RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 16 december 2010 (20.12) (OR.en)
B PU
ST 17080/10
LI
LIMITE
C
PESC 1541 CODUN 56 CONOP 90 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: Betreft:
het secretariaat-generaal de delegaties 11135/10 PESC 798 CODUN 24 CONOP 38 Zesmaandelijks voortgangsverslag betreffende de uitvoering van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (2010/II)
Hierbij gaat voor de delegaties het zesmaandelijkse voortgangsverslag betreffende de uitvoering van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens, dat door de Raad Buitenlandse Zaken van 13 december 2010 is bekrachtigd.
_____________
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
Conseil UE
1
LIMITE NL
Zesmaandelijks voortgangsverslag over de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (2010/II)
A.
Samenvatting 1.
De tweede helft van 2010 is een periode geweest van intens multilateraal overleg, zoals de bijeenkomst op hoog niveau die de secretaris-generaal van de VN belegde om de ontwapeningsconferentie nieuw leven in te blazen, de bijeenkomst van de Eerste Commissie van de Algemene Vergadering van de VN, de Algemene Conferentie van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA), de Conferentie van de staten die partij zijn bij het Verdrag inzake chemische wapens (CWC), en de bijeenkomst van de staten die partij zijn bij het Verdrag inzake biologische en toxinewapens (BTWC). De EU zette zich terdege in voor de beoogde versterking van het multilaterale verdragstelsel inzake ontwapening en non-proliferatie.
2.
Ten gevolge van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, en in afwachting van de instelling van een Europese dienst voor extern optreden (EDEO), hebben de diensten die de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid ter beschikking staan in toenemende mate taken van het roulerende voorzitterschap overgenomen. In de vestigingsplaatsen van de VN werden teams van de voorzitterschapscombinatie opgezet, die het optreden van de Unie zullen coördineren en haar bij internationale organisaties zullen vertegenwoordigen. De werkgroepen in Brussel werden voorgezeten door Belgische vertegenwoordigers, die nauw samenwerkten met de diensten van de HV. Dankzij deze overgangsregelingen kon de Unie actief en zichtbaar blijven in multilaterale gremia waar ontwapening en non-proliferatie worden behandeld.
3.
De Unie is blijven opkomen voor het universele karakter van verdragen en andere internationale overeenkomsten en afspraken, en voor de nationale uitvoering ervan, overeenkomstig de doelstellingen van haar strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens. De geactualiseerde prioriteitenlijst, die de Raad in 2008 heeft goedgekeurd, is nu nagenoeg geïmplementeerd. De Unie streefde naar efficiënte benutting van alle beschikbare financiële middelen (GBVB-begroting, stabiliteitsinstrument, andere instrumenten), om de ondersteuning van internationale organisaties en derde landen maximaal te laten renderen.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
2
LIMITE NL
4.
De EU heeft de nauwe samenwerking met partners en andere derde landen voortgezet, om wereldwijd tot een consensus te komen over de noodzaak van een strengere nonproliferatieregeling. Ook nu heeft zij getracht in al haar bilaterale betrekkingen met de betrokken landen de problematiek aan de orde te stellen.
5.
In regionale proliferatiecrisissen is de Unie een resolute aanpak blijven volgen. De nucleaire en raketprogramma's van Iran en Noord-Korea kregen opnieuw bijzondere aandacht. Omdat Iran zijn internationale verplichtingen bleef schenden en volhardde in de weigering echte onderhandelingen aan te knopen, reageerde de Unie met nieuwe beperkende maatregelen ter uitvoering van resolutie 1929 van de VN-Veiligheidsraad, alsook flankerende maatregelen. De Unie stond achter de inspanningen van de hoge vertegenwoordiger om met Iran een proces van diepgaande onderhandelingen over het kernprogramma en andere thema's van wederzijds belang op gang te brengen, en zodoende volwaardige betrekkingen tot stand te brengen.
6.
De volgende activiteiten van de Unie moeten extra worden benadrukt (nadere gegevens volgen verderop in het verslag):
a)
Veel werk is besteed aan de naleving van de afspraken die tijdens de top van Washington over nucleaire beveiliging zijn gemaakt. De Raad nam op 27 september 2010 een nieuw besluit aan, op grond waarvan 10 miljoen euro wordt besteed aan activiteiten van het IAEA op het gebied van nucleaire beveiliging en verificatie - een tastbaar bewijs dat de Unie mondiale nucleaire beveiliging ernstig neemt. De EU blijft een belangrijke contribuant van het IAEAFonds voor Nucleaire Veiligheid, met bijdragen ten belope van 33 miljoen euro. Zij heeft op 2 en 3 november te Buenos Aires in Argentinië deelgenomen aan de sherpabijeenkomst van de Top over nucleaire beveiliging, waar de top van 2012 in de Republiek Korea is voorbereid.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
3
LIMITE NL
b)
De spoedige inwerkingtreding van het Alomvattend Kernstopverdrag (CTBT) blijft een topprioriteit. Het Raadsbesluit ter ondersteuning van het toezichts- en verificatiesysteem van de CTBTO, dat op 26 juli 2010 werd aangenomen, moet de CTBTO beter in staat stellen mogelijke kernproeven op te sporen.
c)
Er is verder gewerkt aan de toepassing van de "Nieuwe actielijnen voor de Europese Unie in de strijd tegen de proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor", die de Raad in december 2008 heeft aangenomen. Een Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake nonproliferatie werd gevormd, dat de uitvoering van een MVW-strategie van de Unie zal begeleiden. Een noviteit was de opleiding op hoog niveau voor Europese ambtenaren inzake non-proliferatie die aan de Europese veiligheids- en defensieacademie (EVDA) werd georganiseerd. De Raad heeft de Unie-instellingen en de lidstaten aangespoord het actieplan in de verschillende beleidssectoren uit te voeren, binnen een nieuw tijdschema dat tot eind 2012 loopt.
d)
De EU heeft derde landen opnieuw geholpen om te voldoen aan hun verplichtingen ex resolutie 540 van de VN-Veiligheidsraad, en om hun ambtenaren bij de uitvoercontrole verder te bekwamen. Onder leiding van de Unie werd, in het kader van haar gemeenschappelijk optreden van 2008, een regionaal seminar voor Zuidoost-Aziatische landen georganiseerd te Hanoi in Vietnam. Er werd gewerkt aan een nieuw Raadsbesluit ter uitvoering van VNVR-resolutie 1540. De contacten tussen de Unie en het Comité 1540 werden geïntensiveerd.
e)
De oprichting van regionale kenniscentra in Zuidoost-Azië, het Midden-Oosten, in de regio Zwarte Zee en Oekraïne, in Centraal-Azië en in Afrika, met behulp van het stabiliteitsinstrument, is verder voorbereid; deze centra moeten landen beleidsmatig in staat stellen om, in een regionale context, een grotere institutionele capaciteit in stelling te brengen tegen chemische, biologische, radiologisch en nucleaire (CBRN) dreigingen. De kenniscentra zullen gebaseerd zijn op de expertise van de Unie en een betere internationale coördinatie van de contributies bewerkstelligen.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
4
LIMITE NL
f)
Wat de overbrengingsmiddelen betreft, heeft de Unie zich verder ingezet voor het universele karakter en de algehele toepassing van de Haagse Gedragscode (HCOC) tegen de verspreiding van ballistische raketten. In dit verband werd de toepassing van het Raadsbesluit van 2008 verder ondersteund.
g)
De Unie heeft verdere uitvoering gegeven aan haar gemeenschappelijk optreden op het gebied van bioveiligheid voor de Wereldgezondheidsorganisatie, en haar gemeenschappelijk optreden voor het Verdrag inzake biologische en toxinewapens (BTWC). Een aantal landen met uiteenlopende voorwaarden en behoeften, zoals Oman, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) en de Filipijnen hebben uniale bijstand ontvangen.
h)
De Unie heeft het Raadsbesluit ter ondersteuning van de Organisatie voor het verbod van chemische wapens (OVCW) verder uitgevoerd, met name door op te komen voor mondiale toetreding tot en volledige uitvoering van het desbetreffende verdrag. In Berlijn vond een workshop plaats, met 140 vertegenwoordigers uit 61 staten die partij zijn bij het Verdrag inzake chemische wapens, en in Warschau werd een antiterreursimulatie georganiseerd.
i)
Opname van een MVW-clausule in akkoorden met derde landen bleef aan de orde. Een dergelijke clausule vond haar weg naar de in oktober 2010 geparafeerde partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst met Vietnam. Vooruitgang werd ook geboekt in de onderhandelingen met Armenië, Azerbeidzjan, Georgië en Rusland.
j)
Het uniale controlesysteem voor de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik is in het kader van de herschikte verordening (nr. 428/2009) verder verbeterd. De activiteiten bleven er in eerste instantie op gericht de toepassing van de nieuwe verordening in de praktijk aan te scherpen, door middel van het programma voor wederzijds bezoek, betere uitwisseling van informatie via het e-systeem en ontwikkeling van nieuwe samenwerkingsmechanismen, zoals een uniaal opleidingsprogramma voor exportcontrole.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
5
LIMITE NL
k)
De Unie heeft verdere uitvoering gegeven aan de geprioriteerde aanbevelingen uit haar CBRN-actieplan, dat de Raad in november 2009 heeft aangenomen en dat haar intern parater moet maken tegen risico's in verband met mogelijk misbruik van chemische, biologische, radiologische en nucleaire stoffen. De Commissie heeft enkele malen de CBRN-adviesgroep annex subgroepen samen met deskundigen van de lidstaten laten vergaderen over de uitvoering van het actieplan. Het directoraat-generaal Binnenlandse Zaken (DG HOME) heeft een aanbesteding voor diverse begeleidende studies uitgeschreven. Een dienst van technische deskundigen en een consortium van onderzoeksinstellingen en rechtshandhavingsinstanties zullen de Commissie assisteren en de uitvoering van het plan technisch begeleiden.
l)
Met name via het stabiliteitsinstrument, waarmee MVW-gerelateerde projecten ter beperking van CBRN-risico's kunnen worden gefinancierd, het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (INSC), en het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA), is de EU activiteiten blijven financieren om risico's en dreigingen te ondervangen in verband met proliferatie, meer bepaald inzake vreedzaam gebruik van kernenergie, gevaar voor pandemieën, beheer van chemisch afval, en terrorisme. Op basis van het indicatieve programma 2009-2011 van het stabiliteitsinstrument, wordt 123 miljoen euro besteed aan projecten voor beperking van de CBRN-risico's, inclusief exportcontrole. Het actieprogramma voor 2010 wordt uitgevoerd; de acties, ten belope van 41 miljoen euro, hebben betrekking op de kenniscentra, steun voor bioveiligheid, bestrijding van illegale handel in CBRN-stoffen en bedrieglijke financiële praktijken, en het omscholen en heroriënteren van voormalige wapenwetenschappers en -ontwerpers.
7.
Een initiatief dat het civiele terrein en de ontwapening overkoepelt is de gedragscode voor activiteiten in de kosmische ruimte, waarvan een herzien ontwerp is opgesteld. De Raad heeft in zijn conclusies van 27 september 2010 de hoge vertegenwoordiger opgedragen verder overleg te plegen met derde landen, om de breedst mogelijke steun te verwerven voor de code, die vervolgens ter ondertekening aan een diplomatieke conferentie zou kunnen worden voorgelegd.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
6
LIMITE NL
B.
Verslag
Dit voortgangsverslag heeft betrekking op het werk dat de Unie in de tweede helft van 2010 in het kader van de in december 2003 door de Europese Raad aangenomen MVW-strategie (ST 15708/03) heeft verricht, in het licht van de door de Raad in juni 2008 aangenomen geactualiseerde prioriteitenlijst (ST 10747/08) en van de door de Raad in december 2008 aangenomen"nieuwe actielijnen"(ST 17172/08) .
Het voortgangsverslag is opgesteld door de diensten die ter beschikking staan van de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, in het bijzonder het Bureau van de Unievertegenwoordiger bij het Raadssecretariaat die is belast met non-proliferatie en ontwapening, in samenwerking met het directoraat-generaal Buitenlandse Betrekkingen (DG RELEX) van de Europese Commissie. Ook andere Commissiediensten hebben eraan meegewerkt.
I.
Toepassing van de "nieuwe actielijnen" tegen de verspreiding van MVW
De Raad, de Commissiediensten en de lidstaten bleven ernaar streven vóór eind 2010 uitvoering te geven aan de verschillende beleidssuggesties uit de "Nieuwe actielijnen voor de Europese Unie in de strijd tegen de proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor", die de Raad in december 2008 heeft vastgesteld (doc. 17172/08).
Weten en anticiperen
-
Een geactualiseerde risico- en dreigingsevaluatie
In het kader van de toepassing van de "nieuwe actielijnen" heeft het Situatiecentrum (SITCEN) de geografische analyse van de algemene MVW-prioriteiten voltooid, en blijft het regelmatig analyses verstrekken over de voornaamste risicolanden. In afwachting van nadere informatie van de lidstaten en andere grote contribuanten zullen nog twee documenten worden afgewerkt, waarin de mondiale risico's, trends en dreigingen, evenals de financiering van proliferatie zullen worden beoordeeld.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
7
LIMITE NL
-
Benutten van een netwerk van onafhankelijke Europese denktanks inzake nonproliferatie De Raad heeft op 26 juli 2010 Besluit 2010/430/GBVB vastgesteld, tot instelling van een Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie, dat een nuttige opstap moet gaan vormen voor het non-proliferatiewerk van de Unie en de internationale gemeenschap. Het Raadsbesluit voorziet in twee vergaderingen van Europese denktanks, een internationale conferentie van het Carnegie-type, rapportage en beleidsaanbevelingen, en een nieuw internetplatform. De projecten zullen in de komende driejarige periode worden uitgevoerd door het speciaal opgezette EUConsortium non-proliferatie, gevormd door vier toonaangevende denktanks in Europa, de Fondation pour la Recherche Stratégique (FRS), het Peace Research Institute Frankfurt (HSFK/PRIF), het International Institute for Strategic Studies (IISS) en het Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI).
Preventie; verscherping van de maatregelen ter bestrijding van immateriële overdracht van kennis en knowhow
De Groep non-proliferatie (CONOP) en de Groep wereldwijde ontwapening en wapenbeheersing (CODUN) hebben een lijst van wetenschappelijke disciplines opgesteld. Het Coreper heeft de Groep onderzoek verzocht om zich aan de hand van deze lijst te beraden op verdere acties inzake wetenschappelijke samenwerking, zoals uitwisseling van beproefde methoden en het instellen van universitaire alertheidscentra en contactpunten.
Daarnaast heeft het Bureau van de Unievertegenwoordiger voor non-proliferatie en ontwapening een algemene studie gemaakt van de beleidsmaatregelen van de lidstaten en van de verdere mogelijkheden van de Unie om op te treden tegen immateriële overdracht van kennis en knowhow. De resultaten van de studie zijn in de eerste helft van 2010 ter informatie bezorgd aan de groepen die bevoegd zijn voor non-proliferatie, ontwapening, onderzoek, visa en consulaire samenwerking. Verdere resultaten volgen.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
8
LIMITE NL
-
Bescherming van wetenschappelijke en technische middelen
Een Spaanse vertegenwoordiger in de Groep non-proliferatie (CONOP) heeft in juni 2010 aan de Groep onderzoek uitgelegd welke initiatieven in het kader van de nieuwe actielijnen zouden kunnen worden genomen.
