RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en)
B PU
14277/10
LI
LIMITE
C
GENVAL 12 ENFOPOL 270
NOTA van: aan: Betreft:
het voorzitterschap de Groep algemene aangelegenheden, waaronder evaluatie (GENVAL) Ontwerp-conclusies van de Raad over de bestrijding van mobiele (rondtrekkende) criminele groepen
Voor de delegaties gaan hierbij de ontwerp-conclusies van de Raad over de bestrijding van mobiele (rondtrekkende) criminele groepen.
____________
14277/10
van/YEN/rv DG H 2B
Conseil UE
1
LIMITE NL
BIJLAGE
Conclusies van de Raad van ... 2010 over de bestrijding van mobiele (rondtrekkende) criminele groepen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
ZICH ERVAN BEWUST dat het beginsel van vrij verkeer van personen niet alleen mogelijkheden biedt aan burgers die te goeder trouw handelen, maar ook voor onwettige doeleinden kan worden gebruikt door criminelen; ERAAN HERINNEREND dat, volgens het programma van Stockholm1, het accent moet liggen op wijdverbreide grensoverschrijdende criminaliteit die een aanzienlijke impact heeft op het dagelijks leven van de burgers van de Unie. Het programma van Stockholm roept tevens op tot een doeltreffender preventie van criminaliteit middels een multidisciplinaire aanpak waarvoor ook gebruik wordt gemaakt van administratieve maatregelen;
MEMOREREND dat het programma van Stockholm tevens benadrukt dat het werk rond wederzijdse erkenning moet voortgaan, en dat de bestaande wetgeving moet worden toegepast;
INDACHTIG dat de ministers van Binnenlandse Zaken tijdens hun informele bijeenkomst van 15 juli 2010 hebben gesproken over de noodzaak een volledig beeld van de problematiek te krijgen, een gemeenschappelijke definitie te ontwikkelen, de uitwisseling van informatie en beste praktijken te verbeteren, en administratieve maatregelen te coördineren;
NOTA NEMEND van de resultaten van de deskundigenbijeenkomst inzake rondtrekkende criminele groepen, die op 20-21 september 2010 in Brussel heeft plaatsgevonden;
ZICH BEWUST VAN het belang van de geïntegreerde, multidisciplinaire aanpak voor de criminele verschijnselen, in het bijzonder misdrijven tegen eigendom;
1
PB C 115 van 4.5.2010.
14277/10 BIJLAGE
van/YEN/rv DG H 2B
2
LIMITE NL
ZICH BEWUST van de verschillen tussen de lidstaten met betrekking tot de politiële, administratieve en justitiële aanpak, die ontwikkeling en verschuiving van criminele activiteiten in de hand kunnen werken en een geografische verschuiving van deze activiteiten kunnen veroorzaken;
OVERWEGENDE dat uit ervaring is gebleken dat mobiele (rondtrekkende) criminele groepen zich voornamelijk bezighouden met de volgende acht vormen van vermogenscriminaliteit: inbraak in woningen, skimming, georganiseerde winkeldiefstal, georganiseerd zakkenrollen, inbraak in bedrijven, ladingdiefstal, metaaldiefstal, diefstal op de bouwplaats en diefstal van zwaar materieel;
IN HET BESEF dat deze vorm van criminaliteit nagenoeg alle lidstaten treft, en derhalve bijzondere aandacht verdient op zowel nationaal als Europees niveau;
ONDERKENNENDE dat er op Europees niveau gezamenlijk moet worden opgetreden, en dat er derhalve een gemeenschappelijke beschrijving of definitie van mobiele (rondtrekkende) criminele groepen moet komen;
ZICH BEWUST van de behoefte aan een gestructureerd en gedetailleerd beeld van de situatie in de EU;
WIJZEND OP de noodzaak van een multidisciplinaire aanpak van deze vorm van criminaliteit, waarbij politiële, justitiële en administratieve autoriteiten betrokken zijn;
OVERTUIGD van de noodzaak van een gemeenschappelijke visie en strategie;
ZICH BEWUST van mogelijke verbanden met de problematiek van de mensenhandel, in het bijzonder waar het het werven van minderjarigen voor het plegen van vermogensmisdrijven betreft;
BESLUIT DAT ER MOET WORDEN OPGETREDEN TEGEN MISDRIJVEN DIE DOOR MOBIELE (RONDTREKKENDE) CRIMINELE GROEPEN WORDEN GEPLEEGD, EN VERZOEKT DE LIDSTATEN DAARTOE
14277/10 BIJLAGE
van/YEN/rv DG H 2B
3
LIMITE NL
1. de reikwijdte van het probleem als volgt te omschrijven: "Een mobiele (rondtrekkende) criminele groep is een vereniging van daders die zich stelselmatig verrijken middels vermogenscriminaliteit of fraude1, een breed scala aan operaties uitvoeren en internationaal actief zijn". Erkend wordt dat zowel volwassenen als kinderen kunnen worden uitgebuit om deze misdrijven te plegen.
2. actief deel te nemen aan de vergaderingen op hoog niveau inzake vermogenscriminaliteit, die jaarlijks door Europol worden georganiseerd.
3. een administratieve aanpak voor criminaliteit te ontwikkelen, als aanvulling op preventie en politieel en justitieel werk; zo valt te denken aan: -
administratieve maatregelen om gebouwen die als ontmoetings- en schuilplaats worden gebruikt, te sluiten in het kader van een samenhangend actieplan
-
het ontmoedigen van deze mobiele (rondtrekkende) groepen door middel van nationale wetgeving die de registratie van bepaalde transacties verplicht stelt (zoals recyclage van gebruikte metalen om metaaldiefstal te voorkomen)
-
het aanmoedigen van de registratie en markering van waardevolle voorwerpen die worden gekocht of verkocht, waardoor gestolen goederen kunnen worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar.
