Wij vonden dat privacygevoelige gegevens, die bedoeld zijn voor het procesdossier, niet elders dienen te worden gebruikt. Ook niet als de wederpartij wel de media zoekt. Ik weet dat officieren soms worden getergd. Dat ze op volstrekt onjuiste gronden door het slijk worden gehaald omdat de verdediging bij de media een wit voetje wil halen. Maar dan nog, je bent wél de staande magistratuur. In abstracto mag je je verdedigen en zeggen dat je op juiste gronden tot je afweging bent gekomen. Maar de strijd moet je voor de rechtbank voeren. Uiteindelijk heeft het College op dit punt onze lijn gevolgd. Kohnstamm zet gelijk een paar stappen verder. “Popularisering door de media” ziet hij als gevaar. ‘Mediahypes leggen een zodanige druk op, dat politie en justitie eerder aan communicatie dan aan hun gezag denken. Iedereen - OM, ZM, maar ook hoofdcommissarissen en burgemeesters - moet oppassen dat dat uiteindelijk niet ondermijnend werkt voor het gezag. Ik weet, het is een moeilijk spanningsveld, en persofficieren zijn er ook omdat het OM zich niet altijd in zijn gezagskledij kan terugtrekken.’ Nóg maar een stap verder springt de privacywaakhond. ‘Misschien leidt die popularisering uiteindelijk wel tot lekenrechtspraak en tot een gekozen officier van justitie. Stel dat we dat krijgen...! Ja, ik ben lid van D66 en groot voorstander van meer invloed van kiezers op het reilen en zeilen van het openbaar bestuur, maar een gekozen officier van justitie en lekenrechtspraak, daar ben ik dus echt op tegen. Daar is de rechtsstaat mij net iets te dierbaar voor. De rechterlijke macht moet onafhankelijk zijn, en niet gaan opereren op de golven van de kiezersgunst.’ Tekst: Pieter Vermaas
LIJN 2
OPPORTUUN · 11 / 2008
Niet prettig Het zal je maar gebeuren: je bent als docente werkzaam op een school in Amsterdam en komt in conflict met een leerling. Voordat je het in de gaten hebt vliegen de bedreigingen je om de oren. Het vereist dan de nodige moed om aangifte te gaan doen, al was het alleen maar omdat de schoolleiding vaak niet staat te trappelen om negatieve publiciteit. Als je die stap dan toch doet, hoop je op een voor jou gunstige afloop. Dat die hoop niet altijd bewaarheid wordt blijkt uit een arrest van het hof Amsterdam van 1 februari 2007 (LJN AZ8842, gepubliceerd op 12 september 2008). De aangifte laat aan duidelijkheid niets te wensen over. De docente zegt daarin: ‘Toen ik met Z., B. en E. bij het trapportaal stond hoorde ik Z. het volgende zeggen: “Je gaat zien, ik sla al je tanden uit je bek, je gaat dood!”. Vervolgens zei ik: “Ga je mij bedreigen? Als je dat doet dan doe ik aangifte bij de politie.” Ik hoorde hem het volgende zaeggen: “Dit is geen bedreiging, ik ga het doen, wacht maar af deze week!”, of woorden van gelijkende strekking. Dit heeft hij meerdere malen herhaald. Ik voelde mij hier niet prettig bij, ze zijn onberekenbaar en voor de docenten en voor mij is dit gedrag onacceptabel.’ Als vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie maak je je bij de bestudering van een zitting bij de ene zaak meer zorgen dan bij de andere. De aangifte lezend zou ik er snel uit zijn: geen bewijsproblemen. Weliswaar zegt aangeefster niet dat ze zich bedreigd voelde, maar dat is ook niet waar het om gaat. Noyon-LangemeijerRemmelink erop na lezend, wordt die gedachte bevestigd: ‘Bedreiging is in deze voorstelling echter een misdrijf tegen de persoonlijke vrijheid, niet omdat die vrijheid werkelijk belemmerd is maar omdat zij belemmerd kan worden. Meer dan dit is feitelijk niet nodig, bepaaldelijk niet dat de bedreiging op de bedreigde een zodanige indruk heeft gemaakt dat er werkelijk vrees door is opgewekt en hij zich in zijn vrijheid
belemmerd achtte. Vereist is slechts dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde de redelijke vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee wordt gedreigd wordt uitgevoerd’, aldus prof. Machielsen. Dat laatste, dat bij de bedreigde de “redelijke vrees” kon ontstaan dat het misdrijf zou worden uitgevoerd, is ook het vaste criterium van de Hoge Raad. Dat het hof van de bedreiging van de docente vrijsprak geeft wel aanleiding tot fronsen, als de motivering daarbij in ogenschouw wordt genomen: ‘Uit de aangifte blijkt niet dat er zodanige vrees is opgewekt bij de aangeefster dat van een bedreiging als bedoeld in art. 285 Sr kan worden gesproken. Het Hof acht niet doorslaggevend wat er in het algemeen als bedreigend wordt ervaren, maar de wijze waarop de aangeefster zelf de situatie en de bewoordingen heeft ervaren. Het Hof kent in dit opzicht vooral betekenis toe aan de opmerking van aangeefster dat zij zich niet prettig voelde na het gedrag van de verdachte en dat gedrag onacceptabel vond. ‘Die opmerking geeft niet blijk van een ernstige bedreiging als voor bewezenverklaring van art. 285 Sr is vereist.’ Het vraagt weinig verbeeldingskracht om te veronderstellen dat de betrokken docente zich bij de betrokken uitspraak “niet prettig” zal hebben gevoeld! Tekst: Jan-Willem Grimbergen, Advocaat-generaal ressortsparket Arnhem
13
14
SYNTHETISCHE DRUGS
NFI-database linkt inbeslaggenomen amfetamine aan illegale labs
Chemisch profilen Via “chemisch profilen” kunnen inbeslaggenomen drugs aan productielaboratoria worden gelinkt. Dat is het doel van de Amfetaminedatabase van het NFI. Verder research en development moet ervoor zorgen dat de resulaten steeds meer kunnen dienen als opsporingsinformatie en als bewijs.
‘Het in kaart brengen van de productielijnen van synthetische drugs is een ingewikkelde klus. Omdat de productie geen directe slachtoffers kent, zijn er weinig aangiftes. De opsporingsdiensten moeten hun gegevens dan ook grotendeels zelf verzamelen’, stelt Anneke Poortman, hoofd afdeling Verdovende Middelen van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). De opsporing krijgt daarbij steeds meer hulp in de vorm van databases voor synthetische drugs. Momenteel dienen de resultaten van de amfetaminedatabase in enkele Nederlandse rechtszaken reeds als bewijs. Tegelijkertijd werkt het NFI aan een database voor precursoren, stoffen die gebruikt worden in een vroege fase van het productieproces. En de plannen op Europees niveau reiken nog verder. Een geharmoniseerde database voor amfetamines is het resultaat van het internationale initiatief CHAIN (Collaborative Harmonised Amphetamine INitiative).
Binnen het in Zweden geïnitieerde project werkt een mix van forensisch experts en opsporingsdeskundigen uit tien Europese landen en Europol samen. Eerst ontwikkelde een initiatiefgroep een geharmoniseerde methode waarmee de diverse landen op gelijke wijze profielen kunnen maken van gevonden partijen drugs. Vervolgens realiseerde CHAIN een databank om de profielen in onder te brengen. Poortman: ‘Daardoor kunnen alle deelnemers nieuwe monsters amfetamine vergelijken met duizenden eerder ingevoerde monsters uit tien verschillende landen. Het uiteindelijke doel van dit internationale project is het ontwikkelen van opsporingsinformatie.’ Vanuit Nederland werken het KLPD en het NFI samen binnen het project. De Nationale Recherche steekt veel energie in het blootleggen van de bendes die zich bezighouden met productie en transport. Noud de Bruin, hoofdinspecteur van poli-
tie en beleidsadviseur op het gebied van drugsexpertise bij de Nationale Recherche: ‘Achter de handel in amfetaminen en ook precursoren gaat een harde criminele wereld schuil; een milieu waar geweldsmisdrijven en afrekeningen voorkomen. Bovendien staan deze drugs op lijst 1 van de Opiumwet.’
