NL
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
6739/10 (Presse 38) (OR. en)
PERSMEDEDELING 2996e zitting van de Raad
Buitenlandse Zaken Brussel, 22 februari 2010 Voorzitter
mevrouw Catherine Ashton hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
PERS Wetstraat 175
B – 1048 BRUSSEL
Tel.: +32 (0)2 281 5183 / 6319
Fax: +32 (0)2 281 8026
[email protected] http://www.consilium.europa.eu/Newsroom
6739/10 (Presse 38)
1
NL
22.II.2010
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad, voorgezeten door de hoge vertegenwoordiger Catherine Ashton, begon de zitting met zijn deelneming en steun te betuigen aan de regering en het volk van Portugal naar aanleiding van de overstromingen en modderstromen in Madeira die aan ten minste 40 personen het leven hebben gekost. De Raad besprak de stand van zaken in Haïti en de gecoördineerde respons die de EU na de aardbeving blijft leveren. Hij besteedde aandacht aan de noodzaak om te zorgen voor onderkomen, aangezien het orkaanseizoen eraan komt, en keek vooruit naar de donorconferentie van maart in New York. De hoge vertegenwoordiger kondigde aan dat zij binnenkort naar Haïti zal gaan. Onder het punt "diversen" beoordeelde de Raad de diplomatieke inspanningen die worden geleverd om het geschil tussen Libië en Zwitserland, dat heeft geleid tot de opschorting door Libië van visa voor onderdanen uit het Schengengebied, te beslechten. Hij besprak tevens de moord op Mahmoud al-Mabhouh in Dubai en legde een verklaring af waarin hij het frauduleuze gebruik van paspoorten en kredietkaarten van EU-lidstaten tijdens die actie veroordeelt.
6739/10 (Presse 38)
2
NL
22.II.2010
INHOUD1
DEELNEMERS.................................................................................................................................. 4
BESPROKEN PUNTEN EU-RESPONS OP DE AARBEVING IN HAÏTI ............................................................................... 6 IRAN.................................................................................................................................................... 7 OEKRAÏNE ......................................................................................................................................... 8 DIVERSEN.......................................................................................................................................... 9 ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN EXTERNE BETREKKINGEN –
Zimbabwe - Conclusies van de Raad .................................................................................................................... 10
–
Republiek Moldavië - Visumverbod ten aanzien van de leiders van regio Transnistrië - Conclusies van de Raad ...................................................................................................................................................................... 11
–
Speciale vertegenwoordigers van de EU - Verlenging van de mandaten .............................................................. 12
–
Top EU-Marokko .................................................................................................................................................. 13
HANDELSPOLITIEK –
Antidumping - Wolfraamelektroden - Ringbindmechanismen - China................................................................. 13
CULTUUR –
Deelname van Zwitserland aan het programma MEDIA 2007 ............................................................................. 14
1
Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens. De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad http://www.consilium.europa.eu. Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
6739/10 (Presse 38)
3
NL
22.II.2010
DEELNEMERS De zitting werd voorgezeten door Catherine Ashton, hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van de EU. De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd: België: de heer Steven VANACKERE
minister van Buitenlandse Zaken
Bulgarije: de heer Nickolay MLADENOV
minister van Buitenlandse Zaken
Tsjechië: de heer Jan KOHOUT
viceminister-president en minister van Buitenlandse Zaken
Denemarken: de heer Per Stig MØLLER de heer Michael ZILMER-JOHNS
minister van Buitenlandse Zaken staatssecretaris
Duitsland: de heer Werner HOYER
staatsminister van Buitenlandse Zaken
Estland : de heer Urmas PAET
minister van Buitenlandse Zaken
Ierland: de heer Micheál MARTIN de heer Dick ROCHE
minister van Buitenlandse Zaken onderminister, belast met Europese Zaken
Griekenland: de heer Dimitris DROUTSAS
onderminister van Buitenlandse Zaken
Spanje: de heer Miguel Ángel MORATINOS CUYAUBÉ
minister van Buitenlandse Zaken en Samenwerking
Frankrijk: de heer Pierre LELLOUCHE