4. politieel en justitieel onderzoek met een internationale dimensie aan te moedigen, en bijzondere aandacht te schenken aan grensoverschrijdend financieel onderzoek, met name in verband met witwassen en handel in gestolen goederen. Binnen de FATF-normen zouden dergelijke onderzoeken mogelijk moeten zijn, ook zonder rechtstreeks verband met het onderliggende strafbare feit.
5. optimaal gebruik te maken van de bestaande Europese instrumenten voor informatie-uitwisseling op strategisch, tactisch en operationeel niveau.
1
Bijvoorbeeld diefstal, inbraak in woningen of andere gebouwen, georganiseerde winkeldiefstal, zakkenrollen, ladingdiefstal, metaaldiefstal, diefstal op de bouwplaats en fraude met geldautomaten (skimming).
14277/10 BIJLAGE
van/YEN/rv DG H 2B
4
LIMITE NL
6. internationale samenwerking op justitieel niveau aan te moedigen door de bestaande EU-rechtsinstrumenten toe te passen en te gebruiken; het betreft met name Kaderbesluit 2006/783/JBZ van de Raad van 6 oktober 2006 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen tot confiscatie, en Kaderbesluit 2008/909/JBZ van de Raad van 27 november 2008 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op strafvonnissen waarbij vrijheidsstraffen of tot vrijheidsbeneming strekkende maatregelen zijn opgelegd, met het oog op de tenuitvoerlegging ervan in de Europese Unie. 7. de bi- of multilaterale samenwerking met derde landen te verbeteren, onder meer door de sluiting van MoU's of verdragen, waar nodig, in het bijzonder op het gebied van overdracht van de straf. 8. de inspanningen op het gebied van samenwerking met de particuliere sector (publiek-privaat partnerschap), non-gouvernementele organisaties en lokale gemeenschappen op te voeren, opdat mensen zich meer bewust worden van de problematiek en dreigingen in hun omgeving melden. VERZOEKT DE LIDSTATEN, EUROJUST EN EUROPOL 1. vanuit het oogpunt van de veiligheid een beeld te schetsen van het verschijnsel van mobiele (rondtrekkende) criminele groepen, op basis waarvan verdere operationele maatregelen moeten worden overwogen. 2. waar passend, de instelling te overwegen van gemeenschappelijke onderzoeksteams (GOT's) voor de criminele activiteiten van mobiele (rondtrekkende) groepen. 3. na te gaan hoe de samenwerking bij en de doeltreffendheid van de bestrijding van dit criminele verschijnsel kan worden verbeterd; ROEPT EUROPOL OP 1. de noodzaak en de haalbaarheid te onderzoeken van een strategisch analyseverslag inzake misdrijven tegen eigendom, gepleegd door mobiele (rondtrekkende) criminele groepen. 2. voort te gaan met het beleggen van een jaarlijkse vergadering op hoog niveau inzake vermogenscriminaliteit, waar onder meer misdrijven worden behandeld die door mobiele (rondtrekkende) criminele groepen zijn gepleegd.
14277/10 BIJLAGE
van/YEN/rv DG H 2B
5
LIMITE NL
3. met het oog op een door de lidstaten ingediend initiatief bij te dragen tot de opstelling en verspreiding van een Europees operationeel handboek inzake vermogenscriminaliteit, dat bijvoorbeeld een beschrijving geeft van de modus operandi van de criminelen, de voorschriften voor controleoperaties en innovatieve praktijken die bij controles en onderzoeken worden gebruikt.
4. na te gaan of een operationeel project betreffende de analyse van criminele inlichtingen op dit onderwerp kan worden toegespitst in het kader van de bestaande AWF's.
ROEPT DE LIDSTATEN EN DE EUROPESE COMMISSIE OP
een informeel netwerk van contactpunten, bevoegd op het gebied van administratieve maatregelen ter bestrijding van het verschijnsel van mobiele (rondtrekkende) groepen, te stimuleren en te faciliteren, rekening houdend met de nationale behoeften en bijzondere omstandigheden, en ten minste één contactpunt te benoemen. Andere partners (zoals particuliere partners en derde landen) kunnen door het informele netwerk worden uitgenodigd.
Dat informele netwerk wordt onder meer verzocht: − het concept van administratieve maatregelen te bevorderen; − na te gaan hoe de informatie-uitwisseling tussen administratieve instanties en traditionele wetshandhavingsinstanties van de EU-lidstaten kan worden versterkt, met gebruikmaking van de bestaande instrumenten en wetgeving; − de uitwisseling van beste praktijken aan te moedigen; − nieuwe initiatieven voor de ontwikkeling van administratieve maatregelen voor te stellen; − via het voorzitterschap van de Raad verslag uit te brengen over de conclusies van de vergadering van de bevoegde Raadsgroep; en − ten minste om de 6 maanden bijeenkomen. ROEPT DE EUROPESE COMMISSIE OP
voorstellen te doen voor de ontwikkeling van aanvullende maatregelen ter ondersteuning van de lidstaten bij de uitvoering van grensoverschrijdend financieel onderzoek. ____________
14277/10 BIJLAGE
van/YEN/rv DG H 2B
6
LIMITE NL