Pieken en dalen Het NFI maakt voor de amfetaminedatabase een profiel van elke partij groter dan vijfhonderd gram. Om deze in de database te kunnen opnemen, moeten de forensisch experts de drugs eerst profilen. Poortman legt uit dat dit een onderzoek is naar de samenstelling van een poeder. ‘Bij de productie van synthetische drugs als amfetamine en MDMA (XTC) ontstaan naast de hoofdcomponenten allerlei verontreinigingen, die tijdens het hele proces in het eindproduct achterblijven. Dat vormt een soort chromatogram; een afbeelding met pieken en dalen die uniek
OPPORTUUN · 11 / 2008
15
‘Achter de handel gaat een wereld schuil waarin afrekeningen voorkomen’
Foto: NFI
zijn voor een bepaald monster.’ Door deze chromatogrammen met elkaar te vergelijken kunnen links tussen monsters worden gevonden. Wanneer sprake is van een strong link betekent dit dat de geanalyseerde monsters een zeer overeenkomstig beeld hebben en vrijwel zeker afkomstig zijn van dezelfde productie-charge binnen één en hetzelfde laboratorium. Poortman: ‘Als wij zo’n link constateren nemen we contact op met de collega-wetenschapper in het land waar we de link hebben geconstateerd. Als de wetenschappers het met elkaar eens zijn dat er sprake is van een link, meldt het NFI dat aan de Nationale Recherche.’
Intelligence Overigens duurde het even voordat de opsporingswereld de amfetaminedatabase omarmde. De Bruin: ‘Politiemensen zijn geneigd traditioneel te rechercheren. Als er iets nieuws op de markt komt, wil men eerst zien wat het voor voordeel kan bieden. Inmiddels is men er overigens
wel van overtuigd dat de database grote waarde heeft voor de opsporing. Primair als intelligence-instrument, dus om richting te geven aan onderzoek. Met de database zijn er namelijk verbanden te leggen tussen verschillende inbeslagnames en illegale labs. Zo kunnen we de activiteiten en handelslijnen van criminele organisaties in kaart brengen. Dat biedt een basis om op door te rechercheren.’ Daarnaast kunnen de uitkomsten van het amfetamineonderzoek worden toegepast in het strafproces. Poortman: ‘Momenteel lopen er enkele strafzaken waarin de amfetaminedatabase als een deel van het bewijs dient. Het OM zou natuurlijk het liefst zien dat we het in alle gevallen als bewijs kunnen gebruiken, maar zo is de praktijk helaas niet. Dit omdat het aantal strong links nog beperkt is. Wel doen we bij het NFI veel aan research en development om de interpretatie te verbeteren. Daardoor kunnen we steeds vaker zaken hard maken.’
Ontmantelen Poortman is hoofd van de afdeling Verdovende Middelen. Deze afdeling van het NFI onderzoekt alle drugs die in Nederland – buiten Amsterdam – in beslag worden genomen. Voor een deel is dit gestandaardiseerd werk: zoals het vaststellen of gevonden producten onder de Wet voorkoming misbruik chemicaliën of de Opiumwet vallen. Poortman: ‘Het gaat dan vaak om kleinere hoeveelheden in beslag genomen drugs, zoals cocaïne en heroïne. Van deze zaken doen we er vier- tot vijfduizend op jaarbasis.’ Behalve het onderzoeken van in Nederland in beslaggenomen drugs werkt de afdeling Verdovende Middelen mee bij ontmantelingen van gevonden drugslabs. Poortman: ‘We assisteren bij het onderzoeken van het drugslab op sporen en rapporteren daarover. De wensen van het OM zijn daarbij leidend; we proberen bijvoorbeeld een schatting te maken van de omvang van de productiecapaciteit en de gerealiseerde >
16
SYNTHETISCHE DRUGS
‘Mijn droombeeld is dat de techniek in enkele decennia zover is ontwikkeld dat we geen synthetische drugs meer hebben’ > productie. De sporen die we eventueel vinden, kunnen we mogelijk in verband brengen met latere grote inbeslagnames. Dit ondersteunt de politie bij het in kaart brengen van de georganiseerde criminele netwerken.’
Uit de markt Voor de productie van synthetische drugs zijn precursoren onmisbaar. Poortman: ‘Als de opsporingsdiensten die “voorstoffen” uit de markt kunnen houden, maken ze het een aantal partijen erg lastig.’ De olieachtige vloeistoffen die als grondstof dienen voor amfetamine (BMK) en XTC (PMK) kwamen tot voor kort voornamelijk uit Aziatische landen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit teksten op de verpakking. Een tijdje terug ontdekte het NFI bij toeval een handelsstroom vanuit het Oostblok. Poortman: ‘In diverse profiles van amfetamine ontdekten we opvallend vaak een stofje dat we niet eerder waren tegengekomen. Maar een onbekende stof identificeren is nog niet zo eenvoudig. Bij toeval kregen we een monster van een lading BMK die ergens in beslag was genomen. Daarin zagen we het onbekende stofje terug. Het lukte ons de stof te identificeren en wat ons vooral opviel was dat we de stof altijd zagen met een verwijzing richting Polen of Litouwen. Dat konden we zien aan kenmerken op bijvoorbeeld jerrycans. Toen we dit bij de Nationale Recherche en bij Europol meldden was men daar erg blij mee. Met deze informatie ontdekten ze dat een fabriek in Rusland de BMK produceerde en deze vervolgens naar Europa vervoerde. Zo droeg forensisch onderzoek bij aan het vaststellen van de herkomst van deze BMK.’
Successtory Deze “successtory” smaakt voor de Nationale Recherche en Europol naar meer. Eigenlijk willen de opsporingsdiensten, analoog aan het amfetamineverhaal, een Europese database met daarin profielen van alle precursoren die in beslag
zijn genomen. Poortman: ‘Dat is echter lastig te realiseren. Allereerst omdat het wel een paar jaar duurt voordat je een geharmoniseerde methode hebt waar alle landen mee kunnen werken. Daarnaast is het aantal inbeslagnames van precursoren niet te vergelijken met die van poeders. Dat maakt het economisch gezien niet rendabel om zo’n internationaal geharmoniseerde methode te ontwikkelen.’ In overleg met Europol besloot het NFI dat dit instituut de opzet van de database voor zijn rekening neemt en daarbij ook de analyses voor andere landen verzorgt. Europese landen die precursoren aantreffen kunnen de monsters naar het NFI sturen en laten analyseren en opnemen in de database die inmiddels driehonderd BMK-monsters bevat. Hoewel de database nog in ontwikkeling is, werkt het NFI al aan verbetering. Met de toepassing van een nieuwe techniek, isotoopratiomassaspectrometrie, krijgen de onderzoekers kenmerken boven water die de producten verder karakteriseren. Door deze techniek te combineren met het reguliere organische profilen is het nog beter mogelijk partijen met elkaar in verband te brengen.
