Het hoogwater van 1995 - een terugblik • Is het nu veilig? • Calamiteitenzorgsysteem • Dijkgraaf Gerrit Kok over de toekomst • Nieuwe ideeën voor leven met water Magazine van Waterschap Rivierenland
WaterBalans Special
10 jaar na het hoogwater 1 Waterbalans Special | januari 2005
Eén waterschap voor het hele rivierengebied Vanaf januari 2005 werken de hoogheemraadschappen van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden en Alm en Biesbosch en een deel van het Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden samen in één organisatie met Waterschap Rivierenland. Veranderingen in ons klimaat (onder andere steeds heviger regenval en langere periodes van droogte), zeespiegelstijging en bodemdaling vragen een gezamenlijke manier van omgaan met water. De gedachte is dat een groot waterschap beter op deze veranderingen kan inspelen. Door de toevoeging strekt het beheergebied van Waterschap Rivierenland zich uit van de Duitse grens tot Kinderdijk. Uitgebreide informatie kunt u terugvinden op onze
3 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 18 19 20 21 23
ILLUSTR ATIE : BOB BROBBEL BNO | HILVER SUM
website www.waterschaprivierenland.nl
Inhoud Dijkgraaf Gerrit Kok: Van herdenken naar denken over de toekomst Het hoogwater van 1995 4 Henk Zomerdijk: Een bange nacht op een stretcher in het gemeentehuis Zeger Stappershoef: De evacuatie van mijn koeien verliep op rolletjes Nella Baartman: Voor vertrek hebben we nog rustig een rondje gefietst Jan Terlouw: Er was even geen tijd voor democratie Hans van Leeuwen: Geen pak koekjes meer in de winkel Marc Rademaker: We stonden regelmatig tot onze nek in de modder Iris van Herpen: Het water is altijd mijn vriend geweest Anne Wind: Evacueren we of niet? Jan van Rijnsbergen: Bij Heesselt was de situatie net zo kritiek als bij Ochten Het water heden 14 Jos Penninx: Flexibele waterkering maakt Zaltbommel veiliger Adri van Ooijen: Veel meer toeristen door dijkverzwaring Aart Kusters: Uitgekiend ontwerp voor dijkversterking Neerijnen Roelof van Loenen Martinet: Creatieve oplossingen dijkverzwaringen nog steeds actueel Eef Janssen: Waterschap Rivierenland voorkomt calamiteiten Dert Vlaander: Keersluis Afgedamde Maas spaart uniek rivierenlandschap Jos den Biezen: Burger op de bres voor natuurwaarden van dijken De toekomst 22 Dijkgraaf Gerrit Kok: Nederland moet zich beter voorbereiden op de toekomst
Hoe u ons kunt bereiken: Waterschap Rivierenland Postbus 599 | 4000 AN Tiel T (0344) 649 090 | E
[email protected] www.waterschaprivierenland.nl
Dijkteruglegging Lent: Verbreding in Waal noodzakelijk Dijkteruglegging Munnikenland verlaagt waterstand Nieuwe oplossing voor oud probleem: Vouwwand tegen hoogwater Meer ruimte nodig voor rivieren Han Vrijling: Wonen en werken in en op de dijk Ed Steenbergen: Dijkversterking met bentoniet en zeepsop Toine Smits: Overstromingsbestendige woningen in plaats van dijken Colofon 31
24 25 26 27 28 29 30
H E T H O O GWAT E R I N 1995
H E T WAT E R H E D E N
D E TO E KO M ST
Dit magazine is opgedeeld in drie tijdvakken: 1995, het heden en de toekomst. De kleur in de bovenrand van dit magazine geeft aan in welk gedeelte u zit.
Van
herdenken naar denken over de toekomst
H
et is alweer tien jaar geleden dat het water hoog tegen de dijken aan beukte en ons rivierengebied bedreigde. In deze speciale huis-aan-huis uitgave gaan we weer even terug in de tijd. Maar we willen meer dan terugblikken. We laten u ook zien hoe het er nu voorstaat met de veiligheid en wat ons in de toekomst te wachten staat.
Toch is dit géén reden om achterover te gaan leunen. Want in de toekomst komt er hoe dan ook meer water door opwarming van de aarde. De zeespiegel zal stijgen en de rivieren zullen meer water aanen afvoeren. Daarom moeten we op tijd maatregelen nemen. Wellicht ook heel vernieuwende. Maatregelen waarvan we nu denken dat ze futuristisch zijn. Waterschap Rivierenland draagt in belangrijke mate bij aan de veiligheid van de mensen in het rivierengebied. Niet alleen door te werken aan dijkversterking en andere maatregelen, waardoor we zorgen voor schoon en voldoende water, maar ook door organisatorische verbeteringen. Zo is in 2002 Waterschap Rivierenland ontstaan door een fusie van drie polderdistricten, een waterschap en een zuiveringsschap. Deze grotere organisatie kan slagvaardiger optreden. Sinds 1 januari 2005 heeft
FOTO : WIM VAN HOF | bvBEELD
De omvang van de dreiging en de massale ontruiming van gebieden hebben zoveel indruk gemaakt, dat Nederland hard is gaan werken aan veiligheid. Dit mocht niet weer gebeuren. Door het Deltaplan Grote Rivieren konden waterschappen in de kortst mogelijke tijd de zwakste dijken versterken. We kunnen stellen dat Nederland nog nooit zo veilig is geweest.
Waterschap Rivierenland nog meer slagkracht gekregen door de toetreding van het Hoogheemraadschap Alm en Biesbosch, het Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden en een deel van Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden. Ons werkterrein beslaat nu bijna het hele Nederlandse rivierengebied: vanaf de Duitse grens bij Nijmegen tot en met Kinderdijk. Daar begint de werking van de zee en daar is dus een heel andere werkwijze nodig door de invloed van eb en vloed en verzilting van water. Het werkgebied van Waterschap Rivierenland is een gebied met de grote rivieren
3 Waterbalans Special | januari 2005
als natuurlijke begrenzing. Daarvoor kunnen we integrale en samenhangende maatregelen treffen om de veiligheid van de burgers te garanderen en om wateroverlast tot het minimum te beperken. Ik wens u veel leesplezier met dit magazine.
Dijkgraaf Waterschap Rivierenland,
ir. Gerrit Kok
H E T H O O GWAT E R I N 1995
Begin 1995. Een enorme hoeveelheid water bedreigt het rivierengebied. Zullen de dijken het houden, of niet? Moeten we evacueren, of niet? Uiteindelijk verlaten tweehonderdduizend mensen en een onbekend aantal koeien en andere dieren de bedreigde gebieden. Wat rest zijn verlaten dorpen. Lampen branden in de vestibule. Geen kip op straat. Spookachtig. Bizar. Tot zover het oog kan kijken: water. Onvoorstelbaar veel water. Het beukt tegen de dijken. Het blijft een paar dagen spannend, maar dan mag iedereen weer terug. Opluchting. Saamhorigheid. Taart. 4 Waterbalans Special | januari 2005
Henk Zomerdijk, in 1995 burgemeester van Echteld
FOTO : WIM VAN HOF | bvBEELD
Een bange nacht op een stretcher in het gemeentehuis
Het is woensdag 1 februari 1995, 10 uur ’s morgens. De rampenstaf vergadert over de hoogwatersituatie in de gemeente Echteld. Plotseling stormt een medewerker van Polderdistrict Betuwe binnen. De dijk bij Ochten scheurt. ‘Dat moment blijft mij mijn hele leven bij’, vertelt Henk Zomerdijk, in die tijd burgemeester van Echteld (nu van Duiven).
Koningin om te evacueren. Dan is het dorp al grotendeels leeg. Veertigduizend mensen moeten in zeer korte tijd vertrekken. Het is een noodevacuatie uit het boekje. Hele rijen bussen en ambulances zijn zeer snel ter plekke. Dat komt omdat ten westen van het AmsterdamRijnkanaal al een preventieve evacuatie gaande is. Al het materieel wordt razendsnel vijftien kilometer verderop ingezet.
Behalve het moment van de onheilsboodschap is Zomerdijk nog iets bijgebleven: ‘De grote saamhorigheid. Jongeren hielpen ouderen snel de meubels op zolder te zetten. De rampenorganisatie was meteen een geoliede machine die in kameraadschappelijke sfeer samenwerkte.
< Burgers uit Tiel halen bij thuiskomst hun huisdieren op die ze aan de Dierenambulance hadden toevertrouwd.
FOTO : WILLIA M HO O GTE YLING
FOTO : WILLIA M HO O GTE YLING
‘W
e dachten net dat het ergste gevaar voorbij was, maar nu ging het goed mis. Het was een van de slechtste dijkvakken van Nederland. En het wrange was: de dijkverbeteringsplannen lagen klaar. We zouden dat voorjaar beginnen.’ De scheur in het wegdek groeit snel van 60 naar 120 meter en verwijdt zich. De dijk is in beweging en aan de rivierkant schuift een stuk af. Het eerste wat moet gebeuren, is de mensen in Ochten in veiligheid brengen. Zomerdijk en zijn staf handelen snel. Ze hebben even geen boodschap aan de formele procedure, die vooraf moet gaan aan een evacuatie. Vanaf 10.00 uur draait de rampenorganisatie op volle toeren. Een half uur later is het grootste deel van de ouderen uit het woonzorgcentrum al op pad. Om één uur ’s middags komt de toestemming van de Commissaris van de
5 Waterbalans Special | januari 2005
Opvallend was ook de zelfredzaamheid. We dachten dat we een kwart van de mensen met de bus zouden moeten vervoeren. Dat was uiteindelijk maar vijf procent. De stapelbedden stonden klaar in sporthallen, maar die zijn maar weinig gebruikt. Je denkt gauw dat er paniek uitbreekt, maar alles ging juist heel gedisciplineerd.’
Zeilen en zand Met hulp van militairen en anderen wordt de dijk zeker gesteld. Zeilen en grote hoeveelheden zand houden de zaak in bedwang. Zomerdijk brengt een bange nacht door op de stretcher in het gemeentehuis, maar de dijk houdt het. Als koningin Beatrix op 2 februari poolshoogte komt nemen, is het grootste gevaar al geweken. Precies een jaar later wordt op de dijk in Ochten het startschot gegeven voor het Deltaplan Grote Rivieren. Enige maanden later is deze dijk op sterkte.
H E T H O O GWAT E R I N 1995
‘De evacuatie van mijn koeien verliep op rolletjes’ ‘E nkele dagen van tevoren wist ik dat er een evacuatie op stapel stond. Ook hoorde ik uit de eerste hand dat het echte risico op een dijkdoorbraak op woensdagavond zou zijn, terwijl de evacuatie op maandag was afgekondigd. Op dinsdag was bijna iedereen al weg uit de Ooijpolder.’