staatssecretaris, belast met Europese Zaken
Italië: de heer Franco FRATTINI
minister van Buitenlandse Zaken
Cyprus: de heer Nicholas EMILIOU
permanent secretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken
Letland : de heer Māris RIEKSTIŅŠ
minister van Buitenlandse Zaken
Litouwen: de heer Audronius AŽUBALIS
minister van Buitenlandse Zaken
Luxemburg: de heer Jean ASSELBORN
viceminister-president, minister van Buitenlandse Zaken en Immigratie
Hongarije: de heer Péter BALÁZS
minister van Buitenlandse Zaken
Malta: de heer Tonio BORG
viceminister-president en minister van Buitenlandse Zaken
Nederland: de heer Thom DE BRUIJN
permanent vertegenwoordiger
Oostenrijk: de heer Michael SPINDELEGGER
minister van Europese en Internationale Zaken
Polen: de heer Radoslaw SIKORSKI
minister van Buitenlandse Zaken
6739/10 (Presse 38)
4
NL
22.II.2010 Portugal: de heer Pedro LOURTIE
staatssecretaris van Europese Zaken
Roemenië: de heer Teodor BACONSCHI
minister van Buitenlandse Zaken
Slovenië: de heer Samuel ŽBOGAR
minister van Buitenlandse Zaken
Slowakije: de heer Miroslav LAJČÁK
minister van Buitenlandse Zaken
Finland: de heer Alexander STUBB
minister van Buitenlandse Zaken
Zweden: de heer Carl BILDT
minister van Buitenlandse Zaken
Verenigd Koninkrijk: de heer David MILIBAND
minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken
Commissie: mevrouw Kristalina GEORGIEVA de heer Andris PIEBALGS
lid lid
6739/10 (Presse 38)
5
NL
22.II.2010 BESPROKEN PUNTEN EU-RESPONS OP DE AARBEVING IN HAÏTI De Raad heeft de stand van zaken in Haïti en de gecoördineerde respons die de EU na de aardbeving blijft leveren, besproken. Commissieleden Piebalgs en Georgieva lichtten de Raad in over de ontwikkelingen ter plaatse en over hun plannen voor verdere bijstand. De hoge vertegenwoordiger kondigde aan dat zij binnenkort naar Haïti zal gaan. De hoge vertegenwoordiger onderstreepte met name dat er moet worden gezorgd voor onderkomen aangezien het regenseizoen, gevolgd door het orkaanseizoen, voor de deur staat. Een miljoen Haïtianen is nog steeds dakloos, en 100.000 onder hen zijn dringend op zoek naar een onderkomen. In het vooruitzicht van de internationale donorconferentie die eind maart te New York zal worden gehouden, benadrukte de Raad de noodzaak van een breed opgezette EU-respons ter ondersteuning van de wederopbouw en de ontwikkeling van Haïti, waarover de Haïtiaanse regering de volledige verantwoordelijkheid moet blijven behouden. De hoge vertegenwoordiger zei dat er "een soort van Marshall-plan" nodig is. Toen de aardbeving op 12 januari toesloeg heeft de EU onmiddellijk opsporings- en reddingsteams gemobiliseerd en ongeveer 400 miljoen euro uitgetrokken voor dringende humanitaire hulp, wederopbouw en ontwikkeling op langere termijn. Tijdens de zitting van de Raad van 25 januari heeft de EU een coördinatiecel - EUCO Haïti - opgericht om de bijdrage van de EU-lidstaten in de vorm van militaire en veiligheidsvermogens voor hulpverlening en wederopbouw te coördineren. Ongeveer 1600 soldaten van een aantal EU-lidstaten, waaronder Italië, Spanje en Frankrijk, zijn nu ter plaatse in Haïti om er te helpen met taken zoals het opruimen van puin, het distribueren van drinkwater, het zorgen voor vervoer en vooral het verschaffen van onderkomen. De Raad heeft op 25 januari tevens aangekondigd dat de EU-lidstaten een gezamenlijke bijdrage van ongeveer 300 politiefunctionarissen zullen leveren voor de versterking van de VN-missie in Haïti (MINUSTAH). De meesten onder hen zijn reeds aangekomen en helpen de openbare orde in Haïti te handhaven.
6739/10 (Presse 38)
6
NL
22.II.2010 IRAN De ministers hebben zich beraden op de toestand van de politieke en de mensenrechten in Iran, alsmede op het Iraanse kernvraagstuk tegen de achtergrond van de aankondiging van president Ahmadinejad dat Iran doorgaat met het verrijken van uranium tot een splijtbaar gehalte van 20 percent, hetgeen een belangrijke stap naar de productie van militair uranium zou betekenen. De Unie blijft vasthouden aan de tweesporenaanpak van de internationale gemeenschap, die erin bestaat verdere beperkende maatregelen tegen Iran te overwegen, tenzij het land positief reageert op de uitgestoken hand van de internationale gemeenschap, en tegelijkertijd te blijven streven naar een op onderhandelingen gebaseerde oplossing met Iran. Aangezien Iran niet bevredigend reageert op de uitgestoken hand van de internationale gemeenschap en het zijn internationale verplichtingen niet nakomt, gaat de Raad conform de verklaring van de Europese Raad van december 2009 na welke stappen kunnen worden ondernomen om het door de VN geleide proces voor aanvullende maatregelen te begeleiden.