Blauwdruk Het amfetamineverhaal lijkt de blauwdruk te zijn voor het toekomstige chemisch profilen van alle synthetische drugs. Hoofdinspecteur De Bruin: ‘In de EU Drugsstrategie 2005-2012 wordt de landen opgedragen om een langetermijnoplossing te vinden voor het chemisch profilen van synthetische drugs en dit verder te ontwikkelen in nauwe samenwerking met forensische experts en opsporingsdiensten. Het is de bedoeling om binnen tien jaar te komen tot een centrale database voor zowel heroïne, cocaïne, synthetische drugs als precursoren. Alle Europese lidstaten maken dan voor al deze stoffen via dezelfde methode een chemisch profiel en voeren dit in bij de centrale database.’ De drug die daarbij als eerste op het verlanglijstje van de EU staat is XTC. Het
NFI beschikt al over een Nederlandse XTC-database met gegevens van de onderzochte zaken en alle partijen groter dan vijfhonderd tabletten. De Bruin: ‘Mijn droombeeld is dat de techniek in enkele decennia zover is ontwikkeld dat we geen synthetische drugs meer hebben. Wellicht is dat te hoog gegrepen. Met dergelijke databases realiseren we wel dat we de productie van synthetische drugs zoveel mogelijk voorkomen en snel en grondig kunnen ingrijpen als er toch is geproduceerd.’ Tekst: Miranda van Ark
OPPORTUUN · 11 / 2008
17
Deze maand: GPS Help
Handig met GPS Zoals de meeste computersystemen bevat ook GPS Helpinformatie voor de gebruiker. Daarin worden de schermen en de werking van GPS toegelicht. Sinds kort is een volledig nieuwe versie van de Help-informatie in gebruik.
Help-schermen weer actueel De Help-informatie van GPS was al geruime tijd niet meer bijgewerkt. Bij een systeem in ontwikkeling, zoals GPS, leidt dat al snel tot verouderde schermbeschrijvingen. Daarmee verloor de informatie zijn nut. Want wat heb je aan uitleg over een scherm dat in die vorm niet meer bestaat? Er is het afgelopen half jaar hard gewerkt aan het opnieuw opstellen van de Helpteksten. Uitgangspunt was het creëren van een gebruiksvriendelijke module met eenvoudig te raadplegen teksten die alle rubrieken, velden en knoppen in de GPSschermen nauwkeurig beschrijven.
Hoe is GPS Help te raadplegen? Klik in een willekeurig GPS-scherm op het vraagteken bovenin de menubalk en GPS Help toont de Help-informatie die bij dat specifieke scherm hoort. In de figuur hieronder is dat bijvoorbeeld de schermbeschrijving van het scherm Aanmaken checklist afgekeurd procesdossier.
Welke informatie vind ik in de schermbeschrijvingen? Elke schermbeschrijving is op eenzelfde manier opgebouwd en begint met een inhoudsopgave. Daarvandaan kan de gebruiker doorklikken naar het gewenste onderdeel van de schermbeschrijving. Dit is vooral handig bij de grotere GPSschermen. Het tweede vaste onderdeel van de beschrijving is een inleiding, die het doel van het GPS-scherm omschrijft. De daaropvolgende paragraaf geeft aan hoe het scherm te benaderen is in GPS. Daarna volgt een uitgebreide, concrete beschrijving van het GPS-scherm, met aparte paragrafen voor de verschillende rubrieken en tabbladen. Bovendien is altijd een alfabetische lijst van alle GPS-schermen te zien. Vragen over GPS? Stel ze via: OMtranet > GPS > Vragen aan GPS.
18
NEGEN VRAGEN AAN
Parketsecretaris in de woestijn Anke Kruijsdijk reisde, fotografeerde, en haar foto’s sieren nu het nieuwe OM-gebouw in Lelystad Dravende kamelenpoten waar je de korrels zand vanaf ziet glijden, een olifantenkudde die beschermend om twee jongen heen staat en de indringende blik van een prachtig kinderkoppie. Zomaar drie foto’s aan de muren van het nieuwe OM-gebouw in Lelystad. Op uitdrukkelijk verzoek van de medewerkers van het parket geen “gewone” kunst aan de muren, maar foto’s van collega Anke Kruijsdijk. Negen vragen aan de parketsecretaris.
Een hele eer dat jij mocht zorgen voor de aankleding van het nieuwe gebouw? ‘Ja, een hele eer, maar ook een hele verantwoordelijkheid om foto’s uit mijn eigen verzameling te kiezen die beeldbepalend zouden zijn voor de werkomgeving van mijn collega’s. Heel anders dan hoe het ooit is begonnen. Toen in ons vorige gebouw de rechtbank ging verhuizen en de kunst van de kunstuitleen meenam, werd het erg kaal aan de muren. In een praatje daarover op de trap bood ik aan wel voor wat foto’s te zorgen. De collega’s zijn daar kennelijk zo aan gewend geraakt dat ik voor het nieuwe gebouw echt het verzoek kreeg om foto’s uit mijn archief te zoeken. Daardoor was het minder vrijblijvend. We zitten in een prachtig nieuw gebouw, daar moesten de foto’s bij passen. Maar ook de manier waarop ze zouden worden afgedrukt. Dat is bij een vaklaboratorium gebeurd. Heel professioneel allemaal.’
Hoeveel reizen zitten er in de 21 foto’s die er nu hangen? ‘Zeven reizen die ik de afgelopen zeven jaar heb gemaakt. Deze foto’s zijn gemaakt in Birma, China en Tibet, Zuid-Amerika, Marokko, zuidelijk Afrika, daar zijn we twee keer geweest, en Libië.’
Zit het fotograferen in de genen?
Nooit het roer om willen gooien?
‘Mijn zus en ik kregen al jong een fototoestel in handen, zo’n boxje waar je van boven in moest kijken om een foto te maken. Mijn vader fotografeerde ook wel, maar niet zoveel als wij nu doen. Toevallig zijn wij er allebei mee verder gegaan en hebben we ook cursussen gevolgd op de Vakschool voor Fotografie in Amsterdam. Op mijn 17de kocht ik van mijn eigen gespaarde centen van vakantiebaantjes mijn eerste spiegelreflexcamera. Het reizen is ons wel met de paplepel ingegoten. In 1965, toen ik 11 was, gingen wij voor het eerst met mijn ouders naar Italië. Er waren toen nog geen tunnels aangelegd, dus we moesten over diverse bergpassen. Dat waren mijn eerste reisfoto’s, die heb ik nu nog. Daarna zijn er met het gezin vele reizen gevolgd. Met mijn zus ben ik vanaf mijn 40ste verre reizen gaan maken.’
‘Natuurlijk heb ik daar wel eens over nagedacht. Maar dan zou ik reisfotograaf willen worden. En daar is niet zoveel vraag naar. En dan moet je zo goed zijn in je vak, dat je kunt publiceren. En daar ben ik dan toch niet goed genoeg voor. Om toch in je onderhoud te voorzien, moet je dan ook bruiloften en partijen fotograferen. Dat vind ik echt niet leuk om te doen. En om eerlijk te zijn, heb ik ook het lef niet. Bovendien heb ik een leuk vak. Ik vind het nog steeds een uitdaging om een zaak op zitting te krijgen en dat alles klopt. Dat de officier op die zitting kan gaan staan en een goed product heeft. En omdat ik een goede baan heb, kan ik mij die mooie reizen veroorloven en prachtige foto’s maken. Zo is de cirkel weer rond.’
Waarom dan toch parketsecretaris?
Welke reis staat je nog het meeste bij?
‘Na de middelbare school ben ik rechten gaan studeren. Die studie heb ik door omstandigheden niet afgemaakt. Ongeveer tien jaar later, in 1984, werden er heel veel parketsecretarissen gevraagd. Daarvoor ben ik in oktober 1985 aangenomen en met de S-opleiding begonnen. Vanaf het begin voelde dat goed.’
