& Brussel, 16 oktober 2001
12827/01 (Presse 363) (OR. fr)
2375e zitting van de Raad
(&2),1 Brussel, 16 oktober 2001
Voorzitter:
GHKHHU'LGLHU5(<1'(56 Minister van Financiën van het Koninkrijk België
,QWHUQHWKWWSXHHXLQW1HZVURRP (PDLOSUHVVRIILFH#FRQVLOLXPHXLQW
12827/01 (Presse 363 - G)
1
1/
,1+28' '((/1(0(56 %(6352.(13817(1 WERKGELEGENHEIDSPAKKET EN MANIER WAAROP DE ARBEIDSPARTICIPATIE KAN WORDEN VERGROOT EN BEROEPSACTIVITEIT OP OUDERE LEEFTIJD KAN WORDEN BEVORDERD ...................................................................................................................5 FINANCIËLE DIENSTEN..................................................................................................................6 −
Instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening...........................................................................6
−
Witwassen van geld - resultaat van het Bemiddelingscomité.....................................................7
STRIJD TEGEN DE FINANCIERING VAN HET TERRORISME ..................................................8 GLOBALISERING EN ONTWIKKELING........................................................................................9 −
Richtsnoeren voor een verslag van de Commissie over de "antwoorden op de uitdagingen van de mondialisering" ...........................................................................................9
INVOERING VAN DE EUROBANKBILJETTEN EN MUNTSTUKKEN ....................................11 −
Verklaring van de Raad (ECOFIN) aan de Europese Raad van Gent inzake de mededeling van de Commissie over de voorbereidingen op de overgang naar de euro...........11
−
Mandaat tot oprichting van een informatienetwerk voor de omschakeling op de euro Conclusies van de Raad ............................................................................................................13
−
Verstrekking van euromunten voor interne testdoeleinden in de muntgeldautomatenbranche: Conclusies van de Raad .............................................................................................14
ECONOMISCHE TOESTAND IN DE LUCHTVAARTSECTOR ..................................................15 DIVERSEN ........................................................................................................................................16 −
Pensioenen ................................................................................................................................16
12827/01 (Presse 363 - G)
2
1/
=21'(5'(%$7*2('*(.(85'(3817(1 (&2),1 , −
Informatie en wederzijdse bijstand inzake pensioenen - Conclusies van de Raad....................................................I
−
Belasting op spaartegoeden - onderhandelingen met derde landen...........................................................................I
−
Omzetbelasting ....................................................................................................................................................... II
−
Monetaire overeenkomst met Vaticaanstad ............................................................................................................ II
-867,7,((1%,11(1/$1'6(=$.(1 ,, −
Illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens .............................................................................................. II
%(75(..,1*(10(7'(*($662&,((5'(/02( ,, −
Deelname aan het programma Cultuur 2000 - Letland, Roemenië, Tsjechische Republiek ................................... II
0,/,(8 ,,, −
Verdrag inzake biologische diversiteit - Conclusies van de Raad .........................................................................III
BBBBBBBBBBBBBBBBB 9RRUPHHULQIRUPDWLHWHORI 12827/01 (Presse 363 - G)
3
1/
'((/1(0(56 De regeringen van de lidstaten en de Commissie van de Europese Gemeenschap waren als volgt vertegenwoordigd: %HOJLs de heer Didier REYNDERS de heer Alain ZENNER
minister van Financiën regeringscommissaris
'HQHPDUNHQ mevrouw Marianne JELVED de heer Michael DITHMER
minister van Economische Zaken en minister van Noordse Samenwerking staatssecretaris van Economische Zaken
'XLWVODQG de heer Caio KOCH-WESER
staatssecretaris van Financiën
*ULHNHQODQG de heer Yannis PAPANTONIOU
minister van Economische Zaken en Financiën
6SDQMH de heer Rodrigo RATO y FIGERADO
tweede vice-minister-president en minister van Economische Zaken
)UDQNULMN de heer Jean-Pierre JOUYET
directeur van de Schatkist
,HUODQG de heer Charlie McCREEVY
minister van Financiën
,WDOLs de heer Giulio TREMONTI
minister van Economische Zaken en van Financiën
/X[HPEXUJ de heer Luc FRIEDEN
minister van Justitie, minister van de Schatkist en van Begroting
1HGHUODQG de heer Gerrit ZALM
minister van Financiën
2RVWHQULMN de heer Karl-Heinz GRASSNER
minister van Financiën
3RUWXJDO de heer Guilherme OLIVEIRA MARTINS de heer Vasco LAVRADOR
minister van Algemene Zaken staatssecretaris van de Schatkist en van Financiën
)LQODQG de heer Sauli NIINISTÖ
minister van Financiën
=ZHGHQ de heer Bosse RINGHOLM
minister van Financiën
9HUHQLJG.RQLQNULMN de heer Gordon BROWN
minister van Financiën (Chancellor of the Exchequer)
* &RPPLVVLH de heer Frits BOLKESTEIN de heer Pedro SOLBES MIRA
12827/01 (Presse 363 - G)
*
lid lid
* 2YHULJHGHHOQHPHUV de heer Philippe MAYSTADT de heer Johnny ÅKERHOLM de heer Jean-Philippe COTS
*
*
*
voorzitter van de Europese Investeringsbank voorzitter van het Economisch en Financieel Comité voorzitter van het Comité voor economische politiek
4
1/
:(5.*(/(*(1+(,'63$..(7(10$1,(5:$$523'($5%(,'63$57,&,3$7,( .$1:25'(19(5*5227(1%(52(36$&7,9,7(,72328'(5(/(()7,-'.$1 :25'(1%(925'(5' De Raad heeft op 14 september nota genomen van het "werkgelegenheidspakket", dat werd ingeleid door Commissaris SOLBES en o.a. bestaat uit een gezamenlijk ontwerp-verslag van de Raad en de Commissie over de werkgelegenheidssituatie, een voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten voor 2002 en een aanbeveling van de Raad inzake de uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten.