In de aanbevelingen uit het door de Raad op 30 november 2009 aangenomen actieplan van de Unie voor CBRN komt ook de verbetering van de personeelsbeveiliging ter sprake. In november 2010 heeft de Commissie een aanbesteding uitgeschreven voor een onderzoek naar de bestaande procedures voor antecedentenonderzoek en naar de vereisten inzake veiligheidsscreening binnen de ondernemingen waar gewerkt wordt met CBRN-stoffen met een hoog risico, om lacunes en goede praktijken in kaart te brengen. Op grond van dit onderzoek zal men onder meer kunnen beoordelen in hoeverre gemeenschappelijke getrapte criteria haalbaar zijn, en of er behoefte is aan een systeem voor wederzijdse erkenning van procedures voor antecedentenonderzoek en veiligheidsscreening van bepaalde personeelscategorieën.
-
Samenwerking inzake consulaire waakzaamheid
Het visuminformatiesysteem (VIS) zal volgens de huidige verwachtingen medio 2011 operationeel zijn. Het nieuwe systeem zal aanvragen vlotter behandelen, en door de autoriteiten van de lidstaten en door Europol kunnen worden bevraagd. Het MVWcentrum heeft de Groep visa verzocht zich te beraden op verdere maatregelen betreffende Europese samenwerking inzake consulaire waakzaamheid, bijvoorbeeld de nationale autoriteiten die visa afgeven alerter maken op proliferatiegevaren. Ook de algemene studie van de Groep CONOP heeft ideeën voor verdere discussie opgeleverd.
-
Meer inspanning om wetenschappelijke en academische kringen alerter te maken
Enkele lidstaten hebben zelf maatregelen getroffen om universiteiten, onderzoeksinstellingen en andere actoren in te schakelen en alerter te maken op de proliferatieproblematiek. De Commissie beziet of er bijeenkomsten kunnen worden belegd waar belanghebbenden die alertheid wordt bijgebracht.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
9
LIMITE NL
-
Aanneming van professionele gedragscodes
In het CBRN-actieplan van de Unie, dat de Raad in november 2009 heeft aangenomen, wordt de lidstaten verzocht om, samen met de Commissie, de chemische industrie, de beroepsverenigingen en andere groepen die zich bezighouden met biovraagstukken, aan te sporen gedragscodes uit te werken en aan te nemen die hun leden alerter moeten maken op beveiligingsproblemen.
De opstelling van zulke professionele gedragscodes wordt door de Commissie mede gefinancierd. Zij overweegt om, als onderdeel van de uitvoering van het CBRNactieplan van de Unie, een voorbeeldcode voor te stellen.
Preventie: meer inspanning ter bestrijding van de materiële overdracht van technologie, goederen en uitrusting
-
Betere nationale exportcontroleprocedures
De Unieregeling betreffende de controle op de uitvoer van goederen voor tweeërlei werd verder aangescherpt, door de "verordening goederen voor tweeërlei gebruik" drastisch toe te passen. De Commissie en de lidstaten hebben de praktische uitwisseling van ervaringen met de controle op de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik opgevoerd, door de coördinatiegroep van artikel 23 regelmatig te laten vergaderen.
De eerste, op 28 en 29 september gehouden gezamenlijke vergadering van de groep van artikel 23 en de Groep douane 2013, een bijeenkomst van uitvoervergunnings- en douaneambtenaren, is een uiterst nuttig forum gebleken voor informatie-uitwisseling en voor beraad op nieuwe maatregelen om de uitvoercontroleregeling van de Unie te verscherpen. Deskundigen uit alle lidstaten namen eraan deel.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
10
LIMITE NL
Het project wederzijdse bezoeken 2010 werd afgesloten in Bonn, waar Duitsland en Nederland als gastheer optraden. Het thema was de controle op doorvoer en tussenhandel. Wegens de grote belangstelling uit de lidstaten en het succes van de drie bezoeken is besloten het project in 2011 voort te zetten. De Commissie zal verder assistentie verlenen bij de organisatie.
Op het gebied van informatie-uitwisseling heeft de Commissie het "e-systeem goederen voor tweeërlei gebruik" opgezet, waarin uitvoervergunnings- en rechtshandhavingsfunctionarissen uit de verschillende lidstaten realtime toegang zullen krijgen tot weigeringsinformatie. De Commissie heeft met het oog hierop diverse druk bijgewoonde opleidingen georganiseerd, waar nationale deskundigen vertrouwd worden gemaakt met de nieuwe applicatie, die het bestaande cd-opslagsysteem van de Unie zal vervangen.
Aansluitend op de besprekingen in de gezamenlijke vergadering van de groep van artikel 23 en de Groep douane 2013, zal de Commissie de invoering van nieuwe functionaliteiten voorbereiden. De Commissie is nu klaar met het technische concept van een opleidingsprogramma uitvoercontrole voor vergunnings- en rechtshandhavingsfunctionarissen, zodat de samenstelling van het programma vordert.
In het kader van het uitbreidings- en integratieprogramma van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) is op 11 en 12 oktober 2010 een workshop gehouden over technische vraagstukken in verband met de toepassing van de Unieregeling inzake de controle op de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik, waaraan werd deelgenomen door Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië, Albanië, de Fyrom, Zwitserland, 16 lidstaten van de Unie, en de IAEA. Het GCO nam het voorzitterschap waar en verzorgde diverse uiteenzettingen. De workshop was tevens een bijdrage aan de behoeftenevaluatie voor het hierboven genoemde opleidingsprogramma.
Op het wetgevingsfront is in de Raad en het Europees Parlement de bespreking voortgezet van de door de Commissie in december 2008 voorgestelde ontwerpversie van de nieuwe communautaire algemene uitvoervergunningen.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
11
LIMITE NL
In september 2010 heeft de Commissie haar voorstel ingediend, ertoe strekkende om de controlelijst tweeërlei gebruik (bijlage I bij de verordening) aan te passen aan wat in het kader van de internationale uitvoerregelingen is besloten. Het voorstel is volgens de gewone wetgevingsprocedure bij het Europees Parlement en de Raad ingediend.
-
Meer inspanningen om ondernemingen alerter te maken
Na de druk bijgewoonde conferentie over tweeërlei gebruik, op 19 februari 2009 in Brussel, gaat de Commissie in overleg met de lidstaten en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven verder na aan welke opleidingen er nog behoefte is. Enkele lidstaten treffen ook zelf maatregelen om de alertheid te verhogen.
Preventie en bestraffing van proliferatiefinanciering
-
Versterking van overleg en internationale instrumenten
Het MVW-centrum heeft de lidstaten aangespoord er in de Financiële-actiegroep witwassen van geld (FATF) verder voor te ijveren dat alle lidstaten van de Unie tot de FATF toetreden.
-
Grotere alertheid bij de financiële instellingen en versterking van het instrumentarium tegen proliferatiefinanciering
De Commissie en de lidstaten werken met de Financiële-actiegroep (FATF) samen tegen de financiering van proliferatie. In februari 2010 heeft het plenum van de FATF een verslag aangenomen, Combating Proliferation Financing: A status report on Policy Development and Consultation, dat op 29 april werd gepubliceerd.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
12
LIMITE NL
Het verslag geeft 23 beleidsopties voor verdere actie, op de volgende vijf gebieden: i) rechtsstelsels en strafbaarstelling; ii) gerichte financiële sancties; iii) verantwoordelijkheid van de financiële instellingen; iv) kanalen voor het ontvangen van informatie van financiële instellingen, inclusief verslaglegging; v) alertheid en informatieuitwisseling tussen rechterlijke instanties. In oktober 2010 heeft de FATF de beleidsprioritering besproken, en besloten verder te werken volgens een in februari 2011 overeen te komen actieplan. Ook is afgesproken de proliferatiefinanciering binnen het bestek van de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad (VNVR-resoluties) te blijven behandelen. De FATF ziet voorts in hoe belangrijk het is om, nadat het actieplan is vastgesteld, voeling te houden met het krachtens resolutie 1540 van de VN-Veiligheidsraad ingestelde comité en overleg te plegen met de privésector.
-
Betere toepassing van financiële sancties, overeenkomstig de internationale juridische verplichtingen, met name krachtens de resoluties van de VNVeiligheidsraad
De Raad heeft op 26 juli Besluit 2010/413/GBVB, en op 25 oktober de nieuwe geconsolideerde Verordening (EU) nr. 961/2010 vastgesteld, ter uitvoering van VNVRresolutie 1929 en houdende aanvullende beperkende maatregelen van de Unie ten aanzien van Iran, met name op financieel gebied.
In de Groep raden buitenlandse betrekkingen is een gemeenschappelijke aanpak van bepaalde uitvoeringsaspecten van 's Raads Verordening (EG) nr. 423/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran afgesproken. De Groep raden heeft voorts de algemene richtsnoeren voor het uitvoeren en evalueren van de beperkende maatregelen herzien. Deze herziening is een doorlopend proces; de richtsnoeren worden, evenals de beproefde methoden voor de effectieve toepassing van de maatregelen, aangepast als het nodig is.
De Commissie heeft de dialoog met de financiële en commerciële sector over de toepassing van de beperkende maatregelen tegen Iran en Noord-Korea voortgezet; met name heeft zij in november 2010 in Londen deelgenomen aan een seminar met exporteurs en bankiersverenigingen.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
13
LIMITE NL
Een studie inzake financiële waakzaamheid en sancties, in het kader van het stabiliteitsinstrument, werd voltooid; het eindverslag is aan de Commissie gepresenteerd.
België heeft in november 2010 een seminar over de samenwerking tussen de EU en de VN bij de toepassing van de beperkende maatregelen van de VN georganiseerd.
Belemmeren en stoppen: Een grotere inspanning om de handel in CBRN-stoffen te bestrijden en versterking van de systemen om proliferatiestromen te onderscheppen
-
Onderscheppen van proliferatiestromen
Na de gezamenlijke douaneoperatie van november 2009 tegen proliferatie, heeft de Groep douanesamenwerking (GDS) de problematiek van zulke operaties verder besproken, en met name de vraag hoe de voor interdictieoperaties beschikbare middelen beter kunnen worden gecoördineerd.
Het Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI) heeft aan de bevoegde organen van de Raad en de Commissie de voorlopige resultaten gepresenteerd van een project om gevaren, lacunes en goede praktijken bij controles op de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik te inventariseren. Het project, dat door diverse lidstaten (Frankrijk, Duitsland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden) en de Commissie wordt gefinancierd, zal de preventiecapaciteit van de Unie inzake proliferatie versterken.
In het Comité Douanewetboek (douanecontrole en risicobeheersing) is een formeel voorstel besproken tot wijziging van Beschikking C (2009) 2601 van de Commissie van 15 april 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke risicocriteria en -normen voor de veiligheidsrisicoanalyse ten behoeve van de geharmoniseerde toepassing van bepaalde douanecontroles; de nieuwe tekst zou begin 2011 worden aangenomen. Het besluit zal bindend zijn voor de lidstaten.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
14
LIMITE NL
De directoraten-generaal Belastingen en Douane-unie (DG TAXUD) en Handel (DG TRADE) hebben de handen ineengeslagen om de uitvoercontrole krachtiger te handhaven. Voor de douanediensten van de lidstaten is een vragenlijst opgesteld die meer duidelijkheid moet verschaffen over de daadwerkelijke beschikbaarheid van weigeringsinformatie voor de douane. De eerste gezamenlijke vergadering van de douanediensten en de vergunningsautoriteiten, op 28 en 29 september 2010, moest beide partijen tot betere coördinatie en informatie-uitwisseling inzake uitvoerweigeringen brengen . -
Steun ter versterking van internationale en multilaterale instrumenten om proliferatiestromen te belemmeren Medio 2010, tegen het einde van het Spaanse voorzitterschap, ontving de Groep zeescheepvaart een document waarin de algemene achtergrond van de nieuwe actielijnen werd geschetst, de delegaties werd herinnerd aan het verzoek het Protocol van 2005 bij het Verdrag inzake de onderdrukking van illegale handelingen tegen de veiligheid van de zeescheepvaart te ratificeren, en hun werd verzocht het voorzitterschap en het Raadssecretariaat hiervan op de hoogte te houden. Vijf lidstaten (Spanje, Estland, Letland, Oostenrijk en Bulgarije) hebben tot dusver het protocol bekrachtigd. De EU heeft deelgenomen aan de werkzaamheden van bevoegde internationale gremia, zoals de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO). Op een diplomatieke conferentie, van 30 augustus tot en met 10 september 2010 in Beijing, werden een nieuw verdrag inzake de beteugeling van onwettige handelingen betreffende de internationale burgerluchtvaart, en het Protocol bij het Verdrag tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen aangenomen. Het illegaal vervoeren van biologische, chemische en nucleaire wapens en verwant materiaal is nu verdragsrechtelijk strafbaar. Het Belgische voorzitterschap trad op als coördinator tussen de lidstaten. Verscheidene lidstaten van de Unie hebben deelgenomen aan de bijeenkomst, op 1 en 2 november 2010 in Tokio, van de operationele deskundigen van het Veiligheidsinitiatief tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (Proliferation Security Initiative Operational Experts Group meeting - PSI OEG), en zij hebben ervoor gepleit dat de EU een status in het PSI verkrijgt.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
15
LIMITE NL
Belemmeren en stoppen: hervatten van de Europese discussie over sancties tegen proliferatie
-
Versterking van de juridische middelen ter bestrijding van daden van proliferatie
Volgens het CBRN-actieplan van de Unie zal de Commissie de bestaande strafrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake CBRN-terrorisme op basis van een studie analyseren, om te bepalen of verder moet worden gewerkt op Unieniveau. De studie zal helpen om, zoals voorgesteld in de nieuwe actielijnen, de nationale praktijken en wetgevingen inzake preventie en bestraffing van daden van proliferatie te vergelijken. De studie zal eind 2010 worden aanbesteed.
-
Overeenkomst op Europees niveau om het illegaal uitvoeren, verhandelen en smokkelen van massavernietigingswapens en materiaal hiervoor te onderwerpen aan strafrechtelijke sancties In de herziene verordening goederen voor tweeërlei gebruik zijn geen specifieke strafrechtelijke sancties bepaald. Wel moeten de lidstaten zelf sancties op schending van de verordening vastleggen, die doeltreffend, evenredig en afschrikkend moeten zijn.
Samenwerken en ondersteunen
-
Systematischer omschrijving van geografische gebieden en prioritaire gebieden voor technische samenwerking Er komt een document over de geografische prioriteiten voor de samenwerking tussen de Unie en derde landen en over de desbetreffende criteria, dat aan de Groepen CONOP/CODUN en het PVC zal worden voorgelegd.