‘De reis naar Libië. Dat was een zogenoemde eclipsreis. Wij konden daar de zonsverduistering zien en hadden deze reis al anderhalf jaar van tevoren geboekt. Tussen de vorige reis naar China en Tibet en deze reis zat maar vier maanden. Van die vorige reis was ik ziek teruggekomen met een trombose en een longembolie en was
OPPORTUUN · 11 / 2008
19
‘In Libië was het afzien, maar ik werd er ook zeker van: als ik dit kan, kan ik alles weer aan’ nog niet helemaal hersteld. We zijn toch gegaan. Onderdeel van de reis was acht dagen door de woestijn trekken zonder luxe. Ik werd zo rustig van de woestijn dat ik mij snel veel beter voelde. Het was best afzien, daar werd ik ook heel zeker van: als ik dit kan, kan ik alles weer aan.’
Hoort daar ook je meest bijzondere, meest aan het hart liggende foto bij? ‘De foto’s uit Libië zijn mij om die reden ook heel dierbaar. Op de foto bij dit interview poseer ik voor een foto van de Libische woestijn waar een paar meren zijn. Bij een van die meren is deze foto gemaakt. Ik kan er naar blijven kijken.’
het zuiden van Argentinië en Chili. Daar zijn geweldige landschappen, alles wat je maar kan verzinnen. Een heel fotogeniek gebied. En misschien gaan we volgend jaar naar Iran. Om in steeds andere jaargetijden te reizen, plannen we onze reizen niet meer elk jaar maar om de negen maanden. Mijn zus en ik worden een dagje ouder (55+) en de reizen kunnen lichamelijk behoorlijk zwaar zijn: met lokaal openbaar vervoer, soms weinig voorzieningen om te slapen enzovoorts. We gaan er mee door zolang we het vol houden. En daarna gaan we wat dichterbij op vakantie. Ook in Europa is genoeg bijzonders te fotograferen.’
Veranderen reizen je? Waar wil je nog naar toe? ‘Wij hebben een heleboel nog niet gezien. We willen graag nog naar Patagonië, dat is Foto: Fotostudio Wierd
‘Mijn blik en beeld op de wereld zijn veranderd. In elk land blijken de mensen en de gewoonten en de sfeer toch weer anders
dan je vooraf had gedacht. Voordat wij bijvoorbeeld naar Syrië gingen, keken vrienden en collega’s ons wat vragend aan wat we daar nou moesten als vrouw. Ik moet je zeggen dat we zelden zo vriendelijk en voorkomend benaderd zijn als daar. Of bijvoorbeeld de enorme armoede in Mali, één van de armste landen van de wereld. Het is daar geen kwestie van met weinig rondkomen, het is echt “a struggle for life”. We reisden drie dagen met een bootje op weg naar Timboektoe. Bij elk dorpje aan de rivier werden we verwelkomd als een bezienswaardigheid met aan elke hand tien kinderen met hele blije gezichten. Zij kunnen in die voor ons ongelooflijke armoede heel gelukkig zijn. Daar leer je van.’ Tekst: Brigit Haan
20
INTERNATIONAAL
Nieuwe technologie centraal op mondiale aanklagersconferentie
Netwerken in Singapore Nieuwe technologieën in misdaad en vervolging. Dat thema stond centraal tijdens een onlangs gehouden mondiale aanklagersconferentie. Er mocht ook genetwerkt worden.
‘My friend, I give special price for you.’ Ik sta in een piepklein winkeltje op de eerste verdieping van Far East Plaza in Singapore. Buiten is het een broeierige 31 graden Celsius en miezert het. De airconditioning in het winkelcentrum - een van de talloze in deze stad - staat op de hoogste stand. Het is er zelfs een beetje koud. ‘How many suits you need? Three? Four? Shirts too?’ De winkelier is een tailor en verkoopt maatpakken. Op deze verdieping van het winkelcentrum alleen al zijn er meer dan tien te vinden. Allemaal zijn ze de beste. Allemaal zijn ze de goedkoopste. En allemaal hebben ze de Clintons of vergelijkbare grootheden in het pak gehesen. Ik ben in Singapore op uitnodiging van het Parket-Generaal, samen met Gretha Brouwer (forensisch officier in Zwolle/ Lelystad) en Jos van Leijen (fraudeofficier in Amsterdam), om de 13e conferentie bij te wonen van de International Association of Prosecutors (IAP). We zijn niet de enige Nederlanders. Harm Brouwer en Gert Haverkate (directeur WBOM) zijn er in verband met een presentatie die Harm zal geven over GPS. Benn van Alphen (PaG) is er om de kunst van het organiseren af te kijken - in 2010 komt de IAP naar Nederland.
Arend Vast is er namens Eurojust. Gerard de Haas (advocaat-generaal bij het gerechtshof Arnhem) is er namens de NVvR. Peter Tak (hoogleraar KUN) is er op eigen gelegenheid, net als Dick Piar (PG op Curacao), Nico Jörg (AG Hoge Raad) en Marie-José Weijerman (docent aan de Haagse Hogeschool). En dan is er nog Henk Marquart Scholtz (advocaat-generaal bij het gerechtshof Leeuwarden), die sinds de oprichting van de IAP haar SecretaryGeneral is. Het thema van de conferentie is “New technologies in crime and prosecution: challenges and opportunities”. In totaal nemen zo’n 500 prosecutors van over de hele wereld deel aan de conferentie. De organisatie van de Singaporezen is onberispelijk. De refreshment breaks gaan gepaard met een uitgebreid aanbod aan versnaperingen en de lunches zijn overdadig, evenals de buffetten ‘s avonds. Overal in het Raffles City Conference Center lachen conferentiemedewerkers je van afstand vriendelijk tegemoet en haasten zich om je de weg te wijzen, nog voor je wist dat je die kwijt was. De beveiliging is onopvallend, maar ongetwijfeld in ruime mate aanwezig, mocht het nodig zijn. De IAP is per slot van rekening een high profile gezelschap. De sfeer is
ontspannen. Wie en wat we verder allemaal ook zijn of doen, in de eerste plaats zijn we collega’s. De inleidingen en workshops van de conferentie staan voor het overgrote deel in het teken van ICT. Op welke wijze beinvloedt “nieuwe technologie” het (mondiale) criminaliteitsbeeld? En welke mogelijkheden bieden nieuwe technologische ontwikkelingen voor de opsporing en vervolging? De doelen van de conferentie zijn drieledig: (1) het identificeren van nieuwe uitdagingen voor vervolgende instanties om criminaliteit die is gericht tegen, of wordt gepleegd met gebruikmaking van technologie aan te kunnen pakken; (2) het identificeren van de mogelijkheden om nieuwe technologie te gebruiken bij opsporing en vervolging en (3) het komen tot drie praktische stappen die in het verband van het IAP genomen kunnen worden om de onder (1) en (2) genoemde doelen te bereiken. En in dat kader mag er genetwerkt worden. Veel genetwerkt, want op dag twee ben ik al door mijn visitekaartjes heen. Gelukkig kan er ook genetwerkt worden in de kroeg, na afloop van het dagprogramma. Maar in de eerste plaats is het daar erg gezellig, met Claude en Steve uit Canada, met Eileen uit Ierland en later met Chris Painter uit de VS. >
International Association of Prosecutors De “International Association of Prosecutors” (IAP) is de enige wereldwijde non-gouvermentele en niet-politieke organisatie van leden van het Openbaar Ministerie. De belangrijkste impuls die dertien jaar geleden leidde tot de oprichting van de IAP was de vlucht die zware grensoverschrijdende criminaliteit nam; het ging
daarbij toendertijd met name om de drugscriminaliteit, mensenhandel en fraude. De noodzaak werd gevoeld om tot een betere samenwerking te komen tussen officieren van justitie en daarbij de snelheid en effectiviteit te verbeteren vooral op het gebied van de van de wederzijdse rechtshulp in strafzaken, het achterhalen van vermogensbestanddelen en andere vormen van internationale samenwerking
op het gebied van de strafvervolging. De doelstellingen van de IAP zijn onder meer het bevorderen van de rechtvaardige, effectieve en efficiënte vervolging van strafbare feiten, het eerbiedigen en verdedigen van de mensenrechten zoals neergelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 10 december 1948 en het bevorderen van het hanteren van een
OPPORTUUN · 11 / 2008
21
Foto’s: Benn van Alphen
hoge standaard bij strafvervolging en strafrechtspleging.
voortvluchtige criminelen behoren tot de doelstellingen van de IAP.