FOTO : WIM VAN HOF | bvBEELD
Bijna laatste evacué
Nachtmerries heeft Zeger Stappershoef niet van de evacuatie gehad, zoals sommige veehouders dat wel hadden. De melkveehouder uit Erlecom in de Ooijpolder hield het hoofd koel. Misschien ook wel omdat hij als afdelingsvoorzitter van de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond (NCB) zo dicht bij het vuur zat.
Eigenlijk was Stappershoef het allemaal net een beetje vergeten. Maar al pratend komen de herinneringen boven. Hij evacueerde als een van de laatsten uit zijn gebied, op woensdagmorgen 1 februari. Hij wist dat hij ruimschoots op tijd was. ‘De evacuatie van mijn koeien heb ik in één morgen geregeld. Iemand uit Brabant liet altijd bij mij zijn paarden weiden. Die belde ik op met de vraag of hij nog iemand wist die mijn koeien kon opvangen. Toevallig had hij zelf ruimte. Verder was er bij hem in de buurt ook net iemand gestopt met boeren. Die had ook nog wel stalruimte. Ook daar konden wat koeien heen. Tien koeien heb ik naar de slachter gebracht. Dat was
Het vee van een boer in de uiterwaarden is op weg naar een tijdelijk ander onderkomen.
FOTO : FR ANS YPM A | APA - FOTO
‘De mobiele telefoon was nog heel nieuw’
6 Waterbalans Special | januari 2005
ik toch al van plan, alleen nu iets eerder. Toen ik alles had geregeld, belde ik de NCB om voor de woensdag een veewagen te regelen. Alle boeren waren al weg, dus dat lukte wel.’
Anderen helpen Goed dat de evacuatie zo soepel verliep, want Stappershoef had het vooral druk met andere boeren en tuinders helpen. Hij zorgde voor een coördinatiepunt op het NCB-hoofdkantoor in Tilburg. Daar werden allerlei problemen aangepakt, zoals logeeradressen zoeken voor vee en veewagens regelen. Uniek voor die tijd was dat hij continu bereikbaar was. De mobiele telefoon was nog heel nieuw. Toen hij ervan hoorde, huurde hij er halsoverkop één. Eenmaal terug begon de nasleep. Stappershoef: ‘Er waren agrariërs die in huilen uitbarstten zodra de evacuatie ter sprake kwam.’ Daarom zorgde hij ervoor dat de NCB gespreksgroepen organiseerde voor boeren en tuinders, die een uitlaatklep nodig hadden om hun emoties te verwerken.
FOTO : HANS DIJK STR A | bvBEELD
Melkveehouder Zeger Stappershoef
Familie Baartman terug op een plek waar ze in 1995 vlak voor hun evacuatie naar het hoogwater hebben gekeken.
Nella Baartman, inwoonster van Culemborg
‘Voor vertrek hebben we nog rustig een rondje gefietst’ ‘Het is tien jaar geleden en toch weet ik het allemaal nog goed. Vooral door die onwerkelijke sfeer. Er was geen directe dreiging, maar je moest wel weg.’
Welkom thuis Heel emotioneel was de terugkomst. ’Vooral toen we vanaf de snelweg de afslag Culemborg namen. Gemeentemedewerkers verwelkomden ons met de gemeentevlag en het bord ‘Culemborgers, welkom thuis’. Dat vond ik heel attent. Eenmaal thuis was er een uitgelaten sfeer. Mensen gingen allemaal bij elkaar langs. En omdat het huis beneden leeg stond, pakten we net als zoveel andere mensen de kwast om de muren te witten. Van de gemeente mochten we allemaal een taart bij de bakker halen en bij de Albert Heijn kregen we als troost een gratis pak koffie.’ Echt bang dat het mis zou gaan is de Culemborgse niet geweest, en nog steeds niet. ’De dijken zijn toch versterkt?’
Nella Baartman, haar man Jan en twee tienerdochters Liesbeth en Jantiene uit Culemborg kregen op dinsdag 31 januari het bericht dat ze moesten evacueren.
‘W
e hebben met hulp van familie tot in de nacht gepakt’, vertelt Nella Baartman. ‘De hele stad was op. Overal brandde licht, terwijl het anders donker is.’ De meeste spullen gingen naar boven. Dierbare dingen wilden ze meenemen. Maar hoe? Het was echt te veel voor in de auto. Tot ver buiten de regio was er geen busje meer te huur. Haar vader uit Amersfoort wist er gelukkig nog één te regelen.
Files, files
FOTO’S : FA MILIE BA ARTM AN
’De volgende ochtend hebben we voor vertrek nog heel relaxed een rondje Culemborg gefietst om naar het hoge water te kijken. Dus zo bedreigend vonden we de situatie niet.’ Vervolgens bij de uittocht uit Culemborg: files en nog eens files. Het duurde uren om alleen al het rivierengebied uit te komen. De huisdieren, twee hamsters en een zwangere kat die anders nooit van huis gaan, gingen mee in de auto. Van hun tweedaagse verblijf in Amersfoort herinnert Nella Baartman zich het dubbele gevoel. ’We waren vrij, we gingen winkelen, maar de meisjes hoorden eigenlijk op school te zitten. Het voelde niet echt als vakantie.’
7 Waterbalans Special | januari 2005
Jan Terlouw, Commissaris van de Koningin in 1995
‘Er was even geen tijd voor democratie’ ‘Als je me nou vraagt of ik zelf dacht dat de dijken zouden doorbreken’, zegt Jan Terlouw, ‘dan zeg ik dat ik de kans minder dan vijftig procent achtte.’ Terlouw, nu gepensioneerd, was in 1995 Commissaris van de Koningin in Gelderland. Hij was degene die tien jaar geleden de knoop doorhakte: 200.000 mensen moesten het rivierengebied verlaten.
baan als bestuurder, dat mensen tegen mij hebben gezegd dat zij blij waren dat er een bestuur is.’
Bizar Terlouw bleef het liefst in het provinciehuis. ‘Daar kon ik echt iets doen. Ik werd van uur tot uur op de hoogte gehouden.’ Hij is wel een paar keer in het gebied geweest, ook een keer met de koningin. Wat ik daar gezien heb was heel bizar. Het gebied was totaal ontvolkt, maar in sommige huizen brandden gewoon lichtjes in de vestibule. Er liep een kat over straat. Maar er was geen mens te zien. Op de dijk bij Dreumel zag ik één grote watervlakte, en vijf meter lager lagen de huizen. Als de dijk zou breken, zou – als
Nieuw denken Terlouw ziet de hoogwaterperiode vooral als een aanzet tot ‘nieuw denken’. ‘Na 1993 en 1995 zijn we in Nederland gaan denken over hoe we anders met rivieren en water om kunnen gaan. En dat is ook nodig gezien de voorspellingen en berekeningen van deskundigen.’
FOTO : HANS DIJK STR A | bvBEELD
‘Het gebied was totaal ontvolkt’ we niet zouden evacueren – iedereen verdrinken.’ ’s Nachts reed Jan Terlouw terug naar zijn eigen huis, vlak bij de IJssel. Daar stond
FOTO : WILLIA M HO O GTE YLING
‘O
p zondagavond 29 januari hadden we overleg op het provinciehuis in Arnhem. We wisten dat we de volgende dag de beslissing moesten nemen: evacueren of niet.’ Het werd evacueren. De Commissaris van de Koningin nam dit besluit in overleg met de burgemeesters en op basis van adviezen van dijkgraven, weerdeskundigen en ingenieurs die de mate van verweking van de dijken hadden berekend. ‘De beslissing was niet moeilijk. Het was eigenlijk onafwendbaar.’ Volgens Terlouw was bijna iedereen het daarover eens. Hij besteedde in ieder geval geen tijd aan mensen die er anders over dachten: ‘Er was even geen tijd voor democratie.’ Achteraf heeft hij ook van niemand gehoord dat de evacuatie eigenlijk niet nodig was geweest. ‘Ik heb brieven gekregen van mensen uit het rivierengebied. Zij waren onzeker en waren blij dat er een beslissing werd genomen. Het is overigens de enige keer in mijn loop-
het water ook al in de kelder. ‘Het water aan de andere kant stond gevaarlijk hoog tegen de dijk aan. Het kwelwater zorgde ervoor dat de graslanden rond het huis waren veranderd in één grote waterpartij.’ Toch was hij niet bang dat de dijk zou bezwijken. ‘Ik heb veel vertrouwen in die dijk, ook al groeien er bomen op en zitten er vossenholen in.’
8 Waterbalans Special | januari 2005
Minister Annemarie Jorritsma van Verkeer en Waterstaat op werkbezoek in het rivierengebied. Inwoners dringen aan op een snelle verbetering van de dijken.
H E T H O O GWAT E R I N 1995 Supermarkteigenaar Hans van Leeuwen in Beneden-Leeuwen
FOTO : WIM VAN HOF | bvBEELD
‘Geen pak koekjes meer in de winkel’
hun eigen huis. Binnen 24 uur was de winkel, op de koeling en de stellingen na, helemaal leeg. Geen pak koekjes meer te bekennen.’
Topdrukte
Je huis achterlaten is heel wat, laat staan je bedrijf. Toch was dat precies wat C1000-eigenaar Hans van Leeuwen, nu 43 jaar oud, te doen stond. Het bedrijf dat hij al vanaf 1988 runt moest leeg, en wel binnen 24 uur!
Na ruim een week hoorde Hans van Leeuwen dat er groen licht zou komen voor de terugkeer naar Beneden-Leeuwen. In omgekeerde volgorde gebeurde precies hetzelfde als bij de evacuatie. Van Leeuwen: ’We waren binnen 24 uur weer open. Terwijl anderen nog maar net gehoord hadden dat ze terug mochten,
‘H
et water stond wel heel erg hoog, maar hier in het land van Maas en Waal maken we ons niet zo heel erg snel druk. Dankzij goede contacten met de gemeente hoorde ik al in een betrekkelijk vroeg stadium dat Beneden-Leeuwen ontruimd zou gaan worden. Daardoor had ik nog 24 uur om mijn winkel leeg te krijgen. Die was toen wel iets kleiner dan nu, maar toch nog steeds zo’n twaalfhonderd vierkante meter. Ik ben geen moment in paniek geweest. Ook heb ik er geen moment aan getwijfeld of het zou gaan lukken.’
De kerk op de dijk in Appeltern doet dienst als opslagruimte.