-
Verhoogde bijstand en samenwerking in de strijd tegen de proliferatie van MVW De EU blijft haar medewerking verlenen aan het werk van internationale organisaties en derde landen op het gebied van non-proliferatie en ontwapening, zoals hieronder wordt beschreven.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
16
LIMITE NL
-
Een veiligheidscultuur op CBRN-gebied bevorderen Nadat de Raad in november 2009 het CBRN-actieplan van de Unie had vastgesteld, werden tijdens de Raadszitting van 8 en 9 november 2010 conclusies betreffende de paraatheid voor en de reactie op een CBRN-aanslag aangenomen. Een sterker veiligheidsbesef op CBRN-gebied is een van de hoofddoelstellingen van het actieplan. Vooral de uitvoering van de aanbevolen preventiemaatregelen op het gebied van veiligheidsbesef en -opleiding zal hiertoe bijdragen. Specifieke maatregelen om een veiligheidcultuur op CBRN-gebied te kweken, zijn het ontwikkelen van een hogeveiligheidscultuur bij het personeel van CBRN-inrichtingen, het bevorderen van de opstelling van gedragscodes, en het stimuleren van minimumopleidingseisen. Deze actie wordt gesteund uit de financiële programma's van DG HOME van de Commissie. De lidstaten worden aangespoord projecten in te dienen en subsidies aan te vragen. Binnen de EU heeft het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) diverse opleidingen voor douanebeambten en deskundigen uit lidstaten verzorgd inzake het opsporen van kernmateriaal en over technische forensische kennis met betrekking tot kernmateriaal. Voorts heeft er een workshop over alertheid inzake forensische kennis met betrekking tot nucleair materiaal plaatsgevonden, en een deskundigenbijeenkomst over de opstelling en de uitvoering van een nationaal reactieplan op het gebied van nucleaire veiligheid. Er is een studie uitgevoerd naar de haalbaarheid van een Europees opleidingscentrum voor nucleaire veiligheid, waarbij 27 lidstaten werden betrokken via een vragenlijst, bezoeken ter plaatse, en een workshop in mei 2010 bij GCO-ITU. De resultaten van de studie zijn aan DG HOME bezorgd, en er wordt gewerkt aan de follow-up. Het GCO heeft het project ITRAP+10 (Illicit Trafficking Radiation Assessment programme (programma voor de beoordeling van de straling van illegale handel)) gelanceerd, dat alle apparatuur beoordeelt en test die in de EU wordt gebruikt om nucleair materiaal op te sporen en te identificeren. Het nationaal bureau van de VS voor opsporing van nucleair materiaal (Domestic Nuclear Detection Office (DNDO)) heeft zich officieel bij het project aangesloten. In september 2010 had bij GCO-Ispra een internationale werkvergadering plaats, waarbij een week lang door de betrokken laboratoria uit de Unie en de VS werd overlegd met het oog op gemeenschappelijke testprocedures en infrastructuur voor het project.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
17
LIMITE NL
-
Versterking van de diplomatieke invloed door een beter gebruik van de MVWclausule
De CONOP is de toepassing van de MVW-clausule en de voortgang in de onderhandelingen met derde landen op gezette tijden blijven onderzoeken.
Coördineren
-
Organiseren van een opleiding op hoog niveau voor Europese ambtenaren belast met proliferatiebestrijding
Van 12 tot en met 15 oktober 2010 werd door de Europese veiligheids- en defensieacademie (EVDA) te Brussel een proefopleiding georganiseerd, met steun van Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, en met medewerking van de meeste lidstaten. Uiteenzettingen van Franse, Duitse en Britse ambtenaren werden gevolgd door toespraken van Unievertegenwoordigers die betrokken zijn bij de ontwikkeling van materiaal voor leren op afstand via internet. Het ligt in de bedoeling om deze cursus op basis van de ervaring te laten uitgroeien tot een permanente EVDA-opleiding.
-
Verbetering van de coördinatie van alle actoren en middelen in de EU
Het MVW-centrum heeft sinds 2006 zijn nut bewezen als coördinator bij discussies over de toepassing van de MVW-strategie van de Unie, bij het streven naar synergie, en bij het voorkomen van overlapping van projecten en andere activiteiten. De persoonlijke vertegenwoordiger van de EU voor non-proliferatie en ontwapening fungeert als contactpunt voor het MVW-centrum en zit er de vergaderingen voor.
In afwachting van de oprichting van de Europese dienst voor extern optreden hebben de bevoegde diensten van het Raadssecretariaat en de Commissie regelmatig overlegd ter coördinatie van de opstelling van gezamenlijke achtergrondnota's voor de hoge vertegenwoordiger, verklaringen die de Unie op internationale bijeenkomsten zou afleggen, beleidsdocumenten en projectactiviteiten. Er was dagelijks contact, en adhocvergaderingen werden belegd zonder formele convocatie door het MVW-centrum.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
18
LIMITE NL
Het gebruik van financiële instrumenten ter ondersteuning van het Uniebeleid inzake non-proliferatie en ontwapening is verder door het Raadssecretariaat en de Commissie gecoördineerd. Gepoogd werd de wederzijdse, snelle informatieverstrekking over samenwerkingsprojecten te verbeteren, om complementariteit en coördinatie tussen de verschillende financiële instrumenten van de Unie (gemeenschappelijke optredens van de Raad, besluiten van de Raad, het stabiliteits- en andere instrumenten) te bewerkstelligen, en ervoor te zorgen dat de projecten beantwoorden aan de doelstellingen van de MVW-strategie.
De EU heeft niet alleen in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid gehandeld, maar ook projecten uitgevoerd die derde landen beter moeten toerusten voor het verlagen van de CBRN-dreiging en voor de strijd tegen georganiseerde misdaad en terrorisme. DG RELEX van de Commissie heeft op 2 en 3 december 2010 in Brussel een grote tweedaagse conferentie georganiseerd, waar concrete aanbevelingen werden gedaan voor capaciteitsopbouwende projecten in het kader van de strategie van het stabiliteitsinstrument voor 2012 en 2013. Aan de conferentie werd deelgenomen door de lidstaten, de instellingen, internationale organisaties, denktanks en het maatschappelijk middenveld.
Het Bureau van de Unievertegenwoordiger voor non-proliferatie, DG RELEX en alle lidstaten hebben contactpunten voor de toepassing van de nieuwe actielijnen aangewezen. De lijst van de contactpunten werd in de tweede helft van 2010 geactualiseerd.
De rol van het SITCEN op het gebied van proliferatie-analyse werd verder uitgebreid, onder meer met specifieke presentaties in de bevoegde Raadsgroepen.
-
Meer bekendheid geven aan maatregelen van de Europese Unie en de beoordeling daarvan
Aan dit verslag is een bijgewerkt overzicht van gemeenschappelijke optredens, Raadsbesluiten en communautaire bijstandsprogramma's gehecht. Daarin staan alle maatregelen vermeld die de EU heeft genomen om proliferatie te helpen bestrijden.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
19
LIMITE NL
Uitvoeringsschema
In de nieuwe actielijnen van december 2008 worden de bevoegde Raadsinstanties en -organen, de Commissie, de overige instellingen en de lidstaten door de Raad opgeroepen tot concrete follow-up, om vóór eind 2010 de doelstellingen te verwezenlijken. Het Raadssecretariaat bewaakte de voortgang door informele documentatie aan het MVWcentrum en de CONOP te bezorgen, en door middel van zijn zesmaandelijkse verslagen. De Commissie werd hier nauw bij betrokken.
Gelet op de streefdatum van december 2010 en het feit dat verder werk geboden is, is de uitvoeringstermijn voor de nieuwe actielijnen met twee jaar verlengd. De Raad zou op 13 december 2010 conclusies aannemen, waarin de bevoegde Unie-instellingen en de lidstaten worden aangespoord met nieuwe initiatieven te komen, zodat het actieplan eind 2012 in alle beleidssectoren compleet is uitgevoerd.
II.
De aanpak van proliferatiecrises
-
Iran Omdat Iran zich geheel bleef onttrekken aan naleving van de vijf eerdere resoluties van de VN-Veiligheidsraad, en weigerde redelijke onderhandelingen over zijn kernprogramma aan te gaan, verklaarde de Europese Raad zich op 17 juni 2010 ingenomen met resolutie 1929, waarbij nieuwe beperkende maatregelen tegen het land werden afgekondigd. Op 26 juli 2010 nam de Raad Besluit 2010/413/GBVB aan, houdende maatregelen tot uitvoering aan resolutie 1929 van de VN-Veiligheidsraad alsmede flankerende maatregelen, teneinde bij te dragen tot het middels onderhandelingen wegnemen van alle resterende zorgpunten inzake de ontwikkeling van gevoelige technologie door Iran ter ondersteuning van zijn nucleaire en raketprogramma's. De Raad gaf op 25 oktober bij Verordening (EU) nr. 961/2010 uitvoering aan de maatregelen die onder de bevoegdheid van de Europese Unie vallen. Voorts nam de Raad een besluit tot herziening van de Unielijst van personen en entiteiten aan.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
20
LIMITE NL
In de Raadsconclusies van 26 juli 2010 werd nogmaals bevestigd dat de EU zich sinds lang inzet voor een diplomatieke oplossing van het Iraanse nucleaire probleem. De Raad verwelkomde en verleende zijn volledige steun aan de inspanningen van de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid om te dien einde de gesprekken te hervatten. De hoge vertegenwoordiger, alsmede vertegenwoordigers van China, Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, pleegden in december 2010 samen overleg met Iran, teneinde een diepgaand onderhandelingsproces over het Iraanse nucleaire programma en andere thema's van wederzijds belang op gang te brengen, en volwaardige betrekkingen tussen de Unie en Iran tot stand te brengen, die alle vormen van samenwerking (op economisch gebied, inzake het gebruik van kernenergie voor vreedzame doeleinden, in politiek opzicht, en op veiligheidsgebied) omvatten en beide partijen tot voordeel strekken. De Raad Buitenlandse Zaken, het Politiek en Veiligheidscomité en de bevoegde Raadsgroepen hebben de ontwikkelingen in verband met het Iraanse kernprogramma regelmatig besproken. -
Noord-Korea De EU is de zespartijengesprekken blijven steunen. Zij bleef de volledige, verifieerbare en onomkeerbare ontmanteling door Noord-Korea van al zijn kernwapens en lopende kernprogramma's eisen, alsook naleving van de verplichtingen krachtens de VNVRresoluties. De Unie was mede-indiener van de ontwerpresolutie over de toepassing van de in NPV-verband gesloten integrale-waarborgovereenkomst tussen de IAEA en Noord-Korea, die door de Algemene Conferentie van de IAEA, van 20 tot en met 24 september 2010 in Wenen, werd aangenomen. Door gestage toepassing van Verordening 1283/2009 van 22 december 2009, waarbij een breed scala van maatregelen tegen de MVW-gerelateerde programma's en activiteiten van Noord-Korea was afgekondigd, bleef de EU zorgen voor een standvastige uitvoering van resolutie 1874 van de VN-Veiligheidsraad. De EUmaatregelen vormen een aanvulling op resolutie 1874; het betreft een verstrekkend uitvoerverbod voor goederen voor tweeërlei gebruik, inspectie van de vracht en voorafgaande kennisgeving, een verbod op leveringsdiensten aan schepen, een uitbreiding van de bevriezing van tegoeden, en financiële waakzaamheid ten aanzien van de financiële ondernemingen van Noord-Korea.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
21
LIMITE NL
III. Steun voor het internationale verdragssysteem en de internationale organisaties De EU is het VN-bestel krachtig blijven steunen. Internationale overeenkomsten, andere verdragsrechtelijke teksten en andere organisaties staan in het middelpunt van haar streven naar ontwapening en non-proliferatie. De aanneming van de resoluties 1540, 1673, 1810, 1887 van de VN-Veiligheidsraad, en van de resoluties 1695, 1718 en 1874 (Noord-Korea), 1696, 1737, 1747, 1803, 1835 en 1929 (Iran), illustreert de centrale rol die de VN-Veiligheidsraad op het gebied van non-proliferatie en ontwapening blijft spelen. De EU geeft volledige uitvoering aan alle bepalingen van deze resoluties. De EU tracht haar rol en zichtbaarheid in alle bevoegde gremia, zoals de Eerste Commissie van de Algemene Vergadering van de VN, de Ontwapeningsconferentie, de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA), de Organisatie voor het verbod van chemische wapens (OPCW), het Verdrag inzake biologische en toxinewapens (BTWC) te versterken door een gezamenlijke inbreng op alle agendapunten. De Unievertegenwoordiger voor nonproliferatie en ontwapening en haar bureau hebben actief deelgenomen aan vergaderingen over non-proliferatie en ontwapening in VN-verband (bijvoorbeeld in New York, Wenen, Genève en Den Haag), en regelmatig contact gehad met alle bevoegde organisaties, organen en actoren. De Raad heeft met gemeenschappelijke optredens en besluiten belangrijke steun verleend aan internationale organisaties (onder meer VN, IAEA, OPCW, CTBTO, WHO) en financiële middelen volledig voor concrete bijstandsprojecten bestemd. Ook uit het stabiliteitsinstrument heeft de Unie aanzienlijke middelen voor haar MVW-activiteiten beschikbaar gesteld, zoals in de hier volgende punten wordt beschreven. 1)
Nucleaire kwesties -
Toetsingsconferentie in NPV-verband in 2010 De Unie heeft zich in haar contacten met derde landen een actief pleitbezorger getoond van de resultaten van de NPV-toetsingsconferentie van mei 2010, en vooral de actieplannen inzake ontwapening, non-proliferatie en het vreedzaam gebruik van kernenergie.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
22
LIMITE NL
Over het vervolg dat moest worden gegeven aan het slotdocument, met name de uitvoering van de resolutie van 1995 over het Midden-Oosten, vonden verdere besprekingen plaats. De Unie heeft ten aanzien van derde landen stappen ondernomen met het oog op de Algemene Conferentie van de IAEA (Wenen, 20-24 september 2010), en benadrukt dat de internationale gemeenschap, een consensuele aanpak volgend, haar steun moet verlenen aan de inspanningen om in 2012 een conferentie te beleggen over de totstandbrenging van een gebied dat vrij is van massavernietigingswapens en bijbehorende afvuursystemen, zoals op de NPV-toetsingsconferentie van 2010 is overeengekomen.
-
Alomvattend kernstopverdrag (CTBT)
De Belgische Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken heeft op 23 september 2010 in New York, tijdens de vijfde ministeriële zitting van het CTBT, namens de EU een krachtige stem laten horen ten gunste van het verdrag en de spoedige inwerkingtreding ervan.
De Unie bleef op politiek en technisch niveau toenadering zoeken tot met name de resterende negen staten van bijlage II die het verdrag nog moeten ratificeren om het in werking te kunnen laten treden.
-
Splijtstofproductiestopverdrag (FMCT)
De Unie bleef aansturen op onmiddellijke onderhandelingen over een verdrag dat de vervaardiging van splijtbare materialen voor kernwapens of andere nucleaire explosiemiddelen verbiedt (FMCT), en betreurt het dat de besprekingen op de Ontwapeningsconferentie zijn vastgelopen. In afwachting van de inwerkingtreding van een dergelijk verdrag bleef de EU alle betrokken staten oproepen een moratorium op de productie van splijtstof voor kernwapens af te kondigen en na te leven.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
23
LIMITE NL
-
Ontwapeningsconferentie / Bijeenkomst op hoog niveau
De Belgische Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken heeft op 24 september 2010 in New York, tijdens de bijeenkomst op hoog niveau om de ontwapeningsconferentie nieuw leven in te blazen en de multilaterale onderhandelingen vooruit te helpen, een verklaring namens de EU afgelegd. Ten vervolge op dit initiatief van de secretaris-generaal van de VN tracht de EU de standpunten onderling nauw af te stemmen.
-
Top over nucleaire veiligheid
De Unie is het wereldwijde streven naar grotere nucleaire veiligheid, conform haar MVW-strategie van 2003, actief blijven steunen. Zij heeft meegewerkt aan de follow-up van de top inzake nucleaire veiligheid, in april 2010 te Washington; met name heeft de Raad een nieuw besluit ten behoeve van het Fonds voor Nucleaire Veiligheid van de IAEA (2010/585/GBVB) vastgesteld. De Unievertegenwoordiger voor non-proliferatie en ontwapening heeft, bijgestaan door DG RELEX en het directoraat-generaal Energie (DG ENER), deelgenomen aan de sherpabijeenkomst te Buenos Aires in Argentinië, waar zij de activiteiten en de bijdrage van de Unie inzake mondiale nucleaire veiligheid sinds de top van Washington hebben geschetst.