Ook het bijstaan van officieren in de strijd tegen de georganiseerde en zware criminaliteit en het bevorderen van de internationale samenwerking bij bewijsvergaring, opsporing, inbeslagneming, verbeurdverklaring van de opbrengsten van zware criminaliteit en bij de opsporing van
De IAP werd in juni 1995 opgericht in de vestiging van de Verenigde Naties te Wenen en werd in september 1996 tijdens haar eerste “General Meeting” in Boedapest geïnaugureerd. In 2001 verleende de Verenigde Naties de IAP de “Special Consultative Status”, en
sindsdien is de samenwerking op vele terreinen met de VN geïntensiveerd. Ook met de Raad van Europa en andere intergouvermentele en non-gouvermentele organisaties wordt nauw samengewerkt. Op dit moment kent de IAP leden uit honderdveertig landen.
22
INTERNATIONAAL
> Als tegenprestatie voor de uitnodiging van het College zal Gretha een workshop verzorgen over de forensisch officier - aan de ademloze reacties af te meten een unicum in de wereld - en zal ikzelf als rapporteur fungeren tijdens een workshop over jurisdictiekwesties bij de aanpak van grensoverschrijdende cybercrime. De voorzitter (chairman) bij die laatste workshop is de Portugees Jose Luis Lopes da Mota, president van Eurojust. Nauwelijks te verstaan in het Engels, maar een buitengewoon innemende man. Op de voorlaatste avond kom ik hem tegen midden in Chinatown, op Food Street. ‘Hello Loodwaik!.’ ‘Hello Jose Luis!.’ ‘Have you eaten already? You must eat here!’ Het tekent de amicale sfeer die is ontstaan tijdens de conferentie. De avondprogramma’s zijn erg indrukwekkend. De welkomstreceptie is in de prachtige billjardzaal van het beroemde Raffles Hotel. De avond erna worden we vervoerd naar Sentosa Island, waar we aan het opgespoten strand worden vermaakt met heerlijk eten, vuurwerk en een wat merk-
waardige band van Singapore cowboys, die covers zingen van onder andere Johnny Cash en Tammy Wynette. Op vrijdag volgt een buffet in de Esplanade, het culturele centrum van de stad. De afscheidsreceptie is in de Equinox, een bar op de 69e verdieping van het Swisshôtel, met een adembemend uitzicht over de stad. Op de enige vrije avond in het programma zijn alle Nederlandse deelnemers aan de conferentie uitgenodigd voor een overheerlijk diner in de residentie van de Nederlandse ambassadeur. En dat is beslist geen straf. In de afsluitende plenaire sessie blijkt dat het een buitengewoon vruchtbare conferentie is geweest. De awareness voor het onderwerp is zeker gegroeid. Nut en noodzaak van het gebruik van nieuwe technologie bij opsporing en vervolging worden breed onderschreven. Ten slotte wordt een drietal praktische doelen gesteld. Als eerste zal het IAP faciliteiten bieden waarmee contacten, kennis en best practices eenvoudig kunnen worden uitgewisseld. Daarbij zal ook aandacht zijn voor (grensoverschrijdende) educatie van de beroepsgroep. In dat verband is tijdens de conferentie het Global Prosecutors E-crime Network (GPEN) als platform gelanceerd. Het tweede doel is dat de IAP de Europese Conventie over Cybercrime buiten Europa nadrukkelijk onder de aandacht zal brengen, opdat meer landen zich daarbij zullen aansluiten. Ten slotte zal het IAP zich
inspannen om vervolgingsinstanties en de industrie nader bij elkaar te brengen, om toekomstige problemen en uitdagingen in een vroeg stadium te signaleren. En zo werd wat op het eerste gezicht een snoepreisje leek een buitengewoon waardevolle ervaring, zeker ook vanwege de opgedane contacten, de gesloten vriendschappen en de vrijheid om me ook als relatief groentje in een internationaal gezelschap niet in te hoeven houden wanneer ik vond een zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan de discussie. Volgend jaar, wanneer de conferentie in Kiev wordt gehouden, zal een terugkoppeling plaatsvinden van de doelen die zijn gesteld in Singapore. Ik kijk er nu al naar uit. De tailor hamert driftig op zijn rekenmachine en laat mij ten slotte een bedrag zien. ‘For this I make you two jackets, four broek and four shirts. You have friends, right? You send them here?’ Jos en ik laten ons overhalen. Het resultaat blijkt overigens lang niet slecht te zijn. Een beetje traditioneel gesneden, vrij Brits, maar lang niet slecht. Tekst: Lodewijk van Zwieten Tekstkaders: Julia Horzinek
IAP-lid worden? Het lidmaatschap van de IAP biedt talrijke voordelen waaronder deelname aan regionale en jaarlijkse IAP-conferenties en toegang tot het voor leden exclusieve deel van het discussieforum (IAP-website) en het IAP-archief.
justitie, met toegang tot actuele informatie over ontwikkelingen op het gebied van het straf- en strafprocesrecht. De IAP geeft toegang tot onderzoeken op vervolgingsgebied en biedt ontwikkelingsmogelijkheden binnen het mondiale netwerk van officieren van justitie.