FOTO : M ARCEL VAN DEN BERGH
Enorme saamhorigheid Het mooie bij dit soort gebeurtenissen is dat mensen elkaar gaan helpen, vindt Van Leeuwen. ‘De saamhorigheid was enorm. Zo stelde het bedrijf dat bij ons levensmiddelen leverde vrachtwagens ter beschikking. Leveranciers zorgden voor lege kratten. Zo’n dertig ondernemers van buiten het gebied boden me hun hulp aan. Mijn eigen personeel ruimde eerst de winkel leeg en begon daarna pas aan
stonden de vrachtwagens van mijn leveranciers alweer op de brug. En op het moment dat iedereen zijn huis weer ging inrichten, ging mijn winkel open. In die dagen heb ik een topomzet gedraaid. Het was zelfs drukker dan voor de kerstdagen!’ ‘Nee, paniek of angst heb ik geen moment gehad. Wat me nog het langst zal bijblijven is het beeld van het dorp toen wij er als laatste uitreden: lege huizen, zelfs geen gordijnen voor de ramen. Geen auto’s of fietsen, zelfs geen hond op straat. Het hele dorp stil, leeg, verlaten.’
9 Waterbalans Special | januari 2005
H E T H O O GWAT E R I N 1995 Marc Rademaker, Waterschap Rivierenland
‘We stonden regelmatig FOTO : WIM VAN HOF | bvBEELD
tot onze nek in de modder’ Als projectleider was hij acht dagen lang uitvoerend hoofd van een dijkpost. Hij werkte vanuit een kamertje in het gemeentehuis van Beneden-Leeuwen. Zijn inspectieploegen controleerden dertig kilometer Maasdijk en dertig kilometer Waaldijk.
A
aangelijnd. Vanaf een platte kar brachten ze zandzakken naar de dijken en legden ze daar tegenaan.’
Je kunt je voorstellen dat het in de slaapzalen met de legerveldbedden en legerslaapzakken niet altijd even fris rook. En als je kopje onder was gegaan, dan moest je van alle kanten droge spullen bij elkaar lenen.’ Het meest alarmerend vond hij overigens het niveauverschil tussen de Waal en Maas. ‘Beide waren ze tot de nok vol, maar de Waal stond wél drie meter hoger dan de Maas! En op sommige plekken komen die twee rivieren echt heel dicht bij elkaar, zoals bij Heerewaarden, waar alleen de schutsluis er nog tussen zit. Als je dan bedenkt wat er zou kunnen gebeuren, dan word je wel even stil.’
Kopje onder Vooral indrukwekkend, die acht dagen, was dat het gebied vanwege de evacuatie volledig uitgestorven was. Rademaker: ‘Het was doodstil overdag, en veel mensen die meewerkten konden door die evacuatie ook niet naar huis om spullen te halen.
Nostalgische gevoelens ‘Ondanks alles denk ik met nostalgische gevoelens aan die tijd terug. Je sliep maar weinig. De officiële twaalf uur op, twaalf uur af kwam vaak neer op achttien uur op, zes uur af. Maar het samen werken aan een doel op zo’n dijkpost was heel enerverend. Als je die ellende van de evacuatie even niet meetelt, mag het hoogwater van mij morgen weer komen!’
FOTO : WILLIA M HO O GTE YLING
ls de inspectieploegen een ‘wel’ ontdekten – een plek waar water onder de dijk door sijpelt, erachter naar boven komt en zand meevoert – moest hij erbij komen. Regelmatig stonden hij en zijn collega’s tot aan hun nek in de modder, als zo’n wel dieper bleek te liggen dan ze dachten. Als het nodig was, legden polderwerkers er een soort ringmuurtje van zandzakken omheen. Ook tegen erosie (aantasting) van de dijkkant waar het water tegenaan stond, troffen ze noodmaatregelen. Ze legden zandzakken tegen gaten aan. ‘Die mannen, in hun lieslaarzen, waren dag en nacht voor hun veiligheid
10 Waterbalans Special | januari 2005
Beusichem, de weg naar het veer en de huizen erlangs staan flink onder water.
FOTO : WILLIA M HO O GTE YLING
Iris van Herpen, in 1995 tien jaar oud
‘Het water is altijd mijn vriend geweest’
Het water zakt. De buitendijkse parkeerplaats van Tiel is een mooi speelterrein voor jongeren.
Nooit gevaar gezien
Iris van Herpen is opgegroeid met het water. Ze fantaseerde zelfs wel eens over een dijkdoorbraak. In haar hoofd zag ze voor zich hoe haar dorp Wamel er dan uit zou zien, hoe Nederland eruit zou zien. Die fascinatie bleef, ook toen het echt menens werd.
I
ris is nu twintig jaar. Ze studeert aan de Modeacademie in Arnhem. Ze kijkt terug naar haar kinderjaren. Overdag speelde ze bij de rivier en ’s avonds keek ze vanuit haar hoogslaper naar de lichtjes van passerende boten. Dat er zoiets als hoogwater bestond, wist ze goed. Dan voer het pontje niet en hoefde ze niet naar school. En toen kwam 1995. ‘We gingen steeds kijken hoe hoog het water stond, het liefst vanaf de brug naar Tiel. Het was een ontzettend mooi gezicht. Er was zo ongelooflijk veel water, dat kun je je bijna niet voorstellen.’
Uiteindelijk ging ze met haar moeder en zus naar haar oma in Den Bosch, maar haar vader en broer bleven. ‘Dat is me vooral bijgebleven: dat ik óók had willen blijven. Een volgende keer doe ik dat ook. Ik heb nooit gevaar gezien in het water, toen niet, daarvoor niet en daarna ook nooit meer. Vergeleken met het donkere Wamel staan de lichtjes van de boten op de Waal voor mij juist voor veiligheid, voor een andere, supermooie wereld. Het water is altijd mijn vriend geweest en ik ben heel blij dat ik dáár ben opgegroeid.’
11 Waterbalans Special | januari 2005
FOTO : WIM VAN HOF | bvBEELD
Opwindend Alles stond die dagen in het teken van het water: wie er ging er weg en wie niet, de journalisten, de televisie met de hele dag uitzendingen. ‘Het was heel opwindend en spannend. Ons huis stond op de voormalige dijk, dus wij liepen niet direct gevaar. Daarom zijn we tot het allerlaatst gebleven en hebben we de grootste chaos meegemaakt.’
H E T H O O GWAT E R I N 1995 Anne Wind, dijkgraaf Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden
‘Evacueren we of
niet?’ Op de schouder getikt
FOTO : WIM VAN HOF | bvBEELD
Wind vindt dat we de precaire situatie van toen steeds in herinnering moeten houden. ‘We zijn goed op onze schouder getikt. Na de hoogwatergolf kwam er eindelijk weer schot in het denken over veiligheid. Nut en noodzaak van de maatregelen waren toen zeer evident. Nu vertraagt het weer. Wettelijk gezien voldoen we nu niet aan de veiligheidsnormen voor dijken en we nemen tot 2015 de tijd om de zaak op orde te brengen. Maar we kunnen en mogen geen spelletjes spelen met de veiligheid.’ Anne Wind is op 1 januari 2005 met pensioen gegaan.
’s Morgens besluit dijkgraaf Anne Wind om samen met de burgemeesters de Commissaris van de Koningin te adviseren de Alblasserwaard niet te evacueren. ’s Nachts om twee uur staat hij op de dijk bij Vianen en kijkt bij het licht van de maan uit over een immense watervlakte. Onwillekeurig komt de gedachte op: ‘Anne, wat als je je toch vergist hebt. Wat als de dijk nu toch doorbreekt…’
Busjes, aanhangwagens, volgepropte auto’s. De uittocht is begonnen, zoals hier bij de provinciale weg door het Land van Maas en Waal.
H
FOTO : WILLIA M HO O GTE YLING
et is dan 2 februari. Ten oosten van de Diefdijk, in de Tieler- en Culemborgerwaarden is bijna geen mens meer te bekennen. Hier is iedereen geëvacueerd. Maar een paar kilometer verderop in Leerdam gaat het gewone leven door. Er rust een zware verantwoordelijkheid op de schouders van Wind en de burgemeesters. De vloedgolf is inmiddels gearriveerd. In de week daarvoor zijn de zwakke plekken geïnspecteerd en direct verbeterd. Bij Vianen zat zo’n plek en ook bij Boven-Hardinxveld. De situatie bij Hardinxveld blijft precair. Het water komt daar van twee kanten: via de Merwede en via het Kanaal van Steenenhoek. Hier wordt wel tot evacuatie besloten. Ook de mensen in GorinchemOost/Dalem moeten weg. Dit deel ligt nog achter de Diefdijk. ‘Toen we alle zwakke plekken onder controle hadden, zagen we geen reden om verder te gaan met de evacuatie’, vertelt Wind. ‘Er was geen vervorming of verweking van de dijken. De Commissaris van de Koningin was zeer kritisch over ons besluit. Het stond natuurlijk haaks op de tvbeelden van de massale evacuaties. Maar wij hadden meer tijd om noodmaatregelen te nemen, omdat de grote watergolf bij ons later arriveerde.’
12 Waterbalans Special | januari 2005
Jan van Rijnsbergen, hoofd veiligheid Waterschap Rivierenland
‘Bij Heesselt was de situatie net zo kritiek als bij Ochten’
FOTO : WIM VAN HOF | bvBEELD
Jan van Rijnsbergen heeft sinds de jaren zeventig aan dijken en dijkverbetering gewerkt. Op 1 januari 2005 is hij met vervroegd pensioen gegaan.
Tijdens het hoogwater draaide hij diensten van 12 uur. Op sommige dagen zelfs 24 uur. Hij stuurde veel medewerkers naar huis om te pakken, omdat zij ook niet van ophouden wisten. Jan van Rijnsbergen, destijds hoofd dijken van het polderdistrict Tieler- en Culemborger Waarden: ‘De evacuatie heeft veel indruk gemaakt. Zeker omdat ik zelf in het rivierengebied woon.’
Militairen maar ook brandweermannen werken met man en macht om de dijk van Heesselt te versterken.
FOTO : M ARCEL VAN DEN BERGH
‘E
erlijk gezegd heeft mijn gezin geen tijd gehad om spullen in veiligheid te brengen. Ik moest als operationeel leider van het crisisteam elk moment van de dag paraat zijn en kon dus niet helpen pakken. Mijn vrouw is snel naar een veiliger oord vertrokken.’ Van Rijnsbergen werkte vooral vanuit kantoor. Maar op dinsdagavond 31 januari was de schade aan de dijk bij Heesselt zo groot, dat Van Rijnsbergen er poolshoogte nam. ‘De situatie was er net zo kritiek als bij Ochten, alleen hebben we er niet zo’n bekendheid aangegeven. Zo’n honderd ME’ers hebben 50.000 zakken zand tegen de dijk gezet om voldoende tegendruk te geven. De weg moest open blijven, de mensen moesten in verband met de evacuatie het gebied uit kunnen.’