De Raad hoorde ook een verslag van de voorzitter van het Comité voor Economische Politiek (EPC) over de eerste besprekingen van het comité over het werkgelegenheidspakket, waarop door de delegaties positief werd gereageerd. De voorzitter van het EPC sprak ook over het eerste debat in het EPC over een nota van de Commissie over de manier waarop de arbeidsparticipatie kan worden vergroot en beroepsactiviteit op oudere leeftijd kan worden bevorderd. Hij wees erop dat sommige delegaties de discussie meer willen richten op aspecten waarvoor de lidstaten handelingsmogelijkheden hebben en noemde enkele punten, met name de toepassing van het subsidiariteitsbeginsel, waarop de delegaties zich niet helemaal kunnen vinden in de Commissieteksten.
De Raad heeft het EPC opgedragen met het Permanent Comité voor arbeidsmarktvraagstukken verder te werken aan een gezamenlijk verslag over het werkgelegenheidspakket dat na voltooiing aan de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid zal worden toegezonden.
Ook heeft hij het EPC opgedragen voort te gaan met de besprekingen over de middelen om de arbeidsparticipatie te vergroten en beroepsactiviteit op oudere leeftijd te bevorderen, op basis van het nieuwe ontwerp-verslag dat de Commissie volgende maand zal voorleggen. Bedoeling is dat dit verslag voorjaar 2002 aan de Europese Raad van Barcelona wordt voorgelegd. Een tussentijds verslag over dit onderwerp zou uiterlijk begin 2002 moeten worden ingediend.
12827/01 (Presse 363 - G)
5
1/
),1$1&,É/(',(167(1 −
,QVWHOOLQJHQYRRUEHGULMIVSHQVLRHQYRRU]LHQLQJ
De Raad heeft nota genomen van het verslag dat het voorzitterschap, als uitvloeisel van de Raadsconclusies van 7 mei, heeft opgesteld over de stand van de besprekingen betreffende de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV’s). In dat verslag vermeldde het voorzitterschap in het bijzonder het volgende:
-
de behandeling in eerste lezing van het grootste deel van het voorstel voor een richtlijn (van de artikelen 1 tot en met 11) is afgerond en er is in de groep een werkmethode overeengekomen voor de lezing van de laatste artikelen. Die hebben in het bijzonder betrekking op de toepasselijke regels voor berekening van de technische voorzieningen en beleggingen en op grensoverschrijdende aansluiting;
-
het heeft een vragenlijst over het toezicht op de IBPV’s opgesteld en die op 3 september 2001 aan de lidstaten toegezonden, teneinde het wederzijdse inzicht in de systemen van toezicht op de IBPV’s in de lidstaten te verbeteren; de antwoorden worden thans bestudeerd.
12827/01 (Presse 363 - G)
6
1/
−
:LWZDVVHQYDQJHOGUHVXOWDDWYDQKHW%HPLGGHOLQJVFRPLWp
De Raad heeft nota genomen van de stand van de onderhandelingen die het voorzitterschap in het kader van de bemiddelingsprocedure met de rapporteur van het Europees Parlement heeft gevoerd over de wijziging van de richtlijn van 1991 over het witwassen van geld. Die onderhandelingen zijn zover gevorderd dat het ernaar uitziet dat de nieuwe tekst van het algemene compromis dat het Comité van permanente vertegenwoordigers in zijn vergadering van 10 oktober heeft goedgekeurd, op 17 oktober door de delegatie van het Europees Parlement zal worden aanvaard, wat de weg vrij zou maken voor de formele aanneming van de richtlijn, die tot doel heeft de werkingssfeer van de richtlijn van 1991 uit te breiden en de verplichtingen van die richtlijn ook te doen gelden voor bepaalde niet-financiële activiteiten en beroepen, met name de juridische en de accountantsberoepen.