Door het lidmaatschap van de IAP ondersteun je een wereldwijde gemeenschap van officieren van justitie. Je maakt daarmee deel uit van de eerste professionele vereniging van officieren, die bekend staat om haar toewijding aan het bevorderen van hoge standaarden en beginselen bij de strafrechtspleging. Je maakt deel uit van een wereldwijd netwerk van officieren van
Word lid van de IAP. Het lidmaatschap kost slechts dertig euro en je ontvangt dan de kwartaalnieuwsbrief waarin de activiteiten van de IAP aangekondigd worden en interessante artikelen op je vakgebied zijn opgenomen. De volgende jaarlijkse conferentie vindt plaats in Kiev, Oekraïne, van 6-10 september 2009 en in 2010 zal de vijftiende jaarlijkse conferentie in Den Haag
worden gehouden. Van 11 tot 13 maart 2009 zal in het Haagse stadhuis de negende European Regional Conference worden gehouden. De conferenties bieden een perfect forum voor officieren uit de hele wereld: om te netwerken én om te bouwen op en te leren van elkaars ervaringen. Je kunt je aanmelden via de website van het IAP: www.iap.nl.com
NATIONALE OMBUDSMAN
OPPORTUUN · 11 / 2008
‘Weekendarrangement’
Zoals een bepaald TV-programma een succesvol format kan hebben dat tussen TV-stations verhandeld wordt, blijkt het in Amersfoort samen met het Utrechtse Openbaar Ministerie en de politie ontwikkelde format van het weekendarrangement aantrekkingskracht op andere steden te hebben. Verschillende gemeenten zoals Vlaardingen, Schiedam en Maassluis, Tilburg en recent Utrecht hebben in navolging van Amersfoort in samenwerking met politie en het OM een aanpak van weekendgeweld gekozen onder de naam weekendarrangement. Doel van deze aanpak is om de gevolgen voor iemand die in het weekend gewelddadig is zo direct mogelijk voelbaar te maken. Bij deze gewelddelicten gaat het niet alleen om uitgaansgeweld in de horeca, maar ook om geweld in het verkeer, bij voetbal en andere evenementen. En ook huiselijk geweld valt eronder. De leuzen zijn onder andere: “Weekendje weg? Gratis maandag!” Volgens de toelichting van Vlaardingen wordt maximaal gebruik gemaakt van wettelijke mogelijkheden om verdachten in voorlopige hechtenis te houden. Daarmee wordt volgens Vlaardingen enerzijds een lik-op-stukaanpak mogelijk zodat de verdachte op maandag met een concrete beslissing de deur verlaat. De politie gebruikt het weekend om het onderzoek naar het geweldsincident indien mogelijk af te ronden en verdachten heen te zenden met een dagvaarding of transactie. Daarnaast ondervindt de betrokkene
direct de consequenties, doordat hij of zij tot maandag in de cel zit en die ochtend niet op de opleiding of op het werk kan verschijnen. Nieuw is volgens Vlaardingen de ambitie om verdachten van relatief lichtere geweldsfeiten tot maandag vast te houden, om de impact voor geweldplegers te vergroten en bovendien een preventief effect te creëren. Op de vraag van de Volkskrant (13 september jl.) ‘Maar wat als bij een geweldszaak het onderzoek al op zaterdag is afgerond?’, antwoordde de woordvoerster van de Tilburgse politie: ‘Het onderzoek wordt gespreid over het weekeinde afgerond.’ Het weekendarrangement gaat gepaard met een publiciteitscampagne die op ludieke wijze het afschrikwekkende van deze aanpak uitvergroot. De ervaringen in Amersfoort hebben geleerd dat deze campagnes preventief werken. Dat valt op zich toe te juichen. Waar ik mij als Nationale ombudsman zorgen over maak is dat veel nadruk ligt op het onderzoeksbelang dat zou rechtvaardigen dat een verdachte tot en met de maandag vast gezet kan worden. Uit de Tilburgse toelichting in de Volkskrant lijkt een zekere gretigheid om de in de media voorgestelde doorloop tot en met de maandag ook daadwerkelijk te halen. Iedereen weet dat dergelijke uitgangspunten tot routines leidt waarbij de toetsing van ieder individueel geval op de achtergrond komt te staan. Als we kijken naar het gewicht van vrijheidsberoving van vrijdagavond tot en met de maandag, drie dagen, dan vormt dat in vergelijking tot door de rechter opgelegde straffen al een aanzienlijke straf, zonder dat de rechter eraan te pas is gekomen. Rechters hebben in het kader van snelrecht aangegeven dat ondanks de politieke wens om in drie dragen recht te spreken een eerlijke berechting op een termijn van drie dagen niet haalbaar is. Daarom is de termijn voor snelrecht recent vastgesteld op veertien dagen. Het weekendarrangement mag echter via het oprekken van de onderzoekstijd bij geweldsdelicten er niet toe leiden dat de in verband met een eerlijk proces niet haalbare snelrechtspraak op een termijn van drie dagen vervangen wordt door een
weekendje zitten van drie dagen zonder dat de rechter er aan te pas komt. Het is om die reden dat ik bij het College van Procureurs Generaal medio oktober aandacht heb gevraagd voor mijn zorg over het op oneigenlijke wijze oprekken van het onderzoek in het kader van het weekendarrangement. Lik-op-stuk is prima, maar wel binnen de grenzen van de wet.
Alex Brenninkmeijer Nationale ombudsman Reageren?
[email protected]
23
OPPORTUUN · 11 / 2008
25
‘It’s a SIN’ Spoorzoeken binnen het NFI? Hoeft niet meer. Met een Sporen Identificatie Nummer (SIN) is elk stuk van overtuiging (svo) door het hele pand en de opsporingsketen te volgen.
Dit track & trace systeem vloeit voort uit het Versterkingsprogramma Opsporing en Vervolging en is onderdeel van het Landelijk Sporen Volgsysteem dat vanaf 1 januari 2009 landelijk in gebruik wordt genomen. Binnen de forensische wereld is het NFI het eerste laboratorium dat een dergelijk systeem heeft.
Zitting Met het track en trace systeem is op elk moment te achterhalen waar een stuk van overtuiging zich bevindt. ‘Dat is een belangrijke stap’, zei minister van justitie Ernst Hirsch Ballin, die het systeem op 7 oktober officieel in gebruik nam. ‘Tracking en tracing is van het grootste belang, omdat men er ter zitting moet weten dat men kan bouwen op de stukken van overtuiging.’
Enige feiten en cijfers op een rij: - Op jaarbasis komen 70.000 tot 80.000 stukken van overtuiging het NFI binnen; - Het Sporen Identificatie Nummer (SIN) bestaat uit 4 letters, 4 cijfers en de code NL; - Er zijn 52 registratiepoorten in het NFIpand; - Maandelijks voert de Front Office meer dan 10.000 nieuwe SINs in; - Dat er meer SINs het NFI verlaten dan er binnenkomen, komt door het opsplitsen van svo’s tijdens onderzoek: elk sub-svo krijgt binnen het NFI een eigen SIN; - Elk svo houdt dit unieke nummer door de hele keten heen; - Alleen nieuwe svo’s worden van een SIN voorzien; - Het OM is eigenaar/beheerder van alle svo’s. >
26
STUKKEN VAN OVERTUIGING
It’s a SIN Plaats delict De politie voorziet elk svo voor het Landelijk Sporen Volgsysteem van een Sporen Identificatie Nummer (SIN).
Overdracht De juiste afdelingen halen de svo’s op. Tijdens transport door het gebouw houden registratiepoorten bij waar de svo’s zich bevinden en vindt registratie plaats in Promis. Etiket met SIN, barcode en computerchip.
Ontvangst
Registratie
Svo’s komen binnen bij de front office.
De front office verwerkt de svo’s en aanvragen. Een volautomatische fotostraat legt vast hoe elk svo bij binnenkomst eruit ziet.
OPPORTUUN · 11 / 2008
27
Spoorzoeken? Dat hoeft anno 2009 niet meer. Met een Sporen Identificatie Nummer is elk stuk van overtuiging door het hele pand en de opsporingsketen te volgen.
Opslag bij afdelingen Met een handscanner is het mogelijk te inventariseren hoeveel en welke computerchips – en dus svo’s – er op een afdeling in bewaring zijn.
Retour De afdelingen dragen de svo’s over aan de front office voor retourzending aan de politieregio’s.
Controle Verzending De front office verpakt de svo’s in kisten. Een automatische röntgenscanner controleert of de juiste sporen in de juiste kist zitten.
Bij de voordeur en een aantal docks staat een alarminstallatie. Als een svo ongeautoriseerd passeert, loeit de sirene.
28
EVENEMENTENKALENDER
Evenementenkalender
OMgeslagen
Do13/17/19 november
Do 27 november
Regionale bijeenkomsten over de bestuurlijke strafbeschikking en boete: “Op weg naar een effectieve handhaving”. Georganiseerd namens MvJ en BZK door het Servicecentrum Handhaving voor partners in diverse regio’s: 13 november regio Rotterdam, 17 november regio Nijmegen en 19 november regio Leeuwarden. Info en aanmelding: www.servicecentrumhandhaving.nl
RAIO Congres. Thema: ‘De glazen toga. Van anonieme ambtsdrager naar zichtbare persoonlijkheid’. Hotel Zuiderduin, Egmond aan Zee. PG Rieke Samsom houdt een lezing onder de titel “Magistraat en media”.
‘Wat mij zorgen baart, is dat veel ervaring binnen de recherche de komende jaren zal verdwijnen. Gezien de huidige leeftijdsopbouw stroomt veertig procent van de leidinggevenden binnenkort weg.’