Weerstand weg ’Al tijdens de drukke emotionele dagen kregen we als waterschap het verzoek van de rijksoverheid om te inventariseren welke dijken acuut moesten worden verbeterd.’ Liefst 80 procent behoorde tot de categorie ‘urgent’, rekende hij en zijn medewerkers uit. Na het hoge water ging het snel. ‘In april waren we al bezig met de zwakste dijken. Op één uitzondering na pakten we dat jaar alle urgente dijken aan. Echt een ommekeer. Het draagvlak was groot, er was geen vertragende weerstand meer.’ Hij ziet dit draagvlak helaas weer afbrokkelen. ‘De aandacht onder burgers verslapt en de bereidheid bij de overheid om op te schieten vermindert. We hebben alweer een achterstandsituatie. Het is zeer de vraag of we er in 2015 klaar voor zijn om 16 miljoen liter water dat per seconde bij Lobith ons land binnenkomt, veilig naar zee te laten stromen.’
13 Waterbalans Special | januari 2005
H E T WAT E R H E D E N
Na 1995. De schrik zit er goed in. Dit mag niet nog een keer gebeuren. Het antwoord van de overheid: het Deltaplan Grote Rivieren. Dit plan zorgt ervoor dat het waterschap zo’n honderd kilometer dijk per jaar kan versterken. Er worden veel nieuwe technieken en inzichten gebruikt. Veiligheid staat voorop en er wordt met meer respect omgegaan met de landelijke omgeving en met monumenten. Het is een tijd van veel wikken en wegen. Overleg. Inspraak. Het resultaat? Een flexibele waterkering in Zaltbommel, een damwand in Neerijnen, drijvende woningen in de Gouden Ham en een keersluis in de Afgedamde Maas. Het is in het rivierengebied nog nooit zo veilig geweest. 14 Waterbalans Special | januari 2005
Wethouder Jos Penninx is zeer tevreden over de flexibele waterkering die zijn stad Zaltbommel heeft gekregen. Hij heeft de evacuatie van het vestingstadje in 1995 aan den lijve meegemaakt. ‘Nu is het zo dat als het water bij Lobith stijgt, wij een aantal dagen hebben om de flexkering op te bouwen.’ En die staat binnen zes uur, dus dat voelt veilig.
Flexibele waterkering
maakt Zaltbommel veiliger Wethouder Jos Penninx van Zaltbommel
honderd woningen te bouwen. Daarnaast werd al snel duidelijk dat bij het simpelweg verhogen van de kademuren en de dijk het uitzicht over de Waal sterk zou verminderen. Dus kwam er een heel proces met een klankbordgroep van burgers en bedrijven, waarvan Penninx nu nog vindt dat het een voorbeeld is voor andere gemeenten.
Stedelijke uitstraling
FOTO : WIM VAN HOF | BVBEELD
‘Er moest een kwaliteitsslag gemaakt worden’, vertelt Penninx. ‘Dat was duidelijk.’ Zaltbommel kon een deel van het geld dat was bestemd voor de woningbouw investeren in het nieuwe Waalfront. ‘Het heeft een echt stedelijke uitstraling’, vindt Penninx. ‘Mensen parkeren hun fiets tegen de vestingmuur en zitten op de muur te genieten van het uitzicht over de Waal.’ De nieuwe waterkering staat binnen zes uur.
H
et Waalfront van Zaltbommel heeft de uitstraling van een oude vesting, maar de bakstenen en de inrichting zien er nieuw uit. Op sommige plekken is de vestingmuur lager. In deze coupures zitten sleuven in de muur en montagegaten in de grond. Daar worden bij extreem hoogwater staanders en metalen planken geplaatst die samen de vijfhonderd meter lange flexkering vormen. Vijf mensen kunnen binnen zes uur een waterkering bouwen, die bestand is tegen waterhoogtes zoals die in 1995.
Dat Zaltbommel een fraai vormgegeven Waalfront heeft, is voor een deel te danken aan het hoogwater van 1995. ‘Op woensdag 1 februari werd duidelijk dat in ons gebied de mensen zouden moeten vertrekken’, herinnert Penninx zich. ‘Het grootste deel van onze gemeente is ontruimd geweest.’ De dijken ten oosten en westen van de stad werden al snel verhoogd, maar bij het Waalfront in het centrum duurde dat even langer. Er waren namelijk plannen om daar zes-
FOTO : C A MIEL M A SSELINK | WATER SCHAP RIVIERENL AND
FOTO : KIM TROUWBOR ST
Voorbeeldfunctie
15 Waterbalans Special | januari 2005
H E T WAT E R H E D E N
Recreatieondernemer Adri van Ooijen
Veel meer toeristen door dijkverzwaring
‘Van tevoren besef je niet wat er allemaal aan zo’n dijkverzwaring vastzit’, zegt recreatieondernemer Adri van Ooijen in Maasbommel. Dat de dijk bij recreatiegebied De Gouden Ham een stuk zwaarder moest worden stond buiten kijf. Maar de ruimte daarvoor was er niet. Er is een goede oplossing bedacht. Iedereen profiteert ervan.
echt tegen de dijk aan lagen de huizen van bewoners. Aan de andere kant, buitendijks, was het kampeerterrein met caravans van Van Ooijen. De woonhuizen konden alleen gespaard worden als de dijk meer naar de rivier verplaatst zou worden. Van het terrein van Van Ooijen zou maar een smal strookje overblijven. Te weinig om er nog caravans neer te zetten. ‘Die huizen konden natuurlijk niet tegen de vlakte’, vindt Van Ooijen ook nu nog. Hij wilde best meewerken aan een oplossing, maar niet ten koste van alles. ‘Ik heb gezegd, dat ze met mij overal over konden praten, maar weggaan wilde ik niet.’ Eerst was er sprake van dat de recreatieondernemer met zijn caravans naar het schiereiland tegenover zijn oorspronkelijke bedrijf zou verhuizen. Maar de recreatiemaatschappij van wie dit eiland is, wilde niet meewerken.
Drijvende vakantiewoningen Toen kwam de ondernemer zelf met een idee. Zou hij als compensatie drijvende vakantiewoningen mogen bouwen? Voor de caravans vond hij een plek op een ander,
16 Waterbalans Special | januari 2005
FOTO’S : WIM VAN HOF | bvBEELD
‘R
dichtbijgelegen kampeerterrein van hemzelf. Van Ooijen: ‘Het heeft me wel een jaar aan praten gekost om dit voor elkaar te krijgen. Maar uiteindelijk hebben de veranderingen mij een positieve zet in de rug gegeven.’ De drijvende, innovatieve woningen heeft hij op eigen risico gebouwd, maar voor de benodigde vergunningen kreeg hij alle medewerking. De woningen zijn in mei 2004 gereed gekomen. Voor de aanpassing en de verhuizing is Van Ooijen financieel gecompenseerd. Bovenal is hij tevreden met de nieuwe uitstraling van het gebied. ‘Het is hier nu veel drukker dan eerst, met allemaal fietsende mensen. Eerst was de dijk hartstikke smal en werd je er als fietser zo van af gereden. Nu is die veel breder en ligt er ook nog een apart fietspad langs waarop mensen kunnen genieten van prachtige vergezichten.’
FOTO’S : WIM VAN HOF | bvBEELD
Aart Kusters wethouder in Neerijnen
Uitgekiend ontwerp
voor dijkversterking Neerijnen Waterschap Rivierenland had begin jaren tachtig al plannen voor verzwaring van de Waaldijk bij Neerijnen. Deze stuitten indertijd op zo veel bezwaren, dat ze in 1986 in de ijskast werden gezet. Tien jaar later – een parlementaire commissie verder en na het hoogwater van 1995 – kwam er een oplossing. Het karakteristieke stukje rivierenlandschap is behouden.
D
e komst van de parlementaire commissie Boertien in 1992 zorgde ervoor dat de plannen voor de Waaldijk bij Neerijnen uit de ijskast kwamen. Want de taak van deze commissie was zich te buigen over de stagnerende dijkversterkingen. In 1993 kwam de commissie met haar advies: voortaan moest meer rekening gehouden worden met het landschap, de natuur en de cultuurgeschiedenis. Ook was het belangrijk om burgers en gemeenten veel meer in te schakelen bij de voorbereiding van de plannen. Om deze nieuwe manier van ‘uitgekiend ontwerpen’ te testen kwamen er een aantal proefprojecten. De Waaldijk bij Neerijnen was er één van.
Mooie uitdaging De keuze viel op dit stukje dijk omdat die zo kenmerkend is voor het rivierengebied. Bij de dijk staan oude boerderijen, een molen, een kasteel, een oud loofbos, een
kleiput en ligt een oude rivierarm. En dat allemaal op een traject van slechts drie kilometer. Aart Kusters, in die tijd raadslid en later wethouder van Neerijnen, was nauw betrokken bij het proefproject. Hij kan het zich nog levendig voor de geest halen. ‘Er werd een stuurgroep ingesteld met onder andere allerlei belangengroeperingen. Vanwege de lange voorgeschiedenis waren dat er nogal wat. Bijvoorbeeld de Stichting Red ons Rivierlandschap, de Stichting Het Waallandschap en de Bond Heemschut (beschermers van cultureel erfgoed).’ Het was een mooie uitdaging, vindt Kusters. ‘Er zijn veel technische oplossingen
‘Over deze dijk is iedereen dik tevreden’ onderzocht om het kwetsbare landschap te sparen. Zonder dat de veiligheid in gevaar zou komen. Want al met al vond het merendeel van de burgers de veiligheid toch het belangrijkste.’
Niet breder, wel hoger Het resultaat van het brede overleg is een prachtige dijk, waar de inwoners van Neerijnen graag recreëren. Honderden meters damwand zijn geslagen. Dit maakte de dijk niet breder, wel hoger. Om de bijzondere panden op de dijk te behouden heeft het waterschap de molen een meter
17 Waterbalans Special | januari 2005
opgekrikt. Ook heeft het waterschap ervoor gezorgd dat enkele monumentale dijkpanden zorgvuldig zijn afgebroken en later op de opgehoogde dijk weer zijn herbouwd. Her en der zie je de dijk wat naar buiten omkrullen om bijzondere binnendijkse gebouwen heen. Kusters ziet achteraf maar één probleem: ‘Landschapsliefhebbers vinden het jammer dat de oplossingen die hier zijn gebruikt, niet ook elders zijn toegepast. Dan zou er pas echt een brede consensus zijn geweest. Maar over dit stukje dijk is iedereen dik tevreden.’
Roelof van Loenen Martinet, beleidsmedewerker Gelderse Milieufederatie
Creatieve oplossingen dijkverzwaringen nog steeds actueel De Gelderse Milieufederatie pleit al decennia voor creatieve oplossingen bij dijkverzwaringen. Want daarmee behoud je de waarden van het rivierengebied. De dijkverzwaringen die op een goede, creatieve manier zijn uitgevoerd, kunnen nu als voorbeeld dienen voor het project Ruimte voor de Rivier, vindt beleidsmedewerker Roelof van Loenen Martinet van de Gelderse Milieufederatie.