-
Algemene Conferentie van de IAEA
De Belgische minister van Klimaat en Energie heeft tijdens de Algemene Conferentie van de IAEA, van 20 tot en met 24 september 2010 in Wenen, de verklaring voorgelezen waarbij de IAEA over de hele linie resoluut door de Unie wordt gesteund. De resolutie over versterking van de effectiviteit en efficiëntie van het waarborgenstelsel en toepassing van het desbetreffende model voor een aanvullend protocol, alsook de resolutie over nucleaire veiligheid zijn mede door de Unie voorgesteld. Op het gebied van technische samenwerking blijven de lidstaten de voornaamste donor van het Technical Cooperation Fund (TCF) van de IAEA.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
24
LIMITE NL
-
Multilaterale benaderingen op nucleair gebied
De EU bleef ervoor ijveren dat de splijtstofcyclusthematiek multilateraal wordt benaderd, om aldus een aantrekkelijk, solide en levensvatbaar internationaal kader tot stand te brengen. Multilaterale vormen van splijtstofvoorziening kunnen landen een grotere energiezekerheid verschaffen en tevens een geloofwaardig alternatief voor nationale verrijkings- en opwerkingstechnologieën bieden, zonder dat de bestaande markt wordt verstoord.
In december 2010 heeft de EU de aanneming van een resolutie gesteund, waarin de Raad van Beheer van de IAEA ervoor pleit het IAEA-secretariaat toestemming te geven tot de oprichting van een door de IAEA beheerde splijtstofbank met laag verrijkt uranium. Daarnaast blijft de EU erop aansturen dat in de Raad van Beheer van de IAEA wordt gesproken over regels, criteria en voorwaarden om de bank adequaat te laten functioneren. Op grond van de Raadsconclusies van december 2008 heeft de Unie financiële steun ten belope van 25 miljoen euro uit het stabiliteitsinstrument en de GBVB-begroting toegezegd, die zal worden verstrekt nadat de Raad van Beheer van de IAEA de nodige besluiten heeft genomen. Daarnaast wordt naarstig verder gesproken met mogelijke begunstigden.
-
Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG)
De Unie - die tevoren haar standpunt had bepaald - legde tijdens de plenaire zitting van de Groep van Nucleaire Exportlanden (NSG), van 21 tot en met 25 juni 2010 te Christchurch in Nieuw-Zeeland, een verklaring af. Zij blijft pleiten voor strengere controle op de overdracht van verrijkings- en opwerkingstechnologie.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
25
LIMITE NL
-
Gewijzigd Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal (VFBK ) Momenteel hebben 18 lidstaten de in 2005 aangenomen wijziging van het Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal en kerninstallaties (VFBK) bekrachtigd, dan wel de nodige stappen ondernomen om samen met de Unie hun akte van bekrachtiging bij de IAEA neer te leggen. De overige lidstaten zullen dit wellicht in de nabije toekomst doen. Ratificatie door alle lidstaten zal de Unie steunen in haar diplomatieke inspanningen ten gunste van de inwerkingtreding van het gewijzigde verdrag. Het verdrag heeft ten doel wereldwijd een effectieve materiële beveiliging van voor vreedzame doeleinden gebruikt kernmateriaal en voor vreedzame doeleinden gebruikte nucleaire faciliteiten tot stand te brengen en te handhaven; wereldwijd misdrijven met betrekking tot dergelijk materiaal en dergelijke faciliteiten te voorkomen en te bestrijden; en de samenwerking daartoe tussen de verdragsstaten te vergemakkelijken.
-
Gemeenschappelijke optredens en besluiten van de Raad ter ondersteuning van de IAEA Met het oog op een betere beveiliging van kernmateriaal en andere radioactieve stoffen steunt de Unie sinds 2004 een aantal bijstandsprojecten van de IAEA in landen in de Westelijke Balkan, de Kaukasus, Centraal-Azië, het Middellandse Zeegebied, Afrika en Zuidoost-Azië. Dankzij een financiële bijdrage van meer dan 33 miljoen euro is de EU thans de grootste donor van het Fonds voor Nucleaire Veiligheid van de IAEA. In totaal hebben 53 landen al bijstand ontvangen in het kader van de gemeenschappelijke optredens waarbij de Unie de IAEA op het gebied van nucleaire veiligheid en verificatie ondersteunt. Op grond van de meest recente regeling, Besluit 2010/585/GBVB van de Raad van 27 September 2010, komen meer dan 100 landen in aanmerking. Het nieuwe besluit beoogt het geografische bereik van de bijstandsprojecten uit te breiden tot de landen van de Golf en Latijns-Amerika, maar tegelijk verder aandacht te besteden aan de resterende prioriteiten op andere gebieden en de reeds verleende bijstand te continueren.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
26
LIMITE NL
De uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 2008/314/GBVB is voortgezet en zal naar verwacht in 2011 voltooid zijn. De IAEA heeft de Gemeenschappelijke Optredens 2004/495/GBVB van 17 mei 2004, 2005/574/GBVB van 18 juli 2005, en 2006/418/GBVB van 12 juni 2006 al geheel benut. Dankzij de projecten is de materiële beveiliging van nucleair en ander radioactief materiaal verbeterd, is de beveiliging van radioactieve stoffen in niet-nucleaire toepassingen verbeterd, kunnen staten beter illegale handel opsporen en bestrijden, worden nucleair materiaal en andere radioactieve stoffen beter beveiligd en gecontroleerd, en krijgen staten assistentie op het gebied van wet- en regelgeving, met name wat de nakoming van hun verplichtingen krachtens de waarborgovereenkomsten en aanvullende protocollen in het kader van de IAEA betreft.
-
Uitvoering van de in het Euratom-Verdrag bedoelde veiligheidscontroles
Binnen de EU fungeren de Commissiediensten (Veiligheidscontrole van Euratom) als regionaal boekhoud- en controlesysteem voor kernmateriaal. De IAEA heeft in 2009, dankzij uitgebreid overleg, op 8 januari 2010 in samenwerking met de Commissie kunnen aankondigen dat zij overeenstemming had bereikt over regelingen voor het uitvoeren van een "geïntegreerde veiligheidscontrole" in alle niet-kernwapenstaten in de Europese Unie met aanzienlijke nucleaire activiteiten.
Dit akkoord toont de uitstekende samenwerking tussen de IAEA en Euratom. Het zal leiden tot een verlichting van de inspectielast van de afzonderlijke lidstaten en de IAEA, en het heeft de IAEA geholpen om de beperkte middelen met voorrang in te zetten op problematischer gebieden.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
27
LIMITE NL
-
Technische en wetenschappelijke bijstand aan de IAEA Binnen de Unie verleent de Commissie direct en indirect assistentie in velerlei vormen bij de verificatie in het kader van de waarborgovereenkomsten van de IAEA, bijvoorbeeld via de beveiligingssamenwerking tussen Euratom en de IAEA. De Commissie financiert een aanzienlijk deel van het door de IAEA in de EU gebruikte instrumentarium voor veiligheidscontrole en maakt op die manier IAEA-middelen vrij die in andere regio's van de wereld kunnen worden ingezet. Voorts wordt, in het kader van de nieuwe partnerschapsbenadering EuratomIAEA, de werklast die de inspectie met zich brengt door de Commissie en de IAEA gedeeld. Dat de Commissie haar kennis deelt, helpt ook om de methoden, apparatuur en faciliteiten van de IAEA te ontwikkelen. Zo heeft bijvoorbeeld het ontwerp van het IAEA-laboratorium ter plaatse in Japan veel profijt gehad van de ervaring die Euratom heeft opgedaan met het ontwerpen, bouwen en exploiteren van dergelijke laboratoria. De Commissie helpt niet alleen via haar eigen programma voor steun aan de IAEA (het steunprogramma van Euratom), maar verleent ook uitgebreide medewerking aan de IAEA-steunprogramma's van sommige lidstaten of derde landen. Enkele voorbeelden: -
het ontwikkelen en in de praktijk testen van technologie voor monsteranalyse ter plaatse (Compucea II);
-
levering van veiligheidscontrole-instrumenten voor praktijktoepassing in de Unie;
-
het op afstand doorsturen van gegevens van nucleaire installaties naar inspectie-afdelingen, samenwerking op het gebied van opsporings- en verificatiesystemen, met name draagbare apparatuur voor de analyse van nucleair materiaal, digitale elektronica, enzovoort (in samenhang met het Duitse steunprogramma);
-
samenwerking bij de ontwikkeling en toepassing van nieuwe verzegelingsen controlesystemen voor de beveiliging van nucleair materiaal (samen met het Amerikaanse en het Duitse steunprogramma);
-
opleidingen, in Wenen, over software van DG-ENER voor verificatiemeting door IAEA met betrekking tot gebruikte splijtstof;
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
28
LIMITE NL
-
een cursus/workshop over activiteiten in het kader van het aanvullend protocol;
-
medewerking aan een IAEA-workshop over beveiliging van toekomstige splijtstofcycli;
-
laboratoria van het GCO van de Europese Commissie analyseren nucleaire monsters die door IAEA-inspecteurs zijn genomen;
-
technische steun en bijstand ter plaatse voor IAEA-inspecties (bijvoorbeeld de nieuwe opwerkingsfabriek in Japan). Dit omvat cursussen over tankkalibratie en "solution monitoring", alsmede steun voor de keuze van sensoren en gegevensverwervingssystemen;
-
ontwikkeling van methoden en instrumenten waarmee bij verificatie door de IAEA gegevens over wereldhandel kunnen worden gebruikt;
-
onderzoek naar de verspreiding van onzuiverheden bij verwerking en conversie van uranium, om typische kenmerken van de oorsprong van het materiaal of de ondergane bewerking te kunnen aanduiden;
-
studie betreffende de scheikundige veranderingen in deeltjes uraniumoxyfluoride, als middel om de leeftijd te schatten van uraniumdeeltjes in veegmonsters uit verrijkingsinstallaties.
-
Bijstand van de Unie aan beveiligingslaboratoria van de IAEA
In samenwerking met de IAEA draagt de Unie 5 miljoen euro bij uit het stabiliteitsinstrument, voor de bouw van een nieuw IAEA-beveiligingslaboratorium in Seibersdorf waar kernmateriaal zal worden geanalyseerd. Dit project moet de IAEA steunen bij de bouw en uitrusting van het departement chemie en massaspectrometrie van haar nieuwe laboratorium voor beveiligingsanalyse van nucleair materiaal, waar de meest recente normen inzake veiligheid en meetkwaliteit zullen worden gehanteerd.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
29
LIMITE NL
-
Opleiding en onderwijs op het gebied van nucleaire beveiliging en nonproliferatie Het GCO heeft in Ispra de vijfde cursus nucleaire beveiliging en non-proliferatie van het Europees verbond voor veiligheidscontroleonderzoek en ontwikkeling (ESARDA) georganiseerd, die werd bijgewoond door een internationaal gezelschap van 60 deelnemers uit universiteiten, onderzoeksinstellingen, nationale autoriteiten en het bedrijfsleven. Met steun van ESARDA werd een syllabus uitgegeven. Voorts heeft het GCO, tijdens het jongste IAEA-symposium over beveiliging te Wenen, als coördinator in de gezamenlijke werkgroep NuSaSET (Nuclear Safeguards and Security Education and Training - opleiding en scholing in nucleaire beveiliging en veiligheid) van het ESARDA en het INMM (Institute for Nuclear Materials Management - Instituut voor beheer van nucleair materiaal), opnieuw op verdere internationale ontwikkeling en samenwerking aangestuurd.
-
Gemeenschappelijke optredens en besluiten van de Raad ter ondersteuning van de CTBTO Besluit 2010/461/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 zal de toezicht- en verificatiemogelijkheden van de CTBTO verder ten goede komen. Het wordt sinds eind 2010 toegepast, en is bedoeld om scherpere bewaking op het gebied van radionucliden mogelijk te maken, het seismologische bewakingsysteem van de CTBTO operationeel te houden, grondiger inspecties ter plaatse (On-SiteInspection - OSI) te kunnen uitvoeren, het zeer gevoelige OSI-systeem voor de detectie van edelgas (radioxenon) verder te ontwikkelen, en apparatuur aan te schaffen waarmee de snel inzetbare OSI kan worden verbeterd. Gemeenschappelijk Optreden 2008/588/GBVB van de Raad van 15 juli 2008 voorziet in verdere versterking van de toezichtscapaciteit op het gebied van radionucliden, alsook in capaciteitsopbouw en technische bijstand aan Afrikaanse landen die partij zijn bij de CTBT, om deze landen optimaal te kunnen laten profiteren van en deelnemen aan het toezichts- en verificatiesysteem van de CTBTO. In juni 2009 is een lijst van begunstigde landen in Afrika opgesteld, die nu wordt gebruikt.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
30
LIMITE NL
Het in maart 2006 vastgestelde Gemeenschappelijk Optreden 2006/243/GBVB van de Raad betreffende de ondersteuning van activiteiten van de CTBTO op het gebied van opleiding en capaciteitsopbouw voor verificatie wordt verder uitgevoerd. Dankzij "elektronisch leren" kan de opleidingscapaciteit voor medewerkers van de meetstations van het CTBTO-bewakingsnetwerk worden uitgebreid. Het project zal wellicht eind 2010 zijn uitgevoerd. 2)
Chemische wapens Sinds de Unie in 2005 gemeenschappelijke optredens ten behoeve van de Organisatie voor het verbod van chemische wapens (OPCW) is gaan toepassen, hebben 21 nieuwe landen het Verdrag inzake chemische wapens (CWC) ondertekend en geratificeerd, waardoor het totale aantal verdragsstaten nu 188 bedraagt. Op grond van Besluit 2009/569/GBVB van de Raad van juli 2009 kon de Unie haar intensieve, gerichte steun aan de OPCW voortzetten. Terwijl verder werk wordt gemaakt van de universalisering van het CWC, worden ook nieuwe activiteiten op stapel gezet, ter ondersteuning van specifieke projecten met het oog op de algehele toepassing van het CWC en op nauwere internationale samenwerking op het gebied van chemische activiteiten. De Unie heeft tal van bilaterale bezoeken voor technische bijstand en seminars bekostigd. Het Raadsbesluit is in de tweede helft van 2010 verder toegepast. In dit verband vond op 7 en 8 juni in Berlijn een speciale workshop plaats, met 140 vertegenwoordigers uit 61 landen die partij zijn bij het Verdrag inzake chemische wapens. Op 22 en 23 november 2010 is in Warschau (Polen) tijdens een simulatieoefening de preventieve paraatheid van de verdragsstaten tegen een terreuraanval met chemicaliën getest. De oefening werd gefinancierd op grond van het Raadsbesluit inzake ondersteuning van OPCW-activiteiten. Tot de andere activiteiten in het kader van het Raadsbesluit behoorden regionale stimuleringsseminars en opleidingscursussen, alsook bezoeken in het kader van bilaterale technische bijstand die plaatsvonden in Colombia, de Dominicaanse Republiek, Nicaragua en Oman.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
31
LIMITE NL
De Unie heeft actief meegewerkt aan de voorbereiding van de 15e zitting van de Conferentie van de Staten die partij zijn bij het verdrag, Na coördinatie in Den Haag, werd een verklaring afgelegd tijdens de conferentie, die plaatsvond van 29 november tot en met 3 december 2010. Omdat er geen delegatie van de Unie ter plaatse was, hebben de vertegenwoordiger van de EU voor non-proliferatie en ontwapening en haar medewerkers getracht de coördinatievergaderingen van de Unie in Den Haag bij te wonen.
3)
Biologische en toxinewapens
Op de bijeenkomst van BTWC-deskundigen, van 23 tot en met 27 augustus 2010 in Genève, heeft de Unie drie werkdocumenten gepresenteerd, respectievelijk over het reactievermogen van de Unie tegen CBRN-aanvallen en CBRN-incidenten, de samenwerkingsinitiatieven van de Unie met het oog op grotere bioveiligheid en betere biobeveiliging, en het beknopt verslag door de moderatoren van de internationale workshop, van 16 tot en met 18 juni 2010 in Madrid, over de reactie bij vermoedelijk gebruik van biologische wapens. De Unie had een standpunt voorbereid, en legde tijdens de deskundigenbijeenkomst een verklaring af.
De Unie heeft actief deelgenomen aan de bijeenkomst van de staten die partij zijn bij het verdrag, van 6 tot en met 10 december in Genève, en legde met name een steunverklaring af.