De ministers, verheugd over dit resultaat, onderstreepten het belang van deze richtlijn voor de bestrijding van de financiering van het terrorisme, en zeiden zich ervoor te zullen inzetten dat die richtlijn zo spoedig mogelijk in de nationale wetgeving wordt omgezet.
12827/01 (Presse 363 - G)
7
1/
675,-'7(*(1'(),1$1&,(5,1*9$1+(77(5525,60( Overeenkomstig de conclusies van de informele ECOFIN-Raad van Luik heeft de Raad twee verslagen gehoord, een van het voorzitterschap en een van de Commissie, over de wijze waarop in Ecofin-verband de bestrijding van de financiering van het terrorisme is opgezet. Het verslag van het voorzitterschap had met name betrekking op de volgende vier punten.
1.
stand van zaken bij de snelle onderzoeken die na de gebeurtenissen van 11 september 2001 zijn ingesteld door de Europese effectentoezichthouders naar eventuele koersmanipulaties en handel met voorkennis;
2.
stand van zaken met betrekking tot het richtlijnvoorstel handel met voorkennis en marktmanipulatie;
3.
stand van zaken bij de bemiddelingsprocedure met betrekking tot het richtlijnvoorstel tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld;
4.
initiatieven van het voorzitterschap ter verbetering van de multilaterale samenwerking (met de FATF, tussen nationale antiwitwascellen, tegenmaatregelen tegen niet-coöperatieve landen).
Commissaris BOLKESTEIN wees op het belang van aanneming van een richtlijn over handel met voorkennis en marktmanipulatie in de huidige context, op de belangrijke rol van het Comité van Europese effectenregelgevers bij onderzoeken naar eventuele marktmanipulaties in verband met de gebeurtenissen van 11 september en op de sleutelrol van de FATF in de strijd tegen de financiering van het terrorisme. Hij onderstreepte in dit verband dat het van belang is dat de delegaties van de lidstaten tijdens de bijeenkomst in Washington op 30 oktober een gecoördineerde aanpak volgen.
12827/01 (Presse 363 - G)
8
1/
*/2%$/,6(5,1*(1217:,..(/,1* In vervolg op de besprekingen van de ministers van Financiën in Luik heeft de Raad de Commissie verzocht een studie te maken van globalisering en ontwikkeling, en de richtsnoeren vastgesteld waardoor de Commissie zich bij haar werk moet laten leiden. −
5LFKWVQRHUHQYRRUHHQYHUVODJYDQGH&RPPLVVLHRYHUGHDQWZRRUGHQRSGHXLWGDJLQJHQ YDQGHPRQGLDOLVHULQJ
De Raad verzoekt de Commissie een verslag op te stellen over de voordelen en uitdagingen van de mondialisering, en over hoe op deze uitdagingen kan worden ingespeeld. In dit verslag zou de nadruk moeten liggen op de financiële mondialisering en zouden mogelijkheden moeten worden onderzocht voor het bevorderen en financieren van ontwikkeling. De Raad zou graag tijdig voor zijn zitting van 14 december 2001 een eerste tussentijds verslag ontvangen. Dit tussentijds verslag zou een gedetailleerd schema moeten bevatten van de verschillende thema's die nu en in de toekomst voorwerp van studie zullen zijn. Voorts zou dit verslag al nader uitgewerkte informatie over financiële kwesties en - zoveel als mogelijk - over met ontwikkeling samenhangende aangelegenheden moeten bevatten. Het spreekt vanzelf dat dit laatste een uitvoeriger overleg met de betrokken instanties zal vergen. De Raad zou het definitief verslag eind februari 2002 willen ontvangen. Zowel het tussentijds als het definitief verslag zullen, alvorens aan de Raad te worden voorgelegd, door het EFC worden besproken.
Hieronder volgt een overzicht van een aantal te bestuderen aspecten. Dit overzicht is echter niet volledig en is evenmin indicatief voor de structuur van het verslag.
I.