D
e aanpak in de jaren tachtig van de dijkverzwaring langs de Waal bij Brakel, is het begin geweest van een andere manier van denken over dijkverzwaringen, zegt Van Loenen Martinet. ‘Een deel van het monumentale dorp
Te weinig werd er rekening gehouden met de bestaande waarden van het landschap, de dorpen en de natuur. ‘Het moest voor de veiligheid’, herinnert Van Loenen Martinet zich de discussie over Brakel. ‘Maar het kon op een betere manier, met respect voor het landschap van het rivierengebied, vonden wij.’ Uiteindelijk werd gekozen voor een elegante oplossing: het plaatsen van een damwand.
Damwand Inmiddels zijn er, wat betreft de Gelderse Milieufederatie, diverse goede voorbeelden van dijkverzwaring. Van Loenen Martinet noemt de Bomendijk aan de IJssel. ‘De bomen op de dijk konden bijna
Herhaling Het hoogwater van 1995 heeft er volgens Van Loenen Martinet aan bijgedragen, dat creatievere manieren van dijkverzwaring versneld werden uitgevoerd. ‘Voor 1995 was het bijna vanzelfsprekend dat je zomaar het rivierbed smaller kon maken. Dat is nu nauwelijks meer voor te stellen.’ Maar de discussie lijkt zich echter te herhalen bij het project Ruimte voor de Rivier, vindt Van Loenen Martinet. De Gelderse Milieufederatie en ook Waterschap Rivierenland vinden dat er te weinig geld is om de plannen voor Ruimte voor de Rivier (zie pag. 27) goed uit te kunnen voeren. ‘Er wordt al weer voorzichtig over dijkverzwaring gesproken.’ De kans dat
‘Er zijn diverse goede voorbeelden van dijkverzwaringen’ Brakel moest verdwijnen, omdat de dijk daar moest komen te liggen. De middelen waren echter niet meer in overeenstemming met het doel.’ Het simpelweg verzwaren van dijken, waarmee delen van dorpen, dijkhuizen, maar ook eeuwenlang bestaande strangen (dode rivierarmen) en kolken (diepe watergaten, ontstaan na dijkdoorbraken) verdwenen, vond de Gelderse Milieufederatie een te rigoureuze ingreep.
allemaal blijven staan. De versterking is uitgevoerd met een damwand.’ Ook de dijk bij Neerijnen in het rivierengebied is een goed voorbeeld van dijkversterking, zonder dat het omliggende gebied daaronder heeft geleden. ‘Op locaties waar aan beide zijden bijzondere landschaps-, natuur- of cultuurhistorische waarden liggen is een damwand een goede oplossing.’
18 Waterbalans Special | januari 2005
dezelfde patstelling zal ontstaan als voor 1995, acht Van Loenen Martinet groot. Ook bij Ruimte voor de Rivier zijn creatieve oplossingen die rekening houden met de waarden van het rivierlandschap de beste oplossing.
H E T WAT E R H E D E N
Waterschap Rivierenland houdt het peil van de rivieren binnen het werkgebied nauwlettend in de gaten. Stijgt het water meer dan normaal, dan neemt het waterschap maatregelen. Welke dat zijn staat beschreven in het Calamiteitenbestrijdingsplan Hoogwater Buiten.
H
et Calamiteitenbestrijdingsplan wordt gelukkig maar weinig uit de kast gehaald. ‘De laatste keer was in januari 2003, maar toen werd het niet echt spannend’, zegt Eef Janssen, coördinator calamiteitenzorg bij Waterschap Rivierenland. ‘In 1993 en 1995 werkte het wel volop.’ Het Calamiteitenbestrijdingsplan treedt in werking zodra de rivieren buiten hun oevers treden. ‘Dat moment zien we meestal van tevoren aankomen. We kunnen ons dus goed voorbereiden. Wanneer de uiterwaarden volstromen – fase 0 noemen we dat – leiden we het rivierwater via inlaatwerken naar de zomerpolders. Zo krijgt de rivier meer ruimte. Van tevoren waarschuwen we de boeren, zodat ze hun dieren tijdig kunnen weghalen uit de zomerpolders.’
Patrouilles Als het water blijft stijgen en het al flink tegen de dijken staat, stelt het waterschap dijkbewaking met patrouilles in. Fase 1 is dan ingegaan. ‘We controleren de dijken overdag en zorgen zonodig voor versteviging van de dijken. Ook sluiten we diverse sluizen en doorgangen voor verkeer en voetgangers in kademuren en de dijken.’ Wordt de situatie kritiek – bijvoorbeeld als het water verder stijgt of doordat dijken verweken – dan gaat fase 2 in. De patrouilles zijn dan dag en nacht in touw om de dijken te bewaken en zonodig te verstevigen. ‘De dijkgraaf seint ook de betrokken burgemeesters in. Zij coördi-
FOTO : WATER SCHAP RIVIERENL AND
FOTO : WIM VAN HOF | bvBEELD
Waterschap Rivierenland voorkomt calamiteiten
neren de rampenbestrijding en sturen de andere hulpdiensten aan: politie, brandweer, geneeskundige hulpverlening. De burgemeesters bepalen ook of de burgers moeten evacueren.’
Kleine kans De kans dat een burgemeester zoiets meemaakt is niet zo groot. Sinds 1995 zijn de dijken in het rivierengebied allemaal verstevigd. Janssen: ‘De kans op een overstroming is klein: in principe een kans van 1 op 1250 per jaar. Maar je weet het natuurlijk nooit helemaal zeker. Om overal goed op voorbereid te zijn, lopen we elk jaar het Calamiteitenbestrijdingsplan helemaal door of het allemaal nog klopt en of er dingen moeten worden aangepast. We houden ook geregeld oefeningen, soms samen met gemeenten en hulpdiensten. Mocht zich een calamiteit voordoen, dan zijn we voorbereid.’
19 Waterbalans Special | januari 2005
Medewerkers van Waterschap Rivierenland maken de dijkdoorgang bij de kade van Tiel dicht met houten balken. Deze oefening in 2003 werd gehouden als onderdeel van het Calamiteitenbestrijdingsplan.
H E T WAT E R H E D E N
Dert Vlaander, senior medewerker dijkbeheer Waterschap
Keersluis Afgedamde Maas spaart uniek rivierenlandschap De dijken langs de Afgedamde Maas en het Heusdensch Kanaal konden het land in 1995 maar net beschermen tegen de hoge waterstanden van de Waal en de Bergsche Maas. Drastische maatregelen waren nodig, volgens het Deltaplan Grote Rivieren, om het niet opnieuw zover of nog verder te laten komen. Eind 2001 werd keersluis ‘De Kromme Nol’ in gebruik genomen. Deze beschermt de omgeving van de Afgedamde Maas tegen het gevaar van hoogwater.
D
FOTO : WATER SCHAP RIVIERENL AND
e Afgedamde Maas en het Heusdensch Kanaal vormen samen de verbinding tussen Maas en Waal. Het gebied rond de Afgedamde Maas is een stuk authentiek Hollands rivierenlandschap met mooie natuur en waardevolle cultuurhistorie. Een gewone dijkversterking zou betekenen dat over een strook van 30 kilometer historische gebouwen, kerkjes en dijkhuizen verloren zouden gaan. Dit was voor velen onaanvaardbaar. Maar hoge waterstanden en onstabiele dijken vormden een bedreiging.
Dert Vlaander, destijds projectleider bij Hoogheemraadschap Alm en Biesbosch: ‘We hadden vóór het hoogwater al onderzoek gedaan naar mogelijke verbeteringen in dit dijkvak. Hierdoor konden we snel keuzes maken. We hebben allerlei
Dijkverzwaring was voor velen onaanvaardbaar varianten laten onderzoeken. Er is uiteindelijk gekozen voor de bouw van een keersluis in het Heusdensch Kanaal bij Wijk en Aalburg, het plaatsen van nieuwe stormvloeddeuren naast de bestaande Wilhelminasluis bij Andel en het plaatselijk stabiliseren van stukken dijk.’
FOTO : KIM TROUWBOR ST | bvBEELD
Compromis De keersluis gaat dicht als het water op 3,5 meter boven NAP staat. Hierdoor stijgt het water in de Afgedamde Maas en in het Heusdensch Kanaal niet verder en is het omliggende gebied beveiligd tegen een overstroming. De werking van de keersluis wordt jaarlijks
20 Waterbalans Special | januari 2005
een paar keer getest. Het sluitpeil van 3,5 meter is een compromis. ‘Dat is een hele discussie geweest’, herinnert Vlaander zich. ‘De scheepvaart en natuurliefhebbers wilden een zo hoog mogelijk peil maar de bewoners een zo laag mogelijk peil om hun kelders droog te houden.’
Water bergen Het project is nog niet helemaal afgerond. Als de keersluis dicht gaat, moet het water dat anders het Heusdensch Kanaal in zou stromen, ergens anders heen. Eerst werd gedacht aan nevengeulen. Deze zijn niet meer nodig, omdat het waterschap kan meeliften met een maatregel van Ruimte voor de Rivier, die door de provincie NoordBrabant wordt uitgewerkt. Bij hoogwater wil de provincie de Overdiepse polder gebruiken om het overtollige water te bergen. Het water dat eigenlijk het Heusdensch Kanaal in had gemoeten, kan daar gemakkelijk bij. Afgesproken is dat het waterschap meebetaalt aan de herinrichting van de Overdiepse polder.
Jos den Biezen uit Druten
natuurwaarden
van dijken
Vier jaar lang, van 1996 tot 1999, stond Jos den Biezen uit Druten van februari tot mei bij het ochtendgloren op om de kamsalamanders en rugstreeppadden weg te vangen met schermen en opvangemmers. Hij wilde voorkomen dat ze in de bouwputten van de dijkverbetering zouden vallen. ‘Dat heeft de schade aan de populatie beperkt’, zegt hij nu, terugkijkend op het proces van verbetering van de dijken in het land van Maas en Waal.
A
ls bewoner van het land van Maas en Waal is hij voor het instituut voor natuur en milieueducatie (IVN) en de natuur- en historische vereniging KNNV tien jaar lang intensief betrokken geweest bij de dijkverbetering. Eerst als lid van de adviesgroepen die verbeteringen op de diverse trajecten voorbereidden en later in de begeleidingscommissies die bij de uitvoering betrokken waren. Het was zijn taak te letten op de landschap-
Stroomdalflora De dijken zijn gereed. Den Biezen geniet van de huidige dijken, op één minpunt na. Het gaat niet goed met de bijzondere kruiden op de dijk, de stroomdalflora. Bij de dijkverbetering is veel gedaan om die te behouden en te verbeteren. Van alle oude dijken werd de bovenlaag afgegraven, opzij gezet en als deklaag weer terug gezet bij de nieuwe dijk. Ook werd op sommige plaatsen het talud geschikt gemaakt voor nieuwe stroomdalflora en is zelfs nieuw ingezaaid. Den Biezen: ‘Voor economisch gewin kwamen er vervolgens schapen op de dijk die begonnen met het grondig afgrazen van de kruidige stroomdalflora in plaats van het taaie raaigras.’ Den Biezen heeft wel de hoop dat het goed komt, omdat de schapen mogelijk helemaal van de dijk af gaan. Dat is beter voor de doorworteling van de dijk, waardoor die technisch sterker wordt.