Met het oog op de 7e toetsingsconferentie van het BTWC, in 2011, werd de interne voorbereiding voortgezet en met derde landen overleg gepleegd. Vertegenwoordigers van de Unie waren aanwezig bij informele manifestaties, met name een mede door de EU georganiseerde Wilton Park Conference in het Verenigd Koninkrijk, van 24 tot en met 26 september 2010, over de verwachtingen omtrent de toetsingsconferentie van het BTWC, en een internationale BTWC-workshop van 4 tot en met 6 november 2010 in Beijing.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
32
LIMITE NL
-
Gemeenschappelijk optreden van de Raad ter ondersteuning van het BTWC
In de tweede helft van 2010 is Gemeenschappelijk Optreden 2008/858/GBVB ter ondersteuning van het BTWC verder toegepast. De "ondersteunende eenheid voor de uitvoering" (Implementation Support Unit - ISU) werd door de twee aangetrokken deskundigen uitgebouwd. Verscheidene nieuwe landen toonden belangstelling voor bijstand van de Unie.
Het eerste CBM-bijstandsbezoek, in maart 2010 aan de Filipijnen, werd gevolgd door een tweede, aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (Fyrom), van 6 tot en met 9 juli 2010. Fyrom, de Filipijnen en diverse andere door de Unie langs diplomatieke weg benaderde verdragsstaten (Albanië, Bhutan, Kenia, de Verenigde Arabische Emiraten en Jemen) dienden dit jaar hun eerste CBM-verslag in. Ter gelegenheid van de bijeenkomst van de BTWC-deskundigen werd op 26 augustus in Genève, met medewerking van deskundigen uit lidstaten van de Unie en uit andere landen, een workshop gehouden voor nationale CBMcontactpunten en voor verdragsstaten die nog geen CBM-verslag hebben ingediend. In 2010 zijn 70 CBM-verslagen ingediend, het hoogste aantal sinds het proces in 1987 van start is gegaan.
Een geslaagde internationale workshop vond plaats van 16 tot en met 18 juni 2010 in Madrid, over de reactie bij vermoedelijk gebruik van biologische wapens. Meer dan 40 vertegenwoordigers van 40 Unielidstaten, derde landen (Brazilië, Canada, Cuba, de Filipijnen, Maleisië, Zuid-Afrika en de Verenigde Staten), instellingen van de Unie (Raad), en internationale organisaties (UNODA, WGO, OIE, FAO, ICRK, INTERPOL, OPCW) namen eraan deel.
Op regionaal niveau valt de geslaagde workshop voor West- en Centraal-Afrika over de nationale toepassing van het BTWC te vermelden, van 24 tot en met 27 oktober 2010 in Abuja (Nigeria).
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
33
LIMITE NL
De "handleiding voor de verdragsstaten" zal om te beginnen de basisverplichtingen uit het BTWC, evenals andere internationale verplichtingen en afspraken, zoals de VNVR-resoluties 1540 (2004) en 1373 (2001), moeten omvatten. De handleiding zou - na de bestaande handleiding over medewerking aan de CBM's - een nieuwe belangrijke compilatie in het kader van het gemeenschappelijk optreden moeten worden waarmee de verdragsstaten worden geholpen aan hun BTWC-verplichtingen te voldoen.
-
Implementatie van het EU-actieplan inzake BTWC
De lidstaten van de Unie hebben toegezegd om, als voorbeeld voor de andere verdragsstaten, ieder jaar een CBM-verslag aan de VN toe te zenden en de lijst van deskundigen en laboratoria bij te werken aan de hand waarvan de secretarisgeneraal van de VN gemakkelijker een onderzoek kan instellen naar vermoedelijk gebruik van chemische en biologische wapens. De Unie heeft hiertoe het in 2006 door de Raad aangenomen actieplan verder uitgevoerd.
-
Bijstand op het gebied van bioveiligheid en biobeveiliging
De toepassing van Gemeenschappelijk Optreden 2008/307/GBVB van de Raad ter ondersteuning van de Wereldgezondheidsorganisatie op het gebied van bioveiligheid en biobeveiliging is voortgezet. Dit omvat twee soorten activiteiten:
a)
bewustmakings-, opleidings- en netwerkactiviteiten in nationaal, subregionaal en regionaal kader, een workshop over het stimuleren van praktijken om biologische gevaren terug te dringen en van de bewustwording daaromtrent, en de daadwerkelijke toepassing daarvan in laboratoria en andere faciliteiten. Van 16 tot en met 19 november 2010 werden in Pune (India) twee workshops voor 11 Zuidoost-Aziatische landen georganiseerd, namelijk een cursus over aandacht voor en beheersing van biologische risico's en een cursus over vervoer van besmettelijke stoffen. Voor Russischtalige landen is een workshop over aandacht voor
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
34
LIMITE NL
bioveiligheid en biobeveiliging in laboratoria gepland, van 13 tot en met 15 december 2010 in Astana (Kazachstan). Van 29 augustus tot en met 3 september 2010 heeft de WGO een eerste evaluatiebezoek aan Afghanistan gebracht met betrekking tot de beheersing van biologische risico's. Voorbereidingen zijn getroffen voor de organisatie, begin 2011, van een cursus over kwaliteitsbewaking in laboratoria, om een kerngroep van hoofddocenten op te leiden voor de laboratoria die gericht zijn op biobeveiliging en bioveiligheid in Noord-Korea.
b)
verlening van specifieke technische bijstand voor het opstellen en uitvoeren van een beheersplan voor het terugdringen van biologische risico's in een geselecteerd land, met name Oman. Het doel hiervan is vooral de laboratoriumpraktijk en -veiligheid in overeenstemming te brengen met de geïntegreerde nationale paraatheidsplannen, en de nationale laboratoria beter te laten presteren en duurzamer te laten functioneren, door ze met elkaar in regionale en internationale laboratoriumnetwerken te verbinden. In augustus 2010 vond in Oman een workshop voor de nationale betrokkenen plaats, ter beoordeling en opstelling van het nationale plan voor bioveiligheid en biobeveiliging in laboratoria. Eveneens in Oman werd tijdens een workshop in oktober 2010 de paraatheid voor alle mogelijke noodgevallen op het gebied van bioveiligheid en biobeveiliging geëvalueerd, teneinde in structureel en technisch opzicht de laatste hand te leggen aan het geconsolideerde evaluatieverslag (omvattende alle risico's en de totale laboratoriumcapaciteit), en het capaciteitsopbouwplan verder af te werken.
De EU heeft ook, via het stabiliteitsinstrument en het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, in derde landen een aantal concrete projecten op het gebied van bioveiligheid en biobeveiliging gesteund:
a)
het project ter versterking van de bioveiligheids- en biobeveiligingscapaciteit in Rusland en Centraal-Aziatische landen, door het personeel van belangrijke biologische installaties te scholen in betere veiligheids- en beveiligingsmethoden, is door de Unie voortgezet (stabiliteitsinstrument, 6,8 miljoen euro).
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
35
LIMITE NL
Het moet medewerkers van en toezichthouders in de betrokken laboratoria op een hoger wetenschappelijk en technisch niveau tillen, door hen te scholen en beter te equiperen, en door verbetering van de epizoötiologische controle en van het vermogen om besmettelijke ziekten te diagnosticeren.
b)
de Unie heeft verdere steun verstrekt voor het project "EpiSouth" (dat uitgaat van het directoraat-generaal Gezondheid en consumenten, DG SANCO, hierbij geholpen door EuropeAid voor achttien niet-lidstaten), namelijk de vorming van een controlenetwerk inzake volksgezondheid, veiligheidsdreigingen en andere biobeveiligingsrisico's in de landen van het Middellandse-Zeegebied (stabiliteitsinstrument, 3 miljoen euro). Het algemene doel van dit project is via capaciteitsopbouw de gezondheid in het gebied rond de Middellandse Zee en in Zuidoost-Europa beter te beschermen, door nationaal en regionaal een hogere graad van paraatheid voor gemeenschappelijke gezondheidsbedreigingen en biobeveiligingsrisico's te bewerkstelligen.
De Unie overwoog in 2010 de volgende activiteiten op het gebied van biobeveiliging uit het stabiliteitsinstrument te ondersteunen:
a)
een project ter verhoging van de bioveiligheid en biobeveiliging in het Oekraïense station voor pestbestrijding (Ukrainian anti-plague station UAPS) in Simferopol (stabiliteitsinstrument, 4 miljoen euro). De UAPS is een integrerend deel van het publieke bestel van sanitaire en epidemiologische instellingen.
b)
versterking van de bioveiligheids- en biobeveiligingscapaciteit in de zuidelijke Kaukasus en in Centraal-Aziatische landen (stabiliteitsinstrument, 5 miljoen euro): de bioveiligheids- en biobeveiligingsinfrastructuur van geselecteerde laboratoria wordt op een hoger peil gebracht, het personeel van de biologische laboratoria krijgt een opleiding, en projecten die voorzien in de nationale bioveiligheids- en biobeveiligingsbehoeften worden gefinancierd.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
36
LIMITE NL
c)
de installatie van mobiele laboratoria in Afrika bezuiden de Sahara, die kunnen worden ingezet wanneer een epidemie van internationale omvang uitbreekt en de lokale gezondheidsdiensten over te weinig expertise en materiaal beschikken om deze te onderkennen en te beheersen (stabiliteitsinstrument, 3,5 miljoen euro).
4)
Raketten
-
Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie en -onderdelen (MTCR)
Er is hard aan gewerkt om het MTCR door alle lidstaten van de Unie te laten onderschrijven, met name op de bijeenkomst van het "Reinforced Point of Contact" (RPoC) op 14 en 15 juni 2010 in Parijs, en via diplomatieke contacten met derde landen.
-
Haagse Gedragscode (HCoC) tegen de verspreiding van ballistische raketten:
De Unie blijft een warm pleitbezorger van de Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten, en heeft met name Raadsbesluit 2008/974/GBVB ter ondersteuning van de HCoC verder toegepast. Dit besluit heeft drie grote doelstellingen:
-
wereldwijde toepassing van de Gedragscode;
-
steun aan de uitvoering van de Code in ondertekenende staten;
-
bevordering van een sterkere en beter functionerende Code.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
37
LIMITE NL
In samenwerking met het huidige voorzitterschap van de HCoC (Frankrijk) werd een brug geslagen naar de resolutie die de Eerste Commissie van de Algemene Vergadering van de VN over de HCoC heeft aangenomen, om alle staten die de code hebben onderschreven erop te wijzen dat zij zich daaraan moeten houden. In dat verband zijn in de marge van de vergadering van de Eerste Commissie in New York contacten gelegd om wereldwijde toetreding tot de code te propageren. Ter bevordering van de transparantie en het vertrouwen wordt in 201l een bezoek aan de Europese lanceerbasis in Kourou (Frankrijk) georganiseerd, ook voor staten die de code niet hebben onderschreven.
5)
Steun voor resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad
De toepassing van het tweede Gemeenschappelijk Optreden, 2008/368/GBVB, ter ondersteuning van de in mei 2008 aangenomen resolutie 1540 (annex 1673 en 1810) van de VN-Veiligheidsraad, loopt ten einde. In totaal zijn ingevolge VNVR-resolutie 1540 zeven regionale workshops voor exportcontrolefunctionarissen belegd, laatstelijk van 28 september tot en met 1 oktober 2010 in Hanoi (Vietnam), voor landen in Zuidoost-Azië. De Unie was er vertegenwoordigd door het hoofd van haar delegatie in Hanoi. Tijdens de workshops bleek welke specifieke behoeften de betrokken landen hebben en welke lacunes er nog zijn op het terrein van de resolutie; bijstandsverzoeken werden onderzocht en bekeken werd hoe met de donoren en met de deskundigen van Comité 1540 kan worden samengewerkt.
Over het gewenste vervolg op deze studiebijeenkomsten, waarvoor op de toetsingsconferentie van resolutie 1540 in september 2009 in New York veel waardering is geoogst, heeft beraad plaatsgevonden, en momenteel wordt gewerkt aan een nieuw Raadsbesluit, over landenbezoeken.
Na een bezoek aan Brussel van ambassadeur Heller, voorzitter van het Comité 1540, in september 2010, en de toespraak van de vertegenwoordiger van de EU in het Comité 1540, in oktober 2010 in New York, werden de contacten tussen de Unie en het Comité 1540 intensiever. Deze contacten waren vooral van belang met het oog op diverse demarches die de Unie in verband met de uitvoering van VNVR-resolutie 1540 voorbereidt.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
38
LIMITE NL
6)
Veiligheid in de kosmische ruimte
Aan de hand van de opmerkingen die door enkele ruimtevaartlanden zijn ingediend, heeft de Unie een herziene ontwerpversie van de gedragscode voor activiteiten in de kosmische ruimte opgesteld. De Raad heeft in zijn conclusies van 27 september 2010 de hoge vertegenwoordiger opgedragen het overleg voort te zetten, om te komen tot een versie die voor een maximaal aantal landen aanvaardbaar is. Met een groot aantal landen is drukke diplomatieke activiteit op gang gekomen. De Unie wil met dit initiatief de transparantie en het vertrouwen bevorderen, en aldus borg staan voor de veiligheid, zekerheid en houdbaarheid van hetgeen in de kosmische ruimte wordt ondernomen.
IV.
Bijstand van de Unie in derde landen
-
CBRN-kenniscentra
In 2009 is de Unie begonnen met de eerste fase van haar plan voor de oprichting van regionale kenniscentra, die de nationale en regionale institutionele capaciteit op lange termijn moeten versterken en een beklijvende samenwerking tegen chemische, biologische, radiologisch en nucleaire risico's en dreigingen (CBRN) tot stand moeten brengen. Het initiatief wordt bekostigd uit het stabiliteitsinstrument (5 miljoen euro), en heeft de volgende doelstellingen: -
op regionaal niveau een veiligheids- en beveiligingscultuur met een sterke lokale inbreng ontwikkelen;
-
het opstellen van nationaal CBRN-beleid aanprijzen en steunen;
-
inzake CBRN-risico's, exportcontroles en illegaal transport van CBRN- of MVWmateriaal een cultuur van veiligheid en beveiliging centraal stellen;
-
het uitwisselen en gebruiken van vaardigheden en beproefde methoden op het gebied van CBRN optimaliseren, met name op regionaal niveau of wanneer gelijksoortige situaties worden aangetroffen;
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
39
LIMITE NL
-
een samenwerkingsproces tussen leden van het netwerk ontwikkelen, om problemen en mogelijke oplossingen te kunnen benoemen op grond van informatie op het netwerk;
-
middelen verzamelen, analyseren, benoemen en inzetten, waarmee tegemoet kan worden gekomen aan de behoeften die in de partnerlanden zijn vastgesteld.
De oprichting van de eerste regionale centra is verder voorbereid. De Unie heeft verder gewerkt aan de omschrijving van het begrip kenniscentra, dat nu voldoende uitgekristalliseerd is om te worden toegepast. Begin juli had in Jakarta (Indonesië) een informatiebijeenkomst plaats van vertegenwoordigers van alle ASEAN-landen en van het ASEAN-secretariaat. De contracten met het Interregionaal criminologisch en gerechtelijk onderzoeksinstituut van de Verenigde Naties (UNICRI), ertoe strekkende om twee regionale centra, in Zuidoost-Azië en in de regio Zwarte Zee / Oekraïne, van een permanent secretariaat te voorzien, zijn door de Commissie ondertekend. In Zuidoost-Azië zijn de eerste twee proefprojecten van start gegaan, te weten de vorming van expertnetwerken op het gebied van bioveiligheid, respectievelijk illegaal vervoer van radioactief materiaal en forensisch onderzoek. In Centraal-Azië en de regio Midden-Oosten / Golfstaten maakt de oprichting van de kenniscentra voortgang. Voorbereidingen worden getroffen ten aanzien van Noord-Afrika, Afrika en andere mogelijke regio's.