Financiële mondialisering
Dit deel van het verslag zou het volgende kunnen bevatten: 1.
een analyse van de algemene voordelen van mondialisering op verschillende terreinen (handel, financiën enz.);
2.
een analyse van de gevolgen van de financiële mondialisering, waaronder internationale kapitaalstromen, voor zowel de ontwikkelde landen als de ontwikkelingslanden;
12827/01 (Presse 363 - G)
9
1/
3.
een beoordeling van de initiatieven die thans lopen om de doeltreffendheid en de veerkracht van het internationale financiële systeem te verbeteren en fluctuaties op de financiële markten te verminderen;
4.
een beoordeling van de door de internationale gemeenschap genomen initiatieven om de potentiële nadelen/misbruiken van financiële mondialisering tegen te gaan.
Met betrekking tot de toekomst zou het verslag: 1.
mogelijkheden kunnen aangeven tot intensivering en versnelling van de inspanningen om de doeltreffendheid van het internationale financiële systeem te verbeteren en de potentiële nadelen/misbruiken van financiële mondialisering tegen te gaan;
2.
een analyse kunnen geven van de voor- en nadelen van een belasting op valutatransacties, waaronder de "Tobinbelasting", en soortgelijke voorstellen;
3.
aanvullende initiatieven kunnen bestuderen om de financiering van het terrorisme en witwaspraktijken te bestrijden, waaronder middelen ter verbetering van de transparantie van bedrijfsconstructies.
II.
Ontwikkeling In dit deel van het verslag dient een analyse te worden gemaakt van de bestaande instrumenten die bijdragen tot de ontwikkelingsprocessen en de terugdringing van ongelijkheden, en van belang zijn voor de bovengenoemde doelstellingen (bestrijden van de financiering van terrorisme en witwaspraktijken, bereiken van financiële stabiliteit enz.): 1.
gerichte en efficiënte overheidsontwikkelingshulp (het voldoen aan de 0,7% BBP-doelstelling), verleend op multilateraal niveau, op EU-niveau (met sterke nadruk op mogelijkheden tot verbetering van de EU-hulp aan derde landen) en voorzover nodig op het niveau van de lidstaten (bilaterale hulp) om een gecoördineerde benadering van de EU inzake de financiële aspecten van ontwikkelingshulp voor de conferentie van de Verenigde Naties in maart 2002 in Monterey voor te bereiden;
2.
schuldenverlichting, met inbegrip van het HIPC-schuldeninitiatief;
3.
de rol van handel en markttoegang voor ontwikkelingsdoeleinden;
4.
de rol van DBI enz.
12827/01 (Presse 363 - G)
10
1/
Voorts zouden in het verslag de argumenten voor en tegen andere bronnen voor de financiering van ontwikkeling tegen elkaar kunnen worden afgewogen, met inbegrip van belastingregelingen (voor valutatransacties, koolstofemissies, wapenexport, "DE-Tax" enz.). ,192(5,1*9$1'((852%$1.%,/-(77(1(10817678..(1 −
9HUNODULQJYDQGH5DDG(&2),1 DDQGH(XURSHVH5DDGYDQ*HQWLQ]DNHGHPHGHGHOLQJ YDQGH&RPPLVVLHRYHUGHYRRUEHUHLGLQJHQRSGHRYHUJDQJQDDUGHHXUR
"De ministers van de Raad ECOFIN verwelkomen het verslag van de Europese Commissie dat een alomvattende analyse bevat van de stand van de vorderingen inzake de hoofdelementen die van essentieel belang zijn voor de omschakeling: Â
de voorbereidingen door de verschillende economische actoren (zakenwereld, banken, nationale en plaatselijke overheden en burgers);
Â
de diverse voorlichtingscampagnes die noodzakelijk zijn om de bevolking voor te bereiden;
Â
de aanmaak van de eurobiljetten en -munten.
De ministers zijn ervan overtuigd dat de voorbereidingen, met inbegrip van de operaties voor het vooraf bevoorraden van banken en winkeliers, tot ieders tevredenheid vorderen, en blijven zich op hun beurt vastberaden inzetten voor een soepel verloop van de omschakeling. Zij wijzen in het bijzonder op het belang van
12827/01 (Presse 363 - G)
11
1/
Â
meer inspanningen ten behoeve van informatieverstrekking aan kleine en middelgrote ondernemingen en plaatselijke overheden, aangezien velen van hen nog een voorbereidingsachterstand hebben;
Â
intensivering van de communicatie teneinde de burgers in staat te stellen vertrouwd te raken met de uiterlijke kenmerken van de nieuwe munt;
Â
hulp aan kleinhandelaars bij het omgaan met de praktische aspecten van de invoering van de nieuwe munt, aanmoediging van de handelaars om deel te nemen aan de bevoorrading vooraf van derden via de banken en om deze gelegenheid aan te grijpen om personeel dat met geld omgaat, te trainen in het gebruik van de nieuwe biljetten en munten;
Â
bevordering van een snelle distributie van de nieuwe bankbiljetten onder het publiek vanaf 1 januari, in het bijzonder door een vrijwel onmiddellijke aanpassing van de geldautomaten.