‘Een goede sfeer en wil tot samenwerking’ pelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden van de veranderingen. Bovendien kon hij als bewoner van het gebied belangrijke, plaatselijke gegevens aandragen. ‘Het was een vruchtbare en hectische tijd, vooral in 1995. Er was een goede sfeer en wil tot samenwerking om de klus ‘veilige dijken’ voor elkaar te krijgen binnen de gestelde termijn.’ Het hoge water van 1995 viel midden in de periode van dijkverzwaring. Dat heeft het hele proces alleen maar versneld. Den Biezen: ‘Net terug van de evacuatie, met de koffie nog in de hand, kwam de eerste oproep om in Arnhem aanwezig te zijn op een vergadering over de Nieuwe Deltawet. De tijd daarna was ik vaak zeven dagen per week in touw.’
21 Waterbalans Special | januari 2005
FOTO : WIM VAN HOF | bvBEELD
FOTO : HANS DIJK STR A | bvBEELD
Burger op de bres voor
D E TO E KO M ST
Toekomst. We weten dat het klimaat verandert. Er komt meer (regen)water en de zeespiegel stijgt. De rijksoverheid wil de rivieren in het rivierengebied de komende tien jaar meer ruimte geven. Maar zijn we daarmee klaar en voldoende beschermd? Diverse waterdeskundigen vinden van niet. Zij werken nieuwe ideeën uit. Moeten we huizen, wegen en werken ‘waterbestendig’ maken? Wonen in een dijk? Drijven op het water? Werken op een terp? De toekomst zal het leren. Eén ding is zeker: we zijn nog niet klaar met het water en zullen dat ook nooit zijn. 22 Waterbalans Special | januari 2005
D E TO E KO M ST
Nederland heeft veel van het hoogwater van 1995 geleerd, maar nog niet genoeg. Dat vindt dijkgraaf Gerrit Kok van Waterschap Rivierenland. Nog steeds werken we te veel aan problemen voor de korte termijn en kijken we te weinig naar de verdere toekomst. Ook de plan- en besluitvorming verloopt volgens hem te traag. Dijkgraaf Gerrit Kok van Waterschap Rivierenland
‘Nederland moet zich beter voorbereiden op de toekomst’ Horizon op 2050
FOTO : WIM VINK | WATER SCHAP RIVIERENL AND
Het pleidooi van Waterschap Rivierenland is dan ook om verder in de toekomst te kijken, en daarvoor maatregelen te ontwerpen. Kok: ‘Maak een maatregelenpakket voor bijvoorbeeld 2050, waarmee we voorspelde waterhoeveelheden van circa 17,6 tot 18 miljoen liter water per seconde veilig naar zee kunnen afvoeren. Het pakket hoeft nu nog niet meteen compleet te zijn, als de contouren er maar zijn. Waar het om gaat is dat we robuuste maatregelen nemen, waarmee we langere tijd uit de voeten kunnen. Dan hoeven we niet telkens het rivierengebied op de schop te nemen. Bovendien is de overheid op den duur veel goedkoper uit. Maatschappelijk is het dus verstandig om het anders te doen.’ ‘De provincies staan achter onze visie’, weet de dijkgraaf. ‘Alleen is de rijksoverheid nog niet zover. Zij kijkt vooral naar het beschikbare budget van 1,9 miljard euro tot 2015. Maar veiligheid houdt niet op bij 2015. Ook daarna zal er geld nodig zijn.’
D
FOTO : WIM VAN HOF | bvBEELD
e dijkgraaf legt het uit. ‘Het ontstane besef in 1995 dat onze dijken niet hoog genoeg waren, heeft geleid tot het Deltaplan Grote Rivieren. Dat ging ervan uit dat onze dijken een stroom water moeten aankunnen van 15 miljoen liter per seconde (15.000m3/sec) bij Lobith. Dan zouden we veilig zijn. We zijn slechts tien jaar verder. En nu blijkt dat we rekening moeten houden met 16 miljoen liter bij Lobith in 2015. Het project Ruimte voor de Rivier maakt daar nu plannen voor. De Nederlandse overheid schijnt telkens niet verder te kijken dan tien jaar. Het is niet effectief en erg duur om telkens nieuwe plannen te maken voor onze veiligheid. Ook voor het draagvlak van burgers is het niet verstandig dat hun woonomgeving geregeld moet worden aangepast.’
< Uiterwaard Bakenhof aan de zuidoever van de Rijn bij Arnhem: een keerpunt over het denken over water. Het is de eerste dijkteruglegging, dat betekent dat de rivier Nederrijn meer ruimte heeft gekregen.
Grote noodzaak Hoewel Nederland veilig is – op een enkele uitzondering na zijn alle dijken op sterkte – is de dijkgraaf bezorgd over de trage besluitvorming in het overheidsproject Ruimte voor de Rivier. ‘Nu er de laatste jaren geen acute hoogwaterdreiging is, lijkt de noodzaak niet zo groot om vaart te maken.’ Kok ziet de noodzaak des te meer. ‘Het hele traject van besluitvorming, planvorming, inspraak tot uitvoering neemt de nodige jaren in beslag. Daarom moeten we juist nú snel inspelen op de toekomst, zodat we op tijd klaar zijn voor de 16.000 miljoen liter water in het jaar 2015.’
23 Waterbalans Special | januari 2005
Bij Nijmegen maakt de Waal één van de smalste bochten in de Nederlandse rivieren. Bij hoogwater stuwt de Waal hier flink op. Meer ruimte voor de rivier op deze plek verlaagt de waterstand meer dan maatregelen op andere plaatsen.
Verbreding flessenhals in Waal noodzakelijk I nmiddels vindt bijna iedereen dat hier iets moet gebeuren. De Waalbocht is eigenlijk al te krap voor de huidige situatie. Daarbij komt dat in de toekomst nog hogere waterstanden worden verwacht. De dijk steeds verder verhogen is geen oplossing. De ramp bij een dijkdoorbraak zal dan nog veel groter worden. Om het probleem op te lossen zijn twee plannen gemaakt. Ze staan bekend onder de namen plan-Brokx en Lentse Warande. Het zijn allebei pijnlijke ingrepen omdat langs de Waal veel bebouwing staat. Bovendien lagen er plannen voor nieuwe huizen aan de noordkant van de rivier (in Lent). Maar daardoor zou dijkverlegging in de toekomst niet meer mogelijk zijn. De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat Melanie Schultz van Haegen houdt daarom nieuwbouw net achter de dijk tegen.
Dijkverlegging of uitgraven Bij het plan-Brokx wordt de dijk bij Lent 350 meter teruggelegd. Verder komt er een nevengeul van 200 meter breed die net zo diep wordt als de Waal zelf. Een drempel aan de oostkant sluit de geul af. Bij hoogwater stroomt de rivier over de drempel. Er blijft dan nog een eiland over tussen de Waal en de nevengeul. Bij de Lentse Warande worden de uiterwaarden diep uitgegraven. Een binnendijkse zone van 350 meter wordt gereserveerd voor extra ruimte voor de rivier als dat in de toekomst nodig is. Dit gebied gaat ‘op slot’: er mag niets meer extra gebouwd worden. Het ene plan is niet beter dan het andere. Het verschil is dat het plan-Brokx een
oplossing biedt voor lange tijd (denk aan honderd jaar). De Lentse Warande is goed voor de kortere termijn. Daarna moet weer iets gebeuren; daarvoor wordt het gebied binnendijks gereserveerd.
Voorkeur uitgesproken Op de lange termijn zijn beide alternatieven even ingrijpend voor Lent. Maar op de korte termijn hoeven voor de Lentse Warande nog geen huizen te verdwijnen, voor het plan-Brokx wel. Daarnaast spelen de kosten een rol. De Lentse Warande is op de lange termijn duurder, maar op de korte termijn goedkoper. Er hoeven geen huizen te worden opgekocht en het uitdiepen van de uiterwaarden is waarschijnlijk goedkoper dan het graven van een 24 Waterbalans Special | januari 2005
nevengeul. De overheidsbestuurders hebben inmiddels hun voorkeur uitgesproken voor plan-Brokx. Ze willen de zaak in één keer oplossen. Bovendien vinden ze dat het op slot zetten van het binnendijkse gebied, te lang grote onzekerheid geeft. De gemeente Nijmegen heeft de keuze tussen de twee alternatieven open gehouden. Komende zomer moet de beslissing vallen.
D E TO E KO M ST
Dijkteruglegging Munnikenland verlaagt
waterstand
De kans is groot dat in de polder Het Munnikenland bij Slot Loevestein de dijk wordt teruggelegd om de Waal meer ruimte te geven. Hoe het er allemaal uit gaat zien, weet nog niemand. Inrichtingsplannen worden pas gemaakt na het besluit hier maatregelen te treffen. angs de Waal tussen Zaltbommel en Gorinchem zijn maar weinig mogelijkheden om de rivier extra ruimte te geven. De uiterwaarden zijn er smal en achter de dijken is er veel bebouwing. Daarom worden voor de Waal vooral ‘technische maatregelen’ als kribverlaging voorgesteld om het water sneller richting zee te krijgen. Een plek waar de rivier wél relatief gemakkelijk meer ruimte kan krijgen, is de polder Het Munnikenland. In deze polder, dichtbij Slot Loevestein, staan weinig huizen en bedrijfsgebouwen.
FOTO : MEETKUNDIGE DIENST
Dijkteruglegging Waterschap Rivierenland en de projectorganisatie Ruimte voor de Rivier ontwikkelen ideeën voor dit gebied. Als hier wat gaat gebeuren zal het in ieder geval neerkomen op een dijkteruglegging. ‘Want dit is één van de meest effectieve maatregelen in dit gebied’, motiveert projectmanager Ger de Vrieze van Waterschap Rivierenland. ‘Doen we het niet, dan moeten er op meerdere andere locaties ingrijpende maatregelen worden genomen. Dit is duurder en heeft ook voor meer bewoners en grondgebruikers consequenties.’ Bij de teruglegging van de dijk bij Het Munnikenland is de kans groot dat geen enkele woning hoeft te wijken. Wel zullen boeren akkerbouw- en weidegrond kwijtraken aan de rivier. Hierover zal met alle betrokkenen overleg komen.