6739/10 (Presse 38)
7
NL
22.II.2010 OEKRAÏNE Tijdens de lunch heeft de Raad een toekomstgerichte gedachtewisseling gehouden over het resultaat van de Oekraïense presidentsverkiezingen en de toekomstige betrekkingen van de EU met Oekraïne. De ministers waren het erover eens dat de EU de dialoog met president Janoekovitsj en de nieuwe regering in Kiev moet aangaan, en benadrukte de noodzaak van politieke en economische hervormingen in Oekraïne.
6739/10 (Presse 38)
8
NL
22.II.2010 DIVERSEN –
Onder het punt "diversen" heeft de Raad, tegen de achtergrond van de ontwikkelingen ter plaatse, de diplomatieke inspanningen beoordeeld die worden geleverd om een oplossing te vinden voor het geschil tussen Libië en Zwitserland, waarbij Zwitserland weigert sommige Libische onderdanen een Schengenvisum af te geven en Libië weigert een visum aan burgers van het Schengengebied af te geven. De Spaanse en de Duitse minister stelden de Raad in kennis van de bemiddelingsinspanningen van hun landen, en de Spaanse minister sprak de hoop uit dat er in de nabije toekomst een overeenkomst kan worden aangekondigd.
–
De Raad heeft van gedachten gewisseld over de moord op Mahmoud al-Mabhouh op 20 januari in Dubai, en kwam overeen de volgende verklaring af te leggen waarin het feit wordt veroordeeld dat degenen die bij de operatie betrokken waren, op frauduleuze wijze gebruik hebben gemaakt van paspoorten en kredietkaarten die middels identiteitsdiefstal van EU-burgers zijn verkregen (6753/10): "De moord op Mahmoud al-Mabhouh op 20 januari in Dubai doet een aantal vragen rijzen die de Europese Unie ernstig zorgen baren. Het gaat hier om een actie die niet bevorderlijk is voor de vrede en de stabiliteit in het Midden-Oosten. De EU veroordeelt met kracht dat degenen die hierbij betrokken waren, gebruik hebben gemaakt van valse paspoorten en kredietkaarten van EU-lidstaten die middels identiteitsdiefstal van EU-burgers zijn verkregen. De EU is ingenomen met het onderzoek van de autoriteiten van Dubai, en zij verzoekt alle landen hieraan mee te werken. De betrokken landen in de EU voeren zelf een volledig onderzoek naar het frauduleuze gebruik van hun paspoorten. De EU is vastbesloten ervoor te zorgen dat zowel EU-burgers als landen overal ter wereld vertrouwen blijven hebben in de integriteit van paspoorten van EU-lidstaten. Zij is van oordeel dat haar paspoorten tot de best beveiligde ter wereld blijven behoren en aan alle internationale normen voldoen. Paspoorten van EU-lidstaten zijn voorzien van een aantal fysieke beveiligingsmaatregelen om vervalsing en misbruik te voorkomen."
–
De ministers hebben zich ook beraden op de recente schendingen van de mensenrechten in de Republiek Belarus tegen leden van de civiele samenleving, waaronder leden van de Unie van Polen, en zij hebben benadrukt dat Belarus zich moet voegen naar zijn internationale en OVSE-verplichtingen.
–
Wat Niger en de staatsgreep van 19 februari aldaar betreft, heeft de Raad benadrukt dat de democratie en de constitutionele orde spoedig hersteld moeten worden. De hoge vertegenwoordiger zei dat zij de situatie op de voet zal blijven volgen, in nauw contact met de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS) en de Afrikaanse Unie (AU).
6739/10 (Presse 38)
9
NL
22.II.2010 ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN EXTERNE BETREKKINGEN Zimbabwe - Conclusies van de Raad De Raad heeft de onderstaande conclusies aangenomen (6819/10): "1.
De Raad beklemtoont bereid te zijn tot nauwe samenwerking met de regering van nationale eenheid in Zimbabwe bij het aanpakken van de problemen waarmee het land te kampen heeft en bij de nakoming van zijn toezeggingen in het kader van het algemeen politiek akkoord van september 2008.
2.