De ministers nemen nota van het positieve oordeel van de Commissie over de in het verslag uitvoerig beschreven specifieke gebieden zoals de veiligheidsmaatregelen en de noodplannen, de maatregelen ter voorkoming van valsemunterij, de aanpak ter bevordering van de prijsstabiliteit, de methoden voor het in omloop brengen van de nieuwe munt en de praktische maatregelen om individuele personen te helpen.
Tot slot vermeldt het verslag ook veertig goede praktijken die volgens de Commissie van belang zijn voor het welslagen van de operaties. De ministers zullen overwegen deze goede praktijken, waar dienstig en afhankelijk van de nationale omstandigheden, uit te voeren."
12827/01 (Presse 363 - G)
12
1/
−
0DQGDDW WRW RSULFKWLQJ YDQ HHQ LQIRUPDWLHQHWZHUN YRRU GH RPVFKDNHOLQJ RS GH HXUR &RQFOXVLHVYDQGH5DDG
"De Raad heeft de lidstaten verzocht in samenwerking met de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank (ECB) en het Eurosysteem een gemeenschappelijk Europees netwerk op te richten voor het beheren van informatie over de omschakeling op de euro tijdens de introductieperiode van de eurobiljetten en de euromunten. Dit netwerk moet begin december 2001 operationeel zijn.
De Raad heeft de leden van het Economisch en Financieel Comité (EFC) verzocht per lidstaat één deelnemer aan te wijzen voor het omschakelingsinformatienetwerk. De aangewezen deelnemer verstrekt aan de hand van een korte vragenlijst zeer geregeld informatie over de stand van zaken bij de overschakeling op de euro in zijn lidstaat. Een coördinatieteam bij de Europese Commissie zal de verstrekte informatie in samenwerking met het secretariaat van het EFC bundelen en evalueren.
Op basis van door het netwerk en andere bronnen verstrekte informatie heeft de Raad het EFC verzocht om zich, in nauwe coördinatie met het comité voor de overgang op de chartale euro, gereed te houden om de Raad ECOFIN te adviseren, mede door het opstellen van een ontwerpmandaat om het hoofd te bieden aan eventuele problemen bij de omschakeling op de euro, zulks tijdens de gehele introductieperiode van de eurobiljetten en de euromunten."
12827/01 (Presse 363 - G)
13
1/
−
9HUVWUHNNLQJ YDQ HXURPXQWHQ YRRU LQWHUQH WHVWGRHOHLQGHQ LQ GH PXQWJHOGDXWRPDWHQ EUDQFKH&RQFOXVLHVYDQGH5DDG
De Raad en de ministers, in het kader van de Raad bijeen, hebben de volgende afspraken gemaakt met betrekking tot het aan de muntgeldautomatenbranche verstrekken van euromunten voor interne testdoeleinden:
Voor de muntgeldautomatenbranche in de eurozone zouden met betrekking tot het vóór 1 januari 2002 beschikbaar stellen van euromunten dezelfde voorschriften moeten gelden als voor andere detailhandelaren.
Daarnaast kunnen vóór 1 januari 2002 specifieke hoeveelheden euromunten verkocht worden aan fabrikanten van muntherkenningsmechanismen en aan bedrijven die binnen of buiten de eurozone muntgeldautomaten beheren, onderhouden of aanpassen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
het bedrijf moet bekend zijn bij de autoriteit of instelling die de euromunten verkoopt, of moet aantonen dat het de euromuntstukken nodig heeft om zijn apparaten te testen of aan te passen;
aangekochte euromuntstukken mogen uitsluitend voor test- en aanpassingsdoeleinden worden gebruikt;
de lidstaten mogen uitsluitend hun eigen nationale euromuntstukken verkopen;
het is de wederpartij verboden de aangekochte euromunten vóór 1 januari 2002 aan een derde partij over te dragen;
12827/01 (Presse 363 - G)
14
1/
•
de wederpartij zal verzocht worden de euromunten ter voorkoming van diefstal of vernietiging veilig te bewaren, en voor een geschikte risicodekkingsverzekering te zorgen.
Niet-nakoming van deze verplichtingen door een wederpartij die munten voor interne testdoeleinden ontvangt, kan tot betaling van contractuele boetes leiden."