FOTO : RIJK SWATER STA AT
L
Natuur ontwikkelen Tegelijk met de dijkteruglegging kan ook de kans worden gegrepen om natuur te ontwikkelen. Er kan rekening worden gehouden met de plannen voor de herinrichting van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, die er dichtbij ligt. In een deel van de uiterwaarden nabij Slot Loevestein is al waardevolle natuur ontwikkeld. Omwonenden en andere belanghebbenden hebben zeer kort geleden tijdens een informatieavond over de plannen kunnen praten. Overigens duurt het nog een hele tijd voordat een definitieve beslissing valt. De planvorming en het daarbij horende overleg vergen nog de nodige tijd.
25 Waterbalans Special | januari 2005
Een indicatie van wat in polder Het Munnikenland (rechts op de foto, achter de dijk) kan gaan gebeuren. De lichtgroene streep geeft een mogelijke dijkverlegging aan. De blauwe pijlen mogelijke nevengeulen.
De bouw van een vouwwand in Dublin
Er is een nieuwe oplossing ontwikkeld in de strijd tegen hoogwater: een uitvouwbare wand. Dit nieuwe type waterkering wordt nu voor het eerst in de Ierse stad Dublin gebouwd door Dutchdam BV. Misschien komt er ook zo’n systeem op de Waalkade in Nijmegen.
Nieuwe oplossing voor oud probleem
Vouwwand tegen hoogwater D
e Waalkade in Nijmegen moet de stad beschermen tegen hoogwater, maar is nu niet hoog en niet stabiel genoeg. Daarom zoekt Waterschap Rivierenland naar oplossingen die passen bij de stad. Er is niet veel ruimte en bewoners en horecaondernemers vinden het uitzicht op de rivier belangrijk. Bas de Bruijn en Peter Damen van het waterschap houden zich intensief bezig met de plannen voor verbetering van de Waalkade. De Waalkade vraagt om ‘maatwerk’. Er is niet één oplossing voor de hele kade. Het waterschap laat nu onderzoeken welke combinatie van oplossingen het beste is.
Uitzicht blijft De uitklapbare wand zou vooral goed passen op het gedeelte van de Waalkade waar de cafés en restaurants zitten. Op dat stuk – dat ongeveer 300 meter lang is – is
De vouwwand zit opgevouwen onder de grond. Hierdoor heeft niemand er last van.
behoefte aan een waterkering van ruim twee meter hoog. Alleen dan garandeert de waterkering het wettelijk vereiste veiligheidsniveau. Vanwege deze hoogte is een systeem van staanders en schotbalken (zoals in Zaltbommel, zie pag. 15) hier niet mogelijk. Een systeem zoals in Dublin kan hier wel alle problemen oplossen. Voordeel van de vouwwand is dat hij geen ruimte in beslag neemt en het uitzicht niet belemmert.
Opgevouwen in goot De vouwwand zit onder normale omstandigheden onder het terrasdeel dat in gebruik is bij de horecaondernemers. De uitklapbare wanden liggen daar opgevouwen in een soort ‘goot’ van gewapend beton, die is afgesloten met een metalen dekplaat. De goot ligt onder de grond stevig ingeklemd op een zware stalen damwandconstructie.
Als het water stijgt, kan de vouwwand snel en eenvoudig worden uitgeklapt en opgezet.
26 Waterbalans Special | januari 2005
Het verkeer en de terrasactiviteiten kunnen gewoon op de dekplaat plaatsvinden. Als er hoogwater aankomt, kan de vouwwand eenvoudig en snel worden uitgeklapt en opgezet (zie illustraties). Bij andere, lagere flexibele waterkeringen zoals in Zaltbommel, moeten eerst roestvrijstalen staanders en aluminium balken worden aangevoerd. Dat is met een vouwwand niet nodig, alle onderdelen zijn al op de kade aanwezig. In maart zijn de definitieve plannen bekend en begint de inspraakprocedure. Als alles volgens plan verloopt, kan de verbetering van de Waalkade in 2006 beginnen. Meer informatie: www.waterschaprivierenland.nl (rubriek Projecten)
Eenmaal uitgeklapt is de vouwwand een volwaardige waterkering die het achterliggende gebied beveiligd tegen overstroming.
D E TO E KO M ST
Hoogwater de baas blijven
FOTO : WATER SCHAP RIVIERENL AND
Meer ruimte nodig voor rivieren Nederland is op dit moment veilig genoeg, maar dat zou kunnen veranderen. De zeespiegel stijgt, de bodem daalt en het klimaat verandert, waardoor er meer smelt- en regenwater in onze rivieren komt. Om onze veiligheid in de toekomst te kunnen garanderen, moet de Rijn in 2015 16 miljoen liter water per seconde kunnen afvoeren, zonder dat het achterland overstroomt. En daarna tot 2050 zo’n 18 miljoen liter.
Retentie Een retentiegebied of retentiebekken is binnendijks gebied dat bij hoogwater kan worden gebruikt om water tijdelijk op te vangen.
Mogelijke maatregelen
Verlagen van uiterwaarden Door de uiterwaarden geheel of gedeeltelijk af te graven kan er meer water worden afgevoerd.
Verwijdering van obstakels Door het weghalen of aanpassen van obstakels (zoals bruggen en steenfabrieken) kan het water beter doorstromen en het waterpeil dalen.
Aanleg van nevengeulen in uiterwaarden Een nevengeul vergroot de afvoercapaciteit, waardoor het waterpeil in de rivier daalt of minder stijgt. Nevengeulen worden vaak gecombineerd met natuurontwikkeling.
Verlaging van kribben Kribben zijn bedoeld om de vaargeul vast te leggen en op diepte te houden. Door de kribben te verlagen daalt het waterpeil.
Dijkverlegging Door dijken verder landinwaarts te leggen worden uiterwaarden breder en krijgt de rivier meer ruimte.
Hoogwatergeul Hoogwatergeulen zijn bedijkte gebieden die normaal gesproken droog staan. Bij hoogwater stroomt de hoogwatergeul vol en voert het een deel van het rivierwater af. Stroomafwaarts komen hoogwatergeul en rivier weer samen.
Verruiming van het zomerbed Door de oever van de rivier af te graven wordt het zomerbed breder en dieper.
Het project Ruimte voor de Rivier onderzoekt en toetst maatregelen, die ervoor zorgen dat de Rijn deze hoeveelheden water kan afvoeren. Het rivierengebied moet door de ingrepen niet alleen veiliger worden, maar ook mooier en leefbaarder. Het Deltaplan Grote Rivieren heeft er inmiddels voor gezorgd dat bijna alle dijken in Nederland zijn versterkt. Nu is het tijd voor oplossingen die de rivieren meer ruimte geven. Meer informatie: www.ruimtevoorderivier.nl 27
Waterbalans Special | januari 2005
D E TO E KO M ST Han Vrijling, professor waterbouwkunde TU Delft
Wonen en werken in en op de
‘R
uimte voor de rivier is wel een mooi plan’, zegt Han Vrijling, ‘maar in een vol land als het onze kunnen we zoiets maar één keer doen. Bovendien levert het minder op dan dijkverhoging. Dat laatste heeft veel meer effect en is goedkoper. Dijkverhoging komt onherroepelijk terug. Is het niet in 2020, dan wel in 2030, 2040 of 2050.’ De onderzoeksgroep Waterbouwkunde van Vrijling ontwikkelt daarom samen met collega’s van Bouwkunde mooie dijkconcepten voor stadsfronten aan de rivier of de zee. Voor de stad Deventer heeft één van zijn onderzoekers een maquette gemaakt. Daarop kun je zien waaraan je allemaal kunt denken. Met zo’n opzienbarende waterkering met winkels en horeca erin, kun je toeristen trekken.
Meer dan hoge dijken Veiligheid heeft veel aspecten. Hoge dijken alleen zijn niet voldoende. ‘Er zijn allerlei factoren die de stevigheid van dijken bedreigen. Denk aan kwelwater dat onder de dijk doorsijpelt, afschuiving van de dijk en het gegraaf van muskusratten. Met alle gegevens die er zijn, berekenen we de kans op overstroming van dijkringen. In Nederland gaan we uit van een overstromingskans van eens in 1250 jaar, maar in de praktijk is de kans, vanwege al die andere bedreigingen soms hoger. Als het nodig is gaan waterschappen aan de slag om de zwakste dijkdelen aan te pakken.’ FOTO : WIM VAN HOF | bvBEELD
Han Vrijling, professor waterbouwkunde aan de Technische Universiteit Delft, ziet het helemaal voor zich. In de toekomst zijn er dijken waarin en waarop we wonen, werken en parkeren. Zoiets is niet alleen een mooi staaltje Nederlandse waterbouwkunde; het is ook nuttig omdat Nederland steeds minder ruimte heeft. We moeten slimme oplossingen bedenken voor efficiënt ruimtegebruik. Ook voor steden langs onze rivieren.
dijk
Multifunctionele waterkering voor Deventer Voor haar promotieonderzoek bij professor Vrijling ontwerpt Bianca Stalenberg multifunctionele waterkeringen. Haar eerste proeflocatie was Deventer. ‘Ik heb gezocht naar een stad die nu al problemen heeft. Langs de kade in Deventer staan historische huizen, die bij hoogwater met zandzakken beschermd moeten worden. En ook de weg ervoor is bij hoogwater onbegaanbaar. Om dit aan te pakken heb ik een ontwerp gemaakt, waarbij de huizen binnendijks komen en de weg ondergronds is gelegd.’ Ook is het de bedoeling dat het leven langs de rivier verbetert. Tussen de huidige verlaagde kade langs de rivier en de kade waar de historische huizen aan grenzen, heeft ze een waterkering ontworpen met daarin souvenirwinkeltjes, cafés, restaurants en dergelijke. Op het dak van de waterkering kan de horeca terrassen plaatsen. Behalve eten, drinken en genieten van het uitzicht, kunnen mensen er ook wandelen. Door de ondergrondse weg is er tussen de huidige historische huizen en de nieuwbouw ruimte gekomen voor een wandelpromenade.
Van links naar rechts: IJssel (blauw), verlaagde kade (wit), waterkering met daarin winkels, horeca en er bovenop terrassen (bruin), erachter: wandel- en fietspromenade met de weg ondergronds, tot slot: de historische huizen.
28 Waterbalans Special | januari 2005
Ed Steenbergen, coördinator beheersinstrumenten FOTO : WILLIA M HO O GTE YLING
Dijkversterking
met bentoniet en zeepsop S
teenbergen is moeilijk in te dammen als hij over dijkversterking praat. ‘Er bestaan talloze technieken om dijken te versterken. Bijna dagelijks worden nieuwe ideeën geopperd. Het is een uitdaging om de juiste oplossing te vinden.’ Zo hebben rivierdijken op zandlagen soms te maken met ‘piping’. De grondwaterstroming onder de dijk is dan zo sterk, dat er zand wordt meegenomen. Dat komt vervolgens achter de dijk omhoog. ‘Een oplossing is het aanbrengen van een kleilaag in de uiterwaarden vóór de dijk. Zo’n laag laat nauwelijks water door, zodat de grondwaterstroming onder de dijk afneemt.’