De Raad heeft waardering voor de voortdurende inspanningen van de regering van Zimbabwe om het algemeen politiek akkoord uit te voeren, en voor de vorderingen die na een regeringsperiode van een jaar zijn gemaakt, in het bijzonder op economisch gebied. Het verheugt de Raad dat de ondertekenaars van het algemeen politiek akkoord op 21 december 2009 overeenstemming hebben bereikt over de oprichting van commissies voor mensenrechten, verkiezingsaangelegenheden en constitutionele hervorming. De EU verleent actief steun aan de uitvoering van het algemeen politiek akkoord door middel van een specifiek samenwerkingsprogramma.
3.
De Raad constateert echter met bezorgdheid dat onvoldoende vorderingen worden gemaakt wat betreft de rechtsstaat, de eerbiediging van de mensenrechten, constitutionele hervormingen, gelijke machtsverdeling, nationale verzoening, de hervorming van de veiligheidssector en de bescherming van investeerders.
4.
De Raad heeft derhalve besloten de passende beperkende maatregelen te herzien en met een jaar te verlengen. De Raad is evenwel bereid de maatregelen voortdurend te toetsen en eventueel in te trekken indien zich verdere concrete ontwikkelingen wat betreft de uitvoering van het algemeen politiek akkoord voordoen.
5.
De Raad bevestigt te streven naar een succesvolle politieke dialoog. De start in Brussel op 18 juni 2009 van de politieke dialoog uit hoofde van artikel 8 van de Overeenkomst van Cotonou en het bezoek van de EU-trojka aan Zimbabwe in september 2009 waren belangrijke stappen in de normalisering van de betrekkingen tussen de EU en Zimbabwe. De Raad roept ertoe op de dialoog op regelmatige en passende tijdstippen voort te zetten.
6.
De Raad is ingenomen met de recente overlegging door de regering van Zimbabwe van het plan met toezeggingen in het kader van het algemeen politiek akkoord, dat een basis vormt voor een voortgezette politieke dialoog.
6739/10 (Presse 38)
10
NL
22.II.2010 7.
De Raad is ook ingenomen met de intensievere regionale diplomatie en moedigt de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC), de Afrikaanse Unie en de landen in de regio aan al het mogelijke te blijven doen om een constructief kader te scheppen waarin alle knelpunten kunnen worden weggewerkt.
8.
De Europese Unie blijft de grootste hulpverlener aan Zimbabwe, met name door middel van de overgangssteun voor de landbouw en voor voedselzekerheid, sociale sectoren, waaronder gezondheid en onderwijs, alsmede voor de uitvoering van het algemeen politiek akkoord. In 2009 heeft de EU 274 miljoen euro ten gunste van Zimbabwe gespendeerd."
Republiek Moldavië - Visumverbod ten aanzien van de leiders van regio Transnistrië Conclusies van de Raad De Raad heeft een besluit aangenomen (5934/10) waarbij de beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Transnistrië van de Republiek Moldavië met twaalf maanden worden verlengd tot en met 27 februari 2011. Het besluit voorziet echter in de opschorting van het visumverbod tot en met 30 september 2010, teneinde de partijen te stimuleren vooruitgang te boeken bij het vinden van een politieke oplossing voor het Transnistrische conflict, het uit de weg ruimen van de resterende problemen in verband met de scholen waar het Latijnse schrift wordt gebruikt, en het herstel van het vrij verkeer van personen. Aan het eind van de opschortingsperiode zal de Raad het visumverbod toetsen in het licht van de ontwikkelingen. Het besluit wijzigt tevens de lijst van personen voor wie een visumverbod geldt. De Raad heeft ook de onderstaande conclusies aangenomen (6329/10): "1.
De Raad is ingenomen met de voorzichtige positieve ontwikkelingen in het proces voor oplossing van het conflict in Transnistrië in de afgelopen maanden. Hij neemt er met name nota van dat de nieuwe regering van de Republiek Moldavië en de de facto leiders van Transnistrië er meer voor open staan om een dialoog aan te gaan. De Raad is tevens verheugd over de inspanningen van de regering van Moldavië om het conflict in Transnistrië op te lossen, haar verklaarde krachtige verbintenis tot het "5+2"-proces en haar steun voor vertrouwenwekkende maatregelen.
2.
Tegelijkertijd betreurt de Raad het feit dat geen wezenlijke vooruitgang is geboekt op weg naar een politieke regeling van het conflict in Transnistrië, dat de situatie van enkele Moldavische scholen in de regio Transnistrië die het Latijnse schrift gebruiken problematisch blijft en dat de de facto autoriteiten van Transnistrië belemmeringen voor het vrij verkeer van personen blijven opwerpen.