(&2120,6&+(72(67$1',1'(/8&+79$$576(&725 De Raad heeft nota genomen van een toelichting van de Commissie op de voornaamste elementen van haar voorstellen voor de luchtvaartsector, die in de Raad Telecommunicatie/Vervoer van 16 oktober diepgaand zijn besproken.
In haar toelichting heeft de Commissie vooral gewezen op het tijdens de informele zitting in Luik bereikte akkoord over de regels voor steun van de lidstaten in de vorm van verzekeringsgaranties. In principe kan dit voor de duur van een maand, waarna de situatie opnieuw wordt bekeken. Algemene steun mag volgens de Commissievoorstellen alleen worden verleend om de directe gevolgen van de sluiting van het luchtruim van de Verenigde Staten gedurende vier dagen na de gebeurtenissen van 11 september op te vangen.
De Raad onderstreepte dat de Commissievoorstellen moeten worden besproken in overleg met de Raad Vervoer en onderschreef de beginselen die door de ECOFIN-ministers in Luik zijn overeengekomen, in het bijzonder geen algemene steun voor niet-rendabele luchtvaartmaatschappijen, zoveel mogelijk beperken van de periode waarin de lidstaten overheidsgaranties kunnen geven en trachten te bereiken dat de verzekeringsmarkt opnieuw normaal gaat werken.
12827/01 (Presse 363 - G)
15
1/
In verband daarmee hebben de ministers onderstreept dat erop moet worden toegezien dat de door de lidstaten gevraagde premies op een niveau liggen dat de terugkeer van verzekerden en verzekeraars op de markt bespoedigt. De Raad is ook voornemens om de verzekeringsmaatregelen die de lidstaten hebben getroffen iedere maand te bezien en een einddatum te bepalen - eind december - waarop ze definitief moeten worden stopgezet. De voorzitter constateerde een duidelijke voorkeur voor een zo snel mogelijke terugkeer naar commerciële verzekeringen, gebaseerd op de goede marktwerking.
Wat de compensatie voor de sluiting van het luchtruim van de Verenigde Staten betreft, hebben de ministers een restrictieve benadering bevestigd. De vergoeding moet strikt beperkt blijven tot de directe gevolgen van de sluiting en de omvang ervan moet door de Commissie worden gecontroleerd. In dat verband achtte de Raad het in de eerste plaats nodig te voorkomen dat aan die sector algemene steun kan worden verstrekt.
De Raad hoorde ook een toelichting van de heer Maystadt, voorzitter van de Europese Investeringsbank (EIB), over de verbintenissen die zijn instelling ten aanzien van de luchtvaartsector is aangegaan, met name wat betreft verzoeken van die sector om financiering.
',9(56(1 −
3HQVLRHQHQ
De Raad heeft nota genomen van de opmerkingen van de delegaties die de doelstellingen en werkmethoden op het gebied van pensioenen ter sprake hebben gebracht. Het Comité voor economische politiek en het Comité voor sociale bescherming zouden hun besprekingen in het licht van die opmerkingen kunnen voortzetten met het doel tijdig een verslag uit te brengen voor de Europese Raad van Laken.
12827/01 (Presse 363 - G)
16
1/
=21'(5'(%$7*2('*(.(85'(3817(1 De documenten waarvan het nummer is vermeld zijn beschikbaar op de website van de Raad http://ue.eu.int. Besluiten met verklaringen in de Raadsnotulen die beschikbaar zijn voor het publiek zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van die verklaringen is verkrijgbaar bij de Persdienst. (&2),1 ,QIRUPDWLHHQZHGHU]LMGVHELMVWDQGLQ]DNHSHQVLRHQHQ&RQFOXVLHVYDQGH5DDG De Raad heeft de volgende conclusies over de opheffing van fiscale barrières voor grensoverschrijdende bedrijfspensioenregelingen goedgekeurd. DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, 1) 2)
3)
4) 5)
6)
DANKT de Commissie voor haar mededeling van 19 april 2001 over de opheffing van fiscale barrières voor grensoverschrijdende bedrijfspensioenregelingen; BENADRUKT het belang dat hij hecht aan verbetering van de uitwisseling van informatie over bedrijfspensioenen, als middel om de belastinginkomsten van de lidstaten te waarborgen in een gemeenschappelijke markt met een toenemende grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit; HECHT ZIJN GOEDKEURING aan het voorstel van de Commissie overleg te voeren in het comité bedoeld in artikel 9, lid 1, van de richtlijn wederzijdse bijstand, teneinde zich verder over de mededeling te beraden, en met name over de uitvoering van de voorstellen betreffende de uitwisseling van informatie op het gebied van bedrijfspensioenen; VERZOEKT dit comité vóór eind 2002 verslag uit te brengen over de in punt 3 bedoelde besprekingen; BEKLEMTOONT dat een regeling moet worden getroffen voor de gevallen van dubbele belasting en dubbele niet-belasting die voortvloeien uit de uiteenlopende stelsels van de lidstaten voor het belasten van bedrijfspensioenen; VERZOEKT het Coreper zorg te dragen voor een betere coördinatie van het naast elkaar bestaan van verschillende stelsels voor het belasten van bedrijfspensioenen, door regelingen op te stellen voor het opheffen van dubbele belasting en dubbele niet-belasting ten aanzien van bedrijfspensioenen, en daarover vóór eind 2002 verslag uit te brengen.