Ma 17 november Mr. Marc C.W.M. van Nimwegen begint zijn eerste werkdag als procureur-generaal bij het Parket-Generaal
Vr 21 november OM-congres. Thema: ‘In dienst van de samenleving. Burgerparticipatie: burgers betrokken bij het strafrecht’. PG Harm Brouwer verricht de opening van het eerste OM-congres. Bedoeling is dat dit een jaarlijks terugkerend podium wordt om nieuwe inzichten op strafrechtelijk gebied te presenteren en juridische dilemma’s aan te kaarten. Key note speakers zijn de hoogleraren Ybo Buruma en Hans Boutelier. Meer info: afdeling Communicatie 070-3399600.
Do 27 november Hoofdofficier van justitie mr. Leo A.J.M. de Wit neemt afscheid van het Amsterdamse parket. Een afscheidszitting voor genodigden met aansluitend een receptie zal plaatsvinden in de Beurs van Berlage te Amsterdam.
Do 4 december Stichting Aanpak FinancieelEconomische Criminaliteit in Nederland (SafeCiN) organiseert de fraudeconferentie “Teamwork”. Thema’s van het con gres zijn nieuwe vormen van publiek-private samenwerking, hulp aan slachtoffers, identiteitsfraude, acquisitiefraude, fraude op de werkvloer, ken uw relatie. PG Han Moraal zal tijdens zijn lezing ingaan op de rol van het OM in het Nationale Platform Criminaliteitsbeheersing en de intensiveringsprogramma’s. Plaats: Apeldoorn. Zie www.fraudemeldpunt.nl Samenstelling: Thea van der Geest Evenementen? Meld ze bij
[email protected]
Ed Reinshagen, TGO-chef politie Twente Blauw, 27 september 2008
‘Het is maar hennep, zei iedereen’ Commissaris Max Daniel verkaart waarom de politie niet eerder ingreep tegen hennepcriminelen. NRC Handelsblad, Zaterdag &Cetera, 18 oktober 2008
‘Zet een kilo hennep op Marktplaats. Ik denk niet dat je de volgende ochtend nog rustig kunt ontbijten. Bij bijna alle grote moord- wapen- en drugszaken is ook hennep in het spel.’ Opnieuw Max Daniel. NRC Handelsblad
‘We beginnen steeds meer zicht te krijgen op de Nederlandse topcriminelen’ Tom Driessen, hoofd Dienst Nationale Recherche, KLPD Blauw, 25 oktober 2008
UT RECHT
OPPORTUUN · 11 / 2008
Net echt Met grote ogen kijken ze om zich heen in het vreemde, grote Gerechtsgebouw. De groep acht’ers - Cito-toets achter de rug en de musical nog in het verschiet - wil in die periode nog wel eens een excursie maken. Voor de meester of juf is een excursie naar het gerechtsgebouw dan een welkome manier om een dagdeel te vullen. Je hoort ze van een afstand al aankomen: opgewonden geschreeuw en fietsgekletter, afgewisseld met vermanende woorden van de begeleiders.
‘Je hoort ze van een afstand al aankomen: opgewonden geschreeuw en fietsgekletter’
Gelukkig blijken vreemde ogen steeds weer te dwingen. Eenmaal in de rechtzaal kunnen ze een uitleg van een kwartier rustig doorstaan. En dan kunnen de rollen verdeeld en de toga’s aan: we gaan een heuse strafzaak naspelen. De rechters nemen gewichtig plaats en grijpen de hamer. De bode staat streng te kijken aan de deur, de getuigen zitten te popelen op het randje van hun stoel, de officier van justitie prevelt zijn voordracht, de advocaten overleggen met hun “cliënten”, net echt. Ik leg uit hoe het straks gaat met de belofte en de eed en werp de vraag in de groep of de verdachten ook de waarheid moeten spreken. Altijd klinkt het dan overtuigd en volmondig: ja. Dat dat niet hoeft, is een grote verrassing. En er is altijd wel een slimmerik die uit het feit dat je niet hoeft mee te werken aan je eigen veroordeling concludeert dat je er naar hartenlust op los mag liegen. En dat kunnen ze. Nee, ik was daar toen niet. Vraag maar na, ik was toen bij haar. Nee, ik heb niets aangestoken. En ook niet geslagen. Kruidsporen, kan niet. Blauwe plekken, ergens anders van. Nee, ik had geen groene sweater aan. Een man met een hond mij gezien? Die man kan niet goed kijken! Even fanatiek zijn de andere spelers: de getuigen verklaren met verve dat ze het geschreeuw echt hebben gehoord en de verdachten op de plaats delict hebben gezien. De officier van justitie zit voortdurend met zijn vinger omhoog omdat hij zo vreselijk graag vragen wil stellen. En ik als onbeëdigd rechter-plaatsvervanger heb mijn handen vol om het allemaal in goede
banen te leiden. Als alle vragen gesteld zijn, het requisitoir en pleidooi zijn uitgesproken en de uitspraak er eindelijk is, heeft iedereen rode konen. Allemaal willen ze weten of ze het goed hebben gedaan en natuurlijk loop ik over van positieve feedback. Zelf krijg ik ook een pluim: we hebben enorm zitten liegen, bekennen de verdachten, maar daar trapte u niet in, hè? En u bleef zo serieus kijken Klopt, verzeker ik ze. Zo gaat het in het echt ook: verdachten proberen de rechters soms van alles op de mouw te spelden, de rechters laten niet blijken als ze dat merken. Het gaat per slot van rekening om de waarheid. Knap, vinden ze dat van rechters, en ik ben het van harte met ze eens. Hoe vaak zit ik niet achter in de zaal tegenover de rechters die keurig in de plooi zitten en denk bij mezelf: dat geloven jullie toch hopelijk niet. Als groep acht – na ernstig vermaand te zijn dat ze hun gemak moeten houden op de gangen – het gebouw hebben gezien, breng ik ze naar de uitgang en neem plechtig afscheid met de woorden: kom nog eens terug, maar niet als verdachte. En terwijl ze het gebouw verlaten, hoor je ze nog napraten: dat die verklaring niet kon kloppen, en dat het bewijs toch overtuigend was en ga maar door. Net echt. Tekst: Mary Hallebeek Persvoorlichter parket Utrecht
29
30
VERKEER
Verkeer Niet-werkend radardetectieapparaat Hoge Raad 7 oktober 2008 00530/07; LJN:BD7257 1. Bewijsklacht. Radardetectieapparaat als bedoeld in art. 5.1.6 Voertuigreglement. 2. Afwijzing getuigenverzoek. Ad 1.’s Hofs oordeel dat sprake was van een dergelijk radardetectieapparaat (hoewel het niet werkte omdat de techniek uit het controlekastje ontbrak) getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting (vgl. HR 29 augustus 2006, LJN:AX6420, NJ 2006, 486). Voor het bewijs van geschiktheid als bedoeld in art. 5.1.6 Voertuigreglement hoeft niet vast te staan dat het apparaat ten tijde van het constateren van de overtreding was aangesloten en functioneerde. Het oordeel dat het enkele ontbreken van een bedieningspaneel bij een radarontvangstapparaat dit apparaat niet volledig ongeschikt maakt om de aanwezigheid aan te tonen van een apparaat dat tot doel had om een overschrijding van de max. snelheid vast te stellen, is niet onbegrijpelijk. Ad 2. Het verzoek tot het horen van getuigen omtrent bedoelde “technische kwestie”, is een verzoek waaromtrent het Hof op straffe van nietigheid uitdrukkelijk een met redenen omklede beslissing had moeten geven. Zodanige beslissing ontbreekt maar dat behoeft niet tot cassatie te leiden nu het voor de strafrechtelijke betekenis van overtreding van art. 5.1.6 Voertuigreglement niet van belang is of een radarontvangstapparaat ten tijde van het constateren van de overtreding daadwerkelijk functioneerde of niet. Conclusie AG anders ten aanzien van punt 2.