-
Heroriëntering van voormalige MVW-wetenschappers
Twee centra voor wetenschap en technologie, in Rusland en Oekraïne, hebben sinds hun oprichting steun ontvangen uit het Tacis-programma, en sinds 2007 uit het stabiliteitsinstrument.
Zeker tot en met 2011 blijven het Internationaal Centrum voor wetenschap en technologie (International Science and Technology Centre - ISTC) in Moskou en het Centrum voor wetenschap en technologie van Oekraïne (Science and Technology Centre of Ukraine - STCU) jaarlijks steun van de Unie ontvangen, om zich tot zelfredzame en levensvatbare structuren om te vormen (stabiliteitsinstrument, 7,5 miljoen euro per jaar).
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
40
LIMITE NL
Het initiatief (uit 2008) van het ISTC met het oog op een bestendige heroriëntering van onderzoeksinstellingen en hun wetenschappers in de begunstigde landen is voortgezet. Het STCU is begonnen aan de uitvoering van een soortgelijk initiatief. De centra assisteren instellingen die hun activiteiten en wetenschappelijk vermogen economisch willen analyseren, om een houdbaar langetermijnplan te kunnen opstellen en renderend civiel onderzoek te kunnen ontwikkelen.
Dat Rusland in augustus 2010 heeft aangekondigd zich uit het ISTC terug te trekken is een nieuw gegeven, dat momenteel in beschouwing wordt genomen. Overleg vindt plaats tussen de financierende partijen en met Rusland om na te gaan welke consequenties dit heeft voor lopende verplichtingen en projecten, en ten aanzien van andere begunstigde landen (bijvoorbeeld Centraal-Azië). Ook in de bevoegde Raadsgroep zijn besprekingen gevoerd over de rol van het ISTC en het STCU. Voorts is in het kader van het mondiaal partnerschap van de G8 nagedacht over wat er kan worden ondernomen op het gebied van de heroriëntatie van MVW-wetenschappers.
De EU heeft verdere steun verleend voor de heroriëntatie van voormalige Irakese wetenschappers met kennis van zaken over massavernietigingswapens en goederen voor tweeërlei gebruik, via capaciteitsopbouwprojecten voor het ontmantelen van nucleaire installaties, waaronder het beheer van installaties en kernafval (stabiliteitsinstrument, 2,5 miljoen euro).
-
Beveiliging van nucleair materiaal en preventie van illegale handel
Gemeenschappelijk Optreden 2004/796/GBVB van de Raad van 22 november 2004 ter ondersteuning van de fysieke beveiliging van een nucleaire locatie in de Russische Federatie (het Boshvar-instituut) wordt verder uitgevoerd.
Het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) bleef betrokken bij de uitvoering van andere belangrijke projecten - onder meer gefinancierd uit het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (INSC) - voor de beveiliging van kernmateriaal in Rusland en het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (CIS). In Armenië, Belarus, Oekraïne, Azerbeidzjan, Georgië, Moldavië en de Russische
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
41
LIMITE NL
Federatie lopen projecten over grensbewaking, illegaal vervoer van nucleair materiaal en andere radioactieve stoffen, en verscherping van de beveiliging in nauwe samenspraak met andere grote actoren (de IAEA, het Amerikaanse ministerie van Energie, enzovoort). Op het gebied van nucleaire veiligheid, met name veiligheid en beveiliging van radioactieve bronnen, gaf de Unie haar volle steun aan de projecten van de IAEA, met name via het INSC, en ondertekende zij nieuwe contracten ter waarde van 6 miljoen euro.
Het GCO bleef het medevoorzitterschap bekleden van de internationale technische werkgroep voor de forensische kennis met betrekking tot nucleair materiaal (International Technical Working Group - ITWG). Deze groep, waarin internationaal prominente deskundigen zitting hebben, hield haar jaarvergadering eind juni 2010 in Oxford. In september 2010 werd een speciale vergadering van de ITWG belegd, waar de gegevens van de verschillende laboratoria werden besproken en geïnterpreteerd. Afgesproken is nauwe contacten te onderhouden met de werkgroep nucleaire forensische aangelegenheden van het wereldwijde initiatief ter bestrijding van nucleair terrorisme (GICNT); in de tweede helft van 2010 werden regelmatig telefoonconferenties gehouden om de werkzaamheden te synchroniseren. De uitvoering van projecten inzake de bestrijding van de illegale handel in nucleair materiaal - gefinancierd uit het stabiliteitsinstrument - met de landen van het GOS, heeft een fase doorgemaakt van intensieve contacten op technisch niveau, die bedoeld waren om vast te stellen wat er aan opleiding en uitrusting nodig is. De projectuitvoering werd gecoördineerd met de VS, de IAEA en andere internationale donoren (zoals het ISTC en het STCU). Het GCO bleef als medevoorzitter fungeren van de groep grensbewaking, die de IAEA, de VS en de EU in 2006 hebben opgezet om hun activiteiten op het gebied van de opsporing van radioactief en nucleair materiaal te coördineren. De groep grensbewaking heeft een nieuwe module voor de opleiding van docenten ontwikkeld en uitgetest, die verscheidene weken tijdens een praktijkcursus ten behoeve van de IAEA is gebruikt, onder meer voor Zuidoost-Azië (Pakistan, de Filipijnen, Indonesië, Maleisië), voor Engelstalige Afikaanse landen (Tanzania, Uganda, Ghana, Namibië), voor Irak en voor Kroatië, in het SeTraC (Nuclear Security Training Centre (Opleidingscentrum voor nucleaire veiligheid)) van het GCO te Ispra (Italië). In de vergadering van de groep grensbewaking op 18 en 19 november in Wenen kon de internationale coördinatie en samenwerking verder worden versterkt, met name in nieuwe regio's waar momenteel met behulp van het stabiliteitsinstrument wordt gewerkt. 17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
42
LIMITE NL
Met betrekking tot illegaal vervoer en forensische aangelegenheden heeft het GCO overal in de regio Zuidoost-Azië onderzoeksmissies ter versterking van de grensbeveiliging uitgevoerd (in de laatste 4 maanden van 2010 werden 9 landen bezocht). De betrokken projecten zijn gekoppeld aan het kenniscentraconcept en worden mede in nauwe samenwerking met de bevoegde Uniedelegaties in de regio gecoördineerd.
In Oekraïne is, voortbouwend op de ervaring die met andere landen tijdens het toetredingsproces is opgedaan, een corruptiebestrijdingsproject in verband met de verspreiding van CBRN-stoffen en -outillage opgezet.
-
Opleiding en bijstand op het gebied van exportcontrole
De samenwerkings- en bijstandsprogramma's van de EU, die worden gefinancierd uit het stabiliteitsinstrument en uitgevoerd door de BAFA (de Duitse instantie voor exportcontrole) met behulp van nationale deskundigen van de lidstaten, worden voortgezet. Voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, China, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (Fyrom), Georgië, Maleisië, Moldavië, Montenegro, Marokko, Servië, Thailand, Tunesië, Oekraïne en de Verenigde Arabische Emiraten heeft de Unie studiebijeenkomsten en vergaderingen belegd, waar staten die technische kennis willen verwerven opleiding en bijstand op het gebied van exportcontrole kunnen krijgen.
Tijdens een donorenbijeenkomst, in de marge van de 11e Internationale Conferentie inzake exportcontrole, die van 8 tot en met 10 juni 2010 in Kiev (Oekraïne) plaatsvond, is besloten mee te werken aan een activiteitenkalender, om overlapping van projecten in de partnerlanden te voorkomen. De informatie wordt verzameld en de kalender geactualiseerd door het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken, dienst internationale veiligheid en non-proliferatie.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
43
LIMITE NL
V.
Non-proliferatie in het kader van de betrekkingen met derde landen -
Samenwerking met belangrijke partners De EU is nauw met de VS blijven samenwerken in het verlengde van de gezamenlijke verklaring over non-proliferatie en ontwapening van november 2009. Naast de bijeenkomsten op diverse niveaus in het kader van de politieke dialoog waren er over een breed scala van onderwerpen regelmatig contacten met de missie van de VS te Brussel en met Washington. Deze contacten hebben plaatsgevonden vóór en tijdens de multilaterale bijeenkomsten, waaronder de bijeenkomst van de Eerste Commissie van de AVVN in oktober 2010. Op 4 oktober 2010 is er in Washington een CONOP/CODUN-bijeenkomst met de VS gehouden in het kader van de politieke dialoog. De dialoog inzake verificatie en naleving tussen de onderminister van de VS voor het Bureau voor wapenbeheersing, verificatie en naleving en de directeuren voor non-proliferatie van de 27 lidstaten van de EU is gepland op 13 december 2010 in Brussel. De Commissie heeft, middels regelmatige contacten, uitwisseling van kennis over de bestaande programma's en het ontplooien van activiteiten, de uitvoering van het stabiliteitsinstrument intensief met de VS gecoördineerd. De EU heeft ook verder werk gemaakt van haar dialoog met Rusland, op basis van de gemeenschappelijke ruimte van externe veiligheid die tijdens de top EU-Rusland in 2005 is aangenomen. Naast de bijeenkomsten op diverse niveaus in het kader van de politieke dialoog waren er regelmatig contacten met de missie van Rusland te Brussel en met Moskou, in het bijzonder over de Iraanse nucleaire kwestie. Op 7 oktober 2010 is er in de marge van de Eerste Commissie van de Algemene Vergadering van de VN een CONOP/CODUN-bijeenkomst met Rusland gehouden in het kader van de politieke dialoog. Er hebben verdere contacten plaatsgevonden in het kader van het specifiek overleg in Genève in november 2010. De betrekkingen met Canada en Japan werden gehandhaafd in het verlengde van de verklaring van de top EU-Canada van 2009 en de gezamenlijke verklaring aan de pers van de top EU-Japan van 2010, waarin zowel non-proliferatie als ontwapening aan bod
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
44
LIMITE NL
zijn gekomen. Er is geregeld van gedachten gewisseld met deze landen en met Australië, via hun missies in Brussel, in het kader van bilaterale bezoeken en in de marge van multilaterale bijeenkomsten. De dialoog met China is op basis van de tijdens de top EU-China in 2004 aangenomen gezamenlijke verklaring inzake non-proliferatie en wapenbeheersing op alle niveaus voortgezet, mede door regelmatige contacten met de missie van China in Brussel. Met China is op 8 oktober 2010 in New York een CONOP/CODUN-bijeenkomst in het kader van de politieke dialoog gehouden.
Op 6 oktober 2010 is er in New York een CONOP/CODUN-bijeenkomst met Oekraïne gehouden in het kader van de politieke dialoog.
Er is op 27 september 2010 in Brussel ook met de Argentijnse minister van Buitenlandse Zaken overleg geweest om het pad te effenen voor nauwere betrekkingen tussen de EU en Argentinië over met non-proliferatie verband houdende thema's.
-
Beweging van niet-gebonden landen (NAM-landen)
De EU is inspanningen blijven leveren om de dialoog en samenwerking met de NAMlanden te verbeteren. Er heeft regelmatig overleg plaatsgevonden op alle niveaus, ook in de marge van multilaterale gebeurtenissen. Deze bijeenkomsten werden gebruikt om van gedachten te wisselen over belangrijke vraagstukken zoals de follow-up van de Toetsingsconferentie in het kader van het NPV in 2010, de Algemene Conferentie van de IAEA en het Iraanse nucleaire programma.
-
Midden-Oosten en Golfstaten Bij wijze van follow-up van het EU-symposium dat in 2008 in Parijs is gehouden over veiligheid in het Midden-Oosten, massavernietigingswapens en ontwapening werd voort gewerkt aan de organisatie van een follow-upbijeenkomst in 2011. Er heeft overleg plaatsgevonden met de betrokken partijen, waaronder Israël en Egypte.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
45
LIMITE NL
Tijdens de negende bijeenkomst van de Associatieraad EU-Jordanië, die in oktober 2010 in Brussel is gehouden, is een actieplan EU-Jordanië aangenomen. Er werd onder meer overeengekomen de samenwerking verder te intensiveren met het oog op een gezamenlijke aanpak van de gemeenschappelijke veiligheidsdreigingen, waaronder de proliferatie van massavernietigingswapens en de illegale wapenuitvoer.
Er is verder samengewerkt met Oman betreffende het project in het land, genaamd "Versterking van de beveiligings- en laboratoriumbeheerspraktijken voor het terugdringen van biologische risico’s", dat wordt uitgevoerd in het kader van Gemeenschappelijk Optreden 2008/307/GBVB ter ondersteuning van de activiteiten van de Wereldgezondheidsorganisatie.
-
Regionaal forum van de ASEAN (ARF)
Het Bureau van de vertegenwoordiger van de EU voor non-proliferatie, de Commissie en het hoofd van de EU-delegatie in Singapore hebben de EU vertegenwoordigd tijdens de tweede intersessionele bijeenkomst van het Regionaal Forum van de ASEAN voor non-proliferatie en ontwapening, die van 5 tot en met 7 juli 2010 in Singapore is gehouden. Zij hebben presentaties gegeven over bijstand van de EU ter ondersteuning van het vreedzaam gebruik van kernenergie, zulks in overeenstemming met het voorgestelde onderwerp van de bijeenkomst en de ervaringen en verwezenlijkingen van Euratom in zijn 50 jarig bestaan.
-
Afrika
De eerste Conferentie van staten die partij zijn bij het Verdrag van Pelindaba heeft op 4 november 2010 plaatsgevonden in Addis Abeba, Ethiopië, en heeft geresulteerd in de oprichting van de Afrikaanse Commissie voor Kernenergie, die haar zetel in ZuidAfrika zal hebben. De EU en verscheidene lidstaten waren vertegenwoordigd als waar– nemers. De EU-delegatie bestond onder meer uit ambtenaren van het Bureau van de EU-vertegenwoordiger voor non-proliferatie en ontwapening, de Europese Commissie (DG ENER en het Directoraat-generaal Ontwikkeling (DG DEV), alsook de plaatselijke EU-delegatie. Er werden presentaties gegeven over de externe samenwerkings- en
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
46
LIMITE NL
bijstandsprogramma's van de EU, alsmede over de verwezenlijkingen op basis van het Euratom-verdrag. Er zijn bilaterale contacten geweest met het oog op het opzetten van eventuele gezamenlijke projecten in het kader van het Partnerschap tussen de Afrikaanse Unie en de EU voor vrede en veiligheid.
-
MVW-clausules in contractuele betrekkingen
De EU is conform haar MVW-strategie voortgegaan met het integreren van nonproliferatie van MVW in haar contractuele betrekkingen met derde landen. Inmiddels zijn de onderhandelingen met bijna 100 landen overal ter wereld met succes bekroond, waarbij ervoor is gezorgd dat de afzonderlijke MVW-clausules verenigbaar zijn met de geest en de inhoud van de standaard-MVW-clausule. Het bureau van de EU-vertegen– woordiger voor non-proliferatie is actief betrokken gebleven bij de onderhandelingen over de MVW-clausules.
Voorts hebben in de tweede helft van 2010 de volgende ontwikkelingen plaatsgevonden:
-
Er is een definitieve overeenkomst over de MVW-clausule bereikt met Vietnam. De partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Vietnam is in oktober 2010 geparafeerd.
-
De onderhandelingen met Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Maleisië, Rusland, Singapore en Thailand zijn verdergegaan, en er is ook inhoudelijk over de MVWclausule gesproken.
VI.