%HODVWLQJRSVSDDUWHJRHGHQRQGHUKDQGHOLQJHQPHWGHUGHODQGHQ De Raad heeft een besluit aangenomen waarbij een mandaat wordt verleend voor onderhandelingen met zes belangrijke derde landen op het gebied van belasting op spaartegoeden, namelijk de Verenigde Staten van Amerika, Zwitserland, Liechtenstein, Monaco, Andorra en San Marino, om te bereiken dat die landen, overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van Feira en van de Raad Ecofin van 26-27 november 2000, maatregelen aannemen die gelijkwaardig zijn aan die welke binnen de Gemeenschap zullen worden toegepast.
12827/01 (Presse 363 - G)
I
1/
2P]HWEHODVWLQJ De Raad heeft twee beschikkingen aangenomen waarbij de Duitse Bondspubliek wordt gemachtigd met de Republiek Polen, resp. de Tsjechische Republiek, een overeenkomst te sluiten waarin bepalingen voorkomen die afwijken van de artikelen 2 en 3 van de zesde Richtlijn van de Raad (77/388/EEG) van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake omzetbelasting. GRFHQ 0RQHWDLUHRYHUHHQNRPVWPHW9DWLFDDQVWDG De delegaties hebben akte genomen van de overeenkomst tussen de Italiaanse Republiek en Vaticaanstad waarbij Vaticaanstad het recht krijgt met ingang van 1 januari 1999 de euro als zijn officiële munteenheid te gebruiken, in overeenstemming met Verordening(EG) nr. 1103/97 en Verordening (EG) nr. 974/98, en besloten die overeenkomst bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Krachtens die overeenkomst kent Vaticaanstad met ingang van 1 januari 2002 de status van wettig betaalmiddel toe aan eurobankbiljetten en -munten en verbindt het zich ertoe de regels van de Gemeenschap betreffende eurobankbiljetten en -munten van toepassing te doen zijn in Vaticaanstad, en voor de invoering van de eurobankbiljetten en -munten hetzelfde tijdschema te volgen als de Italiaanse Republiek. Vaticaanstad verbindt zich er voorts toe zijn eigen in lire luidende munten uit de omloop te nemen volgens hetzelfde tijdschema als de Italiaanse Republiek. GRF -867,7,((1%,11(1/$1'6(=$.(1 ,OOHJDOHYHUYDDUGLJLQJYDQHQKDQGHOLQYXXUZDSHQV De Raad heeft een besluit aangenomen betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol, gehecht aan het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, ter bestrijding van illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, onderdelen ervan en munitie. GRF %(75(..,1*(10(7'(*($662&,((5'(/02( 'HHOQDPHDDQKHWSURJUDPPD&XOWXXU/HWODQG5RHPHQLs7VMHFKLVFKH5HSXEOLHN De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan drie ontwerp-besluiten van de Associatieraden EU-Letland, EU-Roemenië en EU-Tsjechische Republiek, op grond waarvan die drie landen kunnen deelnemen aan het nieuwe communautaire programma "Cultuur 2000" (periode 2000-2004), met de voorwaarden en regels voor die deelname. (Doc. UE-LV 863/01, UE-RO 1811/01 en UE-CZ 1709/01)
12827/01 (Presse 363 - G)
II
1/
0,/,(8 9HUGUDJLQ]DNHELRORJLVFKHGLYHUVLWHLW&RQFOXVLHVYDQGH5DDG De Raad heeft, met het oog op de vergadering van de ad hoc-werkgroep van het Verdrag inzake biologische diversiteit (Bonn, 22-26 oktober 2001), de volgende conclusies over toegang en verdeling van de voordelen aangenomen: "1.
De Europese Unie erkent dat de toegang tot genetische rijkdommen van doorslaggevend belang is om aan de behoeften op voedsel-, gezondheids- en andere gebieden van een groeiende wereldbevolking te kunnen voldoen. Zij is gecommitteerd aan de verwezenlijking van alle doelstellingen van het Verdrag inzake biologische diversiteit, ook van de derde doelstelling, te weten de eerlijke en billijke verdeling van de voordelen voortvloeiende uit het gebruik van genetische rijkdommen. Dit zou moeten bijdragen tot het behoud en het duurzame gebruik van biologische diversiteit.