Vordering ex art. 165 WVW94 versus art. 29 Sv. Hoge Raad 16 september 2008 00431/07; LJN:BD1707 OM-cassatie. Art. 165 WVW 1994 (vordering om als kentekenhouder naam en personalia van de bestuurder kenbaar te maken) en zwijgrecht. Nu de wettelijke regeling ter zake naar de kern genomen niet is gewijzigd, heeft het Hof terecht tot uitgangspunt genomen hetgeen in HR LJN:ZC9475 uit 1993 (NJ 1994, 629) is overwogen: de kentekenhouder die al als verdachte van een verkeersmisdrijf is aangemerkt, doordat hij ter zake dat misdrijf als verdachte is gehoord, is niet verplicht aan de daarna gevolgde vordering ex artikel 41 WVW (oud) gevolg te geven. Daarbij heeft het Hof evenzeer terecht geen onderscheid gemaakt al naar gelang iemand die van een verkeersmisdrijf wordt verdacht, al dan niet gebruik heeft gemaakt van zijn zwijgrecht. Ook voor de verdachte die geen gebruik maakt van zijn zwijgrecht, geldt dat de verplichting te voldoen aan de vordering ex art. 165.1 WVW 1994 strijdig is met het beginsel dat aan art. 29 Sv ten grondslag ligt. Personenvervoer in laadruimte Gerechtshof Leeuwarden 2 september 2008 WAHV 108.004.777 (08/00955) De verbalisant verklaart in het zaakoverzicht dat hij tijdens de surveillance zag dat in de gesloten (laad-)ruimte een klein kind zat. “De ruimte was dusdanig krap dat een aanwezige koffer op de schoot van het kind lag”. De betrokkene ontkent en stelt dat hij geen laadruimte in zijn auto heeft die ook nog eens gesloten is. De verbalisant zou volgens de betrokkene heb-
ben gehandeld in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel omdat deze hem niet kon meedelen welk strafbaar feit hij zou hebben gepleegd en welke feitcode hierbij hoorde. Ook heeft de verbalisant, nadat deze het proces-verbaal had opgemaakt, zich er niet van vergewist of de overtreding werd opgeheven. Het hof merkt op dat een gedraging als de onderhavige niet geldt als strafbaar feit in de zin van het Wetboek van strafrecht en dat ingevolge artikel 2 WAHV voorzieningen van strafrechtelijke of strafvorderlijke aard zijn uitgesloten. Daarom heeft de verbalisant tijdens de staandehouding geen PV opgemaakt, maar een aankondiging van beschikking uitgeschreven. Deze aankondiging dient als kennisgeving van het feit dat de betrokkene op korte termijn een inleidende beschikking krijgt toegezonden. Nu, volgens het hof, vast staat dat zich in het voertuig waarmee de gedraging is verricht een gedeelte, geschikt en bestemd voor bagage bevindt en dat voertuig dus over een laadruimte beschikt, is naar de overtuiging van het hof komen vast te staan dat de betrokkene een persoon in de laadruimte van een voertuig heeft vervoerd. De omstandigheid dat er naar de mening van de betrokkene geen sprake is van een gesloten laadruimte behoeft naar het oordeel van het hof geen bespreking omdat in het geval van een open laadruimte het sanctiebedrag hoger is. Het hof stelt vast dat de verbalisant op de aankondiging van beschikking geen gedragingsgegevens en geen feitcode heeft vermeld. De betrokkene is echter staandegehouden, waarbij de verbalisant hem -naar eigen zeggen- heeft medegedeeld dat hij een persoon in het
achtercompartiment van zijn voertuig vervoerde en dat dat niet toegestaan was. Voorts bevat de inleidende beschikking zowel een omschrijving van de overtreding als de feitcode. Naar het oordeel van het hof kan er om die reden redelijkerwijs geen misverstand bestaan over de vraag aan wie de sanctie is opgelegd en welke gedraging hem wordt verweten. Derhalve is de betrokkene door de genoemde onvolledigheden in de aankondiging van beschikking niet geschaad in enig rechtens te respecteren belang. Volgt bevestiging van de beslissing van de kantonrechter tot ongegrond verklaring van het ingestelde beroep. Een opmerking in algemene zin of het voeren van een verweer omtrent al dan niet staande houden? Gerechtshof Leeuwarden 1 september 2008 WAHV 108.004.750 (08/00928) In een geval van negatie van een inhaalverbod stelt de gemachtigde van de betrokkene zich op het standpunt dat de kantonrechter ten onrechte heeft gesteld dat het een discretionaire bevoegdheid van de verbalisant zou zijn om al dan niet staande te houden. In de procedure bij de kantonrechter heeft de gemachtigde per fax, onder verwijzing naar de uitspraak van het hof te Leeuwarden van 13 februari 2007, WAHV 06/00721; LJN:BA0256 onder meer, aangevoerd dat het hof een adequate verklaring van de verbalisant vereist die op de concrete situatie is toegesneden. Een dergelijke verklaring is in casu niet gegeven. Het hof overweegt onder verwijzing naar artikel 5 WAHV dat de rechter in dergelijke gevallen in het algemeen -dus ook zonder
OPPORTUUN · 11 / 2008
dat dat met zoveel woorden uit het dossier blijkt- ervan mag uitgaan dat zich geen reële mogelijkheid tot staandehouding van de bestuurder heeft voorgedaan. Als dienaangaande een verweer wordt gevoerd, zal de rechter daarop een uitdrukkelijke beslissing dienen te geven en zal hij zonodig aan de verbalisant een nadere toelichting dienen te vragen (HR 14 maart 200, VR 2000,148). Het hof oordeelt dat nu hetgeen door de gemachtigde is aangevoerd niet inhoudt een verweer als hiervoor bedoeld maar slechts een opmerking in algemene zin, de kantonrechter ervan mocht uitgaan dat zich geen reële mogelijkheid tot staandehouding van de bestuurder heeft voorgedaan. Volgt bevestiging van de beslissing van de kantonrechter tot ongegrond verklaring van het ingestelde beroep. Van rijstrook veranderen Gerechtshof Leeuwarden 1 september 2008 WAHV 108.004.916 (08/01094) De betrokkene was geverbaliseerd ter zake van het op een kruising niet de richting volgen die het voorsorteervak aangeeft. De betrokkene ontkent niet dat hij de verbalisant over de voorsorteerstrook heeft ingehaald, maar hij stelt dat dat nog niet op het kruispunt zelf was, maar ter hoogte van de blokmarkering, hetgeen volgens de betrokkene niet verboden is. Het hof overweegt dat voor zover de betrokkene van mening is dat het vóór of ná de kruising wel is toegestaan om van rijstrook te veranderen, ook als die rijstrook een voorsorteerstrook betreft, zolang daarbij niet een doorgetrokken streep wordt overschreden, deze mening op een onjuiste
31
interpretatie van het recht berust. Uit de artikelen 62 en 78 RVV90 en de daarbij behorende Nota van Toelichting blijkt dat het ook niet is toegestaan nabij een kruising te wisselen van een voorsorteerstrook, zelfs als ter plaatse geen doorgetrokken streep is toegepast. Dit kan niet anders worden verstaan dan dat de geboden van die artikelen ook gelden bij voorsorteerstroken die met een onderbroken streep of blokmarkering van elkaar zijn gescheiden. Volgt bevestiging van de beslissing van de kantonrechter tot ongegrond verklaring van het ingestelde beroep. Bureau Verkeershandhaving OM. Voor complete teksten, bel 0346-333310.