Internationale initiatieven inzake non-proliferatie
-
G8
Non-proliferatie en ontwapening stonden hoog op de agenda van de G8 in Muskoka op 25 en 26 juni 2010. In de verklaring van Muskoka wordt ingegaan op een aantal lopende dossiers, waaronder internationale vrede en veiligheid. De voorzitter van de Europese Raad en de voorzitter van de Europese Commissie vertegenwoordigden er de EU.
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
47
LIMITE NL
In de context van het mondiaal partnerschap van de G8 tegen de verspreiding van kernwapens en massavernietigingsmateriaal hebben de diensten van de hoge vertegen– woordiger de desbetreffende vergaderingen bijgewoond van de politieke directeuren van de G8, de directeuren voor non-proliferatie, de Groep mondiale partnerschappen, die in de tweede helft van 2010 tijdens het Canadese G8-voorzitterschap zijn belegd. In het verlengde van de bijeenkomst die in oktober 2009 in Berlijn heeft plaatsgevonden, is er een specifieke G8-deskundigenbijeenkomst over VN-Resolutie 1540 geweest die door de EU-vertegen–woordiger voor non-proliferatie en ontwapening is bijgewoond. Overeenkomstig haar toezegging in Kananaskis in 2002 om 1 miljard euro te zullen bijdragen aan het mondiale partnerschap van de G8, heeft de EU reeds meer dan 955 miljoen euro toegezegd en meer dan 690 miljoen euro besteed, hoofdzakelijk aan nucleaire veiligheid, omschakeling van voormalige wapenwetenschappers en ontmanteling/opslag van nucleaire onderzeeërs. De EU heeft activiteiten gefinancierd in Rusland door middel van gemeen–schappelijke optredens van de Raad op gebieden zoals de vernietiging van chemische wapens, fysieke bescherming van radioactieve bronnen en het onschadelijk maken van splijtstof (in het bijzonder plutonium). -
Wereldwijd initiatief ter bestrijding van het nucleaire terrorisme (GICNT) De EU en de 27 EU-lidstaten hebben alle de beginselverklaring van het wereldwijde initiatief ter bestrijding van nucleair terrorisme (GICNT) onderschreven. Tijdens de plenaire GICNT-vergadering op 29 juni 2010 in Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten is een Spaanse deskundige aangesteld als Coördinator van de toepassings- en evaluatiegroep van de GICNT. De eerste bijeenkomst van deze groep heeft op 30 september plaatsgevonden in Astana, Kazachstan; er is van gedachten gewisseld over een werkprogramma en er werden formeel twee nieuwe werkgroepen opgericht, die zich bezig moeten houden met de opsporing van nucleair materiaal, respectievelijk forensische aspecten van nucleair materiaal. Tijdens deze bijeenkomst werd de EU vertegenwoordigd door de plaatselijke EU-delegatie. De GCO-ITU is uitgenodigd voor een GICNT-bijeenkomst over de forensische aspecten van nucleair materiaal, die in juni 2010 heeft plaatsgevonden in Jeruzalem, Israël. De GCO heeft een presentatie over de forensische aspecten van nucleair materiaal gehouden en een lans gebroken voor nauwere samenwerking tussen de GICNT toepassings- en evaluatiegroep en de technische werkgroep voor de forensische aspecten van nucleair materiaal (ITWG). Tijdens de GCO-ITU in 2011 zou een bijeenkomst van de werkgroep forensische aspecten van nucleair materiaal kunnen worden belegd teneinde profijt te trekken van de deskundigheid en de ervaring van de EU op dit gebied. ______________________
17080/10
nes/JEL/mv DGE WMD
48
LIMITE NL
BIJLAGE Overview of EU Council, Joint Actions and Council Decisions in the framework of the EU Strategy against Proliferation of Weapons of Mass Destruction Title
Objective and implementing entity
Budget and duration
Council Decision 2010/585/CFSP of 27 September 2010 on support for IAEA activities in the areas of nuclear security and verification and in the framework of the implementation of the EU Strategy against Proliferation of Weapons of Mass Destruction
The objectives are: - strengthening national legislative and regulatory infrastructures for the implementation of relevant international instruments in the areas of nuclear security and verification, including comprehensive safeguards agreements and the Additional Protocol, - assisting States in strengthening the security and control of nuclear and other radioactive materials, - strengthening States' capabilities for detection and response to illicit trafficking in nuclear and other radioactive materials.
Budget: 9 966 000 EUR Adopted: 27.09.2010 Official Journal: L 302 - 01.10.2010 Duration: 24 months
Implementing entity: The International Atomic Energy Agency (IAEA) The objective of this network of independent nonCouncil Decision 2010/430/CFSP of 26 proliferation think tanks is to encourage political and security-related dialogue and the long-term discussion of July 2010 measures to combat the proliferation of weapons of mass establishing a European network of destruction (WMD) and their delivery systems within civil societies, and more particularly among experts, researchers independent nonand academics. It will constitute a useful stepping stone for proliferation think non-proliferation action by the Union and the international tanks in support of community. the implementation The Union wishes to support this network as follows: of the EU Strategy against Proliferation — through organising a kick-off meeting and an annual 17080/10 BIJLAGE
Budget: 2 182 000 EUR Adopted: 26.07.2010 Official Journal: L 205 - 04.08.2010 Duration: 36 months
49 DGE WMD
LIMITE NL
of Weapons of Mass Destruction
Council Decision 2010/461/CFSP of 26 July 2010 on support for activities of the Preparatory Commission of the Comprehensive Nuclear-Test-Ban Treaty Organisation (CTBTO) in order to strengthen its monitoring and verification capabilities and in the framework of the implementation of the EU Strategy against Proliferation of Weapons of Mass Destruction Council Decision 2009/569/CFSP of 27 July 2009 - OPCW
17080/10 BIJLAGE
conference with a view to submitting a report and/or recommendations to the representative of the High Representative of the Union for Foreign Affairs and Security Policy (HR), — through creating an Internet platform to facilitate contacts and foster research dialogue among the network of nonproliferation think tanks. Implementing entity: EU Non-Proliferation Consortium The Union will support four projects, the objectives of which are the following: (a) to improve the operation and sustainability of the auxiliary seismic stations network of the CTBT’s International Monitoring System;
Budget: 5 280 000 EUR Adopted: 26.07.2010 Official Journal: L219 - 20.08.2010 Duration: 18 months
(b) to improve the CTBT verification system through strengthened cooperation with the scientific community; (c) to provide technical assistance to States Signatories in Africa and in the Latin American and Caribbean Region so as to enable them to fully participate in and contribute to the implementation of the CTBT verification system; (d) to develop an OSI noble gas capable detection system. Implementing entity: The Preparatory Commission of the CTBTO The objective is to support the universalisation of the Chemical Weapons Convention (CWC), and in particular to promote the ratification/accession to the CWC by States not Parties (signatory States as well as non-signatory
Budget: 2.110.000 EUR Adopted: 27.07.2009 Official Journal: L197 - 29.07.2009 Duration: 18 months - end : February 2011 50
DGE WMD
LIMITE NL
States) and to support the full implementation of the CWC by the States Parties. Objectives are: — to enhance the capacities of States Parties in fulfilling their obligations under the Convention, and — to promote universality
Council Decision 2008/974/CFSP of 18 December 2008 in support of HCoC
Council Joint Action 2008/588/CFSP of 10 November 2008 in support of BTWC
Council Joint Action 2008/588/CFSP of 15 July 2008 in support of CTBTO
17080/10 BIJLAGE
Implementing entity: The Organisation for the Prohibition of the Chemical Weapons. The EU supports three aspects of the Code as follows: — Universality of the Code, — Implementation of the Code, — Enhancement and improved functioning of the Code. Implementing entity: Fondation pour le Recherche Stratégique The overall objective is: - to support the universalisation of the BTWC, - to enhance the implementation of the BTWC, including the submission of CBM declarations, and - to support the best use of the Inter-Sessional Process 20072010 for the preparation of the next Review Conference. Implementing entity: United Nations Office for Disarmament Affairs (UNODA) - Geneva The EU supports the development of capacity of the Preparatory Commission of the CTBTO in the area of Verification by: - Noble gas monitoring: radio-xenon measurements and data analysis - Integrating States Signatories in Africa to fully participate in and contribute to the implementation of the CTBTO
Budget: 1.015.000 EUR Adopted: 18.12.2008 Official Journal: L 345 - 23.12.2008 Duration: 24 months - end: December 2010
Budget: 1.400.000 EUR Adopted: 10.11.2008 Official Journal: L 302 - 13.11.2008 Duration: 24 months - end: November 2010
Budget: 2.316.000 EUR Adopted: 15.07.2008 Official Journal: L189 - 17.07.2008 Duration: 18 months - end: January 2010
51 DGE WMD
LIMITE NL
monitoring and verification system
Council Joint Action 2008/368/CFSP of 14 May 2008 in support of the implementation of UNSCR 1540
Implementing entity: The CTBTO Preparatory Commission The projects in support of the implementation of UNSCR 1540 will take the form of six workshops aiming at enhancing the capacity of officials responsible for managing the export control process in six subregions (Africa, Central America, Mercosur, the Middle East and Gulf Regions, Pacific Islands and South-East Asia), so that they can at a practical level undertake implementation efforts of UNSCR 1540. The proposed workshops will be specifically tailored for border, customs and regulatory officials and will comprise the main elements of an export control process including applicable laws (including national and international legal aspects), regulatory controls (including licensing provisions, end-user verification and awarenessraising programmes) and enforcement (including commodity identification, risk-assessment and detection methods).
Budget: 475.000 EUR Adopted:14.05.2008 Official Journal: L127 - 15.05.2008 Duration: 24 months - end: May 2010
Implementing entity: United Nations Office for Disarmament Affairs (UNODA) Council Joint Action 2008/314/CFSP of 14 April 2008 on support for IAEA activities in the areas of nuclear security and verification IAEA IV
17080/10 BIJLAGE
The objectives are: - strengthening national legislative and regulatory infrastructures for the implementation of relevant international instruments in the areas of nuclear security and verification, including comprehensive safeguards agreements and the Additional Protocol, - assisting States in strengthening the security and control of nuclear and other radioactive materials, - strengthening States' capabilities for detection and response to illicit trafficking in nuclear and other radioactive materials.
Budget: 7.703.000 EUR Adopted: 14.04.2008 Official Journal: L107 - 17.04.2008 Duration: 24 months - end: April 2010
52 DGE WMD
LIMITE NL
Implementing entity: The International Atomic Energy Agency (IAEA) Council Joint Action 2008/307/CFSP of 14 April 2008 in support of the World Health Organisation activities in the area of laboratory biosafety and biosecurity
Council Joint Action 2007/753/CFSP of 19 November 2007 in support of IAEA monitoring and verification activities in the DPRK Council Joint Action 2007/468/CFSP of 28 June 2007 - CTBTO II
17080/10 BIJLAGE
The overall objective is to support, the implementation of the BTWC, in particular those aspects that relate to the safety and security of microbial or other biological agents and toxins in laboratories and other facilities, including during transportation as appropriate, in order to prevent unauthorised access to and removal of such agents and toxins. - Promotion of bio-risk reduction management through regional and national outreach, - Strengthening the security and laboratory management practices against biological risks, Implementing entity: The World Health Organisation Objective: - to contribute to the implementation of monitoring and verification activities in the DPRK, in accordance with the Initial Actions of 13 February 2007, as agreed in the framework of the six-party-talks. Implementing entity: The International Atomic Energy Agency (IAEA Department of Safeguards) The objective is to support the early entry into force of the Treaty, and need to the rapid buildup of the Comprehensive Nuclear-Test-Ban Treaty (CTBT) verification regime via: - Improvement of the knowledge of Provisional Technical Secretariat noble gas measurements; - Support to on-Site Inspection via the support for the Preparations for the Integrated Field Exercise 2008
Budget: 2.105.000 EUR Adopted: 14.04.2008 Official Journal: L106 - 16.04.2008 Duration: 24 months - end: April 2010
Budget: 1.780.000 EUR Adopted: 19.11.2007 Official Journal: L304 - 22.11.2007 Duration: 18 months - end: May 2009
Budget: 1.670.000 EUR Adopted: 28.06.2007 Official Journal: L176 - 06.07.2007 Duration: 15 months
53 DGE WMD
LIMITE NL
Council Joint Action 2007/185/CFSP of 19 March 2007 - OPCW
Council Joint Action 2007/178/CFSP of 19 March 2007 Russian Federation IV
Council Joint Action
17080/10 BIJLAGE
Implementing entity: The CTBTO Preparatory Commission The objective is to support the universalisation of the Chemical Weapons Convention (CWC), and in particular to promote the ratification/accession to the CWC by States not Parties (signatory States as well as non-signatory States) and to support the full implementation of the CWC by the States Parties. - promotion of universality of the CWC, - support for full implementation of the CWC by States Parties, - international cooperation in the field of chemical activities, as accompanying measures to the implementation of the CWC, - support for the creation of a collaborative framework among the chemical industry, OPCW and national authorities in the context of the 10th anniversary of the OPCW Implementing entity: The Organisation for the Prohibition of the Chemical Weapons. The objective is to assist the Russian Federation in destroying some of its chemical weapons, towards fulfilment of Russia’s obligations under the Convention on the Prohibition of the Development, Production, Stockpiling and use of Chemical Weapons and on their Destruction. This Joint Action supported the completion of the electricity supply infrastructure at Shchuch’ye chemical weapon destruction facility, in order to provide a reliable power supply for the operation of the chemical weapon destruction facility. Implementing entity: The Ministry of Defence of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland The objective is to strengthen nuclear security in selected
Budget: 1.700.000 EUR Adopted: 19.03.2007 Official Journal: L85 - 27.03.2007 Duration: 18 months - end: 31.07.2009
Budget: 3.145.000 EUR Adopted: 19.03.2007 Official Journal: L81 - 22.03.2007 Duration: 18 months
Budget: 6.995.000 EUR
54 DGE WMD
LIMITE NL
2006/418/CFSP of 12 June 2006 - IAEA III
Council Joint Action 2006/419/CFSP of 12 June 2006 - UNSCR 1540
countries which have received EU assistance such as: - Legislative and Regulatory Assistance; - Strengthening the Security and Control of Nuclear and other Radioactive Materials; - Strengthening of States' Capabilities for Detection and Response to Illicit Trafficking. Implementing entity: The International Atomic Energy Agency The action aimed at addressing three aspects of the implementation - awareness-raising of requirements and obligations under the Resolution, - contributing to strengthening national capacities in three target regions (Africa, Latin America and Caribbean, AsiaPacific) in drafting national reports on the implementation of UNSC Resolution 1540 (2004) and - sharing experience from the adoption of national measures required for the implementation of the Resolution.
Adopted: 12.06.2006 Official Journal: L165 - 17.06.2006 Duration: expires on 12.09.2007
Budget: 195.000 EUR Adopted: 12.06.2006 Official Journal: L165 - 17.06.2006 Duration: expires on 12 June 2008
Council Joint Action 2006/243/CFSP of 20 March 2006 CTBTO I
Implementing entity: United Nations Office for Disarmament Affairs (UNODA - formerly the Department for Disarmament Affairs) The objective is to improve the capacity of CTBT Signatory States to fulfil their verification responsibilities under the CTBT and to enable them to fully benefit from participation in the treaty regime by a computer-based training/self-study.
Budget: 1.133.000 EUR Adopted: 20.03.2006 Official Journal: L88 - 25.03.2006 Duration: 15 months
Council Joint Action 2006/184/CFSP of 27 February 2006 BTWC
Implementing entity: The CTBTO Preparatory Commission Overall objective: to support the universalisation of the BTWC and, in particular, to promote the accession to the BTWC by States not Party (signatory States as well as nonsignatory States) and to support the implementation of the
Budget: 867.000 EUR Adopted: 27.02.2006 Official Journal: L65 - 07.03.2006 Duration: 18 months
17080/10 BIJLAGE
55 DGE WMD
LIMITE NL
BTWC by the States Parties. - Promotion of the universality of the BTWC; - Support for implementation of the BTWC by the States Parties.