2.
De Europese Unie verheugt zich over Besluit V/26 van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit om een Open ad hoc Groep inzake toegang en batenverdeling bijeen te roepen teneinde richtsnoeren en andere benaderingen uit te werken en die voor te leggen aan de VIe Conferentie van de Partijen, en heeft waardering voor het werk van het panel van deskundigen inzake toegang en batenverdeling.
3.
De Europese Unie is het erover eens dat de uit te werken richtsnoeren inzake toegang en batenverdeling gepaard moeten gaan met een reeks andere benaderingen, zoals gedragscodes, indicatoren, modelovereenkomsten, alsook sectorale richtsnoeren welke door andere organisaties zijn ontwikkeld.
4.
De Europese Unie ziet uit naar de besprekingen die in bovengenoemde groep zullen worden gevoerd en dankt Duitsland voor zijn aanbod om als gastheer op te treden voor de vergadering van de groep, van 22 t/m 26 oktober 2001, in Bonn.
5.
De Europese Unie is van mening dat de richtsnoeren ten doel moeten hebben de Partijen en de belanghebbende kringen bij te staan bij de ontwikkeling van, naar gelang van het geval, wettelijke, bestuurlijke en beleidsmaatregelen en van contractuele regelingen inzake toegang en batenverdeling. De richtsnoeren zouden de toegang voor gebruikers moeten vergemakkelijken door de transparantie en de rechtszekerheid te vergroten en de kosten van transacties te verminderen. Tevens zouden zij de beginselen van voorafgaande geïnformeerde toestemming en onderling overeengekomen voorwaarden moeten bevestigen en nader moeten uitwerken, en een middel moeten vormen om de leveranciers te helpen tot een billijke verdeling van de voordelen voortvloeiende uit het gebruik van genetische rijkdommen te komen. Die voordelen kunnen geldelijk en niet-geldelijk zijn, en kunnen worden verdeeld op de korte, de middellange en de lange termijn.
6.
Het toepassingsgebied van de richtsnoeren moet ruim zijn: alle onder het Verdrag inzake biologische diversiteit vallende genetische rijkdommen en de desbetreffende traditionele kennis, innovaties en praktijk moeten eronder vallen.
12827/01 (Presse 363 - G)
III
1/
7.
De Europese Unie is van mening dat de richtsnoeren flexibel genoeg moeten zijn om geschikt te zijn voor toegangs- en batenverdelingsregelingen van verschillende gebruikers en voor verschillende gebruiksdoeleinden. Daarom moet er een precies evenwicht worden gevonden in de mate waarin de richtsnoeren ingaan op details.
8.
De richtsnoeren zullen facultatief van aard zijn. Men moet zich echter sterk inzetten om richtsnoeren te ontwikkelen die voldoen aan de eisen van het Verdrag inzake biologische diversiteit en die aanvaardbaar zijn voor de Partijen en de belanghebbenden.
9.
De Europese Unie is van mening dat het van belang is te zorgen voor samenhang en synergie tussen de richtsnoeren en andere ontwikkelingen die gaande zijn, bijvoorbeeld in de Voedselen Landbouworganisatie FAO, de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom WIPO en de Wereldhandelsorganisatie WTO.
10.
Met name moet rekening worden gehouden met het multilaterale systeem waarover gesproken wordt in het kader van de herziening van de Internationale Verbintenis aangaande plantgenetische hulpbronnen voor voedsel en landbouw van de FAO. Bovendien moet bij de ontwikkeling van richtsnoeren betreffende aspecten die met de bescherming van traditionele kennis en intellectuele eigendom verband houden, rekening worden gehouden met, en in synergie worden gewerkt met, de werkzaamheden van het Intergouvernementeel Comité van de WIPO.
11.
De Europese Unie acht de volledige en juiste uitvoering van artikel 15 van groot belang en spoort de Commissie en de lidstaten aan, hun beleids-, bestuurlijke en wettelijke maatregelen opnieuw te bezien in het licht van de resultaten van de VIe Conferentie van de Partijen in april 2002.
12.
Op deze basis spoort de Europese Unie de ad hoc groep aan, een reeks ontwerp-richtsnoeren en andere benaderingen inzake toegang en batenverdeling te ontwikkelen en goed te keuren en deze voor een laatste bespreking en ter aanneming voor te leggen aan de VIe Conferentie van de Partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit, die van 8 t/m 19 april 2002 in Den Haag zal worden gehouden."
12827/01 (Presse 363 - G)
IV
1/