Diepwand Als de riviergeul te dicht bij de dijk ligt, werkt deze oplossing niet. Dan zou je de bodem áchter de dijk moeten verzwaren. Soms is dat niet mogelijk vanwege bebouwing. Maar ook dan is Steenbergen niet voor één gat te vangen: ’Je zou dan aan de voet van de dijk een diepwand kunnen aanbrengen. Dit is een diepe sleuf in de grond die wordt gevuld met een mengsel van cement, bentoniet en water. Bentoniet is een kleiachtige substantie die onder invloed van water zwelt en een gel vormt. Zo ontstaat ondergronds een waterkerend scherm dat ‘piping’ tegengaat.’
Zeepsop Het waterschap beheert ook een aantal veendijken langs kleinere rivieren. Ze zijn niet essentieel voor de veiligheid, maar wel voor de waterhuishouding. Veendijken voldoen uitstekend, zolang ze maar vochtig blijven. Het wordt anders als ze uitdrogen, zoals gebeurde in de zomer van 2003. ’De veendijken worden dan zo licht, dat ze in een nat seizoen onder de druk van het water kunnen bezwijken. Een uitgedroogde veendijk kan namelijk geen water FOTO : KIM TROUWENBOR ST | bvBEELD
Ed Steenbergen zoekt voor elk dijkversterkingsprobleem de beste oplossing. Daarbij heeft hij de keus uit een scala aan technieken. Veendijken kunnen bijvoorbeeld worden versterkt met zeepsop.
29 Waterbalans Special | januari 2005
meer opnemen. Uit experimenten blijkt dat een behandeling met zeepsop het wateropnemend vermogen deels kan herstellen. Maar ik vind het nog te vroeg om te stellen dat hiermee de beste remedie tegen uitdroging is gevonden.’
Beton en grond voor oostelijke rivierdijken Het Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden (nu onderdeel van Waterschap Rivierenland) heeft de afgelopen tien jaar hard gewerkt aan de verbetering van rivierdijken. Vooral de 50 kilometer oostelijke rivierdijken zijn onder handen genomen. Sinds 1995 is al zo’n 34 kilometer met 20 tot 50 centimeter verhoogd. De laatste 16 kilometer rivierdijk, met name de Lekdijk, staat nog op het programma. De dijken kunnen volgens Ed Steenbergen in grote lijnen op twee manieren worden verbeterd: met beton en staal of met grond. ‘Het verschil zit in het ruimtebeslag en de levensduur. Betonnen constructies, maar ook stalen damwanden hebben een geringe omvang en dat is een voordeel. Het nadeel is de beperkte levensduur; namelijk minder dan honderd jaar. Grondconstructies van zand en klei vergen veel ruimte maar gaan langer mee en zijn gemakkelijker aan te passen. Het hangt vooral van de beschikbare ruimte af welke benadering de voorkeur verdient.’
D E TO E KO M ST
Onze oer-Hollandse cultuur van dijken bouwen is een dure oplossing voor een duurzame en veilige toekomst van het rivierengebied. Dat zegt Toine Smits, directeur Water & Samenleving aan de Nijmeegse Radboud Universiteit. Hij ziet veel meer in bijvoorbeeld het aanpassen van de woningbouw. In het project ‘Freude am Fluss’ werkt hij samen met Duitsers en Fransen aan een nieuw concept voor woningbouw, waarmee het rivierengebied beter beschermd kan worden tegen hoogwater.
Overstromingsbestendige woningen in plaats van dijken S Simpel alternatief Maar wat moeten we dan wel doen? Het alternatief is simpel, vindt Smits. ‘In plaats van ons technische vernuft te gebruiken om rivieren te verbouwen en de zee buiten te sluiten, kunnen we onze kennis beter aanwenden om wonen, werken en landbouw aan te passen aan de dynamiek van het natuurlijk watersysteem.’ Want dat kan. ‘Tegenwoordig kunnen we overstromingsbestendige woningen bouwen, de landbouw op een andere manier organiseren en schepen bouwen die op ondiepe, meanderende rivieren kunnen varen. De noodzaak om watersystemen op grote schaal ingrijpend te veranderen is er niet meer.’ Het teruggeven van land aan water wordt tegenwoordig als probleem ervaren, omdat dan allerlei dingen die ruimte vragen – zoals woningen, bedrijventerreinen of wegen – niet meer kunnen. Daar heeft natuurlijk geen enkele gemeente behoefte aan. Het gedrag van niet-in-mijnachtertuin – not in my backyard – steekt dan de kop op. Smits wil deze houding omdraaien naar alsjeblieft-in-mijnachtertuin ofwel ‘please in my backyard’. ‘Om dat te doen moet je tegemoet komen aan ruimtelijke wensen van de gemeenten en op zoek gaan naar oplossingen waar een
goede markt voor is, stelt hij. ‘Overstromingsbestendige woningbouw, woningen op terpen of drijvende woningen zijn zulke veelbelovende voorbeelden.’
Ander verhaal Het roer moet dus om. ‘Als een gemeente een dijk landinwaarts moet verplaatsen om de rivier meer ruimte te geven, ervaart zij dat nu vooral als een verliespost’, legt Smits uit. ‘Maar als een gemeente toestemming krijgt om landbouwgrond om te zetten in overstromingsbestendige woningbouw in combinatie met een dijkverplaatsing, dan wordt het een heel ander verhaal. Meer draagvlak, lagere kosten voor de overheid, meer ruimte voor lokale plannen, natuur én water. Het mooie van deze vorm van woningbouw is dat het niet in strijd is met de beleidslijn Ruimte voor de Rivier. Rijkswaterstaat heeft mij dat verzekerd.’
FOTO : WIM VAN HOF | bvBEELD
mits onderzoekt samen met een keur aan waterspecialisten hoe Nederland en Duitsland in het verleden en tot nu toe reageren op overstromingen. Wat hem opvalt is dat de oplossingen vooral worden gezocht in het aanpassen van watersystemen. Dit is een doodlopende weg, vindt de wetenschapper. ‘De grote stapel bewijsmateriaal dat deze aanpak op de lange termijn niet werkt, groeit nog steeds.’
30 Waterbalans Special | januari 2005
Expositie over hoogwater 1995
De expositie kunt u op drie locaties bezichtigen: museum Stratemakerstoren Waalkade 83/84, 6511 XR Nijmegen museum De Groote Societeit Flipje en Jam Museum Plein 48, 4001 LJ Tiel museum De Koperen Knop Binnendams 6, 3373 AD, Hardinxveld-Giessendam De expositie duurt van 29 januari tot en met 15 februari 2005. In Tiel opent de expositie enkele dagen later: 2 februari. Op vertoon van de kortingsbon ontvangt u 50 eurocent korting op de toegangsprijs van het betrokken museum.
kortingsbon Op vertoon van deze kortingsbon ontvangt u voor maximaal twee personen 50 eurocent korting op de toegangsprijs van het betrokken museum. geldig van 29/01/2005 t/m 15/02/2005
FOTO : M ARCEL VAN DEN BERGH
Waterschap Rivierenland heeft over het hoogwater van 1995 een expositie gemaakt. Op panelen laat het waterschap bijzondere foto’s van het hoogwater en de evacuatie zien. Ook toont het waterschap materialen die in die periode gebruikt zijn.
Colofon Waterbalans is het magazine van Waterschap Rivierenland en verschijnt 4 keer per jaar. Dit eerste nummer in 2005 is een speciale, extra dikke uitgave die geheel in het teken staat van het hoogwater in de grote rivieren in 1995. Deze special wordt huis-aanhuis verspreid in het rivierengebied. Voor deze uitgave is een speciaal team samengesteld: Eindredactie: Inge Lucas en Ingrid Regelink Redactieadres : Cluster Communicatie, Postbus 599, 4000 AN Tiel Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend Samenstelling en redactie: Ria Dubbeldam (Grafisch Atelier Wageningen),Jacqueline Beeren (Beer & Sterk, Doetinchem), Rob Janmaat (De Lynx, Wageningen), Waterschap Rivierenland Teksten: Ria Dubbeldam, Jacqueline Beeren, Femke van den Berg, Tijs Kierkels, Marjel Neefjes, Leonore Noorduyn, Francine Smink, Jos Verleg, Martin Woestenburg Vormgeving: Het Lab grafisch ontwerpers BNO, Arnhem Fotoredactie: Hans Dijkstra (Bureau voor Beeld) Wageningen Omslagfoto: Meetkundige Dienst, Delft Druk: Thieme MediaCenter, Nijmegen
Oplage: 418.000 stuks Januari 2005
De taken van Waterschap Rivierenland:
Veilig, schoon en voldoende water
Waterschap Rivierenland heeft de verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van 1070 kilometer dijken en boezemkaden om het gebied te beschermen tegen overstromingen. Het bedienen en onderhouden van stuwen, sluizen en gemalen is van belang om het waterpeil te kunnen beïnvloeden.
Naast het verlenen van vergunningen is ook handhaving een belangrijke taak. Hierbij kan gedacht worden aan het optreden tegen illegale lozingen van bedrijven en lozingen van bestrijdingsmiddelen die in de watergangen terechtkomen. Ook het tegengaan van ongewenste activiteiten op de dijken waardoor de stabiliteit in gevaar komt is een taak van het waterschap.
Met de uitvoering van deze taken zorgt Waterschap Rivierenland voor een veilig en leefbaar rivierengebied
De werkzaamheden omvatten eveneens: • vergunningverlening voor lozingen in oppervlakte water, • zuivering van afvalwater, • bescherming en herstel van oppervlaktewater, • het ontwikkelen van natuur langs slootkanten, • het verwijderen van bagger om de waterhuishouding te verbeteren, • de bestrijding van muskus- en beverratten in Gelderland, • het beheer van vaarwegen op onder meer de Linge, de Alblas en de Giessen, • het beheer en onderhoud van wegen buiten de bebouwde kom in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden.
FOTO : PETER BLIEK
Waterschap Rivierenland is verantwoordelijk voor de waterhuishouding in één van de mooiste gebieden van Nederland: het rivierengebied. Het waterschap overschrijdt verschillende provinciegrenzen. In het werkgebied liggen 38 gemeenten met 950.000 bewoners. Waterschap Rivierenland weegt de verschillende belangen in het waterbeheer tegen elkaar af. Dit gebeurt in goede afstemming met de rijksoverheid, provincies, gemeenten en belanghebbenden. Zo zorgen we voor de veiligheid en voor schoon en voldoende water in sloten en plassen.