Council Joint Action 2005/913/CFSP of 12 December 2005 OPCW II
Council Joint Action 2005/574/CFSP of 18 July 2005 - IAEA II
Implementing entity: The Graduate Institute of International Studies, Geneva The objective is to support the universalisation of the CWC and in particular to promote the accession to the CWC by States not Party (signatory States as well as non-signatory States) and to support the implementation of the CWC by the States Parties. - Promotion of universality of the CWC; - Support for implementation of the CWC by the States Parties; - International cooperation in the field of chemical activities. Implementing entity: The Organisation for the Prohibition of the Chemical Weapons. The objective is to strengthen nuclear security in selected countries which have received EU assistance such as: - Strengthening the Physical Protection of Nuclear Materials and other Radioactive Materials in Use, Storage and Transport and of Nuclear Facilities; - Strengthening of Security of Radioactive Materials in NonNuclear Applications; - Strengthening of States’ Capabilities for Detection and Response to Illicit Trafficking; - Legislative Assistance for the Implementation of States’ Obligations under IAEA Safeguards Agreements and Additional Protocols
Budget: 1.697.000 EUR Adopted: 12.12.2005 Official Journal: L331 - 17.12.2005 Duration: 12 months
Budget: 3.914.000 EUR Adopted: 18.07.2005 Official Journal: L193 - 23.07.2005 Duration: 15 months
Implementing entity: The International Atomic Energy 17080/10 BIJLAGE
56 DGE WMD
LIMITE NL
Council Joint Action 2004/797/CFSP of 22 November 2004 OPCW I
Council Joint Action 2004/796/CFSP of 22 November 2004 Russian Federation III
Council Joint Action 2004/495/CFSP of 17 May 2004 -IAEA I
Agency The objective is to support the universalisation of the CWC and in particular to promote the accession to the CWC by States not Party (signatory States as well as non-signatory States) and to support the implementation of the CWC by the States Parties. - Promotion of universality of the CWC; - Support for implementation of the CWC by the States Parties; - International cooperation in the field of chemical activities. Implementing entity: The Organisation for the Prohibition of the Chemical Weapons The objective is to contribute to reinforcing the physical protection of nuclear sites in Russia, so as to reduce the risk of theft of nuclear fissile material and of sabotage by improving the physical protection for fissile materials at the Bochvar Institute in Moscow (VNIINM) of the Russian Federal Agency for Atomic Energy FAAE (formerly MINATOM). Implementing entity: The Federal Republic of Germany The objective is to strengthen nuclear security in selected countries which have received EU assistance such as: - Strengthening the Physical Protection of Nuclear Materials and other Radioactive Materials in Use, Storage and Transport and of Nuclear Facilities; - Strengthening of Security of Radioactive Materials in NonNuclear Applications; - Strengthening of States' Capabilities for Detection and Response to Illicit Trafficking
Budget: 1.841.000 EUR Adopted: 22.11.2004 Official Journal: L349 - 25.11.2004 Duration: 12 months
Budget: 7.937.000 EUR Adopted: 22.10.2004 Official Journal: L349 - 25.11.2004 Duration: 3 years
Budget: 3.329.000 EUR Adopted: 17.05.2004 Official Journal: L182 - 19.05.2004 Duration: 15 months
Implementing entity: The International Atomic Energy 17080/10 BIJLAGE
57 DGE WMD
LIMITE NL
Council Joint Action 2003/472/CFSP of 24 June 2003 - Russian Federation II Council Joint Action 1999/878/CFSP of 17 December 1999 Russian Federation I
17080/10 BIJLAGE
Agency This Joint Action aims at financing a unit of experts under the cooperation programme for non-proliferation and disarmament in the Russian Federation.
The project contributed to: - a chemical weapons pilot destruction plant situated in Gorny, Saratov region, Russia; - a set studies and experimental studies on plutonium transport, storage and disposition.
Budget: 680.000 EUR Adopted: 24.06.2003 Official Journal: L157 - 26.06.2003 Duration: expires on the date of expiry of European Union Common Strategy 1999/414/CFSP on Russia. Budget: 8.900.000 EUR Adopted: 17.12.1999 Official Journal: L331 - 23.12.1999 Duration: expires on the date of expiry of the European Union Common Strategy 1999/414/CFSP on Russia
58 DGE WMD
LIMITE NL
Commission's CBRN assistance programmes
NUCLEAR MATERIAL ACCOUNTANCY AND CONTROL (NMAC) TACIS/INSC programmes Project identification
Title
Objective
Contractor
Amount
Execution period
R5.04/96 R5.01/97D R5.04/98 R5.04/03S
Establishment of the Ural Siberian methodology and training centre (UrSiMTC) in Snezhinsk
Creation of second training centre in Russia in the region with several large nuclear fuel cycle facilities for NMAC-related training, including performance of a feasibility study, provision of a pilot plutonium storage module, and training of future UrSiMTC instructors
JRC Ispra Robosoft
~€ 1.8 million
TACIS 1997-2009
R5.01/02 R5.01/02S
Modernisation and enhancement of NMAC at the Mayak RT-1 plant
The specific objective is to improve the mass measurements of Pu and U in hold-ups and in wastes to meet the requirements of the State NMAC
JRC Ispra Euriware (F) Canberra (B) Lider (RU)
~€ 3 million
TACIS 2004-2009
Integrated Safeguards & Illicit Trafficking – service part
Strengthening non-proliferation regime by enhancing the Safeguards system and in particular the Nuclear Material Accountancy and Control (NMAC); counteracting nuclear and radiation terrorism threat; strengthening and improving institutional control by enhancing collaboration and capacities of national regulatory authorities (12 sub-projects, some of them continuing already started activities)
JRC IPSC Ispra/ ITU Karlsruhe
~€ 14 million
TACIS 2006-2013
Provision of the first batch of equipment for NMAC identified by the project TAREG 5.01/05
JRC IPSC Ispra / ITU Karlsruhe
€ 5.3 million
TACIS 2008-2011
Provision of the second batch of equipment for NMAC identified by the project TAREG 5.01/05
JRC IPSC Ispra / ITU Karlsruhe
€ 0.5 million
INSC AAP2008
TAREG 5.01/05
TAREG 05/06S
A5 01/08 252623
17080/10 BIJLAGE
Nuclear Material Accountancy and Control – procurement of equipment 1st part Nuclear Material Accountancy and Control – procurement of equipment 2nd part
59 DGE WMD
LIMITE NL
RISK MITIGATION AND PREPAREDNESS RELATING TO CHEMICAL, BIOLOGICAL, RADIOLOGICAL AND NUCLEAR MATERIALS OR AGENTS
Instrument for Stability, priority 1 Project identification
n.a.
Title Retraining former weapon scientists and engineers through support for International Science and Technology Centre (ISTC, Moscow) and Science and Technology Centre (STCU, Kiev)
145156
Combating illicit trafficking of nuclear and radioactive materials in FSU countries (Russian Federation, Ukraine, Armenia, Moldova, Georgia, Azerbaijan and Belarus)
145130
Assistance in export control of dual-use goods
145132
Knowledge Management System on CBRN Trafficking
17080/10 BIJLAGE
Objective
The main objective of the Centres is to redirect scientists/engineers' talents to civilian and peaceful activities through science and technological cooperation. AAP 2007 (excluding funding for ISTC/STCU) The purpose of the action is to supply equipment for detection of NRM at border check points as it was identified in the previous phase of the activity financed by TACIS Nuclear Safety programme, contributing thus to reduce nuclear and radiation terrorism threat The specific objective is to support the development of the legal framework and institutional capacities for the establishment and enforcement of effective export controls on dual-use items, including measures for regional cooperation with a view of contributing to the fight against the proliferation of WMD and related materials, equipment and technologies The overall objective of the activity is to improve capabilities of participating states, neighbouring countries of the EU in South-East Europe and possibly Caucasus, to combat the illicit trafficking and criminal use of CBRN materials
Contractor
Amount
Execution period
€ 235 million
TACIS 1997-2006
ISTC/STCU € 15 million € 8 million € 7.5 million
IFS 2007 2008 2009
JRC
€ 5 million
11/07/2008 10/07/2011
BAFA (D)
~€ 5 million
19/03/2008 18/09/2010
UNICRI
€ 1 million
31/01/200830/04/2010
60 DGE WMD
LIMITE NL
AAP2008 (excluding funding for ISTC/STCU) Project identification
Contractor
Amount
Execution period
The aim of the project would be to develop a durable co-operation legacy in the area of trafficking of CBRN materials
UNICRI
€ 1 million
16/03/2009 15/03/2011
217540
Strengthening bio-safety and bio-security capabilities in Russia and in Central Asian countries
The project will address shortcomings in the safety/security practices of key biological facilities in Russia and the selected countries of the Central Asia. The main objectives of the project are to raise the skills of the personnel working at facilities (laboratories) handling dangerous biological agents or supervising those facilities, and to provide additional equipment, as needed, to ensure an adequate level of bio-safety and security.
ISTC
€ 6.8 million
21/09/2009 – 21/09/2012
219636
Combating illicit trafficking of nuclear and radioactive materials in selected FSU and Mediterranean Basin countries and preparation of border management activities in the ASEAN region
The overall objective of this project is to reduce the threat of nuclear and radiation terrorism. For this purpose the assistance will be provided to the partner countries in the improvement of the technical and organisational measures for detection of nuclear and radioactive materials (NRM) illicit trafficking.
JRC
€ 6.7 million
2/12/2009 – 1/12/1012
Awareness raising of exporters export Control of dual-use goods
The overall objective of the project is to enhance the effectiveness of export control of dual use items in the Russian Federation, with a view to contribute to the fight against the proliferation of WMD. The specific objectives will be achieved through information exchange with EU exporters, support industry and researchers for awareness raising, organisation of seminars for exporters in the regions of the Russian Federation.
Russian independent non-profit organisation for professional advancement "Export Control Training Center"
€ 1 million
1/09/20091/03/2011
200523
216327
17080/10 BIJLAGE
Title
Objective
Knowledge management system on CBRN trafficking in North Africa and selected countries in the Middle East
61 DGE WMD
LIMITE NL
AAP2009 (excluding funding for ISTC/STCU) Project identification 232326 (AA) 250984
Title
Objective
CBRN Centre of Excellence – First Phase
to set up a mechanism contributing to strengthen the long-term national and regional capabilities of responsible authorities and to develop a durable cooperation legacy in the fight against the CBRN threat. to enhance the detection of radioactive and nuclear materials at identified borders crossing and/or nodal points in the Republic of Georgia, at Southern borders of selected Central Asian countries with Afghanistan and at the airport of Kabul.
252578
235364
238194
247264 (service) 248064 (supply)
250984
248957
17080/10 BIJLAGE
Border monitoring activities in the Republic of Georgia, Central Asia and Afghanistan
EpiSouth: a network for the control of health and security threats and other bio-security risks in the Mediterranean Region and South-East Europe Redirection of former Iraqi WMD scientists through capacity building for decommissioning of nuclear facilities, including site and radioactive waste management Setting up a CBRN Centre of Excellence for Ukraine and the South Caucasus Knowledge Management System on CBRN risk mitigation - Evolving towards CoE "Mediterranean Basin" Bio-safety and bio-security improvement at the Ukrainian
to increase through capacity building the bio security in the Mediterranean region and South-East Europe
Contractor
Amount
Execution period
UNICRI / JRC / pilot projects
€ 5 million
under contracting
JRC
€ 4 million
4/05/20104/05/2013
Istituto Superiore di Sanità, Rome (Italy)
€ 3 million
15/10/201015/04/2013
to assist Iraq with redirection of scientists and engineers possessing WMD-related skills and dual-use knowledge through their engagement in a comprehensive decommissioning, dismantling and decontamination of nuclear facilities
calls for tenders will be launched
€ 2.5 million
9/08/20109/08/2013 Tender for procurement of equipment ongoing
to set up the CBRN Centre of Excellence for Ukraine and the South Caucasus
UNICRI
€ 0.5 million
under contracting
UNICRI
€ 0.5 million
under contracting
STCU
€ 4 million
under contracting
to integrate the existing Knowledge Management Systems, namely for South East Europe and for North Africa, and to prepare the evolution towards a Centre of Excellence in the Mediterranean Basin dealing with CBRN risk mitigation to contribute to full implementation of the BTWC (Biological and Toxin Weapons Convention) in
62 DGE WMD
LIMITE NL
anti-plague station (UAPS) in Simferopol Assistance in export control of dual-use goods
Ukraine, which includes the prevention of illicit access to pathogens by terrorists and other criminals Continuation of the on-going activities in this field in the already covered countries, with possible extension to other regions/countries.
BAFA (D)
under contractingl
€ 5 million
AAP2010 (excluding funding for ISTC/STCU) Project identification/ CRIS number
-
-
-
-
17080/10 BIJLAGE
Title
CBRN Centres of Excellence – Second phase Enhancing the capability of the IAEA Safeguards Analytical Service (ECAS) – EU contribution to the new Nuclear Material Laboratory (NML) Establishment of Mobile Laboratories for Pathogens up to Risk Group 4 in combination with CBRN Capacity Building in SubSaharan Africa Strengthening bio-safety and biosecurity capabilities in South Caucasus and in Central Asian Countries
Objective
Amount
Execution period
Set-up of three to four new Centres in the Middle East and, possibly, Gulf region, Mediterranean Basin, Central Asia and Southern Africa and extension of the projects in South East Asia and in Ukraine / South Caucasus and implementation of thematic projects in all project areas of priority 1
€ 21.5 million
Com Decision expected by Nov 2010
To ensure that the IAEA has a strong independent analytical capability for safeguards in the decades to come by means of expansion and modernisation of the IAEA Safeguards Analytical Services
€ 5 million
Com Decision expected by Nov 2010
€ 3.5 million
Com Decision expected by Nov 2010
€ 5 million
Com Decision expected by Nov 2010
Implementation of two units of mobile labs to be used to perform diagnosis of up to group 4 infectious agents in sub-Saharan Africa and one “stand-by” unit based in EU for training purposes and to be deployed in other countries outside EU where these agents are endemic or outbreaks occur. To raise the capabilities of State organisations in target countries responsible for bio-safety and bio-security in a way that will result in a substantial improvement of the countries’ biosafety/security situations.
63 DGE WMD
LIMITE NL
Summation IP 2009-2011 (including AAP 2009) Regional centres of excellence
Fighting illicit CBRN trafficking
Support to bio-safety and biosecurity
Assistance and cooperation on export control on dual-use goods Support for the retraining and alternative employment of former weapons scientists and engineers Support for Multilateral Nuclear Assurance (MNA) initiatives
The creation of “CBRN centres of excellence” will aim at developing comprehensive tailored training and assistance packages (export control including of dual-use goods, illicit trafficking, redirection of scientists, safety and security culture). Broaden the geographic scope of its cooperation programmes to new regions of significance for EU security, including the Middle East and South-East Asia, as well as parts of Africa. Priority should be given to increasing bio-safety and security in the Middle East, Former Soviet Union, notably Central Asia, South and South-East Asia. Additional actions in Africa will also be considered. This project will consolidate existing actions, reinforce related training, and move to new countries in regions of concern. To reduce the risk of WMD expertise proliferation and the associated threat to international security.
25-30 million
In preparation
12-14 million
In preparation
14-18 million
In preparation
6-10 million
In preparation
20-26 million (2010-2011)
In preparation
Creation of a nuclear fuel bank of low enriched uranium (LEU) with the objective of sending a positive signal to countries willing to develop civil nuclear programmes by increasing the security of fuel supply.
€ 20-25 million
In preparation
_________________________
17080/10 BIJLAGE
64 DGE WMD
LIMITE NL