6739/10 (Presse 38)
11
NL
22.II.2010 3.
De Raad heeft derhalve besloten tot verlenging van de beperkende maatregelen (vastgesteld bij Gemeenschappelijk Standpunt 2008/160/GBVB en verlengd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2009/139/GBVB) tegen bepaalde leden van de de facto autoriteiten van Transnistrië met nog eens twaalf maanden. Om vooruitgang aan te moedigen heeft de Raad evenwel tegelijkertijd besloten de uitvoering van de beperkende maatregelen tot eind september 2010 op te schorten. De Raad heeft tevens besloten dat drie namen van de lijst van betrokken personen moeten worden geschrapt. De Raad doet een dringend beroep op de de facto autoriteiten van Transnistrië om constructieve inspanningen te leveren om tot een politieke regeling van het conflict in Transnistrië te komen, de resterende problemen van de scholen die het Latijnse schrift gebruiken, op te lossen, en het vrij verkeer van personen te herstellen. Voor eind september 2010 zal de Raad de opschorting van de beperkende maatregelen en de lijst van personen waarop een visumverbod van toepassing is, opnieuw bezien in het licht van de ontwikkelingen, met name op de hierboven vermelde gebieden. De Raad kan te allen tijde besluiten de reisbeperkingen opnieuw toe te passen of in te trekken.
4.
De Raad bevestigt opnieuw het engagement van de Europese Unie bij de inspanningen voor oplossing van het geschil in Transnistrië, met name door deelname aan het "5+2"-proces en door het ondersteunen van vertrouwenscheppende maatregelen. De Raad herinnert eraan dat de onderhandelingen in de samenstelling "5+2" zo spoedig mogelijk moeten worden hervat om tot een duurzame oplossing van het conflict in Transnistrië te komen, met volledige eerbiediging van de territoriale integriteit en soevereiniteit van de Republiek Moldavië.
5.
De Raad bevestigt opnieuw dat hij vastbesloten is de politieke associatie en de economische integratie van de Republiek Moldavië in de EU te blijven versterken. In dit verband herinnert de Raad aan de gezamenlijke verklaring van de Samenwerkingsraad tussen de EU en de Republiek Moldavië van 21 december 2009 en verwelkomt hij de aanvang van de onderhandelingen over een associatieovereenkomst op 12 januari 2010."
Speciale vertegenwoordigers van de EU - Verlenging van de mandaten De Raad heeft besluiten aangenomen tot verlenging van de mandaten van speciale vertegenwoordigers van de EU (SVEU's). Hun mandaten worden verlengd van 1 maart 2010 tot en met 31 augustus 2010 of tot de inwerkingtreding van het besluit betreffende de oprichting van de Europese dienst voor extern optreden, indien dat vroeger is. De besluiten volgen op voorstellen van de hoge vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid.
6739/10 (Presse 38)
12
NL
22.II.2010 De verlengde mandaten van de SVEU's zijn: –
voor de zuidelijke Kaukasus, de heer Peter Semneby (6107/10)
–
voor de Republiek Moldavië, de heer Kálmán Mizsei (6084/10)
–
voor het vredesproces in het Midden-Oosten, de heer Marc Otte (6083/10)
–
voor de crisis in Georgië, de heer Pierre Morel (6080/10)
–
voor het gebied van de Grote Meren in Afrika, de heer Roeland van de Geer (6189/10)
–
voor Centraal-Azië, de heer Pierre Morel (6159/10)
–
voor Bosnië en Herzegovina, de heer Valentin Inzko (6121/10)
–
voor Sudan, de heer Torben Brylle (6109/10)
Top EU-Marokko De Raad heeft nota genomen van de voorbereidingen voor de top EU-Marokko die op 7 maart in Granada, Spanje, zal plaatsvinden. HANDELSPOLITIEK Antidumping - Wolfraamelektroden - Ringbindmechanismen - China De Raad heeft twee verordeningen aangenomen: –
tot beëindiging van het gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde wolfraamelektroden van oorsprong uit China (5941/10); en
–
tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde ringbandmechanismen van oorsprong uit China naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen op grond van Verordening (EG) nr. 384/96 (5921/10).
6739/10 (Presse 38)
13
NL
22.II.2010 CULTUUR Deelname van Zwitserland aan het programma MEDIA 2007 De Raad heeft besloten het Europees Parlement te verzoeken om instemming met een ontwerpbesluit betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de EU en Zwitserland op audiovisueel gebied, tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van Zwitserland aan het EUprogramma MEDIA 2007 (5131/10).
6739/10 (Presse 38)
14
NL